EN" IL's Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IS ets. per balt ons I 2LEN VAN ROSSEM's Lichte Baaitabak otterdam. .ken en dules EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. LI4, SJ\f 252- 68 5 ekend lage»7 in het oude cl. Magazijn RKES al met meer &0 modellen No. 3404 ZATERDAG 4 FEBRUARI 1928 42STE JAARGANG lineum ii voor de kwaliteit, lerkalk wenscht zakken zijn steeds >ven met rood© X erstrekt. IN HOC SIGNO YINCES W. BOEKHOVEN ZONEN A IJ© stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Het antwoord aan Pastoor P. van Dorp. In pa ten e verpakking Morst niet, scheurt niet Maakt geen kort it87 nuchtere H°iï38, p,aarden f 100Ö Holl. varkens le k0T ven noteering, 2e t, ens 69-71 MEEL EN OLIËN Januari. Buitenlands de Makelaars Hagenbeek stemming prijshoudend E disp. f 12.75, Wesw Pacific disp. j3 aar kwal. disp f 1? »r» f 12,90. U-80- 2 disp. f 245, st. 24, kg. dito aangekomen 3 disp. f 12,95, 53/54 disp. f 11,70, Noord f 11,95-11,60, 55/66 k, P.20, 51/52 dito f Januari. BinnenUndsche Tarwe wederom w gestemd en lager ver. beste soorten van f i2 ir kwal. f 10 tot flosr 12'/2 tot f 13,-. U,8S iid 10 tot f 11, extm ne in de prima soorten fcns flauw onveranderd waliteit Schokkers prima verigens van f20 tot f33 q aanbod vast gestemd' swal. van f 25 tot 36* alles per 100 Kg. Jan. Fijne Zaden rwijzaad f 33-35, blauw lolzaadf 21-23, kanarie rlijnzaad f 18-20, 2aai per 100 Kg. WOL, DIVERSEN. Jan. Vlas. De vorige land een goede vraag soorten. Heden aan dé voerblauw 10,600 kg wit 1000 kg. geel 16.400 het aangeboden blauw elmatig. Vraag was vol. er was bijna geheel tot locht. Ird. Men besteedt voor tot 26 en voor wit [STRAAT 73 ëjrdamJ \T IS NU. weder het U later ar t in Uw bezit zijn. binnen, en buiten, akproducten. de constant prima ieuwe leerzame rijk ?ruchtboom.Carboli< tsche Asphaltfabriek 50 flELPJKRICHTERS MULATOREN lEGEMHER DE OOSIERKERI Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco pet post f 1.— bfl vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatslHg. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. i. In een drietal artikelen in „De Maas bode" komt de heer Van Dorp tegen ons verweer op. Onze lezers herinneren zich wellicht waarover het geding liep. De heer Van Dorp meende causaal verband te kun nen leggen tusschen de onderlinge ver deeldheid onder de Protestanten, welke wij zoo diep betreurden, en het op treden van Luther. Zijn Eerw. zag in de groote Kerk-Reformatie een ver- keerd begin en daaruit volgde dan voor |(j( hem noodwendig de verkeerde gevol gen. Zien we het wel, dan gaat het hier in de eerste plaats over de leer van het onfeilbaar kerkgezag, waardoor Rome haar eenheid bewaart en in de tweede plaats over het karakter dier eenheid. In een tweetal artikelen zullen we ons standpunt ten aanzien dier punten uiteenzetten. De heer Van Dorp zegt „Hoever de schrijver uit den koers is, be wijzen wel zijn woorden: „het werk van Luther en de andere hervormers der zestien de eeuw kan echter nooit het gevolg gehad hebben en zal ook nooit hebben, dat deze schrijver er aan verbindt". We hebben aan dat „werk van Luther" verbonden: geloofsverdeeldheid. En dit zullen we bijven doen, juist omdat Luther een ieder s naar zijn eigen opvattingen verwees. Is dit recht om aan eigen opvatting vast te houden niet zoo sterk, dat dr. Bavinck in zijn Gere formeerde Dogmatiek kon schrijven, dat een ieder met den Bijbel d.w.z. met zijn eigen opvatting van den Bijbel -- in de hand zich verzeten mag desnoods tegen de geheele Kerk? Eigen opvattingen brengen verdeeldheid verdeeldheid brengt kwijnend geloofsleven (of moet ik hier nog verder op ingaan?); kwijnend geloofsleven voert tot ongeloof en ongeloof voert tot(de Redactie moge dit zelf invullen!)". De heer Van Dorp verbindt aan het Reformatiewerk van LutherGeloofs verdeeldheid. Wanneer Z.Eerw. hiermede nu be doeld dat een gevolg van Luthers op treden is geweest, dat de pluriformiteit der kerk gevestigd werd, dan stemmen we dit natuurlijk grif toe. Maar dat heeft niets te maken met onze klacht over de protestantsche verdeeldheid onzer dagen. Ook bij pluriformiteit van den uitwendigen vorm der kerk is een heid mogelijk en zelfs gebiedenden eisch. De pluriformiteit treft men fei telijk in beginsel reeds aan in de eerste Christengemeente. Paulus is anders dan Petrus, het kwam zelfs tot botsing tusschen beiden, maar dad deed niets af aan die hoogere eenheid welke er bestaan moet in de mystieke verschij ning van de kerke Christi. Dat die hoogere eenheid thans zoo veelszins ontbreekt is dan ook geen ge volg van de daad van Luther maar een gevolg der zonde, een gevolg van ge mis aan waarachtig geloof. Dat heeft niets met de kerkhervor ming te maken. Nu is het begrijpelijk dat de heer Van Dorp de geloofsdaad van Luther van haar hoog voetstuk trekken wil om er zondige verdeeldheid in te zien. Het zelfde streven trof men ook aan in een artikel in „De Maasbode" van Januari j.l., dat handelde over Lu- terforschung. De schrijver van dat ar tikel spreekt daar over een nieuw werk dat gewijd was aan een Lutherstudie en prees het in dien historicus, dat hij het bewijs geleverd had, dat Luthers' „dwalingen" uitvloeisel waren van zijn karakter en persoonlijkheid. De be- dwelming van het succes, de roes van de populariteit, enz., maakten Luther's stap gemakkelijk, noodzakelijk zelfs, al achtervolgde hem heel zijn verder leven hierom pijnigende onrust en twij fel." Het is jammer dat Rome's geschied kundigen zich blijkbaar nog steeds niet boven het peil van een Denifle e.a. kunnen verheffen, doch nog immer voortgaan Luthers' „Umschwung" lou ter te verklaren uit psychologische en zedelijke motieven in plaats de eigen lijke oorzaak te zoeken waar deze al leen ligt n.l. in het zich buigen voor het eenig-onfeilbaar Woord van God. Nu is deze taktiek, hoewel niet ver dedigbaar wel te verstaan. Prof. Kuyper heeft in zijn bekende Rectoraatsrede van 1910 zoo juist ge zegd', dat niet de Olympische hoogte, waarvan L. von Ranke de geschiedenis der Pausen beschreef, maar het zoo veel lager gelegen terrein der polemiek, waar de geschiedenis gevaar loopt sla vin beurtelings van elk der partijen te worden, is het gebied, waarheen Rome liefst de geschiédbeschrijving overbrengt. Want het eigenlijke, sub jectieve doel bij Rome is toch nooit anders dan om „denjenigen unter den Protestanten die guten Willens sind, die Augen über Luther und Luther- thum zu öffnen und sie zu Katholischen Kirche zurück zu führen". Men zou bijna gelooven, dat de heer van Dorp zelve ook verstrikt geraakt is in die eenzijdige Roomsche geschied beschouwing, wanneer men hem het „belachelijk" hoort uitspreken over de bewering, dat de Kerkhervormers te ruggegrepen hebben naar het Woord van God, dat zij niet meer genoeg had den aan de officieele Kerktaal van Rome, maar den ouden Hebreeuwschen en Griekschen Bijbel weer onder het stof van eeuwen lang hebben opgedol ven. Wij gelooven graag, dat Rome „de grondtekst nog wel verstond", zooals de heer van Dorp zegt, maar er naar geleefd werd er niet meer. En als Zijn Eerw. dan zegt: tusschen be wijzen en beweren ligt een afgrond en meent, dat niet te bewijzen is, dat Rome's Kerkleer een dwaalleer was, dan is ons antwoord: Wanneer het objectief en biddend lezen van het Woord des Heeren U er niet van over tuigen kan, dan kunen wij dat zeker niet. We hebben hier te kampen met de hopelooze, eeuwenoude verwarring van het z ij n s oordeel met het w a a r- d e e r i n g s oordeel, dat reeds zoo menig polimisch geschrijf tot vruchte loosheid doemde. Maar een apologetisch aangelegd man als de heer van Dorp dient toch te weten, dat men met de dingen „be lachelijk" te noemen zeker geen stap vordert. Voor ons staat vast, dat de Kerk hervormers teruggrepen naar 't Woord van God. De heer van Dorp waardeert dit als volgt En nu vragen we: wat beteekent die terug gang van Luther en Calvijn op het gezag der H. Schrift Ziehier een punt, waarmede wij in onzen polemieken voortdurend te doen hebben. Het lijkt heel gewichtig, zoo niet ver pletterend, maar dan alleen voor een argeloos en naïef mensch. De redeneering lijkt immers klemmend, als ik beweer: „de H. Schrift is Gods onfeilbaar Woord. Welnu, ik houd mij aan de H. Schrift. Derhalve heb ik de on feilbare waarheid Gods". De redeneering' moet echter in werkelijk heid iets anders luiden: „de H. Schrift is Gods onfeilbaar Woord. Welnu ik houd mij maar aan mijn persoonlijke en feilbare verklaring van de Schrift. Derhalve heb ik mijn eigen menschelijke, feilbare verklaring der Schrift". Dit is de waarheid en geeft een heel an deren klank te hooren. En laten we nu nog eens een oogenblik veronderstellen, dat de „autoriteit der Kerk", welke zich ook op de Schrift beroept, niet onfeilbaar is, wat be teekent dan de teruggang van Luther en Calvijn „op het gezag der H. Schrift" Niet anders dan dit: een verlaten en prijsgeven van de Schriftverklaring der Kerk, om er eigen, persoonlijke en menschelijke verklaring voor in de plaats te stellen. Het begin der Hervorming „wortelt dus niet in de H. Schrift zelve", doch in de eigen, feilbaar menschelijke verklaringen, welke toen, op voorgaan der eerste hervormers, een ieder van de Schrift ging geven Nu zou voor ons, Calvinisten, dit betoog eenige waarde hebben, indien voor ons uit de H. Schrift te bewijzen was, dat naast de feilbare menschelijke verklaring van Gods Woord een on feilbare Kerkleer bestond zooals Rome leert. Zeer zeker erkennen ook wij een Kerkgezag, maar dat gezag is nóch onfeilbaar nóch hiërarchisch. De Schrift leert ons, dat dit gezag een dienend karakter heeft en al moge dit in Roomsche ooren misschien paradoxaal klinken, het is overeenkom stig Gods Woord, dat trouwens voor het natuurlijke leven meer para doxale waarheden openbaart. We denken b,v. aan de les door Christus in de voetwassching gegeven en aan Zijn woorden: „Wie van U de meeste wil zijn, die zij uw aller die naar". Zulk een dienend gezag aan vaardt de Kerk der Reformatie en dat dienend Kerkgezag blijft altijd appel- label aan de H. Schrift. Vandaar, dat als we zeggen, dat Luther en Calvijn teruggingen van de autoriteit der Kerk op het gezag der H. Schrift, wij hier mede inderdaad bedoelen, dat hier wordt „teruggegaan van iets minder waardigs naar iets meerderwaardigs". Want dit gezag ontleent zijn nor matief karakter aan d'e Schrift en blijft derhalve steeds ondergeschikt en ap- pellabel aan de Schrift. En wanneer nu in den loop der eeuwen het dienend Kerkgezag ontaardt en verbastert in een pauselijke hiërarchie, dan noemen wij het de groote verdienste der Her vormers, dat zij weer eens tot het Woord teruggingen om te onderzoeken of deze „ontwikkeling" (zooals de heer van Dorp deze ontaarding noemt) nog wel met de oorspronkelijke Schriftuur lijke gestalte van de Kerke Christi te rijmen is. Evenzoo staat het met het „onfeil baar leergezag der Kerk", Wij kunnen hierover breed redenee ren, doch zullen het niet doen. Op ver dienstelijke wijze heeft onze collega van „De Rotterdammer", die met „De Tijd" een gelijksoortige polemiek voert, de onhoudbaarheid' van een Pauselijke onfeilbaarheid aangetoond. De heer van Dorp zegt aan het slot van zijn eerste artikel, dat hetgeen hij zegt, beantwoordt aan zijn verstande lijk inzicht en wordt hem bevestigd door de geschiedenis. Maar hoe hij dat met die onfeilbaar heid dan klaar speelt, is ons een raad sel. De geschiedenis pleit hier geheel tegen hem. Maar ook de H. Schrift heeft hij hier tegen zich. De strijdende kerk hier op aarde be staat uit menschen, die dwalen kunnen. God is waarachtig, maar alle mensch is leugenachtig. Hierop worden geen uitzonderingen gemaakt. Zelfs niet voor een Paus. En wat leert ons de kerkhistorie, voor zoover Gods Woord zelf ons die heeft opgeteekend Vele hooggewich- tige zaken zijn de Joodsche Kerk onder het oude Verbond toebetrouwd ge weest, die door haar niet wel bewaard zijn geworden. Het eigenhandig wet boek des Heeren is langen tijd zoek ge weest (2 Kron. 34 14, 15). Zóó ver is de officieele Kerk in verval gekomen dat de wetgeleerden en schriftgeleer den, wel verre van onfeilbaar te zijn, integendeel den Christus, den éénig Onfeilbare hebben uitgeworpen Wanneer dat ons de gewijde geschie denis leert, wat zou dan de ongewijde geschiedenis ons te zeggen hebben. In dien dit aan het groene hout geschiedt, wat zal er dan aan het dorre hout ge schieden Wat er aan het dorre hout geschied is, behoeven wij den heer van Dorp niet voor te houdenWij gelooven niet, dat Zijn Eerw. gaarne alles wat door „onfeilbare" Pausen gezegd en gedaan is, voor zijn rekening zal nemen Blaise Pascal heeft het zoo fijn geestig opgemerkt: ,Niet het decreet van den pauselijken stoel, toen hij Ga lilei's meening omtrent de beweging der aarde verwierp, bewijst, dat de aarde in rust is, en de excommunicatie van Sint Vergilius, omdat hij aan het bestaan der tegenvoeters geloofde, heeft de ontdekking van Amerika niet verhinderd". Op de vraag van den heer van Dorp: wat beteekent die teruggang van Lu ther en Calvijn „op het gezag der H. Schrift", antwoorden we derhalve: dat beteekent voor den geloovigen Prote stant alles. Want de kerkleer is even feilbaar als iedere persoonlijke verkla ring, daarom moeten beiden telkens weer aan het Woord des Heeren ge toetst worden. Luther en Calvijn hebben dat ge daan. Zij gingen op de Schrift terug. Rome deed dat niet. Het Concilie van Trente handhaafde den ontwrich ten toestand. Juist haar leer van de onfeilbaarheid der kerk was het groote struikelblok. Zij schoof tusschen het Woord van God en den mensch de Kerk. De groote vraag was voor Rome niet: „wat leert de Schrift maar: „wat leert de Kerk De conclusie van den heer v. Dorp dat we het moeten stellen met onze persoonlijke feilbare verklaringen van de H. Schrift aanvaarden wij dus. Maar onder ééne restrictie. En juist die beperking van des heeren van Dorp's conclusie maakt geheel zijn be- toog waardeloos. Hij vergeet blijkbaar, dat God Zijn Heiligen Geest aan ieder waarachtig uitverkoren schepsel geschonken heeft. En hierin, doch ook hierin alleen, wordt de eenheid hersteld. De wer king van dien Geest maakt den mensch niet onfeilbaar, want ze maakt den mensch niet zondeloos, zelfs den Paus niet, maar wel bewerkt dien Geest, op den Pinksterdag uitgestort over elke ziel die gelooft, dat het Evangelie on der het volk des Heeren niet alleen in woorden is geweest,, maar ook in d'e kracht en in den Heiligen Geest en inveleverzekerdheden. Nog maals dat maakt niet onfeilbaar, maar dat schept toch bij alle verscheidenheid van inzicht en gaven die wondere unio mystic a, die zooveel hooge re eenheid als de Roomsche Kerkor ganisatie geven kan, welke hier op aarde reeds een voor.smaak doet ge nieten van de volkomen catholiciteit, welke de triumfeerende Kerk hierboven in d'e gemeenschap van haar eenigen Zaligmaker reeds genieten mag. En dat blijkbaar in onzen tijd helaas zoo weinig van d i e heilige eenheid bespeurd wordt, dat was onze bange klacht. Maar hiervan is Luther's ge loofsdaad geen oorzaak geweest, maar daarvan is de oorzaak juist, dat het heldengeloof van een Luther in onzen tijd zoo schaarsch openbaar wordt. Nadruk verboden. Vijf«en«twintig jaren is het geleden dat de spoorwegstaking in ons land uitbrak en weer even spoedig door een krachtig optredende Regeering werd beëindigd. 'k Herinner me nog dat ik voor enkele jaren in den Haag op het voorbalcon van de electrische tram stond bij den bestuurder, 'k Verzocht hem mij even te waarschuwen wanneer ik bij de Kanaalstraat (thans Dr. Kuyperstraat geheeten, omdat in deze straat Dr. Kuyper lange jaren gewoond heeft) was. De man knikte me toe dat hij aan het verzoek zou voldoen, maar voegde er aan toe«Dat is de straat waar de man van de worgwetten gewoond heeft*. Dat «worgwetten* kwam er zoo worgachtig uit, dat bij mij het vermoeden rees, dat deze man met het fiasco dat de spoorwegstaking geleden heeft maar weinig ingenomen was, Intusschen bewijst zulk een luttel gezegde, dat onder onze oudere arbeiders de spoorweg* staking van 1903 nog levendig voor den geest staat, dat het maar geen kleinigheid geweest is, wat toen gebeurd is, hoe kort alles bij elkaar het dan ook maar geduurd heeft. Het was begonnen met een staking onder de transportarbeiders in Amsterdam en Rotter* dam, maar weldra lieten ook de spoorweg» arbeiders zich er in betrekken en aanvankelijk leek het dat het voor de stakers een volledig succes zou worden. Oorspronkelijk had de Regeering zich afzijdig gehouden. Wel was al spoedig door de werkgevers aandrang op de regeering uit* geoefend om in te grijpen, maar op een audiëntie door een der heeren bij min. Kuyper gebracht, was het antwoord van den Staatsman dat vroegere ervaringen bij arbeidsconflicten hem geleerd hadden, in sociale conflicten als Regeering niet in te grijpen dan wanneer er gevaar bestond voor het algemeen belang. Dat Kuyper aan de zijde der werkgevers stond in dit conflict is dan ook laster en kan slechts geloof vinden in het fantastisch brein van den socialist. In de Kamer heeft zelfs nog het verwijt geklonken dat de Regeering niet vroeg genoeg was opgetreden. Nu stond de Regeering geheel onvoorbereid voor de plots oplaaiende vlam van deze revolutie. Zij was niet in 't minst voorbereid en daardoor bevond ons land zich op het onverwachts in een zeer precairen toestand. Door den wil van revolutionaire arbeiders, opgezweept door hun roode volksmenners, lag het geheele spoorwegverkeer, zij het dan ook slechts een paar dagen, zoo goed als geheel stil.' Dat deze gang van zaken geheel overeen* komstig den wensch der roode leiders was, behoeft geen betoog. Het ging hun geheel naar den zin. De H.H. Petter en Oudegeest wreven zich de handen van genot dat zij op zoo uitnemende wijze ons land en volk in gevaat gebracht hadden en in hun orgaan hebben ze officieel het vol* gende «gedicht* laten afdrukken: «Heil, gij fiere proletaren, Die den nek niet hebt gekromd Onder 't juk van de barbaren Maar het lekker hebt verd. Voor het laatste woord zal ik maar puntjes zetten Of de toestand dan zoo gevaar*vol was Het hoofdorgaan der S. D. A. P. Het Volk geelt het zelf met de grootste onbeschaamd* beid toe. Op kwajongensachtige manier wordt in dat blad de «heldendaden van 1903* herdacht. Het blad schrijft: «De handelaars konden niet leveren en de kooplieden kregen geen orders; de markten kregen geenlevensmidde* len en de bakkers geen meelde koersen op de beurs liepen terug en de spekulatie nam toe. In twee dagen tijdsHet ekonomische leven in een groot deel van Nederland lag stil in een paar dagen, want de havens en de stations lagen stil. De arbeid, de handenarbeid i

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 1