e Advertentiën. 25-iarig MeiijMesi, Uit de Pers. Gemengd Nieuws. VARIA. Marktberichten. Dankbetuiging. AOTOMUS JOHAMIES DE UIEERD D a nkbetuiging. Ondertrouwd TOOSJE MIJS 29923 EN A. C. BAKKER Arie Blokland, Arie Blokland, J. B ZAAIJER. De Secretaris, 29916 J. VAN HEEST. Eenige algemeene hennisgeuing. TEUI1TJE IfARGRETHA JOPPE, GERRIT LODDER DANA WITTEKOEK GIESJE ZAAIJER CORNELIS JOHANNIS 40 Jarigo Echtvereniging Ondergeteekende be tuigt door deze zijn wdgemeenden en hartelijken dank aan den heer JEROEN DIJKERS wonende Waterweg te Middelhar nis, voor het redden van zijn zoontje uit de haven aldaar, welke zonder deze hulp zekerlijk ware ver dronken. 29921 L. DOORNHEIN. Rotterdam, Fuikstraat 19a. AGENTEN millioen gallons stortte zich met geweld over het land en richtte ontzaggelijke verwoestingen aan. Dertig arbeiders die bij den dam werkten, zijn verdronken. De watermassa baande zich een weg naar het Zuiden en vernielde de rails van de Southern Pacific Railways. Tegen 4 uur in den morgen had het water San Pedro bereikt, maar "gelukkig kon de watermassa in het bed van de rivier van denzelfden naam worden geleid. Het ergste onheil werd te New Hall aangericht, waar 150 personen den dood vonden. Het bericht, dat de oorzaak van de catastrofe in een aardbeving gezocht moet wor den, is niet bevestigd.Sedert 10 uur zijn 600 man bezig met de bergingswerkzaamheden. Er zijn reeds 100 lijken geborgen op de plaats waar de dam is doorgebroken. De politiechef van Los Angeles heeft 1000 agenten naar de plaats des onheils gezonden. De schade wordt op 30 millioen dollar geschat. Volgens nadere berichten uit Los Angeles schijnt het wel zeker, dat 500 oersonen om het leven zijn gekomen. De staat van beleg is in het overstroomde gebied afgekondigd. Daar de ramp 's morgens te 1 uur plaats had werden velen in hun slaap overvallen, die niet meer konden vluchten. Alleen in het Santa Clara-dal moeten 175 personen het leven hebben verloren. Tal van bruggen werden verwoest. In den beginne was slechts een deel van den stuw dam doorgebroken door het aanhoudende re genwater der laagste dagen hadden zich evenwel groote watermassa's opgehoopt, welke een groo- ten druk uitoefenden, waardoor de dam niet verder stand kon houden en verdere doorbraken volgden. Volgens heden ontvangen telegrammen uit Californië zijn 270 lijken geborgen, terwijl er nog ongeveer 800 personen worden vermist. Hst aantal dooden is dus belangrijk grooter dan in de eerste berichten werd gemeld en zal zeker meer dan 1000 bedragen. Het geheele dal is in een woest watermassa herschapen. De stroom duurt nog steeds voort. Tot op 10 mijl afstand van de plaats waar de stuw is doorgebroken, is alles weggespoeld. Boven de watermassa ziet men het eerst de ruïne van de lectrische centrale, die op 12 mijl afstand van den dam stond. De brug in het dal, die op 17 mijl afstand stond van dien dam is verwoest. Groote vlakten aan weerskanten van den stroom zijn met slijk bedekt. De waterma|Ssa's zijn tot op 35 mijl afstand van Los Angeles genaderd, doch de stad Los Angeles zelf, evenals San Fernando, loopen geen gevaar in verband met de tusschen-lig- gende heuvels. De stad Santa Paulo heeft het meest geleden evenals New Hall. Het spoor wegnet van de Southern Pacific Railroad, dat de verbinding met het dal vormt, is grooten- deels weggespoeld. Over de oorzaak van de ramp tast men nog steeds in het duister. Een aardbeving wordt zeer onwaarschijnlijk geacht. Het wordt zeer wel mogelijk geacht, dat het water reeds sinds maanden den dam ondermijnde en dat de dam zich ten slotte na de laatste werkzaamheden in de omgeving, waarbij dynamiet-ontploffingen tnoodig waren, zich heeft begeven. Het middengedeelte van den dam id blijven staan, terwijl de beide uiteinden zijn wegge spoeld. Het is onmogelijk verbinding te verkrijgen met de plaatsen Piru en Fillmore, die op den weg van de vloedgolf liggen. Een boer, die nabij Fillmore woont, meldt dat op zijn boer derij vijf lijken aanspoelden. Een correspondent van de „Associated Press" die tot in het gebied van de ramp wist door te dringen, maakt melding van ontzettende tooneelen, die zich afspeelden onder de over levenden, die buiten zichzelf en handenwringend, slechts zeer onvoldoende gekleed, naar de hunnen zochten. Bij de dambreuk ontstond even een licht schijnsel tengevolge van korsluiting bij het af breken van dé electrische sterkstroomleiding. Het hoofd van het sanatorium te Saucus merkte dit lichtschijnsel op en trof met zijn assistenten onmiddellijk maatregelen om te helpen. Het „Friesch Dagblad" (A.R.) schrijft HUGO VISSCHER. De houding, door Prof. Hugo Visscher bij de behandeling van het wetsontwerp-Zijlstra aan genomen tegenover de Anti-Rev. Kamerclub, deed hoogst onaangenaam aan. Men vraagt zich af, of de professor, zoo hem de opdrijving van de onderwijsbegrooting buitengewoon ter harte ging, niet beter had gedaan, zijn geschut te richten tegen de over bodige en in de gegeven omstandigheden on zinnige uitbreiding van de leerplichtwet en de instelling van het zevende leerjaar, in stee van tegen het initiatief-voorstel-Zijfstra. Iets meer dan drie en een half millioen ware beter het ingrijpen waard geweest, dan ruim anderhalf millioen. Toch fprong de Anti-Rev. Professor voor het laatste in de bres, zeer tot genoegen van de conservatieven envernam men voor het eerste zoo goed als niets van zijn invloed. Nog onaangenamer werd men getroffen door het beroep op de uitlating van Groen, als zou hier geen reden geweest zijn voor gebruikma king van het redit van initiatief. Groen wilde slechts gebruik gemaakt van het recht van initiatief bij de klemmendste con sciëntie-vraag en dan nog in geval van onwil bij de regeering sprake wap. Het een zoowel als het ander ontkende de heer Hugo Visscher. Ons wil het voorkomen, dat het één hier te veel op de spits gedreven werd en dat het ander ten volle bestaat. Het initiatief-voorstel van de wet is en blijft een advies aan de regeering; meer niet. Zelfs de Kamers, zoo zij het initiatief-voorstel heb ben aangenomen, maken het nog niet tot wet. De eenige macht, die een wetsvoorstel tot wet maakt, de eenige feitelijke wetgevende macht in den Staat, is die van den souverein bij de gratie Gods. Het ijs niet zoo, dat de Koning de wetgevende macht met de Staten-Generaal deelt, maar, spijt alle bewoording van de Neder- landsche grondwet, bezit de Kroon de 'wetge vende macht alleen. Het recht van initiatief is geen wetgevende macht; slechts de macht tot voorstel van wet, dat, zonder Koninklijke be krachtiging, nimmer wet worden kan. Endaarom was iemand als dhr. Rutgers dan ook tot gebruikmaking van dit recht overge gaan, bij zijn voorstel tot herziening der drank wet, zonder dat van een klemmende consciëntie- vraag sprake was enzonder dat men hoor de van de overwegende Drincipieele bezwaren, die prof. Hugo Visscher daartegen zou hebben gehad. Waarom dan nu aan Zijlstra de les gelezen Men ontkomt zoo moeilijk aan den indruk, dat zekere Groene Amsterdammer-ge schiedenissen van invloed zijn geweest op deze principieele „opscherping". En zulks te meer, omdat wel degelijk van onwil bij de regeering moet worden gesproken, om de kleine scholen te helpen, eer dat men tot vervroegde instelling van het verplichte zevende leerjaar en zelfs tot instelling van de vervroegde zeven^ a achtjarige leerplicht was overgegaan. Wat toch was het geval Het eene sloot het andere uit. De regeering, de kleurlooze regeering, had geld disponibel. Zeide dit althans. Vandaar, dat de jerimiade over de berooide schatkist in dit verband geen zin heeft. Het geld was er; het zou uitgegeven worden ook. Het was alleen maar de vraag, of het voor de leerplicht en dus voor de uitbreiding van Staatszorg zou worden besteed, dan wel voor gladstrijken van plooien in de bezuiniging, die met name op de kleine scholen drukten. Prof. Visscher stelde zich vooral tegen het laatste teweer en liet cte uitbreiding der Staats bemoeiing zonder veel opzien te verwekken, langs zich heengaan. Hij make uit, in hoeverre zulks nu Anti-Rev. was Maar de regeering wist, toen zij voor de leerplicht koos, dat dit inhield, gezien de mid delen, een kiezen tegen de kleine plattelands- school, die onrecht leed en onrecht lijden zal. Zijlstra greep naar het middel van het initia tief-voorstel. Afs uiterste middel. Omdat absoluut vaststond, dat van de regee ring, ook nu er geld beschikbaar kwam, geen stap was te verwachten, om hier de kleine school uit het moeras op te heffen, en aan het onbillijk-werkende assistenten-stelsel een einde te maken. Wie hem hierover hard valle, wij niet DE LAATSTE WEENER. Bijna overal komen thans minder kinderen ter wereld dan vroeger, ma ar nergens, zoo klaagt dr. Ludwig Karell in de Neue Freie Presse, is de vermindering zoo sterk als in Weenen. In 1926 had de Oostenrijksche hoofd stad ten minste nog een geboorte-overschot van ongeveer 28.000 zielen. In 1927 was dit in een tekort van 2300 veranderd; d. w. z. er stierven dat jaar ongeveer 2300 menschen meer dan er geboren werden. Als dit cijfer nog niet meer stijgt, zal toch de laatste Weener het jaar 2570 niet meer beleven. De Mohicanen waren in twee eeuwen tijds 'uitgestorven, de Weeners zullen er driemaal zoo lang over doen. Uit Coopers roman weten wij hoeveel er aan den laatste der Mohicanen verloren is gegaan. Hoe veel zal dat niet aan den laatsten Weener zijn Frankrijk is nog in gunstiger positie dan Wee nen. De grafsteen van den laatsten Franschman zal het jaartal 3047 dragen. INBREKERS ALS CAMOUFLAGE KUNSTENAARS. Zaterdagnacht werd er ingebroken in een warenhuis in Forest Hill te Londen. Er sliepen ongeveer dertig menschen in kamers boven dien winkel, maar geen hunner heeft iets ge merkt. De inbrekers begonnen met rubberhand schoenen uit de kaoetsjoek-afdeelingaan te trek ken om geen vingerafdrukken achter te laten en vervolgens een grooten buit aan bontman tels, japonnen, coupons zijde, heerenartikelen enz. te vergaren en in te pakken. Vervolgens braken zij in de garage in en stalen een vracht auto, die zij op het binnenplein met reclame biljetten van een krant beplakten, en waarop al het gestolen goed geladen werd. Toen de politie den wagen over straat zag rijden, hield zij hem voor een kranten-auto die ochtendbladen wegbracht. Te Ley stone losten de inbreker,s hun buit, zij lieten de auto op straat staan en pas daarna begreep men, dat er iets bijzonders gebeurd was. AUTO.ONGELUK BIJ LEEUWARDEN De bestuurder dood. Bij Leeuwarden is op den Groningerstraat' weg een auto uit Holland in snelle vaart op een veewagen gereden. De auto sloeg over den kop en werd vernield. De bestuurder werd gedood en twee inzittenden zijn ernstig gewond. Nader wordt gemeld Een Chevrolet, bestuurd door den heer Van Bommel, uit Groningen, vertegenwoordiger van de firma Burman uit Amsterdam, wilde een vee.auto van den heer Buruma, uit Rijper- kerk, passeeren. Op dat oogenbbk passeerde ook een wielrijder De heer Van Bommel week voor dezen uit, tengevolge waarvan zijn auto door een der wielen van den anderen auto werd gegrepen. De Chevrolet sloeg over den kop en kwam tegen een boom terecht. De heer Van Bommel kwam onder den auto terecht en werd daar dood onder vandaan gebaald. In den auto zaten verder nog de heereD F. H. van Wolde en J. G. Buning, handelsreizi gers uit Groningen. Zij werden uit den wagen geslingerd en kregen met ernstige verwondin- gen aan het hoofd. De auto werd geheel vernield. De heer Buruma werd eveneens van zijn wagen geslingerd en bleef bewusteloos op den weg liggen. Hij heeft een hersenschudding gekregen en is naar het St. Bonifacius-hospitaal te Leeuwarden overgebracht. Het lijk van den heer Van Bommel en de beide andere gewon den zijn naar het Diaconessenziekenhuis te Leeuwarden vervoerd. Ernstig ongeluk met een pistool. Te 's-Gravenhage is op het Prins Mauritsple'n een ernstig ongeluk gebeurd, dat echter geluk kig nog vrij goed is afgeloopen. De heer C J. G., wissellooper van de Twent- sche Bank, wonende in de Kepplerstraat, wilde toen hij uit het bijkantoor van genoemde bank instelling aan het Prins Mauritsplein kwam, een automatisch pistool, dat hij steeds bij zich draagt om zich in gevai van nood te kunnen verdedigen, uit den achterzak van zijn pantalon halen om het in zijn jas te bergen. Toen bij echter het pistool uit zijn zak haalde, ging het eens klaps af. De man werd door 4 schoten in de heupstreek getroffen. Bloedend zakte hij ineeen. Omstanders waarschuwden den geneeskun digen dienst en brachten den wisselooper in een apotheek. Later is hij door den genees kundigen dienst naar het ziekenhuis gebracht. Zijn toestand is redelijk Onregelmatigheden. De in een ledenvergadering van de afdeeling Monster der Veilingvereniging Westland sa mengesteld fustcommissie van 5 personen, die tot taak had, de onregelmatigheden in de fustcontröle aan de veiling te onderzoeken, heeft Vastgesteld, dat het tekort ongeveer 4000 gulden bedraagt. De mandenmeeester aan deze veiling is in verband hiermee ontslagen. Het bestuur heeft erkend, wegens gebrek aan con trole mede schuld te dragen. Voorts is men er algemeen van overtuigd, dat uit de veiling- loodsen fust ontvreemd is. „ALS IN DEN SLAAP". Tijdens de revolutie in 't laatst der 18e eeuw trok het Fransche volk naar Versailes, waar de Koninklijke familie zich bevond, drong het slot binnen en sleepte wat waarde had er uit. Het heele kasteel werd leeggeplunderd. Menig een, die aan dien rooftocht meedeed, heeft zich, tot bezinning gekomen, over zijn diefstal ge schaamd, en stellig heeft niet een er genoegen van gehad; onrechtmatig verkregen goed gedijt niet. De zegen Gods, waaraan toch alles ge legen is, rust er niet op. Een der Vandalen had onder meer een in den hoek gesmeten kruisbeeld opgeraapt en mee genomen. Hij meende eerst iets van waarde te hebben gevonden, maar later ging hij denken, dat het voorwerp eigenlijk 't bewaren niet waard was, en hij wierp het op den rommelzolder. Daar bleef het liggen tot 1834, in welk jaar de man,, die een kruidenierszaak had opgezet, stierf. Vrouw en kinderen had hij niet, waarom zijn erfgenamen het door hem nagelatene publiek lieten verkoopen. De meqjschen uit de voorstad kwamen er op af, en de veiling begon. In deze voorstad woonde ook een jonge schil der, die straatarm was. Hij was inderdaad ie mand met talent, maar hij bezat, evenals zoo vele kunstenaars, geen geld; hij had ook geen aanzienlijke, invloedrijke .vrienden, die hem kon den aanbevelen en zonder dat gaat het in Parijs nu eenmaal niet. En broodeloos en moe deloos zat hij op zijn zolderkamertje. Voor eeni ge weken had een herbergier hem een stuk be steld, en ofschoon het onderwerp een gelag kamer vol bezoekers hem niet bekoorde, had de honger hem wel gedwongen dit werk te aanvaarden. Een Godvreezende moeder had hem in zijn kinderjaren leeren bidden, en zoolang een mensch nog maar bidden kan, behoeft hij niet te wanhopen. Zijn leven was voorbeeldig en hij hield zijn wandel eerbaar. Dat was voor een- artiest, en vooral te Parijs, een zeldzaamheid. Zijn be kenden bespotten hem, omdat hij den Zondag heiligde en Gods Woord las, maar dat bracht hem niet aan 't wankelen. Tot op dien tijd had hij steeds op een stroo- zak zonder lakens geslapen. Nu had hij met de gelagkamer een aardig sommetje verdiend, en hij trachtte dit geld zoo goed mogelijk te besteden. Hij hoorde van de verkooping, en vernam dat de kruidenier onder meer een goed bed met toebehooren had nagelaten, dat wel niet zoo heel veel zou opbrengen. De jonge man maakte zijn kas op. Dat ging gauw genoeg. Voor het stuk had hij 300 frank gebeurd. Hij had twee-derde uitgegeven voor kleeding, on dergoed en schoenen, en dus nog 100 frank overgehouden. Zal je daarvoor een bed krijgen zoo vroeg hij niet zonder zorg. Doch 't gaat op zulke verkoopingen soms wonderlijk. Zijn er veel lief hebbers, dan gaat zelfs oude rommel duur ge noeg weg en anders koopt men dingen van waarde wel eens voor een (Schuifje, 't Laatste was op deze veiling het geval. Ónze schilder kocht het goede bed met het linnen er bij voor 75 frank. Hij was den koning te rijk, liet het boeltje bezorgen en hield nog geld over. 'k Ga er nog eens kijken, zoo denkt hij, misschien haal ik nóg wel een koopje. Zoo gezegd, zoo gedaan. Hij gaat terug, maar wat er verder onder den hamer komt, is niet veel zaaks meer, en dat hoopje wordt met de noodige grappen aangeboden. Zoo wordt er een kruis beeld omhoog gehouden, dat met stof en vuil bedekt is. Het gaat van hand tot hand. 't Is van lood", roept er een, ,,'t is mij geen halven frank waard „Ik geef er een frank voor", zegt een ander. De schilder ontroert er van. Laat het beeld van den Heiland, het teeken des kruises niet langer bespot worden, zoo denkt hij, en heftig biedt hij; „Vijf frank". De notaris laat den hamer vallen, en reikt hem het voorwerp met een spottend knikje over; de schilder echter stort het geld, neemt onder algemeen gelach het crucifix over, en gaat heen. Zijne hospita had inmiddels zijn bed van het gekochte voorzien. Hij plaatste het kruis beeld op den schoorsteenmantel in een hoekje, en ging wandelen; 's avonds in een opgewekte stemming teruggekomen, begaf hij zich dadelijk ter ruste en sliep als een koning. Zoodra hij den volgenden morgen wakker werd, viel zijn oog op het vuile beeld. Laat mij het eens schoonmaken zoo dacht hij, nam een borstel en begon den voet te poetsen. Hij was daar mede nog maar eventjes bezig, toen hij een naam bemerkte en weldra ontcijferde hij: Benvenufo Cellini. Deze Cellini was een kunstenaar van naam, in Florence geboren, en werkte meestal voor vorstelijke personen. Fabelachtig hooge prijzen werden vaak voor zijn werk betaald. Dewijl hij oorspronkelijk goudsmid was, verwerkte hij in den regel goud en zilver. Dit crucifix was door eene koningin van Frankrijk in Parijs en vervolgens in het slot van Versailes gekomen. Al was het maar van koper geweest, dan zou het als een stuk van den beroemden Cellini nog van groote waarde zijn geweest. De schilder echter vermoedde al dadelijk, dat hij hier edel metaal in zijn handen had. Met verdubbelden ijver zette hij zijn reinigingswerk voort en weldra glansde een heerlijk kunstgewrocht hem tegen. Wie beschrijft zijn opgetogenheid Tegenover hem woonde een goudsmid. Hij ging er heen met het beeld. „Mijnheer", riep deze al spoedig uit, „gij bezit een dubbele schat: ten eerste is het een kunstwerk, en dan is het van gedreven louter goud. Ik zal het eens wegen 't Bleek toen, dat het twintig pond woog. „Gij zijt een rijk man, mijnheer", zoo ging de goudsmid voort, „de waarde van het goud alleen is 50.000 frank. Dat bied ik u er dadelijk voor, en als u ook het werk betaald krijgt, kunt ge wel op 60.000 francs rekenen, misschien nog meer, als ge er een liefhebber voor vindt. Ik heb nog al relaties met het hof en wil u gaarne helpen". Onze schilder nam dit voorstel dankbaar aan en al heel spoedig werd hij bij den koning ontboden. Toen de koning het crucifix zag, liet hij duidelijk zijn bewondering blijken, en kocht het voor 60.000 frank. Zoo was het dan weer in handen van den oorspronkelijken eigenaar. Nu echter moest de schilder vertellen, hoe hij er aan gekomen was, wat hij onomwonden deed. Met belangstelling luisterde de koning naar hem, bemerkte met blijdschap, dat hij een vroom man was, en ook ontgingen hem niet zijne beschaving, ont wikkeling en aanleg voor de kunst. Ten slotte zeide de koning: „Gij kunt morgen mijn portret komen schilderen". Dat was den jongen schilder nog meer waard dan de groote geldsom; nü kon hij toonen, wat hij vermocht, en was de weg gebaand, als hij aan deze vereerende opdracht tot 's konings genoegen voldeed. En dat viel niet tegen. Zijne Majesteit was zeer tevreden. De naam van den schilder was toen op aller lippen. Hij kreeg zooveel bestellingen, dat hij er nu mede ver legen geraakte. God zegende hem kennelijk. Wat dunkt u lezer is deze treffende ge schiedenis niet als een illustratie van het woord van den Psalmist: „het is alzoo, dat de Heere het Zijnen beminde (als in) den slaap geeft", en ook anderzijds wordt er wel eens weder door bevestigd het niet minder ernstige Schrift woord, dat ons voorhoudt: den slaap niet lief te hebben, opdat wij niet arm worden. Wie beproefd wordt met werkeloosheid, en bij de pakken blijft neerzitten, kan Gods zegen niet verwachten. Ten allen tijde hebben wij te doen wat onze hand vindt om te doen, en dan mogen wij onze bekommernis werpen op God, en zorgt Hij voor ons. MIDDELHARNIS. Centrale Veiling voor Goeree en Overflikkee^ Eierenveiling van Donderdag 15 Maart 1928. Kipeieren 50—52 Kg. f 4,70 tot f 4.75. 52-55 Kg. 4,75 tot f 4 95 58-60 Kg f 5,20 tot f 5,25. 60-62 Kg. f 5,25 tot f 5,35 bruin 60-62 Kg f 5,35 tot f 5,45. Eendeieren 66-70 Kg. f 5,20 tot f 5,35. Ganseieren 12,20. Alles per 100 stuks. Kaas (volvet) f 0,45 tot f 0.65 per pond. Boter 1,— tot f 1,10 per pond. Aanvoer 30,000 eieren. In plaats van kaarten. Sommelsdijk Wassenaar 14 Maart 1928. Heden overleed plotseling onze lieve Vader, Behuwd- en Groot vader, den Heer 29934 ABRAHAM DIJKERS Wedn. van H M. E van Trierum in den ouderdom van ruim 73 jaar. Uit aller naam, J. A. DIJKERS. Middelharnis, 16 Maart 1928. Heden overleed na een k"rtston dig lijden onze geliefde Echtgenoot en zorgzame Vader, Behuwd- en Grootvader, de Heer in den ouderdom van 61 jaar en 3 maanden. Uit aller naam. Wed. M. BLOKLAND- 29914 Sluimer. Stellendam, 13 Maart 1928. De teraardebestelling zal plaats hebben op as. Zaterdag nam. 2 uur. Heden overleed na een kort stondige ongesteldheid, ons ge acht medebestuurslid, de Hrer in den ouderdom van 61 jaar en 3 maanden. Namens het Bestuur van den polder »De Generale Dijkagie van Stellendam De Voorzitter, Goedereede, 13 Maart 1928. Heden overleed oDze geliefde Moeder en Grootmoeder Echtgenoote van wijlen den Heer F. W. BUSCHMANN, in den ouderdom van bijna 76 jaren. Rotterdam, K. H. BUSCHMANN. C. BUSCHMANN- Rademaker. Schiedam, M. H. SONNEVELD- Buschmann, J. SONNEVELD. H. BUSCHMANN en Kleinkinderen. Schiedam. 14 Maart 1928. Warande 33. 29926 Voor de vele bewijzen van deelneming ondervonden bij het overlijden van onzen geliefden Echt genoot, V-der, Behuwd- en Grootvader betuigen wij onzen hartelijken dank Inzonderheid dank aan He WelEd Zeergel. Heeren Dr S en P KNÖPS voor de uitstekende geneeskundige be handeling gedurende zijne ziekte. 29918 Uit aller naam, Wed. G. LODDER-Groenendijk Sommelsdijk, Maart 1928. Voor de vele bewijzen van deelne ming ons betoond bij het overlijden van onze geliefde Echtgenoote, Moeder, Zuster en behuwd zuster, Mejuffrouw geb BORN, betuigen wij onzen hartelijken dank. Uit aller naam, 29928 D. WITTEKOEK. Ooltgensplaat, 15 Maart 1928. Voor de vele blijken van belangstelling ondervonden bij het overlijden onzer 1 eve Moeder, Behuwd- en Grootmoeder 29919 Wed. van Jacob Leonard Armstrong betuigen wij onzen hartelijken dank. Sommelsdijk, N VAN HEMERT-Armstrong. A. J. VAN HEMERT. E. P. ARMSTRONG. Soerabaja, F C. ARMSTRONG. W J ARMSTRONG-Bruining. Middelharnis, J. VAN OUDGAARDEN- Armstrong. P. VAN OUDGAARUEN. en Kleinkinderen, Sommelsdijk, 16 Maart 1928. Voor de vele blijken van belangstelling ondervonden bij net overlijden van mijn geliefden Echtgenoot, Vader, Behuwd- en Groot vader, den Heer 29920 betuig ik ook namens mijn Kinderen, B-huwd- en Kleinkinderen mijn harte lijken dank. Wed. A. J. DE WEERD. Oude Tonge, 15 Maart 1928. Voor de vele blijken van belangstelling, betoond bij het overlijden van onze geliefde Moe der, Behuwd- en Grpotmoeder, onzen hartelijken dank. 29932 Uit aller naam, C. WIELHOUWER. Ooltgensplaat, 15 Maart 1928. Langs dezen weg betuigen ondergeteekenden hunnen hartelijken dank voor de zoo bijzonder vele blijken van belangstelling, betoond zoo bij ziekte alsook bij het overlijden van hun onvergetclijken geliefden zoon en broeder 29930 J. KALLE J. KALLE—Huizer en Kinderen. Herkingen, Maart 1928. Voor de zeer vele bewijzen van belangstilling, onder' vonden ter gelegenheid van ons betuigen wij langs dezen weg onzen hartelijken dank. 29929 H. LOKERS. M. LOKERS Holleman. Nieuwe Tonge, Maart 1928. Mede namens onze Kin deren, Behuwd- en Klein- kin eren, betuigen wij langs dezen weg onzen hartelijken dank voor de vele vriendelijke bewijzen van belangstelling, bij de herdenking onzer ondervonden. 29931 H. VAN ROSSUM en Echtgenoote Ooltgensplaat, 15 Maart 1928. Langs dezen weg betuig ik mijn wel- gemeenden en oprechten dank, aan allen die belangstelling toonden en hen die hebben medegewerkt aan de liefderijke verpleging van mijn zoon, na het droe vige ongeval hem in October j 1. over komen. 29924 Inzonderheid dien dank langs d<*zen weg aan Dr Aardenne, en het verdere verplegend personeel van het Diacon- nessehuis, WestersiDgel te Rotterdam. Wed A VAN DER SLUIJS. Sommelsdijk, 15 Maart 1928. gevraagd, voor Zuid-Holl. en ZAeuw« sche Eilanden, om de artikelen, benoo- digd voor Beddenmakers, Stoffeerders en Manufacturiers, op reis mede te ne men. Vergoeding uitsluitend tegen pro visie. Br. lett. F. 114, Adv. Bur Gebrs. Gevers, Wijnhaven 42, Rotterdam.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 5