DERDE BLAD
HOEKJE VOOE VKOXJW EOïT KI1TD
Zaterdag 17 Maart 1928. No. 3416.
Rechtzaken.
Gemengd Nieuw®.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd-
"unosirtNOVWSRS
KANTONGERECHT SOMMELSDIJK.
Zitting van Vrijdag 9 Maart.
Voor de tweede m al staat terecht O. te
Melissant, wegens rijden met een tractor op
den openbaren weg, zonder banden» bescher»
mers. Geë'scht wordt f 2,— subs. 2 dagen.
Veroordeeling idem.
W. K. H. staat nog eens terecht wegens
overtreding der jachtwet.
Enkele getuigen worden gehoord.
Het O M. zegt dat verdachte zich er op
beroept, dat hij van den eigenaar toestemming
had om op dien grond te loopen. Maar zelfs
al was dat juist, dan moest verd. ook van alle
andere eigenaren vergunning gehad hebben,
daar het een pad in gemeenschappelijk bezit
is. Verd. heeft dus in elk geval gejaagd op
grond waartoe hij niet gerechtigd was Er zal
dus straf moeten volgen en deze straf mag
niet al te licht zijn. Oe zoon van v. Dam
heeft verdachte beleefd gevraagd zich van
dien grond te verwijderen daartegen is verd
bruut opgetreden en heeft den jongen zelfs
geslagen, waarvoor verd chte zich te Rotterdam
heeft moeten verantwoorden. In Ouddorp
hebben veel jachtovertredingen plaats, dat
heeft ook de rechter te Rotterdam opgemerkt.
Het is noodig dat den Ouddorpers getoond
wordt dat ze de wet te gehoorzamen hebben.
Geëischt wordt f 50,— subs 50 dagen hechtenis.
Verdachte vindt het een zware straf en
merkt op dat hij ook in Rotterdam al flink
gestraft is..
Hem wordt schriftelijk vonnis gewezen.
J. S., te S'dijk ook reeds een vorige keer voor
geweest, was ten laste ge'egd het loopen op
de ijsbaan zonder daartoe gerechtigd te zijn.
Gehoord wordt getuige J. S. Geëischt wordt
f 2,— subs. 2 dagen hecht.
Verdachte wordt schriftelijk vonnis gewezen.
L. J. K., koopman te Dirksland wordt ten
laste gelegd als lid van het brandpiket niet
gehoorzaamd te hebben aan de bevelen van
den brandspuitmeester. Uit het proces»verbaal
blijkt dat hij vergunning had gehad, evenals
enkele andere leden van het brandpiket om
zich gedurende een half uur van het terrein
van den brand te verwijderen om te eten.
Verdachte was toen weggebleven.
Verdachte zegt, desgevraagd, dat zijn zaken
het hem niet toelaten 's Zaterdagsmorgens
weg te blijven. Hij had op dien morgen f 10,—
gedeponeerd op het gemeentesecretarie en
dacht nu, volgens art. 3 van de brandweer»
verordening, ontslagen te zijn van alle plichten
van de brandweer.
Gehoord wordt getuige A. Kbrandspuit»
meester, die vertelt dat verdachte bij den
brand tot hem gezegd had»Ik zou wel naar
huis toe willen*. Getuige had geantwoord
»Ik ook, maar dat gaat niet*. Getuige deelt
mede dat er met 2 spuiten gewerkt werd en
hij had gemerkt dat verschillende menschen
nog niet gegeten hadden.
Deze menschen heeft get toestemming ge»
geven om eén */2 uur naar huis te gaan. Ook
aan Kooman had get. gevraagd of hij nog
nog niets gegeten had en toen deze antwoordde
dat dit het geval was, had get hem verlof
gegeven een '/a uur te Saan eten» Verdachte
had get. toen toegevoegd je moet niet denken
dat ik bij jou op het land werk Ik ga naar
huis en kom niet meer terug. Je 1 zat maar
proces-verbaal opmaken.
De Kantonrechter zegt: Dat zou een rare
boel worden als ieder maar naar huis kon gaan
en wegblijven, het geheele dorp zou zoodoen»
de kunnen afbranden.
Verdachte: Ja, maar dat laat art. 3 van de
brahdverordening toe.
Het O. M.neen meneer, dat laat de brand»
weerverordening in 't geheel niet toe. Art. 3
zegt dat wanneer f 10 op het gemeentehuis
gedeponeerd worden, men het volgend jaar,
loopende van 1 April tot 1 April, vrij is van
plichten aan de brandweer. Dat is heel wat
anders. Het zou een rare boel worden als
ieder met f 10 te deponeeren weg kon blijven.
Verdachte begrijpt niet dat hij strafbaar is.
De kwitantie van de f 10 is toch geldig.
Het O. M.natuurlijk, is die geldig. Maar
is u zakenman moest u op 31 December 's
Zaterdags naar uw zaken terug. Begrijpt u
als zoo'n druk zakenman niet dat u met f 10
te storten niet van uw plichten ontslagen kan
zijn
Verdachte wordt veroordeeld tot f 6 sub.
6 dagen hechtenis.
C. V, 47 j., chaffeur te Rotterdam had een
andere auto'aangereden. Gehoord wordt get.
D. B en get. A. v O. en get. dicharge G. B.
Geëischt wordt f 15 sub. 15 dagen hechtenis.
Verdachte merkt op 8 jaar te rijden en nog
nooit iemand te hebben aangereden.
De Kantonrechter zegt dit in aanmerking
te zullen nemen, ook dat verdachte hier vreemd
is en de wegen heel gevaarlijk zijn.
Veroordeeld tot f 8 sub. 8 dagen hechtenis.
J. P.. 22 j., chaffeur te Oude Tonge, had
's nachts' op het Zandpad te Middelharnis
gereden zonder lichten op z'n auto.
Verdachte zegt dat de batterij kortsluiting
gaf en wegens het late uur kon hij het bij
niemand meer laten herstellen.
De Kantonrechter: Ja, dat is wel lastig,
maar dan had je de auto maar moeten laten
staan.
Geëischt wordt f 10 sub. 10 dagen hechtenis.
Veroordeeld f 8 sub. 8 dagen hechtenis
A. P. wegens dronkenschap en opgave van
valschen naam te Middelharnis. Geëischt resp.
f 15 sub. 10 dagen en f 15 sub 15 dagen
hechtenis. Veroordeeld tot 2 X f 10 sub.
2 X 10 dagen hechtenis.
H. D. 38 j., slagersknecht te Oude Tonge,
had te Den Bommel met zijn auto de maxi»
mum»snelheid overtreden.
Verdachte zegt nooit hard te rijden Het is
een oude wagen die niet zachter rijden kan,
hij rammelt hard als er hard gereden wordt.
Een teller heeft verdachte niet.
De Kantonrechterzoo, dus het harde rijden
controleer je niet met een teller maar meetje
af aan het harde gerammel.
Het O. M. wil rekening houden met het
feit dat verdachte nog nooit een overtreding
begaan heeft en eischt f 4,— sub. 4 dagen
hechtenis. Veroordeeld tot f 3,— sub. 3 dagen
hechtenis.
H. de W. wegens overtreding der Vïscherij
wet. Geëischt en veroordeeld tot f 2,— sub.
2 dagen hechtenis.
J K. 29 jarts te Sommelsdijk, reed met
zijn auto op het Dirkslandsche Korteweegje
en kwam in botsing met een auto bestuurd
door A v d. Tol, landbouwer te Stad aan 't
Haringvliet, die als leering achter het stuur
zat onder geleide van L. v. S. 19 jaar, chaf»
feur te Stad aan 't Haringvliet. Het was avond
en de botsing was van dien aard, dat aan
beide wagens groote schade werd aangericht,
zoodat ze beiden naar huis gesleept moesten
worden.
Verd. zegt dat get. A. v. d. T. niet tijdig
de lichten gedoofd had, zoodat hij verblind
geworden is, en niets meer zien kon.
Get. A v. d. T. zegt dat de lichten vroeg»
genoeg gedempt waren. Verd. bleef midden op
den weg rijden, en hoewel hij (get.) geheel
aan den kant zat, moest er toch een aanrijding
plaats hebben. Hij stelt een vordering in
van f 105,—.
De Kantonrechter zegtzoo hoog mag je
hier niet gaan. Dan moet u een civielen eisch
instellen.
Get L v. S. 19 j., meent dat de lichten wel
op 100 M. afstand gedempt zijn.
Het O. M. meent dat hier niet is komen
vast te staan dat de lichten tijdig genoeg ge»
dempt zijn. Het feit dat verd. midden op den
weg bleef rijden, pleit er voor dat de lichten
te laat gedempt zijn en verd. dus verblind is
geweest. Immers had verd. kunnen zien, dan
zou hij natuurlijk wel uitgeweken zijn. Wel
kan verd ten laste worden gelegd dat hij zijn
auto niet tot stilstand heeft gebracht Maar
dit is ook het eenige wat hem ten laste zal
kunnen gelegd. Er moet dus een veroordeeling
volgen, maar die kan heel licht zijn. Geëischt
wordt f 10,— sub. 10 dagen hechtenis.
Verd erkent dat hij had moeten stoppen.
Maar hij is niet alleen schuldig. Verd. krijgt
den indruk dat hier een civiele vordering
wordt ingesteld, omdat get. bekend is dat
verd.'s auto is verzekerd en die van get. niet.
Verd. wordt schriftelijk vonnis gewezen.
J. C. H. te Den Bommel had met zijn auto
niet behoorlijk uitgeweken. Geëischt f2,—sub.
2 dagen hechtenis. Veroordeeld f 3,— sub. 3
dagen hechtenis.
J. K. te Sommelsdijk, wegens overtreding
leerplichtwet geëischt f 4— sub 4 dagen hech'
tenis, veroordeeld f 3,— boete sub 3 dagen
hechtenis.
P. v. P. te Dirksland, wegens rijden met
paard en wagen aan de linkerzijde van den weg
feëisch' f 2,— sub 2 dagen hecht., veroordeeld
3,— sub 3 dagen hechtenis.
J. W. te den Bommel, had passeerende
personen uitgescholden en hen toegeroepen
«Zoo I doleerende honden, komt eens van je
fiets af 1* De zaak wordt aangehouden om
verbalisant te hooren.
C. H. had te Ooltgensplaat gereden zonder
licht f 5,— sub 5 dagen hechtenis.
C. G. had te Stellendam motorfiets gereden
zonder voorzien te zijn van nummer en rij'
bewijs, f 7,— sub 7 dagen hechtenis.
S. v. d. V. had op het Zandpad te Middel)
harnis zijn auto laten staan en verlaten zon»
der de motor in rust gebracht te hebben, ge»
eischt en veroordeeld tot f 5,— sub 5 dagen
hechtenis.
S. v. d. V. kon geen rijbewijs toonen, ge'
eischt f 5,— sub 5 dagen hechtenis en veroor»
deeld tot f 6,— sub 6 dagen hechtenis.
C v. d. M. 21 j. kruidenier te Oude Tonge,
reed met zijn auto aan de linkerzijde van den
weg, geëischt en veroordeeld f 5,— sub 5 dagen
hechtenis.
S. A. J. F., 18 jwinkelbediende te Oude
Tonge, reed met een auto met één voorlicht.
Geëischt f 10,— sub. 10 dagen Veroordeeling
f 5,— sub. 5 dagen hechtenis.
M. v. I., smid te Melissant, wordt ten laste
gelegd gereden te hebben met een motorfiets
zonder dat nummer en letterplaat behoorlijk
waren verlicht.
Verdachte zegt nog nooit met achterlicht
gereden te hebben, zjj zijn trouwens niet eens
in den handel.
Het O.M. zegt dat de nieuwe motor» en
rij wielwet op dit punt niet heel duidelijk schijnt.
Alt. 8 van de motor» en rijwielbeschikking
handelt over motorrijtuigen op meer dan twee
wielen en art. 9 volgt dan met de bepaling
dat het nummer met letter aan de achterzijde
van het rijtuig helder verlicht moet zijn, hetzij
door beschijning, hetzij door middel van een
transparant. De vraag is of dit alleen geldt
voor motors op 4 wielen of ook voor motors
op 2 wielen. Verschillende Kantonrechters
hebben hier in verschillenden zin beslist.
Het O.M stelt zich op het standpunt dat
het wel verlicht moet zijn. Geëischt wordt
f 5,— sub. 5 dagen hechtenis.
Verdachte wordt schriftelijk vonnis gewezeD.
H. H. reed te Middelharnis zonder licht
Geëischt en veroordeeld tot f 5,— sub. 5 dagen
hechtenis.
H. S. idem.
M v. d. B. reed te Dirksland met auto
zonder achterlicht. Geëischt en veroordeeld
tot f 6,— sub. 6 dagen hechtenis.
TRAGISCH AUTO-ONGELUK
BIJ LEIDEN.
TWEE GEESTELIJKEN VERDRONKEN.
Woensdagavond omstreeks vijf uur is een
auto, waarin gezeten waren de deken van Delft
pastoor Höppener en de kapelaans van Diest
en Janus uit Delft in de nabijheid van Leiden
te water geraakt.
Het gezelschap was des middags om half
vier per auto uit Delft vertrokken naar War
mond, om prof. J. D. J. Aengenent op zijn
verjaardag te gaan gelukwenschen.
Om half vijf kwam men te Leiden aan en
men reed, omdat er nog wat tijd over wap,
eerst eenige singels rond, om vervolgens naar
Warmond te gaan. Toen de auto de Spanjaards-
brug was gepasseerd, werd den inzittenden
duidelijk, dat zij den weg naar Utrecht waren
ingeslagen. Om zich hiervan te vergewissen
is de bestuurder Van Zon uit de auto gestapt
an toen zijn vermoeden Juist bleek, wilde hij
keeren. Bij het achteruitrijden is de auto toen
van den steden wegkant in den Rijn gegleden.
Onmiddellijk schoot een aantal voorbijgan
gers met een bootje toe, om te trachten de in
zittenden te redden, doch dit ging met groote
moeilijkheden gepaard, omdat de auto geheel
onder water zat en het portier niet open te
krijgen was.
Kapelaan Janus en de heer van Zon, die
uit het voertuig hadden weten te komen, nadat
de autokap was stuk gehakt, werden door
handreiking gered. Op den kant hebben zij
nog aan de pogingen tot redding van de beide
anderen trachten mede te werken.
Kapelaan Janus en de heer Van Zon werden
per auto naar het St. Elizabethsgasthuis ver
voerd.
Terwijl de auto in het water lag heeft de
deken Höppener nog zijn hand uit het voertuig
gestoken en men heeft nog gepoogd hem bij
de hand uit het portier te trekken. Dit mocht
echter niet gelukken, ondanks het feit, dat ver
schillende personen zich gekleed te water be
gaven. Eerst na ongeveer twintig minuten, nadat
ten slotte meer afdoende hulp was komen op
dagen, heeft men beiden uit den auto kunnen
bevrijden. Zij werden terstond binnengedragen
in de woning van den scheepsbouwer Boot,
waar enkele doktoren met een zuurstofapparaat
nog ongeveer een uur bezig geweest zijn om
te trachten de levensgeesten weer op te wekken,
echter zonder resultaat.
De beide lijken zijn daarna per lijkwagen
naar het St. ElizabethsgéWcht overgebracht.
De toestand van kapelaan Janus en van den
bestuurder Van Zon was Woensdagavond laat
redelijk wel. Een der helpers werd door glas
scherven aan de hand gewond.
Deken J. B. J. M. Höppener werd geboren
te Amsterdam 22 Maart 1874. Hij studeerde
gewijd 3 April 1897. Ongeveer 3 jaar is hij
achtereenvolgens aan de beide seminaria te
Voorhout en te Warmond en werd priester
kapelaan geweest te Dordrecht. Op 7 Jan. IJ.
werd hij benoemd tot deken van Delft, waar
hij bij alle gezindten een geziene persoonlijkheid
was.
Kapelaan P. Th. van Diest werd geboren
te Weesperkarspel 22 Juli 1890. Hij is drie
jaa rte Loosduinen geweest en werd in 1920
benoemd te Delft.
VEELBELOVEND.
Te Leipzig is een 18-jarige jongen, die als
jongste bediende bij een bank werkzaam was,
er met 25.000 mark van door gegaan.
WAT ER AL NIET GEDRUKT WORDT.
De Radio-Expres tikt de Radio-Bode wegens
haar vertaling van Engelsche programs aldus
op de vingers
„Zondag 26 Februari, 8.20, Godsdienstoefe
ning uit de Parijsche kerk, Stoke-on-Trent
Voorganger Rev. D. H. Crick, S. B. Zang
door het koor varftde Parijsche kerk. Organist
Mr. W. Griffith.
Nooit geweten, dat die Engelschen er
„Parijsche" kerken op na hielden (Of zou er
in het Engelsche programma staan „from the
Parish Church", d. i. wat men bij ons wel
de parochiekerk noemt!)
Donderdag 23 Februari, 3.50 Rev. W. H.
Elliot: „The seamy side of life" a lenten adress.
Deze voordracht zal gedurende de lente
iederen Don'derdag voortgezet worden.
Prettig, die voordrachten gedurende de
„lente" Jammer alleen dat het alweer mis is:
Er zal wel gestaan hebben: „during L e n t",
d.i. gedurende de „vasten", de 40 dagen voor
Paschen".
We praten en schrijven heel wat af over
vereenvoudigingvan het leven, om daardoor dan
te komen tot vergemakkelijking van de taak der
huisvrouw.
Vergemakkelijking van onze taak, daar willen
we allemaal wel aan.
Als we zoo eens zien, wat daarvoor gedaan
wordt, dan zouden we, vergelijkende de primi
tive hulpmiddelen waarmede vroeger gewerkt
moest worden, wel zeggen, dat een huisvrouw
bijna niets te doen heeft, en wie een gezin
heeft en zich 's middags even tot rusten zet,
voelt zelve wel aan den lijve, dat er inderdaad
nog wel heel wat te doen over bleef.
Nu kan ik zelf over ervaring van tientallen
jaren vroeger niet praten, maar een veel, veel
oudere, die eens bij mij was, bezong den lof
der vorige tijdén, toen het leven nog zoo rustig
was.
Dat oude leven had zoo veel bekoorlijks. De
morgen was gewijd aan allerlei huishoudelijken
arbeid, de middaguren vond de vrouwelijke huis-
genooten vereenigd rondom de groote huiska
mertafel, waar ieder zich beijverde om eigen
taak van het gezinsnaaiwerk te volbrengen.
De avonduren bracht men weer tezamen in
de groote huiskamer door, waar de vrouwen
weer breiwerk of ander handwerk vonden, ge
schikt om bij het sober licht dier dagen te
worden gedaan.
In de bezigheid was toch rust.
En dan het huiswerk in de morgenuren. Er
was geen stofzuiger, geen gaskachels of gas-
comforen, geen electrisch strijkijzer, geen, ja
noem maar op al de uitvindingen op huishou
delijk gebied, die nu ons werk vergemakkelijken.
Geen helder gaslicht of electrisch licht verge
makkelijkte den arbeid in de avonduren of
korten winternamiddag.
En het naaien, allep met de hand, naai
machines waren er niet, en toch was er meer
tijd, meer rust dan nu, nu alles machinaal ge
daan wordt.
Zoo werd bezongen den lof der vroegere
tijden.
Het zal zoo wel gegaan zijn in breede kringen
van ons volksleven, ik vertel na wat ik hoorde,
zelf heb ik dien tijd niet meegemaakt.
Tegenover dien lof van het voorbijgegane
kwam te staan de aanklacht tegen onzen tijd,
er wordt zooveel werk bespaard en toch nooit
tijd over.
Het naaien zoo veel vlugger gedaan op de
naaimachine.wordt door velen al niet meer
gedaan. Men gaat naar den winkel, kijkt en
past eens wat, betaalt en alles is in éénen klaar.
Om ons 't koken, schoonmaken van groenten
e. d. te vergemakkelijken zijn tal van dingen
uitgevonden.
Maar wat hebben we 't toch altijd nog druk.
Hoe komt dit dan toch
Om tot een antwoord te komen, zouden we
de geheele levenswijze van vroeger en nu moeten
gaan vergelijken.
Vergelijk eens de huizen. Men bedenk na
tuurlijk wel, ik bedoel de bewoning der groote
pjassa van onp volk, dat de gegoede stand en
rijke handelswereld niet in een sobere behuizing
woonde, bewijzen wel de oude, ruime en weel
derig ingerichte patriciërshuizen van de havens
en singels van oude steden, nu grootendeels
voor zakendoeleinden gebruikt. Neen, maar ver
gelijk eens de huizen van den gewonen midden
stand en burgers.
Dan de meubileering van alles.
Men is nu niet meer tevree, of men moet
salon, huiskamer, slaapkamer, logeerkamer heb
ben, alles keurig met, moderne meublementen
ingericht. Als 't kan is 't prettig. Overal moet
zeil, kleed en loopers liggen. In één woord, alles
moet in orde wezen. Dat niet alleen, maar het
moet ook in orde BLIJVEN. Dat eischt dage
lijks zorg en onderhoud. De mooie ameuble
menten moeten er ook keurig uit blijven zien.
Daar hebben we alle dag veel tijd voor
noodig.
Doch niet alleen het huishouden, door uit
vindingen veel vergemakkelijkt en op andere
wijze weer verzwaart, vraagt veel van ons, het
leven der buitenwereld heeft ook meer (zelfs
meer dan we misschien denken) beslag gelegd
op 't vrouwenleven.
We kunnen zoo maar zonder meer die tijden
niet gaan vergelijken. Vroeger was 't goed, nu
is er ook heel veel goeds, mitjs we de gaven
van dezen tijd goed gebruiken.
M'n beste nichtjes en neefjes
De menschen zeggen weieens „ik heb geen
tijd om lang te praten", zoo is het mij nu
ook. Kijk jullie maar eens naar al die briefjes,
dan begrijp je alles wel.
Even nog de prijswinster^ noemen
COOTJE BARENDSEN te Middelharnis,
een boekje Van een klein meisje en een
groote klok.
en
MARTIENTJE VERKERK te Sommelsdijk
een boekjeGroote werken.
Nou, kinders, veel groeten hoor.
Jullie TANTE TRUUS.
Jacoba G. K. te Stad aan 'f Haringvliet. Toen
ik langs jullie school reed, zag ik wel veel
kinderen spelen, het was juist half vier of vier
uur, maar ik kan toch niet aan ieder gaan
vragen: ben jij nu Ko K. Dat ging niet. Ik
vind, dat jij nu een heel prettig opschrift boven
den brief gekozen hebt.
Greta S. te Middelharnis. Jij hebt een ver
bazend goede verjaardag gehad. Die ballen kun
je best gebruiken met zooveel meisjes, hè Als
'k tijd had, kwam ik mee doen.
Lien Z. te Middelharnis. Als je niet veel tijd
hebt, kan je niet veel schrijven. Dat overkomt
me ook wel eens. Nu hoo ik wel op de vol
gende maal.
Co P. te Middelharnis. Ik kan wel merken,
dat je wat ongeduldig naar je verjaardag ver
langt. Maar het is toch heusch zoo lang niet
meer, hoor. Ik moet nog veel, veel langer wach
ten. Vader en Moeder de groeten terug.
Johan de V. te Ooltgensplaat. Nu was de
brief prachtig op tijd. Zeg, vischvanger, als
jij van den zomer weer uit visschen gaat en
je hebt zoo'n goeden vangst, stuur mij per brief
dan maar wat visch op. Ik reken er op, hoor
Jannetje G. te Ouddorp. Hoe vind jij 't wer
ken op de naailap Het is nog al precies, hé
Ja, pe hebben een flinke familie, maar nu is
die weer buitengewoon uitgebreid.
Corrie A. G. te Ouddorp. Jullie teekeningen
heb ik ook ontvangen. Van Ouddorp heb ik
er aardig wat in onze familie. Schiet je al op
met 't breiwerk
Marie C, W. te Middelharnis. Dat was een
droevig bericht wat jij me schreef. Hoe gaat
het nu met dien oom? Ik herinner mij nog
heel goed, wat jij mij vroeger geschreven hebt.
Het gedicht is prachtig hoor. 'k 'Zal het be
waren.
Martientje V. te Sommelsdijk. Nog een week
je geduld, dan weet je den uitslag van den
teekenwedstrijd. Ja, al die teekeningen te be
kijken is een leuk werk, maar nu precies te
zeggen, wie de prijzen verdienen, dat is moei
lijk, hoor. Als ik daaraan denk, slaap ik er
niet van.
Henk S. te Middelharnis. Ja zeker, mag je
raadsels inzenden. Wel tien tegelijk, 't Gedicht
bij de teekening is heel, heel mooi. 't Wordt
wel eens geplaatst.
Elisabeth A. te Ouddorp, Jij bent een aardig
teekenaarstje. Elke veertien dagen krijg ik van
die leuke teekeningetjes. Leuk dat je school-
buurtje ook met ons meedoet. Maken jullie nu
heel geen grapjes meer. Toch wel eens even
Doe Vader, Moeder, W. K„ M. E. C. J. en
H. de groeten terug.
Ma K. te Sommelsdijk. Het is wel wat laat
maar wil je Moe toch nog van mij feliciteeren.
Zulke vrije dagen beval nog al hé?
Thomas K. te Sommelsdijk, Toen ik die mooie
auto zag kreeg ik zoo'n zin om een mooi ritje
te maken, maar,maar we konden de auto
niet op gang krijgen, anders was ik jou wel
komen aanhalen voor een toertje.
Thijs L. te Middelharnis. Er is toch anders
nog al wat keus om te teekenen. Als ik mee
mocht doen aan onzen wedstrijd dan wist ik
het wel, maar ik kan mijzelf toch geen prijs ge
ven, vindt je wel
Gerrlt P. te Numansdorp. Zoo neef, weer hee-
lemaal beter. Gelukkig hoor. Hoe lang ben je
van school thuis geweest Zeg neefje hoe kwam
het dat Moe ook blij wap dat je weer naar
school kon? 't Is wel gezellig samen thuis of
was je niet altijd erg stil Schrijf het me maar
gerust hoor. Ik zal het niet verder vertellen.
Marie K. te Achthuizen. De tijd naar je ver
jaardag gaat nu opschieten. Vindt je 't prettig
dat je van school afgaat. Wat ga je dan doen
Misschien kan Moeder je hulp wel gebruiken.
Johan de V. II te Ooltgensplaat Je hebt met 't
oplóssen heel goed je best gedaan hoor. Je zult
eens zien als je het wat langer doet, hoe gauw
je de oplossingen dan vindt.
Claartje U. te Middelharnis. Wat een verja
ringscadeau heb jij gehad. Ik zou haast jalours
worden op je. Nu kan je fijn gaan handwerken.
Doe jij allen de graeten terug en jij krijgt er van
mij evenveel terug als ik er onderaan den brief
van jou kreeg.
Jaapje A. van L, te Middelharnis. Ben je nog
uitgeweest. Ik hoop voor jou van wel hoor.
Zoo'n dag zal voor broer ook wel leuk zijn. 'k
Ben blij dat je de prijs zoo mooi vond.
Abram W. te Stad aan 't Haringvliet. De
raadsels kon ik wel gebruiken, maar je vergat
er de oplossingen bij te zetten en ik heb heusch
geen tijd om de oplossingen te zoeken. Hoe is
't met je broertje
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Jammer
van de fout hé Maar ik was blij, dat ik jullie
briefjes nu weer zag. Jullie bent zulke trouwe
klantjes. Moeder de groeten terug.
Betje K. te Achthuizen. Elk op z'n beurt krijgt
wel eens een prijs. Maar ik moet zooveel nicht
jes en neefjes te vrind houden.
Liena K. te Achthuizen, Ik kreeg van jullie
drieën wel een dikken brief hoor. Jij kunt ook
al een aardig lang briefje schrijven.
johan H. Mastenbroek te Middelharnis. Van
jou heb ik eigenlijk twee brieven te beantwoor
den. Het raadsel dat je inzond kan ik best ge
bruiken. Ik zal het binnenkort wel eens in ons
hoekje zetten.
Geerje V. i. d. W. te Middelharnis. Hoe heb
je die kleedjes gemaakt, 'k Wilde dat ik ze eens
zien kon, want mooie handwerken zie ik graag.
Wordt het kleedje groot?
Grietje F. te Sommelsdijk, Ik feliciteer je nog
wel met de jarigen. Jou verjaardag komt ook wel
gauw hoor. Leuk dat je vriendinnetje al een
prijsje gehad heeft. Ze heeft het je zeker wel
laten zien Dank voor het raadsel.
Maarten G. van N. te Sommelsdijk. Ben je nu
weer beter Met dat weer wordt je gauw ver
kouden. Is moeder zao gauw jarig. De verzen
zijn werkelijk o zoo mooi.
Suze K. te Sommelsdijk. Hoe maak je dat
kleedje. Je hebt gelijk er ijs nog wel een poosje
tijd voor. Maar als het mooier weerwordt ga je
zeker buiten spelen en dan schiet de tijd wel op.
Is 't breiwerk al af
Gretha van der K. te Andelst. Je hebt nu ze
ker je prijs wel ontvangen. Wat dom hé dat
die jongen niet stil blijft zitten, dan was hij
misschien spoedig beter. Wat heb je aardig
over kleinen broer geschreven.
Leentje van O. te Ouddorp. Het lijkt mij van
Ouddorp een heel reisje naar Rotterdam. Vond
je het prettig in de drukte of houd je meer van
Ouddorp.
Pieter A. L. te Melissant. Wat echt, dat jij
nu eigen konijntjes hebt. Zijn 't grijze of witte
'k Vind het zulke aardige diertjes omte zien.
Waar is die eendenkooi? 'k Weet die nu niet
te vinden geloof ik. Zijn daar veel eenden
Arentje van V. te Melissant. Je bent welkom
bij ons, hoor nichtje. Aardig, dat je buurjongen
ook meedoet. Naai je graag Kom dan mij
maar helpen.
Willem B. te Sommelsdijk, Wel, wat had ik
in een poos niets van jou gehoord. Gelukkig,
dat de zieke weer beter is. 'k Kan best begrijpen
dat je daar heel blij om bent. Dank voor die
raadsels.
Teuntje T. te Goeder'eede. Beginnen jullie al
aan de schoonmaak te denken. Ik doe het niet
graag, maar ik woon niet in een winkel, dan
had ik immers heelemaal geen tijd om zooveel
brieven te beantwoorden.
Dina C. van derV. te Asperen. Jullie teeke
ningen heb ik ontvangen en met de raadsels
mag je meedoen, hoor. Wat woon jij een eind
weg. Ik ben er wel eens dichtbij langs gefietst.
Ben van der V. te Asperen. Jij mag ook mee
doen, hoor, met onze groote krantenfamilie. Kom
je wel eens op Flakkee Dan zie ik je mis
schien wel eens.
Lambet'tus O. te Dirksland. Ook al een nieuw
neefje, dat welkom bij ons is.
Leen V. te Sommelsdijk. Je hebt je best ge
daan voor den eersten keer. Blijf maar een
trouw raadselneefje.
Janetje V. te Sommelsdijk. Net als je broer,
hartelijk welkom bij ons.
Jan S. te Middelharnis. Zoo, Janneman, vind
jij 't zoo leuk, dat je mee mag doen, nou ik
ook hoor. Die Gré heeft toch maar een een
fijn cadeau gehad, hé
Hesje van D. te Middelharnis. Zoo nieuw
nichtje, ik kan jou al in eens feliciteeren met
je verjaardag. Heel veel nichtjes en neefjes
schreven mij al, dat ze 't kinderuurtje van de
radio zoo mooi vonden. Het kinderuurtje heb
ik nog nooit gehoord. Zelf heb ik geen radio
en bij een ander durf ik op 't kinderuurtje niet
gaan luisteren, ze zouden misschien zeggen,
dat ik te groot voor 't kinderuurtje ben.
Corrie G. II te Ouddorp. Afgesproken hoor,
kom jij me maar afhalen, maar hoe kennen we
elkaar dan. Zet jij dan een oranje hoed op ea
wat moet ik aan doen, roode kousen, om me
goed te laten kennen. Dat zou een grap worden
zeg.
Teunis R. te Ooltgensplaat. Wel, nieuw
neefje, wat begin je goed. Jij schrijft me zoo
maar in eens een brief vol nieuwe raadsels.
Hartelijk dank, hoor.
De oplossingen zijn
I. Klei, lei, ei.
II. Arm band, armband.
III. Een aardappel.
Nieuwe raadsels t
I. Ingezonden door Corrie G. II te Ouddorp
Diep in de zee geboren en ben ik schatten
waard en 'k kan het oog bekoren. Wie ben ik
II. Welke vischnaam wordt door verande
ring der laatste letter een vloerbedekking
III. Het geheel bestaat uit 25 letters, en is
een bekend spreekwoord.
Een 1, 3, 19, 25 is een hoofddeksel.
Beter één 12, 8, 15, 16, 21 in de hand dan
tien in de lucht.
Een I, 2, 14, 25 is een viervoetig dier.
Flinke jongens zijn nooit 6, 13, 24, 4.
22, 23, 21, 21, 10, 9 is een jongensnaam.
18, 20, 5, 11 is een grondsoort.
Een 15, 13, 17, 4 is in bijna elk huis.
15, 7, 9 gebruikt men om te plakken.
De oplossing kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
23 Maart worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldebode",
SOMMELSDIJK