voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. PU ROL I Antire volutionair Orgaan Doorzitten IN HOC SIGNO VINCES No. 3429 WOENSDAG 2 MEI 1928 43ste JAARGANG Gemeenteraad. j !|I' f I W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Ad ver t entiënen verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers ■li I Deze Coura it vetschaaf eiken WOENSDAG ca 7 ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zg beslaan. AdvertentiCn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Torenklok en School. Ook Nieuwe Tonge krijgt een vloekverbod. Wij juichen het van harte toe, dat de Raad dit besluit nam. Vooral ook om de reden welke de burge meester aanvoerde, n.l. dat de godsdienstige gezindheid der bevolking het de plaatselijke overheid gemakkelijk maakt een dergelijke be paling in de politie-verordening op te nemen. Diep te betreuren is het dat een vloekverbod in Nieuwe Tonge dringend noodzakelijk schijnt. Letten we op verschillende uitlatingen der raadsleden, dan wordt in deze gemeente de Naam des Heeren door vele jonge menschen misbruikt en grof misbruikt en is het kwaad, dat onder het Oud-Testamentische Verbonds volk zoo zwaar gestraft werd, reeds tot de schooljeugd doorgedrongen. Nogmaals, we juichen het toe dat de Over- heid dezer gemeente hier haar roeping begreep e. ^"fervulde, doch men denke niet dat deze ge meente nu van de verantwoordelijkheid af is. Er is nog een andere vloek in deze gemeente. De torenklok van dit dorp draagt in haar hard metaal de inscriptie „niet ons, o Heer niet ons, maar Uwen naam geef eer Doch aan den voet van dezen toren, staat een school, de eenige school, waarboven staat Gods Woord is hierbinnen een verboden boek. Onp dunkt dat dit wel de ergste vloek van Nieuwe Tonge is, waaruit al het andere kwaad noodwendig voortvloeit. Let wel, we zeggen niet dat de openbare scool het kwaad er bewust inbrengt, ook niet dat de openbare onderwijzers de kinderen leeren vloe ken. We kennen gelukkig onder het openbare onderwijzerscorps deugdzame menschen. Maar daarin zit het kwaad ook niet. Het groote kwaad zit hier in dat de jeugd niet wordt opgevoed in de vreeze des Heeren. En nu moge de metalen mond van den Nieu- bngenschen toren luide de ere des Heeren verkondigen, zoolang daar aan zijn voet de godsdienstlooze school staat, zal het als een ;v 1 o e k in de ooren des Heeren klinken, en jverwondere het der ouders niet, dat ze de Vruchten zien, zooals deze zich openbaren. Dat de kinderen op de openbare straat vloe ken is geen aanklacht tegen de politie, maar tegen de ouders. Ze zijn er niet van af met het praatje: thuis doen ze het niet, en op straat zijn ze onder m'n oogen weg. Ook hetgeen de kinderen op straat doen ligt voor de verant woording der ouders. Een kind, dat biddend wordt opgevoed, dat met zijn moeder knielt, en met zijn vader den Bijbel leest, en op school onder de tucht van Gods Woord verkeert, vloekt niet, of Gods beloften zouden geen ja en amen meer zijn. Er is in Nieuwe Tonge tweestrijd tusschen torenklok en school, tusschen kerk en onderwijs, tusschen godsdienst en opvoeding. Als eener- zijds, door de kerk de eere Gods verkondigd wordt en anderzijds op de school de Bijbel een verboden boek is, moet het bederf insluipen, en rooven de kinderziel. Want Gods eere duldt geen tweeslachtigheid bij hen die Hem dienen willen. Er is in Nieuwe Tonge tweeslachtigheid tus schen torenklok en school, en telkens wanneer die metalen mond zijn geluid door de galm gaten over het dorp uitstoot, een hallel ter eere, moet dat in de ooren der ouders als een zware zelfbeschuldiging gehoord worden en de weerklank op dat geluid in het geweten zijn „Ja, we eeren Hem met onze lippen, maar ons hart is verre van Hem, want we doen onze kinderen godsdienstloos onderwijs geven 1" Ouders, hoe lang zal die tweeslachtigheid tusschen torenklok en school nog duren V Groen en de Sociale kwestie. „De Overheid onthoude zich van bemoeiling met het sociale leven", wordt van zekere zijde Smnepen en men meent zich dan op een bij uitstek Anti-Rev. beginselstandpunt te plaatsen. En men verwijt de A.-R. partij dat ze met „de sociale zorg voert naar het staatssocialis me." Leerzaam is voor onze Staatk. Geref. broe ders te lezen wat Groen van Prinsterer over de -sociale kwestie zegt. In zijn Nederiandsche Gedachten, schreef hij in den jare 1869 een driestar over Fabrieks kinderen het volgende „Sedert jaren is de dringende behoefte aan wettelijke bepaling van den leeftijd van opne ming en van de werkuren der kinderen in de fabriek ter sprake gebracht. Helaas 1 ook de gruwel der onbarmhartigheid „onophoudelijk aan honderden kinderen gepleegd, schijnt hier te lande slechts een onderwerp van eindelooze redekaveling te zijn, waarin zich ten lange leste, uit wanhoop aan afdoening alle belangstelling oplost. Onlangs heeft de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen besloten bij de regeering op wettelijke bepaling aan te dringen. Ook in de tegenpartij is het goede prijselijk niet slechts, maar navolgenswaard." Aldus Groen. Groen van Prinster wilde dat zijn Anti-Rev. broederen uit het goede van hun tegenstanders leeren zouden. Is het teveel gevraagd als wij wenschen dat onze St. Geref. broeders hetzelfde zullen doen ten opzichte van Groen van Prinsterer V Groen en de Roomschen. Telkens weer stuit men er bij Groen op hoe weinig deze Christen-Staatsman door zijn te- geaptanders-tijdgenooten begrepen werd. Zijn strijden voor de Calvinistische waarheid, deed een Dr. Nuyens zeggen dat door Groen „de Calvinistische Staatskerk begeerd werd" deed den heer A. van Gestel, zeggen dat „bij Groen van gelijkstelling der protestanten en katholieken geen sprake kan zijn" deed De Tijd schrijven dat Groen „met ijver en volharding aan de reconstructie (weder opbouwing) van den Calvinistischen staat werkte."^ Hoort wat Groen in zijnNederlandscJie Ge dachten deel I bldz. 126 hierop antwoordt „Is dit een drieledige vergissing Ik wil het aannemen doch, in elk geval, het is logenach- t.ige miskenning van het overbekende. Niemand heeft, meer dan ik, de Staatsregtelijke gelijk stelling der gezindheden aanvaard. Ultramontaansche felheid zal mij niet weer houden te herhalen wat ik, onder allerlei vor men, sedert 1829 gezegd heb. Pligtmatige afkeer van al wat zich in de Roomsche Kerk, als onuitwischbaar merktee- ken van afval, in leer en instellingen vertoont, doet den Christelijken band niet vergeten, welke ons desniettegenstaande met godvruchtige Roomschen verbindt, ook waar zij dien band miskennen,* verlangen wij met dienzelfden her vormer Calvijn, wiens regtmatige onwrikbaar- baarheid meer gelasterd dan zijn evangelische onbekrompeaheid opgemerkt is ,te( betuigen dat er, in de Roomsche Kerk, kostbare Waar heid, ofschoon bedekt en verduisterd, overig blijft. Wij verheugen ons, waar Christus, niet een Christus, hoedanig ook, maar de Christus, de Godsmensch en het Lam Gods, onze hoog ste Profeet, onze eenige Hoogepriester, onze eeuwige koning, als is het onder een deksel, verkondigd wordt en in de harten eene gestalte verkrijgten wij gelooven dat het de roeping van evangelische Christenen is om, bij de meer dere juistheid hunner inzigten, aan de Room schen het voorbeeld te toonen eener gemoeds stemming die, zelfs wanneer ze met onverdraag zaamheid te doen heeft, christelijke liefde voor de afgewekene broederen behoudt". Kostelijke woorden. Mogen ze, nu in onzen tijd weer op onver antwoordelijke wijze op anti-papiptische harts tochten gespeculeerd wordt, door velen be dacht worden Vergadering van den gemeenteraad van SOMMELSDIJK, op Vrijdag 27 April 1928, n.m. 2J4 uur- Tegenwoordig alle leden. De vergadering wordt door den Edelachtb. Heer L. J. den Hollander met gebed geopend. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en vastgesteld. Van Ged. Staten is goedgekeurd terugont vangen de gemeenterekening over 1925. Even eens een wijziging gemeenschappelijke regeling gasfabriek. Van de Gascomjnissie is een schrijven ont vangen, waarin deze aan den Raad voorstelt de winst over 1926, zijnde 9671.295, aan de fabriek te laten en te bestemmen tot extra af schrijving op het kapitaal der gasfabriek. De VOORZITTER doet mededeeling van een ingekomen rapport van den hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat omtrent de laad- en losplaats van de gasfabriek van Mid- delharnis en Sommelsdijk. Ter plaatse is een uitvoerig onderzoek ingesteld. Conclusie is, dat een wiselplaats daar ter plaatse te veel geld zal kosten en gevaar kan opleveren voor het verzakken van de huizen aldaar. De hoofd ingenieur geeft een eenvoudiger plan. Z. i. kan de vaargeul worden verbreed over een lengte van plm. 125 M„ terwijl dan aan den Noordkant van de haven een beschoeiing zal zijn aan te brengen. De uitvoering van dit plan zal belangrijk minder kosten. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. een een conferentie hebben gehad met het college van B. en W.van Middelharnis. Het resultaat hiervan is, dat men onderling eens is, dat wan neer de stagnatie niet grooter wordt dan in den laatsten tijd, eene uitgaaf van eenige dui zenden guldens niet gerechtvaardigd is. De heer LE COMTE (S.G.P.) zegt, dat de onderhavige zaak van veel belang wordt ge acht. Meermalen is hierover in den Raad ge sproken. Gevraagd is of bij het door Ged. Staten te houden onderzoek vertegenwoordigers van Sommelsdijk konden tegenwoordig zijn. Dit is evenwel niet geschied. De VOORZITTER zegt, dat het onderzoek plotseling is gehouden. Ook van Middelharnis is niemand daarbij tegenwoordig geweest. De heer LE COMTE (S.G.P.) merkt op, dat blijkens het schrijven van Ged. Staten Som melsdijk in het gelijk zal worden gesteld, indien het geschil bij hen aanhangig wordt gemaakt. Wanneer de Raad van M'harnis of de comm. van beh. voor de gasfabriek moet beslissen of de stagnatie van dien omvang is, dat uitgaaf van eenige duizenden gerechtvaardigd is, komt men tot geen overeenstemming. Daarom raad hij aan, wanneer stagnatie voorkomt, het geval onmiddellijk bij Ged. Staten aanhangig te ma ken. De VOORZITTER wil een onderzoek doen instellen naar de kosten van het nieuwe plan van den hoofdingenieur. De heer DIJKERS (A.R.) laat uitkomen, dat een regelmatige scheepvaart een Sommelsdijksch levensbelang is. Meermalen is het voorgekomen, dat de scheepvaart geheel werd gestremd. Wan neer nu nog langer de zaak wordt achterop ge zien en de haven weer verstopt geraakt, moet men opnieuw beginnen. Ook hij wil in deze bespoediging. De heer BLOK (S.D.A.P.) zegt, dat reeds 3 jaar geleden in de begrootingscommissie over de zaak gesproken is. Wel is bij den directeur van de fabriek een klachtenboek aangelegd voor de schippers, maar deze gaan daar niet heen. Wanneer de suikerbietencampagne aan breekt, is er ongetwijfeld weer stagnatie. Hij wil daarom den Raad uitspraak laten doen, dat een wisselplaats noodig is. De heer MIJS (V.B.) zegt, dat hij deze week de conferentie te Middelharnis heeft bijgewoond. Voorop is gesteld, dat Sommelsdijk en Mid- delharnfs in deze elkander noodig hebben. Ge zegd is, dat wanneer weer stagnatie voorkomt, moet in het geval voorzien worden. In de laatste jaren is evenwel geen stagnatie voorge komen. Dit komt wel omdat de kolen met klei nere schepen worden aangevoerd. Hij wil af wachten tot klachten komen. Dan zien of deze grondig zijn en alsdan zorgen, dat ze op de juiste plaats komen. Hij wil aan den Raad van Middelharnis en aan de comm. van beh. vragen een post op de begrooting der fabriek uit te trekken. Indien dan weer stagnatie plaats vindt kan voorziening worden getroffen. Hij vindt het niet verstandig de zaak op de spits te drijven. De heer SLIS (C.H.) zegt, dat bij het on derzoek van de begrooting der fabriek de di recteur mededeelde, dat niets behoefde te ge beuren. Klachten waren er niet. En den vol genden dag zeide schipper Zoon hem, dat hij de week daarvoor een geheelen dag had moeten tobben. Hij wil de klachten bij B. en W. in gediend zien. Na nog eenige bespreking over dit punt, brengt de Voorzitter het voorstel van B. en W. in stemming, om aan Middelharnis en de comm. van beheer te verzoeken een post op de be grooting der fabriek te voteeren en intusschen een onderzoek in te stellen naar de kosten van het nieuwe plan van den hoofdingenieur. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. Mededeeling wordt gedaan van Schrijven van Ged. Staten, houdende goed keuring bouwverbod op gronden ten Zuiden van de bebouwde kom van het dom tusschen Dorpkweg, Langeweg, trambaan en Kreek. Brief van voorzitter college Ged. Staten be treffende koninklijke goedkeuring van de ge wijzigde verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting. Proces-verbaal van opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger. Verslag schoolcommissie over 1927. Kennisgeving B. en W. Middelharnis betref fende herbenoeming C. J. Dorsman en J. van der Meide, resp. als lid en plaatverv. lid der comm. van beh. der gasfabriek. Kennisgeving van commissie van beheer der gasfabriek, dat de bijdrage van 100.die sedert enkele jaren jaarlijks door de fabriek gegeven werd aan de vereeniging van gas- fabrikanten in Nederland, voorloopig niet zal worden uitgekeerd. Ook niet over 1928. Rekening en verantwoording van ontvangsten en uitgaven der gezondheidscommissie, gezeteld te Middelharnis, over 1927. De VOORZITTER leest een |schrijven voor van de schoolcommissie, waarin zij verzoekt voortaan de aangifte van leerlingen voor de O. L. S. te doen plaats hebben bij het hoofd der school. B. en W. stellen voor later op deze zaak terug te komen, opdat dit eerst nog nader kan worden bezien. Alsdan zal een voorstel bij den Raad worden ingediend. De heer BLOK zegt, dat de laatste aangifte van leerlingen voor die school hem eerst ter oore isgekomen door monde van den omroeper. Naar hij zegt heeft zelfs geen publicatie plaats .gehad. De VOORZITTER weerspreekt, dit en zegt dat bij onderzoek gebleken is, dat de publicatie daarvan als vorig jaar heeft plaats gevonden. bij Wie/rijden en lonnelrand verzacht en geneest door Doos 30-60. Tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten De heer DIJKERS ziet de noodzakelijkheid van verandering in deze niet in. Bij de bijzon dere lagere school houdt het schoolbestuur zit ting tot inschrijving van leerlingen. Welnu, het bestuur van de openbare lagere school is de gemeenteraad. Daarom aangifte op de secre tarie. De VOORZITTER zegt, dat nader bericht over deze zaak behoort te worden afgewacht. Bericht van P. J. Palingdood, dat hij de woning van de gemeente, thans in gebruik voor hulppostkantoor, tegen den thans geldenden huurprijs niet wenscht te aanvaarden. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Afschrijving hondenbelasting aan J. de Rijke te Zonnemaire wordt verleend. De VOORZITTER doet mededeeling van een ingekomen rapport van den gemeente-op zichter omtrent de verharding van de Molen laan. B, en W. zijn voornemens voor a.s. najaar eene hoeveelheid steenslag op te doen om daarmede de Molenlaan te verharden. Voor loopig willen zij het daarmede probeeren. De heer DIJKERS vraagt of dit wel een afdoende maatregel is. Hij zou een aparte zij- baan willen zien uitsluitend voor de begrafe nissen. De VOORZITTER zegt, dat alsdan een rij boomen weg zou moeten. B. en W. willen eerst den weg verharden om hem daarna met gou- dalite of iets dergelijks te verharden. De heer LE COMTE vindt het toppunt, dat die weg zoo stuk wordt gereden. De gemeente heeft grond gekocht voor aanleg van een weg naar de begraafplaats en nu zou de gemeente weer genoodzaakt zijn grond bij te koopen. Spr. verzet zich hiertegen. De heer BLOK zegt, dat indertijd door leden van het polderbestuur verklaard is, dat die weg niet zoo, druk bereden zou worden. Vandaar is de subsidie van den polder laag. Nu evenwel blijkt, dat er een zeer druk verkeer over dezen weg gaat, wil spr. aandringen op verhooging van de subsidie door den polder. De heer MIJS stemt toe, dat het verkeer inderdaad grooter is dan men heeft kunnen ver wachten. 1 Nu bestaan er verschillende wijzen waarop men tot oplossing van deze kwestie kan komen. Men kan een weg aanleggen buiten de boomen en men kan den weg afdoende ver harden. Over verhooging van subsidie kan met den polder worden gesproken. De heer LE COMTE wil den weg sluiten of subsidie verhoogd zien. De heer M. JOPPE (V.B.) zegt, dat geen oplosing hiervoor zal worden gevonden, tenzij een afzonderlijke weg naar de begraafplaats tot stand komt. Ten slotte wordt besloten overleg met het polderbestuur te plegen omtrent verhooging subsidie of het voor gezamenlijke rekening in goeden staat brengen van dien weg. Enkele wijzigingen in de gemeente-begrootin gen 1927 en 1928 worden goedgekeurd. De vergoeding voor de Bijz. lagere school ex art. 101 L. O. wet 1920, wordt over 1926 vastgesteld op 2551.00)^. Het voorschot voor dezelfde school voor 1928 wordt bepaald op 2042.80. Komt aan de orde een verzoek van de school commissie om verhooging van den financieelen steun voor vreemden talencursus aan de O. L. en Bijz. lagere school. De commissie zou gaarne een regeling getroffen willen zien, dat aan de leiders van die cursussen een belooning van 1.50 per uur is gewaarborgd. B. en W. stellen voor het lesgeld per leerling te verhoogen tot 1.50 en daarvan naardat de ouders vermogend, minvermogend of onvermo gend zijn een bedrag van resp. 0.50, ƒ1.— of 1.50 door de gemeente als toelage aan de hoofden van de scholen uit te keeren. De VOORZITTER zegt dat naar raming het verzoek van de commissie der gemeente zou komen te staan op plm. 400.— en het voorstel van de gemeente op plm. 200.— per jaar. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aanvaard. Verzoek van de vereeniging ter verkrijging van onroerend goed door landarbeiders „Som melsdijk" om het land aan den Molenweg voor heen ih pacht bij wijlen dhr. G. Joppe Dz„ beschikbaar te stellen voor hare leden, dan wel als tuingrond. B. en W. stellen voor op dit verzoek af wijzend te beschikken, zulks in verband met den wensch van wijlen dhr. Joppe, om, wanneer hij zich uit de zaken zou terugtrekken, dit te kunnen overdoen aan zijn knecht van Nim- wegen. De heer BLOK wenscht, uit piëteit tot den overledene, hiervoor in geheime vergadering te spreken. Daartoe wordt besloten. Wijziging reglement Burgerlijk armbestuur en weeshuis. B. en W. - stellen eenige wijzigingen voor, o.a. dat voortaan het college van regenten van dat weeshuis voortaan vóór 1 Januari een op gaaf zenden aan B. en W„ die alsdan een aanbeveling tot benoeming van een regent aan den Raad zullen overleggen. De heer M. VAN DER VEER (S.D.A.P.) zegt, dat B. en W. zoo goed als geen wijziging voorstellen. Hij wil verschillende veranderingen daarin aangebracht zien. Reeds art. 1 zou in den geest' van' den tijd moeten worden ver anderd. Daar staat o.a. in, dat alleen regenten kunnen zijn die mannelijk Nederlander zijn. Hij stelt voor het woord „mannelijk" te laten ver vallen. Ten opzichte van het candidaatstellen wil hij alle macht van de regenten brengen in handen van B. en W. en de bepaling in het reglement opnemen, dat B. en W. vóór 1 Jan. van ieder jaar een aanbeveling indienen aan den Raad. De VOORZITTER zegt, dat toch inderdaad wijziging wordt voorgesteld. Voorheen dienden regenten een voordracht rechtstreeks in bij den Raad. Nu moeten zij een opgaaf indienen bij B. en W. Deze kunnen natuurlijk andere per sonen op de aanbeveling plaatsen dan regenten verlangen. Ook wordt het benoemingsrecht van den Raad ruimer. Hij kan van de aanbeveling van B. en W. afwijken. De heer BLOK merkt op, dat zoolang als hij' nu in den Raad zitting heeft, hij de samen stelling van het college van regenten verkeerd vindt. Het is veel te eenzijdig saamgesteld. Geen rekening wordt gehouden met de even redige vertegenwoordiging. Alle bevoegdheid wil hij uit handen van regenten nemen. De heer DIJKERS zegt, dat het hem ver wondert, dat de heeren v. d. Veer en Blok nu met dit voorstel komen. Het fs toch een algemeen gebruik, dat het lichaam, waarin eer tijds plaatsen zullen zijn te vervullen, een voor dracht indient. We vinden dit ook o.a. bij de schoolcommissie. Waarom, vraagt spr., dan in deze afwijken van de algemeene regeling De heer BLOK zegt, dat de voordracht altijd van dien aard is geweest, dat zijn fractie wijzi ging noodzakelijk achtte. Het voorstel v. d. Veer en Blok om de opgaaf van de heeren regenten te laten vervallen wordt in stemming gebracht en verworpen met 8 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren v. d. Veer, Blok en van Zetten. Het voorstel om het woord „mannelijk" te laten vervallen wordt met dezelfde stemmen verhouding verworpen. Vóór de heeren v. d. Veer, Blok en Mijs. Een voorstel van de heeren v. d. Veer en Blok om in het reglement op te nemen, dat uitbesteding niet mag plaatp hebben bij be deelden, wordt na eenige discussie in handen van B. en W. gelegd voor onderzoek. Het voorstel van B. en W. omtrent de wijzi ging in het meerbedoelde reglement, wordt ge acht te zijn aangenomen. Aan de orde komt de in dienst houding van den kweekeling aan de openbare lagere school. B. en W. stellen voor het verzoek van de schoolcommissie om den kweekeling tot 1 Mei 1929 in dienst te houden, toe te staan. De VOORZITTER zegt, dat de heer Thiel- man op 1 Mei met een klasse zal komen te zitten van 57 leerlingen. De heer DIJKERS vraagt cijfers van het aantal leerlingen op 1 Mei a.s. der andere klassen. De VOORZITTER antwoordt deze niet te kunnen geven, aangezien deze niet door het hoofd der school zijn verstrekt. Wel weet hij, dat 1 Mei de school 258 leerlingen zal tellen. De heer DIJKERS zegt, dat hij tot een andere uitkomst komt. Op 't oogenblik telt de school 258 leerlingen. Er gaan 41 leerlingen van school af en er komen 28 nieuwe bij. Een verminde ring dus van 13 leerlingen. Alzoo over 245 hleerlingen. Het minimum aantal leerlingen voor 1TJT "f U i I 'V'

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 1