«s™ huid attiid fid leste,«««w
Rechtzaken.
Het licht uit het Oosten.
Schrijnende Handen
Plaatselijk Nieuws.
Wethouder VROEGINDEWEIJ (Ned. Herv.
meent dat er geen kwestie bestaat over de ber
men, dat is eigendom der gemeente, maar er
zijn stuken van den dijk zelve afgestoken en
die dijk is van de Heerlijkheid, dat blijkt vol
doende uit de oude stukken.
De heer VOGELAAR antwoordt dat als het
niet over de bermen maar den dijk zelve gaat
het wat anders is.
De VOORZITTER zegt in geheime vergo-
dering nog wel meer inlichtingen te kunnen
geven, waaruit blijken zal dat 't maar het beste
is de schadevergoeding zonder proces te geven.
Hiertoe wordt met alg. st. besloten.
Een reclame in den aanslag der hondenbe
lasting wordt behandeld.
Een wijziging in de gemeentebegrooting wordt
goedgekeurd.
Een voorschot aan de school met den Bijbel
groot 667.65 wordt ingevolge de L. O.-wet
1920 verleend.
Enkele verzoeken om grond in erfpacht wor
den besproken. De heer Boeter te Sommelsdijk
wil bouwen naast de woning van Dr. P. Knöps
maar die grond wordt per jaar verhuurd aan
zuster Verburg en deze huur is voor dit jaar
juist weer ingegaan.
De heer STRUIJK zegt, dat de bedoeling was'
bij den aankoop van dien grond, het in erf
pacht te geven voor woningbouw.
De VOORZITTER vindt het een mooier
aspect geven, als het daar open blijft.
De heer STRUIJK zegt: jufst dat is de oor
zaak, maar zoo onttrekt men den grond aan
de eigenlijke bestemming en daar is spr. tegen.
De heer KOOTE zegt, dat een aanvraag
om daar te bouwen al eens afgewezen is, omdat
het plan was er een woning te plaatsen, welke
beneden den welstandseisch bleef. Toen heeft
men geen andere reden genoemd.
De heer VAN DER MEIDE (C.H.) vindt
het voordeeliger voor de gemeente als de grond
in erfpacht gegeven wordt. Dat is ook de oor
spronkelijke bedoeling geweest.
Wethouder ZAAIER (V.B.) merkt op, dat
de Raad dan blijkbaar van inzicht is veranderd.
De grond is aan zuster Verburg in huur af
gestaan, kennelijk met de bedoeling het daar
open te houden voor de daar achter gelegen
grond. Als men nu in erfpacht gaat uitgeven,
efscht in ieder geval de billijkheid, dat zuster
Verburg het eerst een kans gegeven wordt.
Wethouder VROEGINDEWEIJ zegt, dat
volgens den opzichter het plein ontsierd wordt
als er gebouwd wordt.
De heer STRUIJK vraagt of het aspect, nu
er een groot kippenhok voor in de plaats ge
komen is, er dan mooier op geworden is Wan
neer er een woning komt, die aan de welstands-
eischen voldoet, acht spr. dat het er eer mooier
dan leelijker op wordt.
De VOORZITTER zegt, dat zuster Verburg
een jaar huur heeft.
De heer STRUIJK vraagt of deze dan moet
bevoorrecht worden boven andere menschen,
wie aangezegd werd binnen zooveel tijd hun
varkensschuren weg te halen. Spr. is er voor
gelijke rechten te laten gelden en den grond
zoo spoedig mogelijk vrij te maken voor wo
ningbouw.
Hiertoe wordt met algemeene stemmen be
sloten.
Met den heer Pape hebben B. en W. een
schikking getroffen over de eigendomskwestie
van een strook grond. De raad geeft zijn sanctie
aan deze overeenkomst.
Er is een circulaire van den Minister over
steun uit de gemeentekas voor emigranten naar
Canada.
De heer KOOTE vindt het gevaarlijk en
wijst op het gezin van Bennemeer. Eerst gaat
de man later kan de gemeente bijdragen voor
vrouw en kinderen. Dat zou een duur precen-
dent scheppen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Canada
bezwaar heeft emigranten, die met gemeente
steun reizen, toe te laten, zoodat afgewacht
moet worden wat de Minister verder zal be
sluiten.
Ged. Staten bieden aan den weg naar de
tramhaven op gelijken voet te financieren als
de wegen uit het Prov. wegenplan.
B. en W. hebben hierover gecorrespondeerd
met de R. T. M. en de betrokken polders.
Gebleken is, dat de gemeente er geen schade
van zou hebben, terwijl de provincie boven
dien den weg nog weer verbreeden zullen met
een paar rijwielpaden. Er is dus alles voor
en niets tegen, t
Besloten wordt hierop in te gaan.
De verbetering der kaaimuren bij de Spui
straat zal worden aanbesteed.
Over grondaankoop zal in gesloten zitting
gehandeld worden.
In de rondvraag wijst de heer KOOTE op
de wenschelijkheid de hoek der haven bij
Gouswaard te overbruggen met steun van een
ijzeren balk b.v.
De heer VOGELAAR vindt het voordeel,
dat hierdoor behaald wordt, de hooge kosten
niet waard. De hoek zal er gevaarlijk mee
blijven.
De heer STRUIJK wil over dit onderwerp
in geheime vergadering iets zeggen.
De heer KOOTE betoogt de wenschelijkheid
den Oostdijk slechts van één kant te laten
berijden.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit reeds
daor de meeste autorijders gedaan wordt. Er
wordt tegenwoordig van den Waterweg een
druk gebruik gemaakt.
De heer KOOTE vraagt waarom de grond
nog niet opgemeten is, welke de gasfabriek in
huur heeft.
De VOORZITTER antwoordt, dat de op
zichter tot nu toe geen gelegenheid had, hij
is ziek geweest.
De heer VOGELAAR wijst nog eens op
het verschil in schoolgeld tusschen Middelharnis
en Stad aan 't Haringvliet. Het verwondert
spr., dat de Voorzitter dit punt nog niet op
de convocatie gezet heeft.
De VOORZITTER antwoordt, dat hij is
nagegaan wat over het algemeen andere ge
meenten aan schoolgeld heffen. Daarbij bleek,
dat Middelharnis een buitengewoon laag school
geldtarief heeft. Spr. acht het gewenscht de
Ministerieele regeling af te wachten, die zal
nu wel spoedig komen.
De heer VOGELAAR merkt op, dat die
regeling in elk geval nog in de lucht hangt. En
als die regeling er komt, wat zal zij dan nog
wezen Het schoolgeld brengt hier op 1200.-
en de kosten zijn 4000.dat verschil is
veel te groot. Het is een abnormale toestand.
De VOORZITTER zegt er geen bezwaar
tegen te hebben eens na te gaan of het niet
veranderd kan worden, voornamelijk voor het
U. L. onderwijs. Ook kan wel eens gevraagd
worden aan den Minister of de nieuwe regeling
spoedig komt.
De heer VROEGINDEWEIJ (S.G.P.) klaagt
over de groene kleur van het onderste gedeelte
van het Raadhuis. Dat ziet er niet mooi uit.
De VOORZITTER antwoordt, dat die kleur
bij oude gebouwen behoort.
De heer STRUIJK meent, dat de oorzaak
wel is, dat de voorgevel nooit zon heeft. Be
strijken met waterglas zou wel helpen.
De heer VAN DER MEIDE spreekt over
een scheepje slechte kolen, waardoor er te
weinig gas gefabriceerd werd.
Hij krijgt afdoende inlichtingen.
Voorts vraagt hij inlichtingen over een leer
kracht aan de jongensschool.
Uit de besprekingen blijkt, dat door ziekte
van het hoofd eerst getracht is een wachtgelder
te krijgen, wat niet gelukt is en toen de toe
vlucht is genomen tot een volontair met akte.
De heer VAN DER MEIDE vindt het on
billijk, dat die volontair geen cent vergoeding
kreeg.
De VOORZITTER stemt dit toe.
Wethouder VROEGINDEWEIJ wil het ad
vies van den Minister afwachten vóór men
besluit.
De VOORZITTER deelt mede, dat de school
uitgebouwd moet worden, er komen een paar
lokalen bij voor U. L. onderwijs. Spr. heeft
hierover onderhandeld met het hoofd der school.
Is de uitbreiding niet bijtijds klaar, dan zoo
lang onderwijs gegeven worden in de oude
school.
De heer VAN DER SLIK vraagt of de
grond achter de gasfabriek in gebruik genomen
zal worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat de straat
wordt doorgetrokken en aan ééne zijde zal
bebouwd worden, de andere kant blijft voor
de gasfabriek.
De heer VAN DER SLIK vraagt over den
gang van het proces over het paard van Vroeg-
indeweij.
Het blijkt, dat die zaak nog niet opgelost is.
De heer KOESE (V.B.) vraagt of het 't
LI. L. onderwijs niet schaden zal wanneer er
tijdelijk in een ander gebouw onderwijs ge
geven moet worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat het de
bedoeling is het lager onderwijs in dat ge
bouw onder te brengen en het vrijkomend locaal
voor het U. L. O. te gebruiken.
Dan geheime zitting.
Na heropening der deuren werd besloten tot
aankoop van bouwgrond in eigendom van J.
Boeter te Middelharnis 8483 M2 en van grond
in eigendom van K. Doornbos groot 3284 M2.
De eerste oppervlakte is ingekocht voor den
prijs van 1,53 per M2, de laatste tegen den
prijs van 1,60 per M2.
Dan sluiting.
Vergadering van den Raad der gemeente
DEN BOMMEL, op Vrijdag 10 Febr.
des namiddags half 3.
Tegenwoordig met den Voorzitter alle leden.
De Voorziter opent de vergadering met het
uitspreken van het formuliergebed. Hierna roept
hij alle leden in de eerste vergadering van het
jaar 1928 een hartelijk welkom toe en spreekt
den wensch uit, dat in het nieuwe jaar in een
goede verstandhouding mag worden samenge
werkt in het belang der gemeente.
Vervolgens worden de notulen van de vorige
vergadering gelezen welke onveranderd worden
vastgesteld en goedgekeurd.
In behandeling komt
1. Ingekomen stuken.
a. De VOORZITER deelt mede, dat op 26
Januari 1928 een bedrag is gestort groot 188
wegens te weinig betaalde vermogensbelasting.
b. De VOORZITTER brengt namens den
heer J. C. Borgdorff, oud-wethouder dezer ge
meente, den Raad hartelijken dank over voor
het aan hem verleende pensioen.
c. Ter tafel komt een proces-verbaal van
kasopname bij den gemeente-ontvanger gehou
den 29 December 1927, waaruit blijkt dat in
kas was een bedrag van 1124,26)^.
d. Een schrijven van den rijksveldwachter
C. M. Tiggelman alhier, houdende dankbetui
ging voor de aan hem verleende gratificatie
voor politiediensten in het afgeloopen jaar ge
daan.
e. Een schrijven van Ged. Staten, houdende
mededeeling dat de beslissing omtrent de ge
meentebegrooting dienst 1928 door hen is ver
daagd.
f. Een schrijven van Ged. Staten, houdende
mededeeling dat door hen is goedgekeurd de
gemeenterekening over het dienstjaar 1926.
g. Een schrijven van den Minister van Ar
beid, Handel enNijverheid, houdende bericht
dat de bijdrage volgens de woningwet over
het exploitatiejaar 1926/1927 is bepaald op
1141,67.
h. Een schrijven van Gedep. Staten, hou
dende mededeeling dat door hen is goedge
keurd het besluit van den Raad d.d. 22 Decem
ber 1927, betreffende de overdracht van wegen,
vallende in het wegenplan voor Zuid-Holand.
Op voorstel van den VOORZITTER wor
den genoemd stukken voor kennisgeving aan
genomen.
i. Een schrijven van Gedep. Staten, houdende
terugzending der gemeentebegrooting voor het
dienstjaar 1928, met eenige opmerkingen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten
zooveel mogelijk aan de opmerkingen tegemoet
te komen.
j. Hierop wordt voorlezing gedaan van een
schrijven van den heer J. P. Mast te den Bom
mel, waarbij deze aan de gemeente in eigendom
wil schenken de perceelen gelegen aan den Zee
dijk kadastraal bekend Sectie B. no. 1914 en
1948 groot 275 c.A.
2. Zonder hoofdelijke stemming wordt beslo
ten in art. 13 van het Reglement van het Bur
gerlijk Armbestuur achter de woorden gezond
heidstoestand voorkomende in het zesde lid toe
te voegen de woorden „zoowel in lichamelijk
als in geestelijk opzicht.
3. Met lgemeene sternen wordt besloten tot
wijziging der gemeente-begrooting en af- en
overschrijving op diezelfde begrooting voor
het dienstjaar 1927.
4. Zonder hoofdelijke stmming wordt beslo
ten aan J. M. van der Zwan te Wateringen een
half jaar afschrijving te verleenen van honden
belasting.
Niets meer aan de orde zijnde wordt de ver
gadering na gebruikelijke rondvraag door den
Voorzitter gesloten.
KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK.
Zitting van Vrijdag 10 Februari.
Terecht staat J. S., 19 jaar, veldarbeider te
Sommelsdijk, wien ten laste wordt gelegd ge-
loopen te hebben op de ijsbaan, toebehoorende
aan de ijsclub Middelharnis-Sommelsdijk, zonder
hiertoe gerechtigd te zijn.
Verdachte beroept zich op het feit, geen
centen gehad te hebben om de entrée te be
talen. Hij was den geheelen winter werkloos
geweest.
Gehoord wordt getuige C. v. d. M., voorzitter
van de ijsclub.
De Kantonrechter vraagt of de vereeniging
rechtspersoonlijkheid bezit.
Get. antwoordt dit niet te weten, wel is de
club Koninklijk goedgekeurd.
Het statuut der vereeniging wordt voorge
lezen, waaruit blijkt, dat de vereeniging een
rechtspersoon is.
De ambtenaar van het O. M. vraagt ver
dachte of hij gewaarschuwd is om van het
ijs af te gaan.
Dit wordt erkend. 1
Het O. M. meent, dat overtreding van art.
461 wetb. van strafrecht hier dus wel vast
staat. Een zware straf zal nog niet gevraagd
worden, maar toch moet het publiek weten
dat niet ieder gerechtigd is op de ijsbanen van
de ijsclub Middelharnis-Sommelsdijk te vertoe
ven zonder toestemming van genoemde club
Geëischt wordt deswege 2.— subs. 2 dagen
hechtenis. Verdachte wordt schriftelijk vonnis
gewezen.
Bij verstek wordt behandeld de zaak tegln
G. de J. te Ooltgensplaat, die dronken was en
in het café van Moerenhout het aanwezige pu
bliek bedreigde met een geopend knipmes, aldus
de orde verstorende.
Gehoord worden enkele getuigen, waaruit
het wettig en overtuigend bewijs wel is komen
vast te staan.
Geëischt wordt 12 subs. 12 dagen hech
tenis. Verdachte wordt veroordeeld tot 10
subs. 10 dagen hechtenis.
De zaak tegen verdachte A. S. te Ouddorp,
oud-veldwachter, is de vorige keer al behan
deld geweest. Slechts moest nu nog worden
onderzocht of het verweer van verdachte, dat
het water door den huurder niet onderverhuurd
mocht worden aan de ijsclub, gegrond was.
Hiertoe wordt gehoord getuige P. K., 57 j.,
visscher te Ouddorp, pachter van het water.
Het O. M. meent uit diens getuigenis te
kunnen concludeeren, dat de 30, welke de
pachter ontving, niet bedoeld waren als ver
goeding voor huur, maar voor onkosten en
arbeid, zoodat het verweer van verdachte on
gegrond is. Geëischt wordt derhalve 2 subs.
2 dagen hechtenis.
Verdachte wordt schriftelijk vonnis gewezen.
O. v. N., wiens zaak ook reeds eer voor
kwam, was ten laste gelegd het niet tijdig aan
geven ten gemeentehuize van een slachting.
Verdachte beroept zich op het feit, dat hij
de algemeen aangenomen gewoonte volgde en
in elk geval de varkens door den veearts ge
keurd waren, hetgeen deze dan ook onder eede
bevestigd.
Geëischt wordt 10 subs. 10 dagen hechtenis.
Veroordeeld tot 5.— subs. 5 dagen hecht.
J. P., bij verstek, wegens rijden zonder licht
te Middelharnis, 5 subs. 5 dagen hechtenis.
W. K. H., 26 jaar, landbouwer te Ouddorp,
had op een pad geloopen, dat in eigendom
toebehoorde aan een ander. Hij was met nog
twee personen aan het jagen.
Gehoord wordt getuige J. v. D., 16 jaar,
te Ouddorp, die verklaart, dat hij, toen hij
verdachte zag loopen op het erf van zijn vader,
hem heeft gewaarschuwd zich te verwijderen.
Desgevraagd verklaart getuige, dat verdachte
in jagende houding liep en gevraagd had naar
een haas. Een van z'n metgezellen liep zelfs
in den boomgaard. Hij gaf geen gehoor aan
de waarschuwing zich te verwijderen, maar
stootte getuige met de kolf van het geweer tegen
den schouder.
Get. J. v. D., 14 j., verklaart hetzelfde.
De ambtenaar van het O. M. acht het feit
voldoende bewezen en acht het opleggen van
een flinke straf gerechtvaardigd. Verdachte
heeft zich allermisselijkst gedragen. Hij wist dat
daar een vrouw woonde met een paar jongens
van 16 en 14 jaar, dat geen goede postuur
voor hem was en daarom juist is hij daar
heengegaan en ondanks waarschuwing is hij
doorgegaan met jagen, omdat hij wist dat ze in
lichaamskracht tekort schoten om hem van het
erf af te zetten. Verdachte heeft in deze zelfde
zaak zich te verantwoorden gehad voor den
rechter te Rotterdam, die hem een voorbeeldige
straf heeft opgelegd en ook voor het feit, dat
hem hier ten laste gelegd wordt, is een flinke
straf op haar plaats. Geëischt wordt 50
subs. 50 dagen hechtenis.
Verdachte wordt schriftelijk vonnis gewezen.
P. H. de G. te Ouddorp had in zijn café een
biljartstok „verkiend Hij had 100 lootjes uit
gegeven ad 25 cent per stuk en dus de loterij-
wet overtreden.
Gehoord worden enkele getuigen, waaruit
blijkt, dat de caféhouder dien stok, die hem
25 zou opbrengen, weer voor 3.50 wilde
terugkoopen.
De Kantonrechter vraagt of de verloting is
doorgegaan, waarop getuige ontkennend ant
woordde, want de politie had de zaak in be
slag genomen.
Deze zaak wordt aangehouden, daar ver
dachte ziek is.
J. G. te Dirksland wordt ten laste gelegd
verschenen te zijn op een terrein, dat door
het brandpiket was afgezet, zelfs had hij over
de brandslangen geloopen.
Gehoord worden enkele getuigen, waaruit
het ten laste gelegde blijkt vast te staan.
Verdachte wordt veroordeeld tot 5 subs.
5 dagen hechtenis.
J. A. L. te Dirksland reed zonder licht. Is
veroordeeld tot 5 subs. 5 dagen hechtenis.
M. W. V. had te Melissant een auto laten
staan met een niet in rust gebrachte motor.
Veroordeeld tot 5 subs. 5 dagen hechtenis,
G. L. B. reed te Den Bommel met een auto
zonder een rijbewijs te kunnen toonen. Ver
oordeeld tot 3 subs. 3 dagen hechtenis.
L. L. ventte zonder vergunning. Veroordeeld
tot 3 subs. 3 dagen hechtenis.
P. O. reed in Melissant met een tractor zon
der bandenbeschermer.
Verdachte vindt die wet schandalig, want
als hij de banden moet beschermen, heeft hij
niets aan den tractor en. hij moet er z n brood
mee verdienen.
Dit zal nader onderzocht worden. Deswege
wordt de zaak aangehouden.
J. M. H. reed te Middelharnis zonder licht.
Veroordeeld tot 3 subs. 3 dagen hectenis.
F. S. idem en kreeg dezelfde boete.
Vrijdagavond sprak voor het comité van
winterlezingen te Dirksland in het Koor der
Kerk Ds. den Boer van Haarlem over boven
genoemd onderwerp.
Hoewel het weer niet uitlokte, was de zaal
nog flink bezet.
De heer Potter opende op de gebruikelijke
wijze de samenkomst en heette in zijn openings
woord den spreker en alle aanwezigen hartelijk
welkom. Hij dankt den spreker, dat deze bereid
willig gehoor had gegeven aan de uitnoodiging
om voor deze gemeente weer eens op te treden
en geeft hem gelegenheid zijn rede uit te spreken
Waneer, zoo begint Spr., wij over het licht
uit het Oosten spreken, dan bedoelen we daar
mede het licht van het Boedhisme.
De wereld telt ongeveer 1500 millioen in
woners en ruim 500 millioen daarvan gelooven
in het Boedhisme. Dat is dus ongeveer één
derde gedeelte van het geheele menschdom.
Maar het licht, dat in het Oosten schijnt,
schiet haar stralen in onzen tijd ook uit over
het Westen. Het Boedhisme heerscht niet alleen
meer in het land van zijn oorsprong, maar
begint eveneens zijn aanhangers te tellen in
het Westen, in Europa, waar het Christendom
geheerscht heeft.
Het Boedhisme wordt in deze dagen door
den Westerling begroet als een nieuw Evan
gelie en daarmede, zegt spr., is de behandeling
van een onderwerp, als hier de aandacht vraagt,
ten volle gerechtvaardigd.
Spr. wenscht te spreken eerst over den per
soon van Boedha en dan over de leer van
het Boedhisme.
De naar Boedha beteekent verlicht, de ver
lichte.
Er zijn verschillende Boedha's geweest.
De laatste van dezen was Gautama Sedarta.
Het verhaal van Gautama Sedarta is een
mengeling vna waarheid en dichting, van wer
kelijkheid en fantasie. Men spreekt dan ook
wel van een legende, een sage, een mythe.
Hij werd geboren 560 vóór Christus. Voor
zijn geboorte kreeg zijn moeder, de Koningin
van het Oosten, wonderlijke droomen. Zij ver
telde dezen aan den Koning en hij legde ze
de wijz enuit het land voor ter uitlegging.
De wijzen maakten uit de droomen op, dat
dit kind, dat geboren zou worden, óf een groot
profeet, óf een groot Koning zou worden. De
vader gaf den voorkeur aan het laatste. Hij was
meer gesteld op een Koningszoon dan op een
profeet. Vandaar dat toen Gautama Sedarta
geboren was, hij werd opgevoed ver van alle
ellende en jammer, van ziekte en dood, en alle
dagen leefde in groote pracht en weelde.
Totdat hij groot geworden eens uitreed met
zijn wagenmenner en langs den weg een ouden
man ontmoette, die al strompelend zijn weg
vervolgde. Hij vroeg zijn wagenmenner: Is dit
het lot van den mensch, oud en gebrekkig te
worden En het antwoord, luidde: de jeugd,
de lente des levens, de zomer en de herfst
gaan voorbij en de winter is het einde.
Later zag hij een zieke liggen en weer moest
zijn wagenmenner hem uitleggen, dat ook ziekte
tot het menschelijk leven behoorde.
Straks zag hij dat een doode werd uitge
dragen en zijn wagenmenner moest hem vertellen
dat de dood het einde van alle leven is.
Maar als hij ten vierde male een ontmoeting
heeft, als hij een eenvoudigen monnik ziet,
met de stille rust en de bovenaardsche tevre
denheid op het gelaat, is zijn beslissing ge
nomen.
In een stillen nacht ontvlucht hij op een
vurig ros het koninklijk paleis en gaat jaren
lang zwerven en zoeken. Maar het licht van
de kennis en der waarheid gaat hem niet op.
Hij wilde als boeteling en kluizenaar leven en
zag zich door enkele discipelen omringd. Maar
niets bevredigde hem, tot hij op een stillen
avond gezeten was onder het bladerdak van
den baticboom. En toen ging de wondere we
reld voor hem open. Hij was gekomen onder
den boom der verlichting en daar was hem
het ware licht opgegaan.
Sinds verkondigde hij zijn leer. Op 80-jarigen
leeftijd stierf hij in rust en vrede. Zijn laatste
woorden op zijn sterfbed gericht tot zijn dis
cipelen waren: Ik heb de goede leer verkon
digd die blijven zal. Staat ook gij in die leer,
weest het licht in u zelve en weest de toevlucht
van u zelve.
Dat is ook eigenlijk de leer van het Boed
hisme: ieder mensch zijn eigen licht en ieder
mensch zijn eigen toevlucht.
Het Boedhisme heeft geen diepe gedachten
over den oorsprong aller dingen. Het heeft
geen belijdenis over schepping en wording.
Het Boedhisme plaatst zich in het heden. Het
zag dat de wereld vol lijden was en dat ieder
schepsel, niet slechts de mensch, maar ook de
p'ant en het dier, gebukt gaat onder 's levens
leed.
En daarom is ook het Boedhisme een ver-
lossingsleer, evenals het Christendom.
Om duidelijk te maken wat het Boedhisme
leert, laat spr. de leerstelling zien tusschen het
Boedhisme en het Christendom.
Het Christendom predikt de verlossing door
het eenige Offer van den Zoon van God.
Het Beoedhisme is echter een Evangelie naar
den mensch. De mensch verlosse zichzelve.
Christus zegt: Ik ben de weg, de waarheid
en het leven; de Boedhist zegt: ieder mensch
moet zijn eigen weg zijn naar het eeuwig ge
luk, op den oceaan van levensellende zij iedere
schipbreukeling zijn eigen redder.
Wat is nu de verlossingsleer van het Boed
hisme
De Boedhist zoekt in de eene oorzaak de
andere oorzaak, totdat hij de eerste oorzaak
van het lijden gevonden heeft.
Hij redeneert: al wat leeft lijdt: dus is leven
lijden. Waarom leeft de mensch en hij ant
woordt: door de weergeboorte (niet te ver
warren met het begrip wedergeboorte, zooals
wij Christenen dat leeren). De mensch wordt
geboren, leeft en sterft, maar terstond na het
sterven wordt hij wederom geboren en leeft en
sterft, zoo gaat dat door in eindelooze her
haling; dat is de tweede oorzaak van het leven,
dus van het lijden. Waarom bestaat de onop
houdelijke weergeboorte vraagt de Boedhist
verder, en hij antwoordt: omdat er in ieder
mensch is een dorst naar het leven, een levens
drang, een levenslust, welke hem telken^ weder
om in het leven brengt en waardoor hij telkens
wederom het lijden ingaat.
De levensdorst is dus de eerste oorzaak
van het lijden. Welnu, zegt de Boedhist: doodt
dan de levensdorst en het levenslijden is ten
einde. Onthouding, zelfverloochening, zelfver
nietiging, dat is dus eigenlijk de Boedhistische
heilsleer. Komt de mensch tot dit hooge stand
punt, dan wordt' de dorst naar leven, de levens
drang in hem gebluscht en komt er een einde
aan de weergeboorte, en sterft hij weg in het
eeuwige niet-zijn, in het nirwana, den hemel
van het Boedhisme.
Dat is de Boedhistische leer.
En deze leer vindt in onze dagen in onze
Westersche cultuur ingang.
Berlijn, Londen en Parijs hebben reeds jaren
hun Boedhistische tempels, hun moskeën, waar
het evangelie van Boedha gepredikt wordt. In
1903 kreeg Berlijn zijn Moskee en in 1905
werd in Leipzig de groote drukkerij geopend,
waar de Boedhistische propaganda gedrukt
wordt en Europa overstroomt.
Het Boedhisme vindt ingang in Europa, het
land van het Christendom, dat het bevel van
den Christus opvolgde en het Evangelie des
Heils verkondigde van zee tot zee en van
strand tot strand, opent nu zelf haar poorten
voor den heidenschen godsdienst.
Spr. stelt de vraag: hoe het komt dat Europa
zich opent voor de Boedhistische leer. Spr.
verklaart dit als volgt. Men heeft in de \y
tersche cultuur geknield gelegen voor de m'8"
schelijke rede. Het verstand vierde hoogtij h"
rationalisme scheen het summum van het m
schelijk kunnen en van het menscheliik „üf?"
Niet meer het geloof in het
{l1;1 ",eer geioor m net geopenbaard»
Woord van God was het hoogste goed m
nrnt «-v* »L n1.':11 t i
Werd
noodwendig de reactie komen. En lm'' m°eSt
wat de menschelijke rede openbaarde", dat
het evangelie des heils. Maar daarop
lisme leed deerlijk fiasco. Prof. Êmiel du FV~
Raymond besloot zijn rede over „die gren,0lS
des Naturerkennens" met het bekende
„Ignoramus et ignorabimus". Wij weten niet
wij zullen nimmer weten. en
Toen kwam de inzinking, en in vertwijfel;,,
greep de mensch naar het pessimisme. En d9
trek van het pessimisme in de Westersche cuf
tuur vindt aansluiting bij de leer van Boedha'
Men heeft dat Boedhisme wat gemodern
seerd. Men spreekt van neo-Boedhisme. Me'
aan
aan
giet het in nieuwe vormen. Denk slechts
de orde van de Ster uit het Oosten en
de leer der moderne theosofie. Het is een al
gemeen streven in den dood het einde van
het lijden te zien.
Het nirwana, het niet-zijn, is voor velen de
hemel, het hoogste goed. Men vindt deze trek
bij denkers en dichters. Kloos zegt: men moet
niet van het lieve dood zijn ijzen, en Frederik
van Eeden zag in het dood zijn de uitkomst
van het leed.
Dat is de moderne religie, de levenszatheid
en de levensmoeheid, het gemis aan levensdurf
en levensenergie. Het is het Boedhisme in nieu
we vormen.
En dat terwijl de moderne cultuur haar hooq.
ste triumfen vierde
En dat terwijl de schatten van het menschelijk
vernuft torenhoog opgestapeld liggen, de mensch
meester der schepping werd en alle potenties
in de schepping aanwezig, heeft geëxploiteerd.
Hoe komt het, dat bij zooveel rijkdom zoo
groote armoede openbaar wordt
Spr. wijst op een gelijkluidende vraag, door
een Groningsche professor gesteld: wat is het
lek, waardoor we al onze schatten, met zorg
vergaard, verliezen, wat is de schimmelplant,
die alle vrucht, met zorg door ons gewonnen!
nog voor we ze aan den mond gebracht hebben
bederft
Het antwoord ziet spr. in het verlaten van
den weg des levens. Het waarachtig Christen
dom heeft men den rug toegekeerd. De mensch
wil er niet aan verlost te worden. Hij wil zich
zelf verlossen. De mensch wil er niet aan de
diepste oorzaak van al zijn ellende te zoeken
in eigen zonden.
En toch is de eenige weg tot het ware geluk
de weg der verlossing door het Bloed van
Christus.
En nu grijpt de mensch weer naar het Oosten,
Van daar verwacht hij het Licht in den baaierd
van ellende en jammer en duisternis. Het is of
geheimzinnige banden en koorden hem telkens
weer naar het Oosten trekken. Zoo was het
in de Grieksche wereld, zoo was het in de
middeleeuwen, zoo is het in onze dagen.
En dat verwondert niet.
De oorsprong van het menschelijk geslacht
ligt in het Oosten, daar leefde de eerste mensch,
daar werd de eerste zonde bedreven, daas*. I
werden de eerste tranen geschreid, daar wei yl I
het eerste graf gedolven.
Het land van het Oosten, daar begint de
historie der menpchheid, daar ook zal zij haar
einde vinden.
Naar het land van het Oosten werd Adam
uitgedreven, daarheen werd Abraham geroepen
uit het Ur der Chaldeën, daar ligt de heuvel
Golgotha. Daar is gestorven die Andere, die
zooveel grootere Profeet en Middelaar tusschen
God en menschen, aan het kruis en heeft daar
hangend aan het vloekhout zegenend Zijn God
delijke Handen uitgebreid over het Oosten en
over het Westen.
En nu is Boedha heengegaan naar het „Nir
wana" gelijk hij dacht, en hij heeft de wereld
losgelaten. Maar deze Profeet, de Zoon van
God, ging heen naar Zijn Vader, maar hij liet
de wereld niet los.
Nu worden nog altijd tranen geschreid. Maar
Hij ziet en hoort Zijn volk.
,,'k Denk aan U, o God, in 't klagen", enz.
Nadat spr. dit vers en het volgende uit Ps. 42
heeft laten zingen, wijst hij ten slotte nog op
enkele tegenstellingen tusschen het Boedhisme
en het Christendom, om daardoor de hoogere
waarde van het Evangelie des Kruises te doelsh
uitkomen boven de troostelooze leer van
Boedha. Deze ontvlucht het lijden door in het
niet-zijn verlossing te zoeken, maar het Chris
tendom trotseert den harden rots van het lijden,
gelijk de golven der zee, die al hooger en hoo-
ger opklimmen, een opvaart, een hemelvaart
worden. Want het Christendom belijdt dat het
leven geen lijden is in zijn oorsprong, maar
vreugde, jubel. En die eeuwige levensvreugde
komt terug voor ieder, die gelooft en rust vindt
aan het Vaderhart.
Met groote aandacht werd deze rede gevolgd.
Na een woord van dank, door den heer
Potter uitgesproken, sloot de spr. de samen
komst op gebruikelijke wijze.
Het was weer een goede, leerzame avond.
na de wasch verzacht en geneest
men spoedig met PUROL
SOMMELSDIJK. L.l. Maandag stonden 12
werklooze landarbeiders bij den correspondent
der arbeidsbemiddeling dezer gemeente inge
schreven.
De prijs der paardepeen is in deze ge
meerd weer stijgende. Thans besteedt ®en
2.50 per H.L.
-Ook hier een ruitenkrasser Bij een win
kelier in deze gemeente zijn de ramen bewerkt
met een hard voorwerp. Is dit louter baldadig
heid
Tegen een inwoner uit deze gemeente is
proces-verbaal opgemaakt wegens het rijden
over den Oostdijk gedurende den tijd waann
dit verboden is.
Vorige week werden uit deze gemeen e
verscheept 179222 K.G. aardappelen, uien en
paardepeen.
MIDDELHARNIS. Donderdag is de zee-
visscher Joh. Langbroek, varende op de stoom
trawler „Bergen" IJmuiden 16, door een s'Prjz
overboord geslagen en verdronken. Hij la
een weduwe met 12 kinderen achter.
Door mej. Schippers, Zandpad, is ve ?r^
een portemonnaie met eenig geld en een
sleutel er in.
Onze dorpsgenoot, de heer S. de ,n'a|s
is met ingang van 15 Februari aangestel
agent van politie te 's-Gravenhage.
Tijdens zijn werkzaamheden kreeg
werkman H. Verolme kalk in zijn oog eo
genoodzaakt zich onder medische behan
te stellen.