L UIT HET WOORD predikbeurten |"b"s allerlei i onder redactie van "i"! «i i i C. WARNAER, Dirksland, Ds. C. VAN DER WAL, Dirksland, A. H. VAN YPEREN, Werkingen en Ds. G. VAN DER ZEE, Den Bommel, Eindredacteur advent. S STICHTELIJKE OVERDENKING Geestelijke Opbouw schetsen uit de kerkgeschiedenis ned. herv. kerk. gereformeerde kerk. gereformeerde gemeente. oud-gereformeerde gemeente. n VOOR DEN ZONDAG fi ■Ct OP ZONDAG 2 DEC. 1928 Sommelsdijk v.m. leesdienst, 6 uur Ds. van Ameide. Middelharnis, am. 2 uur de heer Van Yperen, 6 uur de heer Vetter. Stad aan 't Haringvliet, 9 uur leesdienst, 6 uur Ds. Polhuijs. Den Bommel, 9.30 uur (Doop) Ds. van der Zee, 6 uur leesdienst. Ooltgensplaat, 9.30 uur Ds. Polhuijs (Doop), 6 uur Ds. Rappard van Dinteloord. Oude Tonge, v.m. Ds. van Ameide, n.m. lees dienst. Nieuwe Tonge, v.m. leesdienst, n.m. 2 uur Ds. van Ameide van Sommelsdijk. Dirksland, v.m. 9.30 Ds. v. d. Wal en 's av. 6 uur dhr. Smit van Heemstede (collecte voor lijders aan vallende ziekte). Herkingen, 9.30 uur en 6 uur de heer Van Yperen. Melissant, n.m. 6 uur Ds. van der Zee (voorb. H.A.) Stellendam, v.m. de heer Smit van Heemstede (collecte.) Goedereede, n.m. 2 uur de heer Bouman van Stellendam. Ouddorp, v.m. leesdienst, n.m. Ds. van der Wal (Doop.) Middelharnis v.m. en av. de heer De Vries van Poortvliet. Stad aan 't Haringvliet, 9.30 en 5.30 Ds. de Graaff. Ooltgensplaat, 9.30 (H.A.) en 6 uur Ds. de Lange. Ouddorp, v.m. en n.m. Ds. Diemer. Middelharnis, v.m. en av. leesdienst. Dirksland, v.m. en av. Ds. de Blois. Herkingen, 9, 2 en 6 uur leesdienst. Ouddorp, v.m. en nam. leesdienst. Herkingen v.m. 9 en nam. 2 uur leesdienst. Van de overige gemeenten geen opgaaf. Alles Heeft zijn bestemden tijd. In het rijk der natuur ligt alles in zijn winter slaap verzonken. Een periode van storm hebben wij achter den rug. In het koude jaargetijde zijn wij alles te wachten, zonder dat ook maar iemand het kan bepalen. Te midden van dit herfst- en wintergetij staat in de godsdienstige en kerkelijke wereld de zonnige Adventstijd, dit jaar ingaande 2 De cember. Advent beteekent toekomst, in dien zin n.l. van Diengene, die naar ons toe-komt. De vier weken voor Kerst is ook de voorbereiding tot herdenking van dit heuglijk feit, van evenveel beteekenis als elk ander Christelijk feest. Mocht het woord, dat gij hooren of lezen zult, een middel in Gods hand zijn, om Uw hart voor te bereiden om bij aanvang of ver nieuwing te ontvangen Hem die zegt„Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop". EENE OPWEKKING. Maak U op, word verlicht, want Uw licht komt en de heerlijkheid des Heeren gaat over u op. Jesaja 60 1. De dagen voor Kerst zijn de dagen van span ning en blijde toekomst. De dagen worden korter en donkerder, maar voor den Christen, die op Gods goedertieren heid hoopt, worden de dagen in het gezicht van den Kerstdag gaandeweg lichter. Dit licht is den onbekeerde tot ontdekking, want het volk dat in duisternis wandelt zal een groot licht zien. Het is den verharde ondragelijk, zie maar aan Herodes, hij kan het licht van den kerst nacht niet verdragen. a Wie met zijn ziel meeleeft in het kerkelijk jaar, dat we weer met den Adventstijd zijn in getreden, gevoelt iets van dat wonderheerlijke, waarvan elk Christen gaarne getuigt. De boodschap van den komenden Christus is als een schok, die door alle deelen der kerk moet worden gevoeld. Als dat niet zoo is, dan vieren wij slechts een Kalender-Kerstfeest. Stel U voor het feit; plaats U voor de keuzekalenderblaadjes bijhouden of Gods groote en heilrijke daden Het is goed, dat de Kalender ons straks wederom aanwijst: 25 December. Het is goed, dat de tijd ons weer tot her enken dwingt, maar nog beter is het als ons nart ons tot feestvieren dringt. Heerlijkzoo daar in de ziel weerklinkt k Zal gedenken hoe voor dezen ns de Heer heeft gunst bewezen. lPlri van alk blijdschap voor een in scnuld verloren zondaar is alleen de be- 111 oei en is Gods. oqr Zijn heilsbemoeienis komt het licht, net Licht der Wereld 1 it Licht verdrijft alle duisternis der zonde. iJeswege is er blijdschap. ?n vreugdekreet van den profeet, die de o° schap ontving om het volk aan te zeggen: Maak U opword verlicht. licht is geen uitvinding van menschen. t Is een openbaring, bekendmaking, mede deling Gods. Wie dit verschil zich mag inleven, dat het met uit den mensch voortkomt, geen terugslag, weerkaatsing is van godsdienstige indrukken, conclusioneele reflensies, doch inderdaad een woord Gods uit den hemel, die geeft zich over Maak U op, word verlicht't is een God delijke boodschap. Dit kan niet met genoeg nadruk worden gezegd, met ernst worden be tuigd, met eerbied aangehoord, met heilig beven ontvangen, dat dit is een woord des Heeren HEEREN, van den Koning der Koningen. Daar is heden een bijzondere boodschap, die als een pijl wordt afgeschoten in een voudigheid. 't Is een boodschap van opwekking tot hen die in duisternis zijn gezeten. In de historie eens gesproken tot een ver dreven volk, in Babel geestelijk omkomend, heeft het zijn eeuwige beteekenis voor hen, die behooren tot het geestelijk Israel. De roepstem des Heeren is: Maak u op 1 Maak U op 1 Gij duisterling, juist omdat gij in het duister zit, want het licht komt, enwat gij nooit had durven denken, wijl het te machtig is voor een die zich zeiven van wege zijn zonden mishaagt: de heerlijkheid des Heeren gaat over U op De opgaande zon in het rijk der natuur is een machtig schouwspel. Vooral het buitenland met zijn bergen biedt in den ochtendstond een prachtig gezicht. Reizigers laten zich bij helder weder vroeg weken, om een indruk te ontvangen van Gods heerlijkheid in de natuur, een indruk van Zijn alles overstelpende Majesteit. Als het öogenblbik van het eerste morgen krieken op handen is, worden zij gewekt: Sta op I nog een oogenbblik en de koningin des hemels komt aan de kimme I" Het gezelschap onderneemt den tocht, zet zich neer, staart naar het Oosten, ziet met verrukking de eerste stralen; vol spanning zijn aller oogen gericht op den gezichtseinder daar verrijst de zon Het licht komt, tot ver lichting en verwarming, de heerlijkheid des Heeren in de natuur. Zoo, en nog veel schooner is de Zonne der Gerechtigheid verschenen Verwacht Hem 1 Maak U opWord ver licht want de heerlijkheid des Heeren gaat over U op. Een licht, zoo groot, zoo schoon, Gedaald van 's Hemels troon, Straalt volk bij volk in d' oogen Terwijl 't het blind gezicht Van 't heidendom verlicht, En Israel zal verhoogen. Hebt gij die stem vernomen, mijn lezer Ook thans is des Heeren arm nog niet ver kort, Zijn oor niet verzwaard, en Zijn hart nog niet verarmd. Hij zegt tot het Noorden: geefen tot het Zuiden: houd niet terug. Een volheid van genade, zonder Zelf minder te worden. Maak U op wordt verlicht Jesaja roept, na gebeden te hebben om verlossing des volks. Jesapa r o e pt, op Gods bevel, dat tot hem kwam: Roep uit den keel verhef uw stem als een bazuin! Maak U opwordt ver licht De luiaard zegt: ik zal mij niet opmaken, 't is vergeefsche moeite. Hij brengt zijn tijd door met een weinig slapens, handvouwens, al nederliggende. De twijfelaar zegt: ik zal mij niet opmaken, ik heb het resultaat nog nooit gezien. Hij wil eerst zien, en dan gelooven. De hoogmoedige zegt: ik zal mij niet op maken. Het komende licht draag ik reeds om in mij zelf. Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten. Hij is blind en verblind. Zoo hebben zij allen vele vonden gezocht. Maar degene die waarlijk wijs is, maakt zich op, en gaat; hij gaat als de herders, van wie geschreven staatZij kwamen met haast. Zij gaan in deemoed en ootmoed, beladen met schuld, bevlekt met zonden, want wat nog nooit is geschied, wordt thans vertoond door God, Die Zijn geliefden Zoon gegeven heeft, en straks over geven zal, tot redding en be houd, en daarmede juist de wereld is tot een oordeel. Maak U op,* ga tot Hem, die kwam om het aardrijk te richten, Gods volk te vertroosten, Zijn Kerk te verlossen, de wereld te verzoenen en duisterlingen te verlichten. Zult gij U opmaken Of zal Jesaja 59 vers 2 op U van toepassing zijn D. B. G. v. d. Z. ONKRUID. Iedereen draagt zijn gebrek In een mandje op zijn nek, Daarom kan hij 't zelf niet zien, En nu toont hij 't andre liên, En de man die achter gaat Ziet altoos des voormans kwaad. Niemand zonder gebreken. Gebreken van al lerlei aard. Zoo ook in het kerkelijke leven. Op dien akker tiert ook welig de wortel van velerlei onkruid in menigerlei schakeering. Geen kerkeraad van welke kerkformatie ook; geen predikant van welke kerk of welke richting heeft ze niet of kent ze niet, of heeft er tegen te worstelen. Onze kerk wordt hier en daar door het onkruid tot onherkenbaar wordens toe ver minkt, andere kerkformaties hebben te kampen met het in den wortel hetzelfde onkruid. Zullen we eens een paar plantjes opnoemen? Daar hebt ge in de eerste plaats de brand netels. Predikanten en welmeenende ouderlingen, blijft er maar vandaan Ze staan aan den zelf kant van den gemeentelijken akker; ook dik wijls aan den slootkant, en kijken schudde bollend in den wind over den heelen akker heen. Het zijn de betweters (bet-beter, beterweters) Ze overtreffen hun leeraars in beleid. a Ze willen gereformeerd heeten, en zijn net zoo doopersch als Jan van Munster. Ze zweren bij oude schrijvers en verachten de tegenwoor dige predikanten om hun „geleerdheid", doch weten niet, dat de meeste der oude schrijvers gedoctoreerd waren. Doorgans zijn het subjectivisten, de onder- werpelijken. Onderwerpelijk zijn is goed. Het wil zeg gen, dat men den nadruk legt op het zelf er varen heil. Op eigen getuigenis. Maar het treu rige van de zaak is, dat velen hierop doordraven en den voorwerpelijken toetsteen van geloof en leven, gelegd in de Heilige Schrift, nu ver laten hebben. Zij maken van de H. Schrift wat anders dan deze i s. Zij zeggen: de letter doodt, de geest maakt levend. Ps. 25 vs. 2 berijmd leert echter bidden Maak mij Uwe wegen door Uw Woord en Geest bekend. De Modernen en de ultra „gereformeerden" zijn het hier in zekeren zin eens. De uitersten raken elkaar. Want de Modernen die onze kerk hebben verwoest, zeiden voor circa 80 jaar: niet de leer, maar de Heer. Met de leer gaat men verloren, met den Heer wordt men behouden. Ongetwijfeld schuilt hierin waarheid. Ons geloof en onze bevinding moet den toets van Gods geschreven woord kunnen door staan Een moderne predikant deed kort geleden intree met den tekst: „Ik zal zeggen, wat de Heer tot mij spreken zal". Voortreffelijk Maar wat hij spreekt en preekt is louter zijn eigen „bevinding", buiten het woord om. Jezus als voorbeeld tot navolging, zonder Jesaja 53. Geen voorwerpelijke grondslag. Een welmeenende broeder onderwees eens een jong predikant. En deze liet zich inderdaad dat oogenblik onderrichten, ziende des mans geloof. Deze broeder had bezwaar tegen den gebeds term Heere onze God. De predikant twijfelde. Daar ondekte hij later tot zijn bevestiging van zijn oude standpunt, dat 2 Kron. 28 vers 5 van den allergoddeloos- ten Achaz zegt, dat de Heere z ij n God hem overgegeven heeft. En zoo herhaaldelijk in het oude testament. Zelfs leert Jezus aan Judas Iskariot bidden Onze Vader. Waar zit de- fout Hier: De voorwerpelijke grondslag van het Woord heeft men al te zeer verlaten. Men voelt alles terstond persoonlijk aan. Dit heeft zijn goede zijde. Het bewaart de voorwerpelijken voor veruitwendiging. Toch dient men goed te onderscheiden. Wie het Woord Gods tot regel heeft en houdt, brengt het op den duur het verst. Hij mag niet in den „smaak" vallen bij velen, och, 't is ermee als met de zieken, die krijgen allerlei frutjes, straks kunnen ze bij herstelde gezond heid de degelijke kost verdragen. Let eens op het volgende: Wij vieren straks Kerstfeest. Een voorwerpelijk feest. Er is iets te zien, n.l. een kind in de kribbe. Een voorwerp. Het voorwerp van Gods liefde. Daarna vieren wij Paaschfeest. We derom een voorwerp: de opgestane Heiland. Zichtbaar en tastbaar. Zoo legt God een dubbelen voorwerpelijken grondslag van graniet en cement. Dan komt de toepassing: Het Pinksterfeest. Geen voorwerp. Een geluid, niet van wind, doch als van. Tongen vuur, niet van vuur, doch als van. Dit onderwerpelijk feest is gebaseerd op de beide voorwerpelijke heilsfeiten, de geboren en opgestane Heiland. De lijn der H. Schrift dient gevolgd. Eerst de waarheid voorwerpelijk uitgestald, waarna onderwerpelijk toegepast. Niet enkel zieletoestanden, dat brengt den Chris ten naar voren, en niet den Chris t u s. Van des predikers geloof kan geen mensch leven, doch wel van Christus, die het Brood des levens is. De opdracht luidt nergens: predik Uw geloof, doch wel: Predik het Woord. Het woord Gods is en blijft het medicijn, voor onwetenden tot verheldering, voor degenen die te veel weten tot tempering van eigen en eigenwijze inzichten. BB KERSTFEEST^ Bij de hoogtijden, die de Christenheid viert, heeft de Heilige Schrift steeds gegolden als maatstaf en regel. Het oude verbond kwam reeds met vele vierdagen, die gehouden moesten worden. Geraakten deze door het ongeloof in onbruik, dan kwam vroeger of later een Godsgezant, die tot inkeer vermaande. Zoo werd eens het wetboek gevonden, 2 Kon. 22, waardoor het Pascha in eere werd hersteld; zoo trad Nahum op met de boodschap: vier Uwe vierdagen, o Israel De feesten en gedenkdagen die echter geen verband hielden met de komst van den be loofden Messias, of die in den loop der tijden van Jezus' omwandeling op aarde geen aan- knoopingspunt hadden met het heilswerk van Christus, raakten bij de Christelijke kerk op den achtergrond en in onbruik, of zijn nooit gevierd geweest, als b.v. Nieuwe maan, Loof hutten en Purim. Paschen en Pinksteren kregen nieuwen in houd en nieuwe beteekenis. Voor den uittocht uit Egypte kwam op Paschen de Opstanding, en voor de wetgeving op Sinai kwam op Pink steren de Uitstorting des Heiligen Geestes. Maar" ziet, daar heeft zich bijgevoegd het Kerstfeest. Het Kerstfeest was in de heele wereld on bekend. Het vindt niet, als Paschen en Pinksteren, zijn historische aanleiding in het Oude Tes tament. Dit heeft voor het Wettisch Christendom eigenaardige gevolgen, wijl men niet het ma- terieele, doch het formeele laat domineeren. Met andere woorden: Het wordt in den Bijbel niet als een „Sabbath" geboden, en derhalve doet men op eersten Kerstdag zaken, en houdt zijn winkel openInderdaad een ontstellend feit, getuigenis afleggend van min of meer onbe wuste geringschatting van Gods hoogste openbaring, nu gedacht wordt aan het gekomen heil, dat de aarde in 't rond verheugt. Wij spreken van Kerst feest; de R. K. van Kerst m i s. De traditie is zóó taai en sterk, dat vele zonen der Reformatie heden nog van „Kerst mi s" spreken. Dit woord bestaat naar aanleiding van de mis, die als hoogte- en middelpunt van den Kersttijd, in de R. K. Kerk gelezen wordt. Wij spreken en dienen te spreken van Kerstfeest. Kerst-feest beteekent Krist-feest. Krist Christus. Het Kerstfeest dateert uit de 4e eeuw. De oudste Chr. Kerk vierde geen kerstfeest. Wel gedacht men het wSnder Gods, beschreven in Lukas 2. Men richtte zich echter meer naar Matth. 2, het feit van de verschijning van de ster. Men noemde dit feest Epiphaniën-feest. Epiphanien beteekent: verschijning. Verschijning n.l. van de Ster in het Oosten. Het Christendom werd na drie eeuwen de wereldgodsdienst. Het kwam op in het Romein- sche keizerrijk. De Romeinen hadden hun eigen godsdienst, met eigen feestdagen. Langzamerhand begon het Christendom de overhand te krijgen en is men begonnen den dag te bepalen voor het Kerstfeest, als de geboortedatum van Jezus Christus. Deze datum wordt echter niet genoemd in den Bijbel. Nu had de Romeinsche kalender een datum als feestdag, n.l. 25 December, dies invicti solis, d.w.z. dag van de onoverwonnen zon. Die datnm werd gekozen. Gelijk na de don kere dagen, toch de zon weer hooger aan den hemel gaat staan; gelijk de duisternis toch weer verdreven wordt door het licht, zoo gaat ook in de godsdienstige wereld na dagen van duis ternis de Zon des heils op aan de kimme der eeuwigheid. Deze symboliek is schoon. Het kerstfeest werd alzoo verbonden met natuurlijk gebeuren in de Schepping, in de donkerste dagen verschijnt het Licht. In 354 werd het te Rome, in 379 te Con- stantinopel, in 388 te Antiochie als zoodanig voor het eerst gevierd, en wel op 25 December, den dag der winterzonnewende. VAN DEN BOMMEL door Ds. G. VAN DER ZEE. XVIII. BEROEPSFORMALITEITEN. Den 21 October 1691 nam Ds. Alewijnus de Roy afscheid van onze gemeente om te ver trekken naar Zwammerdam. Nu moest de kerkeraad weer beroepen, en staat ons een uitvoerig relaas ten dienste, hoe men zich te gedragen had tegenover de Am- bachtsvrouwe, daar men nog al eens eene in formaliteit beging. De formaliteiten kwamen hierop neer le. kennis geven van het vertrek en ver zoeken om wederom over anderen zijn gedachten te mogen laten gaan 2e. de WelEdele Vrouwe aan te dienen, dat men een genoegzaam getal gehoord had, waar onder zoodanig gevonden werden, die naar beste weten de kerk als trouwe herders konden die nen, daaruit eenigen te verkiezen om die aan haar voor te dragen 3e. daarna de verkorene aan Haar Ed. nader voor te dragen en haar goedkeuring te ver zoeken om tot een beroep te mogen treden, het welk gedaan zijnde dan 4e. dit beroep wettelijk gedaan zijde, haar approbatie (goedkeuring) te verzoeken. Er was dus nog al wat aan verbonden. En waar men punt twee had veronachtzaamd, werd het beroepingswerk eenigen tijd opgehouden. Echter liep alles verder vlot van stapel en werd Ds. Wilhelmus den Appel 30 Dec. 1691 nog bevestigd. Doch door het herhaaldelijk reizen beliepen de kosten 150- Gelijk wij ons herinneren werden in 1690 de kassen van kerkelijke administratie en dia conie gescheiden. Echter steunde de Diaconie steeds krachtig. Telken jare bij de rekening werd het batig slot der diaconie den kerkmees ter ter bewaring toegeteld. Doch ook hieraan kwam een eind, door het besluit van 1705, dat voortaan alles gescheiden zou zijn en blijven, en de administreerende diaken telken jare met zijn handteekening moest bekrachtigen het ac- coord der rekening en het depót der gelden. Hiervoor worden twee redenen aangevoerd, le. om bij overlast van armen den kerkmeester niet lastig te vallen, anderdeels om in het toe komende soo het den noodt der armen niet verhinderde, selfs een beurse voor de diaconie te vergaderen. In 1704 is het geheele bezit der diaconie f 483.85. Een aanteekening uit het jaar 1700 doet ons zien hoe in dezen tijd de invloed van wereld lijke personen in kerkelijke zaken zeer groot is. Maarten Bigge, n.l. de Dijkgraaf en Ont vanger van St. Adolphsland, tevens kerkmeester, had in de kerk een bank laten timmeren. Dit zal natuurlijk wel met toestemming gegaan zijn van den Kerkeraad, den Ambachtsheer gehoord, doch het is typeerend" voor dien tijd. Daar M. Bigge in dezen tijd overleed, staat het vol gende geschreven „Juffrouw Catherina van Erlingen wedut van Wijlen de heer Maarten bigge, heeft aan de kercke van den bommel geschonken een ge stoelte in de kercke, welke de heer bigge daar in de kercke had laten maken, onder conditie datse daar voor twee menschen most sitplaats hebben als sij genegen was in den bommel ter kercke te komen 't geen in dank bij den ker keraad is aangenomen." Voorts zijn er nog eenige legaten te ver melden le. 1704. Gerrit Tichelman is versogt als ouderlingh om het legaat van Merrinus Corn. Bretman 't geene sijne gemaakt heeft bij Tes- tamente aen de voorsz. kercke te ontfangen ter somme van Twee hondert gulden. 2e. 1705. Alhier bij memorie aangeteekent dat Merry (Marie) Hendricks, huisvrou laatst van Aren Theunisse Groenewegt bij testament heeft gemaackt aen de diakonie van den bom mel de somme van een hondert gulden, welk le gaat vervallen (verschenen) is 11 Febr. 1705. Dit legaat werd als hypotheek gegeven en met rente in 1711 afgerekend. 3e. 1716. 28 Dec. Sijtje Claas, wedue van Jan Corn, de Groot, die gestorven is op 28 Dec. 1716, heeft bij testament aen de kerck gemaeckt hondert gulden, mits dat daer voor gekogt souden werden twee silvere scho tels tot gebruick van 's Heeren H, Avontmaal, welke schootels de voogden van haer nalaten schap sijn overbehandigt aen den predikant Cor nells Vreeswater den 17 Nov. 1717 en hebben gecost honder twaelf gulden sestien stuyvers, zoodat die twaelf guldens sestien stuyvers daer sijn bijgelegt uyt de penningen van de huishuer van 't arme huys van het jaar 1716. Nog heeft Sijtje Claas voornt, bij legaat ge maeckt aan de diakonie de somme van vijftig gulden, 't geen in de diakonie Reekeninge sal verantwoort worden." 4e. 1720. 18 Jan. Jacob Willemse Goemaat, ouderling in dese gemeente op den bommel vereert als eene liberale (vrije) gift aen de' diakonie van den bommel zijn administratie loon wegens zijn voogdijschap over de dogter van zijn overleden broeder Wouter Goemaat, ge durende haar minderjarigheid de somme van 38 gulden 5 stuivers." Wat het avondmaal-servies betreft valt op te merken, dat Ds. Vreeswater ongetwijfeld wel om verbetering zal hebben gestreden. In 1705 werden n.l. 2 zilveren bekers voor 54.gekocht en van het legaat van Sijtje Claas in 1717 twee zilveren schalen. Een en ander en vooral het tin heeft zijn besten tijd gehad. Wie weet waarmede wij nog eens wor den verrast. Sijtje Claes heeft zelf niet lang van het ge schenk mogen genieten, daar zij korte jaren na haar kerkelijk huwelijk kwam te overlijden. (Wordt vervolgd). BB BflBB BB BB BB DS. G .H. BEEKENKAMP. f Met een paar woorden willen ook wij het verscheiden van den bekenden en geliefden leeraar Ds. G. H. Beekenkamp, in leven bedie naar des Woords in de Ned. Herv. Kerk te Leiden herdenken. Ds. Beekenkamp bewoog zich op velerlei ter rein. Kerk, Staat en School hadden zijn aan dacht en op al deze terreinen verkondigde en verdedigde hij de oude gereformeerde en anti revolutionaire beginselen. Trouw en overtuigd lid der A. R. partij, gaf hij zijn krachten mede in haar dienst, tot bescherming van de christe lijke levensgedach^e, welke vooral in onzen tijd door anti-christelijke begeerten en woelingen be dreigd wordt. Heden, Vrijdag om 12 uur werd zijn stoffelijk overschot aan de groeve toevertrouwd. Zijn ziel juicht voor Gods troon Zijn nagedachtenis zal tot zegen zijn SOMMELSDIJK.* Ds. G. van Montfrans, voorheen predikant te dezer plaatse, thans te Barneveld, ontving een beroep naar de Ned. Herv. Kerk te Wanswerd (Fr.). Rectificatie. In het vorig blad stond op brengst collecte christelijke scholen in Nederland 338.50, dit moet zijn voor de christelijke school alhier. MIDDELHARNIS. De oogstcollecte, welke Zondag in de Ned. Herv. Kerk gehouden is, heeft opgebracht 314.28. NIEUWE TONGE. Als ouderling en diaken der Ned. Herv. Kerk zijn op 1 Jan. e.k. aan de beurt van aftreding de heeren A. Hartveld en B. van den Broek. DIRKSLAND, Tot kerkvoogden in de Ned. Herv. Kerk alhier zijn gekozen de heeren A. C. van Nieuwenhuizen en C. Zoeteman. A.s. Zondagavond zal in de N. H. Kerk alhier een collecte worden gehouden voor het gesticht voor lijders aan vallende ziekten te Heemstede. Deze collecte wordt ten zeerste aanbevolen. MELISSANT. Onder leiding van den con sulent, Ds. Polhuijs, zijn Donderdag j.l. van wege de Herv. Gemeente de catechisaties weder om aangevangen. Voor de avondcursus aan de openbare en bijzondere school hebben zich resp. 14 en 13 leerlingen aangemeld. HERKINGEN. De jaarlijksche dankstond voor het gewas bij de Geref. Gemeente is be paald op Donderdag 6 December a.s., zoowel des voorm. als des avonds hoopt dan voor de gemeente op te treden Ds. de Blois van Dirks land. STELLENDAM. Op Maandag 2 December a.s., des avonds 6 uur, zal in de consistorie kamer der Ned. Herv. Kerk alhier worden gehouden de stemming ter voorziening in de periodieke aftreding van een ouderling en een diaken. GOEDEREEDE. Aan de beurt van aftreding als kerkeraads leden der Ned. Herv. Kerk zijn de heeren J. Roos en L. v. d. Wende, resp. als ouderling en diaken. OUDDORP. Donderdag 6 December wordt in de kerkekamer der Herv. Kerk zitting ge houden voor het innen van zitplaatsengelden. Ds. W. Schopenhauer, gekomen van hier, heeft, in tegenwoordigheid van de Kerke raden van Ballum en Nes (de predikant van Nes was door ziekte verhinderd) en voor tal rijke aanwezigen, die den dienst bijwoonden, zijn intrede gedaan bij de Doopsgezinde Gem. van Hollum op Ameland, daarbij predikende over 2 Corinthe 4 5.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 7