Antirevolutionair Orgaan in hoc signo Vinces voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. No. 3504 ZATERDAG 19 JANUARI 1929 43STE JAARGANG EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. trger dan Uit onze Partij, Rechtzaken. W. BOEKHOVEN ét ZONEN Het nadrukken van den inhoud van dit Biad is verboden overeenkomstig de Wet op het Auteursrecht. Het geestelijk element. Misschien te weinig leven wij er bij, dat de kracht van het Antirevolutionair beginsel ligt in het geestelijk element. Het is daarom goed, dat we elkan der hierop, nu we den stembusstrijd te gemoet gaan, eens wijzen. Antirevolutionair is maar niet een ze kere politieke belijdenis zonder meer. Het is maar niet een bepaalde opvatting van de Staatszaak en Staatswerk. Antirevolutionair is het universeele levensbeginsel, dat zich op elk terrein van het rijk geschakeerde menschen- leven diametraal plaatst tegenover de r zondemacht. W „Antirevolutioniar" drukt uit, dat er tegenover de macht van Satan een macht staat die hem wederstaat. Dit wordt ons duidelijker als We in zien, dat we met het Revolutiebeginsel niet bedoelen een bepaalde staatkundi ge of sociale omwenteling, maar de groote revolutie, die met Satan's op stand en des menschen val in de we reld is ingedragen. Tegenover deze revolutiemacht staat nu het Antirevolutionair beginsel. We moeten dit steeds wel voor oo- gen houden. Wij zijn zoo licht geneigd vooral met onze daden om het heilig beginsel, dat we belijden, te beperken en ver wringen binnen het begrensde gebied van den Staat. En dat is fataal, wijl het verlooche- \s ning van het beginsel is. Wie belijdt Antirevolutionair te zijn, belijdt den strijd aan te binden tegen de zondemacht in geheel het leven. Van eigen huis uit beginnen. Antirevolutionair eerst in het huis gezin. Zou dit nog niet veel te wenschen overlaten Hoe is daar de verhouding tusschen man en vrouw? Tusschen ouders en kinderen vrijen en dienstbaren Is men daar Antirevolutionair En dan op het sociale terrein. Is hier bij hem die zich Antirevoluti onair noemt een vurige begeerte om het sociale leven te conformeeren naar den eisch van Gods Woord Of koes tert men hier nog oud-liberale denk beelden Wij gelooven dat de Antire volutionaire zuurdeesem hier nog veels zins krachteloos is. En toch zal onze belijdenis, waarmee wij met zulke groote vrijmoedigheid voor den dag komen, geen leugen voor God en menschen zijn, dan moet ook hier onze daad bewijzen dat we ge dreven worden door een vurige begeer te om het ellendige te helpen, het zwak ke te steunen, den arme tegeven en alle sociale ongerechtigheid, waartegen de apostel Jacobus zijn anathema uit stoot, uitbranden. Zie dat is Antirevolutionair. En laat ons zelf het lijstje nu maar aanvullen. Wij kunnen Antirevolutio nair ons beginsel dagelijksch op ver schillende terreinen in toepassing bren gen. Zoo krijgt het geestelijk element in ons beginsel zijn kracht. Eenerzijds wordt met deze bepaling van ons A.R.-beginsel de kring van be lijders beperkt. Want in den grond der zaak is aldus niet-A.R., die meent dat dit beginsel maar een politieke opvat- tmg is en verder den mensch niet bindt, maar hem vrijheid geeft op alle terrein. Al noemen zulke menschen zich stijl- Qereformeerd of orthodox Antirevo lutionair zijn ze niet. Anderzijds wordt in den zin als we hier omschreven opgevat, de kring van belijders zeer uitgebreid. Wij begrijpen dat dit beginsel aan geen kerkelijke partij gebonden is, maar dat het bindt over verscheidene kerkelijke gezindten heen. Dat er behalve Gereformeerden, Doopsgezinden, Lutherschen, ja zelfs Roomschen onder vallen kunnen. Het gaat immers slechts over de vraag of het onze hartelijke begeerte is om het heilig „Ja" van God tegenover het Sa tanisch „neen" van den duivel op alle levensterreinen te beamen. Immers het gaat er dan maar om, om tegenover het Revolutiebeginsel op elk levenster rein het Evangelie te plaatsen, en het is niemand minder dan Groen van Prin- sterer zelve geweest, die Roomsche voormannen als uitnemende antirevolu tionairen heeft aangewezen. Welnu, zoo centraal en universeel opgevat krijgt dit beginsel voor ons groote beteekenis. We zien er het gees telijk element in. Maar het wijst ons ook op een moei lijke, maar dure roeping. Een roeping, die zonder teer en innig gebedsleven niet te volbrengen is. Moge er dan ook voor de a.s. stem busstrijd zulk een diep gebedsleven bij die belijdt antirevolutionair te zijn, ge kend wordt. Het kan niet gemist worden. Amelek streed tegen Israel in Ra- phidim. „En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zoo was Israel de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zoo was Amelek de sterkste". Zie daar het geestelijk element in den strijd. Het is er de bezielende kracht van. En als dan onze handen zwaar wor den wie het gebedsleven kent ver staat het zoo goed moge dan een Aaron en Hur gereed staan om ons te ondersteunen, opdat het Amelek onzer dagen, dat zoo driest den harden kop opsteekt, gekrenkt moge worden. X O AKKER'* Voorde Borst Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT, UITGEVERS SOMMELSDIJK Teief. Interc. No 202 Postbus Nb. 2 ADVERTENT1ËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zg beslaan. Advertenti5n worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. rr i ■■■■■■■■ut De kranten hebben ons uitgebreide verslagen gegeven van de verschillende feestelijkheden gevierd naar aanleiding van het gouden jubi leum van H. M. de Koningin-Moeder. Al naar gelang we tijd hadden, hebben we daar wat van gelezen, maar zeker hebben we niet overgeslagen de toespraak welke H. M. de Koningin hield tot Haar Moeder aan het gala diner, waaraan behalve de Koninklijke Familie, vele burgerlijke en militaire autoriteiten aan zaten. Van die toespraak behoef ik niet veel te ver tellen, ze was eenvoudig en sober en gewaagde allereerst van de vreugde die er in de Konink lijks familie is, om het heuglijk feit, dat H. M. 50 jaren in ons land als een der onzen heeft gewoond. Maar H. M. sprak ook van de blijd schap en waardeering die er is bij heel ons volk. We hebben dat allen gelezen en we waren het er mee eens. We gevoelen allen liefde en waardeering voor de Koninklijke Moeder die Haar eigen woorden: „niet gelukkig worden, maar gelukkig maken", is het voornaamste in het leven, Die deze woorden in heel Haar leven in daden heeft omgezet. Maar niet aluds in „Het Volk". Men is daar heel erg consciëntieus moet u weten. De redactie van „Het Volk" ontdekte een onjuistheid in deze Koninklijke toespraak, en haastte zich, (hoe kon men anders van zulk een consciëntieus blad verwachten), om deze on juistheid aan te wijzen en de zaak eens goed recht te zetten. Toen ik vorige week „Het Volk" las, kon ik niet nalaten een hartgrondig „Bah, hoe klein zielig" te laten hooren. Dat men in die partij meent principieel tegen het Koningschap te moeten zijn, dat is daarge laten, maar het geeft toch wel een veelzeggend getuigenis van innerlijke zwakte als men er zoo tegen ageert. Maar we zullen eerst laten zien wat „Het Volk" letterlijk schreef. „De feesten ter gelgenheid van het jubi leum der Koningin-Moeder, die in hoofdzaak de Haagsche hofkringen beroeren, duren voort. Gisteravond had in het paleis aan het Noord einde een gala-diner plaats. Behalve de Koninklijke familie, zat ook een aantal ambtenaren en militairen aan, die in de hoftaal, „de hoogsten in den lande" worden genoemd, doch in werkelijkheid maar weinig invloed op 's lands zaken hebben. De koningin hield een rede, die goeddeels een particulier karakter droeg en ons dus geen aan leiding geeft tot een bespreking. Waar echter de koningin zeide, dat dit zijn „schoone dagen die heel ons volk als een hoogtij viert", daar moeten we opmerken, dat wij daar maar heel weinig van gemerkt hebben. En wij weten zeker, dat stellig een derde deel van het Nederlandsche volk in deze persoonlijke aangelegenheid gee nerlei belang stelt. In deze barre winterdagen heeft de Neder landsche arbeidersklasse wel andere zorgen." Ziezoo, dat is een taal het fiere proletariaat waardig. Maar als je even rustig nadenkt, vraag je jezelf toch, waarom zijn ze toch zoo hope loos armoedig uit den hoek gekomen. „Het Volk" dat begrijpt men wel, wordt ge schreven voor het arme verdrukte, vertrapte proletariaat.. Noode kunnen deze menschen een krant lezen, maar als ze er een lezen is het na tuurlijk „Het Volk" een andere krant kan niet meer van de portemonnaie af. Dat spreekt van zelf. Zijn ze niet het arme vertrapte proletari aat En nu die eenige krant die ze dan nog lezen heeft zeker geen lange verslagen gegeven over het jubileum en ook niet de toespraak overge nomen van de Koningin. Och wat hebben de menschen er dan aan als ze toch niets weten om er dan nog zoo'n vinnig stukje aan te wij den. Of is het alleen maar, omdat men denkt aldus hun proletarische kiezers er mede te believen. Och arme, dat moet toch wel tegen vallen. Dat er onder zijn, opgehitst door soortgelijke Volk-artikeltjes, die nu meenen het daarmede eens te zijn dat kan, maar het meerendeel van de arbeidersklasse denkt er nog wel anders over. Maar „Het Volk" denkt zeker wij zijn er tegen, omdat wij e rtegen moeten zijn. Dat heb je wel meer als je sommige, meest domme men schen vraagt: waarom ben je er tegen dan is 't antwoord omdat ik er tegen ben. Nog eens als de S. D. A. P. meent princi pieel tegen een monarchale regeering te moeten zijn, dan is dat hun zaak en recht, maar laat men daar toch geen politiek van de laagste soort voeren door zoo te schrijven. Koningin-Moeder heeft recht op ieders waar deering, van welk beginsel of stand hij zij. In Haar staat heeft Zij eenvoudig en sober geleefd, voor Zichzelve niets eischend, maar steeds ge vend, niet alleen maar gaven in geld en goed, maar ook Zichzelve heeft zij aan ons volk ge geven en in welke taak, 't zij als Regentes over ons volk, of als opvoedster van Haar Konin klijke Dochter steeds heeft Zij het best gezocht en met rustige wijsheid alles bestuurd. Neen, het is niet de beste reclame, die „Het Volk" voor zichzelve maakt als het zoo schrijft. Het feest van Koningin-Moeder heeft niet alleen maar hofkringen beroerd, ons volk heeft er wel inderdaad in medegeleefd en zeker is het niet gediend van zulk een geschrijf. En dan moet het mij toch ook nog van 't hart dat ik maar niet begrijpen kan hoe men daar een verbazende inconsequentie goed kan praten. „Het Volk" doet alsof het op z'n teederst be zorgd is over de ellenden en nooden van de ar men. Bij de S.D.A,P„ daar wordt nog eens gedacht aan al die ongelukkigen wien het dage lijksch brood bijna of geheel ontbreekt. Al die nooden vervullen al die ellenden te kunnen le ningen, dat is haar ideaal, tot nu toe helaas nog wel niet bereikt, doch dat komt wel als de heilstaat er is. Bij de S. D. A. P. praat men veel, heel veel over die vele zorgen, waarmede de armen te kampen hebben en men praat er zooveel over Wat en Wat doet men er tegen. Ja, dat is weer een andere taal, ziet u. Maar men schrijft er heel veel over en men praat er ook dikwijls over Maar hoe kan men het dan goed praten als men op schampere wijze spreekt over Haar wier lust het is naar Haar vermogen die nooden te lenigen die zorg te verlichten. Het is nu een heel klein kunstje om dat te gaan verkleinen en zeggen nu ja, maar wie zoo veel heeft kan ook niet geven. Dat is waar, maar dat doet H.M. de Koningin Moeder ook. Zij geeft in ruime mate naar haar vermogen. Als een gewoon mensch er eens een milde bui heeft mag dat worden verteld, erkend en geprezen, maar laat men dan eerlijk wezen tegenover een Vorstin, als Zij wel wil doen. Is het geven van Haar paleis voor de stich ting Oranje-Nassou oord niet een werkelijk vor stelijke gift Mevr. Wijnaends-Franken-Dyserink schrijft in haar artikel voor de N. R. Ct. over de wel dadigheid van Koningin-Moeder „Men weet dat, en men bouwt er op, in nog heel andere kringen, dan men oppervlakkig zou vermoeden, wanneer men niet iets heeft zien oplichten van het gordijn, dat toch het meeste weldadigheidswerk van de Koningin-Moeder aan de waarneming der buitenstaanders onttrekt." En wat indertijd Dr. J. H. Adriani schreef in een artikel voor „Stemmen des Tijds" over de weldadigheid van de Koninklijke familie, is ook volop van toepassing op Koningin-Moeder, n.l. wanneer gedacht wordt q^n al dat gene, wat toch in stilheid geschied is en nog steeds geschiedt, wanneer particuliere personen zich met hun nooden tot de Koninklijke Familie wenden. Wie een onderzoek zou willen instellen en navraag doen in den kring van vroegere bedienden en van de Koninklijke Paleizen of bij dtgenen, die op de hoogte zijn van het arm wezen in verschillende gemeenten, inzonderheid de groote steden des lands, zou er wel in sla gen een reeks van voorbeelden te verzamelen als zoovele bewijzen van den grooten weldadig heidszin van de ieden van ons Koninklijk Huis." Men moet het niet willen zien, omdat ook van Koningin-Moeder niet op te merken. Waarom erkent „Het Volk" dat niet dank baar dat H. M. mede wil helpen lenigen de nooden van het volk, waarover men het in de S. D. A. P. zoo druk heeft Daar zou vooral en allereerst alleen al om deze reden bij de S, D. A. P. geen schampere toon, maar dankbaarheid worden gehoord. Doch dat komt in de kraam van de S. D. A. P. niet te pas. Als ons volk dankbaar gedenkt dat deze Vor stelijke vrouw een halve eeuw onder ons heeft gewoond, dan heeft Het Volk alleen dit „In déze barre winterdagen heeft de Neder landsche arbeidersklasse wel andere zorgen Welk een getuigenismaar van hun eigen kleinheid. UITKITK. Wanneer Uw ademhalingsorganen door herhaalde asthma-aanvallen of door een hardnekkigen hoest verzwakt zijn, moet U dubbel oppassen. Er is maar o zoo weinig noodig om het ge voelige slijmvlies Uwer luchtwegen blijvend te doen op-.wellen en Uw benauwdheden nog erger te maken dan ze thans reeds zijn. Wacht niet tot Uw huisgenooten bij eiken aan val het hart vasthouden, dat Gij erin blijven zult, maar versterk Uw borst, maak Uw luchtwegen ruim en Uw ademhaling vrij met de slijmoplossende Akker's Abdijsiroop. Gij hebt dan de zekerheid Uw lichaam een krachtig en snel ingrijpend, maar geheel on schadelijk middel toe te voeren, dat echter tevens Uw benauwdheden dadelijk veel kan verlichten en na eenigen tijd zelfs kan doen ophouden. Per koker: f 1.50, f 275, f 4.50 STEMBUREAU CANDIDAATSTELLING A.-R. PARTIJ. Het Bureau C.C. verzoekt ons het volgende mede te deelen De commissie, door het C.C. ingevolge art. X van het Reglement voor de Candidaatstelling benoemd om den uitslag der stemming vast te stellen, zal daartoe zitting houden op Dinsdag 29 Januari e.k., des avonds om 8 uur, in het Kuyperhuis, Dr. Kuyperstraat 5, Den Haag, en zoo noodig haar werkzaamheden voorzetten op Woensdag 30 Januari d.a.v. Aan de Besturen der Kamerkieskringscentrales wordt verzocht de processen-verbaal der stem mingen en de ingevulde stembiljetten zóó tijdig aan het Bureau C.C., Dr. Kuyperstraat 3, Den Haag, in te zenden, dat zij alle op eerstgenoem- den datum aanwezig kunnen zijn. Het zal daar toe gewenscht zijn de verzending te doen ge schieden per aangeteekend stuk uiterlijk op Zaterdag 26 Januari e.k. DEPUT ATEN VERG ADERIN G. In verband met de herdenking van het 50- jarig bestaan der georganiseerde Antirevolutio naire Partij ligt het in het voornemen van het C. C. ditmaal een tweedaagsche Deputatenver- gadering te houden, n.l. op 2 en 3 April e.k. De laatstgenoemde datum is gekozen met het oog op het feit, dat het dan juist 50 jaren geleden zal zijn, dat de eerste vergadering van het in 1873 benoemde voorloopig Centraal Comité met afgevaardigden van kiesvereeni- gingen samenkwam te Utrecht, in welke „eerste Deputatenvergadering" het partijverband tot stand kwam door aansluiting van de kiesver- eenigingen bij een toen definitief gekozen Cen traal Comité. In den namiddag van den 2den April zal een huishoudelijke vergadering worden gehouden, uitsluitend toegankelijk voor stemhebbende De- putaten, ter behandeling van de voorstellen van het C. C. inzake het Program van Actie en de candidaatstelling. De groote Deputatenvergadering, tevens toe gankelijk voor andere dan stemhebbende de- putaten en voor genoodigden, zal samenkomen op 3 April. In den voormiddag hoopt de Leider der Partij zijn Deputatenrede te houden, terwijl in de namiddagvergadering een tweetal andere sprekers het woord zullen voeren. Aan de kiesvereenigingen, de Provinciale Co- mité's en de besturen der Kamercentrales, be nevens aan de organen der A. R. pers wordt dringend verzocht de opgaven zoowel van stemhebbende als van niet-stemhebbende afge vaardigden in te zenden aan het Bureau C.C., Dr. Kuyperstraat 3, Den Haag, uiterlijk op Zaterdag 16 Maart a.s. Indien de zaal het getal bezoekers, voor wie toegangskaarten worden aangevraagd, niet zou kunnen^, bevatten, zal voor niet-stemheb bende afgevaardigden een billijke toewijzing van kaarten plaats hebben. Het spreekt vanzelf, dat in dat geval geen gehoor meer zal kunnen wor den gegeven aan na 16 Maart ingekomen op gaven of aanvragen. Ieder zorge dus op tijd te zijn 1 PROGRAM VAN ACTIE. Het ontwerp-Program van Actie, dat op de Deputatenvergadering van 2 April e.k. nog maals aan de orde komt, zal, voorzien van een uitvoerige toelichting, nog in den loop dezer maand aan de kiesvereenigingen en de andere organen der partij worden toegezonden. De beschrijvingsbrief voor de Deputatenver gadering volgt op 6 Maart. Deze datum kan niet worden vervroegd, omdat ingevolge art. XXI van het Reglement voor de Candidaat stelling in dien beschrijvingsbrief mededeeling moet worden gedaan van de vastgestelde can- didatenlijsten, omtrent welke samenstelling het C. C. eerst op 28 Februari zekerheid heeft. Intusschen zal het wenschelijk zijn, dat de kiesvereenigingen met de behandeling der voor stellen Program van Actie en Candidaatstelling niet wachten, totdat de Beschrijvingsbrief in haar bezit is, aangezien amendementen op het program en voorstellen inzake de candidaat stelling vóór 15 Maart bij het C. C. moeten zijn ingekomen. De behandeling dezer voor stellen nu reeds is mogelijk, omdat het voorstel- Candidaatstelling reeds in het bezit der kies vereenigingen is, terwijl het ontwerp-Program van Actie haar, gelijk boven gezegd, nog in deze maand bereikt. VERKIEZING LEDEN CENTRAAL COMITÉ. In dezelfde vergadering, waarin de kiesver eenigingen het ontwerp-Program van Actie en het voorstel-candidaatstelling behandelen, moet ook gestemd worden over de vacatures, welke in September dezes jaars in het Centraal Comité ontstaan. Dit jaar treden 7 leden af, te weten de heeren Mr. H. Bijleveld, H. Colijn, Mr. J. J. Croles, L. F. Duymaer van Twist, Mr. P. S. Gerbrandy, Mr. A. A. de Veer en Mr. S. de Vries Czn. In plaats van dit 7-tal moeten 6 leden gekozen worden. Doordat de heer Colijn na zijn aftreden als minister weer den voor- zitterstoel van het C. C. innam, is het aantal leden tijdelijk uitgebreid tot 13. De aftredende leden zijn herkiesbaar voor zoover er te ver vullen vacatures zijn. Aan de secretarissen der kiesvereenigingen zal tegelijk met het concept- Program van Actie een stembiljet worden toe gezonden, waarop zij gelieven te vermelden de namen van 6 personen, op wie bij de stem ming in hun kiesvereeniging de hoogste aan tallen stemmen werden uitgebracht en hoeveel stemmen elk hunner verkreeg. Dit stembiljet wordt vóór 21 Maart e.k. ingewacht aan het Bureau C. C„ Dr. Kuyperstraat 3, Den Haag. Na dien datum ingekomen biljetten zullen niet meer in aanmerking kunnen worden genomen. DE UIEN VAN OUDE TONGE. Terecht heeft gestaan de 31-jarige landbouwer J. B. d. J. te Oude Tonge, verdacht van dief stal van uien van het bouwland van Johannes Pieterse aldaar. Verdachte ontkent ten sterkste. De president wees hem er op, dat de bur gemeester van verdachte's woonplaats heeft ge schreven, dat verdachte slecht bekend staat. De commissionnairs en kooplieden durven niet goed meer van hem te koopen. Getuige Pieterse verklaart, dat zijn land slechts een honderd meter verwijderd is van het boschje van Mooyert, waarin de uien van verdachte gevonden zijn. Een zoon van dezen getuige bevestigde dit. Er worden een 6-tal zakken vermist. Er werden nog een tiental getuigen gehoord, waaronder eenige deskundigen, die verklaringen aflegden omtrent den oogst, dien verdachte kan hebben binnengehaald, omtrent het door hem uitgezaaide zaad. Overigens bleek, dat het land van verdachte

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1929 | | pagina 1