k fflezn h Hamen. Dakantenne overbodig! lADIl-KOIIIIG OUDE IIIIEIIEfi 99 ROTTERDAM bh nummer Beslaat uil mee Biaaen PUROL Fietstochten FEUILLETON No. 3454. TWEEDE BLAD. Het huisje aan den Zeedijk ""JfiCMffNOWSES Zaterdag 28 Juli 1928. SCHAAKRUBRIEK. Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning Middelbands, No. 66 De oplossing van probleem no. 73 is 1. Ta8. Een schitterende ruimingszet. Wat moet die Toren op a8 Om de velden a6 en a7 voor de dame toegankelijk te maken. Het variantenspel is nu 1. Ta8, Kfl. 2. Da6. 1Df3. 2. Da7f. 1 De3. 2. De3:f. 1 Dd2. 2. Tf8f. e5, 2. Db2. jh5. 2. Da2. Zoon lijnruimingszet heet al weer met een mooi woord „Bristol Probleem voor den wedstrijd. No. 75. L. v. SZASZ - Boedapest. Eerste plaatsing. Zwart (4). Wit (9). Wit: Kf2, La8 en h2, Pgl, pi. b4, c7, e2, e3 en h7. Zwart: Khl, Tb7, La6, pi. b5. Wit geeft mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Donderdag 6 Sept. Aan dit probleem is een „task"-gedachte ver bonden. (Maximum effect). Aan dien oplosser, welke deze task-gedachte volledig aan geeft, worden drie punten extra gegeven. Met dit probleem kan men dus 5 punten verdienen. De stand na dit probleem geeft den winnaar van den Juli-prijs aan. Probleem voor den wedstrijd. No. 76. H. D'O BERNARD. Good Comp. - Maart 1918. Zwart (9). Wit (9). Wit: Ke5, De7, Lc8, Pd2 en d4, pi. d5, e2, h2 en h4. Zwart: Kg4, Dd7, Td8 en g8, La4, Pal en gl, pi. h3 en h5. Mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Donderdag 6 Sept. Probleem voor den wedstrijd. No. 77. J. F. BARRY. Good Comp. - Februari 1919. Wit: Kh6, Dc8, Tdl en g5, Le4 en h8, Pa2, en a3, pi. d2 en f3 (10). Zwart: Kd4, De5, La5 en b3, pi. a6 en d6 (6) Mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Donderdag 6 Sept. De stand na dit probleem geeft den winnaar van den Augustus-prijs aan. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben (echter meer dan 20). Ook niet- abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achter een geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Oplossing eindspel no. 53. 1. Lfl, dlD. 2. Lf6f, Kh5. 3. Lb5 (dreigt mat). 3Del. 4. Ld3, De8. 5. Lf5, c4. 6. c3, g3. 7. h3 en wint. Op 3g3 volgt 4. h3, Del. 5. Ld3, De8. 6. Lf5 en wint. Stand van den Iadderwedstrijd na na probleem no. 73. G. Tiemens 32 (3); D. Hofland 28; W. Nieuwland 23 (1); W. Schipper 21; Amateur 21; J. Hoek 12 (1); C. Tiemens 10 (3); G. van Gelder 10 (1); „Udi" 9; A. Verbrugge 2 (1). CORRESPONDENTIE. „Amateur". Zooals U ziet is uwe oplossing goed. Alleen de variant 1. Kfl heeft U over 't hoofd gezien. Op Dinsdag 24 Juli werd Flakkee door 21 Friesche boeren bezocht, welke van ons mooie eiland niets anders wisten, dan dat er beste tarwe groeit, welke zij voor hun uitzaai even min kunnen ontberen als hun Flakkeesche col lega's de Friesche poters. Dat was dan ook vrijwel het eenige wat zij van Flakkee wisten. Trouwens van de provincie Zuid-Holland wis ten ze weinig. Talrijk waren ze, welke nog nooit een voet hadden gezet in onze geweldige koopstad Rotterdam en nu hadden ze de ha vens gezien en de geweldige Oceaanstoomers. Doch beginnen we bij het begin. Na overleg tusschen de Hollandsche en Frie sche Landbouw-Maatschappijen was besloten, dat een gezelschap Friezen de Zuid-Hollandsche eilanden zouden gaan bezoeken, onder leiding der daar gevestigde afdeelingsbesturen. En prachtig voorbereid als het was'n Lust om zoo'n program te mogen helpen uitvoeren Zij waren Maandag in Rotterdam aangekomen, hadden de stad op zijn voorname punten van overweldigend verkeer gezien, toen een plezier- vaart door de havens gemaakt, daar hun ver baasde oogen geslagen op de schitterend mooie booten, welke de verbinding onderhouden tus schen moederland en tropisch Nederland; de zeekasteelen, welke een geregelden dienst on derhouden met Amerika; ze hadden stilgestaan bij het wonder van onzen bruggenbouw en gehuiverd van het verkeer in het Overmaassche handelskwartier. De wereldtentoonstelling „Ne- nijto" bezocht en opgetogen over zooveel onder nemingsgeest, rijkdom en handelsweelde in deze wereldstad. Dinsdagmorgen werd een bezoek gebracht aan het eiland Voorne en Putten, en daar werd de vermaarde veestapel van Gebr. Vijfwinkel te Nieuwenhoorn en het prachtige bedrijf van A. M. van Dorsser te Hellevoetsluis in oogen- schouw genomen; en toen hun schreden naar Flakkee, de verwaarloosde, de in haar hulsel omsloten parel van Zuid-Holland gericht. Hoog zal hun verwachting niet zijn geweest. Flakkee, nooit van gehoord in het hooge Noorden. Al leen wel eens in de courant gezien, dat er eerste prijzen voor paarden en runderen heen waren gegaan. Maar overigens De aankomst met de autobus van de R.T.M. van Middelharnis-haven naar Hotel Meijer was maar op 't nippertje van imposant. Dan in hotel Meijer ging de thermometer van hun be langstelling een paar graden naar boven. Trou wens als het waar is, dat de weg naar het hart door de maag gaat, dan was de lunch daar er voor als geknipt. De leiding voor deze excursie was bij de heeren G. C. van Schouwen en J. Timmers in handen, en in goede zooals nadien bleek. Negen autobezittende Flakkeeërs hadden hun voertuig gratis ter beschikking gesteld om de Friesche gasten rond te voeren en omstreeks één uur werd van het Stoombootplein de tocht aangevangen. Heerlijk weer, met een zoo nu en dan schuilgaand zonnetje, vergezelde de karavaan toen koers werd gezet naar den Van Pallandtpolder. Hier werd de boerderij bezocht met zijn moderne boxen, fraaie veestallingen en automatische drinkwaterinrichting .terwijl een mooie strie koudbloed trekpaarden den indruk verhoogden; uitmuntende gewassen, in blokken van naar schatting tien of meer gemeten groot, gaven een voornamen indruk van dit grootbe drijf. Alle gewenschte inlichtingen over het Flakkeesche bedrijfsleven, arbeidsduur en ver houdingen en wat al niet, werden verstrekt, waarna werd gereden door de Oostpolder naar den Oudendijk, langs Stad aan 't Haringvliet, door Den Bommel naar Ooltgensplaat, waar men door de Slikstraat, 'Brandewijnstraat en Voorstraat langs den Oudelandschen dijk koer ste naar Achthuizen. Dan door de Langstraat linea recta naar den Oude Tongenschen water molen, een massief bouwwerk, trouwe af spiegeling der degelijkheid van ons voorgeslacht, hetwelk in 1754 dezen molen bouwen liet, om ruim 1400 bunders land droog, althans boven water te houden. Evenwel de moderne tijd en de hoogere eischen aan het bedrijf, met de wetenschap, dat water beide vriend en vijand zijn kan, was men er toe overgegaan om in de sterke ruime romp naast de wielerij een motor te plaatsen, ten einde als de wind er het bijltje bij neerlei, de hulp van „Kromhout's adem" in te roepen, die het water 1.80 wist op te voeren. Als dit af is worden de rijtuigen bestegen en koers gezet naar de fraaie, moderne boer derij van den heer C. L. de Wit. Het interieur van deze schuur verschilt met die in den Van Pallandt niet heel veel: betonnen vloeren door het geheele groote gebouw, automatische drink- waterbakken e. d., evenals daar despudels kern was de dakbedekking op deze groote schuur de eenige bij ons weten in Flakkee met Eternit platen; dat heeft het grooter voordeel, dat mus- schen en andere huisdieren er niet terecht kun nen voor huisvesting; voorts, dat het geen drup pel regenwater absorbeert en dus groote regen bakken in korten tijd vol zijn en ten slotte, dat het draagvermogen van het gebouw op geen enkele proef werdt gesteld, omdat deze bedekking op deze schuur ruim 30000 kilo minder is dan met gewone dakpannen. Onze gasten waren dan ook, na al wat ze gezien hadden op de tocht, met deze pleister plaats, hoogelijk ingenomen en al wel overtuigd dat men in dit eiland niet achteraan komt staf felen. Gedurig had het hun aandacht, dat alles bijna in cultuur is gebracht, zonder noemens waard weiland, terwijl bovendien de onkruid- bestrijding intensief wordt behartigd. Ook de uitmuntende wegen hadden hunne belangstelling, zoowel aan de hoofd- als aan de binnenwegen scheen hun alle zorg besteed te worden. Lang toeven was nergens toegestaan, zoodat de reis werd voortgezet naar het proefveld .Ce res. "De belangstelling van het gezelschap bleek hier niet gemeenschappelijk te zijn, enkelen waren er welke op de graskant zitten gingen om hun „puupje" te stoppen en wat bleek nu, dat waren greid (gras) boeren, vonden de aard- apelen heerlijke kost, doch om ze te teelen was niets voor ze. Op zulke oogenblikken is het fijn als je ook niet mee hoeft te marcheeren, doch bij de achterblijvers de verantwoordelijke taak heb om ze een en ander te vertellen van je „heimathHoe heel eigenaardig is, dat hier zoo weinig koeien zijn en zoo weinig water omdat dan aan te vullen met, dat hier alle water zout of in het beste geval brak is, waarom wij geen groote veestapel kunnen laven, afge scheiden dan nog van het feit, dat onze grond zich niet al te best eigent voor grasland; doch daar hadden ze van terug, dat ze vast bij de boerderijen extra groene (oude) weiden had den gezien. En water Is dat dan hier nergens goed te krijgen Niet met artetische noch Nor- tonwellen, alléén in Ouddorp duinwater in waarschijnlijk onbeperkte hoeveelheid. „En waarom er dan in zoo'n groot, vruchtbaar en ©ogenschijnlijk rijk, doch minstens welvarend eiland geen waterleiding isLastige vraag ORIGINEEL »DECO« ONTVANGTOESTEL. COMPLEET MET RAAMANTENNE, 5 PHIL1PSLAMPEN, VARTA ACCU, 120 VOLT ANODE, 24 VOLT f fOA ROOSTERSPANNING, PHILIPS LUIDSPREKER, 5 JAAR GARANTIE O- Goedkoopste zaak van Nederland. Hoogste Handelskorting. Alléén reeds daarom, omdat men de eer van zijn landgenooten niet in het geding mag bren gen. Een paar groote plaatsen, de grootste, had den enkele bezwaren, hadden er met nauwkeu rige stiptheid nog enkele bijgefantaseerd; óók de dringende aansluitingsbepalingen waren som mige critici gram; vonden de idealetoestand waarschijnlijk bij Samojeden en Lappen, waar geen stem noch belastingplicht de menschen kregel maakt. De signalen van de aan den weg staande auto's beduiden de excursisten en hunne be geleiders, dat het klokje van gehoorzaamheid maande tot opbreken, en voort ging het naar de „centrale pootaardappelbewaarplaats", waar ze nog weinig van bleken te weten. Zij wen- schen te profiteeren van de door den Flakkee- schen Boerenbond ingestelde enquête, betref fende deze bewaarplaats, terwijl er in Flakkee reeds zes de eerste proef met glans hebben doorstaan en bovendien de grootste in Neder land gebouwd is te Melissant. Daar vandaan ging het nu naar de boerderij van den heer L. Slis. Op het terras vóór het woonhuis ston den een groote partij stoelen met daartusschen tafels en waar het groote gezelschap op de meest amicale en hoffelijke wijze werd ont vangen en ververschingen werden rondgediend. In het voorgelegen weiland liepen eenige zware trekpaarden, eerste klas stamboekers, welke de gasten al dadelijk in beslag namen, en hun be wondering hadden, doch toen de dochter der kampioen merrie „Carmen de Boeuf" met haar veulen aan de hand werd voorgebracht, waren de stoelen een overbodigheid en vrijwel het heele gezelschap Friezen mobiel. „Moet je eens komen zien als „Fokkersbelang" de groote schouw houdt". Dat hadden ze in Flakkee niet gezocht, 't Ging velen blijkbaar als de Koningin van „Scheba". Hier werd een geruimen tijd vertoefd en moesten eenige verder afgedwaalde broeders met een extra sirene worden teruggewenkt. Na dat nu de vriendelijke en zorgzame gastvrouw allerwege was dank gezegd voor de genoten j heerlijkheden, werd voortgetufd door Oude Tonge via Nieuwe Tonge naar Herkingen en een bezoek gebracht aan de vruchtenkweekerij en hoenderpark „De Dolphijn". Na een rond gang door dit bedrijf werd gereden door Her kingen. Hier wist men het vermaarde vaantje op de vischbank, hetwelk door de bevolking tijdens het Napoleontische tijdperk was be schermd en bewaakt, zoodat het 't eenige in ons goede vaderland is geweest, dat versierd bleef met het geliefde oranje-blanje-bleu. Dit was de laatste visite. Nu ging het recht aan recht toe naar Middelharnis, langs het eendenbedrijf en het hoenderpark „Flakkee" van den heer G. L. Warnaer Jz„ door de Staakweg over de Kaai te Dirksland, langs de haven door den Kraaierpolder naar Sommelsdijk; hier werd gereden langs de landbouwschool, naar en door de nieuwe straten te Middelhar nis, langs Nijverheids- en Hoogere Burgerschool naar hotel Meijer. Hier bleken de heeren opgetogen over wat ze hadden gezien, met name Middelharnis von den ze een prachtgemeente. Een stevigen maaltijd was 't besluit van dezen goed besteden dag, terwijl nog menig hartelijk woord van erkentelijkheid en dank werd ge sproken en de vertegenwoordigers van den Flakkeeschen landbouw een hartelijk „tot weer- zixs" toegeroepen op Friescen bodem. K. WAT VERDIENT DE BOER. Er is een tijd geweest, dat de S. D. A. P. zich alleen voor wat men het „proletariaat" noemde intereseerde. Het was een arbeiders-partij en wat niet tol de „arbeidersklasse!' gerekend kon worden, werd ingedeeld bij de kapitalisten of althans bij de „burgerlijke groepen", waartegen te strijden plicht was, omdat van hen in elk geval niet verwacht kon worden, dat zij zich voor so cialisatie en andere leuzen zouden in teres- seeren. Vandaar ook dat men zich met kracht ver zette tegen het beschikbaar stellen van grond en plaatsjes voor landarbeiders. Langzamerhand echter zijn de hekken ver hangen. Zooals Lenin heeft begrepen, dat hij in Rus land nooit iets van beteekenis zou bereiken, wanneer het hem niet gelukte de boeren voor zich te winnen, zoo heeft ook de S. D. A. P. verstaan, dat zij zonder de hulp van het platte land en meer speciaal ook van de boeren het gewenschte doel: de meerderheid te verkrijgen, nooit zal bereiken. Vandaar dat nu al het mogelijke gedaan wordt om ook de boeren in de socialistische actie te betrekken en dat de heer van der Sluis, aan wien meer speciaal deze taak is opgedra gen, in „Het Volk" geregeld aan de plattelands bevolking aandacht schenkt. Aan een zijner epistels is het volgende ont leend .Stedelingen zijn geneigd om te gelooven, dat een boer een rijk man is, die veel geld ver dient. Zij zien de kapitale boerenhuizinge, de vette koeien in de wei en de dikke paarden voor de ploeg en denken, dat het al botertje is tot den boom. Ik ben al vaak tegen deze opvatting te velde getrokken; ik doe het nóg eens aan de hand van de uitkomsten van de boekhoudbureaux in den Landbouw. Het is een toe te juichen ver schijnsel, dat de boeren hoe langer hoe meer overgaan tot boekhouden; men weet dan precies wat er verdiend wordt en behoeft niet meer af te gaan op vermoedens en losse praatjes. Bij de boekhouding, hierboven bedoeld, ver staat men onder loon van den boer alles, wat er overblijft, wanneer alle overige arbeids- loonen betaald zijn, alsmede de kosten voor zaai- en pootgoed, veevoeder, meststoffen en andere kleine uitgaven. Ook trekt men er af de rente van de waarde van den inventaris, benevens de pacht of voor de boeren, die meteen eigenaar zijn de pachtwaarde. Onderloon wordt dus de verdienste uit ar beid verstaan, hetzij geestelijke, hetzij lichame lijke arbeid. Hoe groot is nu het loon van den boer Uit het rijke materiaal, dat opgenomen is in de zoo pas verschenen Verslagen en mede- deelingen van de Directie van den Landbouw, doe ik slechts twee grepen: één, die betrekking heeft op het wereldbedrijf en een, die betrek king heeft op den akkerbouw. Het eerste voorbeeld is ontleend aan de Veenweidestreek in Friesland. De 98 boerderijen Het Doorzitten bij Wielrijden, een door de zon verbrande Huid, Schrijnen en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30,60, Tube 80 ct. waar de boekhouding onder centrale leiding is bijgehouden, zijn gemiddeld 27 H.A. groot. Het loon van den boer was in: 1923'24 810; 1924'25 2025; 1925—'26 1431. Het tweede voorbeeld is ontleend aan de Noordelijke bouwstreek in Groningen. De 163 boerderijen waarvan de boekhouding ge publiceerd wordt zijn gemiddeld 47 H.A. groot. Het loon van den boer was nu 1923'24 1417 (tekort); 1924- 25 2600; 1925—'26 267; 1926—'27 1958 (tekort). Met ziet, aldus de schrijver, dat het loon niet groot was en dat er somtijds met verlies werd gewerkt. Het beeld is hoogst droevig Op de vraag, waaraan deze slechte uitkom sten te wijten zijn, antwoordt hij, dat het „de talrijke parasieten" zijn, de landeigenaars, die met den buit gaan strijken. De pacht zou n.l. bedragen in de genoemde Friesche weidestreken, gemiddeld 4000 per boerderij en in de Groninger bouwstreek, over de genoemde jaren 7800 per boerderij. De toepassing ligt natuurlijk voor de hand: de paarden die de haver verdienen krijgen ze niet. Deze redeneering is misschien niet geheel onjuist. De pachtvoorwaarden zijn soms zeer be zwarend, al te bezwarend, al mag aan den anderen kant ook niet vergeten worden, dat het ook heel vaak voorkomt, dat de pachter uit het bedrijf leeft en dat de eigenaar ten slotte aan het kortste eind trekt. Ook willen we niet vergeten, dat dezer dagen door H. ZEEBERG. 7) „En vertel me nu eens, kindje, wat er aan de hand is. Mama klaagt de laatste weken steen en been, dat je zoo excentriek doet. 'k Heb er nog niets van gemerkt, maar dat zal wel aan mij liggen. Heb je met Mama of met Annie groot ongenoegen gehad?" „O, neen, Papa", verzekerde Lia, „er is heusch niets geweqst". „Heeft Mama soms met jou over een ver loving gesproken peilde hij verder. „Over een verloving? Van Annie?" vroeg Lia verwonderd. „Neen, natuurlijk niet. Ik bedoel: over een verloving van jou met iemand." „Een verloving van mij Daaraan heb ik nog nooit gedacht, Papa". „Dat zegt niets. Daarom kan Mama er wel over denken", zei hij sarcastisch. „Ik vermoedde dat Mama er jou over gepolst had en dat jij den bewusten pretendent niet verkoos. En dat er daarom oneenigheid tusschen jullie was. Is dat niet zoo, Lia?" vroeg hij weer. Haar trof de groote ernst, waarmee hij deze vraag stelde. „Neen, papa. heusch niet. Er is met geen woord over gerept. U brengt mij geheel in de war. k Hoop toch niet, dat mama daaraan denkt zei Lia. „Stel je gerust, kind. 't Was maar een ver moeden van mij. Gelukkig, dat het niet bewaar- he.d wordt. Want ik zou je, als het in mijn macht ligt, willen bewaren voor het aanstaande lot van Annie." Er was even een stilte, Weer begon Lia zich te verbazen over de woorden en het gedrag van Papa. Hij leefde veel meer met hen mede dan zij gedacht had en Papa het wel deed voorko men. „Maar wat is er dan Waarover heeft Ma-- ma dan te klagen En wat had je mij te ver tellen Belangstellend keek hij zijn jongste dochter aan. Hij bemerkte opeens dat zijn bleek zag. En een onverklaarbare onrust beving hem. „Wat zie je bleek, Lia. Je bent toch niet ziek Wat heb je toch „Papa, gelooft u niet, dat arme menschen ge lukkiger zijn dan rijke vroeg Lia, zonder goed te realiseeren wat zij vroeg. „Wat is dat nu voor een dwaze vraag. Me dunkt, dat armoede ook niet alles is." „Ik dacht het zoo maar, Papa. Arme menschen moeten in ieder geval hard werken. Dat lijkt mij heerlijk. Een leven van nietsdoen verveelt gruwelijk." „En jullie hebben gansche dagen drukke be sognes", spotte hij. „Er is nauwelijks tijd om rustig te dineeren. Dat merkt je vanavond wel. Me dunkt, dat jullie tijd te kort moet komen". „Spot nu niet, Papa", smeekte Lia bijna. „Ik meen 't in ernst, als ik zeg, dat ik beu ben van dit leven. Het maakt me ziek. Ik word er zenuwachtig van." „Ha, nu komen we een stapje verder. Dus je krijgt, een afkeer va nal dat uitgaan, van vi sites maken en weet ik al wat meer?" „Papa, ik zou willen, dat we niet rijk waren, maar dat wij allen voor ons brood moesten werken." „Nu geloof ik werkelijk. Lia, dat Mama ge lijk heeft en dat je exentriek begint te worden", zeide hij lachend. „Overigens is het een kleine moeite, om arm te worden. Maar ik voel er niets voor." „U wilt mij niet begrijpen, Papa," zeide Lia, op een toon van diepe teleurstelling. t Valt wat mee, kind Maar zulke zonder linge denkbeelden moet je niet koesteren. Dat.is onzin. Men behoeft niet arm te worden, om te kunnen werken. Dat is de dwaasheid gekroond. Bovendien wat zou je moeten gaan uitvoeren „Dat is waar. Mijn handen staan voor alles verkeerd. Ik kan niets", klaagde zij. „Maar dat is toch niet noodig, Lia. Je wordt bediend, zooals je wilt. Je hebt een onbezorgd leven. Mijn eenige wensch is, dat je eenmaal een flinke echtgenoot krijgt." „Iemand als Theo van Zeggelen", glimlachte Lia flauw. „Ik sprak van een flinken echtgenoot. Niet van een fat en leeglooper. Maar wat voor wen- schen heb je nu nog, jij die alles kunt krijgen, wat je hebben wilt?" vroeg de architect. „Ik kan dat leven van niets doen niet langer dragen, Papa," riep Lia. „Het staat mij tegen. Ik walg er van." „Hm, hm" merkte hij bedaard op. „Dat zijn dikke woorden, Lia. Ik vrees, dat het een gril van je is, die mettertijd vanzelf overgaat." „U vergist u, Papa. Het is geen gril. Het is niet van de laatste weken. Het is al maan den, dat ik meer en meer tegenzin heb in dat uitgaan. En het wordt met den dag erger." „Maar vroeger dacht je er toch anders over. Je waart al even enthousiast als Mama en Annie," merkte mijnheer Van Meersma op. ,,'t Is waar Pana. Ik vond het heerlijk, toen ik achttien werd en in den kring werd opge nomen. Maar nu heb ik er meer dan genoeg van". „Kun je een bepaalde aanleiding noemen, Lia „Neen, Papa, die is er niet. Het is zeer lang zaam gekomen. Dezen zomer, in Scheveningen, is het begonnen." „Hoe dan vroeg hij. Er moet toch iets zijn". Lia kleurde heftig. „Och", zeide zij, ietwat onwillig, „ik danste daar meermalen met iemand, wat doet zijn naam er toe die zoo vertrouwelijk werd, papa, dat hij woorden uitte, waarvoor ik me diep schaam de." De architect begon met nog grootere be langstelling te luisteren. „En vroeg hij. „Ik zou er liever maar niet meer over pra ten, Papa", zei Lia. „Ik wil je niet dwingen, kind. Maar het lijkt mij verstandig, dat je het wel doet, opdat ik je goed begrijp. Je vertrouwt je Vader toch wel vroeg hij op teederen toon. „O ja, Papa, dat is het niet. 'k had het liever met Mama besproken. Maar zij ging er niet op in en zei, dat ik mij niet zoo dwaas moet aan stellen, dat het van dien heer maar gekheid was". „Hm", kuchte mijnheer Van Meersma. „Op Mama valt niets aan te merken. Maar zij denkt over sommige dingen wel eens te licht. Je hebt het brutale heerschap toch zeker wel terecht gewezen, Lia „O, zeker, Papa", antwoordde zij levendig. „Hij stond mij als 'n dwaas aan te kijken en vroeg: „Waarvoor komt u dan hier O, Papa, die vraag heeft mij aan het nadenken gebracht. Was het werkelijk waar Waren er heusch, die dachten, dat men kwam dansen, om omLia aarzelde even, „om zedelooze gesprekken te voeren 'k Heb dien avond niet meer gedanst, Papa. En wilde heelemaal niet meer. Maar Mama vond het Vjekheid. Die mijnheer was een uitzondering, 'k Moest hem links laten liggen. Maar sinds dien tijd heb ik zoo'n afkeer van dansen gekregen. En toen zoo langzamerhand van ons geheele leven. Want op den keper beschouwd, is het toch een leeg leven, Papa. Het kan wel, dat anderen er vol doening in hebben. Ik meende het ook te heb ben. Maar meer en meer ga ik inzien, dat het mij niet kan bevredigen. En nu kunnen Mama en Annie en misschien u ook wel dat exentriek noemen, maar ik kan het niet helpen, dat ik er zoo over ben gaan denken". Zittend in zijn fauteuil, de handen onder het hoofd, zag mijnheer Van Meersma zijn dochter opmerkzaam aan. In zijn oogen was iets van meevoelen te lezen. „Dus is het je ernst Het is geen gril, Lia Er zit niet iets tusschen „Neen, heusch niet, Papa. Geloof u mij toch. Wat zou er tusschen zitten „Och, dat weet ik zoo niet. Maar ik geloof je nu wel. Het verheugt me, dat je er zoo over bent gaan denken". Verbaasd keek Lia haar Vader aan. Hij bemerkte haar verwondering. „Zeker, Lia, dat meen ik. 'k Heb met veel belangstelling naar je geluisterd. Ik denk er precies over als jij. Óm wat liefs zo uik willen, dat ook Mama en Annie tot zulke ideeën kwa men. Maar daar is, helaas niet veel kans op". Lia kreeg hetzelfde gevoel als in den voor avond: Papa was niet gelukkig; hij snakte naar een gezelliger leven. Dat zij dat nu pas be merken ging Zij durfde evenwel niets zeggen, omdat het nog zoo nieuw voor haar was. „Zeker", herhaalde de architect, „ik zou gaarne willen, dat het anders was. Dat al dat noodeloos uitgaan en al maar toiletten koopen zoo'n macht van geld kost, laat ik nog daar. Maar dat fladderende leven en die weinig hui selijkheid. OT liever: dat heelemaal-geen-hui- selijkheid". „Maar waarom spreekt u er dan niet eens met Mama over, Papa „Wel, mijn lieve kindje, dat is een absoluut overbodige vraag. Je weet even goed als ik, dat het water naar zee dragen zou zijn. In- tusschen ben ik verheugd, dat je er ook een onvoldaan gevoel over krijgt. Het is mogelijk, al is het niet zeer waarschijnlijk, dat je voor beeld hier in huis aanstekelijk werkt". „Och, Papa, u weet wel beter. De verstand houding deugt niet sinds ik zoogenaamd exen triek geworden ben. Bij Mama kan ik geen goed meer doen. En Annie spot er ook mee, Papa (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 3