voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden,
Antirevolutionair
Orgaan
mmmm
ABMSimP
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3512
ZATERDAG 16 FEBRUARI 1929
43ste JAARGANG
EERSTE BLAIX
Sociale Politiek.
Op den Uitkijk.
Eerst alleen
Gemeenteraad.
afzonderlijke nummers 5 cent
Het nadrukken van den inhoud van dit Blad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
AKKER'*
Voor de Borst
Deze Courant verschijnt eiken woensdag en zaterdag.
ABONNEMENTSPRIJS pei drie maanden franco per post f 1.- bij vooruitbetaling.
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. ïnterc. No 202 Postbus No. 2
ADVERTENT1ËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regfl
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die i\ beslaan.
AdvertentlCn warden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 mi.
ii.
De Sociale opvatting van het men-
schelijk geslacht staat tegenover de
individueele opvatting.
Het christendom leert, dat het gan-
sche menschelijk geslacht uit „eenen
bloede" is geschapen.
Dit is een sociale grondslag, waarop
het menschelijk geslacht rust.
God schiep geen hoop individuen, los
naast elkander als zandkorrels aan het
strand, maar één menschenpaar, waar
uit het gansche menschelijk geslacht
f zich ontwikkeld heeft.
Dat is geen toeval geweest, maar de
uitdrukkelijke wensch van Gods Ma
jesteit en scheppend welbehagen.
Toen God het menschenpaar gescha
pen had, zag Hij „dat het goed was".
Het menschelijk geslacht is dus een
organisme.
Als een boom, wiens rijke takken-
groei en bladerdos opgroeit uit één
stam, zoo is het menschelijk geslacht
uit één stamhoofd opgebloeid.
Volgens den uitdrukkelijken wensch
van den Alwijzen Schepper.
Vandaar, dat de zondeval zulke ont
zettende gevolgen na zich sleepte.
In ons stamhoofd is het gansche
menschelijk geslacht in zonde gevallen.
Door één mensch is de zonde in de
wereld gekomen en door de zonde de
dood..
g Maar ook de heerlijkheid van het
\^rganisme wordt hierin weer klaar ge
zien, dat dóór één Mensch weer de
genade voor ieder die gelooft mogelijk
wordt.
De val draagt dus een sociaal ka
rakter, maar evenzeer draagt nu ook
het verlossingswerk een sociaal ka
rakter.
Wij denken ons het Verlossingswerk
door Gods Zoon vaak te individualis
tisch.
Zeker, het is een persoonlijke zaak,
maar van Gods zijde moet het Ver
lossingswerk toch sociaal gedacht wor
den.
Christus kwam op aarde, niet slechts
om den enkelen mensch te redden,
maar om de schepping die gevallen
was door herschepping te red
den.
Het beeld is meermalen gebruikt, dat
Christus niet slechts enkele bladeren
van den boom der menschheid redde,
doch den boom zelve behoudt.
Zoo moet dus ook het werk der her
schepping organische en sociaal ge
dacht worden.
Vanuit dit gezichtspunt nu moet ook
net christendom bezien worden.
Men stelt zich het wel eens zoo voor
alsof het christendom zich speciaal of
uitsluitend inlaat met de zaligheid van
den persoonlijken mensch en dus de
kerk als centrum en uitsluitend ter
rein heeft.
De staat en de maatschappij laat men
er dan liefst buiten vallen.
Ja, er zijn zelfs vrome christenen,
alle eeuwen door geweest en ze zijn er
aog, die zich daarom met geen staat
en maatschappij bemoeiden, doch zich
alleen bezig hielden met de dingen, die
zaligheid aangaan.
Maar dat is miskenning van het ei
genlijk karakter van het christendom.
Centraal en universeel gezien is noch
e staat jn den zin van overheid
j° de kerk hoofdzaak, maar alleen
e sociale maatschappij.
at wordt ons duidelijk als we van
ersdJePPmg uit redeneeren.
°d heeft geen staat, geen kerk,
maar een maatschappij geschapen.
De sociale maatschappij is het eigen
lijk werk Gods, en dezen wil Hij nu
ook door de herscheppende Kracht van
Zijn Zoon Dehouden.
Om dit te bereiken moesten er de
staat en de kerk als hulpmiddelen bij
komen.
Doch het blijven slechts hulpmidde
len, die straks als het eindgericht is
voltrokken, zullen wegvallen, terwijl
alsdan de nieuwe sociale maaatschap-
pij, gereinigd zonder vlek of rimpel zal
voortbestaan op de nieuwe aarde,
waarop gerechtigheid wonen zal.
Het doel van dit verlossingswerk is
dus in zijn diepsten zin: redden en be
houden van het oorspronkelijke schep
pingswerk, en dat is de sociale maat
schappij.
Aan deze gedachte moeten we vast
houden.
Dan wordt het ons ook duidelijk, dat
telkens in de wereldhistorie de maat
schappij in het centrum staat, dat God
zich met die maatschappij bemoeit en
ze in het centrum plaatst.
Als we dan ook de Openbaringen
van Johannes lezen, bemerken we, dat
de ontzettende eindstrijd met den Anti
christ niet zal afspelen op het terrein
van de Kerk, maar van de maat
schappij.
De Antichrist zal zich meester maken
van het maatschappelijk leven en van
dat centrum uit zal hij zich als de
Antichrist ópenbaren .immers op dit ge
bied beheerscht hij het volle menschen-
leven op alle levensterreinen, zooals
een spin die in het centrum van haar
web alle draden beheerscht en vast
houdt..
Zoo hebben we als christenen onze
levens- en wereldbeschouwing te oriën-
teeren.
Omdat dit overeenkomstig den wil
van God is.
We moeten sociaal leeren
denken, omdat slechts zoo voor ons
beperkt verstand iets duidelijk wordt
omtrent het wijs Godstelsel in het we
reldgebeuren.
Dat doet ons ook zuiverder denken
over den toestand van Gods Kerk,
zooals ze hier op aarde strijdt en in
den hemel triumfeert.
Ook hier hebt ge de sociale gemeen
schap, het organische geheel, waarbij
elk individualisme is buitengesloten.
Door de zonde is de sociale idee in
Gods Kerk nog onvolmaakt.
Er ontbreekt nog wat aan.
Er zijn er nog zoo velen, geborenen
en nog niet geborenen, die nog moeten
worden toegebracht tot de Kerk als
organisme.
Vandaar, dat de zaligheid van de
verlosten, die gestorven zijn, nog niet
volmaakt is.
Er is in den hemel geen sprake van,
dat de gedachte zou heerschen: „ge
lukkig, ik ben zalig", daar wordt so
ciaal gevoeld, en daar is nog een voort
durend roepen tot den troon van God,
om wrake over het vergoten bloed der
heiligen, die op aarde zijn.
Daar is dus wel zaligheid, maar nog
geen volmaaktheid, omdat de sociale
gemeenschap nog niet volmaakt is.
Uit deze gedachten moeten ook de
christenen op aarde veel meer leven.
Dat is eisch van de christelijke mo
raal en ethiek, eisch van de idee in het
scheppingsplan Gods.
Zóó hebben wij het sociale maat
schappelijke leven te zien.
En dan kunnen we het zout der aarde
zijn, naar de bedoeling Gods.
De winter van „1928 op 1929", zooals 't in
den volksmond heet, zal lang heugen.
Spreekt men met ouderen onder ons over de
kou, dan is het te voorspellen, dat er verhalen
los komen over „den winter van '90" en die
er prijs op stellen een nadere aanduiding van
tijd te geven, voegen er aan toe: „de winter
waarin Willem Drie begraven is".
Misschien niet zoo lang als de winter van
90 of 't moet nog een week of wat aan
houden, wat niet te hopen is maar toch wel
enkele jaren zal de kou, die we nu te door
worstelen hebben, in het geheugen blijven han
gen, en als er later ook hier een tijdsbepaling
bij moet komen, zal het algemeen heeten: „je
weet wel, het jaar toen het Leidsche stadhuis
afgebrand is".
Want deze ramp is van nationale beteekenis.
Het is geen verlies van onschatbare waarde
voor Leiden alleen, het is een verlies voor ge
heel het Nederlandsche volk. En dat ook weer
niet alleen, omdat hier een nationaal monument
in enkele uren tijds door de vlammen vernie
tigd werd, maar ook, omdat de stad Leiden
op zichzelf feitelijk een nationaal karakter
draagt.
Wie „Leiden" noemt spreekt meer tot het
Hollandsche volk dan wie Gouda of Rotterdam
of Nijmegen of Utrecht zegt.
Dat zit 'm in de historie.
De historie van de stad Leiden leeft in de
volksziel, meer dan die van eenig andere stad.
Dat is te begrijpen.
Noem den na.am van burgemeester van der
Werff maar, en ook de allereenvoudigste in
den lande weet direct, dat ge den Leidenschen
burgemeester uit het jaar 1574 bedoelt.
Van welke andere stad weet geheel het volk
te zeggen hoe een harer burgemeesters heette,
die er een bepaalden tijd met de vroedschap
regeerde Er is er geen.
Van welke stad weet de eenvoudigste zóóveel
te vertellen als van Leiden Er is er geen.
Van welke stad weet geheel het volk tot zelfs
het kind toe, niet slechts een historisch jaar,
maar zelfs een historischen datum te
noemen, behalve dan van Leiden Er is er
geen.
Wie Leiden noemt roept een machtig stuk
historie van ons vaderland voor den geest.
Het is alsof we in de historie van Leiden
de reflex zien van de lijdensgeschiedenis van
ons volk in den tachtigjarigen strijd voor vrij
heid van gewetensovertuiging.
In burgemeester v. d. Werff, die voor het nu
afgebrande stadhuis stond, het getrokken zwaard
den burgers en hun vrouwen overreikend, om
dat hij liever zichzelf in den dood gaf, dan de
stad aan de Spanjaarden over te geven, zien we
het beeld van Prins Willem van Oranje, die
goed en bloed feil had en ook geofferd heeft
voor de zake des verdrukten volks. En in de
door honger en pest gemartelde bevolking van
die oude veste zien we het beeld van ons volk,
dat als schapen zonder herder aan den bangsten
nood was overgeleverd.
Leiden's geschiedenis is de reflex van onze
landshistorie, in het bange lijden, in de ver
drukking tot den dood, en ook, gelukkigin
wonderlijke uitredding en verlossing uit de ty-
rannie van een geweldige overmacht.
Daarom is Leiden steeds in onze volksziel
'een bijzondere plaats geschonken.
En nu is plots dat bekende stadhuis met zijn
schoone historisch-architectonische bouwstijl, in
de asch gelegd door een nietig kleine oorzaak.
Wonderlijk eigenlijk
Het gebouw heeft de eeuwen getrotseerd.
Bij de allerongelukkigste en allerellendigste, bij
de primitiefste middelen is het gespaard ge
bleven, en nu in onzen hyper-modernen tijd, met
izijn brandbluschmiddelen, zijn handapparaten,
'zijn stoomspuiten, zijn motorspuiten, brandt het
tot den grond toe af, en bleef er niets gespaard,
geen papiertje van het archief of van de ad
ministratie. 't Is alsof dit monument der middel
eeuwen den spot heeft willen drijven met onzen
modernen tijd en zijn machtsbetoon.
„Bewaert Heer, Holland,
En Zalicht Leyden"
stond in den gevel gegrifd, een vrome bede,
aangebracht na den bangen nood en wonder
lijke uitredding in 1574.
Holland en Leiden worden hier in één adem
genoemd.
En zoo is het alle eeuw door gebleven.
Holland en Leiden ze zijn ook nu één bij deze
groote ramp.
Leiden is in veel lijden geweest.
„Leiden in last" is een veelzeggend spreek
woord.
Ook vroeger is Leiden met groote branden
bezocht geweest.
Iu 1573 is zijn toren afgebrand.
Er ligt in de woorden, die ook in den gevel
van het beroemde stadshuis waren ingebeiteld:
„U Hand mij heeft geraeckt Heer,
Mijn mond U gunst nu smaeckt weer",
een treffende karakteristiek van Leiden's ge
schiedenis.
We weten allen hoe Leiden ook in 1807 is
bezocht geweest met de ramp van het kruit-
schipt, dat de lucht inging, en waarbij 150
slachtoffers onder de puin van 200 ingestorte
huizen begraven werden.
Gelukkig is de ramp van 1929 niet van dien
aard. Menschenlevens zijn er niet te betreuren.
Maar overigens wat beteekent een millioen gul
den uit de brandverzekering tegenover dit stof
felijk verlies, dat met geen goud te betalen is.
Een historisch monument van nationale be
teekenis verloren. Het is als brak er een kost
baar familiestuk, dat geslacht op geslacht zorg
vuldig bewaard werd.
12 Februari 1929 is inderdaad als een „dies
ater" voor Leiden en m^t deze stad voor geheel
ons landje te boeken.
UITKIJK.
j*— /V»
Juist omdat verkoudheid zich zoo
onschuldig voordoet, is zij zoo gevaar
lijk. Vergeten wij toch nooit, dat zQ
een ontsteking der slijmvliezen is en
dat reeds een simpele verplaatsing
dier ontsteking b.v. naar de stem
banden, de bronches of naar het slijm
vlies van de longen - en hoe gauw
gebeurt dat niet - haar veel ernstiger
maakt. Acute en chronische bronchi
tis, asthma, borstbenauwdheid zijn de
terecht gevleesde gevolgen van een
verwaarloosde verkoudheid. Maak de
genezing niet moeilijker en duurder
door met de juiste behandeling te
wachten. Begin bij het begin en verzorg
een eenvoudige verkoudheid dadelijk
met de versterkende, onschadelijke,
maar krachtig slijmoplossend*
Per koker: f 1.50, f2.75, f 190
Vergadering van den gemeenteraad van
DIRKSLAND, op Woensdag 13 Fe
bruari, des voorm. half 10 uur.
De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent
de vergadering met gebed, waarna de notulen
der twee vorige vergaderingen worden voorge
lezen en ongewijzigd vastgesteld.
De VOORZITTER doet mededeeling van
enkele ingekomen stukken.
De kas van den gemeente-ontvanger is na
gezien en in orde bevonden. In kas was
3641.325. Idem de kas van het vleescbkeu-
ringsbedrijf. In kas was 624.70. Idem de kas
van het burgerlijk armbestuur. In kas was
848.45. Deze kas is aan den nieuwbenoemden
boekhouder overgedaan.
De heer Potter, hoofd van de school met den
Bijbel, bericht, dat wegens gebrek aan voldoende
belangstelling de winteravondcursus is opge
heven.
De VOORZITTER deelt mede, dat het aan
de openbare school precies zoo gegaan is.
Het geld van het legaat aan de gemeente en
de diaconie is voor 6 maanden vastgezet op
de Bank van Ned. Gemeenten.
Vijf cent per inwoner is uitgetrokken voor
honorarium aan den adviseur voor de elec-
trificatie.
De Minister van Financiën deelt mede, dat
hij niet bereid is een voorschot voor de land-
arbeidersvereeniging te geven.
Deze stukken worden voor kennisgeving aan
genomen.
3. Voorstel om aan de helpster der openbare
bewaarschool, S. .Kastelein, op haar verzoek
met ingang van 1 April a.s. eervol ontslag te
verleenen.
Met algemeene stemmen goed gevonden.
4. Voorstel 'om aan de onderwijzeres der
openbare school, H. L. P. Backer, vergunning
te verleenen om in 1929 te Melissant te wonen.
Met algemeene stemmen goed gevonden voor
één jaar.
5. Voorstel om aan Ged. .Staten gunstig te
adviseeren tot uitgifte van grond aan het Al
gemeen Armbestuur, gelegen in de z.g.n. Oude
Wei, in eeuwigdurende erfpacht, aan M. P.
van Ast en N. de Gast.
Met algemeene stemmen goed gevonden.
6. Als voren tot ondershandsche verhuring
voor zeven jaar van 4 G. 136'/2 R. bouwland
van het Algemeen Armbestuur, gelegen aan den
Staakweg, aan Daniël de Roon voor 90.—
per gemet en per jaar.
De heer BUTH (A.R.) vindt 90. —te hoog
en stelt voor de prijs op 75.te brengen.
De VOORZITTER antwoordt, dat naar al
gemeen gevoelen 75.thans te laag is.
De heer ROODZANT (A.R.) dacht, dat het
land voor de Arbeidersvereeniging in de eerste
plaats in aanmerking zou komen.'
De VOORZITTER weet niet of die grond
er wel geschikt voor is.
De heer BUTH vindt een pacht van 90.
toch te hoog. Ieder is er in zijn hart van over
tuigd, dat die prijzen te hoog zijn. Een publiek
lichaam moet met die prijsopdrijverij niet mee-
tdoen. Dat kan niet door den beugel.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. rnee-
nen, dat hier de belangen van het Armbestuur
in 't oog gehouden moeten worden en het niet
opgaat onder de algemeene markt te blijven.
De heer BUTH: als er 100.voor ge
vraagd wordt, nemen de menschen het ook nog.
Maar het is te hoog.
De VOORZITTER gelooft, dat als het pu
bliek verpacht wordt, de prijzen nog veel hooger
zouden zijn.
De heer ZOETEMAN (A.R.) zegt met den
heer Buth accoord te kunnen gaan, wanneer
het alleen dat land aan den Staakweg was, dat
zoo hoog ging, maar al het land wordt hoog
verpacht. Ook het land, dat voor 5 en 7 jaar
verhuurd wordt. Spr. meent dan ook met het
voorstel van B. en W. te moeten meegaan,
't Is hoog, maar iedereen betaalt het.
De heer ROODZANT zegt: als we zien wat
anderen pachten, dan is dit nog goedkoop.
De heer DE BONTE (S.D.A.P.) zegt, dat
B. en W. als burgerlijk armbestuur niet royaal
mogen zijn aan dezen kant en geen pachten
moeten verlagen. Hier moeten andere motieven
gelden.
In stemming gebracht wordt het voorstel-B.
en W. aangenomen. De heer Buth stemt tegen.
7. Voorste] vaststelling suppletoir-kohier Hon
denbelasting over 1928, Wordt goed gevonden.
8. Voorstel om aan Jacob van der Groef ont
heffing te verleenen van zijn aanslag in de
Hondenbelasting over 1928. Wordt goed ge
vonden.
9. Voorstel tot wijziging van de verordening
op den Keuringsdienst van Waren, overeenkom
stig het advies van Gedeputeerde Staten.
Wordt goed gevonden.
10. Voorstel tot wijziging van het vroeger
genomen Raadsbesluit tot het aangaan eener
geldleening voor de gasverwarming in de open
bare school en voor het aanschaffen van school
banken voor de bijzondere school. Wordt goed
gevonden.
11. Voorstel tot aanvulling van de Politie
verordening met een bepaling ter voorkoming
van beschadiging van mét name genoemde ijs
banen. Wordt goed gevonden.
12. Voorstel tot onderhandsche verhuring van
een tuin bij de begraafplaats voor zes jaren,
aan Teunis Struijk Hz. voor ƒ1.per Voorn-
sche Roede en per jaar. Wordt goed gevonden.
13. Voorstel vaststelling belooning van den
benoemden fiter aan de gasfabriek en vaststelling
van den pensioengrondslag. Het salaris wordt
gebracht op 1750.—. Met algemeene stemmen
goed gevonden.
14. Voorstel om den nieuw aangelegden weg
door den grond van het Algemeen Armbestuur
„Oudewei" te noemen. Wordt goed gevonden.
15. Voorstel om aan de Nederlandsche Ver-
eeniging tot bevordering van den arbeid voor
onvolwaardige arbeidskrachten, een jaarlijksche
subsidie van 25.te verleenen.
De heer DE BONTE stelt voor 50.—. Wie
de verslagen heeft gelezen van dit congres is
er van overtuigd, dat deze vereeniging een zeer
nuttige maatschappelijke tendenz heeft.
Het voorstel-De Bonte wordt verworpen.
Vóór stemden de heeren De Bonte, Gestel en
Roodzant. Het voorstel-B. en W. wordt hierop
met algemeene stemmen aangenomen.
16. Behandeling van het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders om de jaarwedde van
den boekhouder van het Algemeen Armbestuur
van 150.— tot 200.— te verhoogen, waar
over in een vorige vergadering de stemmen heb
ben gestaakt.
De heer DE BONTE zegt in de vorige ver
gadering niet tegenwoordig te zijn geweest, maar
uit de notulen merkt spr., dat het motief van
B. en W. te billijken is. Het is goed, dat met
het oude stelsel gebroken wordt en het secre
tarie geen werk meer voor den boekhouder doet.
Maar B. en W. moeten zich nu dan ook aan
alle consequenties houden.
De VOORZITTER zegt, dat voortaan alle
werkzaamheden door den boekhouder gedaan
moeten worden. Bovendien heeft het secretarie
het te druk gekregen, mede door het legaat, om
dit er nog bij te kunnen houden.
De heer BUTH vraagt of het mogelijk is, dat
de boekhouder alles zelf doet. Spr. gelooft, dat
het werk met 150.wel betaald is. Er zijn
nooit stemmen opgegaan om den ouden boek
houder meer te geven.
De heer GESTEL (A.R.) wil het dit jaar
zoo houden.
De heer DE BONTE zegt, dat als er meer
eischen gesteld worden, het ook billijk is, dat
het salaris verhoogd wordt.
In stemming gebracht wordt het voorstel-B.
en W. aangenomen. Tegen stemden de heeren
Buth, Roodzant en Gestel.
17. Voorstel om aan den gemeente-geneesheer
W. Sneijders de Vogel op zijn verzoek met
ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag te ver
leenen.
De VOORZITTER brengt namens het ge-