voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden, Antire volutionair Orgaan IN HOG SIGNO VINCES FEUILLETON No. 3421 WOENSDAG 4 APRIL 1928 43<?TB JAARGANG ,411e stukken voor Retóaeta© bestemd» Adveartentiëaaeisa verdere Administratie, fraaaee te® le seaadeu uan de Uitgevers Terug naar Huis Laad- Tuinbouw. Deze Coura it veischfjat eiken WOENSDAG ea 2 ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b$ vooruitbetaling BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJX Telef, Iiaterc. No. 202 Postbus No, 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten wardea berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur •/^Wonderlijk geloopen. In ons Vrijdagnummer konden we nog iets mededeelen over het debat in de Tweede Kamer over het wetsontwerp op de besmettelijke ziek ten en het resultaat dat onze A. R. fractie bereiken mocht inzake de tegemoetkoming aan gewetensbezwaren. 't Is hiermede wel wonderlijk geloopen. Toen de heer Bijleveld in het vorige jaar een amendement voorstelde om het gewetens bezwaar tegen vaccinatie te eerbiedigen, heette dat in 's ministers mond „onaannemelijk", om dat dit intermezzo-kabinet zich buiten de be ginselen wenschte te houden. Toen kreeg de minister zijn zin. Evenwel moest de be handeling tot tweemaal toe geschorst worden, omdat de Kamer andere amendementen, die eveneens „onaannemelijk" verklaard waren, toch aannam. In de schorsing van den vaccinedwang zocht i wlfcde minister thans een reden weer met zijn wets- ontwerp op de besmettelijke ziekten te komen, en toen bleek tevens de onaannemelijkheid van een der vroegere amendementen genade te vin den in 's ministers oogen. Het slot was, dat ook de heer Bijleveld met zijn oude amendement weer voor den dag kwam, dat nu met één uitzondering zuiver rechts tegen links er door ging. Met behulp der Roomsch-Katholieken en Chr. Hist, kregen we het thans onverwacht zoo ver, dat bij deze wet gemoedsbezwaren tegen vaccinatie ontzien zullen worden. „De Standaard" schreef er van Wij zijn dankbaar voor deze rijke winst. Om de zaak zelf. Maar ook als politiek verschijnsel. Wie in zijn politieken wachttoren rusteloos uitziet naar een parlementaire situatie, waarin hersteld wordt, wat te onzaliger ure werd verbroken, kan hier een symptoom vinden van de wijze, waarop zulk herstel mogelijk wordt. Een wolkje als eens mans hand, maar dat toch een goede toekomst kan voorspellen. V Roomsch-Rood. Groen heeft eens gezegd: „Tegen het onge loof zijn we met de gansche Christenheid, Roomsch of on-Roomsch, vereenigd door het geloof in de eenige Offerande, eenmaal aan het kruis volbracht", en elders: „Christus is het vereenigingspunt; in Hem hebben Room- schen en Protestanten tegenover het ongeloof een gemeenschappelijk belang". Groen zag duidelijk in dat Roomsch tegenover ongeloof staat. Gelukkig wordt dat in onzen tijd en ten onzent nog bevestigd. De R. K. „Maasbode" schreef dezer dagen een paar artikelen over „Socialisten en Katho lieken", waarin gesproken werd over de po gingen der socialisten om samenwerking met de Roomschen te krijgen. In deze artikelen wordt de tweeslachtige hou ding der S. D. A. P. ten aanzien van Roomschen aan de kaak gesteld. Eenerzijds vindt b.v. „Het Volk" niets goed in Rome en breekt alles wat Roomsch is tot den grond toe af en anderzijds verlangt deze partij niets liever dan met Roomschen samen te werken, om op die wijze te kunnen regeeren. „De Maasbode" moet van die practijk niets hebben. „Het Volk" had geschreven over de Duitsche coalitie tusschen Roomscheii en Socialisten De sociaal-demokratie, wil zij Duitschland houden in de banen van demokratie en vrede, zal wel gedwongen zijn met deze partij op nieuw een regeerings-koalitie te vormen. Maar het is duidelijk dat zij het alleen doet, omdat zij verkeert in de uiterste noodzaak. Zie hier wat „De Maasbode" er op ant woord Het slot der geschiedenis is dus, dat de socialisten toch wel weer willen samengaan met die „afschuwelijke", „ideeënlooze", „karakterlooze" katholieken. Uit „uiterste noodzaak Er behoeft niet veel bijgevoegd. Indien echter deze ellendige tweeslachtig heid, deze dubbelzinnige houding, deze van twee-wallen-eterij, deze haat tegen ander mans beginsel en belastering van anderer bedoeling, deze miskenning van anderer verdiensten, deze valsche uitbeelding van tegenstanders en hun arbeid en deze ge niepige bedoeling om als bondgenoot nog wel, ongemerkt de geestelijke idealen van medestrijders te vermoorden, indien dat socialistische politiek is, dan zullen de Katho lieken in ons land zich moeten wapenen tegen den tijd, dat zij hier de „uiterste nood zaak" gekomen achten. Zij zullen zich de geheime wenschen van „Het Volk" inzake het onderwijs en de open lijk uitgesproken bedoeling inzake de splijting der Katholieke staatkundige macht herinne ren. De heeren aan de overzijde zullen van 'n kouden politieken kermis thuis komen als zij meenen, dat de Katholieken in Nederland onnoozel genoeg zullen zijn zich in de regeeringstent te laten smoren door de liefdevol-omhelzende gebaren van lieden, die van „samenwerking" al een even zonderling en vlottend begrip hebben als van dozijnen andere dingen. Wat „De Maasbode" betreft, weet de S. D. A. P. voorloopig waar het op staat Rake afstraffing. „Het Volk" had de Katholieke partij ver weten, dat zij voortdurend haar toevlucht moet zoeken tot compromissen in eigen partij, omdat verschillende belangen telkens botsen. Raak is de afstraffing, die „De Maasbode" „Het Volk" toedient. Het blad schrijft Zeker, de Katholieke staatkunde neemt haar toevlucht tot compromissen. Doet de socialistische dat misschien niet Maar het wezenlijk verschil tusschen de twee is dit: als de Katholieken compromis sen sluiten, verliezen zij nooit het uiteinde lijke ideaal uit het oog en verlaten zij nim mer den bodem van hun beginsel, hetgeen zeer moeilijk is voor een gemeenschap die uit groepen met verschillende belangen be staat. Wat is echter eigenlijk het socialistisch ideaal en waar vinden wij het socialistisch beginsel wél omschreven Is het bij Vander- velde, die geheime militaire accoorden sluit of bij v. Zadelhoff, die zelfs van geen mobi lisatie weten wil Is het bij Boncour. die een pracht van een legerwet voor Frankrijk hielp tot stand brengen, of bij Albarda, den ontwapenaar Bij Macdonald den nationalen monarchist of bij Loebe den republikein, die zelfs geen orde-teeken aanvaardt Is het bij v. d. Goes, den marxist, of bij Bonger den revisionist Bij Vliegen den vrijhandelaar of bij Polak den voorstander van bescherming Bij Varenne den socialistischen gouverneur van Fransch Indo-China, of bij Duys den principieelen pleiter voor Indië's onmiddel lijke onafhankelijkheid Is het bij v. d. Tem pel die gruwt van dictatuur of bij Calles en Pilsudski, die als dictators regeeren in Mexico en Polen Bij Gerhard den godloo chenaar of bij ds. v. d. Heide, den man der religie Waarlijk, als men in eigen boezem zulke gapende afgronden heeft te overbruggen, doet men beter te zwijgen over toevallige en natuurnoodzakelijke verschillen van inzicht over toepassing van het Katholiek beginsel, dat wel omschreven is, door niemand be twijfeld wordt en onaantastbaar voor een ieder vast staat. Ook hiermede kan „Het Volk" het voor loopig stellen WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT. Nadruk verboden. (Ie helft April). Den besten tijd voor het planten van hees ters en boomen achten we het najaar. Maar op natten bodem wachten we daarmede tot het voorjaar en is dus nu de tijd gekomen. Ook voor enkele boomen met zachte wortels, als de Tulpenboom, de Catalpa en de Magnolia, die ook wel eens verkeerdelijk Tulpenboom wordt geheeten, is de tijd van planting nu beter dan in den herfst. Met de Coniferen stellen we het planten nog uit tot begin Mei en doen dit dan steeds met kluit. Moet het wegens omstandigheden, b.v. verhuizing, op een minder geschikt tijdstip gebeuren, dan neme men bijzondere zorg in acht, zoowel bij het rooien als bij het in den grond zetten. Bij het rooien van vrij groote heesters mag men niet de wortels rondom afsteken, maar dient men ze geheel te omgraven. Heeft men één heester, dan moet het pootgat minstens een meter in 't vierkant groot zijn; plant men meerdere, dan spit men het geheele terrein 1 M. diep om. Ónder in 't gat strooie men een laagje mest, daarover een laagje aarde, terwijl de ruimte tusschen de wortels met fijne aarde moet worden aangevuld. In 't begin dezer maand, als w«. er niet reeds mee begonnen zijn, zaaien we onze een-jarige zomerbloeiers uit onder glas. Tenzij men er zich niet druk mee wil maken of slechts een kleinen bloementuin heeft; dan zaait men in den vollen grond als de Meimaand is gekomen. Een koude bak leent zich uit stekend voor het uitzaaien. Zaai vrij dik, be dek het zaad met niet te veel aarde, druk den grond echter aan met een plankje of wel met de hand, en giet dien ten slotte goed nat met de fijne broes. Tot het zaad boven den grond komt, is het gewenscht het glas te be dekken met een moscovische mat. Zijn de plantjes aan den groei, dan diene men ze licht en lucht te geven; op het eind van deze of in 't begin der volgende maand nemen we' de ramen af; na eenigen tijd kan men dan de plantjes op de bestemde plaats zetten, liefst zoo 't kan, met een kluitje. Soms kan het noodig zijn, de jonge plantjes eerst nog in den bak te verspenen. Ge loopt langs uw aardbeibedden en ziet daar eenige open plaatsen. Vul deze nu aan. Ge hebt immers in 't vorig jaar een kweekbed aangelegd, waarop d|e plantjes dicht opeen staan, deze moeten nu worden uitgeplant. Veel vrucht moet ge in 't eerste jaar niet daarvan verwachten, maar de grond kan voor tusschen- cultuur, b.v. kropsla of pootuien, worden be nut. U houdt van Koolrabi Zaai die dan thans, en wel dadelijk op de bestemde plaats. Het bed moet rijk bemest zijn. De zaaiïng ge schiedt op rijen, waarop de plantjes later wor den uitgedund op afstanden van 20 c.M. Kool rabi is een smakelijke groente, als ze ononder broken is gegroeid, waarom het 't beste is bij opvolging te zaaien. Meirapen kan men nu ook uitzaaien, niet echter om ze in Mei, doch eerst in Juni, te kunnen eten. Eveneens op rijen zaaien en later uitdunnen op plm. 20 c.M., terwijl de rijen plm. 25 c.M. van elkaar moeten. Radijsjes, zoo bij uitstek gezond, dient men ook bij opvolging, om de 2 a 3 weken, uit te zaaien, men eet ze dan maanden achtereen. Uit de koude bakken wordt ze reeds geoogst, en de worteltjes kunnen dan worden uitgedund op afstand van plm. 6 c.M. Heeft men die operatie toegepast, dan late men hierop af en toe een flinke besproeiing volgen. Ja, in dezen tijd mag men het in de koude bakken niet aan vocht laten ontbreken: daaraan hebben uw aardbeien, die al in volle bloei staan, be hoefte, maar ook de bakken met wortelen en bloemkool. Verzuim dus niet, zoo noodig, den gieter te gebruiken. Want wind en zonneschijn kunen, als het glas is verwijderd, de aarde sterk uitdrogen, vooral als deze hoog is op gewerkt en dus aanmerkelijk boven den be- ganen grond ligt. Plant uw sjalottenbollen uit op rijen, de rijen en de bollen op 15 a 20 c.M. van elkaar. Als de kuiltjes, waarin de bollen gelegd zijn, worden aangevuld, mogen de bollen niet meer dan een paar centimeter onder de aarde komen. Selderij, 't zij knol- of selderij, liefst beide, mogen in geen moes tuin ontbreken. Wie ze in deü bak heeft kan de plantjes nu onder koud glas verspenen; zijn ze weer aan den groei, dan neme men het glas weg. Wie geen bak bezit, kan ze ook in den grond wel kweeken, mits op een be schut plaatsje en het noodige vocht niet ver getende. Het „Algemeen Nederlandsch Landbouw blad" schrijft WANNEER KOMT DE SUIKER IN DE BIET? De algemeene gangbare meening is, dat in het laatst van den zomer, zoo eind Augustus, begin September, in het weefsels der suiker bieten de suiker wordt gevormd. De zon is hierbij van grooten invloed; bij een zomer en vooral nazomer met veel zon, vindt men over het algemeen een hoog suikergehalte in de bieten. Aardig wordt de toename in suikergehalte gedemonstreerd in onderstaande cijfers, resul taten van onderzoekingen van bieten vanwege de Friesch-Groningsche Coöp. Suikerfabriek, gedaan op de landbouwtentoonstelling te Leeuwarden (510 Spet. '27). Het betreft een onderzoek op suikergehalte van bieten van een stuk land, waarvan iederen dag een akker werd gerooid. Opmerkelijk is de snelle toename van het suikergehalte, vooral tusschen de onderzoekingen op Maandag 5 en Dinsdag 6 Sept. Nu is tusschen het rooien van de op deze dagen onderzochte bieten twee dagen verschilde op 5 Sept. onderzochte bieten werden n.l. ge rooid op den voorafgaanden Zaterdag (3 Sept.) Onderstaand staatje spreekt verder voor zichzelf. Rest te vermelden, dat het gewicht tusschen 6 en 10, Sept. niet meer toenam. Suikergehalte. Monster 5 Spet. 6-9 7-9 8-9 9-9 10-9 1 11.8 11.8 13.4 13.2 13.8 13.9 2 12.0 12.0 13.6 13.0 13.4 13.8 3 11.9 13.0 13.1 13.4 14.0 14.0 4 12.3 12.9 13.2 13.1 13.9 13.7 5 12.4 13.1 12.9 13.4 13.8, 14.1 6 12.4 12.6 13.0 13.6 13.5 13.8 7 12.9 12.8 14.6 13.7 14.1 8 13.0 13.2 14.7 14.1 14.0 9 13.7 12.9 14.5 13.9 14.2 10 12.8 13.0 13.9 14.2 13.7 Gemiddeld 12.1 12.78 13.11 13.74 13.83 13.93 Lijst van tot de tweede klas bevorderde leerlingen der Rijkslandbouwwinterschool te Dordrecht. 1. M. Bakker, Zwijndrecht; 2. C. van Bergen Zevenhuizen; 3. D. H. Dekker, Barendrecht; 4. L. Gorzeman, Oostvoorne; 5. R. P. Grave- land, Rotterdam; 6. A. de Haan, Oud-Alblas; 7. J. W. Herweijer, Klaaswaal; 8. J. H. van Iperen, Rotterdam; 9. S. de Jong, Schipluiden; 10. J. S. Kleinjan, Strijen; 11. C. Korteweg, Zevenbergen; 12. A. G. W. van Leeuwen, Ophemert; 13. J. Leeuwenburg, Rhoon; 14. J. J. de Lint, Klundert; 15. J. Mol, Rotterdam-, 16. M. C. Poortman, Maassluis; 17. J. van Schouwen, Oude Tonge; 18. G. Verbrugge, IJsselmonde; 19. A. J. de Vos, Dordrecht; 20. W. v. d. Waal, Barendrecht. Afgewezen 1. STAND VAN HET VRAAGSTUK VAN 'T ZIEKENVERVOER, VOORNAMELIJK 's NACHTS. I. Doorloopende telefoonverbinding met mij ter ontbieding van de ziekenauto. Deze zaak, die ik verleden jaar reeds besproken heb met den heer Augustijn, na de in functie treding van zijn opvolger in Maart 1.1. weer in be spreking gebracht. Verleden week te Middel- harnis zijnde, dezen een onderhoud aangevraagd, 't Bleek toen, dat de zaak technisch opgelost was. Formeel moest nog van de gemeentebe sturen van Middelharnis en Nieuwe Tonge ant woord ontvangen worden, of er soms hoogere gemeentebelangen waren, die 't bezwaarlijk zouden maken de telefoonlijnen 's nachts in dienst te stellen van dit ziekenbelang. Dit is I door W. ESTLANDT. 14) „Blieft u een kopje koffie, mijnheer?" vroeg de vrouw. „Gaarne", antwoordde Jo. Hij zag haar onderzoekend aan. Haar gelaat interesseerde hem. Zij was een sympathieke verschijning, niettegenstaande haar armoedige kleeding. Maar uit haar donkere oogen sprak een groot leed. Ze scheen betere dagen gekend te hebben. Jo, die gewoon was recht op zijn doel af te gaan, vroeg den man van het gezin: „Ik kom eens informeeren, hoe u wel denkt te stemmen. U weet, dat de verkiezingen voor de deur staan en er hangt veel van af, welke mannen we in de volksvertegenwoordiging krijgen". Er was een oogenblik stilte. De man met het zieke been glimlachte. Hij vroeg: „U, komt zeker voor de S.D.A.P. „Ja, daar kom ik voor", antwoordde Jo. k Dacht het wel, ze zijn me daar nog niet vergeten. Toch zullen ze me niet weer vangen. De tijd, dat ik socialist was, is voor bij „Is u lid der S.D.A.P. geweest vroeg Jo. «Ja, langen tijd dacht ik, dat alleen het so cialisme redding brengen kon aan de arbeiders, maar de praktijk heeft me anders geleerd". .Vertel me daar eens iets van, als u wilt", vroeg Jo. „O, dat wil ik wel doen, 't verhaal zal niet lang zijn. U moet weten, dat ik in de laatste jaren altijd los werkman geweest ben. 'k Werkte aan de groote zeebooten. Vroeger heb ik voor mezelf gewerkt in een zaak van mijn vader". Hij knikte in de richting van den ouden man, aan de andere zijde van de tafel. „Maar de zaken gingen niet al te best meer en op zekeren dag ging ik over den kop. Toen ben ik bootwerker geworden. Niet omdat ik het zoo'n aantrekkelijk baantje vond, maar er schoot mij niets anders over, er moest geld verdiend worden. Door den omgang met an dere bootwerkers ben ik socialist geworden. Dit stelsel vond in mijn hart een -vruchtbaren bodem. De tegenslag in zaken had me wrevelig gemaakt en in mijn ontevredenheid begon ik de schuld te geven aan andere menschen. 't Samenwerken met mijn collega's ging goed. We konden best met elkander opschieten. Maar op zekeren tijd kwam er verandering in. Er was een conflict uitgebroken tusschen de scheepsbazen en de bootwerkers over het los sen van een Deensch schip, 't Liep op een staking uit. Nu had ik het juist in dien tijd niet erg breed, 'k Was lang zonder werk ge weest en er stonden heel wat schulden te be talen, zoodat een staking me niet erg welkom was. Daar kwam ook dit bij, dat ik altijd een groot bezwaar gehad heb in de organisatie. Je wordt teveel aan banden gelegd, 'k Zou maar liver hebben, dat ieder je vrij liet in je doen en laten". „Dat zijn anders geen erg socialistische nei gingen", viel Jo hem in de rede. „Neen, dat is wel waar, maar u zult wel met mij eens zijn, dat, wanneer de hooge heeren uit de vakorganisaties in overleg met politieke leiders niet van bovenaf de stakingen decre teerden, er heel wat minder gestaakt zou wor den. Mijn ondervinding is geweest, dat verre weg de meest stakingen voor de werknemers niet anders dan groote ellende brachten. En nu is niets gemakkelijker, wanneer men zelf niet alleen een vast, maar ook een hoog salaris heeft, dan tot gesjochte jongens te zeggen „Jullie moet gaan stakenGeloof me, m'nheer, uit eigen beweging staakt een werkman niet zoo gauw. Maar goed, er werd gestaakt en de lading van het schip bleef in 't ruim. Den volgenden dag echter werden we één voor één op 't kantoor geroepen en ons medegedeeld, dat we te kiezen hadden tusschen 't aannemen van 't werk of op de zwarte lijst geplaatst te worden. Toen heb ik eieren voor m'n geld ge kozen en ging aan 't werk, hoe ik ook ge waarschuwd werd door m'n socialistische ka meraden. Eerst spraken ze lieve woordjes om me over te halen. Daarop werd ik bedreigd en uitgemaakt voor 'n „onderkruiper" en toen niets hielp, werd er geroepen: „Dat zullen we je inpeperen, onthoud je dag I" Nou, mijn lieve socialistische vriendjes hebben 't me „ingepeperd". Een half jaar later werkte ik bij een andere ploeg. We moesten een Engel- sche boot met machineonderdeelen lossen. En toen bleek me, dat het toch nog maar beter is bij een kapitalistiscben baas op de zwarte lijst te staan, dan bij een wraakzuchtig pro letariër. 'k Stond bij een katrol in 't ruim en had niet anders té doen dan de zware kisten in de lus te haken. Juist had lk weer een Kist opgelaten toen deze van ruim drie meter hoogte naar beneden tuimelde. De bedoeling was ge weest me te verpletteren, maar door een han- digen sprong ontkwam ik dien toeleg, hoewel mijn been 't niet redden kon. Ze hebben me er uitgedragen en half bewusteloos van pijn ben ik in 't ziekenhuis aangekomen. Zes weken ben ik daar onder behandeling geweest, maar veel hebben ze er niet aan kunnen doen. 't Been is versplinterd en ruim vier weken lig ik er nu al mee op een stoel. Van werken, dat eenige beteekenis heeft, zal wel nooit meer sprake zijn. Misschien kom ik nog op de been, maar dan zal 't met een stokje zijn, waarmee ik dan als een oude man van tachtig jaar wat over de straat kan strompelen. Kijk, m'nheer, als je zulke ondervindingen opgedaan hebt van je socialistische kameraden, dan gevoel je nou niet zoo heel veel lust meer, om eens geestes met ze te zijn, vindt u wel 7" „Maar weet u wel zeker, dat uw makkers dat met opzet deden vroeg Jo. „Ja, dat weet ik zeker, 't Ging natuurlijk voor een ongeluk door en niemand zal ooit kunnen bewijzen, dat het dit niet was, daar zorgen die lieve jongens wel voor. Maar boven dien, in dien tijd, dat ik niet mee deed aan de staking, kreeg ik een ongeteekend briefje thujs, waarin men een aangenaam ongelukje van dit soort mij voorspelde, wanneer ik het werk niet onmiddellijk neerlegde". „Maar u zult toch niet ontkennen, dat er reden was voor de verbittering uwer kameraden, al kan ik de revanche natuurlijk niet goed keuren". „Reden voor verbittering Absoluut niet, m nheer. Er was voor hen reden om in mij te billijken, dat ik werken bleef. Ze wisten in welke omstandigheden ik mij bevond, 'k Heb toch een roeping voor m'n vrouw en kinderen in de eerste plaats te zorgen „Ja, wel zeker rust die plicht op u, maar door middel van de staking zorgt u ook voor uw gezin. Wel niet direct, dat geef ik toe, maar toch indirect. Want staking is een der weiriige middelen, waardoor de arbeidersklasse haar positie kan verbeteren. En wanneer er nu geen solidariteit is onder de arbeiders, dan verzwakt dit haar, in plaats dat ze versterkt wordt". „Dat ben ik met u eens. Maar zooals ik reeds gezegd heb, worden de meeste stakingen geproclameerd door de politieke voormannen. Zoo zag ik het toen in. Die staking was beslist onnoodig. En bovendien moet er ook in het socialistisch stelsel plaats zijn voor de per soonlijke meening van den mensch. Ieder heeft ten slotte een eigen overtuiging en die moet geëerbiedigd worden. De S. D. A. P. denkt er echter anders over. Alles is voor de „ge meenschap", heet het daar. Maar wat eigenlijk die gemeenschap is Iets waar geen mensch wat aan heeft. De gemeenschap zijn een paar hooge heeren, die over de ruggen der arbeiders een fijn leventje weten te bemachtigen. Dat is de gemeenschap, de arbeider wordt er slaaf, aan handen en voeten gebonden. Niets heeft hij meer te vertellen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 1