voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden,
Antire volutionair
Orgaan
IN HOG SIGNO VINCES
FEUILLETON
No. 3421
WOENSDAG 4 APRIL 1928
43<?TB JAARGANG
,411e stukken voor Retóaeta© bestemd» Adveartentiëaaeisa verdere Administratie, fraaaee te® le seaadeu uan de Uitgevers
Terug naar Huis
Laad- Tuinbouw.
Deze Coura it veischfjat eiken WOENSDAG ea 2 ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- b$ vooruitbetaling
BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJX
Telef, Iiaterc. No. 202 Postbus No, 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten wardea berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur
•/^Wonderlijk geloopen.
In ons Vrijdagnummer konden we nog iets
mededeelen over het debat in de Tweede Kamer
over het wetsontwerp op de besmettelijke ziek
ten en het resultaat dat onze A. R. fractie
bereiken mocht inzake de tegemoetkoming aan
gewetensbezwaren.
't Is hiermede wel wonderlijk geloopen.
Toen de heer Bijleveld in het vorige jaar
een amendement voorstelde om het gewetens
bezwaar tegen vaccinatie te eerbiedigen, heette
dat in 's ministers mond „onaannemelijk", om
dat dit intermezzo-kabinet zich buiten de be
ginselen wenschte te houden. Toen kreeg de
minister zijn zin. Evenwel moest de be
handeling tot tweemaal toe geschorst worden,
omdat de Kamer andere amendementen, die
eveneens „onaannemelijk" verklaard waren, toch
aannam.
In de schorsing van den vaccinedwang zocht
i wlfcde minister thans een reden weer met zijn wets-
ontwerp op de besmettelijke ziekten te komen,
en toen bleek tevens de onaannemelijkheid van
een der vroegere amendementen genade te vin
den in 's ministers oogen.
Het slot was, dat ook de heer Bijleveld met
zijn oude amendement weer voor den dag kwam,
dat nu met één uitzondering zuiver rechts tegen
links er door ging.
Met behulp der Roomsch-Katholieken en
Chr. Hist, kregen we het thans onverwacht
zoo ver, dat bij deze wet gemoedsbezwaren
tegen vaccinatie ontzien zullen worden.
„De Standaard" schreef er van
Wij zijn dankbaar voor deze rijke winst.
Om de zaak zelf. Maar ook als politiek
verschijnsel.
Wie in zijn politieken wachttoren rusteloos
uitziet naar een parlementaire situatie, waarin
hersteld wordt, wat te onzaliger ure werd
verbroken, kan hier een symptoom vinden
van de wijze, waarop zulk herstel mogelijk
wordt.
Een wolkje als eens mans hand, maar dat
toch een goede toekomst kan voorspellen.
V Roomsch-Rood.
Groen heeft eens gezegd: „Tegen het onge
loof zijn we met de gansche Christenheid,
Roomsch of on-Roomsch, vereenigd door het
geloof in de eenige Offerande, eenmaal aan
het kruis volbracht", en elders: „Christus is
het vereenigingspunt; in Hem hebben Room-
schen en Protestanten tegenover het ongeloof
een gemeenschappelijk belang".
Groen zag duidelijk in dat Roomsch tegenover
ongeloof staat.
Gelukkig wordt dat in onzen tijd en ten
onzent nog bevestigd.
De R. K. „Maasbode" schreef dezer dagen
een paar artikelen over „Socialisten en Katho
lieken", waarin gesproken werd over de po
gingen der socialisten om samenwerking met
de Roomschen te krijgen.
In deze artikelen wordt de tweeslachtige hou
ding der S. D. A. P. ten aanzien van Roomschen
aan de kaak gesteld.
Eenerzijds vindt b.v. „Het Volk" niets goed
in Rome en breekt alles wat Roomsch is tot
den grond toe af en anderzijds verlangt deze
partij niets liever dan met Roomschen samen
te werken, om op die wijze te kunnen regeeren.
„De Maasbode" moet van die practijk niets
hebben.
„Het Volk" had geschreven over de Duitsche
coalitie tusschen Roomscheii en Socialisten
De sociaal-demokratie, wil zij Duitschland
houden in de banen van demokratie en vrede,
zal wel gedwongen zijn met deze partij op
nieuw een regeerings-koalitie te vormen.
Maar het is duidelijk dat zij het alleen doet,
omdat zij verkeert in de uiterste noodzaak.
Zie hier wat „De Maasbode" er op ant
woord
Het slot der geschiedenis is dus, dat de
socialisten toch wel weer willen samengaan
met die „afschuwelijke", „ideeënlooze",
„karakterlooze" katholieken.
Uit „uiterste noodzaak
Er behoeft niet veel bijgevoegd.
Indien echter deze ellendige tweeslachtig
heid, deze dubbelzinnige houding, deze van
twee-wallen-eterij, deze haat tegen ander
mans beginsel en belastering van anderer
bedoeling, deze miskenning van anderer
verdiensten, deze valsche uitbeelding van
tegenstanders en hun arbeid en deze ge
niepige bedoeling om als bondgenoot nog
wel, ongemerkt de geestelijke idealen van
medestrijders te vermoorden, indien dat
socialistische politiek is, dan zullen de Katho
lieken in ons land zich moeten wapenen
tegen den tijd, dat zij hier de „uiterste nood
zaak" gekomen achten.
Zij zullen zich de geheime wenschen van
„Het Volk" inzake het onderwijs en de open
lijk uitgesproken bedoeling inzake de splijting
der Katholieke staatkundige macht herinne
ren. De heeren aan de overzijde zullen van
'n kouden politieken kermis thuis komen als
zij meenen, dat de Katholieken in Nederland
onnoozel genoeg zullen zijn zich in de
regeeringstent te laten smoren door de
liefdevol-omhelzende gebaren van lieden, die
van „samenwerking" al een even zonderling
en vlottend begrip hebben als van dozijnen
andere dingen.
Wat „De Maasbode" betreft, weet de
S. D. A. P. voorloopig waar het op staat
Rake afstraffing.
„Het Volk" had de Katholieke partij ver
weten, dat zij voortdurend haar toevlucht moet
zoeken tot compromissen in eigen partij, omdat
verschillende belangen telkens botsen.
Raak is de afstraffing, die „De Maasbode"
„Het Volk" toedient.
Het blad schrijft
Zeker, de Katholieke staatkunde neemt
haar toevlucht tot compromissen. Doet de
socialistische dat misschien niet
Maar het wezenlijk verschil tusschen de
twee is dit: als de Katholieken compromis
sen sluiten, verliezen zij nooit het uiteinde
lijke ideaal uit het oog en verlaten zij nim
mer den bodem van hun beginsel, hetgeen
zeer moeilijk is voor een gemeenschap die
uit groepen met verschillende belangen be
staat.
Wat is echter eigenlijk het socialistisch
ideaal en waar vinden wij het socialistisch
beginsel wél omschreven Is het bij Vander-
velde, die geheime militaire accoorden sluit
of bij v. Zadelhoff, die zelfs van geen mobi
lisatie weten wil Is het bij Boncour. die een
pracht van een legerwet voor Frankrijk
hielp tot stand brengen, of bij Albarda, den
ontwapenaar Bij Macdonald den nationalen
monarchist of bij Loebe den republikein, die
zelfs geen orde-teeken aanvaardt Is het bij
v. d. Goes, den marxist, of bij Bonger den
revisionist Bij Vliegen den vrijhandelaar of
bij Polak den voorstander van bescherming
Bij Varenne den socialistischen gouverneur
van Fransch Indo-China, of bij Duys den
principieelen pleiter voor Indië's onmiddel
lijke onafhankelijkheid Is het bij v. d. Tem
pel die gruwt van dictatuur of bij Calles
en Pilsudski, die als dictators regeeren in
Mexico en Polen Bij Gerhard den godloo
chenaar of bij ds. v. d. Heide, den man der
religie
Waarlijk, als men in eigen boezem zulke
gapende afgronden heeft te overbruggen,
doet men beter te zwijgen over toevallige en
natuurnoodzakelijke verschillen van inzicht
over toepassing van het Katholiek beginsel,
dat wel omschreven is, door niemand be
twijfeld wordt en onaantastbaar voor een
ieder vast staat.
Ook hiermede kan „Het Volk" het voor
loopig stellen
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
Nadruk verboden.
(Ie helft April).
Den besten tijd voor het planten van hees
ters en boomen achten we het najaar. Maar
op natten bodem wachten we daarmede tot het
voorjaar en is dus nu de tijd gekomen. Ook
voor enkele boomen met zachte wortels, als
de Tulpenboom, de Catalpa en de Magnolia,
die ook wel eens verkeerdelijk Tulpenboom
wordt geheeten, is de tijd van planting nu
beter dan in den herfst. Met de Coniferen
stellen we het planten nog uit tot begin Mei
en doen dit dan steeds met kluit. Moet het
wegens omstandigheden, b.v. verhuizing, op
een minder geschikt tijdstip gebeuren, dan neme
men bijzondere zorg in acht, zoowel bij het
rooien als bij het in den grond zetten. Bij het
rooien van vrij groote heesters mag men niet
de wortels rondom afsteken, maar dient men
ze geheel te omgraven. Heeft men één heester,
dan moet het pootgat minstens een meter in
't vierkant groot zijn; plant men meerdere, dan
spit men het geheele terrein 1 M. diep om.
Ónder in 't gat strooie men een laagje mest,
daarover een laagje aarde, terwijl de ruimte
tusschen de wortels met fijne aarde moet worden
aangevuld. In 't begin dezer maand, als w«.
er niet reeds mee begonnen zijn, zaaien we
onze een-jarige zomerbloeiers uit onder glas.
Tenzij men er zich niet druk mee wil maken
of slechts een kleinen bloementuin heeft; dan
zaait men in den vollen grond als de Meimaand
is gekomen. Een koude bak leent zich uit
stekend voor het uitzaaien. Zaai vrij dik, be
dek het zaad met niet te veel aarde, druk
den grond echter aan met een plankje of wel
met de hand, en giet dien ten slotte goed nat
met de fijne broes. Tot het zaad boven den
grond komt, is het gewenscht het glas te be
dekken met een moscovische mat. Zijn de
plantjes aan den groei, dan diene men ze licht
en lucht te geven; op het eind van deze of
in 't begin der volgende maand nemen we'
de ramen af; na eenigen tijd kan men dan de
plantjes op de bestemde plaats zetten, liefst
zoo 't kan, met een kluitje. Soms kan het
noodig zijn, de jonge plantjes eerst nog in
den bak te verspenen.
Ge loopt langs uw aardbeibedden en ziet
daar eenige open plaatsen. Vul deze nu aan.
Ge hebt immers in 't vorig jaar een kweekbed
aangelegd, waarop d|e plantjes dicht opeen
staan, deze moeten nu worden uitgeplant. Veel
vrucht moet ge in 't eerste jaar niet daarvan
verwachten, maar de grond kan voor tusschen-
cultuur, b.v. kropsla of pootuien, worden be
nut. U houdt van Koolrabi Zaai die dan
thans, en wel dadelijk op de bestemde plaats.
Het bed moet rijk bemest zijn. De zaaiïng ge
schiedt op rijen, waarop de plantjes later wor
den uitgedund op afstanden van 20 c.M. Kool
rabi is een smakelijke groente, als ze ononder
broken is gegroeid, waarom het 't beste is bij
opvolging te zaaien. Meirapen kan men nu
ook uitzaaien, niet echter om ze in Mei, doch
eerst in Juni, te kunnen eten. Eveneens op rijen
zaaien en later uitdunnen op plm. 20 c.M.,
terwijl de rijen plm. 25 c.M. van elkaar moeten.
Radijsjes, zoo bij uitstek gezond, dient men
ook bij opvolging, om de 2 a 3 weken, uit te
zaaien, men eet ze dan maanden achtereen.
Uit de koude bakken wordt ze reeds geoogst,
en de worteltjes kunnen dan worden uitgedund
op afstand van plm. 6 c.M. Heeft men die
operatie toegepast, dan late men hierop af
en toe een flinke besproeiing volgen. Ja, in
dezen tijd mag men het in de koude bakken
niet aan vocht laten ontbreken: daaraan hebben
uw aardbeien, die al in volle bloei staan, be
hoefte, maar ook de bakken met wortelen en
bloemkool. Verzuim dus niet, zoo noodig, den
gieter te gebruiken. Want wind en zonneschijn
kunen, als het glas is verwijderd, de aarde
sterk uitdrogen, vooral als deze hoog is op
gewerkt en dus aanmerkelijk boven den be-
ganen grond ligt. Plant uw sjalottenbollen
uit op rijen, de rijen en de bollen op 15 a 20
c.M. van elkaar. Als de kuiltjes, waarin de
bollen gelegd zijn, worden aangevuld, mogen
de bollen niet meer dan een paar centimeter
onder de aarde komen. Selderij, 't zij knol-
of selderij, liefst beide, mogen in geen moes
tuin ontbreken. Wie ze in deü bak heeft kan
de plantjes nu onder koud glas verspenen; zijn
ze weer aan den groei, dan neme men het
glas weg. Wie geen bak bezit, kan ze ook
in den grond wel kweeken, mits op een be
schut plaatsje en het noodige vocht niet ver
getende.
Het „Algemeen Nederlandsch Landbouw
blad" schrijft
WANNEER KOMT DE SUIKER IN
DE BIET?
De algemeene gangbare meening is, dat in
het laatst van den zomer, zoo eind Augustus,
begin September, in het weefsels der suiker
bieten de suiker wordt gevormd. De zon is
hierbij van grooten invloed; bij een zomer en
vooral nazomer met veel zon, vindt men over
het algemeen een hoog suikergehalte in de
bieten.
Aardig wordt de toename in suikergehalte
gedemonstreerd in onderstaande cijfers, resul
taten van onderzoekingen van bieten vanwege
de Friesch-Groningsche Coöp. Suikerfabriek,
gedaan op de landbouwtentoonstelling te
Leeuwarden (510 Spet. '27). Het betreft een
onderzoek op suikergehalte van bieten van een
stuk land, waarvan iederen dag een akker werd
gerooid.
Opmerkelijk is de snelle toename van het
suikergehalte, vooral tusschen de onderzoekingen
op Maandag 5 en Dinsdag 6 Sept. Nu is
tusschen het rooien van de op deze dagen
onderzochte bieten twee dagen verschilde
op 5 Sept. onderzochte bieten werden n.l. ge
rooid op den voorafgaanden Zaterdag (3 Sept.)
Onderstaand staatje spreekt verder voor
zichzelf. Rest te vermelden, dat het gewicht
tusschen 6 en 10, Sept. niet meer toenam.
Suikergehalte.
Monster 5 Spet. 6-9 7-9 8-9 9-9 10-9
1 11.8 11.8 13.4 13.2 13.8 13.9
2 12.0 12.0 13.6 13.0 13.4 13.8
3 11.9 13.0 13.1 13.4 14.0 14.0
4 12.3 12.9 13.2 13.1 13.9 13.7
5 12.4 13.1 12.9 13.4 13.8, 14.1
6 12.4 12.6 13.0 13.6 13.5 13.8
7 12.9 12.8 14.6 13.7 14.1
8 13.0 13.2 14.7 14.1 14.0
9 13.7 12.9 14.5 13.9 14.2
10 12.8 13.0 13.9 14.2 13.7
Gemiddeld 12.1 12.78 13.11 13.74 13.83 13.93
Lijst van tot de tweede klas bevorderde
leerlingen der Rijkslandbouwwinterschool
te Dordrecht.
1. M. Bakker, Zwijndrecht; 2. C. van Bergen
Zevenhuizen; 3. D. H. Dekker, Barendrecht;
4. L. Gorzeman, Oostvoorne; 5. R. P. Grave-
land, Rotterdam; 6. A. de Haan, Oud-Alblas;
7. J. W. Herweijer, Klaaswaal; 8. J. H. van
Iperen, Rotterdam; 9. S. de Jong, Schipluiden;
10. J. S. Kleinjan, Strijen; 11. C. Korteweg,
Zevenbergen; 12. A. G. W. van Leeuwen,
Ophemert; 13. J. Leeuwenburg, Rhoon; 14. J.
J. de Lint, Klundert; 15. J. Mol, Rotterdam-,
16. M. C. Poortman, Maassluis; 17. J. van
Schouwen, Oude Tonge; 18. G. Verbrugge,
IJsselmonde; 19. A. J. de Vos, Dordrecht; 20.
W. v. d. Waal, Barendrecht.
Afgewezen 1.
STAND VAN HET VRAAGSTUK VAN 'T
ZIEKENVERVOER, VOORNAMELIJK
's NACHTS.
I. Doorloopende telefoonverbinding met mij
ter ontbieding van de ziekenauto. Deze zaak,
die ik verleden jaar reeds besproken heb met
den heer Augustijn, na de in functie treding
van zijn opvolger in Maart 1.1. weer in be
spreking gebracht. Verleden week te Middel-
harnis zijnde, dezen een onderhoud aangevraagd,
't Bleek toen, dat de zaak technisch opgelost
was. Formeel moest nog van de gemeentebe
sturen van Middelharnis en Nieuwe Tonge ant
woord ontvangen worden, of er soms hoogere
gemeentebelangen waren, die 't bezwaarlijk
zouden maken de telefoonlijnen 's nachts in
dienst te stellen van dit ziekenbelang. Dit is
I
door
W. ESTLANDT.
14)
„Blieft u een kopje koffie, mijnheer?" vroeg
de vrouw.
„Gaarne", antwoordde Jo.
Hij zag haar onderzoekend aan. Haar gelaat
interesseerde hem. Zij was een sympathieke
verschijning, niettegenstaande haar armoedige
kleeding. Maar uit haar donkere oogen sprak
een groot leed. Ze scheen betere dagen gekend
te hebben.
Jo, die gewoon was recht op zijn doel af
te gaan, vroeg den man van het gezin: „Ik
kom eens informeeren, hoe u wel denkt te
stemmen. U weet, dat de verkiezingen voor de
deur staan en er hangt veel van af, welke
mannen we in de volksvertegenwoordiging
krijgen".
Er was een oogenblik stilte.
De man met het zieke been glimlachte. Hij
vroeg: „U, komt zeker voor de S.D.A.P.
„Ja, daar kom ik voor", antwoordde Jo.
k Dacht het wel, ze zijn me daar nog
niet vergeten. Toch zullen ze me niet weer
vangen. De tijd, dat ik socialist was, is voor
bij
„Is u lid der S.D.A.P. geweest vroeg Jo.
«Ja, langen tijd dacht ik, dat alleen het so
cialisme redding brengen kon aan de arbeiders,
maar de praktijk heeft me anders geleerd".
.Vertel me daar eens iets van, als u wilt",
vroeg Jo.
„O, dat wil ik wel doen, 't verhaal zal
niet lang zijn. U moet weten, dat ik in de
laatste jaren altijd los werkman geweest ben.
'k Werkte aan de groote zeebooten. Vroeger
heb ik voor mezelf gewerkt in een zaak van
mijn vader". Hij knikte in de richting van den
ouden man, aan de andere zijde van de tafel.
„Maar de zaken gingen niet al te best meer
en op zekeren dag ging ik over den kop. Toen
ben ik bootwerker geworden. Niet omdat ik
het zoo'n aantrekkelijk baantje vond, maar er
schoot mij niets anders over, er moest geld
verdiend worden. Door den omgang met an
dere bootwerkers ben ik socialist geworden.
Dit stelsel vond in mijn hart een -vruchtbaren
bodem. De tegenslag in zaken had me wrevelig
gemaakt en in mijn ontevredenheid begon ik
de schuld te geven aan andere menschen. 't
Samenwerken met mijn collega's ging goed. We
konden best met elkander opschieten. Maar
op zekeren tijd kwam er verandering in. Er
was een conflict uitgebroken tusschen de
scheepsbazen en de bootwerkers over het los
sen van een Deensch schip, 't Liep op een
staking uit. Nu had ik het juist in dien tijd
niet erg breed, 'k Was lang zonder werk ge
weest en er stonden heel wat schulden te be
talen, zoodat een staking me niet erg welkom
was. Daar kwam ook dit bij, dat ik altijd een
groot bezwaar gehad heb in de organisatie. Je
wordt teveel aan banden gelegd, 'k Zou maar
liver hebben, dat ieder je vrij liet in je doen
en laten".
„Dat zijn anders geen erg socialistische nei
gingen", viel Jo hem in de rede.
„Neen, dat is wel waar, maar u zult wel
met mij eens zijn, dat, wanneer de hooge heeren
uit de vakorganisaties in overleg met politieke
leiders niet van bovenaf de stakingen decre
teerden, er heel wat minder gestaakt zou wor
den. Mijn ondervinding is geweest, dat verre
weg de meest stakingen voor de werknemers
niet anders dan groote ellende brachten. En
nu is niets gemakkelijker, wanneer men zelf niet
alleen een vast, maar ook een hoog salaris
heeft, dan tot gesjochte jongens te zeggen
„Jullie moet gaan stakenGeloof me, m'nheer,
uit eigen beweging staakt een werkman niet
zoo gauw. Maar goed, er werd gestaakt en
de lading van het schip bleef in 't ruim. Den
volgenden dag echter werden we één voor één
op 't kantoor geroepen en ons medegedeeld,
dat we te kiezen hadden tusschen 't aannemen
van 't werk of op de zwarte lijst geplaatst te
worden. Toen heb ik eieren voor m'n geld ge
kozen en ging aan 't werk, hoe ik ook ge
waarschuwd werd door m'n socialistische ka
meraden. Eerst spraken ze lieve woordjes om
me over te halen. Daarop werd ik bedreigd
en uitgemaakt voor 'n „onderkruiper" en toen
niets hielp, werd er geroepen: „Dat zullen
we je inpeperen, onthoud je dag I" Nou, mijn
lieve socialistische vriendjes hebben 't me
„ingepeperd". Een half jaar later werkte ik
bij een andere ploeg. We moesten een Engel-
sche boot met machineonderdeelen lossen. En
toen bleek me, dat het toch nog maar beter
is bij een kapitalistiscben baas op de zwarte
lijst te staan, dan bij een wraakzuchtig pro
letariër. 'k Stond bij een katrol in 't ruim en
had niet anders té doen dan de zware kisten
in de lus te haken. Juist had lk weer een Kist
opgelaten toen deze van ruim drie meter hoogte
naar beneden tuimelde. De bedoeling was ge
weest me te verpletteren, maar door een han-
digen sprong ontkwam ik dien toeleg, hoewel
mijn been 't niet redden kon. Ze hebben me
er uitgedragen en half bewusteloos van pijn
ben ik in 't ziekenhuis aangekomen. Zes weken
ben ik daar onder behandeling geweest, maar
veel hebben ze er niet aan kunnen doen. 't
Been is versplinterd en ruim vier weken lig
ik er nu al mee op een stoel. Van werken,
dat eenige beteekenis heeft, zal wel nooit meer
sprake zijn. Misschien kom ik nog op de been,
maar dan zal 't met een stokje zijn, waarmee
ik dan als een oude man van tachtig jaar wat
over de straat kan strompelen. Kijk, m'nheer,
als je zulke ondervindingen opgedaan hebt van
je socialistische kameraden, dan gevoel je nou
niet zoo heel veel lust meer, om eens geestes
met ze te zijn, vindt u wel 7"
„Maar weet u wel zeker, dat uw makkers
dat met opzet deden vroeg Jo.
„Ja, dat weet ik zeker, 't Ging natuurlijk
voor een ongeluk door en niemand zal ooit
kunnen bewijzen, dat het dit niet was, daar
zorgen die lieve jongens wel voor. Maar boven
dien, in dien tijd, dat ik niet mee deed aan
de staking, kreeg ik een ongeteekend briefje
thujs, waarin men een aangenaam ongelukje
van dit soort mij voorspelde, wanneer ik het
werk niet onmiddellijk neerlegde".
„Maar u zult toch niet ontkennen, dat er
reden was voor de verbittering uwer kameraden,
al kan ik de revanche natuurlijk niet goed
keuren".
„Reden voor verbittering Absoluut niet,
m nheer. Er was voor hen reden om in mij
te billijken, dat ik werken bleef. Ze wisten
in welke omstandigheden ik mij bevond, 'k Heb
toch een roeping voor m'n vrouw en kinderen
in de eerste plaats te zorgen
„Ja, wel zeker rust die plicht op u, maar
door middel van de staking zorgt u ook voor
uw gezin. Wel niet direct, dat geef ik toe,
maar toch indirect. Want staking is een der
weiriige middelen, waardoor de arbeidersklasse
haar positie kan verbeteren. En wanneer er
nu geen solidariteit is onder de arbeiders, dan
verzwakt dit haar, in plaats dat ze versterkt
wordt".
„Dat ben ik met u eens. Maar zooals ik
reeds gezegd heb, worden de meeste stakingen
geproclameerd door de politieke voormannen.
Zoo zag ik het toen in. Die staking was beslist
onnoodig. En bovendien moet er ook in het
socialistisch stelsel plaats zijn voor de per
soonlijke meening van den mensch. Ieder heeft
ten slotte een eigen overtuiging en die moet
geëerbiedigd worden. De S. D. A. P. denkt
er echter anders over. Alles is voor de „ge
meenschap", heet het daar. Maar wat eigenlijk
die gemeenschap is Iets waar geen mensch
wat aan heeft. De gemeenschap zijn een paar
hooge heeren, die over de ruggen der arbeiders
een fijn leventje weten te bemachtigen. Dat
is de gemeenschap, de arbeider wordt er slaaf,
aan handen en voeten gebonden. Niets heeft
hij meer te vertellen.
(Wordt vervolgd).