Mi!
Jtfl
1
iiillf
Éi 1
■isi li r
De Storm van Vrijdagavond.
Bil
Pijnlijke
Kloven
Uw Zenuwen
ST. NICOLA AS
llllllf I
verzacht en geneest
men met
Een angstige tocht met de Tramboot.
Auto over boord geslagen.
Wat een passagier vertelde.
MIJnhardt's Zenuwtabletten
iIESOORIEM
U1DCMME5 f
ECP.V/ielho
EEN VERRASSING VOOR
Plaatselijk Nieuws.
Hoe
Gl
Jij
Ltf jj «fa Bj M
B3ï ttl -1'
«Wï I
hoog ons eigen ik!« En toch, die God lief
heeft boven alles, moet de naasten liefhebben
als zich zeiven. Het kan niet anders. Het is
dure roeping, die helaas slechts in klein be*
ginsel vervuld wordt. Gelukkig bestaat ze toch
en wordt naastenliefde, over het algemeen als
een ideaal goed beschouwd.
De volken zijn bezig om de vrede die er
is te bewaren en als het mogelijk is nooit
meer te oorlogen met elkaar. We denken aan
den Volkenbond.
Men is algemeen van oordeel dat dezen bond
een groote vooruitgang is voor het mensche*
lijk welzijn Verschillende landen zijn toege
treden tot dezen bond. Op verschillende tijden
wordt hier of daar op de wereld vergaderd.
Daar zendt ieder aangesloten land de beste
krachten heen, om over verschillende vrede*
lievende zaken te beraadslagen. Veel wordt
daar gesproken over vrede, terwijl het vrede
is. Ook wel hoe of het moet als er soms nog
ééns oorlog komt, men kan nooit weten.
Daartegenover staat, dat er verschillende
landen, al is er vrede, hun leger en vloot
geweldig uitbreiden. Waarom? Men is toch
bezig elkaar »te verdragen
Ik wil het hier niet hebben over wat er op
die vergaderingen is en wordt behandeld,
Men moet het in alle opzichten toejuichen
wanneer er getracht wordt om elkaar wat meer
te verdragen. Laat men hopen dat die bond
rijpe vruchten afwerpt. Maar dat is te vreezen.
Waarom
Daar wil de één het van den ander hebben.
D.w.z. daar wordt beraadslaagd met menschen.
De Eénen wordt vergeten, zonder wien
men niet vermag. Waarlijk, als het van den
mensch moet komen, het is een verloren zaak.
Ook daar, op die hooge vergaderingen zal
men de oorlogen en hunne geruchten niet
weg kunnen praten. Alleen de liefde voor
elkaar die wint.
»Wat ooit de mensch verzint, om oorlog weg
[te bannen,
Vergeefsch zijn alle plannen. Alleen de liefde
[wint
Maar 't moet een liefde zijn, die wortelt in
[Gods wetten 1
Slechts Hij kan haat verpletten en maakt de
[liefde rein.
Dus wereld I Keert eerst wéér Leer God en
[Bijbel minnen.
Dan aad'men ziel en zinnen in 's Hemels
[liefdesfeer.
Kon 't Christendom zijn kracht voor God en
[naaste ontplooien,
Als ijs zou d' haat ontdooien en weg ging
[d' oorlogsmacht».
Dat is de »ontwapeningsleuze« van het
Christenvolk 1
Er zijn menschen die voeren een andere
ontwapeningsleuze. Maar ze zoeken het hier
beneden en daarom kunnen ze het wel schrap*
pen van hun program. Zie hoe het in Rus»
land is. "aar bezitten ze een sterke gewapende
macht. Daaar schreeuwden ze eertijds «ont»
wapening 1 ontwapening
De naastenliefde is bij het menschdom ver
op stap.
Lijnrecht tegen over liefde staat egoïsme.
Wat een verschil, het is dag en nacht, licht
en donker. Ja, het is bij den mensch een
aardsche zelfzucht. (Egoïsme is hebzucht of
zelfzucht).
Wanneer het een egoïsme is naar Hemelsche
dingen, dan mag men het niet misgunnen,
maar een zekere Heilige jaloerschheid mag
er wel ontwaken. Zoo'n verlangen. Begrijp
U me?
Maar 't is hier op aarde zoo, de ecne gunt
den anderen rdets. En oordeelt niet over
anderen, want we zijn allen met die groote
zonde behept.
Hoe mooi teekent onze Heere Jezus de ge»
Iijkenis van den Barmhartigen Samaritaan.
Naasten liefde, elkaar bijstaan helpen.
Ook sommige aardsche geboden wijzen op
naastenliefde. Men is verplicht tot onderhoud,
van die of die. Uit Christelijk oogpunt be»
zien is het eigenlijk wel een droevige zaak,
dat men gewezen moet worden op dingen,
die men verplicht zijn tot elkaar. En wanneer
men verplicht wordt tot or>derhoud van
iemand, dan zal dat zeer zeker niet uitliefde
gebeuren Het is een soort aanklacht tegen
den mensch
Wanneer men getuige is van iemand, die
in oogenblikkelijk levensgevaar verkeert, is
men verplicht te helpen, (b.v. verdi inking,
of ophanging enz.) Helpt men niet, dan kan
men gestraft worden, indien de dood van zoo
iemand volgt. Men behoeft zich niet zelf in
levensgevaar te begeven. Ook dit wijst op
«helpt elkander 1« Zoo zijn er veel geboden
en verboden den mensch opgelegd.
De haat tegen elkaar is van dien aard, dat
waren er geen verplichtingen, men elkaar zou
vertreden. Denkt U eens één oogenblik in,
alle gezag weg, hetgeen natuurlijk niet moge*
lijk is. Want zou de mensch dan onderling
doen? O, laat ik er maar over ophouden,
het zou vreeselijk zijn I
Er is nog meer naasten liefde. We denken
aan de weduwenpennekske. Offeren aan uwen
naasten, die gebrek hebben. De winter staat
voor de deur. Velen menschen zijn dan werk*
loos, vooral ook op het platteland. Het land*
bouwbedrijf is van dien aard, dat er 's winters
hoegenaamd niet gewerkt wordt. Er zijn veel
arbeiders ten plattelande, die worstelen met
hun gezin voor hun dagelijksch brood. Als
men zoo zijn gedachten ééns laat gaan over
zulke arme stakkers, dan krijgt men een hart
vol medelijden. Ja, dan ontwaakt er naasten*
liefdel
Wan eer men dan een andere kant uitkijkt,
daar, waar weelde en vermaak heerscht, dan
komt er bij velen een gedachte op, die ik
hier niet wil neerschrijven. Maar dan is men
bij velen een »revolutionair«, «vuur roodI«
Wordt dat echter niet gekweekt? Het leven
op aarde is een strijd, en rijk en arm onder*
vindt dat. Maar dikwijls met moeite strijden
om een boterham, dat is hard. Gelukkig den
mensch die kennis heeft aan de eeuwige din*
gen. Die zal niet omkomen van gebrek, want
God verlaat Zijn volk niet. Ja, zulke menschen,
die zijn te vreden, daar heerscht geen heb*
zucht die getuige van naastenliefde.
Let op de zulken is ons voorgeschreven,
ziet op de vromen.
Men heeft nog een andere roeping tot onze
naasten. Dat is het Evangelie uitdragen. Ook
al is het gebrekkig, getuig van uw Christelijke
opvoeding. Schaam u niet en nergens.
Wat wij ook doen, of waar wij ook zijn,
wij kunnen door ons voorbeeld een krachtigen
geestelijken en zedelijken invloed op anderen
uitoefenen. Denk aan de Zendelingen, wan»
neer er een kleine gave gevraagd wordt Zulke
menschen, ver van huis en haard, in een
vreemd land, met soms wilde stammen, die
ook wel heidenen genoemd worden, verkon*
digen daar bet Evangelie aan onze naasten.
Want al zijn dat menschen, die andere goden
dienen, ze zijn onze naasten. Steun alzoo
het goede en het zal u welga. Wees ieder
voor zich een zendeling, want het ongeloof
is groot. Ook in uw omgeving, of waar men
ook vertoeft.
Schaam uw Christelijk beginsel niet.
R. TR.
Van het geheele eiland ontvingen wij berich
ten over stormschade. Dakpannen en schoor-
steenen en telefoonpalen moesten het ontgelden.
Persoonlijke ongelukken zijn er gelukkig niet
voorgekomen.
Erger is wat de trampassagiers dien avond
overkomen is. Velen zullen er bij geweest zijn,
die deze reis hun leven lang niet meer ver
geten.
Wij hebben verscheidene reizigers gesproken,
ook menschen van ervaring, die jarenlang we
kelijks de reis maken, maar eenparig was aller
oordeel: „Zóó erg hebben we het nog nooit
meegemaakt
Wij geven hier weer wat een der passagiers
een bezadigd man met ervaring, ons over deze
angstige reis vertelde.
Het slechte weer was al begonnen vóór 6
uur toen de passagiers in de Rosestraat in de
tram stapten.
Gedurende deze reis naar Hellevoetsluis werd
het gaandeweg erger. De wind, die uit het
Zuid-Westen kwam, nam steeds in hevigheid
toe en werd voor men op de helft was een
intensieve storm metheftige rukwinden.
Zóó zeer nam de druk van den storm toe,
dat tusschen Nieuwenhoorn en Hellevoetsluis
de locomotief geen voldoende stoom had om
den trein te trekken en er enkele wagens moes
ten afgekoppeld worden.
Toen de reizigers te Hellevoetsluis uilj de
tram stapten, zal ongetwijfeld niemand bevroed
hebben, dat de boot vertrekken zou.
Onze zegsman vertelde, dat op het perron
een paar oude, ervaren varensgezellen stonden,
die het hoofd schudden en gewaarschuwd had
den om de tocht over het wilde Haringvliet
niet te wagen.
De passagiers, die naar Flakkee moesten
gingen de boot op, omdat het in de kajuit in
ieder geval beter was dan op de wal.
Niemand dacht, dat er gevaren zou worden.
Dat bleek o.m. wel uit het feit, dat de meeste
passagiers consumptie bestelden.
Maar het scheepspersoneel bleek beter in
gelicht. Met groote haast werd de bestelde
consumptie gebracht en eer, dat de haven uit
gevaren was had de conducteur alle kaartjes
geknipt.
Eer de passagiers het goed en wel beseften
waren ze al op het Haringvliet aan hooge zeeën
en heftige stormwinden en de zeemanskunst
van den kapitein overgelaten
Onze zegsman had veel gereisd en vele stor
men meegemaakt op het onstuimige Haringvliet,
maar wat er nu plaats had was hem nooit over
komen.
De storm woedde uit het Zuid-Westen, dus
tot aan de Hoornsche Hoofden precies dwars
tegen het schip, dat dientengevolge heftig slin
gerde.
De kajuiten waren afgesloten zoodat de pas
sagiers gedwongen waren binnen te blijven.
Onbeschrijfelijk is de angst die zich van de
60 a 70 passagiers meester maakte, een angst
die in een paniek dreigde over te gaan toen zij
den kapitein van de brug hoorden schreeu
wen „over boord
Men dacht dat het schip in nood was en de
kapitein bevel gaf om over boord te springen.
Men zag den dood voor oogen.
Mannen en vrouwen zag men gearmd en met
gesloten oogen en doodsbleeke gezichten vast
geklemd zitten op hun plaatsen, zich zooveel
mogelijk geschoord houdend om niet door de
kajuit van de eene zijde naar de andere ge
slingerd te worden. Juist op het oogenblik dat
zij den kapitein „overboord" hoorden roepen,
helde het schio gedurende ongeveer één minuut
naar eene zijde over. Dat was het angstigste
oogenblik waarop men zich op het ergste voor
bereidde.
Het bleek later echter dat dit overhellen het
gevolg was van het overboord slaan van de
auto van den heer A. A. Mijs te Sommelsdijk.
Het feit dat een auto over de verschansing
slaat zegt reeds voldoende in welke positie de
passagiers zich gedurende de vaart bevonden.
Hoe het mogelijk geweest is dat een auto over
boord slaat en hoe het precies gegaan is weet
niemand.
Dat het personeel op het ergste was voorbe
reid, bleek wel uit het feit, dat de auto met tou
wen werd vastgesjord en onder alle wielen
ribben had.
Het meest voor de hand liggend is deze ver
klaring.
Het water dat met hooge zeeën over de sa
lons en het dek sloeg is ook in de auto terecht
gekomen, misschien wel door dat een der ruiten
gebroken is. Tenslotte was de watermassa in
komen tot raat en worden geaterktdoor
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
den wagen zoo groot, dat bij het opzij hellen
de wicht te zwaar bleek voor de touwen en
deze aan eene zijde afbraken. Toen is bij den
schuinen stand van het schip de auto over de
verschansing geslagen, waardoor de boot gedu
rende een minuut naar eene zijde overhelde. De
schreeuw van den kapitein„auto over boord"
werd slechts ten halve verstaan en bezorgde
de passagiers doodsangst.
Eerst voorbij de Hoornsche Hoofden, toen
het schip de kop weer recht voor den storm
kreeg minderde het slingeren iets en bij het in
varen van de haven ging er een algemeene ver
zuchting op „Goddank we zijn binnen."
Gevolgen van de zeeziekte en den angst der
passagiers waren in de kajuiten goed bemerk
baar.
Er waren niet veel passagiers die hun tol aan
Neptunus niet betaalden.
Met een slang op de stoomspuit moesten de
kajuiten gereinigd worden. De vloer en de zij
wanden waren vreeselijk bevuild. De lucht in
de kajuit was ondraaglijk.
Onwillekeurig vraagt men zich afwas het
niet roekeloos om dezen overtocht te wagen
Het is een groot geluk geweest dat de gewone
veerboot juist in reparatie was, zoodat het ster
kere en meer zeewaardige schip „De Schelde"
deze „tour de force" heeft moeten ondernemen.
We vernamen later dat men ook van den wal
1 af met groote spanning de boot gevolgd heeft.
Ook daar heeft men in angst gestaan toen men
herhaaldelijk de lichten van het schip verdwij
nen zag.
Gelukkig is het goed afgeloopen
Te Oude Tonge.
J. van Soest te Oude Tonge, die met een ge
laden motor met suikerbieten tegen den avond
(Vrijdag) de haven uitvoer bracht het er ge
lukkig nog goed af. Men dacht niet anders of
het schip zou zeker stranden maar hij heeft een
schuilplaats gezocht achter een der zandbanken,
en kon Zaterdag onverhinderd zijn reis voort
zetten.
Te Nieuwe Tonge
Te Nieuwe Tonge woei een gedeelte van het
dak van een schuur van den landbouwer B„
terwijl op verschillende plaatsen heel wat pan
nen het moesten ontgelden. Gelukkig hadden
geen persoonlijke ongelukken plaats.
Te Stellendam.
Vrijdagavond kwam te Ouddorp bericht van
de kustwacht, dat bij het vuurschip „Maas" een
schip in nood verkeerde en hulp verzocht. De
reddingsboot „Koningin Wilhelmina" voer daar
op uit. De kapitein deelde mede, dat hij een
licht zag dicht bij de gronden, welk licht later
niet meer was te zien. Hij was toen weer terug
gevaren, doch daar hij een poos later weer een
licht zag, was hij weer teruggekeerd naar zee
en alles afgezocht. Daar er echter niets te zien
was, is hij toen naar binnengeloopen en naar
Hellevoetsluis om daar te informeeren. Van
den Hoek van Holland werd hem bericht, dat
ongeveer half één een schip in den Waterweg
was binnengeloopen. Of dit het bewuste was,
was natuurlijk niet te zeggen. Of nu 't licht
hetwelk door De Jager was waargenomen van
die ingekomen boot of van een ander vaartuig,
dat mogelijk op die gronden is verongelukt, kon
De Jager niet vermelden. De reddingsboot is
in ieder geval onverrichterzake moeten terug-
keeren.
Van de muziektent te Stellendam werd het
geheele dak afgerukt en een eind verder neer-
gesmakt.
EEN SCHEEPSRAMP BIJ TERSCHELLING.
Een vader en moeder met tien kinderen ver
moedelijk verdronken.
Een schip in zinkenden toestand.
De storm heeft een scheepsramp veroorzaakt,
waarbij zeer waarschijnlijk 12 menschen het
leven hebben gelaten.
Zaterdagmorgen werd in 't vaarwater tus
schen Terschelling en Harlingen een mast ont
dekt, die boven het water uitstak. De reddings
boot „Brandaris" voer uit naar het vaartuig,
dat de tjalk „Noordster" bleekte zijn, afkom
stig uit Zwolle, (schipper J. Verstegen). Aan
boord moeten zich hebben bevonden de schip
per, zijn vrouw en tien kinderen, die allen zijn
omgekomen. Ondanks alle nasporingen werd
niets meer van de opvarenden ontdekt.
In de nabijheid van de plek waar de „Noord
ster" is vergaan, trof de „Brandaris" de klip
peraak „Hendrika" uit Amsterdam, (schipper J.
Klos) in zinkenden toestand aan. De vijf op
varenden, man, vrouw, knecht en twee kin
deren, werden door de „Brandaris" gered. Zij
zijn op Terschelling gebracht. De klipperaak
is daarna gezonken.
In Den Briel.
Den Briel en eigenlijk het geheele eiland
heeft Vrijdagavond in het donker gezeten,
doordat het electrische licht uitging. Van het
dak der St. Catharinekerk zijn verscheidene
pannen afgewaaid .gelijk van enkele huizen.
Overigens zijn enkele schuttingen en boomen
omgewaaid.
Het lichtschip Haaks.
Vrijdagavond om 8 uur 30 is het lichtschip
Haaks van zijn ankerketting geslagen. Omstreeks
half negen was het tweede anker uitgebracht,
doch ook dit ging te 11 uur 45, evenals het
eerste met 150 vadem ketting verloren. Het
schip, dat geen motor bezit, was aan weer en
wind overgeleverd. Het dofte zijn lichten .op
dat de schepen niet misleid zouden worden.
Door middel van hét radiozendstation dat zich
aan boord bevindt wehrd hulp geroepen, waar
op de sleepboot Drenthe van de maatschappij
Wijsmuller van Den Helder ter assistentie ver
trok. Het waren angstige uren voor de beman
ning. Gelukkig was de storm Zuid-Westwas
deze West of Noord-West geweest, dan zou
het schip in de gevaorlijke gronden zijn ge
raakt en was het verloren geweest. Om 7 uur
Zaterdagmorgen was de Drenthe ter plaatse van
het lichtschip en oomstreeks half 9 had dfe
sleepboot verbinding en ging het, langzaam nog,
door de hooge zeeën naar Den Helder, waar
de vrouw en kinderen van de bemanning op 't
havenhoofd reeds met spanning stonden te wach
ten. Het schip kwam omstreeks half 4 in de
haven en werd dadelijk naar de marinewerf ge
sleept, om van nieuwe ankers en kettingen te
worden voorzien en daarna weer zee te kiezen.
De Spartivento.
Het bij vuurschip Maas in nood verkeerende
stoomschip Spartivento is met belangrijke dek-
schade door de sleepboot Ganges binnenge
sleept.
Uit Zoutkamp.
Uit Zoutkamp werd Zaterdag gemeld
De storm uit het Westen heeft hier gisteren
avond en vannacht in alle hevigheid gewoed en
men vreest, dat hij enkele slachtoffers heeft ge
maakt. Er bestaat ernstige ongerustheid omtrent
het lot van twee visschersvaartuigen met twee
een raamkuilvisccher Oostindie, die gisteren
met twee zoons is uitgevaren om te visschen in
het Nieuwe gat tusschen Oostmahorn en Schier-
monikoog. Het andere visschersvaartuig, dat
vermist wordt, is dat van visccher Hart, die
gisteren met een zoon of twee zoons aan boord
van de vischvangst op dezelfde plaats is ver
trokken. Alle andere vischersvaortuigen zijn
binnengekomen.
Verder is nog niet binnengekomen de' stoom-
treiler Stortemelk, van de reederij Doeksen, op
Terschelling, die in de haven van Zoutkamp
thuisbehoort. Aan boord bevinden zich zes per
sonen.
Het visschersvaartuig van Jan Hartsema is
op het Friesche Wad gezonken de opvarenden
zijn door de reddingsboot Insulinde gered.
Bij Vierhuizen aan de Groninger kust, is het
visschersvaartuig van W. Visser op den dijk
geslagen. De opvarenden konden zich door op
den dijk te springen in veiligheid brengen. Het
vaartuig van de visschers Postema en Bulthhuis
is nabij Negenboerenpolder op den dijk gesla
gen. Ook hier kon de bemanning zich in vei
ligheid brengen.
De loodsboot van Terschelling was vanmor
gen buitengaats.
Een nader bericht meldde
Het vaartuig van visscher Hart is bij Rottum
komen aandrijven. De bemanning was aan
boord en is thans in veiligheid. Het vaartuig
van schipper Hartsema, dat verlaten was, is
nabij Borkum aangespoeld.
De stoomtrawler „Stortemelk" kwam Zater
dagmorgen tegen 12 uur zonder belangrijke
averij het Friesche gat binnenvaren.
Van Schiermonnikoog.
Een hevige storm uit het Westen heeft Vrij
dagavond en Vrijdagnacht het eiland geteis
terd. Er is groote schade aangericht. Vele
huizen zijn beschadigd. De groote speelhal van
het vacantiehuis „Elim" is ingewaaid en ver
woest. Een motorboot van den heer Boersma
die tegen den ladingsdam gemeerd lag, is los
geslagen en tegen den dam geloopen. De boot
en de dam werden ernstig beschadigd.
De reddingsboot „Insulinde" heeft twee vis
schers uit Zoutkamp van een op het Friesche
Wad in nood geraakte visschersvaartuig ge
red. Gemeld wordt, dat twee visschersvaartui
gen uit Zoutkamp vermist worden. Bewoners
van de Noordkust van het eiland deelden mee,
dat zij omstreeks 11 uur vuurpijlen uit zee
hebben gezien. Er wordt een onderzoek inge
steld.
Te Dordrecht.
Vrijdagavond is op den Stationsweg te Dor
drecht een 19-jarig dienstmeisje door een val
lenden boomtak getroffen, waarbij zij het lin-
ker-sleutelbeen heeft gebroken. Zij is ter ver
pleging in het ziekenhuis opgenomen.
Op het Hollandsch Diep is Vrijdagnacht om
streeks 12 uur een lichterschip, waarop een
installatie voor het leveren van electrisch licht
ten behoeve van de werkzaamheden aan de
Moerdijksche brug, volgeloopen en gezonken.
Persoonlijke ongelukken zijn er niet bij voor
gekomen. De werkzaamheden aan de brug moes
ten worden gestaakt.
Te 's-Gravenhage.
Eén doode, twee ernstig gewonden.
Vrijdag zijn op de Boorlaan een heer en
een dame door een omvallenden boom getrof
fen. Beiden werden zwaar gewond naar het
gemeenteziekenhuis aan den Zuidwal overge
bracht. De toestand van de dame A. G. uit
de Jan van Nassaustraat 95 is zorgelijk.
De heer, de V. genaamd, uit de Kranestraat
43, is na eenige uren aan de bekomen ver
wondingen overleden.
Een brievenbesteller werd door den hevigen
storm van de voetbrug over het stationsemplace
ment aan den Schenkweg geslingerd
De man, J. v. O., kwam tegen een paar
ijzeren pennen terecht. Het bleek, dat hij een
hersenschudding had bekomen en verschillende
verwondingen. Opneming in het ziekenhuis was
noodzakelijk.
SOMMELSDIJK. De landbouwer G. v. d. N.
had het ongeluk een dusdanigen trap van een
paard tegen zijn gezicht te krijgen, dat hij be
wusteloos werd opgenomen en naar een ge
neeskundige moest worden vervoerd. Hier bleek
dat zijn kaak ernstig beschadigd was en eenige
tanden uit zijn mond waren getrapt.
- Vorige week werden uit deze gemeente
365000 K.G. aardappelen, uien en paardepeen
verscheept.
De machine-bankwerker I. v. d. N. had
het ongeluk bij het verrichter van zijn werk
zaamheden zijn hand zoodanig te verwonden,
dat geneeskundige hulp noodzakelijk was.
Maandagavond is door de gemeente-veld
wachter alhier een minderjarige, wiens op
sporing door zijn ouders is verzocht, aange
houden, en heden Dinsdag door hem naar
Gouda vervoerd.
MIDDELHARNIS. De afgeloopen week zijn
alhier aan de Kaai aangebracht en verscheept
ruim 3500 K.G. aardappelen.
Zaterdag sloeg op de kaai een wagen,
geladen met cichorei, omver, doordat er een
wiel afliep.
De vrouw van L. J. van Eek is naar het
ziekenhuis te Rotterdam vervoerd ter obser
vatie. -
STAD AAN 'T HARINGVLIET. De prijzen
der veldvruchten waren de vorige week als
volgt: Uien 5.en aardappelen 2.50 per
Hectoliter.
Tegen de aanvragen van C. Silvius en J.
van Nierop om vergunning tot het verrichten
van bakkersnachtarbeid, zijn geen bezwaren
ingebracht.
Gedurende dit najaar zijn op de weegbrug
alhier ruim 10H millioen kilo suikerbieten ge
wogen.
DEN BOMMEL. Aan de haven werden de
vorige week vervoerd 1100 H.L. aardappelen,
1950 H.L. uien en "200 H.L. peen.
De werkzaamheden aan het Watergemaal
en de sluis zijn thans zoover gevorderd, dat
weer door de sluis kan worden geloosd. Binnen
een paar weken kan het gemaal waarschijnlijk
in werking worden gesteld.
OUDE TONGE. Bij B. éti W. is een ver
zoek ingekomen van de Stoomzuivelfabriek al
hier om een 8 P.K. motor te mogen plaatsen
in de fabriek aan de Nieuwstraat.
In de Emmastraat zullen voor ingezetenen
een viertal nieuwe woningen worden gebouwd.
P. van Zorgen heeft ondershands een
stuk bouwland aangekocht van J. A. Ooms
alhier.
P. A. had het ongeluk met zijn arm door
een ruit te vallen, waardoor hij zich onder
geneeskundige behandeling moest stellen.
De uien worden alhier verhandeld voor
5.per H.L.
NIEUWE TONGE. J.l. week werden van
hier vervoerd 3000 balen balen en 600 balen
peen.
De heer M. M. Sneep heeft zijn woon
huis aan het Korteweegje ondershands ver
kocht aan den heer I. J. v. d. Broek alhier.
Tegen een landbouwer alhier is proces
verbaal opgemaakt wegens het niet tijdig aan
geven, dat onder zijn vee mond- en klauwzeer
was uitgebroken.
Van dhr. T. geraakte een span paarden op
hol en kwam in de sloot terecht. Het ongeluk
liep met eenige materieele schade af.
Door het gemeentebestuur is aan C. de
Gast alhier vergunning verleend tot het bouwen
van een bergplaats achter zijn woning.
Onder het vee van den landbouwer J.
A. B. is mond- en klauwzeer uitgebroken.
De auto van den heer van den Berge
en die van den heer Verolme kwamen op den
hoek van de z.g.n. „Bleekert" met elkander
in botsing. Vooral aan eerstgenoemde wagen
werd belangrijke materieele schade aangericht.
Eenzelfde lot overkwamen de vrachtauto der
cichoreifabriek en die van de firma Bervoets
van Rotterdam, doordat een van beiden niet
voldoende uitweek. De vrachtwagen, die blijk
baar te ver naar de slootkant was uitgeweken,
moest met behulp van paarden op den weg
worden gebracht. Persoonlijk ongelukken had
den in beide gevallen niet plaats.
Verbetering. Het verslag van den Raad
hetwelk ditmaal niet door onzen gewonen ver
slaggever opgenomen werd, behoeft enkele ver
beteringen en aanvullingen, die ons van een
der raadsleden welwillend werden toegezonden.
Onder meer een schrijven van den heer Sneep
moet zijn: onder meer een schrijven van Ged.
Staten, waarbij het gemeentebestuur inzake de
veelbesproken afwateringskwestie-Sneep, in het
gelijk wordt gesteld.
De Voorzitter beantwoordende een vraag
van den heer van Nieuwenhuizen, betreffende
den provincialen weg, deelt mede welke wegen
door de provincie worden overgenomen.
De heer Prince zegt: wanneer ik dat had
kunnen bekijken, had ik er nimmer mijn stem
aan gegeven. Spr. zou dat raadsbesluit willen
intrekken.
De heer Visbeen: moeten we dat dan nu
zoo maar accepteeren We zijn misleid 1
De heer Holleman zegt, dat Visbeen liever
maar moest zeggen: „We zijn al te goeder
trouw geweest". En dat van accepteeren thans
geen sprake is, omdat bij het besluit tot on
voorwaardelijke overgave dit alles reeds ge
accepteerd is. Toen spr. aandrong op voor
waardelijke overgave, vond dat geen bijval.
Dan toch hadden we nu recht van spreken
gehad.
De Voorzitter wil er met Ged. Staten over
correspondeeren en meent, dat er wel gegronde
redenen zullen zijn om met onze wenschen
geen rekening te houden.
De heer Holleman zegt, dat nog geen officieel
bericht van de overgave is ingekomen en meent
dat het nu nog tijd is op het destijds, genomen
besluit terug te komen, ten einde alsnog onze
voorwaarden te stellen en te voorkomen, dat
het snelvervoer door de gemeente wordt geleid.
Spr. zal het dan ook jammer vinden, als de
heer Prince in dien geest zijn voorstel indient.
De heer Prince stelt nu voor intrekking van
het raadsbesluit in kwestie, welk voorstel met
algemeene stemmen wordt aangenomen.
Betreffende de bedeeling van de armen gaf
de heer Holleman den voorzitter in overweging
de discussies hierover te sluiten en zegt: wan
neer de heer van Nieuwenhuizen over deze
aangelegenheid een onderhoud vraagt met B.
en W. hem dit wel gaarne zal worden verleend.
Dan kunnen B. en W. desgewenscht mede-
deeling doen van de omstandigheden, die de
bedeeling wettigen, of hebben zij zich vergist,
daarin verandering brengen.
De raming van de slootdemping bedroeg
1075
De heer Van Nieuwenhhuize vraagt of Schil-
peroort ook met een flink ijzeren hek met ras
terwerk genoegen zal nemen en meent, dat dit
goedkooper zal uitkomen.
De heer Holleman zegt, dat de bepaling in
de voorwaarden van Schilperoort om een be
tonnen heining op de gedempte sloot te zetten,
niet aanneembaar is.
De heer van Nieuwenhuizen vraagt of de
gemeente door aankoop geen grond beschikbaar
zou kunnen stellen om te bouwen, opdat aan
het bouwen overal heen, wat ten slotte een
hopelooze verwarring wordt, een eind zal ko
men.
De heer Holleman zegt zich er over te ver
heugen, dat de heer van Nieuwenhuizen dit
naar voren brengt, omdat dit ook niet vreemd
is aan zijn wensch, om een gemeente-opzichter
te benoemen, als daareven gezegd is.
DIRKSLAND. De in deze gemeente gehouden
collecte voor het Ned. Roode Kruis heeft ruim
32.— opgebracht.
—De aanvoer van suikerbieten aan de
haven is thans hier zoo goed als geëindigd,
zoódat de verscheping van bieten ook spoedig
ten einde zal zijn.
Bij de arbeidsbemiddeling stond deze week
1 werkzoekende ingeschreven.
MELISSANT. Zaterdagavond 7 uur werd
de motór-brandspuit uit deze gemeente gere-
quireerd voor een begin van brand op de
hofstede van den heer de Rooij onder deze
gemeente. Spoedig was de spuit ter plaatse,
doch behoefde geen hulp te verleenen, omdat
het aan toevallige voorbijgangers was mogen
gelukken het vuur te blusschen.
In de vacature van raadsslid, ontstaan
door het overlijden van den heer Sieling, is
benoemd verklaard de heer W. Keur.
Bij de gehouden veiling voor een woon-
en winkelhuis, staande aan den Molendijk en
bewoond door J. Driesprong Jr., was hoogste
bieder de heer Johs. Tieleman voor 2380.—.
HERRINGEN. Vorige week werden van hier
vervoerd een lading uien en aardappelen. Peen
werden niet verzonden.
Voor kipeieren besteedt men hier 13 cent
per stuk.
STELLENDAM. De vorige week werden
van hier verzonden 375 H.L. aardappelen en
900 balen koepeen.
Zaterdagavond werd de gemeente opge
schrikt door het luiden van de brandklok. Spoe-
Herv. Ke|
diaconie
313.-,
DIRKS
op zijn
eervol o|
de bijz.
assistent^
wijzeres
- - Vol
j/rk wq
rangen.
-+ OJ
de kerk
het gewej
HERKl
dag belecj
ouderling
kon weg
is mitsdid
- Oul
hunne ki:
de Hervl
kenbaar
bij oudeq
OUDE
Kerk de
des nan
Ameide
des namil
voor arrf
zes uur
aan.
Zooal
zijn de
advies
bij de
besturen
Dit a|
van eerf
flakkee.
Ged.
trale niej
bereid
centrale I
Zij a|
sluiting
Het
adviseu
volgend!
Naar j
missievel
geven,
verordeij
van eenl
van elecl
flakkee,
Welia
vraagd,
er zijn
voorstel
een eigi
Waal
de elee
flakkee J
men, lil
traineer]
voorziel
te bren
De
lig.
ZooJ
aan Ge
verniet!
Derh
op het]
BeteJ
Waij
genoen
Men',
Rottere
cessieslj;
sprake^
de strc
Beid
Wij