BESPAN! voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. oma - web BOER Antirevolutionair Orgaan All DER WENDE, IN HOC SIGNO VINCES BRONCHITIS FEUILLETON Het huisje aan den Zeedijk Wï No. 3505 WOENSDAG 23 JANUARI 1929 43STE JAARGANG 3.175 - R0ITERDA1 t RDRECHT 20 ellen, Teerproducten, 'enleenbank HARItlS-SOmmELSDIJK" Gemengd Nieuw» JENT Steenhouwerij W. BOEKHOVEN ZONEN Het nadrukken van den inhoud van dit Biad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. {ENLEENBMS V Wanneer men ons lastig valt houdt men OIJDDORP.* TBhdezen heeren dit frappante staaltje maar eens uk leent gelden aan leden >0 pCt. 's-jaars. Ze neemt p tegen 3,84 pCt. 's-jaars, )ij een der leden van het Gelegenheid tot inbreng- jetaling van gelden eiken en urlldagauono van 6-8uur van den kassier 0. JO"w' LSD1JK. 29569 Vier veldwachters doodgeschoten. Tegen AKKER'S TELEF. No. 1005 en 1946 U? en en middagmalen in de otterdamsche restaurants stie van vertrouwen is, U? dit vertrouwen, vindt in ger>a£faire URANT P. SIMONS erenvlschmarkt 12 oote Kerk, Telefoon 6341 U? prima kwaliteit en ook sit gegeven wordt, U? de oudste zaak is van m en dat u daar net en tegen matige pryzen kunt JU! commentaar overbodig. FES SCHOEN te dragen p slijtage schoenwerk >p Dokter en Apotheker Itijd droge en warme voeten Aanbevelend, ANTEN Middelharnis Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie< maanden franco per post f 1.— bl vooruitbetaling. BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8,50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatslag. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die z? beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. VOOR KORTEN TIJD AGING OP ALLE M. en VEKFPR1JZEN NCO ZENDING M AGENTEN J PRAKTIJKEN BIJ HET OPENBAAR ONDERWIJS. Het wordt den voorstanders van het bizond:r onderwijs nog al eens lastig gemaakt door de vijanden dezer school, dat men op onwettige wijze het vereischte tal leerlingen tracht te krijgen om een schooltje te stichten. Meestal blijkt bij onderzoek, dat er van die praatjes niets waar is. Wij hebben hier echter een tegenovergesteld geval, dat officieel is vastgesteld. Een raadsverslag van Alblasserdam zegt het volgende „De Voorzitter deelde mede, dat ook op deze school 15 Dec. (officieele teldag) de telling der leerlingen had plaats gehad en dat toen het aantal leerlingen is vastgesteld, er waren er voldoende voor 4 leerkrachten. Doch nadien is B. en W. ter oore gekomen, dat op dien dag enkele kinderen van andere scholen, en zelfs kinderen, die reeds werkten, in de klas genomen waren, terwijl het hoofd dier school evenwel verklaarde, dat dit wer kelijk schoolgaande kinderen waren en als zoodanig de school bezochten, wat genoemd hoofd met zijn onderteekening bevestigd had. De heer De Wit zei, dat de schuld niet was bij het hoofd der school of verder onder wijzend personeel, maar dat hij zelf hiervan de schuld had en de heer Manders. De ver- eeniging voor Volksonderwijs had dit be sloten, aan welk besluit ook het hoofd der school onderworpen is. De Voorzitter van den raad meende even wel, dat het hoofd van de school zijn in structie kent en zich te onderwerpen heeft aan het gemeentebestuur. De heer Leis zei, dat B. 'en W. gelijk hadden, maar respecteerde de flinke houding van den heer De Wit om de schuld op zich te nemen. De Voorzitter vindt het ook flink, dat De Wit de schuld op zich wil nemen, maar wij hebben daar niet mee te maken, u heeft de lijst niet ingezonden, maar dat heeft het hoofd van die school gedaan." ponder den neus Het spreekt voor zichzelf leent gelden aan leden tegen ars. Zy neemt gelden op te» t. 's»;aars ook 7an niet,leden, itten kunnen dagelijks wor, raagd bij een der leden van iren: 10 en 24 Jan., des -8 uur, ten huize van den 7AN OOSTENBRUGGE. OMMELSDIJK; alle soorten Smeetoliën en n concurreerende prijzen, erkrijgbaarzuivere blanke voor Kippenvoer. Recht, de stokerij Vraagt eens prijs, koop voor Goeree en Over' de bekende Vruchtboom' a, ged. merk: «Krimpen*. rktu'gen »Cailmax« enz, rroegtijdig onze gratis bro' :r de winterbehandeling van loomen. Aanbevelend, S. EN DETAIL. I uuuy iiij ialiteit in17273 Serremeubelen en vierkante den en Badstoelen, euze in bekleed en onbekleed "WERK, zooals Papierman» Werktafels. Ook verkrijgbaar Iperoord, Middelharnis. niet-leden. Voorschotten la gelijks aangevraagd f MEN MAAKT ER MAAR WAT VAN 1 De vorige week wezen we op de beteekenis van art. 13 der Unie van Utrecht, inzake de Godsdienstvrijheid, en toonden aan, dat de stellers hiervan practisch geheél van den zin van art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis afweken. „De Banier", het Staatk. Geref. orgaan, maakt er wat anders van. Sprekend over hetzelfde artikel 13 zegt het blad „Wat dat beteekende kon men van Graaf Jan weten. Met vaste hand werd aange stuurd op vervuling van een Overheidstaak als in art. 36 der Geloofsbelijdenis was uit gedrukt. Geen gewetensdwang; geen inquisitie; dat liet men voor Rome over. Maar wel her vorming der Gewesten naar de beginselen van Gods eeuwig blijvend Woord, opdat de Heere alomme gevreesd en geëerd werde." Het lijkt er op alsof men in dit blad den lezers precies voorzet wat men maar wil. De zaken worden kort en bondig op den kop gezet, alleen maar om eigen inzichten te recht vaardigen. De woorden uit art. 13; „dat men niemand ter oorzake van Religie zal mogen achterhalen of onderzoeken", wordt hier niet in strijd met art. 36 der Geref. Geloofsbelijdenis genoemd, waarin uitdrukkelijk als het ambt der Overheid wordt aangewezen: „te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst, om het rijk van den Anti-christ ten gronde te werpen". Ja, de Banier-schrijver neemt het zóó weinig nauw met de waarheid, dat hij klakkeloos neer schrijft: „met vaste hand werd aangestuurd op vervulling van een Overheidstaak als in art. 36 der Geloofsbelijdenis was uitgedrukt". Wanneer hij iets van de Vaderlandsche Ge schiedenis afweet, weet hij ook, dat de predi kanten a Ia Datheen er anders over dachten en het in schier al hun preeken er der Over heid telkens weer een grief van maakte, dat zij juist niet met vaste hand in den zin Van art. 36 regeerde Maar behalve dat onze vaderen practisch zich nooit aan de letterlijke bedoeling van art. 36 gehouden hebben, was het evenmin theoretisch hun bedoeling met art. 13 der Unie van Utrecht om ,met vaste hand" in die richting te sturen. We wezen er reeds de vorige week op, dat Emanuel van Meeteren, de geschiedschrijver der 16e eeuw bij uitnemendheid, tijdgenoot van Prins Willem, aan art. 13 van de Unie toe voegt „Daarna isser bij de selvige Bontghenoten vorder verclaringhe op dit Artikel ghedaen, den eersten Februari, alsdat sij niet verstonden eenighe steden ofte Provinciën, die sich aan de Catholijcke Roomsche Religie alleene souden willen houden, 'van dese Unie uyt te sluyten, maer dat sij bereydt sijn sulcke oock te ont vangen, soo verre sij haer in de andere Ar- tijckelen willen verbinden ende als goede Pa triotten ghedraghen." Toch schrijft de Banier-schrijver maar; „met vaste hand werd aangestuurd op vervulling van een overheidstaak als in art. 36 der Geloofs belijdenis was uitgedrukt." Men veronderstelt daar blijkbaar, dat de tamme Banier-lezers het wel slikken. Bij de uitvoering van een opdracht te Groofega'sC. Te Grootegast (Gron.) is Vrijdagochtend een vreeselijk drama gebeurd. Vier veldwachters: de gemeenteveldwachters Van der Molen en Meyer en de rijksveldwach ters Werkmans te Sebaldeburen en Hoving te Opeinde, hadden van den officier van justitie te Groningen opdracht gekregen, Y. W. te Grootegast naar het parket van Groningen te brengen. Bij W. was komen inwonen de vrouw van H. Wobbes, die te Veenhuizen vertoeft, met welke vrouw W. samenleefde. De vrouw had zes kinderen, die zij den laatsten tijd ver waarloosde en kwaadwillig verliet. Men vreesde, dat de veldwachters op hevig verzet zouden stuiten, vandaar, dat zij met zijn vieren kwamen. Die vrees bleek gegrond. Toen de veldwachters kwamen, kwam W. hen tege moet; hij schoot eerst de beide gemeenteveld wachters dood en daarna de beide rijksveld wachters, waarschijnlijk met een karabijn. De gemeente-geneesheer, die onmiddellijk ter plaatse was, kon slechts den dood vaststellen. De dader staat bekend als communist. Hij is voeger van beroep en speelt nu en dan ook voor zijn broodwinning harmonica. Hij weigert deel te nemen aan stemmingen. De veldwachter van der Molen was weduw naar met twee kinderen. Meyer had een vrouw en vier kinderen, Werkmans een vrouw met twee kinderen en Hoving ook een vrouw met twee kinderen. Hoe de moordenaar te werk is ge gaan. Hij sneed zijn slachtoffers de keel af. Na den moord heeft hij zijn huis in brand gestoken. De arrestatie. Men meldt uit Groningen, in aansluiting op bovenstaand bericht Toen de vier veldwachters Vrijdagochtend aan de woning van W. te Grootegast kwamen om de vrouw, met wie hij samenwoont, mee te nemen (deze vrouw had, zooals men weet, haar zes kinderen aan hun lot overgelaten), schoot W. a bout portant den veldwachter van der Molen dood. De drie andere veldwachters trok ken zich daarop terug en stelden zich verdekt op. W. wist ze echter onder schot te krijgen en schoot ze alle drie in den onderbuik. Daarna heeft hij ze alle vier de keel afgesneden en ver volgens het huis in brand gestoken. Vervol gens is hij naar Groningen gevlucht. De man stond bekend als scherpschutter. De meest nabij gelegen huizen staan op eenige honderden meters afstand van het huisje van W. de omwonenden hebben een aantal schoten gehoord en zagen daarna het huis in brand staan, waarop zij den burgemeester hebben ge waarschuwd. Bij de sectie op de lijken der slachtoffers is komen vast te staan, dat zij ieder door meer dan één kogel zijn getroffen. De lijken zijn per auto naar het gemeentehuis van Grootegast overgebracht. Onmiddellijk na het bekend worden van de misdaad heeft de politie de justitie van het ge beurde in kennis gesteld. Alle maatregelen wer den genomen en om zoowel W. als de vrouw, die eveneens verdwenen was, op te sporen. Vrouw Wobbes werd in den loop van den middag in de buurt van Doezum aangehouden en naar het gemeentehuis gebracht; daar is zij Vrijdagmiddag verhoord. De dader is omstreeks 1 uur te Groningen gevat, op den Heerenweg, toen hij zich van het r.-k. ziekenhuis naar de stad begaf. De recherche wist, dat hij waar schijnlijk gewond was. Op de straat liep een man, die zijn gewonde hand in zijn jas droeg, twee rechercheurs zagen hem. Het eerste wat zij deden was in zijn zak grijpen. Uit den zak kwam een browning te voorschijn. Verder had de man nog een groote hoeveelheid, wel 80, scherpe patronen en bovendien nog een aantal Duitsche patronen bij zich. Onmiddellijk werd hij naar het politiebureau aan het Martinikerkhof gebracht. Tegelijk met hem arresteerde de re cherche zekeren H„ die den dader waarschijnlijk met een auto van Grootegast naar Groningen heeft gebracht. Deze H. is later weer in vrijheid gesteld. W. toonde tijdens het verhoor, dat den ge- Los het in de bronches vastzittende slijm op, ver gemakkelijk het opgeven, verzacht de snijdende pijn van het veelvuldig hoesten en versterk Uw ademhalingsorganen met de snel en krachtig ingrijpende, onschadelijke heelen middag duurde, niet het minste berouw. Als motief voor zijn daad gaf hij op, dat hij niet wilde toestaan, dat de politie in de woning binnenkwam. Toen zij de deur openden, schoot hij door de spleet van der Molen dood, liep vervolgens, naar hij verklaarde, om het huis heen en doodde toen de anderen met een Duitsch repeteergeweer. W. verklaarde nog, geen lid te zijn van een communistische partij. Hij is een man van mid delmatige grootte, eerder groot dan klein, met onverschillige, domme oogen, uitstekende juk beenderen en donkerblond, reeds grijzend haar. In een van zijn beenen was een kogel geschoten. De omstreken van Grootegast zijn dikwijls onveilig. Men behoeft zich niet te verwonderen, wanneer men daar op klaarlichten dag zoo des morgens om 9 uur een strooper met een geweer onder den arm tegenkomt. De politie patrouil leerde juist de laatste dagen nog al ijverig. Men zag meermalen vier veldwachters tegelijk. Men meldt nog Nadat W. het huis in brand had gestoken, is hij met een kennis op def iets naar Tolbert gegaan en vandaar per auto naar Groningen, waar hij zich in het r.-k. ziekenhuis wilde laten verbinden. Men weigerde hem daar echter en waarschuwde de politie. De beide mannen zijn toen de stad ingegaan, waar de recherche hen spoedig in de gaten kreeg en arresteerde. De andere is later weer op vrije voeten gesteld. Een bericht van andere zijde meldt nog W. is ongeveer 30 jaar oud. Hij stond als een onverschillig heerschap bekend. Des zomers verdiende hij den kost als bouwvakarbeider, des winters door met een harmonica langs de herbergen te trekken. Vrouw Wobes staat eveneens slecht bekend. Haar kinderen, die zij verlaten had, waren reeds in het gemeentelijk armenhuis opgenomen. De vrouw zou door de veldwachters, in verband met het verlaten van haar kinderen, naar Gro ningen worden overgebracht. De vier slachtoffers waren in de buurt bij zonder gezien. De veldwachters Meyer en Ho ving waren nog jonge mannen; Werkman was iets ouder en van der Molen had reeds pen sioen aangevraagd. (N.R.Ct.) ONGUUR VOLK IN BATAVIA. Pogingen tot aanranding van de eerbaarheid op den openbaren weg en in particuliere huizen. Insluiping en inbraak onder te denken gevende omstandigheden. Het Bataviaasch Nieuwsblad schrijft Het is een bekend feit, dat de openbare we gen in onze stad hoe langer hoe onveiliger worden voor jonge meisjes en dames. Wij ge- looven, dat hier een groot terrein braak ligt voor onze politie. Reeds verscheidene malen moesten wij melding maken van gevallen, waar in jonge meisjes, op klaarlichten dag soms, lastig gevallen werden door individuen, die overigens de meest zinlooze middelen aanwendden om een gesprek aan te knoopen. Succes hebben der gelijke pogingen nimmerhet straatgewoel is er om erger te voorkomen. Maar veel gevaar lijker wordt de situatie, als onze aankomende dochters zelfs in de huizen niet meer veilig zijn. Niet zoo lang geleden deed zich op Gondongdia een geval voor, waarbij een Europeaan in den vooravond brutaalweg een woning binnentrad, blijkbaar wetende, dat zich slechts enkele kin deren in huis bevonden. Een meisje van twaalf jaar werd toen lastig gevallen en slechts de gelukkige omstandigheid, dat de moeder der kin deren bij buren was, maakte het de kleinen mogelijk, haar moeder bijtijds te waarschuwen. Thans echter treedt te Weltevreden een indi vidu op met zoodanige dosis brutaliteit en weer zinwekkende mentaliteit, dat men zich vol schrik afvraagt, waar het heen moet als de politie er niet zeer SDoedig in slaagt, hieraan een eind te maken. Op den Kartiniweg is een Europeesche familie n.l. het volgende overkomen. In den nacht van 20 op 21 December om streeks half drie hoorde de heer des huizes hulpgeroep uit de slaapkamer van zijn dochters, één meisje van negentien en twee van enkele jaren jonger. De kamer binnensnellend, kreeg de vader van zijn hevig verschrikte kinderen te hooren, dat zijn vijftienjarig dochtertje wak ker was geworden door een onbehagelijk gevoel, door H. ZEEBERG. 43) TWEEDE DEEL. HOOFDSTUK I. Onder de overkapping van 't Centraal Station te Utrecht daverde de trein uit het Zuiden aan. Het was een lawaai, dat hooren en zien ver ging. Maar toen hield het sissend geluid van de locomotief en het gedreun der wagens op en drong het groot aantal passagiers naar den tun nel, om op een ander perron in een anderen trein over te stappen of om den uitgang te kunnen bereiken. Lia van Meersma stond even, heel even te twijfelen. Zij moest eerst weer eens wennen aan de geweldige drukte, die zij in maanden niet gezien en meegeleefd had. Maar lang duurde haar aarzeling niet. Zij moest ten slotte niet een geboren Utrechtsche zijn, om zich te laten beïnvloeden door lawaai en herrie en gedrang. Energiek wilde zij dan ook de trap van den tunnel afgaan, om het eerste perron en zoo den nitgang te bereiken, toen een welbekende stem haar toeriep: „Welkom, Liesje. Wat ben ik blij, dat je er bent „Papa Lia viel juichend haar vader in de armen. „Wat aardig, dat u gekomen bent", zeide zij, oe trap afdalend. „Wat wou je dan vroeg min of meer ver wijtend. „Dat niemand je zou komen afhalen 7" „Ik dacht: misschien had u het druk „Ja, zeer druk zelfs. Maar toch nooit te «uk, om jou van den trein te halen", lachte hij Voolijk. „Kind, ik ben blij, dat ik je weer zie. Maar", stilstaande, „je hebt toch geen bagage meer dan dit kleine koffertje?" „Neen, Papa, alles is per van Gend en Loos gezonden. Is het nog niet gearriveerd „Neen, nog niet, voorzoover ik weet". Zij liepen weer verder in het gedrang, dat behoorlijk spreken belette. Daarom zwegen zij maar. Lia keek, zonder dat hij het bemerkte, haar vader aan. Er was een blijde lach op zijn gelaat. Zij wist het, dat die er alleen was uit blijdschap over haar komst. Zijn laatste brief had haar daaromtrent niet in het onzekere ge laten. Maar als zij zich dien lach wegdacht, zag zij iets, dat haar maar matig beviel. Het was een trek van, neen, ontevredenheid niet, maar van droefgeestigheid, eigenlijk kon zij er geen naam aan geven. En zij verweet het zich zelf, dat zij dien morgen vroeg feitelijk met tegenzin het „huisje aan den zeedijk" had ver laten, om naar Utrecht, naar huis, te gaan. Het werd haar op dat moment een openbaring, dat haar vader haar noodig had. Zij bereikten den uitgang en stonden weldra voor den auto, die wachtte. Spontaan stak Lia haar hand naar den chauf feur uit, die al jaren den architect en dfens gezien diende. „Zoo Frans, maak je het nog goed 7" Ietwat verwonderd vatte de man de hem toe gestoken hand. Maar dan zeide hij: „Best juf frouw, u ook 7" „Het kan niet beter, Frans", antwoordde Lia, vlug instappend. De architect had met dezelfde verwondering als zijn chauffeur aan den dag legde, het tooneel aangezien. Hij stelde zich voor, dat zijn vrouw en Annie dat eens hadden gezien Aan haar verontwaardiging zou wel geen grenzen geweest zijn Doch hij zeide er maar niets van. Eigenlijk vond hij het net iets voor Lia, die dat hij tusschen de regels door wel in haar brieven kunnen lezen heel andere begrippen had op gedaan dan zij thuis ooit gezien en gehoord had. De auto zette zich in beweging. De chauf feur, het was strikte order, reed, als steeds, in een matige vaart. Architect van Meersma was van oordeel, dat, al lag een ongeluk op een klein plaatsje, de meeste verkeersongevallen eettgevolg waren van snelj vaak roekeloos rijden. „Hoe maken Mama en Annie het, Papa 7" Lia betrapte zich er op, dat zij nu pas naar den welstand van die beiden vroeg. Maar, paai de zij zich, want zij was toch niet tevreden over zichzelf, maar zij hadden het er ook wel naar gemaakt: Annie had al die maanden slechts eenmaal geschreven en Mama heelemaal niet. Dat laatste was toch wel het ergste, wat haar overkomen kon, vond zij. „Zij maken het best, Lia. Had je Mama ook aan het station verwacht 7" Onderzoekend keek Van Meersma zijn doch ter aan. ,,'k Weet het niet", aarzelde Lia. „Mama heeft het zeker erg druk met de voorbereidende maatregelen 7" „Druk 7 Lieve help, het is haar opstaan en naar bed gaan Als het me te erg wordt, ga ik maar weg. Ik zal hoogst dankbaar zijn, als alles achter den rug is. Voorloopig ten minste". „Wat bedoelt u met dat „voorloopig", papa 7" Hij herstelde zich. „Och, we praten nog wel eens nader. Nu maar geen muizenissen in het hoofd halen. Ik ben blij, dat je er weer bent. Je ziet er goed uit, Lia." „Ja, Papa, het is me best bevallen." „Dat heb ik ook wel aan je brieven bemerkt, 't Is me een raadsel, hoe het mogelijk is. Maar 't is zoo. 't Lijkt me anders, om je dood te kniezen, in zoon gat".- ,,'k Heb me geen oogenblik verveeld, papa." „Hoe is het mogelijk Enfin, het is beter zoo, dan anders, 'k Had het nooit gedacht, dat je zoo zou weerkeeren, dat moet ik eerlijk beken nen. En hoe is de verhouding tusschen jou en je oom, de broer van je moeder 7 Is die nog zoo gespannen 7" „Hij is toch wel een beste man, papa", zei Lia, een rechtstreeks antwoord ontwijkend. Het liefst wilde zij er maar niet aan her innerd worden, dat het met oom Adriaan nog maar niet wilde boteren, al was er dan wel eenige toenadering gekomen. Min of meer met droefheid had zij van allen, die haar in die maanden dierbaar geworden waren, afscheid ge nomen, maar zij kon het zich niet verhelen, dat het afscheid van oom Adriaan haar het ge makkelijkst was gevallen. De architect lachte vroolijk. „Dat is geen antwoord op mijn vraag", zeide hij dan. „Neen, daar hebt u gelijk in, papa. Nu, over- hartelijk is de verhouding nog niet". „Dat is niet erg Christelijk van hem. Hij be hoort immers ook tot die godsdienstige lieden 7 Wat heeft hij eigenlijk tegen je 7" De eerste opmerking en vraag negeerend, ant woordde Lia: „Ik geloof niet, dat hij iets tegen mij heeft, papa. 'k Zou niet weten wat." „Wel, nu nog mooier Waarom is hij dan zoo 7 Of gaat het soms tegen je moeder 7" Lia gaf geen antwoord. Dat zij nu onmiddel lijk, op weg naar huis nog, over dat, wat haar bij Grootmoeder het meest had verdriet, spre ken moest „Zeg maar niets meer, Lia", zeide hij. „Ik begrijp het al". „Maar Grootmoeder is zoo niet, papa." „Neen, neen, dat weet ik wel. Ik neem het je oom niet zoo vreeselijk kwalijk. Je moeder heeft het er waarlijk niet naar gemaakt, dat men vriendelijk jegens haar behoeft te zijn. Maar daar zijn we er. 't Zou me niets verbazen, of Mama en Annie zijn niet thuis. Er gaat geen dag voorbij, of zij zijn aan het inkoopen doen". Het pijnde Lia. Dat zou nu toch wel heel er zijn, als Mama nu niet eens thuis was Maar mijnheer van Meerma's vermoeden werd wel bewaarheid. Lia zag wel een vreemd gezicht van een dienstmeisje, het zouden alle drie wel vreemden zijn, maar de kamers waren leeg. Er was geen moeder, die haar verwel komde. Het sneed haar zoo door de ziel, dat zij met groote moeite opkomende tranen terug drong. Als zij dacht aan het gezin der Meine- ma's en aan dat van oom Adriaan, waar de moeder het middelpunt was, de spil, waaromheen alles draaide, dan was deze tegenstelling toch wel al te zeer opvallend. De architect voelde het ook wel. Hij ergerde zich geducht. ,,'k Had het wel gedacht", zeide hij. ,,'t Is een schandaal van Mama. Ik zal het haar straks ook zeggen. Dan maar een scène." „Och, Papa, zeg het maar niet", smeekte Lia, die denzelfden avond van haar thuiskomst, zij herinnerde zichh die maar al te goed, kon mee maken. „Mama heeft het natuurlijk erg druk. 'k Had wat eerder moeten komen." „Gekheid. Toen had zij het ook druk. Het is nu al drie maanden. Het is bespottelijk in één woord. Zij had best thuis kunnen zijn. Het is een schandaal. Mijnheer Van Meersma wond zich meer en meer op. Lia voorzag een heftige ruzie, als haar vader bij zijn voornemen, dat hem ernst scheen te zijn, bleef. Veel meer dan vroeger nog had zij leeren begrijpen, dat het huwelijk van vader en moeder niet gelukkig was. Zij had het, tijdens haar verblijf bij Grootmoeder, anders gezien. Bij oom Adriaan, bij de Meinema's droegen man en vrouw elkaar als het ware op de handen. Daar kwam het niet voor, dat de man zoo sprak over zijn vrouw. Haar hart schreide er onder. Toch waagde zij nog een uiterste poging. „Doe het maar niet, Papa. Wat hebben we aan die herrie 7 Zal ik even koffie zetten 7" „Dat kan een van de meisjes toch wel doen 7" vroeg hij, ietwat verteederd. „Laat mij het maar doen", vleide zij. „Dat is veel gezelliger." „Nu, vooruit dan maar. Je hebt eigenlijk ge lijk. Laat mij je handen eens zien." Lia lachte, niet begrijpend eerst. „Mijn handen, Papa 7" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1