Slapeloosheid Rechtzaken. Buitenland. Mijnhardt's Zenuwtabletten Plaatselijk Nieuws. tengevolge van de zomerwarmte, overwint men spoedig door het gebruik van een paar Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten In de Duitsche Staten, waar de ministerieele verantwoordelijkheid en de rechten van het Parleinent^ pok _in dé-Grondwet zijn neergelegd, heeft het 'parlementaire stelsel zich onder het Keizerrijk geen baan kunnen breken. De tegenwoordige Grondwet van Duitschland, na 1918 gemaakt, vestigt uitdrukkelijk het par lementaire stelsel. Dat het in 1866, in dezelfde jaren dat bij ons de regeering het tegen de macht van het parlementaire stelsel moest afleggen, in Duitsch land juist andersom Bismarck het van de volks vertegenwoordiging won, zal waarschijnlijk wel goedsdeels te danken zijn aan Lothar Bucker. In zijn „staatkundige opstellen" wijst De Beaufort er op, dat na 1848 in Duitschland de liefde voor de Engelsche staatsinstellingen zeer begon te verflauwen. Bucker schreef zijn boek: „Der Parlementarismus wie er ist". Toen Bucker wegeqs een poging tot oproer in 1850 tot 15 maanden gevangenisstraf veroordeeld was en daarom naar Londen uitweek, leerde hij het Engelsche stelsel kennen, met gevolg, dat zijn liefde er voor bekoelde. En lateren tijd is Bucker de trouwe helper van Bismarck ge worden en deze was allesbehalve een vriend van Engeland Bismarck wist het zelfs zoover door te drij ven, dat hij tegen den zin van het Parlement in besluiten nam, iets wat natuurlijk onder de ge zonde werking van het parlementaire stelsel niet mogelijk is. Von Mohl zocht de oorzaak ook in de toe standen in den Rijksdag, die anders was samen gesteld, uit meer factoren bestond, dan het En gelsche parlement. Zooals we reeds zeiden werd in 1848 de mogelijkheid om tot het parlementaire stelsel te komen, ten onzent in de Grondwet vast gelegd. Hoe het stelsel zich onder de werking van deze Grondwet wist te doen gelden, zien we een volgende keer. KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van Vrijdag 13 Juli. Terecht staat F. H., 64 j„ landbouwer te Ouddorp, wien ten laste wordt gelegd over treding der Jachtwet. Verdachte had op grond toebehoorende aan J. K. geloopen met een ge weer in jagende houding en gesloten jachttijd, zonder vergunning. In de tweede plaats wordt hem ten laste gelegd zonder een enkele ver gunning in gesloten jachttijd geloopen te heb ben in jagende houding met het doel woud duiven te dooden of te vangen. Rijksveldwach ter W. Tintel had dit geconstateerd, althans af geleid uit het feit, dat verdachte een schot loste, waarna woudduiven opvlogen en toen, althans korten tijd daarna aldaar of althans in de na bijheid van dat jachtveld verdachte op vorde ring van den rijksveldwachter W. T. niet heeft vertoond een vergunning als bedoeld in art. 9 der Vogelwet. Desgevraagd verklaart verd. dat hij op woud duiven had gejaagd. Hij had vergunning van K. om daar te jagen. Hij had geen vergunning welke door de Vogelwet wordt bedoeld, maar verd. had zich vooraf ten gemeentehuize er van overtuigd, dat hij dit niet noodig had. De gemeente-secretaris en de burgemeester hadden dat uitdrukkelijk verklaard. Als verdediger in deze zaak treedt op Mr. Nijgh te Hellevoetsluis, die mededeelt, dat als hij de situatie goed begrepen heeft eerst het land van Tanis volgt, dan dat van Komtebedde, gescheiden van het land van Tanis door een greppel. Het eene is een weiland, het andere is bezaaid met suikerbieten. Spr. vraagt: hoe liep nu verdachte op het land van Tanis met zijn geweer. Verd. antwoordt: met den loop van het ge weer naar boven. Hij ontkent toen in jagende houding geloopen te hebben. Gehoord wordt getuige W. T., 38 j„ veld wachter te Ouddorp. Get. zag verd. van den weg afstappen achter een paal heen in het weiland van C. Tanj|s, direct nam hij een ja gende houding aan. Hij liep heel kalm verder het veld in, ongeveer 5 a 600 M. verder. Toen sprong hij over een greppel en daarop hoorde get. een schot op de vogels. Toen get. hem daarna aantrof, bevond hij zich op het land van Komtebedde, met het geweer over den schouder. Toen was het natuurlijk ontladen. Advocaat Nijgh vraagt aan get. hoe groot de afstand ongeveer was waarop get. het feit constateerde. Getuige: ongeveer 150 Meter. Advocaat Nijgh: hoe heeft get. dan gecon stateerd, dat het geweer geladen was Get.: hij schoot en ik hoorde een klap. Advocaat Nijgh: dat was op het moment van het schieten, maar dat bewijst niet, dat het geweer reeds geladen was toen verd. in het veld was waar get. hem zag. De Kantonrechter tot get.: U hebt verd. toch al dien tijd in het oog gehouden Get. antwoordt bevestigend. Advocaat Nijgh wil dit dan verder laten rus ten, maar constateert, dat er een hiaat in het proces-verbaal is. Er staat niet in dat verd. desgevraagd geweigerd heeft de vergunning te toonen. Gehoord wordt get. J. K., 31 j., landbouwer te Ouddorp, die,desgevraagd verklaart, dat de woudduiven veel schade aan de erwten veroor zaken. Langs de kanten vreten ze het veld ge heel leeg. De sloot is er 2Yi M. breed, zoo dat verd. er niet over heeft kunnen springen. Get. W. W„ 31 j„ landbouwer te Ouddorp, verklaart dat ter plaatse veel woudduiven zich bevinden. De schade die ze aanrichten is groot. Get. schat het wel tusschen 200 a 300. Gehoord wordt get. Gobius du Saft, burge meester te Ouddorp, die desgevraagd verklaart, dat verd. ten gemeentehuize ip komen vragen of hij donder vergunning op woudduiven mocht schieten. Get. zoowel als de gemeente-secretaris meenen in de wet te lezen, dat dit mocht. Ver dachte zei een jachtakte te hebben. Later is hij terug gekomen en zei, dat hij een proces verbaal had, niet alleen omdat hij geen ver gunning had, maar ook omdat hij daar gejaagd had. Get. meent hieruit te moeten afleiden, dat de r^ksveldwachtcf de vogélwet anders inter preteert dan get. en den gemeente-secretaris. Advocaat Nijgh vraagt dezen getuige of hij zelve dus overtuigd was, dat de vergunning niet noodig was. Getuige: Ja, vol vertrouwen is verd. van het gemeentehuis afgegaan. Verd. legt een verklaring over, onderteekend door vele onderteekenaars uit Ouddorp, waar uit blijkt, dat hij vergunning heeft op hun land alle geoorloofde jachtbedrijven uit te oefenen. De ambtenaar van het O. M. meent in zijn requisitoir, dat het wettig en overtuigend bewijs van het ten laste gelegde hier gemakkelijk ge leverd i$. Op dit papier, dat verd. overlegt, wordt permissie gegeven tot jagen. Maar het is nu gesloten jachttijd. In de tweede plaats is komen vast te staan, dat toen get. T. verd. er naar vroeg, deze aan hem geen vergunning getoond heeft. Hij had het papier den rijksveld wachter moeten overleggen. Dan volgt hetgeen secundo is ten laste gelegd in de dagvaarding: hef schieten op vogels. Dat is ook komen vast te staan, rest het laatste: verd. had geen ver gunning welke de vogelwet vereischt. Deze 4- tal zaken zijn dus bewezen. Voor het eerste feit vraagt het O. M. 10.— sub. 10 dagen hechtenis, het tweede (niet vertoonen van het papier) 2.sub. 2 dagen, het derde (schieten op beschermde vogels) 10.— sub. 10 dagen hechtenis en ten laatste het niet vertoonen van de vergunning ingevolge de vogelwet 2. sub. 2 dagen hechtenis. Wat de bijkomende straf betreft (verbeurdverklaring van het ge weer) zegt het O. M„ dat verd. niet ter kwader trouw handelde. In de tweede plaats heeft hij op eerste vordering terstond het geweer over handigd. Daarom wil het O. M. het geweer hem terug geven. Advocaat Nijgh vraagt of hij goed heeft ver staan, dat het O. M. 10.— eischt wegens he,t schieten van beschermde vogels. De ambtenaar van het O. M. antwoordt bevestigend. Advocaat Nijgh verzoekt hiervan akte. De ambtenaar van het O. M. zegt bedoeld te hebben schieten op woudduiven. Advocaat Nijgh zegt reeds akte gevraagd te hebben en meent voorts, dat verd. moet worden vrijgesproken, omdat niet is geconstateerd op welke vogels er geschoten is. Get. zegt voorts het vergunningsbewijs gevorderd te hebben, in baldadigheid de slagerswinkel van J. K. met teer besmeerd te hebben. Verdachte ontkent het ten laste gelegde. Gehoord wordt getuige Kramer, gemeente veldwachter te Dirksland, die mededeelt, dat de nog nieuwe slagerswinkel ontoonbaar was. Al les zat onder de carbonileum, tot een eind den slagerswinkel in, de uitstalkast en al was be dorven. Uit de stoep die van beton is, was het niet meer weg te krijgen. Men zegt, dat het uit wraak gebeurd is, omdat verd. eens z'n jas heeft besmet met teer aan een hekje, dat J. K. geteerd had. Desgevraagd zegt verd., dat hij eerst wel bekend had, maar nu ontkent hij alles. Kramer had op z'n gemoed gewerkt en gezegd wat het wezen zou voor z'n familie als hij in, de ge vangenis terecht kwam en toen heeft hij maar bekend. Maar hij heeft het niet gedaan. Later is hij nog bij den burgemeester geweest, omdat hij 47.— schadevergoeding zooveel vond. Als het minder was geweest zou verdachte maar betaald hebben om overal af te wezen. Maar hij heeft het niet gedaan. De Kantonrechter: het gebeurt anders niet gauw, dat iemand voor een ander betaalt. Gehoord worden eenige getuigen, die ver klaren, dat verd. dien avond een gezelschap, dat pas bruiloft gevierd had, had opgevroolijkt met z'n gramafoon. Iemand uit dat gezelschap had hem naar huis gebracht en toen is hij direct naar binnen gegaan. Het O. M. acht het wettig en overtuigend bewijs geleverd. Dat blijkt uit de verklaringen van de getuigen a décharge zelve. Tot half 1 's nachts zijn ze bij hem geweest, maar daar mede verklaren ze niet veel. Zij onderstrepen echter met hun verklaring de waarschijnlijkheid dat hij toen op straat is geweest. De rest blijkt zeer duidelijk uit de gedragingen van verdachte houden. Get. gelooft niet, dat Sandee de snel heid heeft kunnen constateeren, daar verd. in een stofwolk gehuld werd door de volgende auto. Het O. M. hecht weinig waarde aan de ver klaring van getuige. Sandee kan wel scher pere oogen hebben. De overtreding is echter niet zoo erg. De veldwachters zouden verstan diger doen als ze met hun bekeuringen zich bepaalden tot overtreding boven de 30 K.M. snelheid. In de steden wordt ook harder ge reden. Geëischt wordt ƒ1.— subs. 1 dag hech tenis. Verd. wordt vrijgesproken, daar de kanton rechter het wettig en overtuigend bewijs niet geleverd acht. J. v. d. H„ 30 j„ landbouwer te Ooltgens- plaat, wordt ten laste gelegd te Nieuwe Tonge gëreden te hebben met een motor zonder num mer en letterbord. Verd. bepleit verzachtende omstandigheden. Hij had z'n bord verloren en er een ander op laten maken, maar er was niemand meer te vinden, die er letters op zetten kon. Geëischt wordt 5.subs. 5 dagen hechtenis. Veroordeeld 3.— subs. 3 dagen hechtenis. A. J. v. H., 54 j., rijksveearts te Sommelsdijk, wordt ten laste gelegd op het Zandpad te Mid- delharnis met zijn auto de maximum-snelheid overschreden te hebben. Hij zou 36 K.M. ge reden hebben. Verd. ontkent. Hij heeft nog nooit, ook op de buitenwegen niet, meer dan 30 K.M. ge reden. De opname moet verkeerd geweest zijn. Verd. kwam langs een hittenkar en bleef het zelfde tempo rijden, misschien is z'n vaart iets versneld doordat hij een afrit afkwam, maar dat was in ieder geval lang geen 36 K.M. Hadden de veldwachters hem maar direct aan gehouden, dan had hij z'n onschuld kunnen bewijzen, maar ze kwamen twee uur later pas, is hier ook reeds een groote ontploffing ge weest. Officieel wordt nader bericht, dat de ont ploffing de droogkamers vernield heeft. Een groot aantal fabrieksgebouwen, alsmede de ma chinekamer, werden gedeeltelijk verwoest. Door den geweldigen luchtdfuk zijn in den omtrek de ruiten gesprongen. De brandweer uit de omgeving is onmiddellijk naar de plaats van het ongeluk gesneld om de onder de puinhoopen begraven arbeiders te redden en om den in middels ontstanen brand te blusschen. Tot nu toe zijn 4 dooden, 8 zwaar en' 16 lichtgewonden geborgen. Op het oogenblik der ontploffing waren er 130 arbeiders in de fabriek aanwezig. Men vreept derhalve, dat er nog meer slachtoffers onder de puinhoopen liggen. ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ ANDERNACH. Bij Andernach is een auto in de rivier de Reuss gestort, die op het oogenblik zeer hoog staat. De» chauffeur kwam met de schrik vrij, maar een inzittende dame werd gedood. De drie andere inzittenden werden licht gewond. De oorzaak van het ongeval was, dat de auto door een vrachtwagen bij het voorbijrijden werd ge raakt. BERGRAMP BIJ ZERMATT. Zaterdag zijn 4 Parijsche touristen, die bij Zermatt een bergtocht ondernomen hadden, ver ongelukt. Een van de touristen stortte naar be neden, de andere 3 een 500 a 600 M. met zich meesleurend. Uit Zermatt zijn 's nachts 2 red dingsexpedities op weg gegaan, terwijl js och tends vroeg een, derde expeditie volgde. De twee eerste reddingsexpedities zijn reeds bij de plaats van de ramp aangekomen, doch men betwijfelde het de touristen nog levend aan te treffen. Foto Rotsma DE JUB1LEERENDE RING „FLAKKEE" VAN J. V. OP GEREF. GRONDSLAG. Wij geven hierboven een foto van dezen Ring, die de vorige week zijn vijf-en-twintig jarig bestaan herdacht. De voorste rij zittend wordt gevormd door midden in) Ds. Esselink, de feestredenaar van den avondde Voorzitter en de Secretaris van den Ring en enkele oud-leden die op de middag- vergadering gesproken hebben. maar er is niet gezegd, dat verd. een weigerend antwoord gegeven heeft. Vajst staat verder, dat verd. zich na het schot op het land van Komte bedde bevond met een ontladen geweer aan den schouder. In de eerste plaats is het de vraag, zegt pleiter, welke artt. hier zouden zijn overtreden. Genoemd wordt art. 4 1ste lid der Jachtwet, het jagen zonder vergunning van de tot jacht rechthebbende; art. 5, jagen zonder akte; art. 20, jagen in gesloten jachttijd; art. 22, niet ont laden geweer, zich bevinden op grond, waartoe men niet bevoegd is te loopen; art. 54 1ste lid, niet vertoonen op vordering van vergunning. Het requisitoir van den ambtenaar van het O. M. bepaalt zich echter tot het eischen van straf wegens jagen in gesloten jachttijd en niet ver toonen van bewijsstukken. Daaruit concludeert pleiter, dat het O. M. de andere ten laste gelegde feiten heeft laten vervallen. Maar dan treedt in werking art. 62 van het wetboek van strafrecht, dat zegt: Bij samenloop op de wijze in de artikelen 57 en 58-bedoeld, hetzij van overtredingen met misdrijven, hetzij van over tredingen onderling, wordt voor elke overtre ding zonder vermindering straf opgelegd. Met dit art. heeft de ambtenaar van het O. M. geen rekening gehouden. Dan wijst pleiter op het requisitoir betreffende het secundo ten laste gelegde op grond van jagen op beschermde vogels. Hier gaat het echter over woudduiven, waarvoor als schadelijk wild een bizondere ver gunning noodig is. Dat is geheel iets anders. Ten slotte waardeert pleiter dat in het requisi toir is rekening gehouden met het feit dat verd. ter goeder trouw is. Op grond van een en ander vraagt pleiter vrijspraak. n De ambtenaar van het O. M. zegt, dat het onder ambi^eed opgemaakt proces-verbaal vol doende bewijs is, dat verd. met geladen ge weer in jagende houding liep. Het beroep op het wetboek van strafrecht geldt hier niet. Plei ter vergeet hier, dat het door hem genoemde geval alleen slaat op misdrijving en dat is het hier ten laste laste gelegde niet. Dan maakt pleiter spreker er een verwijt van, dat hij zich in zijn requisitoir vergist heeft. Maar al was er zelfs een fout in zijn requisitoir, doordat ge sproken is van beschermde vogels in plaats van woudduiven, dan mag uit zulk een fout toch zeker nog niet geconcludeerd worden tot vrij spraak. Spr. vraagt op welk wetsartikel pleiter zich hier zou willen beroepen Hetgeen hier ten laste is gelegd, blijkt niet uit het requisitoir, maar uit het proces-verbaal en derhalve hand haaft spr. zijn eisch. Advocaat Nijgh herinnert er nog eens aan, dat 't hier alleen gaat over de vraag of verd. kan worden ten laste gelegd het doel gehad te hebben op woudduiven te schieten. Maar er is geen enkele vogel neergevallen. Er is hier dus geen voltooide poging tot overtreding en is der halve verd. niet strafbaar» Verdachte wordt schriftelijk vonnis gewezen. Terecht staat K. A. v. A., 18 j„ landarbeider te Dirksland, wien wordt ten laste gelegd het tegenover den veldwachter en den burgemeester. Vanaf het moment, dat verd. wist dat de scha devergoeding 47.— beliep is hij gaan ont kennen. Geëischt wordt 5.— sub. 5 dagen hechtenis. Advocaat Nijgh zegt ook weinig te begrijpen uit de houding van verdachte. Maar het is be grijpelijk, dat hij in een gemoedelijk verhoor, dat een tegenstelling met een scherpverhoor is, dingen heeft gezegd, die niet waar zijn. Vier getuigen verklaren echter, dat verd. dien avond bij hun is geweest en dat hij toen ze hem thuis gebracht hadden naar bed is gegaan, terwijl één getuige, verdachte's slaapgenoot, verklaart, dat hij niet meer van bed af geweest is dien nacht. Waaruit blijkt dat verd. het onmogelijk ge daan kan hebben. Verd. wordt veroordeeld tot 8.sub. 8 dagen hechtenis. A. T„ 19 j., metselaar te Sommelsdijk, had te Herkingen op verboden grond geloopen. Ge- eischt wordt 5.sub. 5 dagen hechtenis. Verd. wordt veroordeeld tot 2.-- sub. 2 dagen hechtenis. C. R., 20 j., arbeider te Ooltgensplaat, had aardbeien afgeplukt en opgegeten, die niet van hem waren. Gevraagd waarom verd. dat gedaan heeft, antwoordt hij: ja, 't waren de eerste. De Kantonrechter: dat zijn dan dure aardbeien geweest voor je. Verdachte: ja, duurder dan van een kwartje 't pond. Gehoord wordt get. v. D., die ze hem zag afplukken en opeten. Get. B. M. v. D. verklaart hetzelfde. Het O. M. zegt, dat verdachte zich aan een ernstig feit heeft schuldig gemaakt. En dat hij er hier nog mopjes op tapt, maakt het nog ernstiger. Weet verd. wel, dat er een maand gevangenisstraf of 60.— boete op staan kan Geëischt wordt 10.— boete subs. 10 dagen hechtenis. Verd. wordt veroordeeld tot 8. subs. 8 dagen hechtenis. Verd, vindt hef „kittig veel". Hij is de kost winner van het gezin. De Kantonrechter: dep te meer reden heb je om zulke dingen na te laten. C. E„ 40 j„ betonfabrikant te Middelbarnis, wordt ten laste gelegd te Melissant met zijn auto de maximum-snelheid overtreden te heb ben. Verd. ontkent. Hij reed zelfs zeer langzaam en kwam schokkende aanrijden, omdat hij te weinig gas gaf. Dit deed hij, omdat hij Sandee zag staan en wist, dat men te Melissant voor zichtig moet zijn. Achter verd. kwam op een afstand van 300 M. een ander?, auto, die eer verd. 100 M. verder was, hem al had inge haald, hierdoor werd verd. in een stofwolk gehuld, zoodat Sandee onmogelijk heeft kun nen constateeren hoe hard verd. reed. Gehoord wordt getuige v. d. W„ boekdruk ker te Middelharnis, die met Sandee stond te praten. Deze verklaart, dat verdachte heel lang zaam reed, zoodat z'n wagen inderdaad schokte, met een fiets was hij heel gemakkelijk bij te daarmede alle bewijs uit verd.'s handen slaand. Deze zaak wordt aangehouden om verbali santen te hooren. J. K„ 51 j„ uurwerkleverancier te Middel harnis, wordt ten laste gelegd overtreding der maximum-snelheid te Meljpsant. Verd. zou 26 K. M. gereden hebben. Verd. ontkent. Hij rijdt nooit hard, begeeft zich van huisje tot huisje om zaken te doen en kan onmogelijk zoo hard gereden hebben. Bovendien was de chrono meter van Sandee stuk, dat verd. op een heel eigenaardige manier te weten kwam. Dat werd hem n.l. verteld door den caféhouder waar verd. z'n boterham eet. Deze vertelde hem, dat San dee bij hem was wezen informeeren naar verd. en hij had toen gevraagd of verd. chronometers levert. Verd. is Sandee toen wezen opzoeken en .vroeg of z'n chronometer stuk was. Op diens bevestigend antwoord heeft verd. hem aangeboden hem een nieuwe chronometer te leveren of de oude te repareeren. Zoodoende wist verd., dat het feit zonder chronometer moet geconstateerd zijn. Het O. M. meent, dat Sandee nog wel meer chronometers gehad kan hebben en eischt 5. subs. 5 dagen hechtenis. Verd. wordt vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De zaak van C. L. v, V. -wordt een maand aangehouden. Bij verstek werden veroordeeld S. v. d. V. wegens niet hebben van motor- nummerbewijs 4.subs. 4 dagen hechtenis. W. J„ wegens overtreding der max. snelheid, 8.— subs 8 dagen hechtenis. S. v. d. V wegens hetzelfde feit 10. pubs. 10 dagen hechtenis. J. B„ wegens openbare dronkenschap 10. subs. 10 dagen hechtenis. C. P. R. wegens niet hebben motor-nummer- bewijs 4.— subs. 4 dagen hechtenis. J. V. wegens rijden zonder licht 5.subs. 5 dagen hechtenis. J. J. K. wegens rijden zonder dat achternum mer w^s verlicht 5.subs. 5 dagen hechtenis. G. W. wegens rijden zonder licht 5. subs. 5 dagen hechtenis. L. d. H, wegens verkoopen zonder vergunning 3.— subs. 3 dagen hechtenis. L. B. wegens rijden over een fairbank 5.— subs. 5 dagen hechtenis. P. H. v. d. S. wegens openbare dronkenschap 10.subs. 10 dagen hechtenis. ONTPLOFFING IN EEN KRUITFABRIEK. Vier dooden, acht zwaargewonden en waar-* schijnlijk nog meer' slachtoffers. In de kruitfabriek in Harloch, bij Wertheim, is het Zaterdagmorgen half 12 tot een ernstige ontploffing gekomen, waardoor het oude fa brieksgebouw getroffen is. Eenige jaren geleden EEN GEBOUW INGESTORT. 50 kinderen gewond. De tweede verdieping van een zich buiten bedrijf bevindende fabriek voor het reinigen van katoen te Greenville is ingestort. Het ge bouw diende tijdelijk voor het onderbrengen van menschen, die uitstapjes maken. Ongeveer 50 kinderen, die zich op die tweede verdieping be vonden, stortten naar beneden en werden allen gewond. EEN MOEDERMOORDENAAR. Ter dood veroordeeld. Te Limburgg a. d. Lahn, heeft de rechtbank Anton Horn uit Nieder-Zeuzheim, die in Maart 1.1. zijn moeder met een hamer had doodge slagen, omdat zij hem eenig geld weigerde, dat hij voor het maken van radiotoestel wilde ge bruiken, ter dood veroordeeld. HUWELIJKEN EN GEBOORTEN. De Statistische Correspondenz geeft enkele cijfers over de huwelijken en geboorten in de groote steden van Pruisen. Daaruit blijkt, dat in het eerste kwartaal van 1928 het aantal huwelijken aanmerkelijk hooger was dan in hetzelfde tijdvak van 1927 en 1913, n.l. 7.87 pet. tegen 6.77 en 6.16 pet. Het hoogst was het cijfer in de steden van het Rijnsch- Westfaalsche nijverheidsgebied. Het gemiddelde geboortecijfer was 18.88 te gen 18.70 in 1927. Van alle genoemde groote steden hadden alleen Berlijn en Keulen dalende geboortecijfers. Berlijn stond onderaan met slechts 10.94 pet. Het geboortecijfer was er lager dan het sterftecijfer. Er zijn n.l. in de hoofdstad in het genoemde kwartaal 2597 men schen meer gestorven dan .geboren. GEVAARLIJKE RATTEN. Te Neuenhaus in Pommeren hebben bij af wezigheid van de ouders ratten een negenjarig kind aangevallen en zoo toegetakeld, dat het in hopeloozen toestand naar het ziekenhuis is gebracht. SOMMELSDIJK. De schildersknecht T. v. d. B. had het ongeluk bij het verrichten van zijn werkzaamheden eenige zijner vingers zoodanig te verwonden dat geneeskundige hulp noodza kelijk was. Door den gemeente-veldwachter is te gen eenige personen proces-verbaal opgemaakt ■jegens het rijden over de zijstraatjes van de Voorstraat en binnenweg. L.l. Vrijdag maakten de kinderen van de O. L. School een uitstapje naar Rotterdam onder geleide van hun onderwijzers. Dep avonds werden ze door de muziekvereeniging van de tram gehaald en naar het schoolplein gebracht, Er was veel volk op de been.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 2