BESPAN!
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
oma - web
BOER
Antirevolutionair
Orgaan
All DER WENDE,
IN HOC SIGNO VINCES
BRONCHITIS
FEUILLETON
Het huisje aan den Zeedijk
Wï
No. 3505
WOENSDAG 23 JANUARI 1929
43STE JAARGANG
3.175 - R0ITERDA1
t
RDRECHT
20
ellen, Teerproducten,
'enleenbank
HARItlS-SOmmELSDIJK"
Gemengd Nieuw»
JENT
Steenhouwerij
W. BOEKHOVEN ZONEN
Het nadrukken van den inhoud van dit Biad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht.
{ENLEENBMS V Wanneer men ons lastig valt houdt men
OIJDDORP.* TBhdezen heeren dit frappante staaltje maar eens
uk leent gelden aan leden
>0 pCt. 's-jaars. Ze neemt
p tegen 3,84 pCt. 's-jaars,
)ij een der leden van het
Gelegenheid tot inbreng-
jetaling van gelden eiken
en urlldagauono van 6-8uur
van den kassier 0. JO"w'
LSD1JK. 29569
Vier veldwachters
doodgeschoten.
Tegen
AKKER'S
TELEF. No. 1005 en 1946
U?
en en middagmalen in de
otterdamsche restaurants
stie van vertrouwen is,
U?
dit vertrouwen, vindt in
ger>a£faire
URANT P. SIMONS
erenvlschmarkt 12
oote Kerk, Telefoon 6341
U?
prima kwaliteit en ook
sit gegeven wordt,
U?
de oudste zaak is van
m en dat u daar net en
tegen matige pryzen kunt
JU!
commentaar overbodig.
FES SCHOEN te dragen
p slijtage schoenwerk
>p Dokter en Apotheker
Itijd droge en warme voeten
Aanbevelend,
ANTEN Middelharnis
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie< maanden franco per post f 1.— bl vooruitbetaling.
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8,50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatslag.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z? beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
VOOR KORTEN TIJD
AGING OP ALLE
M. en VEKFPR1JZEN
NCO ZENDING
M AGENTEN J
PRAKTIJKEN BIJ HET OPENBAAR
ONDERWIJS.
Het wordt den voorstanders van het bizond:r
onderwijs nog al eens lastig gemaakt door de
vijanden dezer school, dat men op onwettige
wijze het vereischte tal leerlingen tracht te
krijgen om een schooltje te stichten.
Meestal blijkt bij onderzoek, dat er van die
praatjes niets waar is.
Wij hebben hier echter een tegenovergesteld
geval, dat officieel is vastgesteld.
Een raadsverslag van Alblasserdam zegt het
volgende
„De Voorzitter deelde mede, dat ook op
deze school 15 Dec. (officieele teldag) de
telling der leerlingen had plaats gehad en dat
toen het aantal leerlingen is vastgesteld, er
waren er voldoende voor 4 leerkrachten.
Doch nadien is B. en W. ter oore gekomen,
dat op dien dag enkele kinderen van andere
scholen, en zelfs kinderen, die reeds werkten,
in de klas genomen waren, terwijl het hoofd
dier school evenwel verklaarde, dat dit wer
kelijk schoolgaande kinderen waren en als
zoodanig de school bezochten, wat genoemd
hoofd met zijn onderteekening bevestigd had.
De heer De Wit zei, dat de schuld niet
was bij het hoofd der school of verder onder
wijzend personeel, maar dat hij zelf hiervan
de schuld had en de heer Manders. De ver-
eeniging voor Volksonderwijs had dit be
sloten, aan welk besluit ook het hoofd der
school onderworpen is.
De Voorzitter van den raad meende even
wel, dat het hoofd van de school zijn in
structie kent en zich te onderwerpen heeft
aan het gemeentebestuur.
De heer Leis zei, dat B. 'en W. gelijk
hadden, maar respecteerde de flinke houding
van den heer De Wit om de schuld op zich
te nemen.
De Voorzitter vindt het ook flink, dat De
Wit de schuld op zich wil nemen, maar wij
hebben daar niet mee te maken, u heeft de
lijst niet ingezonden, maar dat heeft het hoofd
van die school gedaan."
ponder den neus
Het spreekt voor zichzelf
leent gelden aan leden tegen
ars. Zy neemt gelden op te»
t. 's»;aars ook 7an niet,leden,
itten kunnen dagelijks wor,
raagd bij een der leden van
iren: 10 en 24 Jan., des
-8 uur, ten huize van den
7AN OOSTENBRUGGE.
OMMELSDIJK;
alle soorten Smeetoliën en
n concurreerende prijzen,
erkrijgbaarzuivere blanke
voor Kippenvoer. Recht,
de stokerij Vraagt eens prijs,
koop voor Goeree en Over'
de bekende Vruchtboom'
a, ged. merk: «Krimpen*.
rktu'gen »Cailmax« enz,
rroegtijdig onze gratis bro'
:r de winterbehandeling van
loomen.
Aanbevelend,
S. EN DETAIL.
I uuuy iiij
ialiteit in17273
Serremeubelen en vierkante
den en Badstoelen,
euze in bekleed en onbekleed
"WERK, zooals Papierman»
Werktafels. Ook verkrijgbaar
Iperoord, Middelharnis.
niet-leden. Voorschotten
la gelijks aangevraagd
f MEN MAAKT ER MAAR WAT VAN 1
De vorige week wezen we op de beteekenis
van art. 13 der Unie van Utrecht, inzake de
Godsdienstvrijheid, en toonden aan, dat de
stellers hiervan practisch geheél van den zin
van art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis afweken.
„De Banier", het Staatk. Geref. orgaan,
maakt er wat anders van.
Sprekend over hetzelfde artikel 13 zegt het
blad
„Wat dat beteekende kon men van Graaf
Jan weten. Met vaste hand werd aange
stuurd op vervuling van een Overheidstaak
als in art. 36 der Geloofsbelijdenis was uit
gedrukt. Geen gewetensdwang; geen inquisitie;
dat liet men voor Rome over. Maar wel her
vorming der Gewesten naar de beginselen
van Gods eeuwig blijvend Woord, opdat de
Heere alomme gevreesd en geëerd werde."
Het lijkt er op alsof men in dit blad den
lezers precies voorzet wat men maar wil.
De zaken worden kort en bondig op den kop
gezet, alleen maar om eigen inzichten te recht
vaardigen.
De woorden uit art. 13; „dat men niemand
ter oorzake van Religie zal mogen achterhalen
of onderzoeken", wordt hier niet in strijd met
art. 36 der Geref. Geloofsbelijdenis genoemd,
waarin uitdrukkelijk als het ambt der Overheid
wordt aangewezen: „te weren en uit te roeien
alle afgoderij en valschen godsdienst, om het
rijk van den Anti-christ ten gronde te werpen".
Ja, de Banier-schrijver neemt het zóó weinig
nauw met de waarheid, dat hij klakkeloos neer
schrijft: „met vaste hand werd aangestuurd op
vervulling van een Overheidstaak als in art. 36
der Geloofsbelijdenis was uitgedrukt".
Wanneer hij iets van de Vaderlandsche Ge
schiedenis afweet, weet hij ook, dat de predi
kanten a Ia Datheen er anders over dachten
en het in schier al hun preeken er der Over
heid telkens weer een grief van maakte, dat
zij juist niet met vaste hand in den zin Van
art. 36 regeerde
Maar behalve dat onze vaderen practisch
zich nooit aan de letterlijke bedoeling van art. 36
gehouden hebben, was het evenmin theoretisch
hun bedoeling met art. 13 der Unie van Utrecht
om ,met vaste hand" in die richting te sturen.
We wezen er reeds de vorige week op, dat
Emanuel van Meeteren, de geschiedschrijver der
16e eeuw bij uitnemendheid, tijdgenoot van
Prins Willem, aan art. 13 van de Unie toe
voegt
„Daarna isser bij de selvige Bontghenoten
vorder verclaringhe op dit Artikel ghedaen,
den eersten Februari, alsdat sij niet verstonden
eenighe steden ofte Provinciën, die sich aan
de Catholijcke Roomsche Religie alleene souden
willen houden, 'van dese Unie uyt te sluyten,
maer dat sij bereydt sijn sulcke oock te ont
vangen, soo verre sij haer in de andere Ar-
tijckelen willen verbinden ende als goede Pa
triotten ghedraghen."
Toch schrijft de Banier-schrijver maar; „met
vaste hand werd aangestuurd op vervulling van
een overheidstaak als in art. 36 der Geloofs
belijdenis was uitgedrukt."
Men veronderstelt daar blijkbaar, dat de
tamme Banier-lezers het wel slikken.
Bij de uitvoering van een opdracht
te Groofega'sC.
Te Grootegast (Gron.) is Vrijdagochtend een
vreeselijk drama gebeurd.
Vier veldwachters: de gemeenteveldwachters
Van der Molen en Meyer en de rijksveldwach
ters Werkmans te Sebaldeburen en Hoving te
Opeinde, hadden van den officier van justitie
te Groningen opdracht gekregen, Y. W. te
Grootegast naar het parket van Groningen te
brengen. Bij W. was komen inwonen de vrouw
van H. Wobbes, die te Veenhuizen vertoeft,
met welke vrouw W. samenleefde. De vrouw
had zes kinderen, die zij den laatsten tijd ver
waarloosde en kwaadwillig verliet.
Men vreesde, dat de veldwachters op hevig
verzet zouden stuiten, vandaar, dat zij met zijn
vieren kwamen. Die vrees bleek gegrond. Toen
de veldwachters kwamen, kwam W. hen tege
moet; hij schoot eerst de beide gemeenteveld
wachters dood en daarna de beide rijksveld
wachters, waarschijnlijk met een karabijn.
De gemeente-geneesheer, die onmiddellijk ter
plaatse was, kon slechts den dood vaststellen.
De dader staat bekend als communist. Hij is
voeger van beroep en speelt nu en dan ook
voor zijn broodwinning harmonica. Hij weigert
deel te nemen aan stemmingen.
De veldwachter van der Molen was weduw
naar met twee kinderen. Meyer had een vrouw
en vier kinderen, Werkmans een vrouw met
twee kinderen en Hoving ook een vrouw met
twee kinderen.
Hoe de moordenaar te werk is ge
gaan. Hij sneed zijn slachtoffers
de keel af. Na den moord heeft
hij zijn huis in brand gestoken. De
arrestatie.
Men meldt uit Groningen, in aansluiting op
bovenstaand bericht
Toen de vier veldwachters Vrijdagochtend
aan de woning van W. te Grootegast kwamen
om de vrouw, met wie hij samenwoont, mee te
nemen (deze vrouw had, zooals men weet, haar
zes kinderen aan hun lot overgelaten), schoot
W. a bout portant den veldwachter van der
Molen dood. De drie andere veldwachters trok
ken zich daarop terug en stelden zich verdekt
op. W. wist ze echter onder schot te krijgen
en schoot ze alle drie in den onderbuik. Daarna
heeft hij ze alle vier de keel afgesneden en ver
volgens het huis in brand gestoken. Vervol
gens is hij naar Groningen gevlucht. De man
stond bekend als scherpschutter.
De meest nabij gelegen huizen staan op eenige
honderden meters afstand van het huisje van
W. de omwonenden hebben een aantal schoten
gehoord en zagen daarna het huis in brand
staan, waarop zij den burgemeester hebben ge
waarschuwd.
Bij de sectie op de lijken der slachtoffers is
komen vast te staan, dat zij ieder door meer
dan één kogel zijn getroffen. De lijken zijn per
auto naar het gemeentehuis van Grootegast
overgebracht.
Onmiddellijk na het bekend worden van de
misdaad heeft de politie de justitie van het ge
beurde in kennis gesteld. Alle maatregelen wer
den genomen en om zoowel W. als de vrouw,
die eveneens verdwenen was, op te sporen.
Vrouw Wobbes werd in den loop van den
middag in de buurt van Doezum aangehouden
en naar het gemeentehuis gebracht; daar is zij
Vrijdagmiddag verhoord. De dader is omstreeks
1 uur te Groningen gevat, op den Heerenweg,
toen hij zich van het r.-k. ziekenhuis naar de
stad begaf. De recherche wist, dat hij waar
schijnlijk gewond was. Op de straat liep een
man, die zijn gewonde hand in zijn jas droeg,
twee rechercheurs zagen hem. Het eerste wat
zij deden was in zijn zak grijpen. Uit den zak
kwam een browning te voorschijn. Verder had
de man nog een groote hoeveelheid, wel 80,
scherpe patronen en bovendien nog een aantal
Duitsche patronen bij zich. Onmiddellijk werd
hij naar het politiebureau aan het Martinikerkhof
gebracht. Tegelijk met hem arresteerde de re
cherche zekeren H„ die den dader waarschijnlijk
met een auto van Grootegast naar Groningen
heeft gebracht. Deze H. is later weer in vrijheid
gesteld.
W. toonde tijdens het verhoor, dat den ge-
Los het in de bronches
vastzittende slijm op, ver
gemakkelijk het opgeven,
verzacht de snijdende pijn
van het veelvuldig hoesten en versterk
Uw ademhalingsorganen met de snel en
krachtig ingrijpende, onschadelijke
heelen middag duurde, niet het minste berouw.
Als motief voor zijn daad gaf hij op, dat hij
niet wilde toestaan, dat de politie in de woning
binnenkwam. Toen zij de deur openden, schoot
hij door de spleet van der Molen dood, liep
vervolgens, naar hij verklaarde, om het huis
heen en doodde toen de anderen met een Duitsch
repeteergeweer.
W. verklaarde nog, geen lid te zijn van een
communistische partij. Hij is een man van mid
delmatige grootte, eerder groot dan klein, met
onverschillige, domme oogen, uitstekende juk
beenderen en donkerblond, reeds grijzend haar.
In een van zijn beenen was een kogel geschoten.
De omstreken van Grootegast zijn dikwijls
onveilig. Men behoeft zich niet te verwonderen,
wanneer men daar op klaarlichten dag zoo des
morgens om 9 uur een strooper met een geweer
onder den arm tegenkomt. De politie patrouil
leerde juist de laatste dagen nog al ijverig.
Men zag meermalen vier veldwachters tegelijk.
Men meldt nog
Nadat W. het huis in brand had gestoken,
is hij met een kennis op def iets naar Tolbert
gegaan en vandaar per auto naar Groningen,
waar hij zich in het r.-k. ziekenhuis wilde laten
verbinden. Men weigerde hem daar echter en
waarschuwde de politie. De beide mannen zijn
toen de stad ingegaan, waar de recherche hen
spoedig in de gaten kreeg en arresteerde. De
andere is later weer op vrije voeten gesteld.
Een bericht van andere zijde meldt nog
W. is ongeveer 30 jaar oud. Hij stond als
een onverschillig heerschap bekend. Des zomers
verdiende hij den kost als bouwvakarbeider,
des winters door met een harmonica langs de
herbergen te trekken.
Vrouw Wobes staat eveneens slecht bekend.
Haar kinderen, die zij verlaten had, waren
reeds in het gemeentelijk armenhuis opgenomen.
De vrouw zou door de veldwachters, in verband
met het verlaten van haar kinderen, naar Gro
ningen worden overgebracht.
De vier slachtoffers waren in de buurt bij
zonder gezien. De veldwachters Meyer en Ho
ving waren nog jonge mannen; Werkman was
iets ouder en van der Molen had reeds pen
sioen aangevraagd. (N.R.Ct.)
ONGUUR VOLK IN BATAVIA.
Pogingen tot aanranding van de eerbaarheid
op den openbaren weg en in particuliere
huizen. Insluiping en inbraak onder
te denken gevende omstandigheden.
Het Bataviaasch Nieuwsblad schrijft
Het is een bekend feit, dat de openbare we
gen in onze stad hoe langer hoe onveiliger
worden voor jonge meisjes en dames. Wij ge-
looven, dat hier een groot terrein braak ligt
voor onze politie. Reeds verscheidene malen
moesten wij melding maken van gevallen, waar
in jonge meisjes, op klaarlichten dag soms, lastig
gevallen werden door individuen, die overigens
de meest zinlooze middelen aanwendden om
een gesprek aan te knoopen. Succes hebben der
gelijke pogingen nimmerhet straatgewoel is
er om erger te voorkomen. Maar veel gevaar
lijker wordt de situatie, als onze aankomende
dochters zelfs in de huizen niet meer veilig zijn.
Niet zoo lang geleden deed zich op Gondongdia
een geval voor, waarbij een Europeaan in den
vooravond brutaalweg een woning binnentrad,
blijkbaar wetende, dat zich slechts enkele kin
deren in huis bevonden. Een meisje van twaalf
jaar werd toen lastig gevallen en slechts de
gelukkige omstandigheid, dat de moeder der kin
deren bij buren was, maakte het de kleinen
mogelijk, haar moeder bijtijds te waarschuwen.
Thans echter treedt te Weltevreden een indi
vidu op met zoodanige dosis brutaliteit en weer
zinwekkende mentaliteit, dat men zich vol schrik
afvraagt, waar het heen moet als de politie er
niet zeer SDoedig in slaagt, hieraan een eind te
maken. Op den Kartiniweg is een Europeesche
familie n.l. het volgende overkomen.
In den nacht van 20 op 21 December om
streeks half drie hoorde de heer des huizes
hulpgeroep uit de slaapkamer van zijn dochters,
één meisje van negentien en twee van enkele
jaren jonger. De kamer binnensnellend, kreeg
de vader van zijn hevig verschrikte kinderen
te hooren, dat zijn vijftienjarig dochtertje wak
ker was geworden door een onbehagelijk gevoel,
door
H. ZEEBERG.
43)
TWEEDE DEEL.
HOOFDSTUK I.
Onder de overkapping van 't Centraal Station
te Utrecht daverde de trein uit het Zuiden aan.
Het was een lawaai, dat hooren en zien ver
ging. Maar toen hield het sissend geluid van de
locomotief en het gedreun der wagens op en
drong het groot aantal passagiers naar den tun
nel, om op een ander perron in een anderen
trein over te stappen of om den uitgang te
kunnen bereiken.
Lia van Meersma stond even, heel even te
twijfelen. Zij moest eerst weer eens wennen
aan de geweldige drukte, die zij in maanden
niet gezien en meegeleefd had.
Maar lang duurde haar aarzeling niet. Zij
moest ten slotte niet een geboren Utrechtsche
zijn, om zich te laten beïnvloeden door lawaai
en herrie en gedrang.
Energiek wilde zij dan ook de trap van den
tunnel afgaan, om het eerste perron en zoo den
nitgang te bereiken, toen een welbekende stem
haar toeriep: „Welkom, Liesje. Wat ben ik
blij, dat je er bent
„Papa
Lia viel juichend haar vader in de armen.
„Wat aardig, dat u gekomen bent", zeide zij,
oe trap afdalend.
„Wat wou je dan vroeg min of meer ver
wijtend. „Dat niemand je zou komen afhalen 7"
„Ik dacht: misschien had u het druk
„Ja, zeer druk zelfs. Maar toch nooit te
«uk, om jou van den trein te halen", lachte hij
Voolijk. „Kind, ik ben blij, dat ik je weer zie.
Maar", stilstaande, „je hebt toch geen bagage
meer dan dit kleine koffertje?"
„Neen, Papa, alles is per van Gend en Loos
gezonden. Is het nog niet gearriveerd
„Neen, nog niet, voorzoover ik weet".
Zij liepen weer verder in het gedrang, dat
behoorlijk spreken belette. Daarom zwegen zij
maar. Lia keek, zonder dat hij het bemerkte,
haar vader aan. Er was een blijde lach op zijn
gelaat. Zij wist het, dat die er alleen was uit
blijdschap over haar komst. Zijn laatste brief
had haar daaromtrent niet in het onzekere ge
laten. Maar als zij zich dien lach wegdacht,
zag zij iets, dat haar maar matig beviel. Het
was een trek van, neen, ontevredenheid niet,
maar van droefgeestigheid, eigenlijk kon zij er
geen naam aan geven. En zij verweet het zich
zelf, dat zij dien morgen vroeg feitelijk met
tegenzin het „huisje aan den zeedijk" had ver
laten, om naar Utrecht, naar huis, te gaan.
Het werd haar op dat moment een openbaring,
dat haar vader haar noodig had.
Zij bereikten den uitgang en stonden weldra
voor den auto, die wachtte.
Spontaan stak Lia haar hand naar den chauf
feur uit, die al jaren den architect en dfens
gezien diende.
„Zoo Frans, maak je het nog goed 7"
Ietwat verwonderd vatte de man de hem toe
gestoken hand. Maar dan zeide hij: „Best juf
frouw, u ook 7"
„Het kan niet beter, Frans", antwoordde Lia,
vlug instappend.
De architect had met dezelfde verwondering
als zijn chauffeur aan den dag legde, het tooneel
aangezien. Hij stelde zich voor, dat zijn vrouw
en Annie dat eens hadden gezien Aan haar
verontwaardiging zou wel geen grenzen geweest
zijn
Doch hij zeide er maar niets van. Eigenlijk
vond hij het net iets voor Lia, die dat hij
tusschen de regels door wel in haar brieven
kunnen lezen heel andere begrippen had op
gedaan dan zij thuis ooit gezien en gehoord had.
De auto zette zich in beweging. De chauf
feur, het was strikte order, reed, als steeds,
in een matige vaart. Architect van Meersma
was van oordeel, dat, al lag een ongeluk op
een klein plaatsje, de meeste verkeersongevallen
eettgevolg waren van snelj vaak roekeloos
rijden.
„Hoe maken Mama en Annie het, Papa 7"
Lia betrapte zich er op, dat zij nu pas naar
den welstand van die beiden vroeg. Maar, paai
de zij zich, want zij was toch niet tevreden
over zichzelf, maar zij hadden het er ook wel
naar gemaakt: Annie had al die maanden slechts
eenmaal geschreven en Mama heelemaal niet.
Dat laatste was toch wel het ergste, wat haar
overkomen kon, vond zij.
„Zij maken het best, Lia. Had je Mama ook
aan het station verwacht 7"
Onderzoekend keek Van Meersma zijn doch
ter aan.
,,'k Weet het niet", aarzelde Lia. „Mama
heeft het zeker erg druk met de voorbereidende
maatregelen 7"
„Druk 7 Lieve help, het is haar opstaan en
naar bed gaan Als het me te erg wordt, ga
ik maar weg. Ik zal hoogst dankbaar zijn, als
alles achter den rug is. Voorloopig ten minste".
„Wat bedoelt u met dat „voorloopig", papa 7"
Hij herstelde zich.
„Och, we praten nog wel eens nader. Nu
maar geen muizenissen in het hoofd halen. Ik
ben blij, dat je er weer bent. Je ziet er goed
uit, Lia."
„Ja, Papa, het is me best bevallen."
„Dat heb ik ook wel aan je brieven bemerkt,
't Is me een raadsel, hoe het mogelijk is. Maar
't is zoo. 't Lijkt me anders, om je dood te
kniezen, in zoon gat".-
,,'k Heb me geen oogenblik verveeld, papa."
„Hoe is het mogelijk Enfin, het is beter zoo,
dan anders, 'k Had het nooit gedacht, dat je
zoo zou weerkeeren, dat moet ik eerlijk beken
nen. En hoe is de verhouding tusschen jou
en je oom, de broer van je moeder 7 Is die
nog zoo gespannen 7"
„Hij is toch wel een beste man, papa", zei
Lia, een rechtstreeks antwoord ontwijkend.
Het liefst wilde zij er maar niet aan her
innerd worden, dat het met oom Adriaan nog
maar niet wilde boteren, al was er dan wel
eenige toenadering gekomen. Min of meer met
droefheid had zij van allen, die haar in die
maanden dierbaar geworden waren, afscheid ge
nomen, maar zij kon het zich niet verhelen, dat
het afscheid van oom Adriaan haar het ge
makkelijkst was gevallen.
De architect lachte vroolijk.
„Dat is geen antwoord op mijn vraag", zeide
hij dan.
„Neen, daar hebt u gelijk in, papa. Nu, over-
hartelijk is de verhouding nog niet".
„Dat is niet erg Christelijk van hem. Hij be
hoort immers ook tot die godsdienstige lieden 7
Wat heeft hij eigenlijk tegen je 7"
De eerste opmerking en vraag negeerend, ant
woordde Lia: „Ik geloof niet, dat hij iets tegen
mij heeft, papa. 'k Zou niet weten wat."
„Wel, nu nog mooier Waarom is hij dan
zoo 7 Of gaat het soms tegen je moeder 7"
Lia gaf geen antwoord. Dat zij nu onmiddel
lijk, op weg naar huis nog, over dat, wat haar
bij Grootmoeder het meest had verdriet, spre
ken moest
„Zeg maar niets meer, Lia", zeide hij. „Ik
begrijp het al".
„Maar Grootmoeder is zoo niet, papa."
„Neen, neen, dat weet ik wel. Ik neem het
je oom niet zoo vreeselijk kwalijk. Je moeder
heeft het er waarlijk niet naar gemaakt, dat men
vriendelijk jegens haar behoeft te zijn. Maar
daar zijn we er. 't Zou me niets verbazen, of
Mama en Annie zijn niet thuis. Er gaat geen
dag voorbij, of zij zijn aan het inkoopen doen".
Het pijnde Lia. Dat zou nu toch wel heel
er zijn, als Mama nu niet eens thuis was
Maar mijnheer van Meerma's vermoeden
werd wel bewaarheid. Lia zag wel een vreemd
gezicht van een dienstmeisje, het zouden alle
drie wel vreemden zijn, maar de kamers waren
leeg. Er was geen moeder, die haar verwel
komde. Het sneed haar zoo door de ziel, dat
zij met groote moeite opkomende tranen terug
drong. Als zij dacht aan het gezin der Meine-
ma's en aan dat van oom Adriaan, waar de
moeder het middelpunt was, de spil, waaromheen
alles draaide, dan was deze tegenstelling toch
wel al te zeer opvallend.
De architect voelde het ook wel. Hij ergerde
zich geducht.
,,'k Had het wel gedacht", zeide hij. ,,'t Is een
schandaal van Mama. Ik zal het haar straks
ook zeggen. Dan maar een scène."
„Och, Papa, zeg het maar niet", smeekte Lia,
die denzelfden avond van haar thuiskomst, zij
herinnerde zichh die maar al te goed, kon mee
maken. „Mama heeft het natuurlijk erg druk.
'k Had wat eerder moeten komen."
„Gekheid. Toen had zij het ook druk. Het
is nu al drie maanden. Het is bespottelijk in
één woord. Zij had best thuis kunnen zijn. Het
is een schandaal.
Mijnheer Van Meersma wond zich meer en
meer op. Lia voorzag een heftige ruzie, als haar
vader bij zijn voornemen, dat hem ernst scheen
te zijn, bleef. Veel meer dan vroeger nog had
zij leeren begrijpen, dat het huwelijk van vader
en moeder niet gelukkig was. Zij had het, tijdens
haar verblijf bij Grootmoeder, anders gezien.
Bij oom Adriaan, bij de Meinema's droegen
man en vrouw elkaar als het ware op de handen.
Daar kwam het niet voor, dat de man zoo
sprak over zijn vrouw. Haar hart schreide er
onder.
Toch waagde zij nog een uiterste poging.
„Doe het maar niet, Papa. Wat hebben we
aan die herrie 7 Zal ik even koffie zetten 7"
„Dat kan een van de meisjes toch wel doen 7"
vroeg hij, ietwat verteederd.
„Laat mij het maar doen", vleide zij. „Dat
is veel gezelliger."
„Nu, vooruit dan maar. Je hebt eigenlijk ge
lijk. Laat mij je handen eens zien."
Lia lachte, niet begrijpend eerst.
„Mijn handen, Papa 7"
(Wordt vervolgd).