voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
PU ROL
I
Antire volutionair
Orgaan
Doorzitten
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3429
WOENSDAG 2 MEI 1928
43ste JAARGANG
Gemeenteraad.
j !|I'
f I
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Ad ver t entiënen verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
■li I
Deze Coura it vetschaaf eiken WOENSDAG ca 7 ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zg beslaan.
AdvertentiCn worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Torenklok en School.
Ook Nieuwe Tonge krijgt een vloekverbod.
Wij juichen het van harte toe, dat de Raad
dit besluit nam.
Vooral ook om de reden welke de burge
meester aanvoerde, n.l. dat de godsdienstige
gezindheid der bevolking het de plaatselijke
overheid gemakkelijk maakt een dergelijke be
paling in de politie-verordening op te nemen.
Diep te betreuren is het dat een vloekverbod
in Nieuwe Tonge dringend noodzakelijk schijnt.
Letten we op verschillende uitlatingen der
raadsleden, dan wordt in deze gemeente de
Naam des Heeren door vele jonge menschen
misbruikt en grof misbruikt en is het kwaad,
dat onder het Oud-Testamentische Verbonds
volk zoo zwaar gestraft werd, reeds tot de
schooljeugd doorgedrongen.
Nogmaals, we juichen het toe dat de Over-
heid dezer gemeente hier haar roeping begreep
e. ^"fervulde, doch men denke niet dat deze ge
meente nu van de verantwoordelijkheid af is.
Er is nog een andere vloek in deze gemeente.
De torenklok van dit dorp draagt in haar
hard metaal de inscriptie „niet ons, o Heer
niet ons, maar Uwen naam geef eer
Doch aan den voet van dezen toren, staat
een school, de eenige school, waarboven staat
Gods Woord is hierbinnen een verboden boek.
Onp dunkt dat dit wel de ergste vloek van
Nieuwe Tonge is, waaruit al het andere kwaad
noodwendig voortvloeit.
Let wel, we zeggen niet dat de openbare scool
het kwaad er bewust inbrengt, ook niet dat de
openbare onderwijzers de kinderen leeren vloe
ken. We kennen gelukkig onder het openbare
onderwijzerscorps deugdzame menschen. Maar
daarin zit het kwaad ook niet. Het groote kwaad
zit hier in dat de jeugd niet wordt opgevoed
in de vreeze des Heeren.
En nu moge de metalen mond van den Nieu-
bngenschen toren luide de ere des Heeren
verkondigen, zoolang daar aan zijn voet de
godsdienstlooze school staat, zal het als een
;v 1 o e k in de ooren des Heeren klinken, en
jverwondere het der ouders niet, dat ze de
Vruchten zien, zooals deze zich openbaren.
Dat de kinderen op de openbare straat vloe
ken is geen aanklacht tegen de politie, maar
tegen de ouders. Ze zijn er niet van af met
het praatje: thuis doen ze het niet, en op straat
zijn ze onder m'n oogen weg. Ook hetgeen de
kinderen op straat doen ligt voor de verant
woording der ouders.
Een kind, dat biddend wordt opgevoed, dat
met zijn moeder knielt, en met zijn vader den
Bijbel leest, en op school onder de tucht van
Gods Woord verkeert, vloekt niet, of Gods
beloften zouden geen ja en amen meer zijn.
Er is in Nieuwe Tonge tweestrijd tusschen
torenklok en school, tusschen kerk en onderwijs,
tusschen godsdienst en opvoeding. Als eener-
zijds, door de kerk de eere Gods verkondigd
wordt en anderzijds op de school de Bijbel een
verboden boek is, moet het bederf insluipen,
en rooven de kinderziel. Want Gods eere duldt
geen tweeslachtigheid bij hen die Hem dienen
willen.
Er is in Nieuwe Tonge tweeslachtigheid tus
schen torenklok en school, en telkens wanneer
die metalen mond zijn geluid door de galm
gaten over het dorp uitstoot, een hallel ter
eere, moet dat in de ooren der ouders als een
zware zelfbeschuldiging gehoord worden en de
weerklank op dat geluid in het geweten zijn
„Ja, we eeren Hem met onze lippen, maar ons
hart is verre van Hem, want we doen onze
kinderen godsdienstloos onderwijs geven 1"
Ouders, hoe lang zal die tweeslachtigheid
tusschen torenklok en school nog duren
V Groen en de Sociale kwestie.
„De Overheid onthoude zich van bemoeiling
met het sociale leven", wordt van zekere zijde
Smnepen en men meent zich dan op een bij
uitstek Anti-Rev. beginselstandpunt te plaatsen.
En men verwijt de A.-R. partij dat ze met
„de sociale zorg voert naar het staatssocialis
me."
Leerzaam is voor onze Staatk. Geref. broe
ders te lezen wat Groen van Prinsterer over de
-sociale kwestie zegt.
In zijn Nederiandsche Gedachten, schreef hij
in den jare 1869 een driestar over Fabrieks
kinderen het volgende
„Sedert jaren is de dringende behoefte aan
wettelijke bepaling van den leeftijd van opne
ming en van de werkuren der kinderen in de
fabriek ter sprake gebracht. Helaas 1 ook de
gruwel der onbarmhartigheid „onophoudelijk
aan honderden kinderen gepleegd, schijnt hier
te lande slechts een onderwerp van eindelooze
redekaveling te zijn, waarin zich ten lange leste,
uit wanhoop aan afdoening alle belangstelling
oplost. Onlangs heeft de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen besloten bij de regeering op
wettelijke bepaling aan te dringen. Ook in de
tegenpartij is het goede prijselijk niet slechts,
maar navolgenswaard."
Aldus Groen.
Groen van Prinster wilde dat zijn Anti-Rev.
broederen uit het goede van hun tegenstanders
leeren zouden.
Is het teveel gevraagd als wij wenschen dat
onze St. Geref. broeders hetzelfde zullen doen
ten opzichte van Groen van Prinsterer
V Groen en de Roomschen.
Telkens weer stuit men er bij Groen op hoe
weinig deze Christen-Staatsman door zijn te-
geaptanders-tijdgenooten begrepen werd.
Zijn strijden voor de Calvinistische waarheid,
deed een Dr. Nuyens zeggen dat door Groen
„de Calvinistische Staatskerk begeerd werd"
deed den heer A. van Gestel, zeggen dat „bij
Groen van gelijkstelling der protestanten en
katholieken geen sprake kan zijn"
deed De Tijd schrijven dat Groen „met
ijver en volharding aan de reconstructie (weder
opbouwing) van den Calvinistischen staat
werkte."^
Hoort wat Groen in zijnNederlandscJie Ge
dachten deel I bldz. 126 hierop antwoordt
„Is dit een drieledige vergissing Ik wil het
aannemen doch, in elk geval, het is logenach-
t.ige miskenning van het overbekende. Niemand
heeft, meer dan ik, de Staatsregtelijke gelijk
stelling der gezindheden aanvaard.
Ultramontaansche felheid zal mij niet weer
houden te herhalen wat ik, onder allerlei vor
men, sedert 1829 gezegd heb.
Pligtmatige afkeer van al wat zich in de
Roomsche Kerk, als onuitwischbaar merktee-
ken van afval, in leer en instellingen vertoont,
doet den Christelijken band niet vergeten, welke
ons desniettegenstaande met godvruchtige
Roomschen verbindt, ook waar zij dien band
miskennen,* verlangen wij met dienzelfden her
vormer Calvijn, wiens regtmatige onwrikbaar-
baarheid meer gelasterd dan zijn evangelische
onbekrompeaheid opgemerkt is ,te( betuigen
dat er, in de Roomsche Kerk, kostbare Waar
heid, ofschoon bedekt en verduisterd, overig
blijft. Wij verheugen ons, waar Christus, niet
een Christus, hoedanig ook, maar de Christus,
de Godsmensch en het Lam Gods, onze hoog
ste Profeet, onze eenige Hoogepriester, onze
eeuwige koning, als is het onder een deksel,
verkondigd wordt en in de harten eene gestalte
verkrijgten wij gelooven dat het de roeping
van evangelische Christenen is om, bij de meer
dere juistheid hunner inzigten, aan de Room
schen het voorbeeld te toonen eener gemoeds
stemming die, zelfs wanneer ze met onverdraag
zaamheid te doen heeft, christelijke liefde voor
de afgewekene broederen behoudt".
Kostelijke woorden.
Mogen ze, nu in onzen tijd weer op onver
antwoordelijke wijze op anti-papiptische harts
tochten gespeculeerd wordt, door velen be
dacht worden
Vergadering van den gemeenteraad van
SOMMELSDIJK, op Vrijdag 27 April
1928, n.m. 2J4 uur-
Tegenwoordig alle leden.
De vergadering wordt door den Edelachtb.
Heer L. J. den Hollander met gebed geopend.
De notulen der vorige vergadering worden
voorgelezen en vastgesteld.
Van Ged. Staten is goedgekeurd terugont
vangen de gemeenterekening over 1925. Even
eens een wijziging gemeenschappelijke regeling
gasfabriek.
Van de Gascomjnissie is een schrijven ont
vangen, waarin deze aan den Raad voorstelt
de winst over 1926, zijnde 9671.295, aan de
fabriek te laten en te bestemmen tot extra af
schrijving op het kapitaal der gasfabriek.
De VOORZITTER doet mededeeling van
een ingekomen rapport van den hoofdingenieur
van den Provincialen Waterstaat omtrent de
laad- en losplaats van de gasfabriek van Mid-
delharnis en Sommelsdijk. Ter plaatse is een
uitvoerig onderzoek ingesteld. Conclusie is, dat
een wiselplaats daar ter plaatse te veel geld
zal kosten en gevaar kan opleveren voor het
verzakken van de huizen aldaar. De hoofd
ingenieur geeft een eenvoudiger plan. Z. i.
kan de vaargeul worden verbreed over een
lengte van plm. 125 M„ terwijl dan aan den
Noordkant van de haven een beschoeiing zal
zijn aan te brengen. De uitvoering van dit
plan zal belangrijk minder kosten.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. een
een conferentie hebben gehad met het college
van B. en W.van Middelharnis. Het resultaat
hiervan is, dat men onderling eens is, dat wan
neer de stagnatie niet grooter wordt dan in
den laatsten tijd, eene uitgaaf van eenige dui
zenden guldens niet gerechtvaardigd is.
De heer LE COMTE (S.G.P.) zegt, dat de
onderhavige zaak van veel belang wordt ge
acht. Meermalen is hierover in den Raad ge
sproken. Gevraagd is of bij het door Ged.
Staten te houden onderzoek vertegenwoordigers
van Sommelsdijk konden tegenwoordig zijn. Dit
is evenwel niet geschied.
De VOORZITTER zegt, dat het onderzoek
plotseling is gehouden. Ook van Middelharnis
is niemand daarbij tegenwoordig geweest.
De heer LE COMTE (S.G.P.) merkt op,
dat blijkens het schrijven van Ged. Staten Som
melsdijk in het gelijk zal worden gesteld, indien
het geschil bij hen aanhangig wordt gemaakt.
Wanneer de Raad van M'harnis of de comm.
van beh. voor de gasfabriek moet beslissen
of de stagnatie van dien omvang is, dat uitgaaf
van eenige duizenden gerechtvaardigd is, komt
men tot geen overeenstemming. Daarom raad
hij aan, wanneer stagnatie voorkomt, het geval
onmiddellijk bij Ged. Staten aanhangig te ma
ken.
De VOORZITTER wil een onderzoek doen
instellen naar de kosten van het nieuwe plan
van den hoofdingenieur.
De heer DIJKERS (A.R.) laat uitkomen, dat
een regelmatige scheepvaart een Sommelsdijksch
levensbelang is. Meermalen is het voorgekomen,
dat de scheepvaart geheel werd gestremd. Wan
neer nu nog langer de zaak wordt achterop ge
zien en de haven weer verstopt geraakt, moet
men opnieuw beginnen. Ook hij wil in deze
bespoediging.
De heer BLOK (S.D.A.P.) zegt, dat reeds
3 jaar geleden in de begrootingscommissie over
de zaak gesproken is. Wel is bij den directeur
van de fabriek een klachtenboek aangelegd
voor de schippers, maar deze gaan daar niet
heen. Wanneer de suikerbietencampagne aan
breekt, is er ongetwijfeld weer stagnatie. Hij
wil daarom den Raad uitspraak laten doen,
dat een wisselplaats noodig is.
De heer MIJS (V.B.) zegt, dat hij deze week
de conferentie te Middelharnis heeft bijgewoond.
Voorop is gesteld, dat Sommelsdijk en Mid-
delharnfs in deze elkander noodig hebben. Ge
zegd is, dat wanneer weer stagnatie voorkomt,
moet in het geval voorzien worden. In de
laatste jaren is evenwel geen stagnatie voorge
komen. Dit komt wel omdat de kolen met klei
nere schepen worden aangevoerd. Hij wil af
wachten tot klachten komen. Dan zien of deze
grondig zijn en alsdan zorgen, dat ze op de
juiste plaats komen. Hij wil aan den Raad
van Middelharnis en aan de comm. van beh.
vragen een post op de begrooting der fabriek
uit te trekken. Indien dan weer stagnatie plaats
vindt kan voorziening worden getroffen. Hij
vindt het niet verstandig de zaak op de spits
te drijven.
De heer SLIS (C.H.) zegt, dat bij het on
derzoek van de begrooting der fabriek de di
recteur mededeelde, dat niets behoefde te ge
beuren. Klachten waren er niet. En den vol
genden dag zeide schipper Zoon hem, dat hij
de week daarvoor een geheelen dag had moeten
tobben. Hij wil de klachten bij B. en W. in
gediend zien.
Na nog eenige bespreking over dit punt,
brengt de Voorzitter het voorstel van B. en W.
in stemming, om aan Middelharnis en de comm.
van beheer te verzoeken een post op de be
grooting der fabriek te voteeren en intusschen
een onderzoek in te stellen naar de kosten van
het nieuwe plan van den hoofdingenieur.
Dit voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
Mededeeling wordt gedaan van
Schrijven van Ged. Staten, houdende goed
keuring bouwverbod op gronden ten Zuiden
van de bebouwde kom van het dom tusschen
Dorpkweg, Langeweg, trambaan en Kreek.
Brief van voorzitter college Ged. Staten be
treffende koninklijke goedkeuring van de ge
wijzigde verordening tot heffing van opcenten
op de hoofdsom der personeele belasting.
Proces-verbaal van opneming van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger.
Verslag schoolcommissie over 1927.
Kennisgeving B. en W. Middelharnis betref
fende herbenoeming C. J. Dorsman en J. van
der Meide, resp. als lid en plaatverv. lid der
comm. van beh. der gasfabriek.
Kennisgeving van commissie van beheer der
gasfabriek, dat de bijdrage van 100.die
sedert enkele jaren jaarlijks door de fabriek
gegeven werd aan de vereeniging van gas-
fabrikanten in Nederland, voorloopig niet zal
worden uitgekeerd. Ook niet over 1928.
Rekening en verantwoording van ontvangsten
en uitgaven der gezondheidscommissie, gezeteld
te Middelharnis, over 1927.
De VOORZITTER leest een |schrijven voor
van de schoolcommissie, waarin zij verzoekt
voortaan de aangifte van leerlingen voor de
O. L. S. te doen plaats hebben bij het hoofd
der school.
B. en W. stellen voor later op deze zaak
terug te komen, opdat dit eerst nog nader kan
worden bezien. Alsdan zal een voorstel bij den
Raad worden ingediend.
De heer BLOK zegt, dat de laatste aangifte
van leerlingen voor die school hem eerst ter
oore isgekomen door monde van den omroeper.
Naar hij zegt heeft zelfs geen publicatie plaats
.gehad.
De VOORZITTER weerspreekt, dit en zegt
dat bij onderzoek gebleken is, dat de publicatie
daarvan als vorig jaar heeft plaats gevonden.
bij Wie/rijden en lonnelrand
verzacht en geneest door
Doos 30-60. Tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten
De heer DIJKERS ziet de noodzakelijkheid
van verandering in deze niet in. Bij de bijzon
dere lagere school houdt het schoolbestuur zit
ting tot inschrijving van leerlingen. Welnu, het
bestuur van de openbare lagere school is de
gemeenteraad. Daarom aangifte op de secre
tarie.
De VOORZITTER zegt, dat nader bericht
over deze zaak behoort te worden afgewacht.
Bericht van P. J. Palingdood, dat hij de
woning van de gemeente, thans in gebruik voor
hulppostkantoor, tegen den thans geldenden
huurprijs niet wenscht te aanvaarden. Wordt
voor kennisgeving aangenomen.
Afschrijving hondenbelasting aan J. de Rijke
te Zonnemaire wordt verleend.
De VOORZITTER doet mededeeling van
een ingekomen rapport van den gemeente-op
zichter omtrent de verharding van de Molen
laan. B, en W. zijn voornemens voor a.s.
najaar eene hoeveelheid steenslag op te doen
om daarmede de Molenlaan te verharden. Voor
loopig willen zij het daarmede probeeren.
De heer DIJKERS vraagt of dit wel een
afdoende maatregel is. Hij zou een aparte zij-
baan willen zien uitsluitend voor de begrafe
nissen.
De VOORZITTER zegt, dat alsdan een rij
boomen weg zou moeten. B. en W. willen eerst
den weg verharden om hem daarna met gou-
dalite of iets dergelijks te verharden.
De heer LE COMTE vindt het toppunt, dat
die weg zoo stuk wordt gereden. De gemeente
heeft grond gekocht voor aanleg van een weg
naar de begraafplaats en nu zou de gemeente
weer genoodzaakt zijn grond bij te koopen.
Spr. verzet zich hiertegen.
De heer BLOK zegt, dat indertijd door leden
van het polderbestuur verklaard is, dat die weg
niet zoo, druk bereden zou worden. Vandaar is
de subsidie van den polder laag. Nu evenwel
blijkt, dat er een zeer druk verkeer over dezen
weg gaat, wil spr. aandringen op verhooging
van de subsidie door den polder.
De heer MIJS stemt toe, dat het verkeer
inderdaad grooter is dan men heeft kunnen ver
wachten. 1 Nu bestaan er verschillende wijzen
waarop men tot oplossing van deze kwestie
kan komen. Men kan een weg aanleggen buiten
de boomen en men kan den weg afdoende ver
harden. Over verhooging van subsidie kan met
den polder worden gesproken.
De heer LE COMTE wil den weg sluiten
of subsidie verhoogd zien.
De heer M. JOPPE (V.B.) zegt, dat geen
oplosing hiervoor zal worden gevonden, tenzij
een afzonderlijke weg naar de begraafplaats
tot stand komt.
Ten slotte wordt besloten overleg met het
polderbestuur te plegen omtrent verhooging
subsidie of het voor gezamenlijke rekening in
goeden staat brengen van dien weg.
Enkele wijzigingen in de gemeente-begrootin
gen 1927 en 1928 worden goedgekeurd.
De vergoeding voor de Bijz. lagere school
ex art. 101 L. O. wet 1920, wordt over 1926
vastgesteld op 2551.00)^.
Het voorschot voor dezelfde school voor
1928 wordt bepaald op 2042.80.
Komt aan de orde een verzoek van de school
commissie om verhooging van den financieelen
steun voor vreemden talencursus aan de O. L.
en Bijz. lagere school. De commissie zou gaarne
een regeling getroffen willen zien, dat aan de
leiders van die cursussen een belooning van
1.50 per uur is gewaarborgd.
B. en W. stellen voor het lesgeld per leerling
te verhoogen tot 1.50 en daarvan naardat de
ouders vermogend, minvermogend of onvermo
gend zijn een bedrag van resp. 0.50, ƒ1.—
of 1.50 door de gemeente als toelage aan
de hoofden van de scholen uit te keeren.
De VOORZITTER zegt dat naar raming het
verzoek van de commissie der gemeente zou
komen te staan op plm. 400.— en het voorstel
van de gemeente op plm. 200.— per jaar.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van B. en W. aanvaard.
Verzoek van de vereeniging ter verkrijging
van onroerend goed door landarbeiders „Som
melsdijk" om het land aan den Molenweg voor
heen ih pacht bij wijlen dhr. G. Joppe Dz„
beschikbaar te stellen voor hare leden, dan wel
als tuingrond.
B. en W. stellen voor op dit verzoek af
wijzend te beschikken, zulks in verband met
den wensch van wijlen dhr. Joppe, om, wanneer
hij zich uit de zaken zou terugtrekken, dit te
kunnen overdoen aan zijn knecht van Nim-
wegen.
De heer BLOK wenscht, uit piëteit tot den
overledene, hiervoor in geheime vergadering te
spreken.
Daartoe wordt besloten.
Wijziging reglement Burgerlijk armbestuur en
weeshuis.
B. en W. - stellen eenige wijzigingen voor,
o.a. dat voortaan het college van regenten van
dat weeshuis voortaan vóór 1 Januari een op
gaaf zenden aan B. en W„ die alsdan een
aanbeveling tot benoeming van een regent aan
den Raad zullen overleggen.
De heer M. VAN DER VEER (S.D.A.P.)
zegt, dat B. en W. zoo goed als geen wijziging
voorstellen. Hij wil verschillende veranderingen
daarin aangebracht zien. Reeds art. 1 zou in
den geest' van' den tijd moeten worden ver
anderd. Daar staat o.a. in, dat alleen regenten
kunnen zijn die mannelijk Nederlander zijn. Hij
stelt voor het woord „mannelijk" te laten ver
vallen. Ten opzichte van het candidaatstellen
wil hij alle macht van de regenten brengen in
handen van B. en W. en de bepaling in het
reglement opnemen, dat B. en W. vóór 1 Jan.
van ieder jaar een aanbeveling indienen aan
den Raad.
De VOORZITTER zegt, dat toch inderdaad
wijziging wordt voorgesteld. Voorheen dienden
regenten een voordracht rechtstreeks in bij den
Raad. Nu moeten zij een opgaaf indienen bij
B. en W. Deze kunnen natuurlijk andere per
sonen op de aanbeveling plaatsen dan regenten
verlangen. Ook wordt het benoemingsrecht van
den Raad ruimer. Hij kan van de aanbeveling
van B. en W. afwijken.
De heer BLOK merkt op, dat zoolang als
hij' nu in den Raad zitting heeft, hij de samen
stelling van het college van regenten verkeerd
vindt. Het is veel te eenzijdig saamgesteld.
Geen rekening wordt gehouden met de even
redige vertegenwoordiging. Alle bevoegdheid
wil hij uit handen van regenten nemen.
De heer DIJKERS zegt, dat het hem ver
wondert, dat de heeren v. d. Veer en Blok
nu met dit voorstel komen. Het fs toch een
algemeen gebruik, dat het lichaam, waarin eer
tijds plaatsen zullen zijn te vervullen, een voor
dracht indient. We vinden dit ook o.a. bij de
schoolcommissie. Waarom, vraagt spr., dan in
deze afwijken van de algemeene regeling
De heer BLOK zegt, dat de voordracht altijd
van dien aard is geweest, dat zijn fractie wijzi
ging noodzakelijk achtte.
Het voorstel v. d. Veer en Blok om de
opgaaf van de heeren regenten te laten vervallen
wordt in stemming gebracht en verworpen met
8 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren
v. d. Veer, Blok en van Zetten.
Het voorstel om het woord „mannelijk" te
laten vervallen wordt met dezelfde stemmen
verhouding verworpen. Vóór de heeren v. d.
Veer, Blok en Mijs.
Een voorstel van de heeren v. d. Veer en
Blok om in het reglement op te nemen, dat
uitbesteding niet mag plaatp hebben bij be
deelden, wordt na eenige discussie in handen
van B. en W. gelegd voor onderzoek.
Het voorstel van B. en W. omtrent de wijzi
ging in het meerbedoelde reglement, wordt ge
acht te zijn aangenomen.
Aan de orde komt de in dienst houding van
den kweekeling aan de openbare lagere school.
B. en W. stellen voor het verzoek van de
schoolcommissie om den kweekeling tot 1 Mei
1929 in dienst te houden, toe te staan.
De VOORZITTER zegt, dat de heer Thiel-
man op 1 Mei met een klasse zal komen te
zitten van 57 leerlingen.
De heer DIJKERS vraagt cijfers van het
aantal leerlingen op 1 Mei a.s. der andere
klassen.
De VOORZITTER antwoordt deze niet te
kunnen geven, aangezien deze niet door het
hoofd der school zijn verstrekt. Wel weet hij,
dat 1 Mei de school 258 leerlingen zal tellen.
De heer DIJKERS zegt, dat hij tot een andere
uitkomst komt. Op 't oogenblik telt de school
258 leerlingen. Er gaan 41 leerlingen van school
af en er komen 28 nieuwe bij. Een verminde
ring dus van 13 leerlingen. Alzoo over 245
hleerlingen. Het minimum aantal leerlingen voor
1TJT
"f U
i I
'V'