UIT HET WOORD J C. WARNAER, Dirksland, Ds. C. VAN DER WAL, Dirksland, A. H. VAN YPEREN, Herkingen en Ds. G. VAN DER ZEE, Den Bommel, Eindredacteur PREDIKBEURTEN OOGSTCOLLECTE ALLERLEI overleden. ïemoord. omite. 4eld. nk. re omstandig- )en kind. ;en. OP ZONDAG 21 OCT. 1928 STICHTELIJKE OVERDENKING SCHETSEN UIT DE KERKGESCHIEDENIS inkomsten en uitgaven. VEREENIGINGS nai LEVEN BM radio-avond. spoed gewenscht. /an dezen bedaagde van het vocht, dat oord hebben grin- iker van dit nat en deze blijkbaar alge- xiwde vraag, rgeten hebben, is ie agen op een droogje e ook, ik weet niet eb 't gelezen, maar n van die plaatsen, ime. die douane Wat, Die legge nou al of ze geen drank veze en wel zorgen, ze anders nog wel vin ik toch, ik heb itte ze 'n heel ver- n. Mot je kijke wat terugkomme. Dan hè je toch kenne •rug zeg je. :d hier kunne blijvex! 't in Amerika vijf ier schieten, 't Laatste bier Msb. illegom de arbeider van een hijschkraan op den grond ge- ïet een electrischen len. Hij kreeg een ige brandwonden en ekenhuis te Leiden le gevolgen is over- bij Roche d'Agoux and wordt gemeld, eegd., Een grijsaard chter van 44, haar Dord gevonden. De ïwen den hals af- ad hij twaalf steken st toegebracht. Ver nam een familie-lid, 4, gekomen uit de bij het gezin door- leek" hij verdwenen. D.V. op Maandag n. half twee, in het afdoening van nog vergadering van 6 lissing konden wor- TE BRIELLE. dimster van Arbeid, 16 October 1928, is geverslid bij voor- e heer Jac. Breen, ciën maakt in de ten behoeve van gen wegens achter- nsgeld bij den ta ngen, Invoerrechten sluis 400.en ;r te Hellevoetsluis k/liet 32.89 en bij 3.—. is van een varkens- enteel in niet onbe- k. Aan het Roer als tijdelijk zieken- alle patiënten daar overleden. Van de ven de 18 jaar. de sectie. aen wij gemeld, dat stadsdeel te Rot- ind van 2 maanden ndat noch de huis de doodsoorzaak ouders hadden ver- gezond in de wieg nden morgen bleek Dnder deze omstan- ming tot begraven is naar het zieken- ervoerd, waar een /ernemen heeft deze kind is overleden king en bronchitis. !3-jarige Spanjaard d in de Maashaven door een schipper, jers gered. Met in- Spanjaard in het igel ter observatie Ier A. C. R., wo- te Rotterdam, is in kneld geraakt tus- en winch. Met in- naar het ziekenhuis Dracht, waar hij ter Woensdag de vijf- iken. Het kind werd uur vermist en om haald. n Haag is Donder- een auto tegen een d-Hollandsche Bier- ïurder van den eer- nan, werd door de iofd gewond. Door is hij naar het zie- jrvoerd. n VOOR DEN ZONDAG |J NED. HERV. KERK. Sommelsdijk, v.m. geen dienst en 's av. Ds. van Ameide. Middelharnis, v.m. Ds. van Ameide van S'dijk (H.A.) en 's av. leesdienst. Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9 uur Ds. Polhuijs en n.m. 2 uur leesdienst. Den Bommel, v.m. 9.30 uur Ds. v. d. Zee (Oogstcollecte) en 's av. 6 uur leesdienst. Ooltgensplaat, v.m. 9.30 leesdienst en n.m. 2 uur Ds. van Ameide van Sommelsdijk. Nieuwe Tonge, v.m. leesdienst en n.m. 2 uur dhr. van Yperen van Herkingen. Herkingen, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur dhr. van Yperen. Dirksland, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur Ds. van der Wal (Doop). Melissant, v.m. 9.30 uur de heer Bouman van Stellendam. Stellendam, v.m. 9.30 uur Ds. v. d. Wal van Dirksland (Doop) en n.m. de heer Bouman. Goedereede, n.m. 2 uur de heer Vetter van Langstraat. Ouddorp, v.m. leesdienst en n.m. 2 uur Ds. van der Zee van Den Bommel. GEREF. KERK. Middelharnis, v.m. en 's av. leesdienst. Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9.30 en n.m. 5.30 uur Ds. de Graaff (Oogstcollecte). Den Bommel, v.m. en 's av. Ds. Schaafsma. Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur lees dienst. Ouddorp, v.m. en n.m. Ds. Diemer. GEREF. GEMEENTE. Middelharnis, v.m. en 's av. leesdienst. Dirksland, v.m. en 's av. Ds. de Blois. Herkingen, v.m. 9, n.m. 2 en 's av. 6 uur leesdienst. Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst. Woensdag a.s., 's av. 6 uur, Ds. Barth van Vlaardingen. Van de overige gemeenten geen opgaaf. Allerwege zal wederom dezer dagen de oogstcollecte gehouden worden. Inderdaad heeft de Heere het jaar zijner goedheid "gekroond. Dag bij dag overlaadde Hij ons met Zijne weldaden. De wagens kraakten van de vrachten, kraakten van Gods goedertierenheid In de harde wegen kwamen nochtans sporen, sporen van Gods goedertierenheid. Als nu in Uw gemeente oogstcollecte is, inoogt ge wel eens bedenken wat gij den Allerhoogste zult vergelden. t Kon wel eens zijn, dat H ij komt af te nemen wat g ij terug houdt. En ook gij, die om welke reden dan ook niet of spaarzamelijk ter kerke komt, maakt LI er niet van af. En indien Uwe diaconie, waarvoor mogelijk naar oude gewoonte deze collecte bestemd is, in Uwe gemeente door legaten schatrijk mocht wezen, trek dan Uwe hand niet gemakshalve terug, doch schenkt Uw gaven aan de Kerk, of bestem een gedeelte voor het Studie- en Leerstoelfonds, Geref. Zendingsbond, ziende den nood waarin vele Christelijke, Hervormde in stellingen verkeeren. ALLEEN OVER! Doch Jakob bleef alleen over. Genesis 32 24a. We gaan iets zeggen over den persoon, die alleen overblijft, over de gesteldheid der ziel, waarin hij alleen overblijft en over het „waar toe" hij alleen overblijft. Het gaat over JakobWe weten, wie hij eens was. Als 't daarover gaat, is er niet veel goeds van hem te vertellen. Zijn naam zegt 't ons reeds Jakob I Die naam beteekent: hiellichter, d.w.z. dat we met iemand te doen hebben, die een ander lagen legt. En i s hij niet altijd, wat zijn naam te kennen geeft? Immers, altijd stuit ge bij hem op list en bedrog, menschelijke berekening en zondig overleg. Zoo was er dan niets in hem, wat Gods liefde kon opwekken, wel afstooten En toch is Jakob niet verworpen, maar aangenomen „Jakob heb ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat". Neen, niet omdat Jakob beter was dan zijn broeder, maar Jakob wordt aange nomen, omdat God het in Zijnen eeuwigen Raad bepaald had. Daarin is de oorzaak ge legen van alle heil, dat Jakob deelachtig is geworden Ziet, dat God Zijn vrijmachtige genade ver heerlijkt in een armen, ellendigen zondaar, komt bij Jakob, meer dan bij anderen, tot open baring. Meer dan Abraham en Izaak staat Jakob voor ons als het beeld van den verlosten zon daar. En het behoeft ons niet te verwonderen, dat Gods kinderen, als we verder ook letten op het leven van Jakob, vol van beproevingen en kastijdingen, kwellingen en worstelingen als het is, zich niet Abraham en Izaak, maar juist Jakob als een toonbeeld voortdurend voor ooqen stellen. Jakob staat dichter bij hen De Jakobsnatuur is de heerschende Het bedriegelijke, arglistige in Jakobs hart vmden zij in zichzelf weer. En zij verstaan het, dat zij evenals Jakob daaraan ontdekt fijn geworden door den Heere ZelfHij was t, die hen aan hun zondaarsnaam ontdekte. En zullen zij ooit den nieuwen naam, ge schreven op een witten keursteen ontvangen, dan zal de Heere hen dien nieuwen naam als aan Jakob moeten geven O, de oorzaak van al hun heil bij aanvang en bij voortgang is gelegen in Gods vrijmachtige genade Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht, Uw vrije gunst alleen wordt d' eere toegebracht, Wij steken 't hoofd omhoog, en zullen d eerkroon dragen, Door U, door U alleen, om t eeuwig welbehagen. Zoo heeft ook Jakob het verstaan Het blijkt duidelijk, als we ietten op de gesteldheid der ziel, waarin hij alleen overblijft. We weten, dat hij op zijn terugreis is naar het land Kanaan. Hij staat gereed het land binnen te trekken. Maar hij kan niet tot Izaak komen of hij moet Ezau voorbij. En nu denkt Jakob aan zijn zonden Voor ruim twintig jaar geleden heeft hij Ezau schan delijk bedrogen en de twist is nog niet ver effend. Dat moet eerst gebeuren Daarom zendt hij boden naar zijn broeder. Maar ziet, die boden keeren anders terug dan hij verwacht heeft. Denkt hij zelf aan verzoening, Ezau blijkbaar niet. Ezau toch is in aantocht met 400 gewapende mannen en v/aar hij geen enkele boodschap medegegeven heeft, kan Jakob niet anders denken, dan dat Ezau wraak wil nemen over het onrecht, dat hij hem aangedaan heeft. En dan, zoo lezen we in ons teksthoofdstuk, is Jakob bang geworden. Het is echter niet een bangheid van Kaïn of van Judas, maar het is de rechte bangheid, de bangheid des geloofs, die aan iedere overwinning vooraf gaat. Het is die bangheid, die naar God henendrijft. Daarom zocht Jakob dan ook de eenzaamheid Neen, niet om te slapen, maar om te waken, te worstelen en te bidden En hoor hem dan in ons teksthoofdstuk den Heere herinneren aan Zijn verbond, hoor hem dan pleiten op de beloften, die de Heere hem gedaan heeft, zooals al Gods kinderen doen. En ondertusschen beseft hij, dat alleen genade hem uithelpen kan. Neen, geen geweld, geen geschenk aan Ezau, zelfs geen gebed kan hem geven wat hij behoeft. De God van Bethel zelf moet tusschenbeide treden Als we dan ook vragen: waartoe Jakob alleen overblijft, dan lijdt 't geen twijfel, dat hij niet anders begeert dan genade deelachtig te worden. Floor slechts, hoe hij over zichzelf denkt in het 10e vers: „Ik ben geringer dan al deze weldadighedenen dan al deze trouw, die gij aan uwen knecht gedaan hebt". En onze kantt. verklaren d.i. „ik ben geenszins waardig het goed, dat Gij mij tevoren gedaan hebt, ook niet datgene, dat ik nu begeer, maar steun alleen op uw genade, en niet op mijn verdienste of waardigheid". Jakob begeert alleen genade Neen, natuurlijk niet die genade, waardoor hij zal overgaan uit den dood tot het leven. Die genade is hij reeds lang deelachtig. Maar hij heeft genade noodig om dat nieuwe leven, dat hij reeds bezit, vast te maken en te be vestigen. We bedoelen die genade, die ieder levend gemaakte ziel noodig heeft, vooral als zij in gevaar en nood verkeert en ook ontvangt om staande te kunnen blijvenDie genade, waar Gods kinderen hun leven lang niet buiten kun nen, die het geloof bij den voortgang telkens werkt en het ook doet merken, die het wezen en met welwezen des geloofs omvat. Die genade heeft Jakob noodig, als hij alleen, in angst en in vreeze, aan de Jabbok overblijft. Bevreemdt u dat, lezer Ge zegt: hoe is 't mogelijk 1 Jakob weet toch wel, dat hij in Gods weg is. Hij heeft de terugreis niet uit eigen beweging ondernomen. De Heere is hem ver schenen en heeft hem gezegd, dat hij moet op trekken en alles wèl met hem zal maken. Bo vendien heeft hij vele ervaringen opgedaan, die bevestigden wat God gezegd heeft. Als hij er met Lea en Rachel over spreekt, zijn zij aanstonds bereid mede te gaan en Jakob mocht daarin Gods trouwe leiding op merken. En als straks Laban hem vertelt, dat de Heere hem verschenen is in den droom en gezegd heeft hem in vrede te laten trekken, dan is dat voor Jakob een nieuw bewijs, dat de Heere voor hem zorgen zal. Niets zal zijn ingang in Ka naan kunnen beletten. Dat predikte hem ook dat gezicht van engelen Ja, lezer 1 en toch, als hij nu hoort, dat Ezau met 400 man in aantocht is, wordt hij bang, dan gaat hem de moed ontzinken, dan raakt hij zijn vertrouwen kwijt, ja dan grijpt benauwdheid hem aan, dan wordt hij beducht voor den strijd en hij gaat in plaats van aan overwinning aan verderving denken Zijn geloof blijkt te zwak te zijn 1 En meer dan ooit gevoelt hij zich alleen. Alleen en ver stoten, .alleen en benauwd, alleen en verloren En dat na zooveel betooning van genade Daaruit zien we, dat de meestgevorderde op den weg des levens ijdelheid is en dat hij dus altijd weer genade noodig heeft. O, Gods kinderen weten het bij eigen er varing, dat er soms o zoo weinig toe noodig is om hen het spoor bijster te maken en- om hen moedeloos te doen worden. Eén veront rustende gedachte, één benauwde droom en het vaste geloof gaat aan het wankelen. Ja, hoe krachtig de toewijzingen ook zijn mogen, hoe krachtig de beloften hen ook op de ziel worden gebonden en door welke verrassende uitkomsten ze worden bezegeld, altijd hebben ze nieuwe genade noodigWat ze vandaag aan genade hebben, helpt ze morgen niet O, als de Heere maar even Zijn aangezicht ver bergt, als Hij maar even toelaat, dat Satan hen den weg verspert, dan staan ze verlegen, dan is 't menigmaal, alsof ze nog voor eigen rekening liggen, dan vreezen ze om te komen 1 Dan ge voelen ze zich alleen en zij laten het schild des geloofs zakken, daar is geen vertrouwen op God! O, als dan de genadegiften Gods niet on- berouwelijk waren 1 O, als er dan geen Mid delaar was, die altijd voor hen bidt 1 Die eens van allen verlaten werd, alleen overbleef, op dat zij nimmermeer van God verlaten zouden worden O, als dat niet waar was, dan kwam er niets van terecht, al was 't Hemelsche Ka naan reeds in 't gezicht. Maar de Heere laat niet varen de werken Zijner handen En Gods kinderen weten, dat zij, als de Heere hen iets te zeggen of te leeren heeft, eerst in moeite worden gebracht, daarna door Hem in de eenzaamheid worden gevoerd, verre van 't gedruisch der wereld, om dan te ondervinden, dat Hij in Zijn nederbuigende goedheid tot hen afdaalt. En dan wordt het weer: eenzaam en met God gemeenzaam. Dan gaat het door ver nieuwde genade weer herleven, dan wordt bet ook voor hen weer een vasten grond der dingen, die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet, maar die toch verwacht worden. En nu hebt gij het, lezer ongetwijfeld wel eens bang gehadGij hebt wel in moeilijke omstandigheden verkeerd en gij gevoeldet u alleen met uw moeiten, zorgen en verdriet 1 En misschien hebt ge toen in zulke omstandig heden uw knieën wel gebogen, maarhet was toch eigenlijk geen smeeken om genade Gij vroegt alleen maar om afwending van 't gevaar 1 En toen gij uit uw moeilijke omstan digheden waart uitgered, waart ge nog dezelfde van voorheen. Ja, toen schaamdet ge u mis schien, dat ge u zelf zoo van de wijs had laten brengen. Ziet, zooals Jakob alleen overbleef, dat is u vreemd 1 Daartoe blijkt uw natuur te hoogmoedig. Van dat arglistige, bedriegelijke Jakobs hart wilt ge niets in u zelf ontdekken. Neen, naar Ezau gaat uw hart uit. Maar o, denk er dan aan, dat, als er geen verandering komt, het u gaan zal als Ezau 1 Ja zeker, als Jakob alleen en in grooten angst aan de beek overblijft, dan wandelt Ezau met het zwaard in de vuist ongedeerd door het land Kanaan, dan lijkt het, alsof hij en niet Jakob vrijelijk over Kanaan te beschikken heeft. Maar denk er aan, het is slechts schijn. Want niet Jakob, maar Ezau is verworpen 1 O, spiegelt u daar aan, onbekeerde zondaar en zondares en leer nog verstaan, dat gij genade en ontferming noodig hebt. O, dat het nog eens openbaar mocht worden dat de Heere u kent 1 Dat het openbaar mocht worden in de eerste plaats in uw vernedering en verbrijzeling. O, leer uw zonden, uw onge- rechtiggheid en uw vervloeking inzien en begeer nog genade voor recht. En als 't daartoe komen mag, dan zult ge met Jakob alleen overblijven met uw zonde en schuld," maar dan zult ge ook in de eenzaamheid den Heere gaan zoeken. Dan zult ge leeren verstaan, dat de Heere eerst vernedert en daarna verhoogtJa, dan zult gij oog krijgen voor den gekruisten Zaligmaker en verstaan, dat Hij uw Redder worden moet 1 Ja, straks zult ge Hem als uw redder omhelzen 1 En dan zult gij met alle uitverkorenen in stemmen: de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven door Jezus Christus onzen Heere 1 Ja, daarop kunt ge rekenen, bekommerde zon daren, die bekent midden in den dood te liggen. Neen, de Heere schenkt zijn genade niet aan besten, maar aan slechten, die weten een even bedriegelijk hart te hebben als Jakob 1 Aan dezulken, die verstaan, dat ze onder een schuld van een eeuwige verdoemenis liggen, de schuld nog dagelijks meerder maken en het oordeel verzwaren. Over dood- en doemschuldige zondaren wil de Heere zich ontfermen. En daarom, als ge een arm zondaars hart hebt en dus een armen zondaars troost behoeft, zoekt de eenzaam heid en stel u voor het aangezicht des Heeren met de tollenaarsbede: „O God, wees mij zon- naar genadig 1" En de Heere zal u genadig zijn Dan zult ge met al Gods kinderen leeren verstaan, dat het genade was, dat gij u zelf als een ellen digen zondaar leerdet kennen, genade ook, dat gij uw toevlucht mocht nemen tot den Heere Jezus, ja, dat het genade is, die het goede werk begint, voorzet en voleindigt. En laat dat, volk des Heeren, u tot troost zijn, want die genade is openbaring van Gods liefde, waarmee Hij van eeuwigheid aan u dacht en tot in alle eeuwigheid voor u zorgen zal. Niets zal u van die liefde Gods kunnen scheiden. Ezau mag woeden en Jakob in angst zijn, Jakob wordt Israel en komt in Kanaan. Gij kent Ezau in Satan 1 En och, nu zult gij misschien straks ondervinden, dat naarmate gij dichter tot het doel van de reis komt, naar die mate Satan heviger tegen u gaat woeden O, het kan gebeuren, zooals velen vóór u het reeds gegaan is, dat Satan, als ge de donkere doods- jördaan over moet, u zal verschrikken als nooit te voren. Maar ook dan geen nood 1 Gij zult ingaan, hoe de vijand ook woede 1 Want onberouwelijk zijn de genadegiften Gods en Zijn trouw en Zijn goedertierenheid duurt tot in alle eeuwig heid. H. v. Y. VAN DEN BOMMEL, door Ds. G. VAN DER ZEE. XII. Wij zetten de reis door het oude rekeningen boek voort en ontdekken daar tusschen vele nietszeggende posten nog verscheidene aan die der moeite waard zijn te verhalen daar zij een beeld geven van het leven onzer voormalige dorpsbewoners. De lezer neme het niet kwalijk dat wij dus hier niet een bepaald onderwerp, doch een bon te verscheidenheid van allerlei dingen krijgen te zien als in een museum van oudheden. Zoo treft het ons dan dat niet alleen rijke en meer gegoede personen, doch ook arme men- schen bij hun sterven iets aan de kerk vermaak ten. In de Zuidzijde woonde een oude arme juffrouw, Jannetje de Hiechelster, die in het jaar 1665 stierf. Zij vermaakte haar laatste cent, 3.75, en het eenigste dat zij meer kon geven, was haar oude wasch-hein, dat voor 1.80 verkocht werd. In vele opzichten leefde men in alle een voudigheid, soms wel zóó, dat men er tegen woordig een aanstoot aan zou nemen. Zoo bestreek de dominee zelf zijn huis met teer, had in zijn kamer een tegelen vloer, met zand bestrooid, evenals in de school, terwijl het kerkgebouw wegens het begraven in de kerk geen plaveisel had, en men daar af en toe den grond moest effen maken. Toch was er bij al den eenvoud groote dank baarheid, bij predikanten en gemeenteleden, die beiden wel eens wat aan de kerk schonken of legateerden. Zoo b.v. Ds. H. de Valois, die na de ver bouwing van zijn huis twee malen een gift gaf. Ook vonden wij in deze periode nog drie legaatjes. Het eerste is van Jannetje Gerrits, dato 22 Sept. 1674, die bij haar overlijden haar huisje met inboedel aan de kerk vermaakte. Bij de boedelverkoop werd nog al vrij wat bier ge dronken, zoodat de geheele opbrengst 50. beliep. Het tweede is van den kerkmeester Tussein Thomase Lepelaer, dato 21 Jan. 1675, waarvan aangeteekend staatOntvangen van Aegie Kleas Lepelaer de somme van vijftien gulden uit kragt vant geen haer man zaliger Tussein Thomasse Lepelaer bij Testament beset heeft aen de kereke van den Bommel. Het derde is van 1684, waarvan het boek luidtOntvanck van weegens Cornelis Arense van der Wacht 't geene hij de kereke tot eene lyberale en vriwillige gyfte opt laetste sijns leevens of in sijn dootbedde heeft gelieven te vereeren de somme van vijftich caroly quldens 50.—. De kerk genoot in dezen tijd eigenaardige inkomsten. Zoo b.v. Vs van de straatbelasting, die door den dijkgraaf geïnd werd. Kwam er een schip turf in de haven, dan mocht de schipper lossen mits hij daarvoor eerst acht stuivers aan den kerkmeester betaalde. Voor deze vreemde schippers was er een aparte bank in de kerk. Eventueele reparatie aan de bank was voor rekening van het dorps bestuur. Voorts was er het „hondertgelt", een soort belasting, waarschijnlijk de 100ste penning, al- zoo 1 op het inkomen, ook daarin had de kerk haar aandeel, evenals in de opbrengst van de meekrapstoof, het mee geit. Deze belasting werd verpacht, hetgeen ons aan het tolpachterssysteem herinnert. Ook het opveegsel uit de meestoof bracht voor de kerk zijn geld op, terwijl het werkvolk dien dag op brandewijn werd getracteerd. Het blijkt, dat de kerk wel eenig land had, hoeveel is onbekend, evenals de pachters, doch de ontvangst was niet groot, n.l. 60.— per jaar, en de lasten zwaar. Toen in 1862 de polder onder water kwam te staan, tengevolge van de ontzaglijke ramp, die heel Flakkee trof, sloeg men 1683 deze pacht 10 af, terwijl men natuurlijk de pacht van 1682 moest derven. Ook is er melding van strijkgeld, door de kerk uitbetaald na de verpachting. Men pachtte ook toen reeds op gezegelde contracten, welke gepasseerd werden voor den Schout, die te Ooltgensplaat woonde en door den Ambachtsheer werd aangesteld. Was er een vacature, dan gingen Schepenen en Kerke raden naar den Haag om den Ambachtsheer een Magistraatspersoon te verzoeken, als b.v. in 1667. Zoo was men nog al dikwijls op den Am bachtsheer aangewezen, hoewel bijna nooit blijkt, behoudens beroepen en het bovenstaand geval, wat de reden daartoe waren. Toch laat het zich gemakkelijk verstaan. Kerk en Staat waren nOg een, en bovendien waren vele rechten aan den titel verbonden, vermits de uitgestrekte eigendommen een ver bazend overwicht in de schaal legden bij vele beslissingen. Zoo men weet werd bij voorkeur begraven in de kerk, met het hoofdeinde naar het Wes ten, opdaf de Engel der Opstanding, uit het Oosten verwacht, bij zijne opwekking een iege lijk zou aanschouwen. In 1666 schijnt men echter meer en meer op het kerkhof ook de dorpsbewoners begraven te hebben, wijl goedkooper. Het eerste zichtbaar gehouden graf, waar omheen eene omlijsting van aarde werd ge maakt tegen vergoeding, dateert uit dat jaar. Voorts liggen zeer velen in de kerk be graven, waaronder de predikanten Martinus van den Broek met zijn kind, 1674, Damasus Zas, 1683, terwijl in 1683 in hoogen ouderdom in de kerk werd begraven bij haar echtgenoot, stichter der kerk, de weduwe Elizabeth van der Poel. Voorts de schoolmeester Joost de Vos, die hier tot 1680 mocht arbeiden, en alzoo zijn leven hier gesleten heeft. Hij werd in 1682 opgevolgd door Meester Jacobus Kooiman, die in 1683 weer plaats maakte voor Meester Pieter Steyaert. (Wordt vervolgd). Ge kent toch den Bond van Ned. Herv. Jong. Vereen, op G. G. wel Groot is deze bond, helaas, niet. Hij telt nog slechts plm. 110 af- deelingen met circa 2500 leden. Op ons eiland zijn vijf afdeelingen, n.l. te Dirksland, Middel harnis, Sommelsdijk, Oude Tonge en Ouddorp. Al is de Bond nog klein, toch zit er actie in die jonge menschen. Dat is wel gebleken uit de landdagen, die dezen zomer allerwegen ge houden zijn en die meerendeels uitstekend ge slaagd zijn. Naast dezen Bond van Jong. Ver een. bestaat sedert enkele jaren een Bond van Herv. Meisjesvereenigingen op G. G., waarin een flinke groei zit. De Meisjesvereeniging „Monica" en „Ora et Labora" te Middelharnis, „Tryfosa" te Dirksland en die te Oude Tonge zijn bij dezen Bond aangesloten. Uit een en ander moge blijken, dat er langzamerhand eenige opleving valt te bespeuren onder het Herv. Geref. volk, al zijn we nog op geen stukken na, waar we wezen moeten. Doch ter zake. Om de landdagen, dezen zomer gehouden, waardig te besluiten, en om tegelijk de wintercampagne de winter is immers de tijd voor een krachtige propaganda in te leiden, hebben de Ringen Rotterdam van Herv. Jong.- en Meisjes-Vereen, een radio avond georganiseerd. Een tweetal sprekers, in Herv. Geref. krin gen en ook daarbuiten voorwaar geen onbe kenden, zullen hun bezielend woord spreken. Het zijn Ds. Remme van Amsterdam met het onderwerp „Opgang" en Ds. van Grieken met het onderwerp: „Vergaren is Bewaren", De heer De Groot van R'dam spreekt het openings woord. Bovendien wordt een en ander afge wisseld door zang door het Mannenkwartet „Sonore" van R'dam en declamatie door den heer Tom de Bruin. Het programma wordt over Huizen uitgezonden, a.s. Maandag, 22 Oct. Bezitters van radiotoestellen luisteren dus a.s. Maandag naar Huizen. De jongeren met de ouderen. Want het moge speciaal voor de jongeren zijn, laten de ouderen toch vooral in deze meeleven. Tegenover de tientallen die radio bezitten, staan echter nog honderdtallen, die geen toestel hebben. WelnuDirksland organiseert een luister avond in het Koor der Herv. Kerk. Ds. C. van der Wal zal een openings- en slotwoord spreken. Middelharnis komt samen in de oude Con sistorie. De Voorzitter der J.V. spreekt daar een openingswoord. Aanvang kwart over zeven. In beide plaatsen brengt de firma Witvliet «van Middelharnis de installatie aan. Jongelingen en jongedochters, komt trouw op Belangstellende ouders, wij wachten U. Het Koor te Dirksland moet vol; daar kunnen er genoeg in. En de oude consistorie te M'harnis moet ook vol. Moge God Zijn zegen gebieden, opdat er iets goeds voor onze Herv. Jeugdbeweging uit worde geboren. Middelharnis. C. VAN DER SLUIJS. HM OOLTGENSPLAAT. Bij de Ned. Herv. Gemeente alhier is beroepen Ds. G. A. Pott van Bodegraven. NIEUWE TONGE. De heeren W. v .Driel, Chr. Brooshoofd, P. v. d. Houten, L. Kareis en As. Kom, hebben hun benoeming tot lid van het Kiescollege der Ned. Herv. Kerk aan genomen. -Dezer dagen zal de Kerkeraad en het Kiescollege vergaderen om tot het beroepen van een predikant over te gaan. DIRKSLAND. Aan den heer D. Brouwer is eervol ontslag verleend als tijdelijk onderwijzer aan de Bijz. School. MELISSANT. Niet zooals is afgekondigd hoopt Ds. van der Wal, doch de heer Bouman, godsdienstonderwijzer te Stellendam, Zondag morgen in de Ned. Herv. Kerk op te treden, zoodat dan des middags 2 uur Zondagsschool zal worden gehouden. -Zondag j.l. is in de Ned. Herv. Kerk ten bate van de Kerkvoogdij wederom een extra gift van 10.gecollecteerd. STELLENDAM. Doopouders, die hun kin- derèn a.s. Zondag in de Ned. Herv. Kerk wenschen te doen doopen, dienen daarvan aan gifte te doen Zaterdagavond van 7—8 uur in de kerkeraadskamer. ZUIDLAND. Woensdag 24 October 1928, des avonds ten 7 uur, hoopt in de bovenzaal van den heer H. J. Dijkers op te treden Ds. P. de Groot, Chr. Geref. predikant te R'dam. De Samenwerkende Zendings-Corporaties (Zedingsbureau Ooegstgeest) hebben andermaal een Zendingsweek uitgeschreven (4—11 No vember) De bedoeling is, dat alle Hervormde Ge meten aan die week deelnemen. De bekende Manifesten en Offerzakjes worden ook dit jaar beschikbaar gesteld. Talloos zijn de pogingen van het Zendingsbureau om de organisaties zooveel mogelijk te doen beantwoorden aan het gestelde doel. Honderden gemeenten bleven met het voorbereidende werk achter, bestelden nog geen materiaal Waarom Met de bedoeling niet deel te nemen Kan zooiets waar zijn Een verzuim Herstel is dan mogelijk. Een spoedig ingediende aanvrage wordt stel lig op prijs gesteld. LIJ S T 9 van de 50ste Jaarcollecte voor de Scholen met den Bijbel. Transport van lijst 8 f 31626,40 Bellingwoude170,- Kloosterburen126,75 Kornhorn148,— Munnekezijl (De Waarden). 137,— 't Zandt (Gr.)202,— Anjum318,50 Gerkesklooster met Stroobos 165,— Schettens (Geref. kerk)113,77 Notter (O 114,43 Aalten met Barlo, Bredevoort en Linteloo621,76 Ermelo602,66 Linschoten162,65 Barendrecht287,68 Gorinchem264,45 Mijnsheerenland (Kerkcoll.) 37,44 Ottoland met Molenaarsgraaf en Brandwijk192,37 Pernis197,75 Rozenburg111,10 Driewegen bij Terneuzen60,— Meliskerke38,55 Oostkapelle34,58 Zierikzee127,60 Genderen (N.Br.)104,35 Nieuwendijk131,71 Zwingelspaan128,40 Totaal van 225 Loc. Com. f 36224,90 Te Barendrecht en Gorinchem was in 1927 niet gecollecteerd. Mr. J. TERPSTRA. Secretaris van de Unie ■»Een School met den Bijbel

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 5