fï
m
Pil numm
TWl
Vo<
Brieven van een
Christen-arbeider.
Socialisme en Godsdienst.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabletten 60 ct.
Zen uw-Ta blstten 75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
Zatei
r|i-
I
5i*; i
In een wonderlijke, ongedachte weg
voert God Zijn raad uit, en vervult
Hij Zijne beloften. Daardoor heeft Hij
dit aan Zijn volk te zeggen: „Ik ben
de Heere, en niemand meer, buiten Mij
is er geen God". Hij bestuurt het lot
van ieder mensch en van geheele vol
ken, gebruikt soms buiten hun weten
en tegen hun wil menschen, om te doen
wat Hij besloten heeft. Uit Zijn hand
komt zoowel het goede als het kwade,
zooals Hij betuigt in onzen tekst: „Ik
formeer het licht en schep de duister
nis, Ik maak den vrede en schep het
kwaad. Ik de Heere, doe al deze
dingen".
God de werkmeester van alle din
gen. Die wetenschap stemme ons aller
eerst tot ootmoedige erkentenis van
Zijn zegeningen.
In ons tekstwoord vinden wij ver
schillende tegenstellingen: licht en duis
ternis, vrede en kwaad. Dat alles komt
van God. Hij bestuurt en regeert alle
dingen, al wat bestaat is van Hem af
hankelijk. Hij is de oorsprong van het
licht in de natuur. Zon, maan en ster
ren zijn door Hem geschapen en tot
lichtdragers gesteld. Op Zijn macht
woord werd het licht, maar ook op
Zijn wenk wordt het licht verduisterd
en wandelen wij in donkerheid. Er is
niets van zelf, geen ontwikkeling bui
ten God om. En niet alleen is Hij de
almachtige Schepper, die hemel en
aarde met al wat er in is, te voorschijn
heeft geroepen, maar Hij heeft ook van
eeuwigheid aller lot bepaald en aller
weg afgebakend. Hij beschikt ons goed
en kwaad, voor- en tegenspoed: Hij
maakt den vrede en schept het kwaad.
Onder het woord „vrede" worden
saamgevat al de zegeningen, die van
Hem afdalen. Vrede is de tegenstelling
van oorlog. Israël heeft vele oorlogen
moeten voeren met de omwonende vol
ken en door de wereldmachten werd
het telkens benauwd' en in den strijd
gehaald. Het kende bij ervaring de
jammerlijke gevolgen van den krijg
hongersnood en pestilentie, slachting
en wegvoering naar het vreemde land.
Gelijk de oorlog ons spreekt van aller
lei onheil, zoo denken wij bij „vrede"
aan voorspoed, aan het goede, dat God
ons geeft.
Niet allen zijn 't er mede eens, dat
God de oorsprong is van het goede,
dat zij genieten. Velen, als 't hun goed
gaat in het leven, danken 't aan zich-
zelven, aan hun wijsheid en ijver. Zij
ontkennen, dat Gods voorzienigheid
over alles gaat. Er is geen Almachtige,
die alles bestuurt naar Zijn wil, en
van wien zij diep afhankelijk zijn. Zij
hebben God niet noodig. In plaats van
te vertrouwen op een allesbesturend
Opperwezen, verwachten zij 't van de
fortuin en steunen op eigen kracht. An
deren weer erkennen wel in de theorie
een bestel Gods, maar rekenen daar
mede in de practijk niet. Hun voor
spoed maakt hen hoogmoedig en over
moedig en is oorzaak, dat zij hoe langer
hoe meer van God afdwalen.
Dat van Hem alle zegeningen af
dalen, o waarlijk, het is niet overbodig,
dat wij daaraan gedurig herinnerd
worden. De weldaden, ons geschonken,
moeten ons opleiden tot en nauwer
verbinden aan Hem, die de bron van
alle goed is. En omdat dit zoo vaak
niet verstaan wordt, komt de Heere
ons tegen met onheil. Als de voorspoed
ons niet tot Hem brengt, gebruikt Hij
de roede om ons klein te maken.
Er is groote genade toe noodig, om
in den dag van voorspoed God recht
te erkennen. Wij moeten ons zeiven
leeren kennen als diep afhankelijk en
onwaardig tegenover een almachtigen
en genadigen God, die om Christus'
wil ons spaart en draagt in Zijn lank
moedigheid. Als de Heilige Geest ons
onderwijst in de kennis van ons eigen
hart en Gods ongehoudene goedheid,
dan worden wij klein onder Zijn ze
geningen en roepen uit: Heere, wie ben
ik, onwaardige, dat Gij mij tot hier
toe gebracht hebt.
Misschien denkt ge, dat ge veel te
kort komt, dat u van Godswege on
recht geschiedt Ga echter eens na,
hoeveel goeds gij in dit leven ontvan
gen hebt; zie op die velen, die 't min
der hebben dan gij; bedenk, hoe ge
niet anders verdiend hebt, dan dat God
Zijn hand van u aftrekt. AI wat gij
zijt en hebt is u geschonken van Hem,
tegen wien gij veel en zwaar gezon
digd hebt. Hoeveel reden is er voor u,
om uw ondankbaarheid te belijden. Het
zijn alleen de goedertierenheden des
Heeren, dat wij niet vernield zijn.
Ook Gods kind vergete niet zijn
hemelschen Vader te danken voor Zijn
goedheid en trouw. Niet altijd is hij
klein onder Gods zegeningen. In de
onopmerkzaamheid van zijn hart kan
hij ze gering achten, of ook, in plaats
van in den Gever, in de gave te eindi
gen. Toch ligt het beginsel der dank
baarheid door Gods genade in het
diepst van zijn hart. Als de Geest zijn
zielsoog ontsluit voor hetgeen de Heere
voor hem was, dan wordt hij verlegen
met zijn ondank, en hoort hij aanbid
dend en dankend de stem van zijn
God„Ik de Heere, doe al deze
dingen".
(Wordt vervolgd).
In mijn vorigen 'brief beloofde ik, dat ik u
in dezen even zou aanstippen het onderscheid
tusschen „sociale kwestie" en socialisme.
„Sociaal" is een Latijnsch woord, dat makker
of kamaraad beteekent. Het heeft dus te maken
met de gemeenschap, de broederschap, de sa
menhang, het geheel. Kortom met alles, wat
tegenover den mensch als enkeling staat. Wel
heeft ieder mensch een leven als enkeling: voor
zichzelf; doch daarnaast een leven met anderen
als deel van de gemeenschap. De mensch in
de eerste zinsnede bedoeld, leeft „individueel",
in de tweede „sociaal". Dus twee eigenschappen
in den éénen mensch, waarbij het moeilijk is
te zeggen hoe die twee kanten tegenover of
naast elkaar moeten staan.
Als iemand b.v. bezig is met zijn zieleleven;
bekommerd, omdat zijn geweten hem angstig
maakt voor God; of als iemand onderzoekt of
hij zich een kind van God mag noemen en
of hij het eigendom van Jezus Christus is; dat
toch in de stille binnenkamer wordt behandeld,
tusschen God en één mensch, zonder woorden
of oogen van een ander, wijl het gaat om één
persoon, één ziel, één eeuwigheidsvraag. Dat
is individueel. Doch daarnaast staat hét leven
met anderen: in gezin, in de kerk, in den Staat,
in al de maatschappelijke kringen,, waar wij
voor hen en zij voor ons leven, dat fs „sociaal".
Allen moeten met allen leven.
Iemand nu, die blind is voor het sociale, die
alleen aan zichzelf denkt en zorgt, dat hij de
beste beetjes binnen krijgt, zonder ooit te letten
op wat een ander krijgt, die is een „individua
list", zelfs een zeer ellendige
Wat is dus iemand, die voor een ander voelt,
met een ander meeleeft, voor de groote maat
schappij werkt, die de sociale dingen voelt
Wel, het is zoo helder als glas; die is
„socialist"
Taalkundig klopt dat, hè En naar de
woordvorming is hier niet,s tegen in te brengen:
individualist hier, socialist daar. Somtijds wor
den de woorden ook wel zoo gebruikt, doch
ik raad u aan hier erg mee op te passen. De
verwarring zoo, zou gewoon onherstelbaar
worden. Als ieder, die voor het sociale voelt
en werkt, begrijpt straks er niemand iets meer
van. Ik zou U deze onderscheiding toe willen
voegen: „sociaal" is hij of zij, die niet uitslui
tend individualist is, die voor de gemeenschap
voelt en voor de saamleving werkt. „Socialist"
is hij of zij, die omtrent de samenleving één
bepaald idee heeft en op één bepaalde manier
haar fouten verklaart,haar verandering wil, een
nieuw ideaal bouwt. Dat „socialistische", kan
nu niet zoo maar, precies zooals het gedacht
wordt, tusschen duim en vinger verteld worden.
Maar dit snapt ge: wie terdege over de maat
schappij denkt, daarvoor voelt, daarin leeft,
doch een. ander idee heeft dan de socialisten
omtrent de bestaande fouten of de beste ver
anderingendie is terdege sociaal, maar hij
is geen socialist. Want hij denkt er anders
over. B.v. zoo, dat er in de tegenwoordige
maatschappij ook goede stukken zitten, of stuk
ken, die ernstig hersteld moeten worden, maar
niet weggenomen. En dan die meenen, dat onze
heele samenleving uitsluitend kapitalistisch is
en dat er een totaal nieuwe moet komen; dan
is hij socialist. Iemand kan ook meenen en
dat is ook mijn uitgangspunt dat de maat
schappij zeer samengesteld is; dat er kapitalis
tische stukken in zitten, maar ook andere; dat
die stukken een goeden en een slechten kant
hebben; enfin, dae de maatschappij veel te in
gewikkeld is, om haar met twee woorden
„kapitalisme" en „socialisme" zoo maar eens
eventjes af te handelen, en dat er veel, geweldig
veel tot herstel zal moeten gebeurendus
geen „socialist, maar wel terdege sociaal.
EEN CHRISTEN-ARBEIDER.
liigezondeti Stukken.
De copie van ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
Gaarne zou ik dit schrijven willen noemen
een brief aan alle christen-arbeiders en een
ernstige waarschuwing.
Eerstdaags komt de ziektewet-Talma, zij het
dan gewijzigd, in onze Tweede Kamer in be
handeling. Een prachtig stuk werk, een goed
sociaal werk, maar voor de christen-arbeiders
met een groote leemte, die, als de teekenen
niet bedriegen, voor hun van weinig waarde
wezen zal.
Immers, er is alle kans, dat de losse arbeiders
van de wet uitgesloten zullen worden.
En wie der arbeiders op ons eiland zullen
dan van het goede dezer wet genieten Slechts
weinigen. Waarom Een der reden is, dat zij
nog altoos ongeorganiseerd daarhenen leven.
Br is van contracten op ons eiland geen
sprake. Zeker, er zijn wel arbeiders, die zich
vast noemen, maar het niet zijn. Zij kunnen
niet één enkel bewijs of contract toonen. En
een mondeling gesprek geldt voor den wetgever
of rechter niet.
Wat is daar nu tegen te doen In de eerste
plaats te zorgen, dat men georganiseerd is en
een contract tot stand gebracht wordt door
middel van uw organisatie.
Zeg niet, dat dit onmogelijk is, want de
praktijk heeft bewezen, dat waar het organi
satieleven bloeit, dat allen hun roeping ver
staande, lid worden, een contract tot stand
komt. Maar ook, dat de bedrijfsvrede er door
bevordert wordt en is.
Neen, de schuld ligt niet bij uw werkgevers,
maar bij u zeiven, omdat gij niet paraat zijt en
op uw post voor uw maatschappelijk welzijn.
Straks zullen wellicht uw werkgevers moeten
betalen, en gij zult er de vrucht niet van
plukken, omdat gij als enkeling alleen bleeft
staan. De werkgevers hebben in de Landbouw-
onderlinge, PlattelandeiSbond en andere be-
drijfsvereenigingen, de zaak zelve aangepakt,
om de sociale nooden te lenigen. Dat eert hun,
maar onteert u, die geen hand uitsteekt, doch
anderen voor u laat zorgen.
Gij vindt dit christenarbeiders misschien hard
maar het is misschien ook een harde waarheid,
die u onomwonden gezegd moet worden.
Het zal van u afhangen of gij zorgen zult er
bij te zijn als die wet wordt aangenomen. Dat
er een collectief arbeidscontract tot stand komt
voor geheel Flakkee, afgesloten met den Flak-
keeschen Boerenbond.
Daartoe is noodig dat op iedere plaats een
afdeeling. gevormd wordt van den Nederland-
chen Chrjstelijken arbeidersbond. Talm niet lan
ger, hooge belangen staan voor u op het spel.
Dat gij desnoods uw stem kunt laten hooren als
organisatie. De werkgevers zijn op hun post.
Straks gaan adressen naar de Kamer en zal uw
stem dan niet gehoord worden Moet er dan
altoos zonder u, over u worden beschikt, of zult
gij zorgen dat gij er bij zijt?
De Minister van Arbeid werkt over de orga
nisatie u, dat kan en behoeft ook niet anders.
Daarom staat ook ieder oogenblik de weg open
om u aan te sluiten. Het is uw eigen schuld als
er geen rekening met u gehouden wordt. Klagen
als het te laat is, zal u geen zier helpen. Uitge
sloten zal uitgesloten zijn. Pak dus nu aan,
christenarbeiders van Flakkee. Het is nu nog
tijd, straks is het te laat.
Gij zijt het aan uw gezin en de roeping die
de Heere u te vervullen geeft, duur verplicht.
Menigeen spreekt, dan moeten zij het ook allen
doen. Dat is absolute waarheid, ma§r begint gij
er dan zelf mede, en overtuig ander'«i die met u
arbeiden.
Laat mij u raad mogen geven en volg dien op.
Schrijf nadat gij met een vijftal personen be
sloten zijt een afdeeling op te richten, van uit
iedere plaats op Flakkee een brief met uw na
men, en voor een spreker en andere benoodigd-
heden wordt dan verder zorg gedragen.
Bedenk, dat de werkgevers op ons eiland er
niets tegen hebben, als gij in 's Heeren vreeze
uw roeping vervult, die de hooge God u gaf en
ook dit middel namelijk de Christelijke organi
satie, wat Hij u in Zijn algemeene genade gaf
niet ongebruikt terzijde legt.
Mijnheer de Redacteur, hartelijk dank voor
de plaatsing, in dit uw blad.
A. KRIJGSMAN Pzn.
Oost-Achterweg 38, Middelharnis.
Zeer geachte Redactie 1
Mag ik zoo vrij zijn, om naar aanleiding van
Uw betoog over het ziekenhuis-vraagstuk en
kele opmerkingen te maken
Allereerst spreek ik mijn groote voldoening
er over uit, dat dit zoo uitermate belangrijk
onderwerp nu eens openlijk behandeld wordt.
Theoretisch gesproken, zou de oprichting van
een Ziekenhuis op ons eiland, niet genoeg kun
nen worden toegejuicht. Doch nu de praktijk.
Ik voor mij geloof, dat er aan verwezenlijking
van dit, uit den aard der zaak, prachtig plan,
te veel onoverkomelijke bezwaren zijn verDon-
den, op welke bezwaren ik nu maar niet zal
ingaan.
U sprak in uw laatst verschenen blad ervan,
of het nu niet mogelijk zou zijn, om een mo
torboot in de vaart te brengen, met het doel,
om hiermede de zieken zoo spoedig mogelijk
naar Rotterdam te brengen. Inderdaad zou deze
manier van vervoer ernstig in overweging ge
nomen kunnen worden. Want zonder eenigen
twijfel is het vervoer in een goede boot i. h.
algemeen ideaal. Ik zal maar zwijgen over het
vervoer per R. T. M., want dat is niet alleen
buitengewoon onaangenaam voor de zieken,
maar vaak ook levensgevaarlijk.
Wij beschikken over een zeer goeden
zieken-auto, dank zij de goede zorgen van
dokter van Gelder .Maar dat is lang niet vol
doende. Uit den aard der zaak staat de gesteld
heid der wegen (zoowel op ons eiland als aan
den „overkant") in zeer nauw verband met het
vervoer per auto. Deze gesteldheid is tot nu
toe, op zijn zachtst uitgedrukt, treurig, en is
oorzaak, dat de uitstekende zieken-auto lang
niet tot zijn recht komt. En ik hoop, dat bij
de behandeling van de uitvoeringsplannen
voor de wegenverbetering op ons eiland, ook
eens heel even gedacht mag worden aan de
zieken. Misschien zal dit dan er toe bij mogen
dragen, om de daadwerkelijke wegenverbetering
te bespoedigen.
En dan ten slotte de bereikbaarheid van den
auto. Zou het niet mogelijk zijn, dat b.v. de
medicus van elke gemeente in permanente te
lefonische verbinding stond met den chauffeur
Dus, resumeerende Vooral spoedig betere
wegen, betere locale telefoonverbinding, en een
steeds gereed liggende motorboot, die de zieken
direct naar Rotterdam brengt (of naar Helle-
voetsluis, en dan, ook weer langs goede wegen,
naar Rotterdam)
En nu de uitvoering van dit plan. Mij lijkt
het het beste toe, dat alle Groene Kruis-af-
deelingen op ons eiland gemeenschappelijk tot
dit doel samenwerken, in overleg met de ge
meenten en met de Provinciale vereeniging van
het Groene Kruis.
Heel gaarne zou ik mijn beste krachten willen
geven, om het vervoer-vraagstuk spoedig tot
een oplossing te brengen, maar de tijd hiertoe
ontbreekt mij.
Inmiddels dank ik U, mijnheer de Redacteur,
voor de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
G. A. POLDERMAN, Arts.
Ouddorp, 15 Februari 1928.
[Gaarne geven wij de wenken van Dr. Pol
derman inzake dit zeer urgente vraagstuk in
ernstige overweging, hopende dat dit vraag
stuk eens spoedig tot een oplossing wordt ge
bracht. Hetzij langs welken weg dan ook.
Red.]
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik U plaats voor het onder
staande. Bij voorbaat mijn dank.
De Postdistributie te Middelharnis.
Naar aanleiding van het door mij ontvangen
van poststukken (uit Holland afkomstig en
aldaar den vorigen dag gepost tusschen 7 en
8 uur 's avonds) op een tijd, dat b.v. een
inwoner van Battenoord reeds in het bezit van
zijn postzaken kan zijn, zij het mij vergund be
leefd te verzoeken of de betrokken autoriteiten
hierin niet ten spoedigste verandering zouden
kunnen brengen, als was het b.v. maar dat ieder
inwoner van Middelharnis ten minste ongeveer
2 uur en niet 3 uur na aankomst van den
posttram in het bezit van zijne poststukken was.
Hopende, dat deze vragen door belangheb
benden ernstig overwogen zullen worden en
ondanks de nog steeds voortgaande bezuiniging
tot een goed resultaat zullen leiden, zeg ik li
nogmaals dank.
Een inwoner van Middelharnis in de
nabijheid van tram en postkantoor.
Een der laatste nummers van het orgaan
van den Nationalen Bond tegen Revolutie
„Ik zal handhaven" bevat het volgende ver
haaltje
„Mijn zwager heeft mij verleden het laatste
mirakel van Sint Lenin verteld", zeide een
Bessarabische boer geheimzinnig tegen den
Parijschen journalist. En toen die zijn groote
belangshtelling te kennen gaf voor de wonderen
van „Sint Lenin", kreeg hij eindelijk het vol
gende verhaal te hooren, dat werkelijk de moeite
van het navertellen wel waard is
„Mijn zwager heeft drie kinderen. Zijn jongste
zoon, die tien jaar is, werd hem het vorige jaar
ontnomen om verder op staatskosten opgevoed
te worden in een school te Tiraspol. Ge begrijpt
het wel, goede vriend, een school waar men
niets behoeft te behalen, en waar zij toch onder
dak, voeding en onderwijs krijgen. Daar gebeurt
het op een dag, op het uur van de middagsoep,
dat de meester alle knaapjes om zich heen
verzamelt en zegt: „Beste kamaraden scholieren,
jullie treft het slecht vandaag, want vanmorgen
zijn er dieven in de keuken binnengedrongen
en die hebben alles weggenomen. Geen kool
is er meer om soep van te koken, geen ons vet
is er meer in de kost. Van den heelen voorraad
van deze week is .niets meer over. En ik heb
geen geld om iets te koopen. Wat moeten we
doen
De kinderen keken elkaar een,s aan, maar
wisten ook niet wat er gedaan moest worden.
Toen sprak de meester weer
„Dan moet jullie maar tot jullie goeden God
bidden, of die vanavond eten wil geven. Jullie
gelooven toch aan den goeden God Laat
allen, die aan God gelooven, hun hand op
steken".
En alle kinderen staken hun hand op. Maar
's avonds was de provisiekast nog altijd leeg.
„Dat ziet er niet mooi uit, zeide de meester,
jullie hebt zeker niet goed gebeden en jullie
goede God heeft het zeker niet gehoord. Pro
beer het nog eens
Den volgenden morgen hen den volgenden
avond probeerden de kinderen et nog eens, maar
het mocht niet baten. Zij hadden ergen honger
en de allerkleinsten huilden ervan.
„Luister eens, sprak de meester toen, wan
neer jullie God je gebed niet wil verhooren,
probeert het dan eenp met den mijnen, den
grooten Sint Lenin, den bevrijder der volken,
den God der communisten. Ik voor mij ben
zeker, dat die jullie helpen zal".
De meester gaf het voorbeeld en knielde.
En de kinderen baden mede, vol vuur, vol
wanhoop, want ze hadden honger
„En vroeg de Franschman.
„Wel, goede vriend", den volgenden morgen
dampte de soep op tafel en bovendien had elk
kind nog een groot stuk vleesch extra op zijn
bordje gekregen. Sint Lenin had het gebed van
de kleine Russische kinderen verhoord", ver
zekerde de boer ernstig. Of de vindingrijke
meester bereids tot minister van onderwijs ge
promoveerd is, verhaalt de historie helaas
niet
Er zijn menschen, die altijd weer de stelling
verkondigen, dat het Socialisme niet tegen de
Religie is gekant, maar integendeel den gods
dienst privaatzaak laat. Wat men wil gelooven,
daarmee bemoeit zich het Socialisme niet. Het
eerbiedigt ieders godsdienstige overtuiging.
En er zijn helaas niet alleen lieden, die deze
onwaarhe'id verkondigen, maar er zijn óók nog
mensch, dwaas genoeg om het te gelooven
als ware het waarheid. Verwonderd en geërgerd
heeft nog onlangs Ds. Creutzberg in zijn ge
ruchtmakende rede gevraagd, waarom toch geen
enkel orthodox predikant lid was van de
S. D. A. P.
Het is voor sommige menschen nood;g, altijd
weer, hoe vaak het ook reeds is gezegd, te her
halen, dat Socialisme en Christelijke godsdienst
onvereenigbaar zijn, omdat ze absolute tegen
stellingen vormen. Op het standpunt van de
S.D.A.P. met zijn Evangelie van den klassen
strijd kan geen Christen staan.
En omgekeerd beseft ook het Socialisme
levendig, dat het Christelijk geloof zijn vijand
is. Het bindt onverzwakt den strijd aan tegen
het Christelijk geloof. Misschien, dat men dat
in deze landen niet zoo openlijk en zoo in zijn
volle consekwenties ziet. Het Socialisme heeft
hier voor een groot deel het oude orthodoxe
standpunt verlaten, door den nood gedrongen.
Maar in Rusland heerscht het nog en staat
men op het oude standpunt, door Marx en
Engels en Lenin ingenomen. Daar ziet men het
Socialisme in zijn werkelijken aard, dien het in
verschillende landen schijnbaar heeft afgelegd
onder den invloed der omstandigheden. Maar
men make zich niet de minste illusie. Zoodra
het Socialisme, wat God verhoede, in eenig land
buiten Rusland eens met succes den greep naar
de macht zal doen en zal heerschen, zal het
zich toonen in zijn waren aard, dien het nooit
verloochenen zal en kan.
Het is v ij a n d van God en Christus.
Het zwoer den dood aan het Christelijke
geloof.
Daarom kan geen orthodox predikant -lid
zijn van de S.D.A.P.
Laat onze menschen in den verbijsterenden
stroom van Verschijnselen onzer) dagen het
nooit vergeten, dat het Evangelie van den
klassenstrijd en 't Evangelie van Jezus Christus
onverzoenlijke vijanden zijn.
Laat nooit een der onzen zicht door be-
driegelijke leuzen laten verleiden tot de meening,
dat een vredesverdrag mogelijk is. Wél met
uw socialistischen buurman, want hij is mensch
als gij, geschapen naar het beeld van God.
Gij hebt hem als mensch te eeren en het goede
voor hem te zoeken.
Maar zijn „geloof" heeft voor u niets.
In den eindstrijd der wereldgeschiedenis staan
Christendom en Socialisme niet naast, maar
«tegenover elkaar.
Het een onder de banier van het Kruis.
Het andere onder het teeken van den Antichrist.
C. B.
Land' en Tuinbouw.
UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD
(Nadruk verboden).
Denemarken ons ten voorbeeld.
In menig opzicht kan de Deensche land
bouw ons ten voorbeeld zijn. Zoo b.v. het
zuivelbedrijf. De melkproductie is daar
in de laatste 60 jaar sterk toegenomen, en wel
hoofdzakelijk als gevolg van een betere en
meer economische bedrijfsvoering. Het aa i
melkgevende koeien is in dien tijd nog
verdubbeld, terwijl de productie bijna ve'^
zesvoudigd is. Gaf een koe in 1861
u, 9e"
middeld ongeveer 1000 K.G. melk
thans is het gemiddelde cijfer gestegen tot 30(vi
K.G. Dit is enkel toe te schrijven aan de ver
beterde verzorging en voeding der koeien
van de wetenschappelijke wijze, waarop voort'
planting en voeding van het vee thans iy0rdt
geleid. Maar niet alleen de melkproductie ls
zeer vermeerderd, evenzeer, het v e t g e h a 11
In 1861 werd van 1000 K.G. melk per
gemiddeld 31 K.G. boter gemaakt, in 1923
bracht een koe gemiddeld voort 2870 Kq
melk met 118 K.G. boter, welke hoeveelheid
tegen hetzelfde vetgehalte niet meer had moeten
opleveren dan 90 K.G. boter. Het gemiddelde
vetgehalte bedroeg over 1923: 3.55 ]\]a
tuurlijk heeft de verbetering in de techniek
der boterbereiding meegewerkt. In 1879 werd
door den Deenschen landbouwer-economist N
J. Fjord een instrument uitgevonden, waarmee
het vetgehalte der melk kon worden bepaald
Toen dan bleek, dat dit soms wel 25 ver
schilde, ging men controle-vereenigingen op
richten, de eerste in 1895 op een dorpje in
Zuid-Jutland. Spoedig volgden er meer, alle
op coöperatieven grondslag, en aanvankelijk
met Rijkssubsidie. In 1925 bestonden er: 1092,
die tezamen ontvingen een Staatssubsidie van
119244 Kronen 1 Kr. is 66 ct.) Het resul
taat, door de controle-vereenigingen, meestal
in samenwerking met de fokvereenigingen, be
reikt, is zonder twijfel groot. Door de minder
waardige koeien te verwijderen en de voort
teling alleen te laten geschieden door d i e
dieren, welke getoond hebben, na statistische
controle, de meest economische hoedanigheden
te bezitten, zijn de uitkomsten hoogst bevredi
gend geworden. De boven vermelde verhoogde
melkproductie en vetgehalte is voor een goed
deel haar werk. Berekend is, dat de productie
die met ruim 50 millioen Kronen per jaar is
opgevoerd. Voorwaar geen kleine verdienste
van de coöperatieve controle-vereenigingen,
zoo klein en bescheiden aangevangen. Van alle
in Denemarken aanwezige koeien wordt reeds
ruim 30 gecontroleerd, voor het eiland
Seeland bedraagt dit reeds 36 dus ruim een
derde van alle dieren.
Geert Veenhuizen.
Deze naam is in onze land- en tuinbouw-
wereld, en ook ver over onze grenzen, zeer
bekend. Wie hoorde nooit van dezen aard-
appelkweeker te Sappemeer Toen hij onlangs
70 jaar werd, is zijn arbeid in alle vakbladf'
herdacht, 't Was een zeer verdienstelijke arbeii)
Aan hem hebben de verbouwers o.a. te danken
den beroemden fabrieksaardappel Thorbecke,
maar ook alle aardappelconsumenten mogen
hem dankbaar zijn, want hij gaf ons de al
gemeen gewaardeerde eetaardappelsoorten
Eigenheimer, Bravo en Roode Star. Bijkans
40 jaar geleden, 't was in 1890, kon de heer
Veenhuizen de eerste resultaten van zijn ver-
edelingswerk laten zien. 't Was hem gelukt
bessen te verkrijgen aan aardappelplanten, die
zonder mepschelijke hulp geen bessen vermoch
ten voort te brengen die zaden bracht hij het
volgende voorjaar in den grond, en in den
zomer van 1890 kon hij een aantal zaailingen
te velde demonstreeren. Dat waren dus zijn
eerste aardappelknollen van zaailingen. Een
jaar of drie werkte Veenhuizen op dit proef
veld, toen werd hij cultuur-chef op het Centraal
Proefveld te Veenhuizen, en is dit nog. In
1897 werd door den toenmaligen Bond van
aardappelmeelfabrikanten „Eureka" een „ver-
meerderingsveld", groot 9 H.A., te zijner be
schikking gesteld. Vele kruisingen werden door
Veenhuizen verricht, bij welken arbeid voorop
stond het doel het voortbrengen van een uit<jA
nemenden f a b r i e k s aardappel. In de tweetf/^
plaats werd gelet op de geschiktheid voor
export, 't Zijn dan ook voornamelijk dl
Veenkoloniën, die van den arbeid des heerei
Veenhuizen hebben geprofiteerd jaarlijks wor
den in de fabrieken tot aardappelmeel vei
werkt 10 a 12 millioen Hectoliter aardappelen,
waarvan meer dan drie vierde behoort
tot de vorenvermelde beroemde Thorbecke. De
jaarlijks verwerkte hoeveelheid vertegenwoor
digt een waarde van 10 millioen gulden. Denk
nu eens, dat door den arbeid van Veenhuizen
de productie met slechts één procent zou
zijn opgevoerd, dan zou dit reeds voor at'
Veenkoloniën jaarlijks beteekenen een waarde
van 100.000, zegge: honderdduizend gulden
En zeker zijn de verbouwers van consumptie
aardappelen in binnen- en buitenland Veen
huizen niet minder verschuldigd. De Eigen
heimers kent men in België en West-Duitscn-
land zoo goed als hier, maar verder ook in
Frankrijk en Spanje en Tsjecho-SIowakije, ja
zelfs in Sirië (Klein-Azië)De Bravo teelt aea
op het zand zoowel als op de klei als een
uitmuntende eetaardappel, en ook de Roode
Star heeft als zoodanig een goeden naam. Tij
delijk zijn ook o.m. Paul Kruger, Landskroon
en Euréka op groote schaa lverbouwd. De
Regeering heeft reeds eenige jaren geleden de
verdiensten van den heer Veenhuizen erkend
door hem het eere-lint der Oranje-Nassau Orde
waardig te keuren.
Wenken en mededeelingen.
Einde 1927 verscheen het Jaarverslag van
de Rijksseruminrichting over 1926. Er werd in
dat jaar afgeleverd 13000 L. serum, en ent
stoffen voor 523000 dierem Deze cijfers zeggen
op zichzelf reeds welk een belangrijk inst'tu!i
de seruminrichting is. In totaal werden 101'
onderzoekingen verricht, terwijl o.m. H" be
strijdingsmiddelen tegen muizen en ratten a
geleverd werden. Over de onderzoekingen be
treffende drinkwater wordt gezegdda
de trvaring weer bevestigd heeft, dat wa
uit ondiepe zakputten doorgaans niet gescni
is als drinkwater voor het vee, en dat norton
water uit diepe aardlagen dikwijls als °nn,
water te hoog zoutgehalte heeft. De beken c
Dr. H. 't Hoen schrijft, dat een groot Per?efl].
tage koehuiden wordt beschadigd: 'e- f?
de runder h o r z e 11 a r v e, 2e. door
der weiden door prikkeldraad. De 3
ste beschadiging kan worden voorkomen
afsluiting met het gladde draad volgens
systeem van Nord, waarvan hij een u'tv°lanS
beschrijving geeft. De horzellarve kan
op eenvoudige wijze bestreden worden
insmeren der rijpe open bulten met hoW®
Bij samenwerking der veehouders kan in t
tijd de veestapel in een streek horzelvnj
den gemaakt.
SCH
Correspondent
aan
In verbanc
een van onz
„e enigszins"
„fairy-chess"
problemen h
dat 't gebiec
erg afgegra;
hoogstwaars<
nieuws nog
bekende res
combinaties
Natuurlijk
op zichzelf
daarvan. V
waarvoor e
rekening is
ponist besta
van het pr<
oplossen. D
Is daarom
wetten In
ponist geefi
en een vra
U er idee
heeft, kan
le. Het f
2e. Eens
doeld heeft
En wann
probleem u
analyseert
is gekomen,
zeggen: „Z
Men moe
de partij de
gewezen,
regel het
probleem,
aansluit. Tl
Er komen
vertoonen,
voorkomen.;'
deze rubrie
rigens een
dat de star
Daar gaat
eenigszins
de eerste sl
u bevindt
dat toch
verwijs nad
dat ik juis
den N. S.
probleem
noodig U
dan zult
een raar
de oplossir
gaat ontbre
EEl
Dit tusq
no. 60 of
sloopen tel
Men deij
wordt als
minderen,
minderings'
Van eeg
2 steken.
Opzette:}
le toer.
de eerste
andere st.
plaatste ge
oneven to|
verder ko
le toer".
15 r.
2e toer
1 av„ av
den av. st.
haakjes ge
van eiken
we nu v<
als bij 2q
1 av„
3e toer,
omsl., dul
7 r„ 3 r.
4e toer.
1 r., 1 a^
5e toe
omsl., du|
mind., 6
6e toe
1 r„ 3 a
7e fo
omsl., du|
mind., 5
8e toe
1 .r., 5 a-
9e toer
omsl., du
mind., 4
10e tod
1 r„ 7 a
lie toe|
omsl., du
mind., 3
12e tod
1 r., 9
13e to4
omsl., du
mind., 2
14e tocj
1 r„ 11
15e to
omsl., duj
mind., 1
16e
1 r., 13