nil nummer nesiaai mm Bladen EEZfcT HOEKTE VOOR VROTJVT E£T SSÏliTE Zaterdag 7 Juli 1928» TWEEDE BLAD. No. 3448. MIJNHARDT's Voor de Jeugd. Voor de Vrouw. SCHAAKRUBRIEK. CONGRES Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten tn HOC STGNOWSES Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning Middelharnis. No. 63. Eenige oplossers maakten er mij terecht op attent, dat probleem no. 69 onoplosbaar is. De auteursoplossing is 1. Pe3, gevende 6 vlucht- velden aan den Z. K. Doch na 1. Ke6 kan geen mat volgen. Ik vermoed, dat dit te verhelpen is door een witte pion op g6 bij te plaatsen. Het is een geweldig moeilijke task, die echter al vroeger veel schitterender is uit gewerkt door O. Wurzburg en W. A. Shink- mank. Densmore Mem. Tournooit 1920. Probleem no. 71, Mat in twee zetten. 1. Pc4 Streng genomen vervalt hier 't vluchtveld e5. Dit is blijkbaar van geen beteekenis als we ons een witte pion op f4 denken. Ik hoop, dat de oplossers niet te veel tijd aan no. 69 verloren hebben. Voor den wedstrijd vervalt het. De stand van den ladderwedstrijd blijft hiermede onveranderd. Probleem voor den wedstrijd. No. 72. H. W. BETTMAN. Ie Prijs Good Comp. - Febr. 1918. Zwart (7). Wit (13). Wit: Kfl, De7, Ta3, Lc3 en hl, Pbl en f6, pi. b2, c2, c4, -d7, e5 en g3. Zwart: Ke3, Tb7 en f8, Lb6, Ph3 en h4, pi. a7. Mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Donderdag 19 Juli. Sleutelzet voldoende. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve mm n oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben (echter meer dan 20). Ook niet- abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achter een geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Oplossing eindspel no. 49. 1. Df5-J, Kg2 (gaat de K. naar el, dan 2. Kc6). 2. De4f, Kf2. 3. Df4, Kg2 (gaat de K. naar el dan nadert de W. K. weer). 4. De3t Kfl. 5. Df3f, Kei (gedwongen). 6. Kc6, Kd2 (Kdl pent den pion). 7. Df4|, Kdl. 8. Dd4f, Kc2. 9. De3, Kdl. 10. Dd3f, Kei. 11. Kd5, enz. Oplossing eindspel no. 48. 1. Pc5"j\ Kc6. 2. d7 (zie 8e zet) Ld7: 3. Pd3, Lg5 (h6) (op La3, d2 of e3 volgt 4. Pe5f, Kd6. 5. Pc4f en wint). 4. Pe5-[-, Kd6. 5 Pf74, Ke7. 6. Pg5: (of Ph6: wint; zie 3e zet van zwart) Kf6. 7. Ph7f, Kg6: 8. Pf8f en wint. Eindspel no. 50. Uit: Laskers Leerboek. Wit: Kh2, Ddl, Td7 en e7, La3, pi. a2, g2 en h3. Zwart: Kg8, Df2, Ta8 en g5, Lc6, pi. a7, b7, c4, g7 en h7. Wit speelt en wint. Oplossing: 1. Dd5!f, Kh8 (Na 1Td5 volgt 2. Tg7f, Kh8. 3. Th7f, Kg7. 4. Tdg7 mat). 2. Td8f, Tad8: 3. Dd8f, Ld8. 4. Te8 mat. VAN DEN BOND VAN BEDRIJFS AUTOHOUDERS IN NEDERLAND, te Zierikzee, op Woensdag 4 Juli 1928 in Sociëteit „Concordia". Op dit congres waren enkele organisaties en particulieren, alsmede burgemeesters van Goeree en Overflakkee uitgenoodigd. De Edelachtbare Heer Visscher te Dirksland had de reisgelegen heid van de Flakkeeënaars geregeld en zoo togen ze dan allen naar Herkingen, waar het punt van uitgang zou zijn. Hierkwam men al dadelijk voor het alleszeggende feit, dat de reisgelegenheid met het Zuiden des lands alles behalve op rolletjes gaat. Immers het was laag water. De veerman A. Verschoor had zijn -motor buiten de haven op stroom voor anker gelegd, terwijl op het eind van den havenberm 2 roei- booten gemeerd lagen om de reizigers naar de boot te vletten. Zoo begon dan de tocht naar Zierikzee voor zoover dé berm droog lag te voet. Een vrij mooi schelpenpad behoedt den reiziger voor slikschoenen. Toen het gezelschap, bestaande uit 10 personen, in geladen was, werd van wal gestoken. Er stond een mooie Zuid- Weste bries, waardoor de boot nog al schom melde en Neptunus de waternymph haar heer lijke, zij het natte armen opsteken deed, tot groot vermaak van de aan de luwzijde zittende reizigers. Zij koos met vrij groote nauwkeu righeid uit. Voortdurend voelde zij zich aan getrokken tot de volgelingen van Mercurius, met wien zij op goeden voet leeft Juist waren we afgestoken toen de veerman door zijn monocle waarnam, dat nog enkele personen op de kust aankwamen, die mee wenschten te gaan. Het waren reizigers van Melissant en Stellendam. Dezen werden nog opgenomen en toen werd het steven gewend naar Schouwen en Duiveland. De veerboot is mooi ingericht. Een pracht kajuit, met de com forts, welke in een dergelijk vervoermiddel maar verwacht kunnen worden. Binnen twintig minu ten kwamen we te Bruinisse aan. Een autobus stond gereed om ons naar Zieriklee te brengen. Het was een aardige rit door het mooie eiland. We hadden gelegenheid op te merken, dat ook hier de gewassen mooi staan. Op* Schouwen wordt veel gerst verbouwd, weinig eigenheimers en veel blauwpitten. De vergadering, het doel van onzen tocht, werd gehouden in Concordia. De heer A. J. ten Hope had de leiding en zette in de volgende rede het doel van deze samenkomst uiteen Ter inleiding van de bespreking over de ver- keerstoestanden in deze streken, zou ik het na volgende in het midden willen brengen. De B. B. N. is van meening, dat, nu de autohouders wegenbelasting moeten betalen, zij daaruit het recht mogen putten, om te eischen, dat met den meesten spoed ons land in het bezit zal geraken van goede verbindingen voor de landsverkeersmiddelen; dat dit algemeen belang met veel meer spoed dan voorheen het geval was, moet worden bevorderd. Aan de regeering, de colleges van Gedepu teerde Staten, de Provinciale besturen, Gemeen tebesturen en andere lichamen en personen wil ik hier allereerst hulde brengen, waar zij toon den aan de vervulling van dezen eisch hun krachten te willen wijden. De B. B. N. is van meening, dat de activiteit echter voortdurend geprikeld moet worden, waardoor deze zoo mogelijk nog grooter zal worden, vooral als bijeenkomsten als deze hun de zekerheid geVen, dat hun activiteit gedragen wordt door den wensch vai vele Nederlanders. Welnu, geachte aanwezigen, het is den B. B. N. een genoegen, dat de drukbezochte ver gadering van autohouders op 20 Juni te Zierik zee met algemeene stemmen ons voorstel aan nam, om deze bijeenkomst hier te beleggen, met het hoofddoel, te doen blijken, hoe vele Neder landers voor dit speciale verkeersgebied in het bijzonder' groote activiteit wenschen in het op lossen der vraagstukken van het landverkeer, opdat deze gebieden zich op natuurlijke wijze economisch kunnen ontwikkelen. Hieruit moge dan weder blijken, dat het be lang van het bedrijfs-automobilisme niet alleen het belang is van een groep menschen, die goe deren of personen per auto wenschen te ver voeren, maar een algemeen belang van de eerste orde, waardoor de ontwikkeling van heele streken wordt bevorderd; waardoor economische ontwikkelingsmogelijkheden worden geschapen, waaraan men vrqeger niet had kunnen denken; doch tegelijkertijd, dat slechts economische ach teruitgang kan worden voorkomen door met kracht de ontwikkeling van het automobilisme te bevorderen. Deze snelle wijziging der economische toe standen door het optreden van koning „Motor" in het wegverkeer, eischt snel aanpassen, maar speciaal hier snelle voorzieningenstilstand is achteruitgang. Laten wij hulde brengen aan de velen, die op dit aambeeld reeds hamerden en eens zien, wat alzoo naar voren werd gebracht. Hierbij kpn ik natuurlijk slechts enkele grepen doen. Allereerst dan uit het rapport der Commissie tot onderzoek eener organisatie der verkeers middelen in Zeeland van 2 Juni 1922 (dit rap port verscheen bijna drie jaar na het Staten besluit tot haar instelling) „Het automobileverkeer tusschen Zijpe en Anna Jacoba-polder worde vergemakkelijkt en het tarief verlaagd en verder waar zooveel klachten na ampel en objectief onderzoek worden aangetroffen, daar moge stellig de verbinding van Zeeland met het onmiddellijke Noorden en een deel der Oostwaarts gerichte verbindingen gesignaleerd worden als te zijn aanzienlijk beneden redelijker wijze te stellen eischen". De vraag is nu: „Is dit na de 6 jaren, welke daarop volgden, nog zoo Is er nu een goede verbinding van Zeeland direct naar het Noorden Ja heeren, er is ik hoop, dat ik het goed zeg 2 maal per dag een stoomboot van Zijpe naar Numansdorp (vaartijd 2 uur). Maar men zou natuurlijk in de eerste plaats denken aan een verbinding met Flakkee. Welnu, er vaart een motorbootje van Zijpe naar Herkingen en Battenoord voor voetgan gers en rijwielen. Is dat een goede verbinding Toch is dit de korste weg in aansluiting op een goed verbinding van Goeree en Overflakkee naar Voorne, Putten, Beijerland. Is daar een goede verbinding Oostwaarts gerichte verbindingen. Is er 'n goede verbinding Zijpe-Anna Jacoba En is het tarief laag genoeg Helaas meen ik, dat u met ons eens zal zijn, dat het antwoord op al deze vragen slechts kan luiden Neen en nog eens neen. Het eerste doel van deze bijeenkomst was dan ook om een algemeene uitspraak te ver krijgen, dat deze wenschen nog steeds bestaan, tot eischen zijn gegroeid, en dat deze eischen thans door u allen hier worden gevoeld, als eischen, welke spoedig inwilliging vragen. Thans wil ik eens nagaan le. Waarom is deze toestand niet reeds ver beterd 2e. Welke belangen zijn hierbij betrokken 3e. Welke zijn thans onze eischen en wat moet gedaan worden, om de spoedige inwilliging te bevorderen 1. Waarom is deze toestand niet reeds ver beterd De bovengenoemde verkeerscommissie van Zeeland schrijft hierover in haar rapporten op blz.' 10 en 11 „Over de faits er gestes der R. T. M. is reeds veel gesproken en geschreven en schier altoos in afkeurenden zin. De belangrijkste stem in dit koor is de uitspraak van de Commissie tot onderzoek omtrent het bedrijf der R. T. M., in verband met een door de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangenomen motie van de heeren A. B. de Zeeuw, Jhr. R. R. L. de Muralt en zes anderen, door den Minister van Water staat bij zijn beschikking van 24 April 1919 ingesteld en bestaande uit de twee genoemde Kamerleden, een lid van Ged. Staten van Zuid- Holland, een drietal directeuren van Tramweg maatschappijen, waaronder die der R. T. M. zelf, een lid van den Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten en twee personen, wo nende in het verkeersgebied der Maatschappij. De Commissie bood onder dagteekening van 16 December 1920 haar even uitvoerig als on gunstig rapport aan den Minister aan en deelt daarin als uitkomst van het ingestelde onderzoek o.a. het volgende msde „De grondoorzaak van den bij het publiek waargenomen geest van ontevredenheid om trent de gestie van de R. T. M. is gelegen in het niet naar behooren rekening houden met billijke wenschen van het publiek en het op geringschattende wijze behandelen van door het publiek geuite klachten". Aan de de Commissie is gebleken, dat klachten veelal op onbevredi gende en voor den klager hinderlijke wijze wor- den beantwoord door de schuld van het onder vonden ongerief terug te werpen op den klager, die in zulke gevallen heet de tarieven niet vol doende te hebben bestudeerd, geen voldoende inlichtingen te hebben ingewonnen of niet goed te hebben opgelet. In het tijdperk vóór den oorlog, toen vele wenschen met betrekkelijk geringe uitgaven hadden kunnen worden bevredigd, heeft de maatschappij nagelaten billijke verbeteringen aan te brengen, indien verhooging van uitgaven daarvan het gevolg zou zijn. Toen in den aanvang der oorlogsjaren het reizen steeds onaangenamer en ongemakkelijker werd, was het verklaarbaar, dat het reeds on tevreden publiek ook de toenemende reismisère zij het dan ten onrechte aan genoemde Directie weet. De ontevredenheid uitte zich in 1918 door het tot stand komen van het „Hoofd comité van Actie" tegen de R. T. M. Het spreekt vanzelf, dat dit zeer ten nadeele strekt van het betrokken Zeeuwsch gebied Schouwen en Duiveland, St. Philipsland en deels Tholen. De bewoners voelen dat ook zelf; zij weten, dat zij achtergesteld worden en komt hier geen verbetering, achtergesteld zullen blij ven; zij gevoelen zich in hun behoeften aan verkeersmogelijkheden voor de belangen van handel en bedrijf tekort gedaan enflkunnen óf niet bereiken wat anderen bereiken, óf moeten zich daarvoor grooter inspanning en meer kos ten getroosten". De Staatscommissie zegt „Van de R. T. M. is niet te verwachten, dat zij uit eigen beweging tot de uitvoering der besproken verkeersmaatregelen zal me dewerken. De R. T. M. is het voorbeeld van een onder neming, die ongeschreven plichten niet erkent, haar gedragslijn is, om alleen datgene te doen, waartoe zij kan worden genoodzaakt". Daarnaast zou men onwillekeurig uit het Provinciaal Wegenplan van Noord-Brabant, waarop elke verbinding met Anna Jacobapolder ontbreekt en het Rijkswegenplan slechts met een zwevend stuk weg Zierikzee—Zijpe, concludeeren, dat niet alle autoriteiten zoo veel aandacht hebben' besteed aan deze heusch niet alleen Zeeuwsche belangen, als wij wel zouden wenschen; terwijl ook van Zuid- Hollandsche zijde, en evenmin door de Zeeuw sche Verkeerscommissie blijkbaar voldoende is begrepen, dat een vlugge verbinding voor goe deren en andere vervoer onmogelijk is, indien men eerst 2 uur noodig heeft om van Zijpe over het water naar Numansdorp te gaan. Dit moet natuurlijk zijn een verbinding direct naar Flakkee en van daar direct naar een der eilanden van groep 1, waardoor tevens Goeree en Overflakkee uit hun isolement worden verlost. Twee goede veren zullen daar zeker levens vatbaarheid blijken te bezitten De voornaamste oorzaak, waarom er nog geen voldoende verbetering is, moeten wij na tuurlijk zoeken bij de medewerking of tegen werking van menschen, maar in algemeene toe standen. Wij zagen het aantal auto's in vier jaar verdubbelen en de bevolking toenemenbe halve op de geïsoleerde eilanden Men kan natuurlijk voor een eiland als Rot tum niets eischen, maar op Schouwen en Dui veland woonde per 1 Januari 1927 ruim 24.000 menschen, op Tholen 10.000 en op Goeree en Overflakkee 8.941. Zij kunnen elkaar niet zien niet bereiken. In Zijpe en Anna Jacoba heeft men, evenals in Numansdorp, Hellevoetsluis en Middelharnis, havens van het Rijkwaarin practisch geen schip mag komen behalve van de R. T. M. en door een aller-ongelukkigst contract met de R. T. M„ die niet mede wil werken, zouden dan heele streken in hun ontwikkeling worden tegengehouden. Dit nu mag zeker niet meer, nu juist de goede communicatiemiddelen met den dag belangrijker worden. Welke zijn thans onze eischen en wat moet gedaan worden om de spoedige inwilliging te bevorderen Ged. Staten van Zeeland hebben zoo juist 500.000.— uitgegeven voor de ferry-boot Koningin Wilhelmina, welke vaart van Bres- kens naar Vlissingen, alleen om daar een boot te krijgen, geschikt voor 't vervoer van auto's, tevens 20.000.om de steigers te Kortgene en Wolphaartsdijk te verbeteren (1925) en 45.970.— voor een nieuwe veerboot (1925) aldaar. Ged. Staten geven ook 5000.— aan de R. T. M. voor het veer met voor een auto ongeschikte boot Zijpe-Stavenisse (tarief klein ste auto 5.en 0.80 per persoon). En verder plm. 2800.per jaar gegeven aan de R. T. M. voor het veer met een voor auto's ongeschikte boot (lagere tarieven en 3 vaarten meer) Zijpe-Anna Jacoba (tarief kleinste auto 2.— en 0.40 per persoon) enz. Enkele gemeenten als Zierikzee en Stave- nisse geven eveneens tezamen 1000.per jaar aan de R. T. M. voor het veer Zijpe- Stavenisse. De R. T. M. heeft van het Rijk een subsidie van 182.760 voor 1927. De Minister van Waterstaat keurt de tarieven goed Wel vergoedt het Rijk de provincie Zeeland 80 van het verlies op de stoombootdiensten op de Westerschelde en de tram VlakeHans- weert in 1925 ongeveer 150.000.—. Voor dit verkeersgebied zorgde 't Rijk alleen door aanleg en onderhoud van havens te Helle voetsluis, Middelharnis, Numansdorp, Zijpe en Anna Jacoba. Van een steiger te Ooltgensplaat met een gebruiksmonopolie voor de R. T. M. Dit was toen in 1917 mischien prachtig, maar wij meenen nu voor dit verkeersgebied met den meesten spoed, te mogen eischen 1Een regelmatig varend veer van Anna Ja coba naar Zijpe met voor autovervoer geschik te booten en laad- en losinrichtingen met een tarief van hoogstens 0.50 voor een kleine auto tot 1.50 per zwaarste of grootste auto, hoogstens 0.10 per persoon en de rest naar evenredigheid. 2. a. Een wegverbinding, om het nu zwevende stuk Zierikzee-Zijpe van het Rijkswegenplan in verbinding te brengen met de wegen in Brabant van het Rijkswegenplan, liefst uitgebreid met een weg Bergen op Zoom-Willemstad. b. Opname op het Provinciale Wegenplan van Noord-Brabant van een weg, verbinding gevend van Anna-Jacoba naar Steenbergen en naar Dinteloord (indien de Rijksweg deze ver binding niet brengt). 3. Een regelmatig varende, voor auto's ge schikte bootverbinding van Zierikzee naar het Catsche Veer met voor auto's geschikte laad- en losinrichting, met een tarief van ƒ1.voor de kleinste auto tot 3.voor de grootste of zwaarste auto, alles inbegrepen en 0.20 per persoon en de rest naar evenredigheid. 4. Een behoorlijke verbinding met Tholen, met ook voor auto's geschikte laad- en los plaatsen, met een tarief als onder 3. bedoeld. 5. Een behoorlijke verbinding met Goeree en Overflakkee met behoorlijke aansluiting verder naar Rotterdam. Als de vergadering zich hiermede kan ver eenigen, zou ik willen voorstellen deze wen schen, gedocumenteerd door alle hier naar vo ren gebrachte gegevens, met spoed aan den Raad van Ministers en in het bijzonder aan de Ministers van Waterstaat en Financiën, alle Kamerleden, Ged. Staten en Provinciale Staten van Zuid-Holland, Zeeland en Noord-Brabant over te brengen en adheaesie te vragen aan alle gemeentebesturen, Kamers van Koophandel en Vereenigingen welke daarvoor in aanmer king komen. M'n beste neefjes en nichtjes, Wé houden allemaal van vacantie. Ik ook hoor, maar dat jullie vacantie hebt met het op lossen van de raadsels vind ik eigenlijk niet prettig, want ik mis jullie briefjes. Toen van de week de bekende stapeltjes niet bij mij werden gebracht, dacht ik, hé, ik wilde maar dat de vacantie voorbij was, ik zal zoo nieuwsgierig zijn hoe jullie het maken. Jullie moeten maar goed onthouden waar je in de vacantie overal geweest bent, dan kunnen jullie me dat later wel vertellen. Misschien ben ik nog wel gelijk met jullie op reis. Ik zal mij nu maar troosten met de gedachte dat ik na de vacantie lange brieven zal krijgen met gezellige verhalen over het uitgaan. De datum waarop de inzendingen voor den wedstrijd binnen moeten zijn is 27 Juli. De uitslag maak ik 14 dagen later bekend en dan hooren jullie wel wie de prijzen gewonnen hebben. De meesten van jullie krijgen nu zeker wel gauw vacantie. Ik weet wel al veel van de uitgaansplannen af. Ik hoop maar dat je het al lemaal heel prettig zult hebben. Het is fijn hé om zoo een paar weken heelemaal geen school le hebben, niet aan sommen en jaartallen be hoeven te denken. Zoo'n paar weekjes is dat wel makkelijk en leuk, maar op den duur ver- angen jullie toch ook wel weer een beetje naar school terug. Maar kindren ik moet voor een nichtje nog een handwerkje beschrijven, daarom mag ik nu niet te lang praten, want anders wordt ons hoek je weer zoo heel groot als laatst, en dat mag m t!t "00r- Er moet nog meer in de krant. Nu allemaal heel veel groeten van jullie TANTE TRUUS. PATROON VOOR EEN SJAAL. Er werd gevraagd om een patroon voor een sjaal, niet te moeilijk en toch aardig. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar ik begrijp het best, het nichtje wil een handwerkje voor de vacantie, maar als het zoo moeilijk is en als je zooveel tellen moet raak je licht in de war. Het is heel niet moeilijk dat zullen jullie wel merken. Wil je een aardige sjaal hebben dan moet je gebruiken wat fijne wol en van die alluminium- naalden no. 3, dan wordt het aardig werk en niet te grof. Ik zou aanraden geen witte wol te nemen, die wordt gauw vuil en levert bij het wasschen nogal moeilijkheden op. Dat wordt ook zoo gauw geel. Het aardigste is oudrose of licht lila. Ook een mooie tint en 't staat goed. Zet op 92 steken. Wie het breeder hebben wil die doet er zes, twaalf of achttien steken bij, of wie het smaller hebben wil, doet er zes, twaalf of achttien ste ken af. We zullen het echter maar bij 92 steken hou den. Het patroon dat we breien zullen, is 6 steken breed. We moeten op elke naald 1 patroon, dus le toer. 1 afh. (1 r. omsl. overh. 12 min:' omsl.) wat tusschen haakjes staat moet 15 maal herhaald worden, dan nog 1 r. 2e toer. geheel averechts. 3e. toer. 1 afh. (2 r. omsl. dubb mind. oms. 1 r.) wat tusschen haakjes staat moet 15 maai herhaald worden dan nog 1 r. 4e toer. geheel averechts. Weer bij toer 1 beginnen. De lengte moet je maar net zoo lang nemen als je zelf wilt. Werk er maar pleizierig aan. TANTE TRLIllS: „Onze kinderen", het blad waarover we on langs in ons Vrouwenhoekje geschreven heb ben, deelt nu mede, dat het „algemeen bestuur der Tuchtunie" een circulaire de wereld inge zonden heeft in verband met de Olympische Spelen met het opschrift„Ons volk en zijn gemeensschapsstaat' Daaruit nemen we slechts een enkele zin snede over, n.l.: „Zij (de vreemdelingen) mo gen niet door onze nieuwsgierige jeugd wor den aangegaapt noch gehinderd, gelijk in het verleden, helaas maar al te vaak geschiedde". Deze circulaire wijst er ons volk op, dat tegenover de vreemdelingen de noodige be leefdheid moet worden in acht genomen en hulpvaardigheid betoond. Daarna komt de op merking, om ook de kinderen op hun juist ge drag te wijzen. Nu moet ik wel eerlijk bekennen, dat m'n belangstelling voor deze circulaire nu niet zoo zeer getrokken werd doordat de Olympische spelen er in genoemd worden, want hoezeer ik juist de lichaamsbeweging op prijs stel, vooral voor de jongeren, die gansche sportverdwazing, helden-vereering van voetbalgeniën en anderen, ik kan er werkelijk niets „voor gevoelen. Ja, eigenlijk gevoel ik er wel iets voor, of liever er tegen, want 'k kan dikwerf mijn anti pathie niet onderdrukken als 'k lees over die dwaze opgewondenheid van zelf-extase van an ders zoo nuchtere kalme menschen over die sport-successen. De Olympische spelen, we merken er niet veel van, en een reis naar Amsterdam heb 'k er niet over, daardoor trok ook de circulaire m'n belangstelling niet, maar wel, dat het noo dig is, dat er op gewezen moet worden, dat de kinderen zich behoorlijk gedragen tegenover den vreemdeling. Dat is noodig, echt noodig. Heeft ons land zich op velerlei gebied een goeden naam verworven, is onze wetenschap beroemd, onze techniek zoo gunstig bekend, ja op nog veel ander gebied wordt Nederland met eere genoemd, maar daar tegenover staat helaas, dat we ook bekend zijn als natie door minder gunstige oorzaken. Het vloeken der Nederlanders heeft in het buitenland een treurige bekendheid en daar naast niet minder ongunstig aangeschreven is de Nederlandsche jeugd. Wij hebben allemaal wel eens staaltjes daarvan ten opzichte van vreemdelingen hooren vertellen. En al is de helft daarvan maar waar, dan is er werkelijk al reden genoeg, om ons tegenover de vreem delingen te schamen. Inderdaad, het is goed, dat het bestuur der Tuchtunie de aandacht er eens op vestigde, niet alleen in verband met de Olympisch spelen, maar heel in 't algemeen is deze waarschuwing ook wel noodig. Dat is nu geen kwaad, dat alleen den laat- sten tijd tot uiting komt, o neen, zelfs uit de historie zijn wel feiten bekend, waaruit de baldadigheid en ongemanierdheid van onze jeugd blijkt. In dit opzicht schijnt onze jeugd helaas boven de buitenlandsche jeugd uit te blinken, hoewel daar toch ook alles wel niet geheel volmaakt zal zijn. De waarschuwing van het algemeen bestuur der Tuchtunie is werkelijk niet overbodig. Het is te wenschen, dat de circulaire op ruime schaal verspreid zal worden en dat de waar schuwing door ouderen goed ter harte ge nomen wordt. Hierin moeten school en huis tezamen werken, doch het leeuwendeel behoort toch bij de ge zinsopvoeding. Men is in de circulaire zoo verstandig ge weest zich niet in allerlei wenken en, raad gevingen te verliezen. Dat zou ook weinig helpen. Ieder vader, moeder of andere opvoeder moet van zichzelven aanvoelen hoe in dit opzicht gehandeld moet worden. Als we eens letten op onze straatjeugd, dan vreezen we werkelijk, dat het gedrag der kin deren op straat thuis niet veel het onderwerp van gedachten en bespreking uitmaakt. In dit geval is het moeilijk om te zeggen: zoo en zoo moet hier gehandeld worden. Doch de opvoeding moet zoo wezen, dat het kind zelf anderen geen overlast wil doen op straat. Het is natuurlijk in de eerste plaats on christelijk anderen te hinderen, die ons in geen enkel opzicht iets hebben aangedaan, maar het is ook echt onbeschaafd. Als we op straat loopen, en we zien dat kinderen groote men schen najouwen, gebrekkigen bespotten, dan komt er steeds een gevoel van minachting bo ven en de eerste gedachte is dan: o, dat is niet veel bijzonders. Nu moet men toegeven, dat de kinderen zelf vaak er niet bij doordenken, 't Gebeurt dik wijls in bravour, omdat die en die dat doen. Het lijkt groot te staan. Bij de belhamels is het echter het bewuste kwaaddoen, de anderen vol gen. De ouderen moeten er dan ook op wijzen het is anderen overlast aandoen. Wat geeft het of iemand wat anders gekleed is of anders spreekt, we hebben in onze taal een spreekwoord dat zegt,,'s lands wijs, 's lands eer", maar onze jeugd is blijkbaar niet in staat om die eer te waardeeren, want als het maar iets afwijkt van het bekende, moet het worden bespot en uitgelachen. En dat is niet onze eere, dat blijkt wel uit den naam die onze jeugd in 't buitenland heeft. Het is goed dat de circulaire wordt rondge zonden, maar we moeten dan niet denken dat we er af zijn, als we geen buitenlanders in on ze streken ontvangen. De beleefdheid en straat manieren laat toch wel eens wat te wenschen over.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 3