Pijnlijke
Kloven
PU HOL
HOESJE VOOIS VSOT7W EU SI1TD
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
verzacht en $enee&t
men met
Land- en Tuinbouw.
Ingekomen zijn de verslagen van de H. B. S.
en de Bewaarschool.
Mevrouw Zeedijk-Bakker bedankt als lid der
commissie van toezicht op het bewaarschool-
onderwijs.
Ingekomen is een schrijven van Volksonder
wijs over den avondcursus. B. en W. staan ech
ter nog op 't zelfde standpunt. Bovendien is het
voor dit seizoen reeds te laat, 't Is beter om
van de zomer deze kwestie definitief op te los
sen.
De heer SLIS zegtals het dan maar niet
gaat als verleden jaar, toen ook een besluit tot
instelling genomen was en later om finantieele
redenen het besluit niet werd uitgevoerd.
De heer KOESE wil ook bijtijds een definitief
besluit hebben.
Aldus wordt besloten.
Van Zetten vraagt schadeloosstelling voor
derving van grond, die hij in erfpacht had. 't
Geldt hier de kwestie met Pape.
De heer STRUIJK meent, dat de gemeente
verplicht is den grond, die in erfpacht gegeven
is, te leveren. Wie erfpacht betaalt, moet de
beschikking over den grond hebben en de ge
meente moet zorgen, dat de erfpachter dien
grond krijgt. Spr. vraagt waarom B. en W.
geen proces-verbaal hebben laten maken toen
Pape de heining weer verzette.
De VOORZITTER antwoordt: Dat is ge
beurd.
De heer STRUIJK wil het dan desnoods op
een civiel proces laten aankomen. Recht is
recht. Spr. is het niet met den heer Koote eens,
die de grond voor ƒ1.-— aan Pape wou geven.
De heer KOOTE antwoordt: Dat was toen
het nog scheen, dat Pape in z'n recht stond.
De heer STRUIJK: Niet waar, dat was toen
je met Papa geconverseerd hadt.
De heer KOOTE: Ik converseer zoo graag
niet, maar handel naar recht en billijkheid.
De heer STRUIJK wil de kwestie-Pape door
een proces oplossen.
De VOORZITTER wil die dure liefhebberij
tot het laatst bewaren en eerst een anderen
weg bewandelen.
De heer STRUIJK: Er zijn al tien wegen ge
probeerd en 't helpt allemaal niets. Spr. is er
niet voor om zooals de heer Koote wil het land
voor een appel en een ei weg te geven.
De VOORZITTER vindt het recht, dat de
gemeente dien grond ter beschikking van Van
Zetten stelt en dat deze geen erfpacht behoeft
te betalen voor grond, waarover hij geen be
schikking heeft gehad.
Besloten wordt, dat aan Van Zetten terug
gave zal geschieden van de erfpacht.
Een verzoek van Boeter over grond bij- Dr.
P. Knöps wordt afgewezen, daar Dr. Knöps
contract heeft tot bepaalden tijd.
De gascommissie wil de winst gebruiken voor
afbetaling van een leening van 1921 rente 4ƒ4
Wordt toegestaan.
De Ned. Chr. Landarbeidersbond vraagt in
stelling van een steunregeling. De nood onder
werkloozen en arme gezinnen is groot en de
Raad zal wel beter weten hoe het in die ge
zinnen staat, dan de ,,Maas- en Scheldebode"
schrijft.
Met algemeene stemmen wordt op dit verzoek
afwijzend beschikt.
B. en W. zullen productief werk zoeken.
Enkele aanvragen van erfpacht worden be
handeld.
De afd. Middelharnis van de Vereen, tot
afschaffing van alcoholhoudende dranken vraagt
om subsidie. Met de stem van den heer van der
Meide tegen wordt hierop op voorstel van
B. en W. afwijzend beschikt, omdat de drank
zucht in Middelharnis zoo erg niet is.
Algemeen wordt goedgevonden het huis
Voorstraat A 254 onbewoonbaar te verklaren.
B. en W. krijgen machtiging om met andere
gemeenten te onderhandelen over een gemeen
schappelijke regeling U.L.O. school. Enkele ge
meenten weigeren, o.a. Stellendam en Sommels-
dijk stelt voorwaarden.
Weth. VROEG1NDEWEIJ merkt op Die
niet aan de regeling meedoen, kunnen natuurlijk
hun kinderen hier niet school laten gaan.
De regeling komt op 20.— per kind plus
schoolgeld.
Ingekomen zijn verzoekschriften tot rioleering
van de huizen aan het Marietjespad.
B. en W. voelen daar veel voor, maar de
kosten zijn hoog. 2900.— voor rioleering en
1260 M2 nieuwe bestrating, samen 10750.
De heer VAN DER MEIDE heeft een goed-
koopere aanbieding van iemand gehad, die wil
het voor 1654doen.
Weth. VROEGINDEWEIJ vindt het heel
eenvoudig. Als die man het voor dat bedrag
doen wil, is de gemeente voordeelig klaar.
De VOORZITTER: Natuurlijk is daar geen
bestrating bij, maar het is nader te onderzoeken.
De heer STRUIJK: Het zal toch wel geen
schoenmaker zijn, die deze aanbieding doet.
De heer VAN DER MEIDE: Neen, heusch
niet.
Besloten wordt deze post in handen van B.
en W. te stellen.
Machtiging wordt verleend tot wijziging van
de gemeentebegrootingen 1928 en 1929.
De schoolhoofden zonden een brief over
schoolbouw. Ten eerste melden zij, dat voor
het 7e leerjaar aan de meisjesschool 30 en de
jongensschool 16 leerlingen zijn. Dat is te weinig
voor 2 leerkrachten, waarom zij voorstellen het
7e leerjaar te combineeren in één klas.
Ten tweede dringen zij aan op schoolbouw,
het wordt noodig.
De VOORZITTER deelt mede, dat de in
specteur met spr. hierover confereeren zou, maar
deze had weinig tijd en nu is het wachten op
een onderhoud. Voor deze conferentie kan er
niets gebeuren.
De heer SLIS dringt op spoed aan. Spr. heeft
al herhaaldelijk aangedrongen. Het verwondert
spr. dat B. en W. niet met een oplossing zijn
gekomen, 't Gaat een slakkengang en 't onder
wijs lijdt er onder. Spr stelt voor in principe
te besluiten te bouwen. De uitvoering kan na
de conferentie plaats hebben.
De VOORZITTER zegt, dat er veel tusschen
gekomen is, dat het werk ophield. Eerst het
wachten op de definitieve vastststelling van het
7e leerjaar. Dan het plots verscheiden van den
inspecteur, zoodat de nieuwe zich zelfstandig
inwerken moest en het nog druk heeft. Maar het
komt nu spoedig in orde.
De heer KOESE meent ook, dat het niet
langer kan blijven als 't nu is.
Weth. ZAAIER zegt, dat men met den bouw
van twee lokalen niet gered is en voor meer
dan twee lokalen is er geen plaats naast de
school. Dan zit men nog met een gymnastiek
lokaal en het U. L. onderwijs. Dat kan alles
onmogelijk op dat driehoekje. Er moet in voor
zien worden.
De heer KOOTE zegt, dat het toch niet ge
beuren kan voordat met den inspecteur ge
sproken is. Het verwijt, dat de Raad het op
de lange baan schuift, gaat niet op.
De VOORZITTER wil een raadsvergadering
beleggen, nadat mét den inspecteur geconfereerd
is. Dat kan spoedig plaats hebben.
Aldus wordt besloten.
De heer VAN DER MEIDE merkt nog op,
dat heel in het begin van 1928 besloten was
achter de school te bouwen. Dat is afgekeurd.
Maar tusschen die afkeuring en het sterven
van den inspecteur ligt een langen termijn.
De VOORZITTER zegt, dat er ook nog
tusschen zit het afwachten of er veel leerlingen
bijkwamen en hoeveel er naar de landbouw
school zouden gaan.
Besloten wordt land van het burgerlijk arm
bestuur, thans in huur bij D. A. Buth, in huur
te geven aan diens zoon J. Buth Voor 135.—
per H.A.
De heere KOESE vraagt of het altijd van-
vader op zoon gaat. Gaat dat eeuwig door
De heer STRUIJK: Ja.
De heer KOESE: En als er dan eens drie
zoons zijn
De heer STRUIJK: Als ze het niet' eens kun
nen worden, dan wordt het land afgenomen, dat
is besloten.
In verband met deze landverhuring vraagt
de heer STRUIJK of het niet gewenscht was,
het land, dat van^Van Eek overgegeven is aan
Vroegindeweij en Oosterling, publiek té Vér-
huren. Dan konden ze inschrijven en waren ze
msSWSk-itM
TT"
van de contractbepalingen af. Dat is beter,
want dan kunnen de menschen telen wat ze
willen.
De VOORZITTER stemt dit toe.
In de rondvraag klaagt de heer SLIS over
het niet plaatsen van lantaarns.
De Voorziter zegt, dat er over gesproken is.
De heer STRUIJK zegt, dat de gasdirecteur
ze met een kluitje in het riet stuurt. Wanneer
in één maand tijds nog geen 3 lantaarns ge
plaatst kunnen worden, is de gasfaÊfïèft een
prullezaak. Er staaft werkloozen genoeg op de
Kaai, als hij menschen tekort komt. Als B. en
W. hem wat opdragen moet hij het doen. Maar
hij heeft voorkeur en zal het nu zeker doen,
als het zomer is. B. en W. moeten den directeur
op zijn plicht wijzen. Hij is een dienende, geen
heerschende macht.
De heer J. VROEGINDEWEIJ Wz. inter-
pelleert over de Potemkin-film, die moest ver
boden worden. Laat de voorzitter ze allemaal
maa rverbieden. De goede doen geen nut en de
kwade zijn slecht.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij zulks
niet in zijn macht heeft. Het Rijk keurt. Alleen
waneer er e en vaste bioscoop is kunnen B. en
W. doen nakeuren. Maar overigens kan de,
burgemeester alleen weigeren wanneer er orde
verstoring dreigt.
De heer KOOTE meent, dat de veiligheid
in Meijer's concertzaal niet verzekerd is. Vol
gens menschen, die het weten kunnen dreigt er
gevaar voor brand en paniek.
De VOORZITTER zal onderzoeken aan
welke eischen een localiteit waar gefilmd wordt,
moet voldoen.
De heer VAN DER MEIDE wijst op de
verkeersbelemmerende telefoonpalen aan het
Marietjespad.
De VOORZITTER zal er over spreken met
den inspecteur van den technischen dienst bij
de telegrafie.
De heer VAN DER MEIDE zegt, dat er
3 lantaarnopstekers zijn, terwijl er op de be
grooting maar voor 2 geld is gevoteerd. Spr.
wil wegens uitbreiding van werk deze salaris-
post verhoogen.
De VOORZITTER zegt, dat er over ge
sproken zal worden.
De heer KOESE wil de sneeuw sneller doen
verwijderen dan laatstleden gebeurd is.
De heer VOGELAAR wil een verkeersspiegel
aan de tram bij den Steenenweg.
De VOORZITTER acht dit van groot nut
en zal ook reflectors vragen, want het is fei
telijk een onbewaakte overweg.
De benoeming leden stembureaux wordt aan
gehouden tot de volgende vergadering.
Over een benoeming van een onderwijzeres
aan de Meisjesschool wordt in geheime zitting
gedebatteerd.
UITSLAG PROEFVELDEN.
In 1928 werden aangelegd 2 proefvelden met
stikstofbemesting en één met verschillende zaai-
breedte, die ons wel aardige gegevens verstrek
ken.
1. Door den heer J. Koert te Sommelsdijk
werden erwten gezaaid op verschillende zaai-
breedte. Dit om na te gaan, of wijd zaaien even
voordeelig is, of voordeeliger dan nauw zaaien
en tegelijk om het kwaad in de erwten te be
strijden en het rollen te voorkomen. De uit
komsten waren als volgt van veldjes van ge
lijke grootte
rijbreedte. K.G. erwten. K.G. stroo.
40 c.M. 279 275
38 c.M. 278 264
36 c.M. 273 250
28 c.M. 265 234
Daar er geen of weinig regen viel, was er
van rotting niets te bespeuren.
2. Bij mej. wed. Wisse, Dirkslandsche sas,
werd op suikerbieten gezaaid Ureum, Kalk-
salpeter en Chilisalpeter tegen 300 K.G. chili-
salpeter per gemet.
De uitkomsten per H.A. waren de volgende
Ureum 35000 K.G. 17.8 suiker.
Kalksalpeter 28840 K.G. 17.3 suiker.
Chilisalpeter 35840 K.G. 17.5 suiker.
Daar de Ureum tegelijk met de andere mest
stoffen is uitgezaaid, heeft die niet zijn volle
werking kunnen doen. Anders zou waarschijn
lijk de hoeveelheid bieten daar het grootst zijn
geweest
3. Bij dezelfde. Ureum, Chilisalpeter, Kalk
salpeter en Nitrofoska op koepeen, tegen 150
K.G. chili per gemet. De veldjes waren even
groot.
Chili 2048 K.G.Kalksalpeter 2217 K.G.
Ureum 2073 K.G.Nitrofoska 2262 K.G.on-
bemest 1934 K.G.
De gunstige werking der Nitrofoska schrijf
ik toe aan de meerdere kali, die dit perceeltje
met de meststof ontvangen heeft.
Ook voor het komende seizoen zou onder-
geteekende gaarne zijn medewerking verleenen
bij het aanleggen van dergelijke proefvelden.
Voor stikstofbemesting wordt de stikstofmest
gratis ter beschikking gesteld. Voor kalibemes-
tingsproeven, waar ik zeer op aandring, alles,
zaaizaad incluis.
Proeven met verschillende zaaibreedte op
erwten en haver lijken me ook zeer nuttig.
De proefnemers van 1928 zeg ik ook langs
dezen weg nogmaals vriendelijk dank voor hun
bereidwilligheid.
C. SMITS,
hoofd landbouwschool,
Sommelsdijk.
VERBETERING VAN HET UIENRAS.
I.
Aan de verbetering van het uienras in ons
land is tot nu toe weinig aandacht geschonken
door wetenschappelijk onderlegde zaadtelers.
Dat die verbetering noodig is wordt algemeen
door de uientelers gevoeld. Speciaal de houd
baarheid der tegenwoordige Rijnsburger uien
is lang zoo groot niet als die van de oude
Zeeuwsche bruine ui. Dat de laatste toch het
veld heeft moeten ruimen moet worden toege
schreven aan de minder hooge opbrengsten.
Minder algemeen gevoelt men de noodzakelijk
heid van verbetering van het uienras ten op
zichte van de uniformiteit van het product. Ik
bedoel daarmede, dat de vorm der uien gelijk
moet zijn. Zien we thans bijv. een akker met
peervormige uien bezaaid, dan komen daar
toch vaak nog van 30—50 platte in voor.
Dat die verschillende vormen niet aan de kwa
liteit ten goede komen, staat vast. Waar we de
ui een grof tuinbouwgewas kunnen noemen,
mogen we ze ook met andere tuinbouwgewassen
vergelijken. En zoo zal bijv. een partij tomaten
van ongelijken vorm, rond, plat of langwerpig,
nooit den hoogsten prijs opbrengen, al is dan
ook de sorteering en verpakking in orde.
Gestreefd moet worden naar een uienras dat
zooveel mogelijk één bepaald type nadert. Dat
type wenschen we, om de houdbaarheid te ver-
grootèn, den peervorm te geven.
De wijze waarop tot nu toe de grootste hoe
veelheid uienzaad gewonnen wordt, is niet be
vorderlijk om aan de geïtelde eischen te vol
doen. Immers gaat men flit van massa-selectie.
Men kiest de mooist gevórmde en hardste uien
uit een goed gewas en daarvan wint men zaad,
door de bollen naast elkander uit te poten. Men
kan anders, meent men, geen zaad winnen, om
dat de ui een kruisbestuiver is en er dus stuif-
mest van andere bloempjes noodig is, om zaad
te kunnen krijgen. Dat men daardoor toch een
mengelmoesje van uien moet krijgen, schijnt men
nog niet te kunnen inzien. We weten immers
van de uien, die we uitplanten niets anders,
dan wat het oog ons leert, en dat is niet vol
doende De eigenschappen van een plant wor
den niet bepaald door wat het oog ziet, maar
door wat in de plant voor het oog onzichtbaar
is. De eigenschappen, die erfelijk zijn, treden
ook niet alle aan den dag. Vele er van slui
meren en' komen voor den dag, wanneer er
bestuiving plaats vindt door stuifmeel van een
plant, waarin dezelfde eigenschappen ook een
sluimerend bestaan leiden. Zoo is het ook te
verklaren, dat uit het peervormig uienzaad zoo
veel platte uien gewonnen worden. Alleen door
ui voor ui, bol voor bol, na te gaan op zijn
nakomelingen is het mogelijk een absoluut goed
gewas te krijgen. Maar dan krijgen we te maken
met de zelf steriliteit van de ui, d.w.z. de on
gevoeligheid der ui voor eigen stuifmeel. Proe
ven in Amerika genomen, hebben uitgewezen,
t Trof dezer dagen zoo samen. Eerst las ik
in het Handelsblad het interview met Mej.
Meijboom, de pionierster van het huishoud-
onderwiis bij gelegenheid van haar zeventigsten
verjaardag en daarna kreeg ik ter lezing, waar
ik al lang op gehoopt had en zooveel naar ge
vraagd, het veelbesproken boek: „De Opstan-
digen", door Jo van Ammers-Küller.
Bij de lezing van beiden moest ik telkens den
ken: wat hebben de voorloopsters van die voor
hun tijd nieuwigheden toch ontzettend veel voor-
oordeelen te overwinnen gehad.
Wij bijvoorbeeld vinden het iets heel ge
woons, als een meisje verpleegster is of wordt,
maar Mevr. Ammers-Küller laat in haar boek
prof. Coornhert antwoorden op de vraag van
zijn dochter of ze als verpleegster wat voor
armen en ongelukkigen mocht doen", dat ze zich
heeft laten meesleepen door dwaze, onware
boeken, waarin het gedoe van geëxalteerde,
bigotte vrouwen beschreven werd, vrouwen in
een ander land, want hier zal het, geve God,
nooit zoover komen."
Men ziet het wel, de meeningen zijn veran
derd en daar hebben de voorloopsters heel wat
voor moet enoverwinnen. Zoo ging het op elk
gebied. Nu zal ik over „De Opstandigen" niet
verder praten. Daar zullen we het een volgend
maal in ons hoekje over hebben, maar hiér het
woord geven aan Mej. Meijboom, die een begin
gemaakt heeft met het huishoudonderwijs. Die
zegt er ook van „Heel wat vooroordeelen heb
ben we in den loop der jaren uit den weg ge
ruimd".
Ja, dat zal wel.
We zullen nu het interview, dat we vonden
in het Handelsblad, laten lezen, waarin Mej.
Meijboom zelf aan het_ woord is
„Juffrouw Meijboom, hoe is u tot het huis
houdonderwijs gekomen
En juffrouw Meijboom antwoordt
„Door een zieke vriendin. Ja, waarlijk. Ons
gezin was groot, wij hadden thuis niet veel
te verzettendat deed in die dagen, het
personeel. Ik kwam b.v. nooit in de keuken,
en wijl ik mij thuis niet verdienstelijk be
hoefde te maken, logeerde ik veel en graag
bij vriendinnen of kennissen, die mij noodig
hadden. „Ik zou jou alleen te zien krijgen,"
zeiden ze mij wel eens lachend, „als ik een
arm of een been breek". Maar goed, ik vond
het heerlijk, iets te presteeren daar, waar ik
wat kon doen. Ende praktijk leerde mij,
hoe weinig ik nog wist op huishoudelijk ge
bied. Want het ging niet alleen om de vaat
of om het stofvrij maken van een kamer. In
het huis van een zieke vriendin, waar ik mijn
hulp had aangeboden, kwam het ook aan op
het schubben van visschen, het plukken van
gevogelte, het villen van hazen. Ik kon het
niet verdragen, dat m'n handen verkeerd ston
den voor een aantal huishoudelijke bezig
heden en, terug uit het gezin van de zieke
kennis, ben ik lessen gaan volgen aan de
eenige kookschool, die Nederland in die dagen
rijk was: de Haagsche, onder leiding van
juffrouw Manden. Daar nu leerde ik, waar
mijn verlangen naar uitging en wat ik voor
de opvoeding van ieder jong meisje zoo drin
gend noodig vond. Ik werd er van leerlinge
al spoedig assistente, want juffrouw Manden
kwam leerkrachten tekort.
Dan vertelt Mej. M. hoe zij later, na eerst
veel ervaring in het buitenland te hebben op
gedaan, directrice werd van de pas opgerichte
huishoudschool te Amsterdam.
De leerlingen kwamen al spoedig en ook de
cursussen voor volksvrouwen, die op verzoek
werden gehouden, werden druk bezocht.
Dan gaat het interview weer verder
„Hoe reageerden de huismoeders uit den
meer gegoeden stand er op 7"
„Die haalden de schouders op en noemden,
wat wij deden, een héél dwazen stap. Alsof
verstandige lieden het in hun hoofd zouden
halen, om hun dochter een keukenmeiden
opleiding te geven.
„Wij lieten al die braven rustig praten,
wij kónden dat doen, omdat wij ons werk
zagen groeien, van jaar tot jaar.
„Héél wat vooroordeelen hebben wij, die
ons de pioniersters van het huishoudonderwijs
mogen noemen,, in den loop der jaren uit den
weg geruimd. Wie zal b.v. in onze dagen
nog met klem beweren, dat paardenvleesch
vies is en minderwaardig en onhygiënisch
Een paardenbiefstuk vindt menigeen een de
licatesseWie zou zoo dwaas zijn om nu
nog de leer te verkondigen, dat de wasch
alleen dan proper kan worden behandeld, als
handen den arbeid verrichten en niet den
ketel
„En dan het kookonderwijsHoezeer heeft
dit er toe bijgedragen, om aangaande voe
dingswaarde en verteerbaarheid der levens
middelen nieuwe, gezondere denkbeelden in
gang te doen vinden. Wij hebben reden om
over de resultaten van onzen arbeid tevreden
te zijn."
Na haar meening te hebben gezegd over het
moderne jonge meisje, dat veel schoolsche wijs
heid heeft opgedaan, maar geen huishoudelijke
kennis bezit, zegt Mej. M. verder
„Ik zal het toejuichen, als voor de toelating
niet alleen bepaalde dosis verstandelijke ont
wikkeling wordt geëischt, maar daarnaast
ook wel degelijk een zekere mate van han
digheid. Ik heb mij altijd doodgeërgerd als
de nieuwe leerlingen stokstijf voor mij ston
den en de vraag of ze thee konden zetten,
of ze wel eens de vaat hadden gedaan, of
ze iets van koken, van strijken, van poetsen
afwisten, onvoorwaardelijk met „neen" moes
ten beantwoorden. De fout schuilt natuurlijk in
het gezin. Zij ligt meestal bij de moeder, die
zich vaak zelf ook veel te voornaam acht
voor huishoudelijke bezigheden of, wat nog
vaker voorkomt, in de heilige overtuiging ver
keert, dat zij alleen het werk kent en dus
liever zelf de handen uit de mouw steekt dan
de onervaren dochters wegwijs te maken.
Welk een domme moeders zijn datDaarbij
komt dan nog, dat veel mannen met zekere
minachting over huishoudelijken arbeid en
wat daarmee verband houdt, praten. De dwa
zen Alsof er voor het gezin grooter zegen
denkbaar is dan een wèlbestierd huishouden."
M'n beste nichtjes en neefjes
Even moet ik eens praten met jullie over
de nieuwe raadsels, die jullie mij nog al eens
toezenden.
Eerst zal ik maar zeggen, dat ik ze heel graag
wil hebben, want ik kan ze goed gebruiken.
Het gebeurt mij wel eens, dat ik, als ik al jullie
briefjes beantwoord heb, en dat zijn er meestal
nog al' wat, de nieuwe raadsels op wil gaan
schrijven, enja, dan wil er mij soms wel
eens geen te binnen schieten, dan kijk ik al eens
boos over tafel en boos naar buiten, en ook
boos naar mijn pen, maar dat helpt allemaal
niet, de raadsels komen daardoor niet vlugger
in mijn gedachten. En dan gebruik ik graag
de ingezonden raadsels van mijn nichtjes ,en
neefjes. En daar zijn soms zulke aardige bij,
dat ik mijn eigen raadsels, als ik ze heb, maar
een poosje laat wachten voor die van m'n nicht
jes en neefjes.
Maar nu kan ik wel bijna alle raadsels die
worden ingezonden gebruiken, maar een hoogst
enkele keer moet ik er wel eens een ongebruikt
laten, om het voor de jongere nichtjes en neefjes
niet te moeilijk te maken. Doch dat gebeurt
niet zoo vaak. Wel meer gebeurt, dat nichtjes
of neefjes vragen: „Tante Truus, waarom plaatst
u mijn raadsel niet en dan hebben ze 't soms
nog maar één week tevoren ingezonden, terwijl
ik er nog een massa van weken terug had lig
gen. Ze komen dus wel aan de beurt, maar wat
later. Daar moet jullie dus maar eens om
denken.
Nu vertel ik nog even, dat
HENDRIK BESTMAN te DIRKSLAND
het boek „Onder de Kruisvaan" gewonnen heeft.
En allemaal heel veel groeten van
TANTE TRUUS.
Teunis R. te Óoltgensplaat. Je krijgt de eerste
beurt met het beantwoorden. Dat komt zeker,
omdat ik zoon keurig getypten brief van jou
kreeg. Die zag er prachtig uit hoor. Dank voor
je raadsels.
Nellie H. te Battenoord. Fijn hoor, dat zus
weer beter is. 't Is anders weer gauw in orde
geweest. Het brieven schrijven went erg gauw,
hoor. Ik moet er nu vanavond wel bijna dertig
aan jullie schrijven. Doe zusje de groeten terug.
Nico B. te Óoltgensplaat. Neen maar, dat is
ook grappig, dat je dat raadsel net door de
radio gehoord hebt. In het briefje, dat ik aan
jullie allemaal tegelijk schreef, moet je maar
eens lezen, wat ik zei over ingezonden raadsels.
Die van jou zullen denk ik wel gauw een beurt
krijgen. Wat was jou brief keurig geschreven.
Johan de V. te Óoltgensplaat. De meeste van
m'n nichtjes en neefjes wilden wel, dat er nog
een poosje ijs bleef. Maar ik weet heusch niet
wat ik van het weer zeggen moet, den eenen
dag vriest en dan daags daarop dooit het weer.
Dank voor je raadsels.
Teuntje T. te Goedereede. Ik kom wel wat
achteraan met mijn felicitaties, maar wil je kleine
zus nog van me feliciteeren. Wat heb jij eeö'
aardig cadeautje verzonnen. Dat kan ze goed
gebruiken. Wat hem je leuk verteld van die
bazar. Ik wil graag gelooven, dat het er erg
druk was.
Cor van D. te Somelsdijk. 't Raadseloplossen
went gauw, hé Het gaat bij jou ten minste al
aardig goed. Dat zal wel een fijn boek zijn,
wat je gelezen hebt .De titel is al zoo mooi. Ik
heb het nok nooit gelezen. Kun je wij er eens
wat van vertellen
Abram W. te Stad aan 't Haringvliet. Ja, ja,
ik had jou goed bedacht met een brief. Leuk,
dat de tantes de groeten aan hen gelezen heb
ben. 'k Zal het goed onthouden als ik over een
wedstrijd ga denken, dat beloof ik je. Heb jij
nog veel schaatsen gereden Hartelijk gefelici
teerd met je verjaardag hoor Bram. Wil je Moe
ook van mij feliciteeren. Nel verklapte mij wat
over oliebollen. Dat is fijn zeg.
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat heb
jij dat A, B, C keurig geschreven. Ik vind het
knap hoor. Jij ook gefeliciteerd met Bram's
verjaardag. Het is echt hé om te spelen als er
sneeuw en ijs is. Kun je al een beetje met klein
broertje spelen Wat leuk, dat hij zoo lief is.
De teekening was ook prachtig.
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Je moet
me den volgenden keer maar vertellen over den
ouderavond. Wat jammer, dat de meester ziek
is. Wat ben jij een leuk handwerkje aan 't
maken. Hoe doe je dat Het is toch zeker wel
een heel werkje Om die oliebollen alleen al
zou je willen, dat Bram jarig was. Als ik dichter
bij woonde kwam ik wel mee eten hoor. Dank
voor je raadsel.
Adriaantje K. te Sommelsdijk. Dat is een
tegevaller als je een vrijen middag van school
krijgt en je moet dan naar bed, omdat je ziek
bent. Ik hoop, dat je gauw weer beter bent.
Hetzelfde hoop ik voor je zus. Je brief was
toch nog aardig lang geworden.
Marius B. te Dinteloord. Gelukkig, dat zus
weeer beter is. Ze zal nu wel voorzichtig zijn.
Zeg zoo n schoolkrant ken ik niet. Als je eens
kunt, stuur er mij maar eens een in een brief,
zoo groot zal die krant toch wel niet zijn. Aan
welken kant van 't dorp woon je: de kant naar
Dintelsas of soms midden in 't dorp waar die
wegwijzer staat Daar ben ik wel eens geweest.
Hendrik B. te Dirksland. Wel wel, wat een
reuzen brief kreeg ik van jou, fijn hoor. Maar
eerst wil ik je wel vertellen, dat ik den volgen
den keer wee rop een brief von jou reken. Har
telijk dank voor je raadsels en rijmpjes. Zoo'n
tocht in een slee, dat staat me aan hoor. Jam
mer, dat de sneeuw weg is ,maar als 't weer
komt, dan houd ik me aanbevolen. Je hebt
prachtige boeken. Zes ervan heb ik al gelezen.
Leendert K. te Nieuwe Tonge. Ik weet zeker,
dat de prijs hier verzonden is. Ik denk, dat je
he mnu wel ontvangen hebt. Ik kan best ge
looven, dat je Moe een beetje tegen de drukte
opzag vdn zoo'n gezelschap, maar ik kan me
ook begrijpen, dat jij 't fijn vond. 't Is zeker
wel prettig geweest?
Gretha van der K. te Andelst. Verbazend,
wat een caedaux kreeg jij. Ik zou wel zin heb
ben om mee te komen snoepen van je choco-
ladekoek. En dan zooveel eau de cologne. Ze 5
hebben jou goed bedacht hoor. Ik heb er niet
zooveel over hooren klagen, dat het zoo glad
was. Zelf ben ik toen niet buiten geweest. En
auto's hebben er niet in de sloot gezeten. Je
hebt zeker nog wel veel geschaatst
Elizabeth A. te Dirksland. Wat is da# jam
mer, dat je ander vinger nu ook zoo pijnlijk is.
'k Hoop voor je, dat het gauw beter is. Je moet
maar goed je best doen met 't schaatsen rijden,
hoe jonger je 't leert, hoe beter het is. Al die
jarigen van mij gefeliciteerd en allemaal de
groeten terug.
Lijntje J. H. te Battenoord. Dat lijkt me een
heel werk waaraan je bezig bent. Hoe lang brei
je er al aan Als je je tantes eens komt be
zoeken, dan zie ik je misschien ook wel. Wat
leuk, dat je nog zoo'n aardig klein broertje hebt.
Lena B. te Dirksland. Gefeliciteerd met je
jarige Grootmoe. Ik hoop, dat de andere Groot
moe gauw beter is. Wat jammer, dat je toen
net zie kwas. Ben je nu weer heelemaal beter
Dank voor je raadsels.
Wimmie B. te Dirksland. Ik beloof je hoor
de raadsels komen op jou naam. Maar ik had
ze best gelezen als jij 't geschreven had, want
jou brief kan ik ook best lezen. Ik vind het
echt, dat jij zooveel kreeg op je verjaardag. Je
hebt prachtcijfers in je schrift. Dag Wimmie.
Je hebt je best gedaSn.
Marie M. te Sommelsdijk. Jij hebt er goede
zin in om nu weer met zoo'n groot breiwerk
te beginnen. Ik vind het echt dapper van je.
De kleur vind ik ook mooi. Hoe oud is dat
broertje waar je meet ging spelen
Jacoba G. K. te Stad aan 't Haringvliet. De
jufrrouw zal ook wel blij geweest zijn met het
handwerkje. Heb je dat net eender gemaakt
als ik er al eens een van je kreeg. Die wordt
dagelijks gebruikt, 'k Ben blij, dat de brief goed
terecht kwam, want ik wist geen volledig adres.
Gerrit P. te Numansdorp. Ik heb zoo weinig
tijd om naar Numansdorp te komen, kom jij
dan hier een baantje rijden, maar dat is waar
ook, jij hebt het ook al zoo druk. Toch wel
heerlijk, dat je zooveel voor je Vader doen
kunt. Doe jij Pa en Moe de groeten terug.
Johannes W. B. te Dirksland. O hé, was jij
dat, die mij dat naamraadseltje opgaf. Zoo, nu
is 't in orde hoor. Maar ik kon 't eerst onmoge
lijk raden wie 't was.
Henk S. te Middelharnis. Ben je nu weer hee
lemaal beter, neefje Wees toch maar voorzich
tig met dit scherpe koude weer. Ik wil graag
gelooven, dat je liever naar school gaat. Iej
welke klas zit je al
Pieter A. L. te Melissant Wat is dat jammer
van al die konijntjes. Daar heb je zeker wel
spijt van. Die Zendingsfilm is hier ook ge
weest, maar ik was, tot mijn spijt, verhinderd
er heen te gaan. Schaatsen rijden leer je niet
in een dag, doe nu maar goed je best
Aartje van de S. te Sommelsdijk. Hartelijk
dank voor je mooie portret. Zoo, nu kan ik
me goed indenken hoe je er uitziet als ik je
schrijf. Je zult een heele dame zijn zoo heelemaal
in 't nieuw. Ik zal nu eens goed opletten of
•ik je soms tegenkom, want nu zal ik je wel
kennen door 't portret. Vader en Moeder de
groeten terug. Dank voor je raadsels.
Riek P. te Numansdorp. Ja, ja, dat begrijp
ik dan wel, dat Gerrit beter kan rijden, maar
als jij het wat langer doet zul je het wel net
zoo goed leeren. Doe Vader en Moeder de
groeten van mij terug.
Adrianus V. te Nieuwe Tonge. Ja, ik zou
wel mee willen komen eten, want oliebollen
nou, wie houd daar niet van. Ik feliciteer je
wel met je verjaardag. Ik wil graag aan 't ver
zoek van Riek voldoen, maar ze zal dan nog
een weekje moeten wachten. Dan zal ik alles
schrijven wat ze gevraagd heeft. Nu nemen de
briefjes zooveel ruimte in beslag, dat ik daar
geen plaats voor heb.
Cor R. te Óoltgensplaat. Je hebt vorige week
zeker wel wat bekends in de krant gevonden?
Hoe vond je dat Zeker wel fijn Dank voor
je raadsels.
De oplossingen zijn
I. Grootvader, vader en zoon.
II. Een brief.
III. Zalm, palm, kalm, halm.
Nieuwe raadsels t
I. Ingezonden door Henk S. te Middelharnis:
Het geheel bestaat uit 25 letters.
13, 11, 5, 19 is een bloem.
12, 20, 6, 2, 25 is niet groot.
I, 24, 8 is niet dom.
15, 21, 10, 11 is een vlijtig dier.
23, 16, 17, 9 is niet zuur.
14, 7, 3, 22 is een spreekorgaan.
4, 10, 8, 18 is een woonplaats voor vogels-
II. Ingezonden door Abram W. te Stad aan
't Haringvliet s
Met k eet men 't op brood.
Met b is 't geen knecht.
Met h is 't een viervoetig dier.
Met g ziet men 't aan 't kippenhok.
II. Ingezonden door Wimmie B. te Dirksland:
Waar zit de beste visch
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
15 Februari worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas -en Scheldebode",
SOMMELSDIJK