Door hm$onÖas
De alzel van tanabouurpreducfen en
hel uiiueer-controie Bureau (u. c. dj
Economisch MoverzichL
EElT HOESJE VOOE VEOTJW EU ZEE I SST 3D
s
s
Verkoopingen.
Marktberichten.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
PSALM 118 x 5, 6.
(Slot).
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Zenuw-TableUen 75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Maag-Tablettan 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
b. Een Huis met Pakhuis, Tuin, Erf en
Grond te Sommelsdijk aan de Voorstraat en
uitkomend aan de Van Gorkumstraat, kad.
Sectie B no. 217, 218 en 219, te zamen groot
C.
n i bi
B.
„Uit de benauwdheid heb ik den
Heere aangeroepen; de Heere heeft
mij verhoord, stellende mij in de
ruimte.
De Heere is bij mij, ik zal niet
vreezenwat zal mij een mensch
doen 1"
II.
Die in de benauwdheid tot God
vlucht, roept Hem niet te vergeefs aan.
Hij schenkt verhoring, Hij geeft uit
komst aan allen, die Hem aanroepen
in waarheid. Wij komen met het schep
sel beschaamd uit, maar met den Heere
onzen God niet.
Dat heeft ook Israël ervaren en het
getuigt daarvan; „De Heere heeft mij
verhoord, stellende mij in de ruimte".
Ruimte staat hier tegenover benauwd
heid. Israël werd door God in de engte
gedreven vanwege zijn zonden. Het
werd van alle kanten benauwd, en die
den Heere vreesden, zuchtten in het
land der vreemdelingschap. Maar de
Heere leidde Zijn volk in de ruimte,
door het uit Babel te doen wederkeeren
en de beletselen voor den herbouw des
tempels weg te nemen. Israël mocht de
heerlijkheid zijns Gods weer aanschou-
men in Zijn heiligdom en Hem dienen
in eigen land. En die weldaad ontving
het als een verhooring op het gebed.
En wie van Gods kinderen kan niet
getuigen van dergelijke uitreddingen
Daar is het gansche leven des christens
vol van. Een reeks van wonderen gaat
zijn oog voorbij, als hij zijn blik laat
gaan over den af gelegden levensweg.
Veel rampen waren zijn deel, maar ook
veel goeds mocht hij ontvangen. Hoe
goed en trouw was de Heere hem. Hij
mag Hem danken voor tal van zege
ningen, telkens verzondigd; maar ook
in tegenspoed was God hem nabij; hem
sterkende en troostende met Zijn ge
nade. Het water kwam wel hoog, maar
niet over de lippen. De uitkomst liet
zich soms lang wachten, maar God
deed hem niet omkomen. Hij kwam te
rechter tijd', vaak op een wonderlijke
en ongedachte wijze. Hij toonde een
Verhoorder des gebeds te zijn. Ja, ook
wat kwaad scheen te zijn, deed Hij ten
goede uitloopen. Hoorde Hij het gebed,
't was niet van wege de uitnemendheid
of waardigheid daarvan, maar 't was
om Christus wil, uit ongehoudene goed
heid.
Heerlijk zijn zulke gebedsverhoorin-
gen voor Gods kinderen. Zij zijn hun
een teeken van Gods vaderlijke gunst,
een teeken van den hemel, dat zij God
ter harte gaan, dat Hij aan hen denkt
en voor hen zorgt en dat zij in Zijn
handpalmen gegraveerd zijn.
Als wij nagaan, dat 't ons nooit aan
het noodige heeft ontbroken, dan roe
pen wij uit: dat heeft de Heere gedaan,
Hij heeft mijn gebeden verhoord en mij
in de ruimte gesteld, Hem zij de heer
lijkheid in der eeuwigheid.
En wat moet nu de vrucht van zulke
gebedsverhooring zijn Dit, dat wij met
Israël spreken: „De Heere is bij mij, ik
zal niet vreezen; wat zal mij een nietig
mensch doen Heeft de Heere ons in
de ruimte gesteld, dan moet dit het
einde zijn, dat wij, daardoor in het ge
loof versterkt, steeds onze hoop op
Hem stellen en niet twijfelen of Hij zal
ook verder voor ons zorgen. Wij moe
ten gedenken den weg, door ons af
gelegd, opdat wij daaruit kracht en
moed putten om de toekomst tegen te
gaan. Heeft Israël in de verleden dagen
Gods hulp ondervonden, het is ook ver
zekerd van Zijn bijstand in het heden:
„De Heere is bij mij"-. Dezelfde God
als die zoo wonderlijk uitkomst heeft
gegeven. Hij is bij mij, ook nu niet van
mij geweken; bij mij om mij te bewaren
en te beschermen. En evenzeer voor de
toekomst is Israëls vertrouwen op God.
„Ik zal niet vreezen". Waarom toch
zou ik vreezen Wat zal mij een
mensch doen Als God voor mij is,
wie zal dan tegen mij zijn Ik zal niet
vreezen voor eenig schepsel, niet ver
sagen in welken nood of omstandigheid
ook. De Heere, die mij tot hulpe was;
de Heere, die bij mij is, is getrouw. Een
mensch kan ons veel kwaad doen, maar
alleen onder de toelating Gods; zonder
Diens wil kan hij zich niet roeren of
bewegen. Onder de hoede van dien
God hebben wij niemand en niets te
vreezen.
Hier wordt ons geleerd, met welk een
gezindheid wij onzen weg moeten gaan,
n.l. zonder vrees, in vertrouwen op
God. Aan onze nooden en benauwd
heden komt, zoolang wij op aarde zijn,
geen einde. Het blijft hier een strijd.
Wij kunnen op aarde niet den hemel
hebben. Het zou voor ons niet goed
zijn, indien wij zonder zorgen waren.
Wij moeten ons afhankelijk van God
blijven gevoelen en ook is het leed
voor ons noodig, opdat wij ons niet
te vast aan het aardsche zouden hech
ten. Maar wat ook voor ons wegge
legd is en wat ons ook overkome, wan
neer wij den Heere tot onzen God heb
ben, hebben wij niet te vreezen. Dat wij
te midden van de stormen, ons aan Hem
vastklemmen en in Hem rusten. Stellen
wij, gedenkende de verhooring van zoo
vele gebeden, in vol vertrouwen ons
lot en leVen in Zijn trouwe vaderhand.
VI.
Het U. C. B. dankt zijn ontstaan in de eerste
plaats aan het steeds groeiend besef in krin
gen van handel en producenten beide, dat, waar
in een steeds toenemend aantal maatregelen,
hetzij van overheidswege, hetzij door belang
hebbenden zelf, worden genomen om de kwa
liteit van de door die landen ter markt ge
brachte producten te verhoogen, Nederland met
het nemen van soortgelijke maatregelen niet
achter mag blijven, wil het zich door de con
currentie van die landen niet zien overvleugeld.
Gewezen moge hier worden op Engeland,
waar een organisatie van producenten met steun
van de Regeering een handelsmerk voert op
die producten, welke aan zekere minimumeischen
wat betreft kwaliteit, sorteering, verpakking,
enz. voldoen.
Naast dergelijke overwegingen golden ook
andere. Uit vrees, dat tegelijk met land- en
tuinbouwproducten ook plantenziekten zullen
worden ingevoerd (een gezochte stok om den
hond te slaan) gaan steeds meer landen er
toe over, voorschriften te geven, waaraan de
producten, wat hun gezondheidstoestand betreft,
moeten voldoen om ten invoer te worden toe
gelaten.
Amerika sloot om die reden zijn grenzen voor
den invoer van groenten, fruit en aardappelen
en geeft alleen voor groenten en enkele soorten
vruchten uit sommige landen, waaronder ook
ons land, invoervergunning. Engeland verbiedt
reeds sinds meerdere jaren den invoer van
kruisbessen, voor zoover zij niet gedekt zijn
door een certificaat, waarin wordt verklaard,
dat in die kruisbessen geen Amerikaanschen
kruisbessenmeeldauw voorkomt. Sinds eenige
jaren is daaraan toegevoegd een soortgelijken
eisch ten aanzien van den invoer van aard
appelen. Ook deze moeten vergezeld gaan van
een certificaat, aangevende, dat die aardappelen
vrij zijn van aardappelwratziekte. Dergelijke
maatregelen zijn genomen door o.a. België,
Denemarken, Duitschland, Egypte, Finland,
Tsjecho-Slowakije, Zwitserland, Argentienië en
Brazilië.
Ten einde zooveel mogelijk te vermijden, dat
aan het buitenland reden wordt gegeven om
aan den invoer van onze land- en tuinbouw
producten nog meer moeilijkheden in den weg
te leggen, ligt het vooral op den weg der direct
belanghebbenden, dat zijn de nroducenten en
exporteurs, om te bevorderen, dat alleen ge
zonde waar wordt uitgevoerd.
Onze producten kunnen, wat kwaliteit aan
gaat, de vergelijking met die uit andere landen
in het algemeen wel doorstaan.
Toch komt veelal de goede kwaliteit niet vol
doende tot uiting in den prijs, welken de Neder-
landsche producten op de buitenlandsche markt
ten, in vergelijking met die uit andere landen,
opbrengen.
Om al deze redenen vond men het van groot
belang, dat krachtige pogingen werden gedaan
om den naam van het Nederlandsche product
omhoog te brengen.
Deze overtuiging leidde er toe, dat een com
missie van drie exporteurs, aangewezen door
de Federatie van Vereenigingen van handelaren
in fruit, groenten en aardappelen in Nederland,
de Nederlandsche Vereeniging van Groenten-
exporteurs en de Rotterdamsche Vereeniging
van Fruit- en Groentenexporteurs en drie pro
ducenten, aangewezen door de Groep Veilings-
vereenigingen uit den Nederlandschen Tuin-
bouwraad, tot voorzitter van welke commissie
de Directeur-Generaal van den Landbouw, op
hun verzoek, een zijner ambtenaren aanwees,
werd gevormd, welke de voorbereidende werk
zaamheden kon verrichten tot oprichting van
het U. C. B., met gevolg, dat in April 1924
tot definitieve oprichting werd besloten. Het
U. C. B. stelt zich ten doel zijn naam geeft
het reeds aan controle uit te oefenen op
den uitvoer. Het opent voor Veilingsvereeni-
gingen en voor exporteurs de gelegenheid, zich
geheel vrijwillig onder controle te stellen. Wie
toegelaten is, heeft het recht, die soorten groen
ten, vruchten en aardappelen, welke door het
bureau zijn aangewezen en welke voldoen aan
de minimumeischen, voor elk dier producten,
wat betreft kwaliteit, sorteering en verpakking,
door het Bureau vastgesteld, uit te voeren onder
het door het Bureau gedeponeerd merk: „Leeuw
meit Vlag".
Controleurs zijn aangesteld, wier taak het
is, om bij voortduring na te gaan, dat geen
producten onder dat merk worden verzonden,
welke niet aan den daarvoor gestelden eisch
voldoen.
Tot zoover een beknopt overzicht van het
ontstaan en werkwijze van het U. C. B.
Het dezer dagen te Parijs gehouden tweede
Internationale Congres van Crediet-verzekeraars
geeft ons aanleiding in deze kolommen eens
een nadere beschouwing te wijden aan deze
jonge tak van het assurantiebedrijf. Practisch
gesproken heeft de crediet-verzekering eerst na
den oorlog vasten grond onder de voeten ge
kregen. In den tijd dat men van voren af moest
beginnen relaties met buitenlandsche connecties
aan te knoopen, was het risico van de solva
biliteit der afnemers dikwijls zoo groot, dat
aanhangig gemaakte transacties geen voortgang
konden vinden. Het buitenlandsche handels
verkeer werd ten zeerste bemoeilijkt door de
instorting van vele valuta's en daarom moest
in zeer vele gevallen het risico der verkoopers
beperkt worden, door afsluiting der transacties
in gezonde valuta's. Echter bracht ook deze
wijze van financiering haar moeilijkheden, want
hoe moesten de koopers in valuta-zwakke lan
den aan het gezonde betaalmiddel komen,? De
reorganisatie van vele muntstelsels was een
stap in de goede richting, en eerst toen kon
het zaad der crediet-verzekering ontkiemen. In
sommige" landen, o.a. Engeland en Nederland,
werd van staatswege ingevoerd een garantie
systeem voor export-credieten, doch de ont
wikkeling der credietbesscherming door particu
lieren overtrof het gebruik der staatsgarantie
al heel snel.
Het bankwezen ondervond een krachtigen
steun bij het verleenen der export-credieten,
doordat het door overneming van polissen van
crediet-verzekering zijn delcredere kon beper
ken. Vóórdien moesten de banken trachten een
ander zoodanig onderpand in handen te krijgen,
dat zij daardoor voldoende gedekt waren, het
geen dikwijls met allerlei moeilijkheden gepaard
ging. Haar rol van crediet-verzekeraar is thans
vrijwel afgeloopen, daar de crediet-verzekerings-
maatschappijen haar een dekking van 75
garandeeren. Aangezien het apparaat voor in
formatie der banken lang niet zoo veel om
vattend is als dat der crediet-verzekeringsmaat-
schappijen, is deze specialiseering economisch
zeer nuttig.
Ook de crediet-verzekering van buitenland
sche transacties heeft zich weten te ontwikkelen,
omdat, zooals de feiten toonen, ook hier het
risico van een faillissement der afnemers be
staat. Bij de crediet-verzekering van exporten
wordt als regel elke afnemer apart verzekerd,
terwijl hij die van den binnenlandschen afzet
alleen de geheele jaaromzet verzekerd kan
worden.
Evenals de transport-verzekering is ook de
crediet-assurantie internationaal, en het is een
verheugend feit, dat de betreffende maatschap
pijen meer en meer contact met elkaar gaan
houden. Daardoor kunnen zij haar informaties
uitwisselen en zoodoende de grondslagen, waar
op zij haar premie en polisvoorwaarden moeten
doen rusten, steviger maken en goedkooper
leggen.
Op 't meergenoemde congres te Parijs zijn
twee onderwerpen ter sprake gekomen, en wel
't informatie- en invorderingswezen en de ver
houding tusschen crediet-assuradeuren en de
banken. Speciaal de ontwikkeling van het in-
vorderingpwezen lijkt ons uitermate belangrijk.
Uit het oogpunt van kosten, tijd en kennis
der rechtstoestanden is het veel beter, dat b.v.
een Griek, debiteur van een Nederlandschen
leverancier, die zijn verplichtingen niet nakomt,
door een Grieksche crediet-verzekeringsmaat-
schappij onderhanden wordt genomen, dan door
haar Nederlandsche collega, die voor 75
der schade moet opkomen. Wanneer deze actie
wederzijdsch goed in elkaar gezet wordt, dan
profiteeren hiervan niet alleen de assuradeuren,
doch na verloop van tijd ook de verzekerden,
omdat de door hen te betalen premie, door
het relatief dalende kosten- en misschien ook
schade-cijfer, verlaagd zal kunnen worden.
Ten einde deze documenten nog meer aan
hun behoeften te doen aanpaspen, hebben de
bankiers uiting gegeven aan hun verlangen, dat
in de voorwaarden der polissen verandering
wordt aangebracht. Hun ideaal is natuurlijk een
dekking van 100 en een vervroeging van
het tijdstip, waarop de schadevergoedingsplicht
van den assuradeur intreedt. Het is te begrijpen,
dat het intreden van een zoodanigen toestand
thans nog in een ver verschiet ligt. Crediet-
verzekeraars hebben de geuite wenschen in
beraad genomen, en een commissie, gevormd
uit de assuradeurs en bankiers, zal het vraag
stuk der verwezenlijking verder bestudeeren.
Op Woensdag 9 Mei 1928 des avonds 7 uur
veiling en op Woensdag 16 Mei 1928 des
avonds 8 uur (z.t) afslag beide dagen te Me*
lissant ter herbcrge van M. van der Werf van
2 Huizen met Landbouwschuur, Wagenhuis,
Erf en Grond (eeuwigd. erfpacht) te Melissant
nabij den Achterweg Kad. Sectie A nos 1423,
1424 te samen groot 13 Aren 05 Centiaren
in 2 perceelen en combinatiën, toebeboorende
aan den heer J. Mijnders Johzn. te Melissant.
Notaris VAN DER SLUYS.
Openbare Vrijwillige Verkooping van een
Woonhuis op den hoek van de Voorstraat en
de Ring te Middelharnis, ten verzoeke van
de erven van Mej. Wed. M. Born, aldaar;
Een Huis en Erf aan de Nieuwstraat te
Middelharnis, bewoond door A. Peeman, al*
daar, ten verzoeke van den heer Jacob Ver*
hage, aldaar, op Woensdag 9 Mei 1928 bij
Inzet en op Woensdag 16 Mei 1928 bij Afslag,
telkens des avonds zeven uur in Hotel Meijer,
aldaar.
Notaris VAN BUUREN.
Op Maandag 14 Mei 1928 veiling en op
Maandag 21 Mei d.a.v. afslag, beide dagen
's avonds 7 uur te Sommelsdijk in Hotel Speé
van
a. Een Woon* en Winkelhuis, waarin sinds
vele jaren Koek* en Banketbakkerij is uitge*
oefend, voorzien van groote heete luchtoven
te Sommelsduk aan den Oostdijk, uitkomend
aan de kaai, kad. Sectie B no. 2364 groot 1
Are 5 cA., en
3 Aren 20 cA. Dadelijk te aanvaarden. Ten
verzoeke van de erven L. Wessels.
Notaris VAN DER SLUIJS.
Openbare Vrijwillige Verkooping van een
volledigen Burger*lnboedel aan de Voorstraat
te Middelharnis, op Woensdag 23 Mei 1928
des namiddags 2 uur.
Ten verzoeke van de erven van Mej. Wed.
M. Born.
Notaris VAN BUUREN.
CENTRALE VEILING TE MIDDELHARNIS
Veiling van Woensdag 9 Mei 1928.
Bloemkool, le soort, 21.60 per 100 stuks.
Bloemkool, 2e soort, 16.— tot 18.70
per 100 (Stuks.
Bloemkool, 3e soort, 5.60 tot 10.— per
100 stuks.
Sla, le soort, 9.— per 100 krop.
Sla, 2e soort, 5.60 tot 6.70 per 100 krop.
Slavellen 1.60 tot 2.10 per 100 krop.
Rabarber 1.— tot 3.20 per 100 bos.
Radijs 1.80 tot 3.— per 100 bos.
Peen 8.60 tot 9.40 per 100 bos.
Tulpen 7.tot 8.70 per 100 bos.
Asperges 44.— per 100 bos.
Spinazie 6.60 tot 10.— per 100 K.G.
Postelein 14.40 tot 16.10 per 100 K.G.
Eigenheimers 7.per 100 K.G.
Kaas (20 plus) 0.34 tot 0.36 per pond.
Kaas (komijne) 0.31 tot 0.33 per pond.
Kaas (volvet) f 0.55 per pond.
Boter 0.95 tot 1.03 per pond.
ROTTERDAM, 8 Mei 1928.
Op de heden in ons Veilingslokaal, War*
moezierstraat 37-39, gehouden Veiling, wer.
den de volgende prjjzen besteed:
Kipeierenf 4,85 tot f 6,70
Idem (klein)tot
Idem extra zwtot
Eendeieren4,50 tot 5,50
Ganseierentot
Middenprijs f
Aanvoer 225.000 stuks,
DE ROTTERDAMSCHE VEILING
Bemanteling der zonde is een der hoofd
gebreken dezer tijden.
Prof. H. VISSCHER.
i v" Ml®®4?
iï«
m m m m
mm m
u* i
UI
<-<■■■■■
mm
i
i
■IIBI1~I~IIIIII~I~IIIIII~I~IIIIII ilHULl'
tt m
De vorige maal hebben we met elkaar eens
gepraat over de rapporten der schoolkinderen
Nu we zullen 't er vandaag niet verder over
hebben, al is er over 't voor en tegen nog
wel wat te zeggen, doch al zullen we 't daar
niet over hebben met elkaar, we zullen toch
niet te ver uit de buurt gaan. We zullen maar
eens bij de school blijven.
Veel kleintjes hebben nu weer hun eersten
schooldag achter den rug, en dat is wel zulk
een gewichtige dag, dat 't wel de moeite waard
is ze in onze verbeelding eens mee te maken.
Als 's middags de kinderen om twaalf en
vier uur thuis komen, is in de eerste dagen
vast en zeker de eerste vraag: „En wat heb je
geleerd vandaag Dan komen de verhalen
los van streepjes, die o zoo netjes op de lei
gezet moesten worden, dat ze tot tien hebben
mogen tellen, wat Jan of Piet van buurman
nog geen eens kende, 't Mondje wordt met
groote ernst in alle richting getrokken, om
toch maar goed te laten uitkomen, hoe de
letter heet, die ze nu toch al geleerd hebben,
't Verhaal door de juffrouw verteld, wordt met
groote nauwgezetheid weergegeven. Dan de
mooie teekeningen, die ze gemaakt hebben en
die door de juffrouw prachtig werden gevon
den.
Ge hoort heel wat van die eerste school
dagen, maar alles hoort ge niet; dat zoudt ge
enkel maar kunnen zien, als ge uit een ver
borgen hoekje de kinderen eens kon gadeslaan.
Zoon eerste schooldag vooral eischt van een
onderwijzeres heel wat inspanning, maar 'k
vond altijd, dat de inspanning, hoe groot dik
wijls ook, toch wel opwoog tegen het aan
trekkelijke en bijzondere van dien dag Die eerste
dag zijn het .vooral als ze geen bewaarschool-
onderwijs genoten hebben, van die echte moe
ders kindertjes.
Ze zijn gewend moeder te vertellen al wat
ze zien en opmerken, welnu, hebt ge 't voor
recht zoon eersten dag er in hun oog nog al
vriendelijk en aantrekkelijk uit te zien, dan
krijgt ge dezelfde verhalen, die moeder anders
kreeg.
Een wandplaat, die de eentoonige schoolmuur
wat opfleurt, heeft 't geluk eenige gelijkenis
te vertoonen met een lijstje bij Jantje of Pietje
thuis. Nauwelijks valt 't oog daarop of zonder
verlof te vragen, klinkt Jantjes heldere stem
door 't lokaal: „Juffrouw, zoon schilderij heb
ben wij thuis ook, maar daar staat bij ons
geen huisje op".
Het is zoo klaar als de dag, dat z'n buurman
in de bank vooral niets minder wil zijn en
hij heeft ook wat te vertellen.
Het ijs is gebroken. Alles wil vertellen, ver
halen, ge luistert met aandacht, maar moet
toch oppassen, dat één met een treurig heimwee
gezichtje niet begint te huilen, want dat zou
fataal werken. In dit opzicht is er den eersten
dag een groote solidariteit en ge zoudt de
kans beloopen een geheel concert in mineur
te krijgen. En dat mag tot geen enkelen prijs.
Dus die droeve moet wat afgeleid worden,
zonder dat de aandacht der babbelenden en
vertellenden opmerkzaam wordt gemaakt, want
dat zou de beker doen overloopen.
Maar ge oordeelt ze nu genoeg ingeburgerd
om de leiding weer ter hand te nemen, doch
voorzichtig, uiterst voorzichtighet „Jantje
lacht", wordt bij één woord soms „Jantje
huilt".
De schoolgereedschappen, om ze nu zoo maar
eens te noemen, zullen dan eens op hun plaats
worden gelegd.
Natuurlijk rollen er een paar weerbarstige
sponsendoozen op den grond.
De eigenaars ze direct achterna, en zeker
hoort ge de wijze opmerking, dat dat ding zoo'n
eind rolt, omdat het rond is. Die opmerking
brengt weer dat gevaar mede, dat anderen 't
weer hoognoodig achten soortgelijke voorvallen
te vertellen, maar ge zijt op uw hoede en
houdt de leiding.
Even komt er soms een heimwee naar de
pas afgeleverde eerste klas, die zoo alle school
regels wist. Wat hebben die kleintjes nog veel
te leeren, eer ze aan 't eigenlijk leeren toe
komen, maar die eerste dag kunt ge niet be
ginnen met gebod op gebod en regel op regel.
De naam van booze, strenge of kwade juffrouw
is voorgoed gevestigd, wat zoo schadelijk kan
werken voor de verhouding die anders zoo
prettig kan wezen.
Eindelijk is de morgen voorbij. Aan lesrooster
of vak-indeeling is natuurlijk niet gestoord. Van
alles is gedaan, maar de tijd is om en de
kleintjes gaan weg, om 's middags zonder de
schoolangst terug te keeren.
Ze gaan en op uw beurt krijgt ge nu een
bemoediging van een, die zegt: Ik kom van
middag terug, hoor juffrouw. Iets, waar ge
natuurlijk zeer vereerd mee bent.
Misschien net als mi) gebeurde, ontvangt ge
van een kleinen student dit compliment: Ik vind
u veel liever, want moeder zei altijd, dat school
juffrouwen met een stok achter de deur staan.
Zeer vereerd voor de goede meening van
zoontjelief, moet ge toch even denken aan het
onverstandige van de opmerking van de moeder.
Maar de kleintjes zijn weg om thuis hun
wedervaren te vertellen en 's middags komen
ze weer om hun studiën voort te zetten. Dan
gaat het al makkelijker. En na een week of
veertien dagen zijn het weer de gewone school-
kindertjes, die weten wat ze mogen doen en
moeten nalaten. Makkelijker is dat wel maar
aardiger niet 'altijd, tl?
M'n beste nichtjes en neefjes 1
Even zie ik m'n neefjes een booze blik werpen
naar ons hoekje: al weer een handwerkje voor
de nichtjes, maar die booze bui zal wel niet
zoo lang duren. Ik heb het er ten minste op
gewaagd. M'n neefjes zijn zoo kwaad niet
voor me.
Een poosje geleden werd me door een nichtje
natuurlijk gevraagd of ik wat eenvoudige randjes
wilde geven. Er werd niet bij gezegd waar het
voor gebruikt moest worden. Nu, ik heb ge-,
probeerd wat verschillends te geven. Het randje
D. is heel aardig, omdat het schuin opwerkt.
Ik hoop dat niet alleen het nichtje dat 't vroeg,
maar ook door de anderen gebruikt kan worden.
Het is al wel enkele weken geleden, dat het
mij gevraagd werd, maar ik dacht: in den
drukken voorjaarstijd komt er toch niet veel
van. Dat wordt nu weer beter. As het mooi
weer is, dan kun je buiten, als je van 't spelen
wat moe bent, een rustig plekje opzoeken en
dan aan een handwerkje wat verder werken.
'k Geloof, dat ik heel wat nichtjes en neefjes
feliciteeren kan met 'n mooi rapport en een
gelukkig overgaan naar de volgende klasse. Nu
maar weer met nieuwen moed aan den gang.
Eerst zal alles wel vreemd zijn, denk ik: Eert
andere meester, een vreemd lokaal, weer moei
lijker boeken en lessen. Ja, ja, na zoo'n ver
hooging moet je weer eens dubbel je best doen.
Er zijn er ook al enkele, die van school af
zijn gekomen, dat schreven mij ten minste een
paar nichtjes. Dat is heelemaal een verandering
hoor. Maar de meesten zijn daar wel blij
mee, maar dan is het ook nog niet altijd mak
kelijk, hoor.
Doen jullie allemaal maar goed je best in
school, of al van school af, dat maakt geen
verschil daarvoor, ons best moeten we altijd
doen.
Kinderen, nu kan ik met jullie toch niet lan
ger praten.
Daarom allemaal heel veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
TV-pv7