Dit nummer hestaai uil drie Bladen FEUILLETON Zomersproeten ver dwijnen spoedig door een poi Sprutol. Bij alle Drogisten. Zaterdag 2 Juni 1928. No» 3438. TWEEDE BLAD. Terug naar Huis TNHOCS1GN0WSES SCHAAKRUBRIEK. Verslag van de Vergadering van Landbouwonderwijs op Donderdag 31 Mei in Hotel Spee te Sommelsdijk. mrresoondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning Middelharnis. No. 58. Probleem voor den wedstrijd. S. S. LEWMANN. 2e Prijs 6e tournooi Mid Week Sports Referee. No. 66. Zwart (11). Wit (12). Wit: Ka8, Db5, Td4 en fl, Lf7 en h6, Pc4 en c5, pi. d5, d7, e2 en h3. Zwart: Kf5, Ta3 en cl, Ld8 en f3, Pe4 en f8 pi. a4, d2, f6 en g3. Mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Donderdag 14 Juni. Sleutelzet voldoende. Men kan a 11 ij d tot de oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplqssing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben (echter meer dan 20). Ook niet- abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achter een geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Oplossing Eindspel no. 39. 1. Pd8f, Kd6: (op Kd8: of Kc8 volgt mat in 3 of 4 zetten). 2. Pb7f, Kd5. 3. De5: Ke5: (op Kc4 volgt 4. Dc3f, Kb5. 5. Db5f, Lb4. 6. Pc3 mat). 4. f4f, Kd5. 5. Pc3f, Kc4. 6. Pa5f, Kb4. 7. a3|, Ka5: 8. b4|: 9. ab4:f, Kb4: en wit is pat. Eindspel no. 41. Alexander. Wit maakt remise op de volgende wijze 1. Ta2f, Ka2. 2. Kclf, Kal. 3. Ld4+, Dd4. 4. Da3i-, Pa3. 5. Ta2, Ka2. Wit staat pat. Eindspel no. 42, H. W e e n i n k. Wit: Kb5, Tbl, pi. g4. Zwart: Kg8, pi. c3, d3, d4 en g5. Wit aan zet maakt remise. De volgende partij is gespeeld op 20 Febr. 1928 in 't Berlijner meestertournooi tusschen de heeren Bogoljubow (Wit), Koch (Zwart). 1. Pf3, Pf6; 2. d4, e6; 3. c4, d5; 4. Lg5, c6; door W. ESTLANDT. 24) „Zeg amice'zei Jo, „wat doe je nu Je weet, dat ik nooit alcohol gebruik, en ik dacht dat jij „Och wat, van avond drinken we!" viel Henk hem ruw in de rede. „Doe t niet Henk, ga liever naar bed", drong Jo aan. Maar zijn vriend had de flesch al ontkurkt en schonk beide glazen vol. „Op de superioriteit van de ziel over het lichaamzei hij en sloeg met één teug den mhoud naar binnen. d t h^aS Ster^e oude portwijn en Jo begreep, a *- zoo verkeerd zou gaan. Zijn vriend as niet in orde, dat bleek duidelijk. eg, Henk, gebruik je verstand", zei hij. ziek"0331 want ie ^ebt c'e koorts, je wordt kent een beste kerel", zei zijn vriend, „je art is te goed, veel te goed, maar je en een tè groot idealist, je moet nog veel van et leven leeren, het leven is heel anders an je denkt. Maar kom, naar bed zeg je T g°u !naar wacht' eerst no9 ^as". i. kem eerst beletten, maar toch J "em ziln gang maar gaan. De port was 5. e3, Pbd7. Alles volgens recept Capablanca om het laatste wereldkampioenschap). 6. Pd2. Men is theoretisch tot de ontdekking gekomen, dat na 6. c5 zwart bevredigend spel krijgt. Daarom speelde Dr. Aljechin in zijn laatste match steeds Pc3 en trachtte zoo mogelijk te komen tot Pe4. 6. Le7; 7. Ld3, 00; 8. 0-0, c5 9. cd5, Pd5; 10. Pe4, cd4; 11. cd4, cd4; 12. h6? Hier had wit moeten afruilen. Van nu af aan krijgt wit het beste spel. 12. Ld2, b6; 13. De2, Lb7; 14. a3. Om afruil van L. te verhinderen. 14. Pd5f6 Beter was t andere paard. Immers Pd5 is niet te verjagen dan door een L. en dat wil wit liefst niet. 15. Pg3, Ld6. De dame moet een plaats hebben om de verbinding der T. te bewerken. 16. Tadl, De7; 17. Tfel, dreigt Pf5; 17. Te8; 18. Pe5, Pf8; 19. Lf4, Pd5; 20. Lel, Dh4. Is nergens goed voor; moet straks toch terug. 21. Pe4, Lc7. Na 21. Le7 volgt 22. Pf3, Dh5; 23. Pg3 met damewinst. 22. Df3, De7; 23. Pg3, geeft gelegenheid tot De4 om de zwarte koningsstel ling te verzwakken. 23. Tab8. Om Lb7 ge dekt te* houden als Pd5 verplicht is te spelen. Maar nu volgt: 24. Lb5 Tec8; 25. Pc6, Lc6; 26. c6, Lg3; 27. Dg3, vooruit gezien Zoo redt wit zijn Lc6, terwijl dreigt Ld5. 27. Dc7, waarom niet liever Df6 Wit buit nu 't voor deel van twee L. boven twee paarden uitstekend uit. 28. Dc7 Pc7 (Tc7 gaat niet wegens 29. Ld5 en 30. Lf4). 29. Lf4, dreigt Tel en Lf3; 29b5; 30. Tel, Pg6; 31. Lg3, e5; 32. Ld7. Zwart geeft op. Aant. uit de W. S. Ik deel belanghebbenden mede, dat ik ver huisd ben naar Burg. Mijplaan (3e huis). N. De Voorzitter opent de vergadering met de navolgende woorden M. H. Ik heet u welkom op de tweede al- gemeene ledenvergadering van de Vereeniging tot bevordering van het Lager Landbouwonder wijs op Goeree en Overflakkee. Wij hadden de opkomst zeker grooter gewenjscht, omdat het bestuur er prijs op stelt, dat althans zeker eens per jaar de leden volledig op de hoogte komen van de werking der vereeniging, opdat dit te vens een spoorslag kan zijn voor allen, die met ons van meening zijn, dat goed en degelijk landbouwonderwijs voor de aanstaande land bouwers een gebiedende eisch is, om vrienden en bekenden, die jongens hebben, die in de termen vallen voor het volgen van de lessen aan onze school, aan te sporen zich voor de met September a.s. aan te vangen nieuwen cur sus op te geven. Wij moeten toch niet ver geten, dat, wil onze jonge vereeniging geheel aan het gestelde doel beantwoorden, ons stre ven gericht moet zijn op een eigen school gebouw, met woning en tuin, die voor een ge deelte voor proeven zal kunnen worden benut en m. i. is zulks zeker binnen korten tijd te bereiken als onze school straks bij den aan vang van den nieuwen cursus zoovele nieuwe leerlingen zal mogen inschrijven, dat het be stuur daardoor genoodzaakt is bij uwe ver gadering met voorstellen te komen voor de stichting van een eigen gebouw. Wij vertrou wen, dat allen doordrongen zijn van de zeker heid, dat een in alle opzichten goed onderlegd landbouwer, vooral en hoofdzakelijk in de vak ken die met het landbouwbedrijf in verband staan, de allergrootste kans heeft later, als hij voor eigen rekening zaken drijft, den strijd om het bestaan met vrucht te voeren en vooruit te komen. De verschillende gewijzigde werkwijzen in het landbouwbedrijf toch en de invoering van verschillende machineriën, de gewijzigde behan deling van zaai- en pootgoed, het gebruik van de verschillende kunstmeststoffen en nog zoo veel meer, vragen voortdurend meer aandacht en maken een grondige kennis van een en ander beslist noodzakelijk. Ik spreek de hoop uit, dat daarom allen zullen medewerken om mogelijk te maken ook met 1 Sept. bij den aanvang van den nieuwen cursus met een vol doend aantal leerlingen in de le klasse te kun nen beginnen.. Als wij toch de bevolking van ons eiland in aanmerking nemen, dan kan het toch niet anders, of er zijn een massa jongelui, die voor deelneming in aanmerking kunnen komen, ter wijl toch ook de kosten geenerlei bezwaar kun nen zijn en het presteeren van werkzaamheden in het bedrijf der ouders voor jongens van 1*3, een goed slaapmiddel en een diepe slaap zou herstellend kunnen werken. Toen stond zijn vriend op en gaf Jo de hand„Welterusten, jongen", zei hij hij draaide zich om, maar kwam weer voor zijn vriend staan en greep diens hand, hij zag hem diep in de oogen, alsof hij de woorden, die hij spreken zou, in zijn ziel wilde graveeren en hij sprak: „Behoud je idealisme, zoo je kunt en blijf gelooven in het absoluteDaarop ging hij naar zijn kamer. Jo ging met hem mede en hielp hem in bed. Toen hij terug kwam, ging hij naar zijn eigen kamer, maar lang duurde het voor hij in slaap viel. Allerlei gedachten doorkruisten zijn brein. Stond het één hier met het ander in verband Waren het woorden van een kranke of hadden ze een reëelen achtergrond 7 Hij wist het niet. Maar ten slotte kwam hij tot de conclusie, dat zijn vriend een zeer ernstige ziekte onder de leden had. Hij zou hem morgen althans zien te bewegen in bed te blijven. De kwestie met het hoofdkantoor moest dan later maar worden opgelqst. Toen Jo 's morgens aan het ontbijt kwam, hoorde hij van zijn hospita, dat Van Veen reeds weg was. „Met den trein van 7.15 is hij vertrokken en dezen brief heeft hij achtergelaten voor u", zei ze. Haastig opende Jo het couvert en hij las „Beste Vriend 'k Vermoedde, dat je me vandaag thuis had willen houden, daarom ben ik je al vroeg ontloopen. Ik heb dezen dag gewichtige 14 of 15 jaar nog niet zoodanig is, dat dit als een reden kan worden aangehaald om niet I aan den cursus deel te nemen, terwijl toch bovendien in de drukste perioden de vacanties worden gegeven. Ik wensch hier nog een woord van dank te brengen aan de Commisie van Toezicht van onze school, voor de moeite, die zij zich heeft willen getroosten, die taak op zich te nemen en uit te voeren, door verschillende bezoeken gedurende de lessen. Ik wensch hieraan nog toe te voegen, dat het ons ten zeerste spijt, dat een der leden, n.l. de heer C. de Graaf te Dirksland, zoostraks door vertrek van ons eiland genoodzaakt zal zijn deze functie neer te leggen. Wij danken hem dan ook zeer voor zijn belangelooze werkzaamheid en hopen een geschikte plaatsvervanger te zijner tijd te zullen vinden. M. H„ met de hoop, dat ieder lid van onze vereeniging het zijne doen zal om te zorgen, dat de vereeniging aan haar doel zal beant woorden, door nog velen te nopen toe te treden als lid en per 1 September vele nieuwe leer lingen aan te sporen zich op te geven, open ik deze vergadering. De notulen worden na lezing onveranderd goedgekeurd en geteekend. Medegedeeld wordt, dat is ingekomen een kennisgeving van den heer C. de Graaf te Dirksland, dat hij wegens zijn vertrek naar Noordwijk, genoodzaakt is ontslag te nemen als lid van de commissie van toezicht op de school voor landbouwonderwijs. De Voorzitter heeft reeds in zijn openings woord meegedeeld, dat deze ontslagname door het bestuur betreurd wordt en dat zal worden getracht een geschikte candidaat voor deze betrekking te vinden. Bij de nu volgende verkiezing worden uit gebracht op de heeren A. J. G. van Rossum te Ooltgensplaat 24 stemmen, A. W. Keijzer te Herkingen 22 stemmen, G. v. d. Heide te Sommelsdijk 2 stemmen, J. A. van Nieuwen- huijzen te Ooltgensplaat 2 stemmen, J. Joppe te Stad aan 't Haringvliet 1 stem en 1 blanco. De heeren van Rossum en Keijzer nemen met dank aan de vergadering hunne benoeming als bestuursleden aan, nadat zij door den voor zitter zijn geluk gewenscht met dit blijk van vertrouwen. Dan wordt overgegaan tot overlegging der rekening over het dienstjaar 1927. De heeren D. Joppe Cz. te Sommelsdijk en C. Soeteman te Dirksland, die de rekening en de daarop betrekking hebbende bescheiden hadden nage zien brengen daarvan verslag uit en verzoeken de rekeningen van het Rijk en die van de ver eeniging uit elkander te houden, waardoor beter overzicht kan worden verkregen. Overigens werd deze goedgekeurd. De rekening luidt als volgt OntvangstenGoed slot 1926 7.625, 16 donateurs 90.195 leden 249.50, school geld 289.—, geleend kapitaal 1000.^, rente van kasgeld 17.01. Totaal 1653.135. Uitgaven Onkosten vergaderingen 140.55, reiskosten 103,50, zegels en porto 29.23, advertentiën 8.-, boeken en drukwerk 117.45, huishuur 40.10, verbouwing school enz. 1178,66, rente geleend kapitaal 16.67, saldo 18.975. Totaal 1653.135. Kapitaal dienst 1927. Ontvangsten Verlotingscommisie 1049.95, donaties 100.-, rente 16.67. Totaal 1166.62. Uitgaven Geleend 1000.—, saldo 166.62. Totaal 1166.62. De Voorzitter dankt de heeren voor het nazien der rekening en zegt, dat met hun ver zoek rekening zal worden gehouden. De heer Born vraagt inlichtingen omtrent den kapitaaldienst. De heer van Paasschen over de wijze, waarop de geldleening zal worden afgelost en de heer Timmers geeft in over weging de contributie voor het dienstjaar 1928 niet te verhoogen. De rekening wordt vervolgens bij acclamatie goedgekeurd. De contributie wordt overeenkomstig het voor stel van het bestuur vastgesteld op minstens een gulden. De heer van Paasschen vraagt of ouders van leerlingen verplicht zijn lid te worden van de vereeniging, waarop de Voorzitter ontkennend antwoordt. De heer J. Buth te Dirksland zegt, dat er menschen zijn, die meenen, dat er geen geld voor het onderwijs noodig is, dat de Staat deze kosten geheel voor zijn rekening neemt en acht eenige publiciteit van deze onjuiste stelling noodzakelijk. De Voorzitter zegt, dat getracht zal worden deze onjuiste meening te weerspreken, terwijl het hoofd der school, de heer Smits, op ver gaderingen en waar het te pas komt, zeker wel zal willen medewerken dit te weerleggen. De heer van Paasschen acht het noodzakelijk aan buiten het eiland wonende grondeigenaren circulaires te zenden, waarin zal worden ge wezen op het nut en de noodzakelijk van dit soort vakonderwijs en hun te verzoeken dit on derwijs financieel te steunen. Daarna werd het volgende verslag over 1927 door den Secretaris gelezen M. H. Moest het eerste jaarverslag in minieur worden gesteld, het tweede stemt ons dankbaar, hoewel niet voldaan. Immers, hoewel het aan tal donateurs vermeerderde met 15 en het aan tal leden met 74, moeten wij tot onzen spijt zaken te doen, die geen langer uitstel ge- doogen. Met de avondpost zal ik je een brief zen den, waardoor ik je alles zal ophelderen. Reken van avond niet op mijn thuiskomst. Je vriend Henk". Verdrietig ging Jo naar zijn kantoor. Hij begreep zijn vriend niet meer. Waarom was Henk zoo veranderd Waar om had hij geheimen, terwijl hij vroeger zoo openhartig was en niets achter hield Onverklaarbaar vond Jo het doen van zijn vriend. Maar dezen dag zou alles toch op gehelderd worden. Wellicht was zijn vriend onwillens in moeilijkheden geraakt. Tegen twaalf uur werd hij van het hoofd kantoor opgebeld. Men vroeg hem waar mijn heer Van Veen bleef. Jo antwoordde, dat hij 's morgens naar het hoofdkantoor gereisd was; wanneer hij er nog niet was, zou hij waarschijnlijk 's middags ar- riveeren. In ieder geval zou hij beslist komen. Weer stond Jo voor een raadsel. Hij had er nu al lang kunnen zijn, waarom was hij andeqs zoo vroeg van huis gegaan Maar misschien moest hij eerst nog elders heen. Een telegramVan hethoofdkantoor maakte in den namiddag de zaak evenwel nog inge wikkelder. Van Veen was niet op het hoofd kantoor verschenen en Jo moest er op rekenen, dat nog dienzelfden avond een paar leden der directie naar Rotterdam zouden komen bij Van Veen aan huis. Jo werd onrustig en gejaagd, met groot on geduld verbeidde hij de avondpost, die de op lossing van het raadsel zou brengen. Hij had een geweldige hoofdpijn. vermelden, dat nog 4 gemeenten en enkele pol derbesturen hunne financieele medewerken tot dusverre niet verleenden. Ook zijn nog enkele landbouwvereenigingen in gebreke gebleven onze vereeniging te steunen. Wij vertrouwen, dat zij de dwaling huns wegs zullen inzien. Voorts trof ons een gevoelige slag door het overlijden van den heer G. Joppe Dz„ welke ajs vertegenwoordiger van het gemeentebestuur van Sommelsdijk iit ons bestuur zitting had. Zijn aangename omgangsvormen, alsmede zijn helder verstand, gaven hem een vooraanstaan de plaats. Zijn nagedachtenis zal door ons in eere worden gehouden. De voorbereidende werkzaamheden, alsmede de benoeming van een hoofd, gaven het be stuur veel zorg, zoodat behalve één algemeene, menige bestuursvergadering is gehouden ge worden, behalve dan de openingsvergadering waarbij de heer inspecteur van het landbouw onderwijs, alsmede ingenieur van Riel, rijks- landbouwcorifSulent, ingenieur Huisman, secr. van de H. M. v. L„ de heer van der Koogh en J, Warnaer, oud-voorzitters van den Flak- keeschen Boerenbond, en tal van andere heeren tegenwoordig waren. Het benoemde hoofd, de heer C. Smits, geeft ons reden tot groote tevredenheid, zoowel wat betreft de wijze waarop hij de lessen geeft, als mede zijn belangstelling voor den landbouw in het algemeen. Ook het aantal leerlingen overtrof onze ver wachting, zoodat reeds dadelijk met twee klas sen kon worden gewerkt; in den loop van den cursus werd zelfs nog een leerling toegelaten, waardoor het aantal steeg tot 32. Wij ver trouwen, dat de belangstelling van ouders en voogden voor dit onderwijs niet zal ve'rmin- deren. De financieele toqstand is bevredigend, dank zij de milde gift van het verlotingsbestuur te Sommelsdijk, waarvoor wij dit op deze plaats hartelijk dank betuigen. Toch moet ons streven gericht blijven op vermeerderde inkomsten, ten einde te komen tot eert eigen school met woning voor het hoofd. De gemeente Sommelsdijk stel de leegstaande lokalen in de openbare school te onzer beschikking voor het geven der les sen, alsmede voor redelijken prijs een perceel grond voor schooltuin, waarvoor wij hoogst erkentelijk zijn. Laatst niet het minst mogen wij op deze plaats melding maken van de medewerking der hoogere besturen, waardoor onze taak aanzien lijk wordt verlicht en waarvoor wij zeer ge voelig en dankbaar zijn. Uit de voortdurende aanmelding van leden en donateurs, putten wij de overtuiging, dat het onderwijs op prijs wordt gesteld en steun verdient. Wij blijven vertrouwen, dat alle vooraanstaande en toonaangevende ingezetenen en alle landbouwers de vereeniging zullen steu nen, waardoor zij aan de gestelde verwachtin gen zal kunnen voldoen en ten zegen zal zijn voor Flakkee en zijn bevolking. Bij de nu volgende rondvraag brengt de heer D. Joppe dank aan het bestuur voor wat het voor deze onderwijsinrichting heeft gedaan en dankt speciaaal den Secretaris voor diens activiteit en geeft in overweging aan deze be trekking een redelijk salaris te verbinden. Nadat nu niemand meer het woord verlangt verleent de Voorzitter het woord aan den heer C. Smits, hoofd der school, welke een korte rede houdt over het onderwerp: „De waarde van het onderwijs aan de lagere landbouw school voor nu en later". Hij zeide ongeveer het volgende Onder de inrichtingen, waaraan landbouw onderwijs gegeven wordt, is de lagere land bouwschool de jongste. In 1922 werd de eerste school geopend. Geleidelijk zijn meerdere scho len er bij gekomen, zoodat eind 1926 een 15-tal scholen bestonden. De proef, want dat was het, viel in gunstigen zin uit, zoodat de regee ring besloot jaarlijks een subsidie voor de opening van een 10-tal scholen beschikbaar te stellen. Onder het eerste tiental dat daarop werd opgericht, behoorde ook onze school. Sommelsdijk is bij de opening van alle kanten geluk gewenscht hiermede en het was dan ook werkelijk een felicitatie waard, daar voor de 10 scholen 125 gegadigden waren. Ook dit jaar zullen een 10-tal scholen geopend worden, waarnaar, naar ik vernam, een ongeveer even groot aantal corporaties dingen. Dat er zoo groote belangstelling is voor dit soort scholen moet dan toch wel een oorzaak hebben. En die is er ook. Zooals u weet wordt het lager landbouwonderwijs nu gedurende een 30-tal jaren bijna uitsluitend aan landbouw- wintercursussen gegeven. Ook dit onderwijs is zeer in trek, als we weten, dat in 1927 in ons land 589 cursusssen gegeven werden met ge zamenlijk ongeveer 10.000 leerlingen. Toch geeft het onderwijl hieraan geen volledige vol doening. Men zou kunnen zeggen: dankbaar, maar niet voldaan. In de winteravonden worden hier de lessen gegeven aan jongens van 15 jaar en ouder, die gewoonlijk den heelen dag Even voor de post kwam waren er twee heeren der directie gekomen met een derde heer, die aan Jo voorgesteld werd als inspec teur van politie. Deze vroeg uitvoerige in lichtingen, maar begreep al |Spoedig, dat Jo even veel of liever even weinig wist als hij zelf. Men besloot om de post af te wachten. In derdaad was er een brief van Van Veen, af gestempeld in Den Haag. Jo's hand beefde, toen hij hem opende. Hij las snel de weinige regels en schrok van den inhoud, angstige vermoedens werden in hem wakker, doodelijke bleekheid teekende zich af op zijn gelaat. Toen snelde hij naar de slaapkamer van zijn vriend. In de lade van diens waschtafel vond hij een sleutel en daarmede opende hij een klein doopje. Hieruit haalde hij een brief en toen las hij „Mijn eenige Vriend Mijn laatste levensmaanden zijn geweest een tijdperk van huichelarij van de gemeenste soort. Belangrijke bedragen, die ik nimmer zou kunnen teruggeven, heb ik verduisterd. En tegenover jou heb ik een afschuwelijke rol gespeeld. Indien je kunt, vergeef het me 'k Heb eenmaal sterk geloof gehad in de Evolutie-theorie De ontgoocheling is zoo bitter en wreed geweest De liefde kwam in mijn hart en ik meende dat daarmede warme zonneschijn mijn leven zou komen verblijden, mijn leven, dat zoo lang koud en hard geweest is. Ik heb me laten kneden als deeg door gewerkt hebben. Ze komen daardoor al niet erg frisch op de les; terwijl er een te groote gaping is tusschen den tijd, dat ze de 1. s. verlaten hebben en den cursus komen bezoeken. Heel wat van de lagere schoolkennis is dan verdwenen en de onderwijzer moet maar zien, dat hij er wat van maakt. Dat de resultaten nog zoo zijn als ze zijn, moet dan ook voor een groot deel worden toegeschreven aan de liefde en ambitie, die de landbouwonderwijzers voor dit werk hebben. Of is het voor hen ook geen opoffering om vaak avond aan avond des winters soms na een verre tocht gemaakt te hebben, aan de boerenjongens nog wat kennis van hun vak en liefde tot hun vak bij te bren gen Het huiselijk leven van hen lijdt er vaak zeer onder. Ik weet uit ervaring te spreken 1 En wanneer een curpus is afgeloopen, dan blijft er bij den onderwijzer toch ook steeds een zekere onvoldaanheid achter. De gedachte van: had ik meer tijd gehad en waren de jongens wat frisscher op de les gekomen, dan had ik ze meer kunnen geven, blijft altijd bestaan. Want ook voor hem is het les geven slechts bijwerk. Zijn hoofdwerk, 't voornaamste werk ligt voor hem in de lagere school en wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen, het onderwijs aan den cursus lijdt daar nog wel eenp onder. Daar is meer. Doordat het on derwijs aan de cursussen slechts bijwerk is, kan hij zijn vakliteratuur ook niet zoo bijhouden als hij wel wenschte. Het ontbreekt hem aan tijd, maar ook vaak aan de middelen zich de noodige tijdschriften en boeken aan te schaffen. Ik kleineer hiermede geenszins den landbouw- onderwijzer, maar constateer eenvoudig de fei ten. Ik zal voor niemand in waardeering voor 't werk van hem onderdoen, integendeel En nu komen daar de lagere landbouwscho len. Zij geven aansluiting op de het gewone lagere onderwijs. Voorkomen wordt dus, dat de lagere schoolkennis vervliegt. Juist de 2 eerste jaren gaan voor een goed deel verder met de ontwikkeling hiervan, zij het dan in de speciale landbouwrichting. De leerlingen komen overdag, hebben dus nog geen dagtaak verricht en de lesgever heeft ook geen dagtaak achter den rug, maar kan zijn geheele persoon aan dit onderwijs geven. Om zich voldoende op de hoogte te houden van wat er in de landbouw- wereld gaande is, worden credieten voor vak literatuur versterkt en zoo kan het wel niet anders, of dit onderwijs, dat wel is waar niet heel veel uren meer gegeven wordt als aan de cursussen, moet meer vrucht dragen. We moeten het dus beschouwen als ver beterd onderwijs aan de cursussen. Behalve deze scholen en cursussen bestaan ook de land- bouwwinterscholen. Ze zijn bestemd voor boe renzoons, die later een middelgroot bedrijf te beheeren krijgen. We zouden kunnen zeggen, dat daar het middelbaar landbouwonderwijs ge geven wordt. Men kan daar, omdat aan de toelating der leerlingen zware eischen gesteld worden, dieper nog dan op de lagere landbouw school op de jstof ingaan. Het bezwaar er tegen is, dat ze een vrij groot rayon bestrijken, en daardoor kan er eigenlijk alleen algemeen land bouwonderwijs gegevèn worden. Wel is waar moet rekening gehouden worden met de streek vanwaar de leerlingen komen, maar we be grijpen, dat een school, die de heele provincie Zeeland bestrijkt, of die het grootste deel van Zuid-Holland moet behandelen, zijn tijd zal moeten verdeelen tusschen akkerbouw en weide- bouw, met de grootste verscheidenheid van be- drijfstypen, die in elk gevonden wordt. In de algemeene regelen voor de lagere landbouw scholen, staat, dat bij het onderwijs rekening moet worden gehouden met den aard van het bedrijf in de omgeving. Hierdoor komen de lagere landbouwscholen in een begunstigde positie. De leerlingen be hoeven niet gedurende 2 heele winters van huis èn kunnen in hun onmiddellijke omgeving de verschillende bedrijfstypen gadeslaan. Want het zal u allen toch zeker niet ontgaan zijn, dat we ook op Flakkee niet te maken hebben met één type van boerenbedrijf, maar met verschil lende typen. Het onderwijs wordt dus meer ge specialiseerd. Dat maakt het les geven niet ge makkelijker, maar meer vruchtdragend en in teressanter voor de leerlingen. Zoo moet dan behalve het gewone algemeene onderwijs een ruime plaats worden vrijgemaakt voor dit ge specialiseerde onderwijs. De verschillende typen en omstandigheden, waaronder ze voorkomen, kunnen dan tegenover elkaar worden uitge wogen en later is het voor de leerlingen moge lijk zelf eén oordeel te vellen, welke onder de omsaandigheden, waaronder ze dan verkeeren, het meest gewenschte type is. Het kan dan ook wel eens zijn, dat geheel van type moet worden veranderd. Naar het mij voorkomt zijn er op Flakkee inderdaad bedrijven, die mogelijk door het roer een flink stuk om te gooien een grootere bedrijfswinst zouden maken. Na een breedere en diepere studie hierover, waaraan ik bezig ben, zal ik waarschijnlijk op een andere plaats mijn ge dachten kunnen zeggen. De waarde van het onderwijs aan onze in-, richting is dus voor later niet gering. Ook de algemeene kennis wordt natuurlijk niet ver geten; kennis van den bodem, bemesting, vee voeding, veeteelt en plantenteelt, landbouw- bouwwerktuigen en grondbewerking, enz., een goede kijk op het bedrijf in zijn geheel en ook op andere bedrijfstypen. Maar daarnaast vra gen we ook: wat hebben onze jongen op het oogenblik er aan en ook, wat hebben de ouders een vrouw met een duivelenhart en ze heeft een beest in mijn ziel wakker geschud. Vergeef me, indien je kunt, bedenk, dat mijn leven een tragische misgreep is geweest en vel geen te hard oordeel over den man, die den Dood tot bondgenoot kiest, om het beest in zijn ziel te smoren Vaarwel mijn Vriend". Jo staarde als een wezenlooze op dezen brief, 't Leek wel of de leters dansten, de regels kronkelden als slangen. Hij begreep niets. De stemmen der drie heeren klonken hem dof en als uit de verte in de ooren, hun woorden drongen niet tot hem door. 't Was een droom, geen realiteit. Toen zag hij de heeren zich verwijderen als schimmen, de gebaren van dezen waren hem als een pantomime. Alleen bleef hij achter in akelige dofheid, starend op de ruïne van zijn vernietigde levensbeschouwing Den volgenden dag kwam dezelfde inspecteur Jo halen, om met hem naar Den Haag te gaan. Daar moest Jo zien of het lijk, dat men aan het strand gevonden had, dat van zijn vriend was. Onderweg vertelde de welwillende man hem, hoe het alles in zijn werk was gegaan. 's Morgens had men de vrouw reeds opge spoord. Ze woonde sedert eenige weken in Den Haag en daar parasiteerde ze op de portemonnaie van Jo's vriend. Op ragfijne wijze had ze een net geweven en Van Veen daarin gevangen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 3