vooi? de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan No. 3445 WOENSDAG 27 JUNI 1928 43ste JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES Gemeenteraad. Alle stnkken voor de Redactie bestemd, Advertentiënen verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers 'J. Het Parlementaire stelsel Land- en Tuinbouw Deze Courait verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per Jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ft ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zfl beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uur. ONZE WACHTGELDERS. Het schijnt, dat er onder onze wachtgelders een eenigszins vreemde mentaliteit heerscht. Onze lezers weten wie en wat wachtgelders zijn. Het zijn rijksambtenaren, die buiten hun toedoen geen werk hebben en door de regeering tijdelijk op wachtgeld gezet zijn, totdat ze ein delijk ergens weer gebruikt kunnen worden. In het onderwijzerscorps zijn er vele van die wachtgelders. En onder dezen schijnt een vreemde geestes gesteldheid te bestaan. Natuurlijk komen we de goeden, die er ook hier zullen zijn, niet te na. Maar er zijn toch velen onder, wien dat wachten en geld opstrijken zoo goed blijkt te bevallen, dat ze zich met hand en tand er tegen verzetten om ergens te werk gesteld te worden. Melissant heeft dat pas op pijnlijke wijze fondervonden. Het gemeentebestuur kreeg uit een lijst van 50 wachtgelders te kiezen, maar na veel wikken en wegen was er geen enkele bij, die voor deze gemeente geschikt bevonden werd. Wel waren er opgeroepen en had men met enkelen contact gezocht, maar de ervaring, die hierbij werd opgedaan, schrikte het bestuur zóó af, dat alle moed om er één van te benoemen, ont zonk. Zijn we wel ingelicht; dan heeft het ge meentebestuur van het Departement van Onder wijs nog een wenk gehad, om er een te be noemen, opdat de minister bij pertinent weigeren om deze benoeming te aanvaarden reden zou hebben dezen te ontslaan, maar het gemeente bestuur wilde deze risico liever niet op zich nemen. Hetgeen begrijpelijk is. Want het onheil, dat een onguur element als ipderwijzer op een klein plekske kan aanstich- Kn, is niet te overzien. Het gemeentebestuur ging liever den zekeren weg. Thans is het gelukt uit een nieuwe lijst van 50 wachtgelders na lang zoeken er één te vin den, die voor deze gemeente geschikt kan blijken. We gelooven graag, dat het heel moeilijk is voor de regeering hieraan iets te doen. Ook zij zal zich wel ernstig afgevraagd heb- 'ben of dat zoo bestendigd kan blijven. "Maar is het niet diep-treurig, dat het onder wijzerscorps, wier taak het is onze jeugd op te voeden in „alle Christelijke en maatschappe lijke deugden", zulke elementen bevat Wat doen die menschen bij het onderwijs VAN JE VRIENDEN MOET JE HET MAAR HEBBEN Henri Polak verzorgt tegenwoordig in het dagblad „Het Volk" de Kroniek. Deze week schreef hij over vandalistische 'gemeentebesturen, gemeentebesturen die het natuurschoon verwoesten. Behalve Arnhem en Bloemendaal kreeg ook 's-Gravenhage een beurt. Letterlijk schreef hij het volgende Het is eenvoudig verbijsterend. De ge meente geeft een zeer groot bedrag uit voor den aanleg van het Zuiderpark en voor het herscheppen van het bekende z.g.n. tentoon stellingsterrein, tusschen de Haringkade, de Nieuwe Parklaan en den Nieuwen Duinweg in een konventioneelen plantsoen-aanleg. Maar een bestaand stuk heerlijk natuur schoon, dat wil zij vernielen. En het is met diep leedwezen, dat erkend moet worden, hoe ®en sociaal-demokratische wethouder en een dito hoofdambtenaar voor het laatstgenoemde geval verantwoordelijk gesteld moeten wor den. Ik weet wel, dat hier onmiddellijk de gebruikelijke dooddoener tegen mij aange voerd kan, en waarschijnlijk ook zal worden: de volkshuisvesting. Doch ik ben zoo vrij, villabouw daartoe niet te rekenen en verder de meening te opperen, dat een gemeente bestuur, hetwelk de volkshuisvesting slechts dienen kan, door het volk woninkjes te ver schaffen, doch het de natuur en de schoon heid te ontnemen, of te gedoogen, mogelijk te maken en te bevorderen, dat partikuliere grondbezitters en dito spekulanten het doen, geen oortje waard is, al zou het van den eersten tot den laatsten man uit menschen van het onverschietbaarste rood bestaan. Daar kan de socialistische wethouder van Den Haag het mee doen WINKELSLUITING. De vorige week gaven we in ons blad een kort uittreksel van het bij de Tweede Kamer ingediende wetsontwerp op de winkelsluiting. Over 't algemeen mag van dit ontwerp, dat van de hand van Minister Slotemaker kwam, gezegd worden, dat het een stap in de goede richting is. Het is niet wel mogelijk gebleken deze materie plaatselijk afdoende te regelen. Het strandde steeds op de onwilligheid van enkele, minder sociaal voelende menschen, ter wijl de ongelijkheid, welke er door geschapen werd in soms dicht bij elkaar gelegen plaatsen, de handhaving eener verordening onmogelijk maakte. Aan een uniforme regeling was behoefte. Tevens is in dit ontwerp opgenomen een verplichte Zondagssluiting. We juichen natuurlijk ook dit van harte toe. Over het algemeen wordt de Zondagssluiting voor de winkels verplichtend gesteld, terwijl het venten op de publieke wegen verboden wordt. De gemeenteraden krijgen bevoegdheid afwijkingen op dezen algemeenen regel toe te staan, onder koninklijke goedkeuring. Al zijn we met dit ontwerp tevreden, toch nog niet voldaan. De uitzonderingen die worden toegelaten hadden wel wat meer beperkt kunnen worden. Maar 't is nog een wetsontwerp. We zullen de beraadslagingen in de Tweede Kamer afwachten. ii. Wij merkten op, dat reeds vroeg het Engel- sche vólk zijn rechten tegenover den Vorst verdedigde. In 1215 dwong het Jan zonder Land de be roemde Magna Charta (Great Charter of Li berties) af. De hoofdinhoud van dit beroemde stuk is deze: De Engelsche Kerk zal vrij zijn en al haar rechten en vrijheden zal ze in onschend baarheid bezitten. Aan de vrijen in het konin krijk worden verschillende rechten gewaarborgd, zooals de bepalingen in acht te nemen bij het overlijden van een leenman. Een weduwe mag niet gedwongen worden te huwen, zoolang zij zonder echtgenoot wenscht te leven. Dan han delen verschillende bepalingen over beslagleg ging op land- of pachtgoederen wegens schuld en bevat over het aanspreken van borgen be palingen, overeenkomende met die van ons Bur gerlijk Wetboek, de clausule X en XI zijn hoofd zakelijk geëischt tegen Joodsche geldschieters. Art. XII zegt: geen leendienst of schatting zal in ons koninkrijk geëischt worden, behalve door de common council (algemeene raad) van ons koninkrijk, behalve om een losprijs voor onzen persoon te betalen, om onzen oudsten zoon tot ridder te slaan en eenmaal om onze 'oudste dochter uit te huwelijken. Clausule XVI zegt: Niemand zal gedwongen worden meer dienst voor een ridderschap noch voor eenig ander vrij pachtgoed te doen, dan tot de verplichting daarvan behoort. Ook de clausules over de rechtspraak zijn belangrijk: Gewone rechtsge dingen zullen ons hof niet volgen, maar zullen in eene plaats gehouden worden. Gedingen over klachten zullen niet anders plaats hebben dan in dier eigen graafschappen en op deze wijze: Wij of Chief Justiciary (opperrechter in het koninkrijk) als wij buiten het koninkrijk zullen zijn, zullen vier maal in het jaar, twee Jus ticiaries zenden, die met andere personen op bepaalde tijden zullen rechtspreken. Een rijke zal niet anders beboet worden voor een kleine overtreding dan slechts naar de grootte van het vergrijp, met behoud van zijn leen- of pacht goed, een koopman zal op dezelfde wijze be boet worden met behoud van zijn koopwaar en een lijfeigene zal op dezelfde manier beboet worden met behoud van zijn landbouwbenoo- digdheden. Graven en Baronnen zullen niet an ders dan door hun gelijken beboet worden en allen naar de mate van hun vergrijp. Clausule XXIII strekt weer om ongemoti veerde lasten te voorkomen: noch eenig dorp, noch eenig persoon zal gedwongen worden, bruggen of dammen te bouwen, dan die van ouds rechtens toe verplicht zijn. De clausules XXVIII tot en met XXXI zijn belangrijk, zij doen zien aan welke willekeurige behandeling de bewoners eertijds blootgesteld waren geweest; geen contable noch eenig ander onzer Bailiffs zal het koren of de andere goe deren van iemand nemen, tenzij de verkooper hem vrijwillig uitstel geven wil. Geen constable zal een ridder dwingen geld te geven voor het bewaren van zijn kasteel, als hij dat in eigen persoon doen wil of wil laten doen door een een ander bekwaam man. Geen onzer Ballifs of Cheriffs, noch iemand anders, zal de paar den of karren van een vrije nemen, om ze te gebruiken zonder toestemming van gezegde vrijen. Noch wij, noch onze Ballifs zullen eens anders mans hout nemen voor onze kasteelen of voor ander gebruik nemen, behalve met toe stemming van hem aan wien het hout behoort. Voorts zijn er verscheidene clausules inge voegd om plaatselijke misbruiken te voorkomen. Zeer belangrijk is: Geen burger zal worden aan gehouden, noch in de gevangenis gezet worden, noch vervallen verklaard worden van zijn goe deren, noch vogelvrij verklaard worden, noch op eenigerlei wijze te grond gericht worden, noch zullen we hem veroordeelen, noch in de gevangenis doen zetten, behalve na wettige ver oordeeling van zijn gelijkgeboortigen of door de wetten zijns lands. Aan niemand zullen wij recht op billijkheid verkoopen, aan niemand zullen wij ze weigeren, aan elkeen zullen wij ze zonder uitstel ver- leenen. Als iemand zonder wettig vonnis, van zijn gelijkgeboortigen, door ons beroofd of vervallen verklaard is van zijn landerijen, kasteelen, rech ten, vrijheden, zullen we hem deze dingen on middellijk teruggeven, en als over dit punt eenige twist zal rijzen, zal die bij vonnis van 25 baronnen, uitgewezen worden ter verzeke ring van den vrede. Geen man zal gevangen gezet worden op de aanklacht van een vrouw wegens den dood van een anderen man dan haar echtgenoot. Belangrijk is vooral: geen belastingen, die onrechtvaardig of in strijd met de wetten des lands door ons geëischt zijn en alle boeten, die onrechtvaardig of in strijd met de wetten des lands door ons opgelegd zijn, zullen geheel kwijtgescholden worden. Ten slotte wordt bepaald, dat 25 baronnen zullen waken, dat de Magna Charta gehand haafd wordt. De Magna Charta is genoemd: de grondslag van de Engelsche vrijheden. De bepaling, dat de kerk voortaan vrij zal zijn, was een gevolg der twisten, die meermalen over het aanstellen der Bisschoppen enz. tusschen den koning en den Paus waren gerezen. Een groot stuk macht verloor de Koning, ook door de clausule betreffende het opleggen van lasten, dat deze slechts kunnen geschieden door den Algemeenen Raad. De belangrijkheid van de Magna Charta vindt men voornamelijk in het begrenzen van des Konings macht ten aanzien van twee belang rijke punten, in de eerste plaats ten aanzien van de belastingheffing en in de tweede plaats ten aanzien der rechtspraak. Op deze beide terreinen had zich de gren- zelooze willekeur der Koningen steeds geopen baard. En wat eerst na eeuwen op het vasteland van Europa bereikt werd, had het Engelsche volk reeds in 1215 tot stand gebracht. Dit wil niet zeggen, dat van nu af aan en voortaan de vrijheden van het Engelsche volk ongeschonden werden gehandhaafd. Het Engelsche volk maakte nog geen aan spraak op de algemeene medezeggenschap bij het maken van wetten en het uitvoeren daar van, maar de kiem er van was toch in de Magna Charte neergelegd. Jan zonder Land en de koningen na hem waren nog niet van plan zich veel aan deze grondwet gelegen te laten liggen. Herhaalde lijk werden de bepalingen geschonden. Het werd een voortdurende worsteling tusschen koning en volk over de verkregen rechten. En het feit, dat de Magna Charta niet minder dan 38 maal opnieuw bekrachtigd is geworden, bewijst wel, dat het Engelsche volk zijn vrijheden en rech ten niet dan met groote moeite heeft weten te bewaren. We zullen niet breed op de Engelsche staat kundige geschiedenis ingaan. De voortdurende geldverlegenheid waarin de vorsten verkeerden, noodzaakten hen telkens weer om den algemeenen raad bijeen te roepen en om geld te vragen. De vergadering van t dezen algemeenen raad, in 1246 bijeengekomen, werd toen voor het eerst Parlement ge noemd. Het was een groot parlement, waarin ook de steden vertegenwoordigd waren. De bijeenroeping van parlementen daarna geschied de in de allereerste plaats om belastingen goed gekeurd te krijgen, de vorst had geld noodig en het parlement bepaalde hoeveel elk der drie standen zou betalen. Het gevolg was natuurlijk dat de parlementen, die telkens weer geld toe stonden, hun invloed wilden doen gelden op de wijze van besteding en controle wilden uit oefenen op den vorst en zijn dienaren. Zij trachten daarom al spoedig tot zich te trekken de aanstelling van hoogere ambtenaren en ook wilden zij bij de geheele wetgeving een woordje meespreken. In 1322 verklaarde het parlement, dat de wetten moesten worden gemaakt door den koning met goedkeuring van het parlement. Het zou ons te ver voeren de strijd tusschen vorst en volk te schetsen. In de zeventiende eeuw kwam het tot een eindbeslissing. In 1603 was het Huis der Stuarts opgetreden. Ook deze vorsten waren, evenals hun collega's, op het vasteland van Europa verstrikt in de leer van het „Droit Divin", het Goddelijk recht der vorsten. Steunend op hun legitimiteitstheorie meenden de Stuarts alles te mogen doen wat ze ver kozen. Zij begrepen niet, dat de vorst er is om het volk en niet omgekeerd. Koning Karei I heeft zijn dogma met zijn hoofd moeten boeten. Op 30 Jan. 1649 verloor hij het leven op het schavot. Het parlement trachtte nog wel iets voor den ongelukkigen koning te doen, maar in 1648 liet Cromwell 140 leden der meerderheid uit de vergadering verwijderen, de overblijvende, de Romp ge noemd, benoemden een rechtbank, welke na een kort proces den koning als een „tyran, verrader, moordenaar en vijand van zijn volk" ter dood veroordeelde. Karei I verloor zijn hoofd op het schavot, dat voor Whitehal was op gericht. Het lijkt ons juist wat Chattam zegt: „Er was heerschzucht, er was opstand, er was ge weld, maar niemand zal mij overtuigen, dat het niet de zaak der vrijheid was aan de ééne zijde en die der tyrannie aan de andere zijde. Toen Europa nog zuchtte onder de tyrannie van het absolutisme, werd in Engeland onder president Cromwell de republiek gevestigd. Na den dood van dezen puritein hebben de koningen Karei II en Jacobus II nog wel ge tracht het oude regime te herstellen, maar het was tevergeefs. Onze Prins Willem III werd in 1689 koning van Engeland en de „glorious Revolution" van dat jaar heeft het parlemen taire stelsel in Engeland definitief gevestigd. Groen van Prinsterer zegt in zijn handboek „Met elk jaar ging Jacobus II doldriftiger te werk. Geen verkregen rechten, geen wetten, geen grondslagen van den regeeringsvorm wer den, waar het begunstiging van Rome betrof, ontzien. Omkeering van kerk en staat scheen weldra onvermijdelijk". Onze Prins Willem van Oranje was het gegeven het Engelsche volk de beroemde Bill of Rights te schenken, hoofdzakelijk be vattende rechten van het parlement, ofschoon persoonlijke rechten ook hierin niet ontbraken. De glorious Revolution is te ver gelijken met onzen opstand in 1568 tegen het geweld van Philips II van Spanje. Groen van Prinsterer zegt van de Revolutie van 1689: „Aldus kwam binnen weinige weken zonder bloedvergieten eene omwenteling tot stand, die niet enkel nuttig en heilrijk, maar plichtmatig en noodzakelijk was. Het gevaar van burgeroorlog, regeeringloosheid en des potisme werd afgekeerd en de grondslag van het wankelend staatsgebouw vaster gelegd". Over de Bill of Rights en het Engel sche parlementaire stelsel een volgende keer iets meer. Vergadering van den gemeenteraad van MELISSANT, op Vrijdag 22 Juni, des nam. half 4 uur. De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen worden voorgelezen en onveranderd vastgesteld. Enkele ingekomen stukken worden ter kennis der vergadering gebracht. B. en W. stellen voor het salaris van de schoolschoonhoudster te verhoogenen te bren gen van 140. op 160.Dit in verband met het in gebruik nemen van een vierde locaal. De heer v. d. Wal bedankt als lid van de commissie tot wering van schoolverzuim. B. en W. hadden ter voorziening in deze vacature de volgende voordracht gemaakt: No 1 W. Keur, No. 2 A. J. Baart. Eerstgenoemde kreeg 4, de laatste 2 stemmen. De heer VOGELAAR (A.R.) vraagt of het aantal van drie leden in deze commissie niet wat weinig is. Spr. kent gemeenten, waar de commissie uit 5 leden bestaat. Het is niet zoo erg, indien alle die leden trouw ter vergadering komen, maar het kan ook gebeuren, dat er maar anderhalve man is. De VOORZITTER acht drie leden wel vol doende. Besloten wordt het er Voorloopig bij te laten. De VOORZITTER benoemt tot leden der commissie tot onderzoek van de gemeentereke ning en de begrooting de heeren Vogelaar en Struijk. Het vorige jaar deden het de heeren v. d. Spaan en Nieuwenhuijzen. De heer v. d. SPAAN (gemeentebelang) zegt dat het steeds de gewoonte was één jaar 2 en het andere jaar 3 leden te benoemen. Dan komt men net in 2 jaar rond. De VOORZITTER heeft geen bezwaar deze gewoonte te handhaven en benoemt als derde lid de heer Kort. De heer KORT (C.H.) vindt het overbodig een derde lid te benoemen. Twee kunnen het wel af. De heer VOGELAAR merkt hiertegen op, dat het een mooie gelegenheid is voor de heeren raadsleden om zich in de gemeente- financiën in te werken. De heer KORT neemt zijn benoeming aan. Aan de orde is de benoeming van een onder wijzer. De VOORZITTER deelt mede, dat B. en W. de beschikking hebben gekregen over een nieuwe lijst van wachtgelders. Er is wel weer niet veel bijzonders bij, maar na lang zoeken hebben B. en W. toch een voordracht van drie personen. Deze zijn No. 1, J. W. A. Doornenbos, oud 29 jaar, met hoofdakte, te Rotterdam, is Ned. Herv. No. 2, M. Kostermans, oud 29 jaar, te Dinte- loord, is R. Kath. No. 3. F. M. A. Jansen te Gaanderen, oud 29 jaar, is R. Kath. De Inspecteur van het L. O. schreef, dat hij zich met de benoeming van den heer Door nenbos volkomen vereenigen kan. De heer STRUIJK (S.G.P.) vraagt of er nog informaties omtrent dezen man zijn in gewonnen. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Deze luiden gunstig. De heer STRUIJK zou graag in geheime zit ting wat zeggen. De heer VOGELAAR vraagt waarom dat niet in openbare vergadering kan, het geldt hier toch een algemeen gemeentebelang De deuren worden gesloten. Na heropening der openbare vergadering wordt met 5 stemmen gekozen de heer Door nenbos. De heer Kostermans had één stem. B. en W. stellen voor over te gaan tot aan stelling van een brandpiket. De taak van dit piket is de orde te handhaven op het terrein rondom den brand. In verband hiermede stellen zij voor de verordening op de brandweer te wijzigen. Tevens deelt de VOORZITTER mede, dat in verband met gebrek aan water op sommige plaatsen het slangenmateriaal tekort schoot, zoodat er bijgekocht is en nog meer bijge- kocht zal moeten worden. In totaal wordt het een 350 M. slang. Maar dan loopt men de kans, dat het slangenmateriaal door het te hoop loopend publiek bij brand beschadigd wordt. Dat leert althans de ervaring in andere ge meenten. Daarvoor is noodig een brandpiket. B. en W. stellen zich voor 10 man aan te stellen. Een hoofdleider met 2 assistenten en 7 leden. De heer VOGELAAR vraagt of dit voorstel van B. en W. verband houdt met hetgeen zich onlangs bij den brand heeft voorgedaan. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. De bedoeling is alleen orde te houden onder het publiek. Het heeft met de brandweer of het water niets te maken. De heer v. d. SPAAN vraagt of het piket bezoldigd wordt. De VOORZITTER antwoordt, dat dit nog nader geregeld zou moeten worden. In Dirks- land krijgt het piket geen bezoldiging. De heer v. d. SPAAN vraagt of het piket bij het beproeven ook present moet zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat een en kele maal dit wel dienstig zou zijn. De heer STRUIJK is er voor eenige bezol diging toe te kennen. De heer VOGELAAR is bang, dat men nie mand zal kunnen krijgen als het baantje niet bezoldigd wordt. De VOORZITTER zegt, dat als men be noemd is, men verplicht is te komen. De heer KORT wil zooveel mogelijk raads leden benoemen en dan uit de kom van het dorp. De VOORZITTER heeft daartegen geen bezwaar als de heeren er prijs op stellen. De heer VOGELAAR wil die „kom" dan maar zoo uitgebreid mogelijk nemen. De VOORZITTER acht het wel gewenscht dat menschen benoemd worden die eenigszins vooraan staan in de gemeente, waartegen het publiek opziet. Het moet dus meer beschouwd worden als een eerebaantje. Conform het voorstel-B. en W. wordt be sloten. In verband hiermede wordt nog art. 31 der verordening gewijzigd. Enkele af- en overschrijvingen worden nog toegestaan. De heer VOGELAAR zegt, dat het nu een maand geleden is, dat hij over het opknappen van den kant aan den Nieuwen weg sprak. Er is echter nog niets aan gedaan, hoewel de toezegging is gegeven, dat het gebeuren zou. De gemeentewerkman heeft volop den tijd. Spr. zag hem nog pas plat op den grond zitten, grassprietjes uit het grint trekken. Spr. ge looft, dat hetgeen hij wil noodig is. De VOORZITTER deelt mede, dat in B. en W. juist zooeven besloten is den graskant te laten opknappen. Dan sluiting. DE DISTRICTS-PREMIEKEURINGEN IN ZUID-HOLLAND. Dank zij de steun van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw, is het de Regelings-Commissie in Zuid-Holland weer mo gelijk een programma voor de Districtskeuringen samen te stellen, waardoor den fokkers die on misbare steun in hunne fokkerij wordt geboden, dat, al moet men het nooit beschouwen, dat

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 1