Mi! Jtfl 1 iiillf Éi 1 ■isi li r De Storm van Vrijdagavond. Bil Pijnlijke Kloven Uw Zenuwen ST. NICOLA AS llllllf I verzacht en geneest men met Een angstige tocht met de Tramboot. Auto over boord geslagen. Wat een passagier vertelde. MIJnhardt's Zenuwtabletten iIESOORIEM U1DCMME5 f ECP.V/ielho EEN VERRASSING VOOR Plaatselijk Nieuws. Hoe Gl Jij Ltf jj «fa Bj M B3ï ttl -1' «Wï I hoog ons eigen ik!« En toch, die God lief heeft boven alles, moet de naasten liefhebben als zich zeiven. Het kan niet anders. Het is dure roeping, die helaas slechts in klein be* ginsel vervuld wordt. Gelukkig bestaat ze toch en wordt naastenliefde, over het algemeen als een ideaal goed beschouwd. De volken zijn bezig om de vrede die er is te bewaren en als het mogelijk is nooit meer te oorlogen met elkaar. We denken aan den Volkenbond. Men is algemeen van oordeel dat dezen bond een groote vooruitgang is voor het mensche* lijk welzijn Verschillende landen zijn toege treden tot dezen bond. Op verschillende tijden wordt hier of daar op de wereld vergaderd. Daar zendt ieder aangesloten land de beste krachten heen, om over verschillende vrede* lievende zaken te beraadslagen. Veel wordt daar gesproken over vrede, terwijl het vrede is. Ook wel hoe of het moet als er soms nog ééns oorlog komt, men kan nooit weten. Daartegenover staat, dat er verschillende landen, al is er vrede, hun leger en vloot geweldig uitbreiden. Waarom? Men is toch bezig elkaar »te verdragen Ik wil het hier niet hebben over wat er op die vergaderingen is en wordt behandeld, Men moet het in alle opzichten toejuichen wanneer er getracht wordt om elkaar wat meer te verdragen. Laat men hopen dat die bond rijpe vruchten afwerpt. Maar dat is te vreezen. Waarom Daar wil de één het van den ander hebben. D.w.z. daar wordt beraadslaagd met menschen. De Eénen wordt vergeten, zonder wien men niet vermag. Waarlijk, als het van den mensch moet komen, het is een verloren zaak. Ook daar, op die hooge vergaderingen zal men de oorlogen en hunne geruchten niet weg kunnen praten. Alleen de liefde voor elkaar die wint. »Wat ooit de mensch verzint, om oorlog weg [te bannen, Vergeefsch zijn alle plannen. Alleen de liefde [wint Maar 't moet een liefde zijn, die wortelt in [Gods wetten 1 Slechts Hij kan haat verpletten en maakt de [liefde rein. Dus wereld I Keert eerst wéér Leer God en [Bijbel minnen. Dan aad'men ziel en zinnen in 's Hemels [liefdesfeer. Kon 't Christendom zijn kracht voor God en [naaste ontplooien, Als ijs zou d' haat ontdooien en weg ging [d' oorlogsmacht». Dat is de »ontwapeningsleuze« van het Christenvolk 1 Er zijn menschen die voeren een andere ontwapeningsleuze. Maar ze zoeken het hier beneden en daarom kunnen ze het wel schrap* pen van hun program. Zie hoe het in Rus» land is. "aar bezitten ze een sterke gewapende macht. Daaar schreeuwden ze eertijds «ont» wapening 1 ontwapening De naastenliefde is bij het menschdom ver op stap. Lijnrecht tegen over liefde staat egoïsme. Wat een verschil, het is dag en nacht, licht en donker. Ja, het is bij den mensch een aardsche zelfzucht. (Egoïsme is hebzucht of zelfzucht). Wanneer het een egoïsme is naar Hemelsche dingen, dan mag men het niet misgunnen, maar een zekere Heilige jaloerschheid mag er wel ontwaken. Zoo'n verlangen. Begrijp U me? Maar 't is hier op aarde zoo, de ecne gunt den anderen rdets. En oordeelt niet over anderen, want we zijn allen met die groote zonde behept. Hoe mooi teekent onze Heere Jezus de ge» Iijkenis van den Barmhartigen Samaritaan. Naasten liefde, elkaar bijstaan helpen. Ook sommige aardsche geboden wijzen op naastenliefde. Men is verplicht tot onderhoud, van die of die. Uit Christelijk oogpunt be» zien is het eigenlijk wel een droevige zaak, dat men gewezen moet worden op dingen, die men verplicht zijn tot elkaar. En wanneer men verplicht wordt tot or>derhoud van iemand, dan zal dat zeer zeker niet uitliefde gebeuren Het is een soort aanklacht tegen den mensch Wanneer men getuige is van iemand, die in oogenblikkelijk levensgevaar verkeert, is men verplicht te helpen, (b.v. verdi inking, of ophanging enz.) Helpt men niet, dan kan men gestraft worden, indien de dood van zoo iemand volgt. Men behoeft zich niet zelf in levensgevaar te begeven. Ook dit wijst op «helpt elkander 1« Zoo zijn er veel geboden en verboden den mensch opgelegd. De haat tegen elkaar is van dien aard, dat waren er geen verplichtingen, men elkaar zou vertreden. Denkt U eens één oogenblik in, alle gezag weg, hetgeen natuurlijk niet moge* lijk is. Want zou de mensch dan onderling doen? O, laat ik er maar over ophouden, het zou vreeselijk zijn I Er is nog meer naasten liefde. We denken aan de weduwenpennekske. Offeren aan uwen naasten, die gebrek hebben. De winter staat voor de deur. Velen menschen zijn dan werk* loos, vooral ook op het platteland. Het land* bouwbedrijf is van dien aard, dat er 's winters hoegenaamd niet gewerkt wordt. Er zijn veel arbeiders ten plattelande, die worstelen met hun gezin voor hun dagelijksch brood. Als men zoo zijn gedachten ééns laat gaan over zulke arme stakkers, dan krijgt men een hart vol medelijden. Ja, dan ontwaakt er naasten* liefdel Wan eer men dan een andere kant uitkijkt, daar, waar weelde en vermaak heerscht, dan komt er bij velen een gedachte op, die ik hier niet wil neerschrijven. Maar dan is men bij velen een »revolutionair«, «vuur roodI« Wordt dat echter niet gekweekt? Het leven op aarde is een strijd, en rijk en arm onder* vindt dat. Maar dikwijls met moeite strijden om een boterham, dat is hard. Gelukkig den mensch die kennis heeft aan de eeuwige din* gen. Die zal niet omkomen van gebrek, want God verlaat Zijn volk niet. Ja, zulke menschen, die zijn te vreden, daar heerscht geen heb* zucht die getuige van naastenliefde. Let op de zulken is ons voorgeschreven, ziet op de vromen. Men heeft nog een andere roeping tot onze naasten. Dat is het Evangelie uitdragen. Ook al is het gebrekkig, getuig van uw Christelijke opvoeding. Schaam u niet en nergens. Wat wij ook doen, of waar wij ook zijn, wij kunnen door ons voorbeeld een krachtigen geestelijken en zedelijken invloed op anderen uitoefenen. Denk aan de Zendelingen, wan» neer er een kleine gave gevraagd wordt Zulke menschen, ver van huis en haard, in een vreemd land, met soms wilde stammen, die ook wel heidenen genoemd worden, verkon* digen daar bet Evangelie aan onze naasten. Want al zijn dat menschen, die andere goden dienen, ze zijn onze naasten. Steun alzoo het goede en het zal u welga. Wees ieder voor zich een zendeling, want het ongeloof is groot. Ook in uw omgeving, of waar men ook vertoeft. Schaam uw Christelijk beginsel niet. R. TR. Van het geheele eiland ontvingen wij berich ten over stormschade. Dakpannen en schoor- steenen en telefoonpalen moesten het ontgelden. Persoonlijke ongelukken zijn er gelukkig niet voorgekomen. Erger is wat de trampassagiers dien avond overkomen is. Velen zullen er bij geweest zijn, die deze reis hun leven lang niet meer ver geten. Wij hebben verscheidene reizigers gesproken, ook menschen van ervaring, die jarenlang we kelijks de reis maken, maar eenparig was aller oordeel: „Zóó erg hebben we het nog nooit meegemaakt Wij geven hier weer wat een der passagiers een bezadigd man met ervaring, ons over deze angstige reis vertelde. Het slechte weer was al begonnen vóór 6 uur toen de passagiers in de Rosestraat in de tram stapten. Gedurende deze reis naar Hellevoetsluis werd het gaandeweg erger. De wind, die uit het Zuid-Westen kwam, nam steeds in hevigheid toe en werd voor men op de helft was een intensieve storm metheftige rukwinden. Zóó zeer nam de druk van den storm toe, dat tusschen Nieuwenhoorn en Hellevoetsluis de locomotief geen voldoende stoom had om den trein te trekken en er enkele wagens moes ten afgekoppeld worden. Toen de reizigers te Hellevoetsluis uilj de tram stapten, zal ongetwijfeld niemand bevroed hebben, dat de boot vertrekken zou. Onze zegsman vertelde, dat op het perron een paar oude, ervaren varensgezellen stonden, die het hoofd schudden en gewaarschuwd had den om de tocht over het wilde Haringvliet niet te wagen. De passagiers, die naar Flakkee moesten gingen de boot op, omdat het in de kajuit in ieder geval beter was dan op de wal. Niemand dacht, dat er gevaren zou worden. Dat bleek o.m. wel uit het feit, dat de meeste passagiers consumptie bestelden. Maar het scheepspersoneel bleek beter in gelicht. Met groote haast werd de bestelde consumptie gebracht en eer, dat de haven uit gevaren was had de conducteur alle kaartjes geknipt. Eer de passagiers het goed en wel beseften waren ze al op het Haringvliet aan hooge zeeën en heftige stormwinden en de zeemanskunst van den kapitein overgelaten Onze zegsman had veel gereisd en vele stor men meegemaakt op het onstuimige Haringvliet, maar wat er nu plaats had was hem nooit over komen. De storm woedde uit het Zuid-Westen, dus tot aan de Hoornsche Hoofden precies dwars tegen het schip, dat dientengevolge heftig slin gerde. De kajuiten waren afgesloten zoodat de pas sagiers gedwongen waren binnen te blijven. Onbeschrijfelijk is de angst die zich van de 60 a 70 passagiers meester maakte, een angst die in een paniek dreigde over te gaan toen zij den kapitein van de brug hoorden schreeu wen „over boord Men dacht dat het schip in nood was en de kapitein bevel gaf om over boord te springen. Men zag den dood voor oogen. Mannen en vrouwen zag men gearmd en met gesloten oogen en doodsbleeke gezichten vast geklemd zitten op hun plaatsen, zich zooveel mogelijk geschoord houdend om niet door de kajuit van de eene zijde naar de andere ge slingerd te worden. Juist op het oogenblik dat zij den kapitein „overboord" hoorden roepen, helde het schio gedurende ongeveer één minuut naar eene zijde over. Dat was het angstigste oogenblik waarop men zich op het ergste voor bereidde. Het bleek later echter dat dit overhellen het gevolg was van het overboord slaan van de auto van den heer A. A. Mijs te Sommelsdijk. Het feit dat een auto over de verschansing slaat zegt reeds voldoende in welke positie de passagiers zich gedurende de vaart bevonden. Hoe het mogelijk geweest is dat een auto over boord slaat en hoe het precies gegaan is weet niemand. Dat het personeel op het ergste was voorbe reid, bleek wel uit het feit, dat de auto met tou wen werd vastgesjord en onder alle wielen ribben had. Het meest voor de hand liggend is deze ver klaring. Het water dat met hooge zeeën over de sa lons en het dek sloeg is ook in de auto terecht gekomen, misschien wel door dat een der ruiten gebroken is. Tenslotte was de watermassa in komen tot raat en worden geaterktdoor Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten den wagen zoo groot, dat bij het opzij hellen de wicht te zwaar bleek voor de touwen en deze aan eene zijde afbraken. Toen is bij den schuinen stand van het schip de auto over de verschansing geslagen, waardoor de boot gedu rende een minuut naar eene zijde overhelde. De schreeuw van den kapitein„auto over boord" werd slechts ten halve verstaan en bezorgde de passagiers doodsangst. Eerst voorbij de Hoornsche Hoofden, toen het schip de kop weer recht voor den storm kreeg minderde het slingeren iets en bij het in varen van de haven ging er een algemeene ver zuchting op „Goddank we zijn binnen." Gevolgen van de zeeziekte en den angst der passagiers waren in de kajuiten goed bemerk baar. Er waren niet veel passagiers die hun tol aan Neptunus niet betaalden. Met een slang op de stoomspuit moesten de kajuiten gereinigd worden. De vloer en de zij wanden waren vreeselijk bevuild. De lucht in de kajuit was ondraaglijk. Onwillekeurig vraagt men zich afwas het niet roekeloos om dezen overtocht te wagen Het is een groot geluk geweest dat de gewone veerboot juist in reparatie was, zoodat het ster kere en meer zeewaardige schip „De Schelde" deze „tour de force" heeft moeten ondernemen. We vernamen later dat men ook van den wal 1 af met groote spanning de boot gevolgd heeft. Ook daar heeft men in angst gestaan toen men herhaaldelijk de lichten van het schip verdwij nen zag. Gelukkig is het goed afgeloopen Te Oude Tonge. J. van Soest te Oude Tonge, die met een ge laden motor met suikerbieten tegen den avond (Vrijdag) de haven uitvoer bracht het er ge lukkig nog goed af. Men dacht niet anders of het schip zou zeker stranden maar hij heeft een schuilplaats gezocht achter een der zandbanken, en kon Zaterdag onverhinderd zijn reis voort zetten. Te Nieuwe Tonge Te Nieuwe Tonge woei een gedeelte van het dak van een schuur van den landbouwer B„ terwijl op verschillende plaatsen heel wat pan nen het moesten ontgelden. Gelukkig hadden geen persoonlijke ongelukken plaats. Te Stellendam. Vrijdagavond kwam te Ouddorp bericht van de kustwacht, dat bij het vuurschip „Maas" een schip in nood verkeerde en hulp verzocht. De reddingsboot „Koningin Wilhelmina" voer daar op uit. De kapitein deelde mede, dat hij een licht zag dicht bij de gronden, welk licht later niet meer was te zien. Hij was toen weer terug gevaren, doch daar hij een poos later weer een licht zag, was hij weer teruggekeerd naar zee en alles afgezocht. Daar er echter niets te zien was, is hij toen naar binnengeloopen en naar Hellevoetsluis om daar te informeeren. Van den Hoek van Holland werd hem bericht, dat ongeveer half één een schip in den Waterweg was binnengeloopen. Of dit het bewuste was, was natuurlijk niet te zeggen. Of nu 't licht hetwelk door De Jager was waargenomen van die ingekomen boot of van een ander vaartuig, dat mogelijk op die gronden is verongelukt, kon De Jager niet vermelden. De reddingsboot is in ieder geval onverrichterzake moeten terug- keeren. Van de muziektent te Stellendam werd het geheele dak afgerukt en een eind verder neer- gesmakt. EEN SCHEEPSRAMP BIJ TERSCHELLING. Een vader en moeder met tien kinderen ver moedelijk verdronken. Een schip in zinkenden toestand. De storm heeft een scheepsramp veroorzaakt, waarbij zeer waarschijnlijk 12 menschen het leven hebben gelaten. Zaterdagmorgen werd in 't vaarwater tus schen Terschelling en Harlingen een mast ont dekt, die boven het water uitstak. De reddings boot „Brandaris" voer uit naar het vaartuig, dat de tjalk „Noordster" bleekte zijn, afkom stig uit Zwolle, (schipper J. Verstegen). Aan boord moeten zich hebben bevonden de schip per, zijn vrouw en tien kinderen, die allen zijn omgekomen. Ondanks alle nasporingen werd niets meer van de opvarenden ontdekt. In de nabijheid van de plek waar de „Noord ster" is vergaan, trof de „Brandaris" de klip peraak „Hendrika" uit Amsterdam, (schipper J. Klos) in zinkenden toestand aan. De vijf op varenden, man, vrouw, knecht en twee kin deren, werden door de „Brandaris" gered. Zij zijn op Terschelling gebracht. De klipperaak is daarna gezonken. In Den Briel. Den Briel en eigenlijk het geheele eiland heeft Vrijdagavond in het donker gezeten, doordat het electrische licht uitging. Van het dak der St. Catharinekerk zijn verscheidene pannen afgewaaid .gelijk van enkele huizen. Overigens zijn enkele schuttingen en boomen omgewaaid. Het lichtschip Haaks. Vrijdagavond om 8 uur 30 is het lichtschip Haaks van zijn ankerketting geslagen. Omstreeks half negen was het tweede anker uitgebracht, doch ook dit ging te 11 uur 45, evenals het eerste met 150 vadem ketting verloren. Het schip, dat geen motor bezit, was aan weer en wind overgeleverd. Het dofte zijn lichten .op dat de schepen niet misleid zouden worden. Door middel van hét radiozendstation dat zich aan boord bevindt wehrd hulp geroepen, waar op de sleepboot Drenthe van de maatschappij Wijsmuller van Den Helder ter assistentie ver trok. Het waren angstige uren voor de beman ning. Gelukkig was de storm Zuid-Westwas deze West of Noord-West geweest, dan zou het schip in de gevaorlijke gronden zijn ge raakt en was het verloren geweest. Om 7 uur Zaterdagmorgen was de Drenthe ter plaatse van het lichtschip en oomstreeks half 9 had dfe sleepboot verbinding en ging het, langzaam nog, door de hooge zeeën naar Den Helder, waar de vrouw en kinderen van de bemanning op 't havenhoofd reeds met spanning stonden te wach ten. Het schip kwam omstreeks half 4 in de haven en werd dadelijk naar de marinewerf ge sleept, om van nieuwe ankers en kettingen te worden voorzien en daarna weer zee te kiezen. De Spartivento. Het bij vuurschip Maas in nood verkeerende stoomschip Spartivento is met belangrijke dek- schade door de sleepboot Ganges binnenge sleept. Uit Zoutkamp. Uit Zoutkamp werd Zaterdag gemeld De storm uit het Westen heeft hier gisteren avond en vannacht in alle hevigheid gewoed en men vreest, dat hij enkele slachtoffers heeft ge maakt. Er bestaat ernstige ongerustheid omtrent het lot van twee visschersvaartuigen met twee een raamkuilvisccher Oostindie, die gisteren met twee zoons is uitgevaren om te visschen in het Nieuwe gat tusschen Oostmahorn en Schier- monikoog. Het andere visschersvaartuig, dat vermist wordt, is dat van visccher Hart, die gisteren met een zoon of twee zoons aan boord van de vischvangst op dezelfde plaats is ver trokken. Alle andere vischersvaortuigen zijn binnengekomen. Verder is nog niet binnengekomen de' stoom- treiler Stortemelk, van de reederij Doeksen, op Terschelling, die in de haven van Zoutkamp thuisbehoort. Aan boord bevinden zich zes per sonen. Het visschersvaartuig van Jan Hartsema is op het Friesche Wad gezonken de opvarenden zijn door de reddingsboot Insulinde gered. Bij Vierhuizen aan de Groninger kust, is het visschersvaartuig van W. Visser op den dijk geslagen. De opvarenden konden zich door op den dijk te springen in veiligheid brengen. Het vaartuig van de visschers Postema en Bulthhuis is nabij Negenboerenpolder op den dijk gesla gen. Ook hier kon de bemanning zich in vei ligheid brengen. De loodsboot van Terschelling was vanmor gen buitengaats. Een nader bericht meldde Het vaartuig van visscher Hart is bij Rottum komen aandrijven. De bemanning was aan boord en is thans in veiligheid. Het vaartuig van schipper Hartsema, dat verlaten was, is nabij Borkum aangespoeld. De stoomtrawler „Stortemelk" kwam Zater dagmorgen tegen 12 uur zonder belangrijke averij het Friesche gat binnenvaren. Van Schiermonnikoog. Een hevige storm uit het Westen heeft Vrij dagavond en Vrijdagnacht het eiland geteis terd. Er is groote schade aangericht. Vele huizen zijn beschadigd. De groote speelhal van het vacantiehuis „Elim" is ingewaaid en ver woest. Een motorboot van den heer Boersma die tegen den ladingsdam gemeerd lag, is los geslagen en tegen den dam geloopen. De boot en de dam werden ernstig beschadigd. De reddingsboot „Insulinde" heeft twee vis schers uit Zoutkamp van een op het Friesche Wad in nood geraakte visschersvaartuig ge red. Gemeld wordt, dat twee visschersvaartui gen uit Zoutkamp vermist worden. Bewoners van de Noordkust van het eiland deelden mee, dat zij omstreeks 11 uur vuurpijlen uit zee hebben gezien. Er wordt een onderzoek inge steld. Te Dordrecht. Vrijdagavond is op den Stationsweg te Dor drecht een 19-jarig dienstmeisje door een val lenden boomtak getroffen, waarbij zij het lin- ker-sleutelbeen heeft gebroken. Zij is ter ver pleging in het ziekenhuis opgenomen. Op het Hollandsch Diep is Vrijdagnacht om streeks 12 uur een lichterschip, waarop een installatie voor het leveren van electrisch licht ten behoeve van de werkzaamheden aan de Moerdijksche brug, volgeloopen en gezonken. Persoonlijke ongelukken zijn er niet bij voor gekomen. De werkzaamheden aan de brug moes ten worden gestaakt. Te 's-Gravenhage. Eén doode, twee ernstig gewonden. Vrijdag zijn op de Boorlaan een heer en een dame door een omvallenden boom getrof fen. Beiden werden zwaar gewond naar het gemeenteziekenhuis aan den Zuidwal overge bracht. De toestand van de dame A. G. uit de Jan van Nassaustraat 95 is zorgelijk. De heer, de V. genaamd, uit de Kranestraat 43, is na eenige uren aan de bekomen ver wondingen overleden. Een brievenbesteller werd door den hevigen storm van de voetbrug over het stationsemplace ment aan den Schenkweg geslingerd De man, J. v. O., kwam tegen een paar ijzeren pennen terecht. Het bleek, dat hij een hersenschudding had bekomen en verschillende verwondingen. Opneming in het ziekenhuis was noodzakelijk. SOMMELSDIJK. De landbouwer G. v. d. N. had het ongeluk een dusdanigen trap van een paard tegen zijn gezicht te krijgen, dat hij be wusteloos werd opgenomen en naar een ge neeskundige moest worden vervoerd. Hier bleek dat zijn kaak ernstig beschadigd was en eenige tanden uit zijn mond waren getrapt. - Vorige week werden uit deze gemeente 365000 K.G. aardappelen, uien en paardepeen verscheept. De machine-bankwerker I. v. d. N. had het ongeluk bij het verrichter van zijn werk zaamheden zijn hand zoodanig te verwonden, dat geneeskundige hulp noodzakelijk was. Maandagavond is door de gemeente-veld wachter alhier een minderjarige, wiens op sporing door zijn ouders is verzocht, aange houden, en heden Dinsdag door hem naar Gouda vervoerd. MIDDELHARNIS. De afgeloopen week zijn alhier aan de Kaai aangebracht en verscheept ruim 3500 K.G. aardappelen. Zaterdag sloeg op de kaai een wagen, geladen met cichorei, omver, doordat er een wiel afliep. De vrouw van L. J. van Eek is naar het ziekenhuis te Rotterdam vervoerd ter obser vatie. - STAD AAN 'T HARINGVLIET. De prijzen der veldvruchten waren de vorige week als volgt: Uien 5.en aardappelen 2.50 per Hectoliter. Tegen de aanvragen van C. Silvius en J. van Nierop om vergunning tot het verrichten van bakkersnachtarbeid, zijn geen bezwaren ingebracht. Gedurende dit najaar zijn op de weegbrug alhier ruim 10H millioen kilo suikerbieten ge wogen. DEN BOMMEL. Aan de haven werden de vorige week vervoerd 1100 H.L. aardappelen, 1950 H.L. uien en "200 H.L. peen. De werkzaamheden aan het Watergemaal en de sluis zijn thans zoover gevorderd, dat weer door de sluis kan worden geloosd. Binnen een paar weken kan het gemaal waarschijnlijk in werking worden gesteld. OUDE TONGE. Bij B. éti W. is een ver zoek ingekomen van de Stoomzuivelfabriek al hier om een 8 P.K. motor te mogen plaatsen in de fabriek aan de Nieuwstraat. In de Emmastraat zullen voor ingezetenen een viertal nieuwe woningen worden gebouwd. P. van Zorgen heeft ondershands een stuk bouwland aangekocht van J. A. Ooms alhier. P. A. had het ongeluk met zijn arm door een ruit te vallen, waardoor hij zich onder geneeskundige behandeling moest stellen. De uien worden alhier verhandeld voor 5.per H.L. NIEUWE TONGE. J.l. week werden van hier vervoerd 3000 balen balen en 600 balen peen. De heer M. M. Sneep heeft zijn woon huis aan het Korteweegje ondershands ver kocht aan den heer I. J. v. d. Broek alhier. Tegen een landbouwer alhier is proces verbaal opgemaakt wegens het niet tijdig aan geven, dat onder zijn vee mond- en klauwzeer was uitgebroken. Van dhr. T. geraakte een span paarden op hol en kwam in de sloot terecht. Het ongeluk liep met eenige materieele schade af. Door het gemeentebestuur is aan C. de Gast alhier vergunning verleend tot het bouwen van een bergplaats achter zijn woning. Onder het vee van den landbouwer J. A. B. is mond- en klauwzeer uitgebroken. De auto van den heer van den Berge en die van den heer Verolme kwamen op den hoek van de z.g.n. „Bleekert" met elkander in botsing. Vooral aan eerstgenoemde wagen werd belangrijke materieele schade aangericht. Eenzelfde lot overkwamen de vrachtauto der cichoreifabriek en die van de firma Bervoets van Rotterdam, doordat een van beiden niet voldoende uitweek. De vrachtwagen, die blijk baar te ver naar de slootkant was uitgeweken, moest met behulp van paarden op den weg worden gebracht. Persoonlijk ongelukken had den in beide gevallen niet plaats. Verbetering. Het verslag van den Raad hetwelk ditmaal niet door onzen gewonen ver slaggever opgenomen werd, behoeft enkele ver beteringen en aanvullingen, die ons van een der raadsleden welwillend werden toegezonden. Onder meer een schrijven van den heer Sneep moet zijn: onder meer een schrijven van Ged. Staten, waarbij het gemeentebestuur inzake de veelbesproken afwateringskwestie-Sneep, in het gelijk wordt gesteld. De Voorzitter beantwoordende een vraag van den heer van Nieuwenhuizen, betreffende den provincialen weg, deelt mede welke wegen door de provincie worden overgenomen. De heer Prince zegt: wanneer ik dat had kunnen bekijken, had ik er nimmer mijn stem aan gegeven. Spr. zou dat raadsbesluit willen intrekken. De heer Visbeen: moeten we dat dan nu zoo maar accepteeren We zijn misleid 1 De heer Holleman zegt, dat Visbeen liever maar moest zeggen: „We zijn al te goeder trouw geweest". En dat van accepteeren thans geen sprake is, omdat bij het besluit tot on voorwaardelijke overgave dit alles reeds ge accepteerd is. Toen spr. aandrong op voor waardelijke overgave, vond dat geen bijval. Dan toch hadden we nu recht van spreken gehad. De Voorzitter wil er met Ged. Staten over correspondeeren en meent, dat er wel gegronde redenen zullen zijn om met onze wenschen geen rekening te houden. De heer Holleman zegt, dat nog geen officieel bericht van de overgave is ingekomen en meent dat het nu nog tijd is op het destijds, genomen besluit terug te komen, ten einde alsnog onze voorwaarden te stellen en te voorkomen, dat het snelvervoer door de gemeente wordt geleid. Spr. zal het dan ook jammer vinden, als de heer Prince in dien geest zijn voorstel indient. De heer Prince stelt nu voor intrekking van het raadsbesluit in kwestie, welk voorstel met algemeene stemmen wordt aangenomen. Betreffende de bedeeling van de armen gaf de heer Holleman den voorzitter in overweging de discussies hierover te sluiten en zegt: wan neer de heer van Nieuwenhuizen over deze aangelegenheid een onderhoud vraagt met B. en W. hem dit wel gaarne zal worden verleend. Dan kunnen B. en W. desgewenscht mede- deeling doen van de omstandigheden, die de bedeeling wettigen, of hebben zij zich vergist, daarin verandering brengen. De raming van de slootdemping bedroeg 1075 De heer Van Nieuwenhhuize vraagt of Schil- peroort ook met een flink ijzeren hek met ras terwerk genoegen zal nemen en meent, dat dit goedkooper zal uitkomen. De heer Holleman zegt, dat de bepaling in de voorwaarden van Schilperoort om een be tonnen heining op de gedempte sloot te zetten, niet aanneembaar is. De heer van Nieuwenhuizen vraagt of de gemeente door aankoop geen grond beschikbaar zou kunnen stellen om te bouwen, opdat aan het bouwen overal heen, wat ten slotte een hopelooze verwarring wordt, een eind zal ko men. De heer Holleman zegt zich er over te ver heugen, dat de heer van Nieuwenhuizen dit naar voren brengt, omdat dit ook niet vreemd is aan zijn wensch, om een gemeente-opzichter te benoemen, als daareven gezegd is. DIRKSLAND. De in deze gemeente gehouden collecte voor het Ned. Roode Kruis heeft ruim 32.— opgebracht. —De aanvoer van suikerbieten aan de haven is thans hier zoo goed als geëindigd, zoódat de verscheping van bieten ook spoedig ten einde zal zijn. Bij de arbeidsbemiddeling stond deze week 1 werkzoekende ingeschreven. MELISSANT. Zaterdagavond 7 uur werd de motór-brandspuit uit deze gemeente gere- quireerd voor een begin van brand op de hofstede van den heer de Rooij onder deze gemeente. Spoedig was de spuit ter plaatse, doch behoefde geen hulp te verleenen, omdat het aan toevallige voorbijgangers was mogen gelukken het vuur te blusschen. In de vacature van raadsslid, ontstaan door het overlijden van den heer Sieling, is benoemd verklaard de heer W. Keur. Bij de gehouden veiling voor een woon- en winkelhuis, staande aan den Molendijk en bewoond door J. Driesprong Jr., was hoogste bieder de heer Johs. Tieleman voor 2380.—. HERRINGEN. Vorige week werden van hier vervoerd een lading uien en aardappelen. Peen werden niet verzonden. Voor kipeieren besteedt men hier 13 cent per stuk. STELLENDAM. De vorige week werden van hier verzonden 375 H.L. aardappelen en 900 balen koepeen. Zaterdagavond werd de gemeente opge schrikt door het luiden van de brandklok. Spoe- Herv. Ke| diaconie 313.-, DIRKS op zijn eervol o| de bijz. assistent^ wijzeres - - Vol j/rk wq rangen. -+ OJ de kerk het gewej HERKl dag belecj ouderling kon weg is mitsdid - Oul hunne ki: de Hervl kenbaar bij oudeq OUDE Kerk de des nan Ameide des namil voor arrf zes uur aan. Zooal zijn de advies bij de besturen Dit a| van eerf flakkee. Ged. trale niej bereid centrale I Zij a| sluiting Het adviseu volgend! Naar j missievel geven, verordeij van eenl van elecl flakkee, Welia vraagd, er zijn voorstel een eigi Waal de elee flakkee J men, lil traineer] voorziel te bren De lig. ZooJ aan Ge verniet! Derh op het] BeteJ Waij genoen Men', Rottere cessieslj; sprake^ de strc Beid Wij

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 2