L UIT HET WOORD
predikbeurten
|"b"s allerlei
i onder redactie van "i"! «i i i
C. WARNAER, Dirksland, Ds. C. VAN DER WAL, Dirksland, A. H. VAN YPEREN, Werkingen en Ds. G. VAN DER ZEE, Den Bommel, Eindredacteur
advent.
S STICHTELIJKE OVERDENKING
Geestelijke Opbouw
schetsen uit de
kerkgeschiedenis
ned. herv. kerk.
gereformeerde kerk.
gereformeerde gemeente.
oud-gereformeerde gemeente.
n VOOR DEN ZONDAG fi
■Ct
OP ZONDAG 2 DEC. 1928
Sommelsdijk v.m. leesdienst, 6 uur Ds. van
Ameide.
Middelharnis, am. 2 uur de heer Van Yperen,
6 uur de heer Vetter.
Stad aan 't Haringvliet, 9 uur leesdienst, 6 uur
Ds. Polhuijs.
Den Bommel, 9.30 uur (Doop) Ds. van der
Zee, 6 uur leesdienst.
Ooltgensplaat, 9.30 uur Ds. Polhuijs (Doop), 6
uur Ds. Rappard van Dinteloord.
Oude Tonge, v.m. Ds. van Ameide, n.m. lees
dienst.
Nieuwe Tonge, v.m. leesdienst, n.m. 2 uur Ds.
van Ameide van Sommelsdijk.
Dirksland, v.m. 9.30 Ds. v. d. Wal en 's av.
6 uur dhr. Smit van Heemstede (collecte
voor lijders aan vallende ziekte).
Herkingen, 9.30 uur en 6 uur de heer Van
Yperen.
Melissant, n.m. 6 uur Ds. van der Zee (voorb.
H.A.)
Stellendam, v.m. de heer Smit van Heemstede
(collecte.)
Goedereede, n.m. 2 uur de heer Bouman van
Stellendam.
Ouddorp, v.m. leesdienst, n.m. Ds. van der
Wal (Doop.)
Middelharnis v.m. en av. de heer De Vries van
Poortvliet.
Stad aan 't Haringvliet, 9.30 en 5.30 Ds. de
Graaff.
Ooltgensplaat, 9.30 (H.A.) en 6 uur Ds. de
Lange.
Ouddorp, v.m. en n.m. Ds. Diemer.
Middelharnis, v.m. en av. leesdienst.
Dirksland, v.m. en av. Ds. de Blois.
Herkingen, 9, 2 en 6 uur leesdienst.
Ouddorp, v.m. en nam. leesdienst.
Herkingen v.m. 9 en nam. 2 uur leesdienst.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
Alles Heeft zijn bestemden tijd.
In het rijk der natuur ligt alles in zijn winter
slaap verzonken. Een periode van storm hebben
wij achter den rug. In het koude jaargetijde
zijn wij alles te wachten, zonder dat ook maar
iemand het kan bepalen.
Te midden van dit herfst- en wintergetij staat
in de godsdienstige en kerkelijke wereld de
zonnige Adventstijd, dit jaar ingaande 2 De
cember.
Advent beteekent toekomst, in dien zin n.l.
van Diengene, die naar ons toe-komt. De vier
weken voor Kerst is ook de voorbereiding tot
herdenking van dit heuglijk feit, van evenveel
beteekenis als elk ander Christelijk feest.
Mocht het woord, dat gij hooren of lezen
zult, een middel in Gods hand zijn, om Uw
hart voor te bereiden om bij aanvang of ver
nieuwing te ontvangen Hem die zegt„Zie,
Ik sta aan de deur en Ik klop".
EENE OPWEKKING.
Maak U op, word verlicht, want
Uw licht komt en de heerlijkheid des
Heeren gaat over u op.
Jesaja 60 1.
De dagen voor Kerst zijn de dagen van span
ning en blijde toekomst.
De dagen worden korter en donkerder, maar
voor den Christen, die op Gods goedertieren
heid hoopt, worden de dagen in het gezicht
van den Kerstdag gaandeweg lichter.
Dit licht is den onbekeerde tot ontdekking,
want het volk dat in duisternis wandelt zal
een groot licht zien.
Het is den verharde ondragelijk, zie maar
aan Herodes, hij kan het licht van den kerst
nacht niet verdragen. a
Wie met zijn ziel meeleeft in het kerkelijk
jaar, dat we weer met den Adventstijd zijn in
getreden, gevoelt iets van dat wonderheerlijke,
waarvan elk Christen gaarne getuigt.
De boodschap van den komenden Christus
is als een schok, die door alle deelen der kerk
moet worden gevoeld.
Als dat niet zoo is, dan vieren wij slechts
een Kalender-Kerstfeest.
Stel U voor het feit; plaats U voor de
keuzekalenderblaadjes bijhouden of Gods
groote en heilrijke daden
Het is goed, dat de Kalender ons straks
wederom aanwijst: 25 December.
Het is goed, dat de tijd ons weer tot her
enken dwingt, maar nog beter is het als ons
nart ons tot feestvieren dringt.
Heerlijkzoo daar in de ziel weerklinkt
k Zal gedenken hoe voor dezen
ns de Heer heeft gunst bewezen.
lPlri van alk blijdschap voor een in
scnuld verloren zondaar is alleen de be-
111 oei en is Gods.
oqr Zijn heilsbemoeienis komt het licht,
net Licht der Wereld 1
it Licht verdrijft alle duisternis der zonde.
iJeswege is er blijdschap.
?n vreugdekreet van den profeet, die de
o° schap ontving om het volk aan te zeggen:
Maak U opword verlicht.
licht is geen uitvinding van menschen.
t Is een openbaring, bekendmaking, mede
deling Gods.
Wie dit verschil zich mag inleven, dat het
met uit den mensch voortkomt, geen terugslag,
weerkaatsing is van godsdienstige indrukken,
conclusioneele reflensies, doch inderdaad een
woord Gods uit den hemel, die geeft zich over
Maak U op, word verlicht't is een God
delijke boodschap. Dit kan niet met genoeg
nadruk worden gezegd, met ernst worden be
tuigd, met eerbied aangehoord, met heilig beven
ontvangen, dat dit is een woord des Heeren
HEEREN, van den Koning der Koningen.
Daar is heden een bijzondere boodschap,
die als een pijl wordt afgeschoten in een
voudigheid.
't Is een boodschap van opwekking tot hen
die in duisternis zijn gezeten.
In de historie eens gesproken tot een ver
dreven volk, in Babel geestelijk omkomend,
heeft het zijn eeuwige beteekenis voor hen,
die behooren tot het geestelijk Israel.
De roepstem des Heeren is: Maak u op 1
Maak U op 1 Gij duisterling, juist omdat
gij in het duister zit, want het licht komt,
enwat gij nooit had durven denken, wijl
het te machtig is voor een die zich zeiven van
wege zijn zonden mishaagt: de heerlijkheid des
Heeren gaat over U op
De opgaande zon in het rijk der natuur is
een machtig schouwspel.
Vooral het buitenland met zijn bergen biedt
in den ochtendstond een prachtig gezicht.
Reizigers laten zich bij helder weder vroeg
weken, om een indruk te ontvangen van Gods
heerlijkheid in de natuur, een indruk van Zijn
alles overstelpende Majesteit.
Als het öogenblbik van het eerste morgen
krieken op handen is, worden zij gewekt: Sta
op I nog een oogenbblik en de koningin des
hemels komt aan de kimme I"
Het gezelschap onderneemt den tocht, zet
zich neer, staart naar het Oosten, ziet met
verrukking de eerste stralen; vol spanning zijn
aller oogen gericht op den gezichtseinder
daar verrijst de zon Het licht komt, tot ver
lichting en verwarming, de heerlijkheid des
Heeren in de natuur.
Zoo, en nog veel schooner is de Zonne der
Gerechtigheid verschenen
Verwacht Hem 1 Maak U opWord ver
licht want de heerlijkheid des Heeren gaat
over U op.
Een licht, zoo groot, zoo schoon,
Gedaald van 's Hemels troon,
Straalt volk bij volk in d' oogen
Terwijl 't het blind gezicht
Van 't heidendom verlicht,
En Israel zal verhoogen.
Hebt gij die stem vernomen, mijn lezer
Ook thans is des Heeren arm nog niet ver
kort, Zijn oor niet verzwaard, en Zijn hart
nog niet verarmd. Hij zegt tot het Noorden:
geefen tot het Zuiden: houd niet terug. Een
volheid van genade, zonder Zelf minder te
worden.
Maak U op wordt verlicht
Jesaja roept, na gebeden te hebben om
verlossing des volks.
Jesapa r o e pt, op Gods bevel, dat tot hem
kwam: Roep uit den keel verhef uw stem
als een bazuin! Maak U opwordt ver
licht
De luiaard zegt: ik zal mij niet opmaken,
't is vergeefsche moeite. Hij brengt zijn tijd
door met een weinig slapens, handvouwens,
al nederliggende.
De twijfelaar zegt: ik zal mij niet opmaken,
ik heb het resultaat nog nooit gezien. Hij wil
eerst zien, en dan gelooven.
De hoogmoedige zegt: ik zal mij niet op
maken. Het komende licht draag ik reeds om
in mij zelf. Ik ben een God in 't diepst van
mijn gedachten. Hij is blind en verblind.
Zoo hebben zij allen vele vonden gezocht.
Maar degene die waarlijk wijs is, maakt zich
op, en gaat; hij gaat als de herders, van wie
geschreven staatZij kwamen met haast.
Zij gaan in deemoed en ootmoed, beladen
met schuld, bevlekt met zonden, want wat nog
nooit is geschied, wordt thans vertoond door
God, Die Zijn geliefden Zoon gegeven heeft,
en straks over geven zal, tot redding en be
houd, en daarmede juist de wereld is tot een
oordeel.
Maak U op,* ga tot Hem, die kwam om het
aardrijk te richten, Gods volk te vertroosten,
Zijn Kerk te verlossen, de wereld te verzoenen
en duisterlingen te verlichten.
Zult gij U opmaken Of zal Jesaja 59 vers 2
op U van toepassing zijn
D. B. G. v. d. Z.
ONKRUID.
Iedereen draagt zijn gebrek
In een mandje op zijn nek,
Daarom kan hij 't zelf niet zien,
En nu toont hij 't andre liên,
En de man die achter gaat
Ziet altoos des voormans kwaad.
Niemand zonder gebreken. Gebreken van al
lerlei aard. Zoo ook in het kerkelijke leven.
Op dien akker tiert ook welig de wortel van
velerlei onkruid in menigerlei schakeering.
Geen kerkeraad van welke kerkformatie ook;
geen predikant van welke kerk of welke richting
heeft ze niet of kent ze niet, of heeft er tegen
te worstelen.
Onze kerk wordt hier en daar door het
onkruid tot onherkenbaar wordens toe ver
minkt, andere kerkformaties hebben te kampen
met het in den wortel hetzelfde onkruid.
Zullen we eens een paar plantjes opnoemen?
Daar hebt ge in de eerste plaats de brand
netels.
Predikanten en welmeenende ouderlingen,
blijft er maar vandaan Ze staan aan den zelf
kant van den gemeentelijken akker; ook dik
wijls aan den slootkant, en kijken schudde
bollend in den wind over den heelen akker
heen.
Het zijn de betweters (bet-beter, beterweters)
Ze overtreffen hun leeraars in beleid. a
Ze willen gereformeerd heeten, en zijn net
zoo doopersch als Jan van Munster. Ze zweren
bij oude schrijvers en verachten de tegenwoor
dige predikanten om hun „geleerdheid", doch
weten niet, dat de meeste der oude schrijvers
gedoctoreerd waren.
Doorgans zijn het subjectivisten, de onder-
werpelijken.
Onderwerpelijk zijn is goed. Het wil zeg
gen, dat men den nadruk legt op het zelf er
varen heil. Op eigen getuigenis. Maar het treu
rige van de zaak is, dat velen hierop doordraven
en den voorwerpelijken toetsteen van geloof
en leven, gelegd in de Heilige Schrift, nu ver
laten hebben.
Zij maken van de H. Schrift wat anders dan
deze i s.
Zij zeggen: de letter doodt, de geest maakt
levend.
Ps. 25 vs. 2 berijmd leert echter bidden
Maak mij Uwe wegen door Uw Woord
en Geest bekend.
De Modernen en de ultra „gereformeerden"
zijn het hier in zekeren zin eens. De uitersten
raken elkaar.
Want de Modernen die onze kerk hebben
verwoest, zeiden voor circa 80 jaar: niet de
leer, maar de Heer. Met de leer gaat men
verloren, met den Heer wordt men behouden.
Ongetwijfeld schuilt hierin waarheid.
Ons geloof en onze bevinding moet den
toets van Gods geschreven woord kunnen door
staan
Een moderne predikant deed kort geleden
intree met den tekst: „Ik zal zeggen, wat de
Heer tot mij spreken zal".
Voortreffelijk Maar wat hij spreekt en preekt
is louter zijn eigen „bevinding", buiten het
woord om.
Jezus als voorbeeld tot navolging, zonder
Jesaja 53.
Geen voorwerpelijke grondslag.
Een welmeenende broeder onderwees eens een
jong predikant. En deze liet zich inderdaad
dat oogenblik onderrichten, ziende des mans
geloof.
Deze broeder had bezwaar tegen den gebeds
term Heere onze God.
De predikant twijfelde. Daar ondekte hij later
tot zijn bevestiging van zijn oude standpunt,
dat 2 Kron. 28 vers 5 van den allergoddeloos-
ten Achaz zegt, dat de Heere z ij n God hem
overgegeven heeft. En zoo herhaaldelijk in het
oude testament.
Zelfs leert Jezus aan Judas Iskariot bidden
Onze Vader.
Waar zit de- fout Hier: De voorwerpelijke
grondslag van het Woord heeft men al te zeer
verlaten. Men voelt alles terstond persoonlijk
aan. Dit heeft zijn goede zijde. Het bewaart
de voorwerpelijken voor veruitwendiging.
Toch dient men goed te onderscheiden. Wie
het Woord Gods tot regel heeft en houdt,
brengt het op den duur het verst. Hij mag
niet in den „smaak" vallen bij velen, och, 't
is ermee als met de zieken, die krijgen allerlei
frutjes, straks kunnen ze bij herstelde gezond
heid de degelijke kost verdragen.
Let eens op het volgende: Wij vieren straks
Kerstfeest. Een voorwerpelijk feest. Er
is iets te zien, n.l. een kind in de kribbe. Een
voorwerp. Het voorwerp van Gods liefde.
Daarna vieren wij Paaschfeest. We
derom een voorwerp: de opgestane Heiland.
Zichtbaar en tastbaar.
Zoo legt God een dubbelen voorwerpelijken
grondslag van graniet en cement.
Dan komt de toepassing: Het Pinksterfeest.
Geen voorwerp. Een geluid, niet van wind,
doch als van. Tongen vuur, niet van vuur,
doch als van.
Dit onderwerpelijk feest is gebaseerd op de
beide voorwerpelijke heilsfeiten, de geboren en
opgestane Heiland.
De lijn der H. Schrift dient gevolgd.
Eerst de waarheid voorwerpelijk uitgestald,
waarna onderwerpelijk toegepast.
Niet enkel zieletoestanden, dat brengt den
Chris ten naar voren, en niet den Chris t u s.
Van des predikers geloof kan geen mensch
leven, doch wel van Christus, die het Brood
des levens is. De opdracht luidt nergens: predik
Uw geloof, doch wel: Predik het Woord.
Het woord Gods is en blijft het medicijn,
voor onwetenden tot verheldering, voor degenen
die te veel weten tot tempering van eigen en
eigenwijze inzichten.
BB
KERSTFEEST^
Bij de hoogtijden, die de Christenheid viert,
heeft de Heilige Schrift steeds gegolden als
maatstaf en regel.
Het oude verbond kwam reeds met vele
vierdagen, die gehouden moesten worden.
Geraakten deze door het ongeloof in onbruik,
dan kwam vroeger of later een Godsgezant, die
tot inkeer vermaande.
Zoo werd eens het wetboek gevonden, 2 Kon.
22, waardoor het Pascha in eere werd hersteld;
zoo trad Nahum op met de boodschap: vier
Uwe vierdagen, o Israel
De feesten en gedenkdagen die echter geen
verband hielden met de komst van den be
loofden Messias, of die in den loop der tijden
van Jezus' omwandeling op aarde geen aan-
knoopingspunt hadden met het heilswerk van
Christus, raakten bij de Christelijke kerk op
den achtergrond en in onbruik, of zijn nooit
gevierd geweest, als b.v. Nieuwe maan, Loof
hutten en Purim.
Paschen en Pinksteren kregen nieuwen in
houd en nieuwe beteekenis. Voor den uittocht
uit Egypte kwam op Paschen de Opstanding,
en voor de wetgeving op Sinai kwam op Pink
steren de Uitstorting des Heiligen Geestes.
Maar" ziet, daar heeft zich bijgevoegd het
Kerstfeest.
Het Kerstfeest was in de heele wereld on
bekend.
Het vindt niet, als Paschen en Pinksteren,
zijn historische aanleiding in het Oude Tes
tament.
Dit heeft voor het Wettisch Christendom
eigenaardige gevolgen, wijl men niet het ma-
terieele, doch het formeele laat domineeren. Met
andere woorden: Het wordt in den Bijbel niet
als een „Sabbath" geboden, en derhalve doet
men op eersten Kerstdag zaken, en houdt zijn
winkel openInderdaad een ontstellend feit,
getuigenis afleggend van min of meer onbe
wuste geringschatting van Gods hoogste
openbaring, nu gedacht wordt aan het gekomen
heil, dat de aarde in 't rond verheugt.
Wij spreken van Kerst feest; de R. K.
van Kerst m i s.
De traditie is zóó taai en sterk, dat vele
zonen der Reformatie heden nog van „Kerst
mi s" spreken.
Dit woord bestaat naar aanleiding van de
mis, die als hoogte- en middelpunt van den
Kersttijd, in de R. K. Kerk gelezen wordt.
Wij spreken en dienen te spreken van
Kerstfeest.
Kerst-feest beteekent Krist-feest.
Krist Christus.
Het Kerstfeest dateert uit de 4e eeuw. De
oudste Chr. Kerk vierde geen kerstfeest. Wel
gedacht men het wSnder Gods, beschreven in
Lukas 2. Men richtte zich echter meer naar
Matth. 2, het feit van de verschijning van de
ster. Men noemde dit feest Epiphaniën-feest.
Epiphanien beteekent: verschijning. Verschijning
n.l. van de Ster in het Oosten.
Het Christendom werd na drie eeuwen de
wereldgodsdienst. Het kwam op in het Romein-
sche keizerrijk. De Romeinen hadden hun eigen
godsdienst, met eigen feestdagen.
Langzamerhand begon het Christendom de
overhand te krijgen en is men begonnen den
dag te bepalen voor het Kerstfeest, als de
geboortedatum van Jezus Christus. Deze datum
wordt echter niet genoemd in den Bijbel.
Nu had de Romeinsche kalender een datum
als feestdag, n.l. 25 December, dies invicti solis,
d.w.z. dag van de onoverwonnen zon.
Die datnm werd gekozen. Gelijk na de don
kere dagen, toch de zon weer hooger aan den
hemel gaat staan; gelijk de duisternis toch weer
verdreven wordt door het licht, zoo gaat ook
in de godsdienstige wereld na dagen van duis
ternis de Zon des heils op aan de kimme der
eeuwigheid.
Deze symboliek is schoon.
Het kerstfeest werd alzoo verbonden met
natuurlijk gebeuren in de Schepping, in de
donkerste dagen verschijnt het Licht.
In 354 werd het te Rome, in 379 te Con-
stantinopel, in 388 te Antiochie als zoodanig
voor het eerst gevierd, en wel op 25 December,
den dag der winterzonnewende.
VAN DEN BOMMEL
door
Ds. G. VAN DER ZEE.
XVIII.
BEROEPSFORMALITEITEN.
Den 21 October 1691 nam Ds. Alewijnus de
Roy afscheid van onze gemeente om te ver
trekken naar Zwammerdam.
Nu moest de kerkeraad weer beroepen, en
staat ons een uitvoerig relaas ten dienste, hoe
men zich te gedragen had tegenover de Am-
bachtsvrouwe, daar men nog al eens eene in
formaliteit beging.
De formaliteiten kwamen hierop neer
le. kennis geven van het vertrek en ver
zoeken om wederom over anderen zijn gedachten
te mogen laten gaan
2e. de WelEdele Vrouwe aan te dienen, dat
men een genoegzaam getal gehoord had, waar
onder zoodanig gevonden werden, die naar beste
weten de kerk als trouwe herders konden die
nen, daaruit eenigen te verkiezen om die aan
haar voor te dragen
3e. daarna de verkorene aan Haar Ed. nader
voor te dragen en haar goedkeuring te ver
zoeken om tot een beroep te mogen treden,
het welk gedaan zijnde dan
4e. dit beroep wettelijk gedaan zijde, haar
approbatie (goedkeuring) te verzoeken.
Er was dus nog al wat aan verbonden. En
waar men punt twee had veronachtzaamd, werd
het beroepingswerk eenigen tijd opgehouden.
Echter liep alles verder vlot van stapel en
werd Ds. Wilhelmus den Appel 30 Dec. 1691
nog bevestigd. Doch door het herhaaldelijk
reizen beliepen de kosten 150-
Gelijk wij ons herinneren werden in 1690
de kassen van kerkelijke administratie en dia
conie gescheiden. Echter steunde de Diaconie
steeds krachtig. Telken jare bij de rekening
werd het batig slot der diaconie den kerkmees
ter ter bewaring toegeteld. Doch ook hieraan
kwam een eind, door het besluit van 1705, dat
voortaan alles gescheiden zou zijn en blijven,
en de administreerende diaken telken jare met
zijn handteekening moest bekrachtigen het ac-
coord der rekening en het depót der gelden.
Hiervoor worden twee redenen aangevoerd,
le. om bij overlast van armen den kerkmeester
niet lastig te vallen, anderdeels om in het toe
komende soo het den noodt der armen niet
verhinderde, selfs een beurse voor de diaconie
te vergaderen.
In 1704 is het geheele bezit der diaconie
f 483.85.
Een aanteekening uit het jaar 1700 doet ons
zien hoe in dezen tijd de invloed van wereld
lijke personen in kerkelijke zaken zeer groot
is. Maarten Bigge, n.l. de Dijkgraaf en Ont
vanger van St. Adolphsland, tevens kerkmeester,
had in de kerk een bank laten timmeren. Dit
zal natuurlijk wel met toestemming gegaan zijn
van den Kerkeraad, den Ambachtsheer gehoord,
doch het is typeerend" voor dien tijd. Daar
M. Bigge in dezen tijd overleed, staat het vol
gende geschreven
„Juffrouw Catherina van Erlingen wedut van
Wijlen de heer Maarten bigge, heeft aan de
kercke van den bommel geschonken een ge
stoelte in de kercke, welke de heer bigge daar
in de kercke had laten maken, onder conditie
datse daar voor twee menschen most sitplaats
hebben als sij genegen was in den bommel ter
kercke te komen 't geen in dank bij den ker
keraad is aangenomen."
Voorts zijn er nog eenige legaten te ver
melden
le. 1704. Gerrit Tichelman is versogt als
ouderlingh om het legaat van Merrinus Corn.
Bretman 't geene sijne gemaakt heeft bij Tes-
tamente aen de voorsz. kercke te ontfangen
ter somme van Twee hondert gulden.
2e. 1705. Alhier bij memorie aangeteekent
dat Merry (Marie) Hendricks, huisvrou laatst
van Aren Theunisse Groenewegt bij testament
heeft gemaackt aen de diakonie van den bom
mel de somme van een hondert gulden, welk
le gaat vervallen (verschenen) is 11 Febr. 1705.
Dit legaat werd als hypotheek gegeven en
met rente in 1711 afgerekend.
3e. 1716. 28 Dec. Sijtje Claas, wedue van
Jan Corn, de Groot, die gestorven is op 28
Dec. 1716, heeft bij testament aen de kerck
gemaeckt hondert gulden, mits dat daer
voor gekogt souden werden twee silvere scho
tels tot gebruick van 's Heeren H, Avontmaal,
welke schootels de voogden van haer nalaten
schap sijn overbehandigt aen den predikant Cor
nells Vreeswater den 17 Nov. 1717 en hebben
gecost honder twaelf gulden sestien stuyvers,
zoodat die twaelf guldens sestien stuyvers daer
sijn bijgelegt uyt de penningen van de huishuer
van 't arme huys van het jaar 1716.
Nog heeft Sijtje Claas voornt, bij legaat ge
maeckt aan de diakonie de somme van vijftig
gulden, 't geen in de diakonie Reekeninge sal
verantwoort worden."
4e. 1720. 18 Jan. Jacob Willemse Goemaat,
ouderling in dese gemeente op den bommel
vereert als eene liberale (vrije) gift aen de'
diakonie van den bommel zijn administratie loon
wegens zijn voogdijschap over de dogter van
zijn overleden broeder Wouter Goemaat, ge
durende haar minderjarigheid de somme van
38 gulden 5 stuivers."
Wat het avondmaal-servies betreft valt op
te merken, dat Ds. Vreeswater ongetwijfeld
wel om verbetering zal hebben gestreden.
In 1705 werden n.l. 2 zilveren bekers voor
54.gekocht en van het legaat van Sijtje
Claas in 1717 twee zilveren schalen. Een en
ander en vooral het tin heeft zijn besten tijd
gehad. Wie weet waarmede wij nog eens wor
den verrast.
Sijtje Claes heeft zelf niet lang van het ge
schenk mogen genieten, daar zij korte jaren
na haar kerkelijk huwelijk kwam te overlijden.
(Wordt vervolgd).
BB BflBB BB
BB BB
DS. G .H. BEEKENKAMP. f
Met een paar woorden willen ook wij het
verscheiden van den bekenden en geliefden
leeraar Ds. G. H. Beekenkamp, in leven bedie
naar des Woords in de Ned. Herv. Kerk te
Leiden herdenken.
Ds. Beekenkamp bewoog zich op velerlei ter
rein. Kerk, Staat en School hadden zijn aan
dacht en op al deze terreinen verkondigde en
verdedigde hij de oude gereformeerde en anti
revolutionaire beginselen. Trouw en overtuigd
lid der A. R. partij, gaf hij zijn krachten mede
in haar dienst, tot bescherming van de christe
lijke levensgedach^e, welke vooral in onzen tijd
door anti-christelijke begeerten en woelingen be
dreigd wordt.
Heden, Vrijdag om 12 uur werd zijn stoffelijk
overschot aan de groeve toevertrouwd.
Zijn ziel juicht voor Gods troon
Zijn nagedachtenis zal tot zegen zijn
SOMMELSDIJK.* Ds. G. van Montfrans,
voorheen predikant te dezer plaatse, thans te
Barneveld, ontving een beroep naar de Ned.
Herv. Kerk te Wanswerd (Fr.).
Rectificatie. In het vorig blad stond op
brengst collecte christelijke scholen in Nederland
338.50, dit moet zijn voor de christelijke
school alhier.
MIDDELHARNIS. De oogstcollecte, welke
Zondag in de Ned. Herv. Kerk gehouden is,
heeft opgebracht 314.28.
NIEUWE TONGE. Als ouderling en diaken
der Ned. Herv. Kerk zijn op 1 Jan. e.k. aan de
beurt van aftreding de heeren A. Hartveld en
B. van den Broek.
DIRKSLAND, Tot kerkvoogden in de Ned.
Herv. Kerk alhier zijn gekozen de heeren A.
C. van Nieuwenhuizen en C. Zoeteman.
A.s. Zondagavond zal in de N. H. Kerk
alhier een collecte worden gehouden voor het
gesticht voor lijders aan vallende ziekten te
Heemstede. Deze collecte wordt ten zeerste
aanbevolen.
MELISSANT. Onder leiding van den con
sulent, Ds. Polhuijs, zijn Donderdag j.l. van
wege de Herv. Gemeente de catechisaties weder
om aangevangen.
Voor de avondcursus aan de openbare en
bijzondere school hebben zich resp. 14 en 13
leerlingen aangemeld.
HERKINGEN. De jaarlijksche dankstond
voor het gewas bij de Geref. Gemeente is be
paald op Donderdag 6 December a.s., zoowel
des voorm. als des avonds hoopt dan voor de
gemeente op te treden Ds. de Blois van Dirks
land.
STELLENDAM. Op Maandag 2 December
a.s., des avonds 6 uur, zal in de consistorie
kamer der Ned. Herv. Kerk alhier worden
gehouden de stemming ter voorziening in de
periodieke aftreding van een ouderling en een
diaken.
GOEDEREEDE. Aan de beurt van aftreding
als kerkeraads leden der Ned. Herv. Kerk zijn
de heeren J. Roos en L. v. d. Wende, resp.
als ouderling en diaken.
OUDDORP. Donderdag 6 December wordt
in de kerkekamer der Herv. Kerk zitting ge
houden voor het innen van zitplaatsengelden.
Ds. W. Schopenhauer, gekomen van
hier, heeft, in tegenwoordigheid van de Kerke
raden van Ballum en Nes (de predikant van
Nes was door ziekte verhinderd) en voor tal
rijke aanwezigen, die den dienst bijwoonden,
zijn intrede gedaan bij de Doopsgezinde Gem.
van Hollum op Ameland, daarbij predikende
over 2 Corinthe 4 5.