ng w. Orgaan BESTEVAER I a I L 1 Antirevolutionair voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Ieder is ep vol van! fj$tggelaa/*3afai& ÏLEN IN HOC SIGNO VINCES l| '4» No. 3522 ZATERDAG 23 MAART 1929 44STE JAARGANG EERSTE BLAD. m I BEVELAN- in de klasse sholt ge» Erwten, >E bank 4,-. W. BOEKHOVEN ZONEN Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. Nationale zelfstandigheid Op den Uitkijk. A.vd.BIÜQELAARXÖOC^ ROOSENDAAL is een heerlijke,zachte.Qeup^e volrgpe pijptabak,die in peen enkel opzicht 1 vertrouwen dat de naam wekt, beschaamd maakt Uit onze Partij. 9 I II 9I - ra 31162 kt uw bloed, en algemeen ►ER DE TING? cteur R» lef. No. 4. Dezs Courant verschijnt eiken WOENSDAG cn ZATERDAG, ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1,- bi[ vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 ceut, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z% beslaan, Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Onze vroegere Minister van Buiten- landsche Zaken, Zijne Excellentie Van Karnebeek, sprak eens in een Kamer rede over zelfstandigheidspoïitiek. Hiermede gaf Zijne Exc. de richting aan, waarin hij de buitenlandsche po litiek het liefst gevoerd zag. De Anti-Rev. partij maakt deze for mule tot de hare, waar het betreft het buitenlandsch beleid onzer regeering. In het program van actie, zooals dat in het centralen convent voorloopig is vastgesteld, wordt gevraagd „hand having van de zelfstandige positie, wel- ke het Koninkrijk der Nederlanden, j, onder Gods bestel, in langdurige his torische ontwikkeling verkregen heeft". De A. R. partij komt op voor onze na tionale zelfstandigheid. Die nationale zelfstandigheid wordt in onze dagen bedreigd. Het internationalisme viert zijn hoo- ge triumfen. Het moderne verkeer, de techniek en de geest dezer eeuw werken dat in de hand. En op zichzelf is dat niet kwaad, evenmin als het een kwaad is, dat een Volkenbond tracht aan het internatio nalistische streven leiding en vorm te geven. Wij hebben het groeiend internatio nalisme te accepteeren en té erkennen als een product van den loop der tijden. Door den ontwikkelingsgang der ^techniek, van den handel, de nijver- ^jheid, wetenschap enz., zijn de landen van Europa steeds meer van elkander afhankelijk geworden. Er heeft zich als 't ware een nieuwe cultuurgemeen schap gevormd, een wereldorganisatie, die we als vrucht der tijden te aanvaar den hebben. En dit internationalisme heeft zijn recht van bestaan. Prof. Bavinck wijst er op in zijn ge schrift: „Christendom, Oorlog en Vol kenbond", dat het Christendom univer seel is, het leert, dat heel het mensche- lijk geslacht van éénen bloede is en dat het Evangelie voor alle volken is bestemd'. Ten slotte zal blijken, dat ook het internationalisme onzer eeuw dienst baar is aan de uitbreiding van Gods Koninkrijk en aan de vervulling van de bede: „Uw Koninkrijk kome Wij hebben dus dit streven naar in ternationalisme te aanvaarden en als Christenen zijn we geroepen naar ons vermogen er iets goeds van te maken. Maar dat mag nooit en te nimmer gepaard gaan met wegcijfering van eigen nationaal en zelfstandig bestaan. Daar tegen komt de A. R. partij met kracht op. En waar ook in ons eigen land het streven van sommige politieke partijen gaat in een richting, welke uit eindelijk op prijsgéving van dat zelf standig bestaan uitloopt, daar verzet de A. R. partij er zich tegen met klem en macht, want zij belijdt, dat wij het Vaderlijk erfdeel ontvangen hebben onder het bestel Gods in een langdu rige historische ontwikkeling en dat om een eigen type, een eigen karakter beeld te vertoonen. De vloek van den modernen geest is de uniformiteit, de eenvormigheid, dat Urk en Amsterdam op één lijn stelt en straks ons kleine Holland wil con- formeeren aan Zwitserland of Bul- garije. Hiertegenover neemt de A. R. partij positie en belijdt de pluriformiteit in Gods Schepping, de veelvormigheid kracht en levensvoorwaarde van elk organisme. De zelfstandigheidspoïitiek bedoelt dus, dat wij waken voor ons eigen grondtype, voor ons eigen bestaan. Maar het houdt meer in. Het zegt ook, dat we het veiligst gaan, wanneer wij in diplomatie- ken zin ons vrijwaren van vreemde invloeden. De meeste landen treffen onderling verbintenissen tot eigen veiligheid en bescherming. België deed dat met Frankrijk, zoo als pas nog bleek. Vóór 1914 was zoo wat geheel Eu ropa door onderlinge verbintenissen in twee helften gedeeld. We hebben er de rampzalige gevolgen van ondervon den. De A. R. partij wil daarvan niet we ten en wil, dat onze regeering ook in dezen zin een zelfstandigheidspoïitiek blijft voeren. Dat wil natuurlijk weer niet zeggen, dat ons land zich volkomen van elke samenwerking met andere landen te onthouden heeft. Dit zou trouwens praktisch ook niet mogelijk zijn. Maar het houdt wel in, dat Nederland bij elke verbintenis zich toch het recht voorbehoud om zich zelf te zijn en steeds ongehinderd voor eigen belan gen op te komen. Deze zelfstandigheidspoïitiek staat niet in den weg aan een streven om internationaal mede te werken aan het vaststellen van het recht, dat Godes is. Ook dat is dure plicht van ieder volk. Zonde zou het zijn om zich in vol komen passiviteit van het wereldge beuren af te zonderen. Vandaar dan ook, dat ons stembus program hiervan in de tweede plaats eischt een „krachtige medewerking aan alle maatregelen, die de heerschappij van het recht in het leven helpen be vorderen en mitsdien bijdragen tot be teugeling van den oorlog, zoo mede aan de pogingen ondernomen om te ge raken tot gelijktijdige en wederzijdsche vermindering van bewapening. De A. R. partij is door de S.D.A.P. meermalen als een militaristische partij uitgekreten. Niets is minder waar Maar de A. R. partij wenscht met beide voeten in de werkelijkheid van het leven te staan. En zij ziet, dat een zijdige ontwapening een dwaasheid is van utopisten of een misdadig gedrijf van demagogen, die op verwoesting van eigen zelfstandig bestaan uitloopt, zonder dat den internationalen vrede er ook maar eenigermate door gediend wordt. De A. R. zijn geen „vuurvreters" en „oorlogswellustelingen", ze zijn vrede lievender dan de S.D.A.P.'ers, die in elk geval den klassenstrijd te vuur en te zwaard blijven prediken, en het des noods %p den gruwelijken burgerkrijg laten uitloopen. De A. R, partij wil medewerken aan het internationale streven tot oorlogs beperking. Haar actie-program drukt dat uit en in de volksvertegenwoordi ging is herhaaldelijk in gelijke richting gewerkt. Mede te werken aan het internatio naal streven om in de toekomst zuiver der verhoudingen te krijgen en zoo mogelijk geschillen in der minne te doen beslissen, is dure roeping. Prof. Bavinck zegt er van aan het slot van zijn geschrift: „Daartoe mede te arbeiden ligt meer op den weg van dén mensch en den Christen, dan om al dit streven uit de verte lijdelijk aan te zien en misschien heimelijk op mis lukking van al dergelijke plannen te hopen". Sterk staat dus de A. R. partij op onze nationale zelfstandigheid, en dringt derhalve aan op het voeren van een zelfstandigheids-politiek, maar daarnaast ook komt zij op voor de dure roeping van een volk om mede te wer ken tot bevestiging van het recht ook op internationaal gebied. Zóó verstaat de A. R. partij inzake het buitenlandsch beleid haar roeping. M'n lezers hebben zeker wel gehoord van het debat, dat de vorige week in de Tweede Kamer is gehouden over de vraag of ongehuwde vrouwen die moeder worden ook recht hebben op uitkeering van den Staat, volgens de Ziekte wet, Links meende van wel. Rechts met één uitzondering, Ds. Ling- beek meende van niet. Het gold hier weer een van die principieele vragen, die duidelijke laten zien welk een klove rechts van links scheidt. Duidelijk trad aan het licht wat Groen van Prinsterer ons geleerd heeft dat, wan neer wij ons niet meer willen laten leiden door de Gods openbaring, in de Heilige Schrift ge geven, ons besef van goed en kwaad verduis tert, en de normen van zedelijkheid en moraal ons ontvallen. Deugd en ondeugd gaan dan stuivertje wis selen. Kwaad wordt goed en goed wordt kwaad. De linksche partijen, en vooral de socialisten, verdedigden niet slechts de uitkeering aan de ongehuwde moeders, omdat zij medelijden heb ben met deze vrouwen, doch zij achtten den Staat hiertoe verplicht uit een oogpunt van recht en zedelijkheid. Volgens hun redeneering was aan onze zijde het kwaad en de onzedelijkheid, maar aan hun zijde was de moraal. Zoo worden de dingen, als wij Gods Woord loslaten, op den kop gezet. En dat is nu maar niet toevallig zoo bij dit debat. Dat is telkens zoo bij elk principieel debat. Waar van rechts telkens wordt opgekomen voor de handhaving van het heilig karakter van het huwelijk, daar staan de socialisten er vierkant tegenover. Dan open baart zich de haat van den mensch, die zich zelf wil uitleven, tegen de geboden Gods, waarin de normen van het recht en de moraal ons geopenbaard zijn. Men moet maar eens lezen wat de kopstukken der S.D.A.P. uitgieten tegen de rechtsche par tijen. Maar wat wel het allertreurigst is, dat zelfs vrouwen zich tot verdediging van deze grove schending van het heilige huwelijksleven willen leenen. Suze Groeneweg was de woordvoerster der S.D.A.P. en het scheen alsof haar geweten sprak, toen zij oumerkte: „evenmin als de rech- ttrzijde willen wij niet raken aan de groote be- teekenis van het huwelijk; wij willen de vrouw houden op het peil, waarop zij staat". Een merkwaardige uitdrukking Met de feiten in strijd. Een schijnbeweging alsof er iets gegeven wordt, terwijl het doel is iets te ontnemen, het huwelijk door God ingesteld, van zijn heilig karakter te berooven. En dan moet de zonde goed gepraat worden. Dan wordt er op gewezen, dat de ongehuwde meisjes, die moeder worden, nog de slechtste niet zijn, de slechtste worden geen moeder. Dan wordt met de statistiek aangetoond, dat meer dan 60 zondigt tegen 't zevende gebod en dat die zonde door een spoed-huwelijk moet gevolgd worden. Dan wordt er zelfs gezegd door Ds. Ling- beek nota bene dat wanneer de ongehuwde moeders geen uitkeering krijgen, de kindermoord in de hand gewerkt wordt 1 En al dat fraais meer. Zoo wordt de sfeer vergiftigd en vertroebeld, zoodat men niet meer ziet waar de normen van recht en moraal liggen. Nuchter en alles afdoend, onweerlegbaar, was hier tegenover het argument van oud-minister Heemskerk. De leider der Anti-Rev. Kamerfractie wees op het rechtsbeginsel, neergelegd in onze wet boeken, dat zegt, dat wanneer iemand een over eenkomst sluit, waarbij men zich verzekert tegen de gevolgen van een handeling, die men wellicht zou kunnen plegen tegen de goede zeden, dan zal de rechter aanleiding hebben om die over eenkomst als niet geldig te beschouwen. Dat is een eenvoudig en voor de hand lig gend rechtsbeginsel, dat ieder weldenkend mensch zonder slag of stoot zal bekrachtigen. Maar nu wil men, dat van Overheidswege bepaald wordt, dat de ongehuwde vrouw moet verzekerd zijn tegen de gevolgen van buiten echtelijke zwangerschap. Hier wordt, zeide de heer Heemskerk, eenvoudig van de Overheid verlangt, dat ze dit rechtsbeginsel schende en een regeling gaat decreteeren, die gelijk staat met een overeenkomst tegen de goede zede. Maar des ocialisten zien dat niet. Ze zijn verblind door de haat tegen de Christelijke zede. En als ze dan niet bij machte zijn om dat Christelijk beginsel aan te tasten en te breken, dan gieten ze de fiolen van hun gramschap uit op de verdedigers van die beginselen, dan gaan ze schelden en tieren, dan worden de ver dedigers van die beginselen uitgescholden voor Farizeeërs. Lees maar wat „Het Volk schrijft Zeker, de politieke christenen hebben om strijd verklaard, de ongehuwde moeders niet te minachten en te weten, dat wie staat, toe moet zien, dat hij niet valle. Het maakt niet veel indruk op ons. Sedert voor negentien eeuwen de tollenaar, die zich boetvaardig op de borst slaat, ten voorbeeld is gesteld aan den Farizeeër, die zich verheft op eigen braafheid, heeft men herhaaldelijk kunnen zien, dat een Farizeeër van éénige slimheid de pose van een tollenaar aanneemt. Hij blijft er niet minder Farizeeër om. Zie, hieruit spreekt de haat tegen de belijders van de beginselen die gegrond zijn op het Woord van God. Gelukkig stond rechts aaneengesloten tegen over de aanvallen die op de christelijke grond slagen van onze samenleving werden gedaan. In de ziektewet werd met meerderheid van stemmen vastgesteld „Met ziekte worden zwan gerschap en bevalling van een gehuwde vrouw gelijk gesteld." Men ziet hier weer het zelfde verschijnsel bij de socialisten dat zich telkens voordoet. Schijnbaar wordt positie gekozen voor het arme, het verdrukte, het misdeelde. Ook nu weer heette het dat hun barmhar tigheid zich uitstrekte tot de gevallen vrouw, per ij pond. die aan haar lot wordt overgelaten. Haar en haar kind te redden was hun doel Alweer die goedkoope praatjes, die bij de goe-gemeente indruk moeten maken. Bij hen de barmhartigheid, bij de rechterzijde de farezeïstische eigengerechtigheid en harte loosheid. Zoo wordt het voorgesteld. Een interne verkrachting van de waarheid, zooals men dat ieder oogenblik weer terugvindt in de socialistische pers. Want inderdaad is het precies andersom. De daad laat bij de socialisten nog steeds op zich wachten. Groote woorden, maar den armen en ver drukten wordt gezegd gaat heen en wordt warm. We zullen eens voor je bij den staat aankloppen De christelijke barmhartigheid heeft zich reeds lang over de gevalen vrouw en haar kind uit gestrekt. Met de daad heeft zij getoond, dat niet farizeïstische eigengerechtigheid en har teloosheid haar bezielt. De- vele instellingen die door eigen initiatief tot stand kwamen en onder houden worden getuigen er van. Maar de ware barmhartigheid is niet de slap pe weekheid. De ware barmhartigheid handhaaft de maje steit van het recht. En ook die is een uitvloeisel van de ware barmhartigheid, dat met alle krachtsinspanning gewaakt worde voor de heiligheid van het hu welijk. Deze instelling is een hoeksteen, een grond zuil der samenleving. De barmhartigheid voor de gansche samenleving eischt dat die be schermd worde tegen de aanvallen van ieder, die het op ondergang toegelegd hebben. De ware barmhartigheid is deze, dat de Wet Gods, die uit goddelijk erbarmen met een ge vallen menschelijk geslacht geschonken is, worde gehandhaafd. Overtreding en verkrachting van die godde lijke wet is de grootste wreedheid en onbarm hartigheid die het menschelijk geslacht kan aan gedaan worden. UITKIJK. UITSLAG DER STEMMING OVER HET ADVIES C.C. VOOR DE CANDIDAAT- STELLING DER A.R. PARTIJ. De stemming in het land, bedoeld in art. IX van het reglement voor de candidaatstelling, heeft tot uitkomst gehad, dat voor de eerste 12 plaatsen in aanmerking zijn gebracht de volgende personen (alphabetisch vermeld) Dr. E. J. Beumer, Mr. H. Bijleveld, H. Colijn, L. F. Duymaer van Twist, J. J. C. van Dijk, Mr. Th. Heemskerk, C. van den Heuvel, J. Schouten, C. Smeenk, Prof. Dr. H. Visscher, Mr. J. A. de Wilde en A. Zijlstra. Aan de heeren H. Aèmelink, Dr. J. Severijn en Mr. H. A. Dambrink werden resp. de nummers 13, 14 en 15 toegekend. Deze uitslag heeft op den 2den Februari j.l. een onderwerp van bespreking uitgemaakt in de vergadering van het C. C„ gevolgd door een tweede bespreking op den 8stenFebruari, op welken zelfden dag vervolgens omtrent dit re sultaat der stemming, ingevolgen de bepalin gen in artt. XVI en XVII Regit. Candidaat stelling, overleg werd gepleegd met de gedele geerden der Kamerkieskringcentrales. Dit overleg leidde tot het besluit, aan Dr. Severijn een plaats' te geven onder de eerste ;12 namen, welke beslissing uitermate werd verge makkelijkt door het aanbod van Mr. Bijleveld om, ondanks het resultaat der stemming, ge noegen te nemen met plaats no. 4 op de alge- meene lijst. Als gevolg van een en ander en in verband met de door de kieskringcentrales geuite wen- schen, waarmede zooveel mogelijk is rekening gehouden, zijn nu voor de onderscheidene in te dienen lijsten als no. 1 aangewezen 1. voor de gelijkluidende lijsten in de kies kringen Arnhem en Nijmegen Dr. E. J. BEUMER 2. voor de lijst in den kieskring Rotterdam J. SCHOUTEN; 3. voor de gelijkluidende lijsten in de kies kringen 's'-Gravenhage, 's-Hertogenbosch, Til burg en Maastricht Mr. Th. HEEMSKERK 4. voor de lijsten in den kieskring Leiden Mr. J. A. DE WILDE 5. voor de lijst in den kieskring Dordrecht Dr. J. SEVERIJN; 6. voor de lijst in den kieskring Amsterdam C. SMEENK 7. voor de gelijkluidende lijsten in de kieskrin gen Den Helder en Haarlem C. VAN DEN HEUVEL; 8. voor de lijst in den kieskring Middelburg; J. J. C. VAN DIJK 9. voor de lijst in den kieskring Utrecht PROF. Dr. H. VISSCHER; 10. voor de lijst in den kieskring Leeuwarden: H. COLIJN; 11. voor de gelijkluidende lijsten in de kies kringen Zwolle en Assen L. F. DUYMAER VAN TWIST; 12. voor de lijst in den kieskring Groningen A. ZIJLSTRA. Krachtens het bepaalde in punt e, van het door het Centralen Convent voorloopig goed gekeurde voorstel candidaatstelling zal als no. 2 op de lijst Middelburg worden geplaatst de naam van C. Smeenk (no. 1 Amsterdam) en als no. 2 op de lijsten Amsterdam de naam van J. J. C. van Dijk (no. 1 van de lijst Middel burg), terwijl deze zelfde namen resp. als no. 3 en 2 zullen plaats vinden op de lijst Dor drecht. Voorts komen op de nummers 2, 3 en 4 van alle lijsten met uitzondering der drie evenge- noemde de namen H. Amelink, Mr. H. Bijle veld en Mr. H. A. Dambrink, welke in de zelfde volgorde op de lijsten Middelburg en Amster dam worden gebracht resp. als nummers 3, 4 en 5 en op de lijst Dordrecht als nummers 4, 5 en 6. De verdere aanvulling der lijsten is nu over gelaten aan de kieskringcentrales, elk voor haar eigen lijst of wel voor de gezamenlijke centrales welke met gelijkluidende lijsten zullen uitko men met inachtneming van de door het C. C. in de vergadering van 8 Februari j.l. krach tens art XX Regit. Candidaatstelling, aange geven volgorde. Evenwel werd hierbij tevens de vrijheid gelaten om, indien zulks voor de propagandistische waarde eener lijst wenschelijk wordt geacht, tusschen de nummers 1 en 2, 3, 4, (resp. 4, 5, 6) een of meer namen in te voegen van personen, die tot het eerste 12-tal 'U i I I ■m -ft f i I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1