UIT HET WOORD
J
C. WARNAER, Dirksland, Ds. C. VAN DER WAL, Dirksland, A. H. VAN YPEREN, Herkingen en Ds. G. VAN DER ZEE, Den Bommel, Eindredacteur
PREDIKBEURTEN
OOGSTCOLLECTE
ALLERLEI
overleden.
ïemoord.
omite.
4eld.
nk.
re omstandig-
)en kind.
;en.
OP ZONDAG 21 OCT. 1928
STICHTELIJKE OVERDENKING
SCHETSEN UIT DE
KERKGESCHIEDENIS
inkomsten en uitgaven.
VEREENIGINGS
nai LEVEN BM
radio-avond.
spoed gewenscht.
/an dezen bedaagde
van het vocht, dat
oord hebben grin-
iker van dit nat en
deze blijkbaar alge-
xiwde vraag,
rgeten hebben, is ie
agen op een droogje
e ook, ik weet niet
eb 't gelezen, maar
n van die plaatsen,
ime.
die douane Wat,
Die legge nou al
of ze geen drank
veze en wel zorgen,
ze anders nog wel
vin ik toch, ik heb
itte ze 'n heel ver-
n. Mot je kijke wat
terugkomme. Dan
hè je toch kenne
•rug zeg je.
:d hier kunne blijvex!
't in Amerika vijf
ier
schieten, 't Laatste
bier
Msb.
illegom de arbeider
van een hijschkraan
op den grond ge-
ïet een electrischen
len. Hij kreeg een
ige brandwonden en
ekenhuis te Leiden
le gevolgen is over-
bij Roche d'Agoux
and wordt gemeld,
eegd., Een grijsaard
chter van 44, haar
Dord gevonden. De
ïwen den hals af-
ad hij twaalf steken
st toegebracht. Ver
nam een familie-lid,
4, gekomen uit de
bij het gezin door-
leek" hij verdwenen.
D.V. op Maandag
n. half twee, in het
afdoening van nog
vergadering van 6
lissing konden wor-
TE BRIELLE.
dimster van Arbeid,
16 October 1928, is
geverslid bij voor-
e heer Jac. Breen,
ciën maakt in de
ten behoeve van
gen wegens achter-
nsgeld bij den ta
ngen, Invoerrechten
sluis 400.en
;r te Hellevoetsluis
k/liet 32.89 en bij
3.—.
is van een varkens-
enteel in niet onbe-
k. Aan het Roer
als tijdelijk zieken-
alle patiënten daar
overleden. Van de
ven de 18 jaar.
de sectie.
aen wij gemeld, dat
stadsdeel te Rot-
ind van 2 maanden
ndat noch de huis
de doodsoorzaak
ouders hadden ver-
gezond in de wieg
nden morgen bleek
Dnder deze omstan-
ming tot begraven
is naar het zieken-
ervoerd, waar een
/ernemen heeft deze
kind is overleden
king en bronchitis.
!3-jarige Spanjaard
d in de Maashaven
door een schipper,
jers gered. Met in-
Spanjaard in het
igel ter observatie
Ier A. C. R., wo-
te Rotterdam, is in
kneld geraakt tus-
en winch. Met in-
naar het ziekenhuis
Dracht, waar hij ter
Woensdag de vijf-
iken. Het kind werd
uur vermist en om
haald.
n Haag is Donder-
een auto tegen een
d-Hollandsche Bier-
ïurder van den eer-
nan, werd door de
iofd gewond. Door
is hij naar het zie-
jrvoerd.
n VOOR DEN ZONDAG |J
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, v.m. geen dienst en 's av. Ds.
van Ameide.
Middelharnis, v.m. Ds. van Ameide van S'dijk
(H.A.) en 's av. leesdienst.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9 uur Ds. Polhuijs
en n.m. 2 uur leesdienst.
Den Bommel, v.m. 9.30 uur Ds. v. d. Zee
(Oogstcollecte) en 's av. 6 uur leesdienst.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 leesdienst en n.m. 2 uur
Ds. van Ameide van Sommelsdijk.
Nieuwe Tonge, v.m. leesdienst en n.m. 2 uur
dhr. van Yperen van Herkingen.
Herkingen, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur dhr. van
Yperen.
Dirksland, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur
Ds. van der Wal (Doop).
Melissant, v.m. 9.30 uur de heer Bouman van
Stellendam.
Stellendam, v.m. 9.30 uur Ds. v. d. Wal van
Dirksland (Doop) en n.m. de heer Bouman.
Goedereede, n.m. 2 uur de heer Vetter van
Langstraat.
Ouddorp, v.m. leesdienst en n.m. 2 uur Ds.
van der Zee van Den Bommel.
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. en 's av. leesdienst.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9.30 en n.m. 5.30
uur Ds. de Graaff (Oogstcollecte).
Den Bommel, v.m. en 's av. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur lees
dienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. Ds. Diemer.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. en 's av. leesdienst.
Dirksland, v.m. en 's av. Ds. de Blois.
Herkingen, v.m. 9, n.m. 2 en 's av. 6 uur
leesdienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
Woensdag a.s., 's av. 6 uur, Ds. Barth van
Vlaardingen.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
Allerwege zal wederom dezer dagen de
oogstcollecte gehouden worden.
Inderdaad heeft de Heere het jaar zijner
goedheid "gekroond.
Dag bij dag overlaadde Hij ons met Zijne
weldaden.
De wagens kraakten van de vrachten,
kraakten van Gods goedertierenheid
In de harde wegen kwamen nochtans sporen,
sporen van Gods goedertierenheid.
Als nu in Uw gemeente oogstcollecte is,
inoogt ge wel eens bedenken wat gij den
Allerhoogste zult vergelden.
t Kon wel eens zijn, dat H ij komt af te
nemen wat g ij terug houdt.
En ook gij, die om welke reden dan ook
niet of spaarzamelijk ter kerke komt, maakt
LI er niet van af.
En indien Uwe diaconie, waarvoor mogelijk
naar oude gewoonte deze collecte bestemd is,
in Uwe gemeente door legaten schatrijk mocht
wezen, trek dan Uwe hand niet gemakshalve
terug, doch schenkt Uw gaven aan de Kerk,
of bestem een gedeelte voor het Studie- en
Leerstoelfonds, Geref. Zendingsbond, ziende den
nood waarin vele Christelijke, Hervormde in
stellingen verkeeren.
ALLEEN OVER!
Doch Jakob bleef alleen over.
Genesis 32 24a.
We gaan iets zeggen over den persoon, die
alleen overblijft, over de gesteldheid der ziel,
waarin hij alleen overblijft en over het „waar
toe" hij alleen overblijft.
Het gaat over JakobWe weten, wie hij
eens was. Als 't daarover gaat, is er niet veel
goeds van hem te vertellen. Zijn naam zegt
't ons reeds
Jakob I Die naam beteekent: hiellichter, d.w.z.
dat we met iemand te doen hebben, die een
ander lagen legt.
En i s hij niet altijd, wat zijn naam te kennen
geeft? Immers, altijd stuit ge bij hem op list
en bedrog, menschelijke berekening en zondig
overleg.
Zoo was er dan niets in hem, wat Gods
liefde kon opwekken, wel afstooten En toch
is Jakob niet verworpen, maar aangenomen
„Jakob heb ik liefgehad en Ezau heb ik
gehaat". Neen, niet omdat Jakob beter was
dan zijn broeder, maar Jakob wordt aange
nomen, omdat God het in Zijnen eeuwigen
Raad bepaald had. Daarin is de oorzaak ge
legen van alle heil, dat Jakob deelachtig is
geworden
Ziet, dat God Zijn vrijmachtige genade ver
heerlijkt in een armen, ellendigen zondaar, komt
bij Jakob, meer dan bij anderen, tot open
baring. Meer dan Abraham en Izaak staat Jakob
voor ons als het beeld van den verlosten zon
daar. En het behoeft ons niet te verwonderen,
dat Gods kinderen, als we verder ook letten op
het leven van Jakob, vol van beproevingen en
kastijdingen, kwellingen en worstelingen als het
is, zich niet Abraham en Izaak, maar juist
Jakob als een toonbeeld voortdurend voor ooqen
stellen.
Jakob staat dichter bij hen De Jakobsnatuur
is de heerschende
Het bedriegelijke, arglistige in Jakobs hart
vmden zij in zichzelf weer. En zij verstaan
het, dat zij evenals Jakob daaraan ontdekt
fijn geworden door den Heere ZelfHij was
t, die hen aan hun zondaarsnaam ontdekte.
En zullen zij ooit den nieuwen naam, ge
schreven op een witten keursteen ontvangen,
dan zal de Heere hen dien nieuwen naam als
aan Jakob moeten geven
O, de oorzaak van al hun heil bij aanvang
en bij voortgang is gelegen in Gods vrijmachtige
genade
Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van
hunne kracht,
Uw vrije gunst alleen wordt d' eere toegebracht,
Wij steken 't hoofd omhoog, en zullen d
eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om t eeuwig
welbehagen.
Zoo heeft ook Jakob het verstaan Het blijkt
duidelijk, als we ietten op de gesteldheid der
ziel, waarin hij alleen overblijft.
We weten, dat hij op zijn terugreis is naar
het land Kanaan. Hij staat gereed het land
binnen te trekken. Maar hij kan niet tot Izaak
komen of hij moet Ezau voorbij.
En nu denkt Jakob aan zijn zonden Voor
ruim twintig jaar geleden heeft hij Ezau schan
delijk bedrogen en de twist is nog niet ver
effend. Dat moet eerst gebeuren Daarom zendt
hij boden naar zijn broeder.
Maar ziet, die boden keeren anders terug
dan hij verwacht heeft. Denkt hij zelf aan
verzoening, Ezau blijkbaar niet. Ezau toch is
in aantocht met 400 gewapende mannen en
v/aar hij geen enkele boodschap medegegeven
heeft, kan Jakob niet anders denken, dan dat
Ezau wraak wil nemen over het onrecht, dat
hij hem aangedaan heeft.
En dan, zoo lezen we in ons teksthoofdstuk,
is Jakob bang geworden. Het is echter niet een
bangheid van Kaïn of van Judas, maar het is
de rechte bangheid, de bangheid des geloofs,
die aan iedere overwinning vooraf gaat. Het
is die bangheid, die naar God henendrijft.
Daarom zocht Jakob dan ook de eenzaamheid
Neen, niet om te slapen, maar om te waken,
te worstelen en te bidden
En hoor hem dan in ons teksthoofdstuk den
Heere herinneren aan Zijn verbond, hoor hem
dan pleiten op de beloften, die de Heere hem
gedaan heeft, zooals al Gods kinderen doen.
En ondertusschen beseft hij, dat alleen genade
hem uithelpen kan. Neen, geen geweld, geen
geschenk aan Ezau, zelfs geen gebed kan hem
geven wat hij behoeft. De God van Bethel
zelf moet tusschenbeide treden
Als we dan ook vragen: waartoe Jakob alleen
overblijft, dan lijdt 't geen twijfel, dat hij
niet anders begeert dan genade deelachtig te
worden.
Floor slechts, hoe hij over zichzelf denkt in
het 10e vers: „Ik ben geringer dan al deze
weldadighedenen dan al deze trouw, die gij
aan uwen knecht gedaan hebt". En onze kantt.
verklaren d.i. „ik ben geenszins waardig het
goed, dat Gij mij tevoren gedaan hebt, ook
niet datgene, dat ik nu begeer, maar steun alleen
op uw genade, en niet op mijn verdienste
of waardigheid".
Jakob begeert alleen genade
Neen, natuurlijk niet die genade, waardoor
hij zal overgaan uit den dood tot het leven.
Die genade is hij reeds lang deelachtig. Maar
hij heeft genade noodig om dat nieuwe leven,
dat hij reeds bezit, vast te maken en te be
vestigen.
We bedoelen die genade, die ieder levend
gemaakte ziel noodig heeft, vooral als zij in
gevaar en nood verkeert en ook ontvangt om
staande te kunnen blijvenDie genade, waar
Gods kinderen hun leven lang niet buiten kun
nen, die het geloof bij den voortgang telkens
werkt en het ook doet merken, die het wezen
en met welwezen des geloofs omvat.
Die genade heeft Jakob noodig, als hij alleen,
in angst en in vreeze, aan de Jabbok overblijft.
Bevreemdt u dat, lezer Ge zegt: hoe is 't
mogelijk 1 Jakob weet toch wel, dat hij in Gods
weg is. Hij heeft de terugreis niet uit eigen
beweging ondernomen. De Heere is hem ver
schenen en heeft hem gezegd, dat hij moet op
trekken en alles wèl met hem zal maken. Bo
vendien heeft hij vele ervaringen opgedaan,
die bevestigden wat God gezegd heeft. Als hij
er met Lea en Rachel over spreekt, zijn zij
aanstonds bereid mede te gaan en Jakob mocht
daarin Gods trouwe leiding op merken. En
als straks Laban hem vertelt, dat de Heere hem
verschenen is in den droom en gezegd heeft
hem in vrede te laten trekken, dan is dat voor
Jakob een nieuw bewijs, dat de Heere voor
hem zorgen zal. Niets zal zijn ingang in Ka
naan kunnen beletten. Dat predikte hem ook
dat gezicht van engelen
Ja, lezer 1 en toch, als hij nu hoort, dat
Ezau met 400 man in aantocht is, wordt hij
bang, dan gaat hem de moed ontzinken, dan
raakt hij zijn vertrouwen kwijt, ja dan grijpt
benauwdheid hem aan, dan wordt hij beducht
voor den strijd en hij gaat in plaats van aan
overwinning aan verderving denken
Zijn geloof blijkt te zwak te zijn 1 En meer
dan ooit gevoelt hij zich alleen. Alleen en ver
stoten, .alleen en benauwd, alleen en verloren
En dat na zooveel betooning van genade
Daaruit zien we, dat de meestgevorderde op
den weg des levens ijdelheid is en dat hij dus
altijd weer genade noodig heeft.
O, Gods kinderen weten het bij eigen er
varing, dat er soms o zoo weinig toe noodig
is om hen het spoor bijster te maken en- om
hen moedeloos te doen worden. Eén veront
rustende gedachte, één benauwde droom en
het vaste geloof gaat aan het wankelen. Ja,
hoe krachtig de toewijzingen ook zijn mogen,
hoe krachtig de beloften hen ook op de ziel
worden gebonden en door welke verrassende
uitkomsten ze worden bezegeld, altijd hebben
ze nieuwe genade noodigWat ze vandaag
aan genade hebben, helpt ze morgen niet O,
als de Heere maar even Zijn aangezicht ver
bergt, als Hij maar even toelaat, dat Satan hen
den weg verspert, dan staan ze verlegen, dan
is 't menigmaal, alsof ze nog voor eigen rekening
liggen, dan vreezen ze om te komen 1 Dan ge
voelen ze zich alleen en zij laten het schild des
geloofs zakken, daar is geen vertrouwen op
God!
O, als dan de genadegiften Gods niet on-
berouwelijk waren 1 O, als er dan geen Mid
delaar was, die altijd voor hen bidt 1 Die eens
van allen verlaten werd, alleen overbleef, op
dat zij nimmermeer van God verlaten zouden
worden O, als dat niet waar was, dan kwam
er niets van terecht, al was 't Hemelsche Ka
naan reeds in 't gezicht.
Maar de Heere laat niet varen de werken
Zijner handen
En Gods kinderen weten, dat zij, als de Heere
hen iets te zeggen of te leeren heeft, eerst in
moeite worden gebracht, daarna door Hem in
de eenzaamheid worden gevoerd, verre van 't
gedruisch der wereld, om dan te ondervinden,
dat Hij in Zijn nederbuigende goedheid tot hen
afdaalt. En dan wordt het weer: eenzaam en
met God gemeenzaam. Dan gaat het door ver
nieuwde genade weer herleven, dan wordt bet
ook voor hen weer een vasten grond der
dingen, die men hoopt en een bewijs der zaken
die men niet ziet, maar die toch verwacht
worden.
En nu hebt gij het, lezer ongetwijfeld wel
eens bang gehadGij hebt wel in moeilijke
omstandigheden verkeerd en gij gevoeldet u
alleen met uw moeiten, zorgen en verdriet 1 En
misschien hebt ge toen in zulke omstandig
heden uw knieën wel gebogen, maarhet
was toch eigenlijk geen smeeken om genade
Gij vroegt alleen maar om afwending van 't
gevaar 1 En toen gij uit uw moeilijke omstan
digheden waart uitgered, waart ge nog dezelfde
van voorheen. Ja, toen schaamdet ge u mis
schien, dat ge u zelf zoo van de wijs had laten
brengen. Ziet, zooals Jakob alleen overbleef,
dat is u vreemd 1 Daartoe blijkt uw natuur te
hoogmoedig. Van dat arglistige, bedriegelijke
Jakobs hart wilt ge niets in u zelf ontdekken.
Neen, naar Ezau gaat uw hart uit. Maar o,
denk er dan aan, dat, als er geen verandering
komt, het u gaan zal als Ezau 1 Ja zeker, als
Jakob alleen en in grooten angst aan de beek
overblijft, dan wandelt Ezau met het zwaard
in de vuist ongedeerd door het land Kanaan,
dan lijkt het, alsof hij en niet Jakob vrijelijk
over Kanaan te beschikken heeft. Maar denk
er aan, het is slechts schijn. Want niet Jakob,
maar Ezau is verworpen 1 O, spiegelt u daar
aan, onbekeerde zondaar en zondares en leer
nog verstaan, dat gij genade en ontferming
noodig hebt.
O, dat het nog eens openbaar mocht worden
dat de Heere u kent 1 Dat het openbaar mocht
worden in de eerste plaats in uw vernedering
en verbrijzeling. O, leer uw zonden, uw onge-
rechtiggheid en uw vervloeking inzien en begeer
nog genade voor recht.
En als 't daartoe komen mag, dan zult ge
met Jakob alleen overblijven met uw zonde en
schuld," maar dan zult ge ook in de eenzaamheid
den Heere gaan zoeken. Dan zult ge leeren
verstaan, dat de Heere eerst vernedert en daarna
verhoogtJa, dan zult gij oog krijgen voor
den gekruisten Zaligmaker en verstaan, dat
Hij uw Redder worden moet 1 Ja, straks zult ge
Hem als uw redder omhelzen 1
En dan zult gij met alle uitverkorenen in
stemmen: de bezoldiging der zonde is de dood,
maar de genadegift Gods is het eeuwige leven
door Jezus Christus onzen Heere 1
Ja, daarop kunt ge rekenen, bekommerde zon
daren, die bekent midden in den dood te liggen.
Neen, de Heere schenkt zijn genade niet aan
besten, maar aan slechten, die weten een even
bedriegelijk hart te hebben als Jakob 1 Aan
dezulken, die verstaan, dat ze onder een schuld
van een eeuwige verdoemenis liggen, de schuld
nog dagelijks meerder maken en het oordeel
verzwaren.
Over dood- en doemschuldige zondaren wil
de Heere zich ontfermen. En daarom, als ge
een arm zondaars hart hebt en dus een armen
zondaars troost behoeft, zoekt de eenzaam
heid en stel u voor het aangezicht des Heeren
met de tollenaarsbede: „O God, wees mij zon-
naar genadig 1"
En de Heere zal u genadig zijn Dan zult
ge met al Gods kinderen leeren verstaan, dat
het genade was, dat gij u zelf als een ellen
digen zondaar leerdet kennen, genade ook, dat
gij uw toevlucht mocht nemen tot den Heere
Jezus, ja, dat het genade is, die het goede werk
begint, voorzet en voleindigt.
En laat dat, volk des Heeren, u tot troost
zijn, want die genade is openbaring van Gods
liefde, waarmee Hij van eeuwigheid aan u
dacht en tot in alle eeuwigheid voor u zorgen
zal.
Niets zal u van die liefde Gods kunnen
scheiden.
Ezau mag woeden en Jakob in angst zijn,
Jakob wordt Israel en komt in Kanaan.
Gij kent Ezau in Satan 1 En och, nu zult gij
misschien straks ondervinden, dat naarmate gij
dichter tot het doel van de reis komt, naar die
mate Satan heviger tegen u gaat woeden O,
het kan gebeuren, zooals velen vóór u het reeds
gegaan is, dat Satan, als ge de donkere doods-
jördaan over moet, u zal verschrikken als nooit
te voren.
Maar ook dan geen nood 1 Gij zult ingaan,
hoe de vijand ook woede 1 Want onberouwelijk
zijn de genadegiften Gods en Zijn trouw en
Zijn goedertierenheid duurt tot in alle eeuwig
heid.
H.
v. Y.
VAN DEN BOMMEL,
door
Ds. G. VAN DER ZEE.
XII.
Wij zetten de reis door het oude rekeningen
boek voort en ontdekken daar tusschen vele
nietszeggende posten nog verscheidene aan die
der moeite waard zijn te verhalen daar zij een
beeld geven van het leven onzer voormalige
dorpsbewoners.
De lezer neme het niet kwalijk dat wij dus
hier niet een bepaald onderwerp, doch een bon
te verscheidenheid van allerlei dingen krijgen
te zien als in een museum van oudheden.
Zoo treft het ons dan dat niet alleen rijke
en meer gegoede personen, doch ook arme men-
schen bij hun sterven iets aan de kerk vermaak
ten. In de Zuidzijde woonde een oude arme
juffrouw, Jannetje de Hiechelster, die in het
jaar 1665 stierf.
Zij vermaakte haar laatste cent, 3.75, en
het eenigste dat zij meer kon geven, was haar
oude wasch-hein, dat voor 1.80 verkocht
werd.
In vele opzichten leefde men in alle een
voudigheid, soms wel zóó, dat men er tegen
woordig een aanstoot aan zou nemen.
Zoo bestreek de dominee zelf zijn huis met
teer, had in zijn kamer een tegelen vloer, met
zand bestrooid, evenals in de school, terwijl
het kerkgebouw wegens het begraven in de
kerk geen plaveisel had, en men daar af en toe
den grond moest effen maken.
Toch was er bij al den eenvoud groote dank
baarheid, bij predikanten en gemeenteleden, die
beiden wel eens wat aan de kerk schonken of
legateerden.
Zoo b.v. Ds. H. de Valois, die na de ver
bouwing van zijn huis twee malen een gift gaf.
Ook vonden wij in deze periode nog drie
legaatjes.
Het eerste is van Jannetje Gerrits, dato 22
Sept. 1674, die bij haar overlijden haar huisje
met inboedel aan de kerk vermaakte. Bij de
boedelverkoop werd nog al vrij wat bier ge
dronken, zoodat de geheele opbrengst 50.
beliep.
Het tweede is van den kerkmeester Tussein
Thomase Lepelaer, dato 21 Jan. 1675, waarvan
aangeteekend staatOntvangen van Aegie Kleas
Lepelaer de somme van vijftien gulden uit kragt
vant geen haer man zaliger Tussein Thomasse
Lepelaer bij Testament beset heeft aen de kereke
van den Bommel.
Het derde is van 1684, waarvan het boek
luidtOntvanck van weegens Cornelis Arense
van der Wacht 't geene hij de kereke tot eene
lyberale en vriwillige gyfte opt laetste sijns
leevens of in sijn dootbedde heeft gelieven te
vereeren de somme van vijftich caroly quldens
50.—.
De kerk genoot in dezen tijd eigenaardige
inkomsten.
Zoo b.v. Vs van de straatbelasting, die door
den dijkgraaf geïnd werd. Kwam er een schip
turf in de haven, dan mocht de schipper lossen
mits hij daarvoor eerst acht stuivers aan den
kerkmeester betaalde.
Voor deze vreemde schippers was er een
aparte bank in de kerk. Eventueele reparatie
aan de bank was voor rekening van het dorps
bestuur.
Voorts was er het „hondertgelt", een soort
belasting, waarschijnlijk de 100ste penning, al-
zoo 1 op het inkomen, ook daarin had de
kerk haar aandeel, evenals in de opbrengst van
de meekrapstoof, het mee geit.
Deze belasting werd verpacht, hetgeen ons
aan het tolpachterssysteem herinnert. Ook het
opveegsel uit de meestoof bracht voor de kerk
zijn geld op, terwijl het werkvolk dien dag op
brandewijn werd getracteerd.
Het blijkt, dat de kerk wel eenig land had,
hoeveel is onbekend, evenals de pachters, doch
de ontvangst was niet groot, n.l. 60.— per
jaar, en de lasten zwaar.
Toen in 1862 de polder onder water kwam
te staan, tengevolge van de ontzaglijke ramp,
die heel Flakkee trof, sloeg men 1683 deze
pacht 10 af, terwijl men natuurlijk de pacht
van 1682 moest derven.
Ook is er melding van strijkgeld, door de
kerk uitbetaald na de verpachting.
Men pachtte ook toen reeds op gezegelde
contracten, welke gepasseerd werden voor den
Schout, die te Ooltgensplaat woonde en door
den Ambachtsheer werd aangesteld. Was er
een vacature, dan gingen Schepenen en Kerke
raden naar den Haag om den Ambachtsheer
een Magistraatspersoon te verzoeken, als b.v.
in 1667.
Zoo was men nog al dikwijls op den Am
bachtsheer aangewezen, hoewel bijna nooit
blijkt, behoudens beroepen en het bovenstaand
geval, wat de reden daartoe waren.
Toch laat het zich gemakkelijk verstaan.
Kerk en Staat waren nOg een, en bovendien
waren vele rechten aan den titel verbonden,
vermits de uitgestrekte eigendommen een ver
bazend overwicht in de schaal legden bij vele
beslissingen.
Zoo men weet werd bij voorkeur begraven
in de kerk, met het hoofdeinde naar het Wes
ten, opdaf de Engel der Opstanding, uit het
Oosten verwacht, bij zijne opwekking een iege
lijk zou aanschouwen.
In 1666 schijnt men echter meer en meer
op het kerkhof ook de dorpsbewoners begraven
te hebben, wijl goedkooper.
Het eerste zichtbaar gehouden graf, waar
omheen eene omlijsting van aarde werd ge
maakt tegen vergoeding, dateert uit dat jaar.
Voorts liggen zeer velen in de kerk be
graven, waaronder de predikanten Martinus van
den Broek met zijn kind, 1674, Damasus Zas,
1683, terwijl in 1683 in hoogen ouderdom in
de kerk werd begraven bij haar echtgenoot,
stichter der kerk, de weduwe Elizabeth van
der Poel.
Voorts de schoolmeester Joost de Vos, die
hier tot 1680 mocht arbeiden, en alzoo zijn
leven hier gesleten heeft.
Hij werd in 1682 opgevolgd door Meester
Jacobus Kooiman, die in 1683 weer plaats
maakte voor Meester Pieter Steyaert.
(Wordt vervolgd).
Ge kent toch den Bond van Ned. Herv. Jong.
Vereen, op G. G. wel Groot is deze bond,
helaas, niet. Hij telt nog slechts plm. 110 af-
deelingen met circa 2500 leden. Op ons eiland
zijn vijf afdeelingen, n.l. te Dirksland, Middel
harnis, Sommelsdijk, Oude Tonge en Ouddorp.
Al is de Bond nog klein, toch zit er actie in
die jonge menschen. Dat is wel gebleken uit
de landdagen, die dezen zomer allerwegen ge
houden zijn en die meerendeels uitstekend ge
slaagd zijn. Naast dezen Bond van Jong. Ver
een. bestaat sedert enkele jaren een Bond van
Herv. Meisjesvereenigingen op G. G., waarin
een flinke groei zit. De Meisjesvereeniging
„Monica" en „Ora et Labora" te Middelharnis,
„Tryfosa" te Dirksland en die te Oude Tonge
zijn bij dezen Bond aangesloten. Uit een en
ander moge blijken, dat er langzamerhand eenige
opleving valt te bespeuren onder het Herv.
Geref. volk, al zijn we nog op geen stukken
na, waar we wezen moeten.
Doch ter zake. Om de landdagen, dezen
zomer gehouden, waardig te besluiten, en om
tegelijk de wintercampagne de winter is
immers de tijd voor een krachtige propaganda
in te leiden, hebben de Ringen Rotterdam
van Herv. Jong.- en Meisjes-Vereen, een radio
avond georganiseerd.
Een tweetal sprekers, in Herv. Geref. krin
gen en ook daarbuiten voorwaar geen onbe
kenden, zullen hun bezielend woord spreken.
Het zijn Ds. Remme van Amsterdam met het
onderwerp „Opgang" en Ds. van Grieken met
het onderwerp: „Vergaren is Bewaren", De
heer De Groot van R'dam spreekt het openings
woord. Bovendien wordt een en ander afge
wisseld door zang door het Mannenkwartet
„Sonore" van R'dam en declamatie door den
heer Tom de Bruin. Het programma wordt
over Huizen uitgezonden, a.s. Maandag, 22 Oct.
Bezitters van radiotoestellen luisteren dus
a.s. Maandag naar Huizen. De jongeren met
de ouderen. Want het moge speciaal voor de
jongeren zijn, laten de ouderen toch vooral in
deze meeleven. Tegenover de tientallen die
radio bezitten, staan echter nog honderdtallen,
die geen toestel hebben.
WelnuDirksland organiseert een luister
avond in het Koor der Herv. Kerk. Ds. C.
van der Wal zal een openings- en slotwoord
spreken.
Middelharnis komt samen in de oude Con
sistorie. De Voorzitter der J.V. spreekt daar
een openingswoord. Aanvang kwart over zeven.
In beide plaatsen brengt de firma Witvliet
«van Middelharnis de installatie aan.
Jongelingen en jongedochters, komt trouw op
Belangstellende ouders, wij wachten U. Het
Koor te Dirksland moet vol; daar kunnen er
genoeg in. En de oude consistorie te M'harnis
moet ook vol.
Moge God Zijn zegen gebieden, opdat er
iets goeds voor onze Herv. Jeugdbeweging uit
worde geboren.
Middelharnis.
C. VAN DER SLUIJS.
HM
OOLTGENSPLAAT. Bij de Ned. Herv.
Gemeente alhier is beroepen Ds. G. A. Pott
van Bodegraven.
NIEUWE TONGE. De heeren W. v .Driel,
Chr. Brooshoofd, P. v. d. Houten, L. Kareis
en As. Kom, hebben hun benoeming tot lid
van het Kiescollege der Ned. Herv. Kerk aan
genomen.
-Dezer dagen zal de Kerkeraad en het
Kiescollege vergaderen om tot het beroepen
van een predikant over te gaan.
DIRKSLAND. Aan den heer D. Brouwer is
eervol ontslag verleend als tijdelijk onderwijzer
aan de Bijz. School.
MELISSANT. Niet zooals is afgekondigd
hoopt Ds. van der Wal, doch de heer Bouman,
godsdienstonderwijzer te Stellendam, Zondag
morgen in de Ned. Herv. Kerk op te treden,
zoodat dan des middags 2 uur Zondagsschool
zal worden gehouden.
-Zondag j.l. is in de Ned. Herv. Kerk ten
bate van de Kerkvoogdij wederom een extra
gift van 10.gecollecteerd.
STELLENDAM. Doopouders, die hun kin-
derèn a.s. Zondag in de Ned. Herv. Kerk
wenschen te doen doopen, dienen daarvan aan
gifte te doen Zaterdagavond van 7—8 uur in
de kerkeraadskamer.
ZUIDLAND. Woensdag 24 October 1928,
des avonds ten 7 uur, hoopt in de bovenzaal
van den heer H. J. Dijkers op te treden Ds.
P. de Groot, Chr. Geref. predikant te R'dam.
De Samenwerkende Zendings-Corporaties
(Zedingsbureau Ooegstgeest) hebben andermaal
een Zendingsweek uitgeschreven (4—11 No
vember)
De bedoeling is, dat alle Hervormde Ge
meten aan die week deelnemen. De bekende
Manifesten en Offerzakjes worden ook dit jaar
beschikbaar gesteld. Talloos zijn de pogingen
van het Zendingsbureau om de organisaties
zooveel mogelijk te doen beantwoorden aan het
gestelde doel. Honderden gemeenten bleven met
het voorbereidende werk achter, bestelden nog
geen materiaal Waarom Met de bedoeling
niet deel te nemen Kan zooiets waar zijn
Een verzuim Herstel is dan mogelijk.
Een spoedig ingediende aanvrage wordt stel
lig op prijs gesteld.
LIJ S T 9
van de 50ste Jaarcollecte
voor de Scholen met den Bijbel.
Transport van lijst 8 f 31626,40
Bellingwoude170,-
Kloosterburen126,75
Kornhorn148,—
Munnekezijl (De Waarden). 137,—
't Zandt (Gr.)202,—
Anjum318,50
Gerkesklooster met Stroobos 165,—
Schettens (Geref. kerk)113,77
Notter (O 114,43
Aalten met Barlo, Bredevoort en
Linteloo621,76
Ermelo602,66
Linschoten162,65
Barendrecht287,68
Gorinchem264,45
Mijnsheerenland (Kerkcoll.) 37,44
Ottoland met Molenaarsgraaf en
Brandwijk192,37
Pernis197,75
Rozenburg111,10
Driewegen bij Terneuzen60,—
Meliskerke38,55
Oostkapelle34,58
Zierikzee127,60
Genderen (N.Br.)104,35
Nieuwendijk131,71
Zwingelspaan128,40
Totaal van 225 Loc. Com. f 36224,90
Te Barendrecht en Gorinchem was in 1927
niet gecollecteerd.
Mr. J. TERPSTRA.
Secretaris van de Unie
■»Een School met den Bijbel