PUROL
BESTEVAER
9Xqgzlaar*9aüak
ike
loven
Pijn l ij
Klove
Gemeenteraad.
Rotterdam en haar
Gevaren.
verzacht an Genaast
STRAFBARE HANDELINGEN TEGEN
DE ZEDEN.
In het Wetboek van Strafrecht stelt art. 241
trafbaar, overspel. Om strafbaar te zijn moet
dit gepleegd worden door den gehuwden man
of de gehuwde vrouw. Maar ook door de
ongehuwde vrouw, die het feit medepleegt, is
strafbaar, maar alleen als zij (hij) wist, dat de
ander gehuwd was.
Wat is overspel
Hiervoor is noodig vl. gemeenschap, b.v.
Verkrachting (art. 242 W. v. S.), het plegen
van gemeenschap met een meisje beneden 12
jaar (art. 244 W. v. S.), of verleiding van
een minderjarige van onbesproken gedrag (art,
248ter W. v. S.), enz.
Overspel is iets, dat veel, ontzettend veel
gedaan wordt. Als ik dat zeg, doe ik dat op
grond van ondervinding in mijn vak opgedaan
Die strijdt tegen de Zeden, ontmoet dagelijks
overspelende menschen. Ik heb vele malen pros-
tituée's hooren beweren: als wij het niet hadden
van de gehuwden, dan hadden wij haast geen
bestaan, 't Is een treurige waarheid. En niet
alleen de mannen, maar ook vele vrouwen ma
ken zich daaraan schuldig.
Overspel gebeurt overal, elk dorp, elk ge
hucht, elke stad.
Maar een stad leent zich beter voor der
gelijke dingen. Men loopt niet zoo gauw in
de gaten, men gevoelt zich vrijer. Vele men
schen van buiten komen naar de stad om
overspel te plegen. Op een dorp wordt men
zoo gauw met duim en vinger nagewezen.
Het is bewezen, dat in Rotterdam vele men
schen hun bestaan vinden, door de gelegenheid
te geven tot het plegen van ontucht. Op dorpen
zijn zulke menschen mij niet bekend.
Dus overspel is volgens de wet strafbaar.
Als deze handeling zonder meer vervolgbaar
was, dan waren er rechtbanken te weinig in
ons land.
Overspel is een klachtmisdrijf, d.w.z. alleen
de beleedigde echtgenoot is tot klagen gerech
tigd.
Maar daar is nog veel meer aan verbonden
alvorens de verdachte zijn straf ondergaat.
Overspel op zichzelf druischt tegen alle chris
telijke beginselen in. Het is een groote zonde,
in Israel met den dood gestraft. Leest de brieven
van den apostel Paulus eens na, wat hij schrijft
aan sommige zijner gemeenten
Overspel behoort bij den mensch niet thuis,
het is verfoeilijk. Zeer zeker behoort dit in
een geordende maatschappij niet geduld te
worden.
En de gevolgen van overspel, zijn die dik
wijls niet vreeselijk Moorden, doodslagen,
twisten, twee dracht, mishandelingen, enz., te
veel om te beschrijven. Hoeveel huiselijk geluk
vervliegt als een damp En zoo er kinderen
zijn, hoe staat het dan met de opvoeding
Worden die niet het eerst gedupeerd Vele
onschuldige wezentjes krijgen een opvoeding,
die ten hemel schreit. Arme stakkers De Voog
dijraad en Kinderrechter komen er aan te pas
om de ouderlijke macht te ontheffen, of geheel
te ontnemen, om de kinderen nog te redden.
Een eere-saluut aan zulke van Overheidswege
gestelde instituten.
Overspel is strafbaar, maar slechts op klachte
vervolgbaar.
Zooals gezegd, is dat nog niet voldoende.
Aan de klacht wordt geen gehoor gegeven,
wanneer niet binnen 3 maanden de klacht wordt
gevolgd door een eisch tot echtscheiding of tot
scheiding van tafel en bed op grond natuurlijk
van het overspel. Dus aan de klacht wordt
geen gevolg gegeven zoolang niet het huwelijk
door echtscheiding is ontbonden of het vonnis
waarbij scheiding van tafel en bed is uitge
sproken onherroepelijk is geworden.
Wat blijkt nu De eene groote zonde volgt
de andere op.
„Gij zult niet echtbreken", zoo luidt een van
de Goddelijke geboden. Door alle eeuwen heen
is dit gebod overtreden, maar de laatste jaren
is het heel erg. Ja, het is iets heel gewoons
geworden.
Insommige landen heeft het menschdom er
iets op willen verzinnen om de echtscheidingen
tegen te gaan. Ze wilden b.v. de eerste drie
jaren zoo bij elkaar, en als het dan goed gaat,
trouwen.
Of dit doorgang zal vinden Feit is, dat in
alle landen de echtscheidingen verbazend toe
nemen.
Dit is absoluut uit den booze. Wat God
eenmaal samenvoegt, scheidt de mensch niet.
De Bijbel zegt ons ook wat overspel is.
En wat echtbreuk betreft, dat blijft een ge-
Gen
mat
bod, dat niet overtreden mag worden, of men
maakt zich schuldig aan groote zonde.
Maar nu zult U zeggen: de Bijbel leert ons
ook van een scheidbrief (Deut. 24). Zeker,
maar hoe kwam dat Louter door het booze
wat in den mensch woont. Het behoort bij
den mensch niet thuis. Leest wat de Heere
Jezus ons zegt (Matth. 19; Mare. 10; Lucas
16 vs. 18).
De huwelijksstaat is een inzetting van God.
Daarom wil Hij de getrouwden zegenen en
bijstaan, daarentegen de hoereerders en over-
spelers wil Hij oordeelen en straffen.
Het gaat men den mensch waarlijk niet goed.
Gelukkig de mensch, die kennis heeft van eeu
wige dingen.
R. TR.
Waarom de „Maas- en Scheldebode"
Dezer dagen werd er mij gevraagd: Waarom
schrijft U dergelijke leerzame en nuttige artikelen
in de „Maas" Er zijn toch nog meer bladen
Zeker, was mijn antwoord, maar er is maar
eene „Maas". Ik had ook een andere krant
kunnen vragen tot opname van mijn artikelen.
Maar eerstens is de „Maas- en Scheldebode"
het meest gelezene blad op de eilanden en
ver daar buiten, tot over den grodten oceaan.
Dus U begrijpt wel, dat het doel van mijn
artikelen is, als het kan, dezen onder alle men
schen te brengen. En de „Maas- en Schelde
bode" heeft een zeer groote oplaag.
Maar waarom heeft U nu juist een krant
genomen, die in hoofdzaak op de eilanden ver
schijnt Om dat de meeste bewoners van die
eilanden, wanneer zij uitgaan, of zaken doen,
naar Rotterdam trekken. En Rotterdam biedt
zoo veel gevaren, zooals ik schreef, daarom wil
ik alle menschen, maar vooral die op de eilan
den, waarschuwen voor die gevaren. Dat zij
de gevaren weten, die zij kunnen ontmoeten.
Begrijpt U nu wat de bedoeling is
Zeker, de stukjes zijn voor een ieder, maar
voor onwetenden in het bijzonder. En dat ik
de „Maas" gekozen heb, dat is voor mij nog al
natuurlijk. Ik heb dat blad leeren kennen in
mijn jeugd. De „Maas" biedt zuivere kost. En
En nu woon ik een tiental jaren in Rotterdam
en nóg kan ik er geen afstand van doen. Dus
ik koos mijn krant, „mijn Maas" 1
Ik heb die krant leeren kennen als een zuiver
Christelijk blad. Ik zou daarom alle menschen,
maar vooral die, die een Christelijke opvoeding
gehad hebben, willen toeroepenLeest geen
z.g. neutrale bladen. Zij bieden U soms stof,
dat tegen God en Zijn dienst indruischt.
R. TR.
Wij zijn den geachten schrijver van deze
ernstige stukken (die naar ons blijkt bij de
lezers instemming vinden) dankbaar voor de
waardeerende woorden, die hij voor ons blad
over heeft
Wij mogen, vooral in den laatsten tijd, her
haaldelijk dergelijke uitlatingen beluisteren. En
dat het niet bij woorden blijft, moge blijken
uit het verblijdende feit, dat het aantal abonnêe's
op ons blad sterk toeneemt.
Wij hopen den zedelijken band tusschen de
lezers en ons blad ook in de toekomst te be
waren en gaan daartoe met ongeschokt ver
trouwen voort op den ingeslagen weg.
Door goed gerucht en kwaad gerucht
REDACTIE.
VERSLAG van het verhandelde in de
vergadering van den Raad der ge
meente SOMMELSDIJK op Woens
dag 24 October 1928, des middags
4 uur.
De vergadering wordt door den Voorzitter,
burgemeester Den Hollander, met gebed ge
opend.
De notulen der vorige vergadering worden
gelezen en onveranderd vastgesteld.
De VOORZITTER deelt mede, dat van het
raadslid Van der Veer bericht is ingekomen,
dat hij wegens ongesteldheid de vergadering
niet kan bijwonen.
Ingekomen is een verzoek van den Raad der
gemeente Arnemuiden om adhaesie te betuigen
aan een tot den Minister van Onderwijs, Kun
sten Wetenschappen gericht adres om wijziging
van artikel 104 der Lager Onderwijswet te
willen bevorderen.
B. en W. stellen voor hieraan geen gevolg
te geven, omdat intusschen een wetsontwerp
is ingediend tot wijziging der Lager Onderwijs
wet, waarbij ook art. 104 betrokken is.
Aldus wordt besloten.
Ged. Staten berichten, dat zij inzake het ge
schil van deze gemeente met de gemeente Mid-
delharnis over verlaging van den gasprijs, niet
tusschenbeide kunnen komen, omdat niet precies
gehandeld is overeenkomstig de gemeenschap
pelijke regeling.
De VOORZITTER licht toe, dat Ged. Staten
een besluit verlangen van de Commissie van
Beheer voor de gasfabriek, waarbij de gasprijs
wordt verlaagd. Door de Commissie werd aan
de Raden der beide gemeenten een voorstel
gedaan om den gasprijs te verlagen. Wegens
dit gebrek in den vorm willen Ged. Staten
geen uitspraak doen.
De heer BLOK (S.D.A.P.) begrijpt dit niet.
Daar is toch een voorstel der Commissie ge
weest tot verlaging van den gasprijs en toen
bleek, dat de Raad van Middelharnis met 1 cent
wilde verlagen en de Raad dezer gemeente met
2 cent.
De VOORZITTÊR zegt, dat het juist daar
om gaat. De Gascommissie had besloten voor
te stellen tot de verlaging en zij had moeten
besluiten tot de verlaging. Ged. Staten vroegen
om een besluit der Commissie tot de verlaging
en dat kon zij niet geven.
De heer BLOK brengt in het midden, dat
de gasprijs toch met 1 cent verlaagd is, dan
moet er toch een besluit van de Commissie tot
die verlaging zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat deze raad
besloot tot verlaging van den gasprijs met 2
cent, die van Middelharnis met 1 cent. Beide
raden vonden dus verlaging met 1 cent zeker
goed.
De heer BLOK constateert, dat nu ten slotte
gebeurt, wat ze in Middelharnis willen.
De VOORZITTER deelt mede, dat er bin
nenkort een besluit komt, waarbij de gasprijs
wederom met 1 cent wordt verlaagd. De Som-
melsdijksche raad heeft dan toch zijn zin.
De heer BLOK merkt op, dat desniettemin
deze zaak toch niet in den haak is.
Van verschillende inwoners is een adres in
gekomen, waarin de wenschelijkheid wordt be
toogd van waterleiding en electrificatie van ons
eiland en waarin den Raad wordt verzocht
deze beide belangen te willen behartigen.
B. en W. stellen voor deze zaak aan hen
te renvöyeeren om advies. Wat de waterleiding
betareft willen ze eerst nog eens confereeren
met B. en W. van Middelharnis en den voor
zitter van de Gezondheidscommissie.
De heer DIJKERS (A.R.) maant tot voor
zichtigheid. Indertijd is er een beslissing ge
nomen, het drinkwaterleidingplan van toen was
niet te vertrouwen. Hier zijn nu enkele inwoners
die om een waterleiding vragen, maar ze zouden
raar opkijken als bleek, dat de zaak niet op
een goede basis berustte. Bij de Kilwaterleiding
moet voor een arbeiderswoning 50 a 60 ets.
per week worden betaald, boeren moeten daar
tot 200.— per jaar betalen zonder dat ze
nog voor hun vee zijn aangesloten. De zaak
moet eerst op een goede financieele basis rusten
voor we er op in kunnen gaan.
De VOORZITTER zegt, dat er nu geen
discussie over kan worden toegelaten, dat komt
later aan de orde.
Van C. Verhage te Middelharnis is een be
zwaarschrift ingekomen tegen zijn aanslag in
het schoolgeld. Hierop wordt afwijzend be
schikt.
Twee verzoeken om jaarwedde-verhooging
zullen bij de begrooting voor 1928 worden be
handeld.
Een voorstel tot wijziging der gemeentebe-
grooting 1928 wordt aangenomen.
De gemeentebegrooting voor 1929 wordt
de vergadering aangeboden.
Komt im behandeling een voorstel van B. en
W. tot wijziging van het Reglement van het
Burgerlijk Armbestuur en Weeshuis, in dien
zin, dat uitbesteding van personen bij bedeelden
niet zal mogen plaats hebben. Van Regenten
der instelling is advies ingewonnen, deze onder
steunen de voorgenomen wijziging niet.
De heer DIJKERS meent, dat B. en W. wel
ernstige motieven moeten hebben gehad tot de
voorgestelde regeling, dat ze afwijken van het
advies van de Regenten. Deze moeten zich op
het standpunt hebben gesteld, dat er gevallen
voorkomen, dat uitbesteding bij familie mogelijk
is, en welk bezwaar is er tegen om bij familie
uit te besteden, ook al zou het dan bij bedeelden
zijn. We moeten bij de armenzorg niet alleen
rekening houden met kleeren en eten, daar is
meer dat verzorging behoeft, de mensch heeft
ook nog een ziel. En dan kan hij het zich voor
stellen, dat er eenvoudige menschen zijn, die
liever bij familie worden uitbesteed, dan bij
een vreemde. Hij kan daarom met het voorstel
van B. en W. niet meegaan.
De VOORZITTER zegt, dat wanneer iemand
bedeeld wordt, daarmede uitgemaakt is, dat hij
zelf hulpbehoevend is. Bij uitbesteding moeten
er waarborgen zijn voor goede verzorging. Het
is niet denkelijk, dat iemand lisver bij familie
zou wordenl uitbesteed, wanneer ze zelf niet
hebben wat ze noodig hebben.
De heer BLOK zegt, dat men hier redeneert
alsof een weeskind verstandig genoeg zou zijn
om zelf te bepalen waar hij wezen wil en waar
hij het goed zal hebben.
De heer DIJKERS is nog niet van het goede
der voorgestelde regeling overtuigd. Daar is
ook innerlijk iets in den mensch, dat om be
vrediging vraagt. Thans staat er in het reglement
dat uitbesteding zoo min mogelijk bij bedeelden
wiens pyp z'n eentje troost is
te "midden van luebt en water
weet meer dan
iemand anders
'tpenot van 'n
öoede tabah
te waardeeren
Hq wenseht
het beste
voop 't deld.
6n rookt daarom dé heerlqke
zachte en by uitstek 0eupj$e-
moet plaats hebben. Welnu, laat uitbesteding
bij bedeelde familieleden dan de uitzonderings
gevallen zijn, welke blijven toegelaten. Het col
lege van Regenten is toch met de uitvoering
belast en dit zijn menschen met ervaring en die
het vertrouwen van den Raad hebben.
De heer SLIS (C.H.) merkt op, dat uitbeste
ding toch uitzondering is, «want wanneer er veel
weezen komen wordt er toch een weesvader in
het weeshuis benoemd.
Het voorstel van B. en W. wordt in stemming
gebracht. De stemmen staken, in een volgende
vergadering zal deze zaak opnieuw in stemming
worden gebracht.
Van de afd. Middelharnis-Sommelsdijk der
vereeniging „Volksonderwijs" is een verzoek
ingekomen tot het oprichten van cursussen voor
vervolgonderwijs aan de O. L. School.
B. en W. stellen voor hierop afwijzend te
beschikken. De resultaten van het vervolgon
derwijs voldoen niet aan redelijke eischen. De
cursussen voor vervolgonderwijs worden met
kunst en vliegwerk in stand gehouden. Ook zijn
de kosten nog niet zoo gering, die bedragen
ongeveer 500.— a 600..De Schoolcom
missie heeft advies uitgebracht en adviseert
onder-verwijzing naar een rapport van 1923
in gelijken zin.
De heer BLOK heeft met bevreemding het
advies der School commissie aangehoord. Zij
beroept zich op een advies van 1923. Toen
heeft de Raad den cursus opgeheven, omdat er
geen belangstelling voor was, -maar onder
toezegging van B. en W., dat zij tot het weder
instellen van een cursus het voorstel zouden
doen, wanneer er uitzicht bestond, dat er vol
doende belangstelling voor zou zijn. Nu wordt
er door een organisatie om vervolgonderwijs
gevraagd, spr. veronderstelt dat er toch wel
voldoende grond voor zulk een verzoek zal
zijn. Vooral voor de jeugd der arbeidersklasse
is het noodzakelijk, dat er gelegenheid voor
avondonderwijs komt. Men moet 's avonds maar
eens op straat zien, dan vraagt men zich toch
af of al die jongens, die het nu den veldwachter
moeilijk maken, niet beter op de schoolbanken
konden zitten. Wanneer er belangstelling voor
is, is de Raad zedelijk verplicht voor vervolg
onderwijs te zorgen.
De heer LE COMTE (S.G.P.) deelt mede,
dat het hoofd der Bijzondere Lagere School het
nog heeft willen probeeren. Toen hebben zich
twee leerlingen opgegeven. Zijn zienswijze is,
dat er nog nooit veel gebruik van het ver
volgonderwijs is gemaakt door de jeugd uit den
werkenden stand. Hij heeft er weinig vertrou
wen in, dat het ditmaal slagen zal, er is nu
eenmaal geen belangstelling voor, noch bij de
ouders, noch bij de kinderen.
De heer BLOK zegt, dat er hier nu een adres
is van een organisatie, die deze zaak maar niet
zoo aanhangig zal hebben gemaakt. Men zal
er wel van overtuigd zijn, dat er leerlingen
voor zijn.
De heer LE COMTE antwoordt, dat de
adressant dan maar eens moet zeggen hoeveel,
dan zal de Raad gemakkelijk kunnen beslissen.
De heer BLOK pleit niet voor het in het
leven roepen van een cursus, maar hij wil het
voorstel van B. en W. maar niet zoo aanvaar
den, dat zou den indruk wekken alsof de Raad
in deze niet mee wil werken.
De heer MIJS (V.B.) zegt, dat hoe meer on
derwijs er is hoe beter. Uit het adres blijkt niet,
dat er meer belangstelling voor het vervolg
onderwijs zal zijn dan in 1923. Wanneer er
aan drang is van belangstellenden dan staan B.
en W. er sympathiek tegenover.
De heer BLOK wil dan aan adressant vragen
of voldoende deelname kan worden gegaran
deerd.
De heer DIJKERS zegt dat de argumenten
van den heer Blok niet erg steekhoudend zijn.
(De heer Blok Dat gebeurt nog al eens Elk
jaar Is nog gebleken dat de cursussen langza
merhand uitsterven. De kinderen van den wer
kenden stand bezoeken ze niet.
De VOORZITTER wil het voorstel van B.
en W. in stemming brengen.
De heer BLOK verzet zich daartegen. Bij
aanneming daarvan zal er een verkeerde con-
duisie uit worden getrokken. Hij zou in een
motie de wenschelijkheid van het vervolgonder
wijs willen uitspreken.
De heer MIJS brengt in het midden, dat je
wel vijftig van zulke adressen kan krijgen. Het
is goed dat Volksonderwijs belangstelling toont,
maar het had nog wat meer moeite voor de zaak
moeten doen.
Het advies van B. en W. wordt in stemming
gebracht en aangenomen.
Aan de orde is een adres van A. J. v. Hemert
e.a. om de politie-verordening zoodanig te wij
zigen, dat het verkeer voor wielrijders over de
klinkerzijstraten der Voorstraat weder open
worde gesteld.
De heer JOPPE zegt dat er indertijd een fout
gemaakt is met het in het leven roepen van dit
verbod en een fout moet hersteld worden. Kan
het niet zoodanig worden veranderd, dat het
b.v. na 's avonds zes uur verboden is. Je moet
de menschen maar eens gepakt en gezakt over
de grove steenen zien hossen als ze naar hun
werk gaan. Daar is een pad voor de wagens,
één voor de voetgangers, maar waar is het pad
voor de fietsen Spreker vindt het treurig, dat
je als fietsrijder over de grove steenen moet hob
belen als er op de fijne steentjes in geen vel
den of wegen iemand te zien is.
De VOORZITTER antwoordt dat er toch
moeilijk kan worden bepaald, dat over de fijne
steentjes mag worden gefietst als er geen voet
gangers loopen.
Het voorstel van B. en W. om afwijzend te
beschikken, wordt aangenomen.
Van G. P. Mast en anderen is een verzoek
ingekomen om bouwgrond aan den Dorpsweg
in erfpacht tegen een recht van 7 cent per M-.
B. en W. stellen voor de gevraagde grond
tegen 8 cents per M'2 af te staan.
De heer JOPPE zegt, dat het toch beter ware
de grond daar voor 7 cent af te staan, dat is
toch beter dan dat er niet op wordt gebouwd.
De heer MIJS antwoordt, dat het tarief eigen
lijk 10 cent is. De prijs is reeds verlaagd om
het bouwen aan te moedigen.
De heer SLIS vraagt of deze grond niet wat
meer achteraf ligt.
De heer BLOK brengt in het midden, dat
het tarief eerst 10 cent was, toen werd het
7 cent, nu weer 8 cent, Hij zou een vast tarief
willen zien bepaald.
Het voorstel van B. en W. wordt met 6
tegen 4 stemmen aangenomen.
Aan de orde is de benoeming van een 4e
helpster aan de Bewaarschool. Benoemd wordt
mej. J. C. Uil.
Benoemd wordt een commissie tot onderzoek
van de gemeentebegrooting 1929, van het bur
gerlijk armbestuur en weeshuis 1929 en van de
gasfabriek 1929. Benoemd" worden de heeren J.
H. Dijkers, J. A. Slis en J. van Zetten.
Ingekomen is een verzoek van de vereeni
ging tot verkrijging van onroerend goed door
landarbeiders „Somelsdijk", gevestigd te S'dijk,
om een voorschot ingevolge de Landarbeiders-
wet, groot 26000.ten behoeve den aan
koop van een 5-tal perceelen bouwland aan den
Staverschen weg van den heer M. de Haas te
Rotterdam.
De VOORZITTER deelt een en ander mede
uit de bij het verzoek behoorende Memorie van
Toelichting. Het Bestuur vraagt het voorschot
aflosbaar in 75 jaren. Volgens de jongste wij
ziging der Landarbeiderswet moeten de Sta
tuten der vereeniging nog gewijzigd worden in
dien zin dat aankoop van onroerend goed
door de vereeniging niet zal mogen plaats heb
ben, dan met goedvinden van B. en W. De
goedkeuring voor den aankoop van het bedoelde
land is inmiddels reeds gevraagd, maar B. en
W. hebben nog geen beslising genomen, ze wil
len eerst het gevoelen van den Raad eens hoo
ren.
De heer DIJKERS vraagt naar het voorstel
van B. en W.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. niet
gevoelen voor verleening van het voorschot in
75 jaren.
De heer DIJKERS vindt het wel aardig van
B. en W. om deze zaak nu maar eens zoo in
den Raad te brengen. Hij had graag een voor
stel van B. en W. gehad.
De VOORZITTER zegt, dat de gevoelens in
het college van B. en W. uiteen liepen. B. en
W. stellen voor het voorschot te verleenen en
DRAlSItlAvArsVALKEMBURQ'S-
e ~A -iLEVERTRy
de aflossing op 30 jaren te brengen. Het is in
het belang van de vereeniging, dat het ver
zoek wordt toegestaan. Hier komt men op een
gemakkelijke wijze aan land, dat is beter dan
onteigenen.
De heer DIJKERS heeft veel over de aan
vraag om het voorschot om hooren gaan. Hij
wil er tegen waarschuwen, dat de Raad niet
komt aan de interne aangelegenheden der ver
eeniging, daar heeft de Raad niet mee te maken.
De Raad heeft uitsluitend op de aanvrage te
beschikken.
De VOORZITTER zegt, dat er voorwaar
den aan de verleening van het voorschot zullen
worden verbonden, b.v. de rente en annuïteits
bepaling tusschen vereeniging en gemeente zal
worden geregeld als tusschen Rijk en gemeente,
bij opheffing van de vereeniging of niet na
leving der voorwaarden zal het voorschot direct
opvorderbaar zijn, wanneer het Bestuur het aan
gekochte goed mocht vervreemden of bezwaren
zal zij een boete verbeuren van 2000.—,
waarvoor zij hoofdelijk verantwoordelijk zijn,
de algemeene voorwaarden waaronder het land
zal worden verpacht moet door den gemeente
raad worden goedgekeurd, vanwege B. en W.
zal te allen tijde inzage der boeken moeten
kunnen worden genomen, bij het afloopen van
den termijn waarvoor de statuten zijn goedge
keurd zal tijdig een nieuwe aanvraag daartoe
moeten worden gedaan.
De heer MIJS zegt, dat de Raad goed moet
worden ingelicht, hij dient te weten waarvoor
het geld wordt gevraagd.
De heer DIJKERS is er voor om het verzoek
der vereeniging in te willigen. De pogingen,
welke de landarbeiders aanwenden om hun po
sitie te verbeteren, dienen te worden onder
steund. Hij geeft dan ook gaarne zijn stem
aan het verzoek.
De heer LE COMTE herinnert er aan, dat
de Raad onlangs nog er voor was om des
noods land te koopen om de landarbeiders aan
hofland te kunnen helpen. Er is alle reden voor
om dit verzoek toe te staan, dan voorkomt men
ook dat gronden worden onteigend van gebrui
kers, die het niet graag willen missen.
De heer BLOK heeft bij het verzoek twee
exploitatierekeningen gevoegd, een gebaseerd om
een 30-jarige, een op een 75-jarige annuïteit.
Nu stellen B. en W. voor om het voorschot te
verleenen, af te lossen in 30 jaren. Hij zou de
motieven wel eens willen hooren, die tot dit
voorstel hebben geleid. Gevraagd is het voor
schot te mogen aflossen in 75 jaren, om de
eenvoudige reden, dat de pachters van het land
rente en aflossing moeten opbrengen, men zou
er mee voorkomen, dat het geslacht van nu
belast wordt ten behoeve van een later geslacht.
Als over 30 jaar het voorschot zal zijn afgelost,
zal het land goedkoop kunnen worden gegeven.
Het is de bedoeling van het bestuur der ver
eeniging om den landarbeiders zoo goedkoop
mogelijk te helpen. De wet staat in bijzondere
gevallen een aflossingstermijn van 75 jaren toe,
waarom zou de Raad er zich dan tegen ver
zetten.
De heer MIJS heeft op de exploitatierekening
wel eenige bemerkingen. Hij juicht overigens
de strekking der Landarbeiderswet toe en wil
aan de wenschen der vereeniging zooveel mo
gelijk tegemoet komen, hij wil dan ook in alle
opzichten medewerken. Maar hij kan zich niet
verhelen, dat de Raad een groote verantwoor
ding op zich neemt. De gemeente moet voor het
geld borg blijven en nu leert de praktijk van
het leven, dat je veel gemakkelijker geld kunt
geven, dan borg blijven. Wanneer de gemeente
dus borg moet blijven spreekt het vanzelf, dat
ze die borgstelling zoo kort mogelijk wil laten
duren. We leven op het oogenblik in een tijd
van hooge conjunctuur, daar komt naar men-
schelijke berekening een inzinking.
Spreker heeft bemerkingen op de exploitatie
rekeningen. Daar is geen rekening gehouden
met de dreef. Die moet in goede orde worden
gebracht, want er zal veel van worden gevergd,
het terrein is 600 M. diep. Voor behoorlijke be-
harding zal 600.— noodig zijn, terwijl spr.
voor jaarlijksch onderhoud 150.— rekent.
Wanneer hij de dreef aftrekt dan blijft er 5 H.A.
90 A. productief land over. De vereeniging
rekent uit, dat een pacht van 42cent per
roede zal moeten worden opgebracht, volgens
de herziene exploitatierekening van spr. zal dit
45 a 46 cents moeten worden; bovendien mist,
hij een post voor administratiekosten. En nu is
de vraag: kan dit betaald worden Bij plaatsjes
is dit mooier, die worden eigendom, daar breng
je de menschen mee vooruit. Maar hier gaat
de aflossing niet in den zak van den pachter,
maar in den spaarpot van de vereeniging. Spr.
hoopt, dat het bestuur vooral het stichten van
plaatsjes zal aanmoedigen. Wanneer het bestuur
der vereeniging deze hooge pacht durft te aan
vaarden en de Raad vindt dit goed, dan zal
het straks voor B. en W. gemakkelijker vallen
om een beslissing te nemen in zake de aanvraag
om goedkeuring tot den aankoop.
Dan heeft spr. nog een bezwaar en wel dit,
dat in het bestuur niet alle richtingen zijn ver
tegenwoordigd, het is eenzijdig samengesteld en
bestaat in hoofdzaak uit belanghebbenden.
De heer DIJKERS wil de vereeniging den
raad geven om niet het onderste uit de kan
te willen hebben. Hij vreest, dat een voorschot
met 75-jarige aflossing door den Minister toch
niet zal worden toegestaan.
De heer BLOK zegt, dat de heer Mijs niet
goed ingelicht is omtrent de samensteling v,-i
het bestuur. Het bestuur is strikt neutraal. Gee -
der bestuursleden heeft bij het land persoonlijk
belang, want geen hunner heeft een aanvraag
ingediend, de secretaris is een ambtenaar ter
secretarie. Voor spr. is het niet eender wie
de exploitatierekening maakt. De heer Mijs heeft
600.— uitgetrokken voor verharding van de
dreef, maar dat is niet noodig, er is een goede
dreef. Het onderhoud er van komt voor ge
zamenlijke rekening der pachters, de vereeniging
heeft niet berekend, dat het land op 42J^ cent
per roede komt, maar op ongeveer 40 cent.
Eventueele administratiekosten zullen uit de
contributies moeten worden gekweten. Een re
servefonds is in de exploitatierekening opge
nomen, al is het dan niet zoo groot.
De VOORZITTER wil het voorstel van
B. en W. in stemming brengen.
De heer BLOK zou willen voorstellen het
verzoek in te willigen en het voorschot op 75
jaren te verleenen.
De VOORZITTER vreest, dat dit toch niet
zal worden toegestaan. Er is hem op dit eiland
slechts een geval bekend, dat het gedaan is
en daar waren bijzondere omstandigheden in het
spel. Spr. vreest ernstige vertraging in de be
handeling. <W<
Het voorstel van B. en W. om het voorschot
te verleenen af te lossen in 30 jaren, komt in
stemming en wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Dan rondvraag.
De heer BLOK informeert hoe het staat met
de lighallen van Middelharnis.
De VOORZITTER zegt, dat in de eerstvol
gende Raadsvergadering B. en W. zullen vragen
om machtiging hiervoor grond in erfpacht af
te staan. Aan Middelharnis is geschreven, dat
de Raad van Sommelsdijk bereid was een even
redig aandeel te dragen in de te betalen erf
pacht. Maar wat werd nu met evenredig aandeel
bedoeld. De verhouding van het aantal ver
pleegde patiënten, of van het zielenaantal der
gemeente
Vastgesteld wordt, dat de bedoeling was bij
te dragen in verhouding van het zielenaantal.
De VOORZITTER deelt in dit verband
mede, dat door het Groene Kruis aan den Lan-
geweg een huis is gehuurd voor inrichting van
een consultatiebureau voor tuberculose-patiën-
ten. Wanneer de lighalllen er eenmaal zijn, zal
het bureau daarheen worden overgebracht.
De heer BLOK wil spreken over de haven
stagnatie. Daar is al veel over gesproken en
we zijn nog niets gevorderd. We zijn nu zoover
gekomen, dat door Ged. Staten is erkend, dat
we gelijk hebben. Hij wil deze zaak aanbevelen
in de aandacht der Commissie belast met het
onderzoek der begrooting van de gasfabriek
voor 1929.
De VOORZITTER zegt, dat bij de behan
deling van de begrooting van het bedrijf de
zaak van de wiselplaats in de haven achter de
gasfabriek nader kan ter sprake komen.
De heer SLIS vraagt naar aanleiding van
een geval van den vorigen avond, of de sas-
meester niet wat meer water had kunnen geven.
De VOORZITTER zegt, dat de kwestie van
den waterstand in de haven zeer moeilijk is.
De sluis dient voor waterloozing ook en nu
willen de boeren het water laag hebben en de
schippers willen het hoog hebben.
De heer SLIS antwoordt, dat er op het oogen
blik geen polderwater te loozen valt. Het pol
derwater gaat natuurlijk voor. Spr. wil ook wel
eens weten waarom de eene schipper water
krijgt en de andere niet.
De VOORZITTER zegt, dat het maar het
beste is een verordening te maken, waarbij
groote schepen uit de haven worden geweerd.
De heer JOPPE brengt in het midden, dat
we er zoo nooit komen. Wanneer je de haven
dieper maakt komen er meer groote schepen
binnen. Schepen, die anders niet in de haven
kwamen, komen na de uitbaggering de haven in.
De heer LE COMTE spreekt nog over de
nauwe passage achter de Kaai bij Wessels en
gezusters Spee, nu daar veel schepen worden
geladen. Kan het daar niet verbreed worden
B. en W. zullen deze zaak bezien.
Dan sluiting.