HEI VULPEI1IS !oor den Het is niet hetzelfde waar U Uw Vulpen houder Koopt. Gemengd Nieuws. V erKoopingen. 1 M piikoopsle, Hei pulste, Hei meest gessM IHssadssn- ©m Petlsnmagazlin N.V. J. HENI6ESR? Jr. EXODUS 33 14, 15. Brieven van een Christen°»arbeMer. 5, HOOFDSTEEG 5 Mom MierziciiL van der Hoeven denkt niet aan opgeven. Hij vindt de „Capa Vado" tusschen gevaarlijke banken, maar waagt zich daartusschen, slaat zijn tros aan en trekttrektHet schip raakt buiten de banken. Het ergste gevaar is voorbij, maar dan breekt de tros en de moeilijk verkregen verbinding is weer verbroken. Een vollen storm-dag blijft de „Humber" bij het schip-in-nood. Telkens wordt verbinding gezocht en telkens mislukt de poging. De korte winterdag is al lang voorbij. Roetdonker ligt de zee. Daar komen weer seinen: S.O.S. De „Capo Vado" dreigt op een lichtschip te stoo- ten. De „Humber" waagt het om bij de woe dende zee vlak langs den Italiaan te stoomen en weer verbinding tot stand te brengen. Nu houdt de tros. En nu twee volle dagen, waarin VOOP KLK Z-'IN K.DVJS Klpstraaf, hoek Fannekoekstraat B. etterdsra. ZIE DE 5 ETALAGES 'W® Geen Filialen. Telefoon 11309 de kapitein de brug niet heeft verlaten en de kajuitsjongen zijn kooi niet heeft gezien, brengt de „Humber" het schip veilig te Boulonge. Een krantenman heeft het verhaal van de redding bij stukjes en beetjes van kapitein van der Hoeven los weten te krijgen, met groote moeite. Want de kapitein van de „Humber" vond hetgeen hij deed „niets bijzonders". Hij vond het „niets bijzonders" 1 Zeemanseenvoud. Het is zoo juist gezegd bij de huldiging van de bemanning der „Alhena" ze hebben niets meer gedaan dan hun plicht, maar dan toch ook niets minder dan hun plicht. En dan denk ik aan dien jongen Scheveninger die in den kouden donkeren nacht over boord in volle zee sprong, om zijn kameraad te redden. Het is de schoonste eigenschap den mensch gegeven: dat hij zijn leven stelt voor zijn mede- mensch. Daarom de mooiste eigenschap, omdat ze is een afschaduwing van het beeld Gods, die een verloren wereld alzoo liefhad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gaf, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Men ziet in d?ze heerlijke eigenschap nog een zwakke nawerking van den oorspronke- lijken staat des menschen. Zóó ziet men het menschdom op zijn mooist: opofferende liefde en zelfverloochening, als een gouden draad is zij door de gansche historie der menschheid heengeweven. Daarom mogen we met recht trots zijn op onze Hollandsche jongens op zee, die waar het er op aankomt deze mooie eigenschap te laten schitteren, voor geen enkel ander volk onder doen, doch veeleer aan de spits der natiën staan. UITKIJK. „Hij dan zeide Zou mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen Toen zeide hij tot Hem Indien Uw aangezicht niet mede gaan zal, doe ons van hier niet optrekken". II. (Vervolg). Wordt hetgeen Mozes bad, ook door ons van harte begeerd Gevoelen wij er behoefte aan, dat de Heere met ons optrekt en vindt ons hart rust in de wetenschap, dat Zijn gunst ons deel is Of zoeken wij alleen de aardsche dingen Als wij bidden is 't dan alleen om gezondheid, eten en drinken, aardsch geluk Maar wat zal 't ons baten, al ge lukken onze plannen en worden onze wenschen vervuld, als wij de gunst Gods missen Het geeft ons geen nut tigheid, zoo wij de geheele wereld ge winnen en schade lijden onzer ziel. Wat zal onze steun zijn, als 't ons te genloopt, wanneer wij den Heere niet nabij ons weten Komt dit jaar de dood tot ons, wij moeten alles wat ons dierbaar is, achterlaten, 't Kon voor ons het laatste jaar zijn. Is 't reeds erg zonder God te leven, hoe verschrikke lijk zal 't zijn zonder Hem te sterven. Mochten wij dan allereerst staan naar Zijn zegen en met Mozes spreken: als Uw aangezicht, o God, niet medegaat, doe ons niet optrekken. Dat wij met Jacob betuigen: Heere, ik laat U niet gaan, tenzij Gij mij zegent. Hoe heer lijk, als wij zoo het nieuwe jaar be ginnen; biddend: wat Gij mij ook ont houdt, onthoud mij Uw gunst niet. Welgelukzalig de zondaar, die tot in keer komt, en het voor zijn God be lijdt: ik heb zoolang zonder U geleefd, maar geen vrede gevonden, en nu kan ik niet langer zoo voortleven, niet weer zoo een nieuw jaar ingaan; laat mij dan zonder U niet optrekken; alleen dat kan mijn hart gerust stellen, dat Gij met mij gaat. Waarlijk, er is alleszins reden om dat te begeeren. Het is zoo goed te verstaan, dat 'n kind van God daaraan behoefte gevoelt. Vraag den christen eens, wat hij daaraan heeft, en hij zal u antwoorden: de wetenschap, dat God met mij is, is voor mij een bron van troost en sterkte in leven en in ster ven. Ze doet mij het leed geduldig dragen, ze stelt mij in staat om alle bezwaren te overwinnen en staande te blijven in de verzoeking, ze geeft mij kracht om mijn strijd te strijden en mijn roeping te vervullen. Gods gunst sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen; ze is een waarborg, dat ook het einde wel zal zijn. Gods kind kan dan ook alleen leven in de aanschouwing van Gods vriende lijk aangezicht. Ziet maar eens, hoe dor en moedeloos, hoe versaagd en zwak hij is, als hij niet leeft in de be wustheid van Gods gunst. Wordt hij door de aardsche dingen afgeleid en voor een poos medegesleept, zijn hart heeft geen vrede. Hij kan alleen rusten in zijn God. Aardsche schatten kun nen hem niet bevredigen. God is de vervulling van zijn leven. Als de Heere Zijn aangezicht voor hem verbergt van wege zijn afdwalingen, dan is de toe komst zoo donker, het kruis zoo zwaar, het leven zoo somber. Waar moest hij heen met zijn zonden, als er geen God van genade was, verzoend door de voldoening van Christus 1 Waar zou hij in tegenheden een toevlucht vinden, indien hij niet een Vader in den hemel had, die om Chritus' wil zijn smeekin gen verhoort Waar zou hij troost vinden, als het aardsch geluk van hem wijkt en uitkomst tegen den dood, als God Zijn aangezicht van hem af wendde Maar hoe veilig zijn wij, als de Hee re met ons optrekt, en hoe gerust mo gen wij zijn in den hoogsten nood, als de almachtige God in gunst op ons ziet. Als Hij voor ons is, kan niemand en niets tegen ons zijn. Wie zal ons dan scheiden van Zijn liefde in Chris tus Jezus Geen dood, noch leven, geen engelen of overheden of machten, geen tegenwoordige of toekomende dingen, geen hoogte of diepte, noch eenig an der schepsel. Trekt Hij met ons op, dan mogen wij roemen: „De Heere is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vreezen De Heere is mijn le venskracht, voor wien zou ik vervaard zijn Wanneer wij in de gunst des Hee- ren optrekken, dan hebben wij daarin een zekeren waarborg, dat 't ons in dit jaar wel zal gaan. Niet in dien zin, dat enkel voorspoed ons deel zal zijn, dat geen rampen of tegenheden ons zullen a elfen. Want wij kunnen zonder God optrekken, terwijl ons toch alles mee loopt, en het is mogelijk, dat 's Heeren aangezicht met ons medegaat en wij toch door ramp op ramp getroffen worden, maar 't zal ons wel gaan m dien zin, dat 't ons aan niets zal ont breken onder alle omstandigheden, waarin wij komen. Wij zullen van God ontvangen wat Hij goed en noodig voor ons keurt. Hij zal ons uithelpen en doorhelpen, ons steunen en sterken. Ook de tegenheden, die Hij ons zendt, komen ons toe uit Zijn vaderlijke hand en zullen ons ten goede medewerken. En als dit jaar voor ons het laatste is, als 't in Gods raad besloten is, dat wij het einde niet zullen beleven, ook dan zal 't ons wel zijn. Ja, dan zal het einde van dit jaar nog beter zijn dan het begin, als wij uit de woestijn van dit leven verlost, zijn ingegaan in het hemelsch Kanaan, en ons eeuwig en ongestoord zullen verheugen in de gunst onzes Gods. (Slot volgt). In mijn vorige brieven heb ik getracht, II eenigzsins te doen medeleven in het „sociale leven". Of ik hierin wel ten volle geslaagd ben, zal de tijd openbaren, geheel gerust ben ik niet. Doch eenmaal begonnen hoop ik met Gods hulpe ze ook te mogen voleinden, te meer daar wij in het nieuw begonnen jaar, ze ker ook weer nieuwe sociale toestanden tege moet treden, waarin wij dan ook weer geroepen worden, deze tè leiden in den geest zooals het ons christenmannen betaamt. Ook ik kon in dit schrijven, in dit nieuwe jaar op nieuw ter rein, als het vervolg in het sociale leven. Ik heb gezegd in mijn vorig schrijven, U in dezen brief iets te vertellen over de arbeidersbeweging Ik gevoel, dat is geen gemakkelijk werk. Het „sociale werk is zoo bont, dat, zou ik U alles daarvan schrijven, dan zou ik hier en daar een greep moeten doen en dan zoudt ge misschien er nog geen idee van krijgen. Daarom wil ik maar liever probeeren het in één greep samen te vatten. Dan noem ikd e arbeidersbeweging. Wanneer ik.U nu vraag: weet gij wat dat is, Weet gij wat een „arbeider" is? Wordt ge misschien een beetje wr('welig om die vraag; want ge begrijpt al waa'.r het heen gaat. Die sociale menschen zeglt ge hebben tegen woordig zoo n soort stillen eerbied voor lederen „arbeider", ook al uiert, hij; maar ze vergeten, hoe hard er wordt gea;rbeid, gedraafd en ge sloofd door kleine baas;jes, huismoeders, domi- née's enz. enz. Doch dj at telt alles niet. Maar die „arbeider"Dqch luister nu eens en wordt niet boos. Of alle arbeiders arbeiden, of vele niet-arbeiders hard arbeiden daar heb ik het nu eens jqiiet over. Als men van de sociale kwesties ee nig idee wil krijgen en de gesprekken daarove.-r begrijpen, dan moet ge beginnen met uw a; andacht te scherpen en één ding vooral niet i/ergeten, n.l. dit: wat een woord bedoelt, moet ge in de sociale wereld niet afleiden van deiji woord-klank, maar van het woord-gebruik. I Iet klinkt zóó, maar wij bedoelen het zus. Eigenlijk nog iets; wij. ge bruiken het hier and ers, dan ze het elders ge bruiken. Dus, tweern;lal oppassen. Vooral, wan neer ik u nu eenige dingen moet gaan schrijven met vreemde woorden, 'k Zal b.v. in het ver volg u wat moeten schrijven over „Modern" en „Confessioneel"; maar als gij dan al dadelijk denkt, dat ik het h.eb over dominee's-kwesties of kerk-ruzle's, dan zijt ge de plank mis. Van het woord „arbeider" geldt iets dergelijks. Wij hebben het dan over eirbeiders tegenover pa troons; over werkgevers tegenover werknemers. We zijn dan dus op gewoon stoffelijk terrein en in de wereld van de industrie. Over dokters, pleegzusters of onderwijzers hebben wij het dan niet, al arbeiden die dan ook nog zoo hard. En wij hebben het ook niet over die kleine baasjes, hoe wel die toch ook in al dat stoffelijke bezig zijn en zich druk inspannen moeten. Waarom niet Omdat zij er niet toe doen, omdat wij die kortweg over het hoofd zien Neen, neen vrienden, zoo dom zijn we niet. Waarom dan? Jadan zal ik u langs een omweg trachten duidelijk te maken, daar ik u dan eerst wat uit de geschiedenis en den groei van onze maatschappij moet vertellen. Ook hiermede is het oppassen, daar wij daar bij niet buiten vreemde woorden kunnen, want dan moet ik u met een deftig woord: eerst wat economie vertellen. Economie is een Grieksch woord, dat „huishouden" beteekent. Nu weet een ieder wel, waarover het in een huishouden gaat. Het mooiste en het edelste is de geest in het gezin, de band tusschen de huisgenooten en allerlei soortgelijke dingen. Maar er zijn ook meer nuchtere en meer prozaïsche dingen noo dig, b.v. eten, drinken, kleeren enz. Die dingen moeten voor het huishouden worden verkregen en dan moeten ze worden verdeeld. Doch daar weet ge alles wel van en ook hoeveel hoofd brekens dat in den tegenwoordigen tijd kost Nu, niet alleen een gezin, maar ook een heel volk heeft die goederen npodig. En ten slotte Ieder fabrikant adverteert dat zijn fabrikaat het beste is. Wij hebben al de bekende en prima fabrikaten te samen gebracht, waarbij vele soorten welke speciaal voor ons zijn gemaakt en ook welke alleen bij ons verkrijgbaar zijn. Voor het koopen is het noodig le dat U uit eene groote sorteering een keuze kunt doen naar eigen smaak en beurs. 2e datU daarbij geholpen wordt door iemand, die deskundig is en weet wat voor Uwe hand geschikt is. 3e dat iedere Vulpenhouder voorzien is van een 14 Kar. gouden pen met iridium punt en ten volle gegaran. deerd Dit alles vindt U UITSLUITEND in GEEN FILIALEN BOTTERDAM Naam graveer.n grails, terwijl U wacht. Vraagt Pryscourant, gratis en franco. de geheele wereld trouwens ook. Zoo kan men spreken over gezins-huishouden, volks-huis- houden, wereld-huishouden. Doch ik wil u in mijn schrijven slechts doen inleven in het tweede van het hierboven genoemde, over volks-huis- houden. Ge zult het woord wel een;s meer ge hoord hebben, dat er veel op lijkt, n.l. staat- huishouden, of eigenlijk „staat-huishoudkunde Welnu, dat is het zelfde als economie. Doch met het woord „staathuishoudkunde" kan men niet te voorzichtig wezen en ik zou u raden, spreek altijd van volkshuishoudkunde. Nu zult ge misschien vragen of het op dat eene woord aankomt en waarom men zoo een gewoon woord moet laten vallen. En dan moet ik ant woorden: zeker komt het op één woord aan, en wel om deze reden: als iemand over ons volk spreekt én hij praat dan over staat-huis- houdkundedan kan daar best de gedachte in schuilen, dat de Staat voor het huishouden van het volk zorgen moet. En dat zit nog Daar is juist de groote kwestie over. De drieëerlei meening, welke in hoofdzaak hierover gaat, is deze: de een zegt, dat de Staat voor allen en alles van de volksverzorging zorgen moet; de ander zegt, dat de gewone groepen in ons volk en de maatschappelijke krachten het wel kunnen doen en de Staat zich daar maar buien houden moet en de derde groep die daar zoowat tusschenin staat, zegt, dat zij wel wat van de Staat verwachten, maar niet allesDoch ik wil u in mijn schrijven maar buiten deze kwesties houden. Zooveel hebt ge nu wel begrepen: Staat of geen Staat de goederen voor het volshuishouden moeten er komen en worden verdeeld. Daar heeft de economie het over. Schenkt nu even aan het volgende uwe volle aandacht en ge vindt het helder en doorzichtig wat ik U nu ga schrijven. Ik zal het zoo eenvoudig mógelijk voorstellen: de landbouw, de veeteelt, de mijnbouw zorgen voor de grondstoffen, katoen, huiden, wol en ijzererts. Maar daar kan men zoo voor het volkshuishouden weinig mee doen 1 Ze moeten be- en verwerkt worden voor voedingswaren, ldeeren, meubelen enz. Deze verwerking is in den loop der jaren natuurlijk veel van methode veranderd. Doch die der grondstoffen wel het meest Als gij daarvan de geschiedenis zoo in vogelvlucht voor u neemt, dan ziet ge zoo langzaam (doch zeker) het woord „arbeider" van zin veranderen, en krijgt die een bepaalde beteekenis. Nu, die bepaalde beteekenis grijpen wij vast (u ook) om het woord „arbeidersbe weging" recht te begrijpen. Daarover in een volgenden brief, met het onderwerp: Wat is een arbeider EEN CHRISTEN-ARBEIDER. Indien de eerste beursdagen van het nieuwe jaar een aanwijzing vormen voor het verloop van zaken op de effectenbeurs gedurende 1928, dan openen zich voor dit jaar goede vooruit zichten. Gedurende de laatste dagen had de fondsenmart inderdaad een aangenaam voor komen. Weliswaar mag nog niet van groote omzettingen gesproken worden, doch bijna re gelmatig heerschte een vaste stemming. De Industrie-papieren voerden nog steeds den boventoon en vooral waren het de bekende soorten, welke ook thans het grootste deel van de publieke belangstelling voor zich opeischten. Voor kunstzijde-aandeelen ontwikkelde zich een drukke affaire, terwijl iifehet bijzonder geregeld vraag bestond naar Enka's en Mackubee's. De emissie van de Mackubee en de wijze waarop de nieuwe aandeelen in aandeelen Enka kunnen worden omgewisseld, heeft tot de noodige com mentaren aanleiding gegeven, doch over het algemeen oordeele men toch gunstig over deze aangelegenheid. Onze Kunstzijde fabrieken heb ben zich in korten tijd een zeer goeden naam veroverd, zoowel wat betreft de producten, wel ke zij afleveren, als de wijze, waarop de zaken worden geleid. Vooral de Nederlandsche Kunst zijdefabriek heeft aan haar bedrijf een gewel dige expansie kunnen geven, en neemt op de internationale markt een belangrijke plaats in. Goed gedisponeerd waren aandeelen Philips fabrieken, die hun rijzing onverpoosd voort zetten, met nu en dan een kleine reactie. Ver schillende minder bekende Nederlandsche In dustrie-papieren gaven eveneens blijk van aan wezigheid, en wisten zich op een verhoogd koersniveau te stellen. Verscheidene takken on zer Nederlandsche Industrie hebben zich in het achter ons liggende jaar op voordeelige wijze weten te ontwikkelen, en heeft dit ten aanzien van industrie-papieren in het algemeen een aangename atmosfeer geschapen. Scheepvaart aandeelen lieten ook weer iets van zich merken. Voor aandeelen Holland— Amerika-lijn werd goede belangstelling getoond, evenals voor aandeelen Nievelt Goudriaan en enkele wildevaartlijnen. Over het algemeen is men van oordeel, dat het jaar 1927 voor de scheepvaart-maatschappijen niet onvoordeelig is geweest. Momenteel heeft de vrachtenmarkt een kalm verloop. In rubberwaarden ging niet veel om. De voorraden te Londen bedragen momenteel 63.000 ton, tegen 71.000 ton in October 1927. Deze vermindering is zoo geleidelijk aan ge gaan, dat er geen aandacht aan is geschonken. Er schijnen echter teekenen te zijn, die er op wijzen, dat de afname spoedig in een sneller tempo zal gaan. De gemiddelde rubberprijs in 1927 was 1 sh. 6% d. per lb„ een prijs, welke voor alle rubbermaatschappijen loonend is. Tabakken werden weinig verhandeld. Het wachten is op nadere berichten over de kwa liteit van den oogst 1927, waarvan zich reeds een groot gedeelte hier te lande bevindt. Suikerfondsen hadden een beperkte markt. H.A.V.'s en Java-Culturen werden exdividend in beide gevallen 15 genoteerd. De suiker prijzen blijven nog steeds laag, en toonen in het geheel geen geneigdheid tot stijgen. Hoe men de suiker-situatie ook beschouwen mag, een ieder is het er mede eens, dat er op het oogenblik genoeg suiker is op de wereld, en dat de productie zoodanig is, dat die ge makkelijk in het tegenwoordige gebruik kan voorzien. Petroleum-aandeelen hadden een kalme markt en slechts kleine variaties werden te zien ge geven. De berichten omtrent de petroleum-in- dustrie zijn van dien aard, dat men zich niet gemakkelijk een oordeel kan vormen omtrent den werkelijken toestand. In Vereenigde Staten produceert men nog steeds teveel petroleum, en niettegenstaande dit voorspelt men hoogere prijzen, in verband met de afnemende productie van het Seminole-veld. De Yankee-markt was stil. Zelfs Interc. Rub bers lagen geheel buiten de belangstelling. POST111 Waarde vriend, Flakkeesche Dichter, Met je versjes van de Post, Toen ik die had doorgelezen, Viel ik bijna van de korst. Eerst een mensch wat opgehemeld, En hun eer wat opgelapt, Later weer wat afgetakeld, Achter in den hoek getrapt. Gooi de boel toch niet in 't slijk, Voor Menheerse en Sommelsdijk, Brom niet als een ouwe beer, Of als koerduif op het weer. Doet uw best maar en uw plicht, Wordt je opgezet wellicht, Knielend aan den voet van Speenhof, Smeekend om een hulpgedicht. En u wil ons nog beklagen, Wat verschaft ons toch de eer? Komen wij aan u wat vragen Helpt dat soms aan wind en weer? En die ernstige gezichten, En die schommelende gang, Dat komt door de zware vrachten, En het wachten, soms wat lang. Ik kwam met sneeuw»weer uit den polder, Zwaar vermoeid en half op, Gooiden mij de werkeloozen, Nog een sneeuwbal naar mijn kop. Och mijn vriend, wij weten 't wel, Waar wij zooal zijn in tel, Zie dit bovenste geval, Is dit eer, of is dit gal? Nu die ingezuurde kaartjes, Daarvoor hebben wij geen geld. Die met Kerstmis zijn verzonden, Waren Nieuwejaar besteld. Wilt u nog eens op ons loeren, Zeg, wij zijn geen melkboeren, Want met uie pasjes, past maar op, Want je dicht je soms een strop. U behoeft ons niets te leeren, Met uw wenken zus of zoo, Wil men stipt op tijd zijn wenschen, Doe het dan per Kadio. JAN GELDHOF Besteller P. en T., Micldelharnis. SPOORWEGONGELUK TE LEIDEN. De eerste trein van Utrecht naar Leiden aan gereden door een goederentrein uit Den Haag. Geen persoonlijke ongelukken; aanzienlijke materieele schade. Dinsdagochtend is te Leiden een spoorweg ongeluk gebeurd, dat zonder ernstige ongeluk ken is atgeloopen, doch waarbij de materieele schade zeer aanzienlijk is. Trein no. 1200, de eerste trein uit Utrecht, die 6 u. 43 min. te Leiden moet binnenkomen, is ter hoogte van de Gevangenlaan, even buiten het station Leiden, aangereden door goederen trein no. 4052, die, uit Den Haag gekomen, vóór haltebord H had moeten^stoppen. In plaats daarvan is, waarschijnlijk door de gladheid van de lijn, de zeer lange goederentrein doorge reden, met het gevolg, dat de binnenloopende trein uit Utrecht gegrepen werd. Ver in den omtrek was de schok te hooren. De locomotief van den goederentrein drong in den bestelgoederenwagen van den uit Utrecht komenden personentrein; de locomotief vloog uit de rails en kwam geheel schuin te staan, naar links overhellend. Door de zwaarte van den goederentrein werden de eerste wagens, direct op de locomotief volgend, geheel in el kaar gedrukt. Een zware, volgeladen 15-tons wagen werd geheel opgetild en drong in den daaraan voorafgaanden bagagewagen, welke nagenoeg geheel versplinterd werd. De geleider van den goederentrein, die zich in dezen wagen bevond, werd door de botsing aan een voet niet ernstig gewond. De buffers van de locomotief waren geheel onder den versplinterden bagagewagen nM„j, ven. De vrachtbrieven lagen in «en <4^7/°' den grond. I Ook de achter den opgeschoven 15-ton gen volgende goederenwagens waren uit de gezet en min of meer ernstig beschadigd v enkele werden de buffers vernield. ar' Minder ernstig werd de personentrein schadigd. Deze trein bestond uit locomotn tender, bagagewagen en zeven personenrijtuig' waarin zich, in het vroege ochtenduur, rails I reizigers bevonden. Achter deze ■weinig personentvg I gens waren drie goederenwagens gehaakt: stukgoederenwagen en twee veewagens, n' goederentrein pakte den stukgoederenwagen het midden, die daardoor ernstig werd. De eerste veewagen was volgeladen met vat kens, die op luidruchtige wijze van hun tegen* woordigheid kennis gaven. De beide veewacr' werden door den schok ook buiten de raib gezet Met het opruimingswerk werd onmiddelto een begin gemaakt; uit Haarlem waren perso. neel en een materiaalwagen spoedig ter plaats Trein no. 241, die 's morgens om 7 u. 19 uit Leiden naar Utrecht vertrekt en geformeeri wordt uit de wagens van den eersten trein e Utrecht, is omen te vervallen. De tweede trein die om 8 uur van Utrecht te Leiden aankwaa, is nabij de Witte Poort opgehouden; langst lijn zijn de reizigers naar het station Leiden geloopen. Op dezelfde wijze zijn de reiziger vertrokken, die met den naar Utrecht loopendtt trein (vertrek van Leiden 8 u, 57) wiidea reizen. Op de plaats, waar dit ongeluk is gebeurd, waar de Utrechtsche lijn op spoor 10 van dt spoorbaan Den Haag-Leiden komt, reeds meermalen botsingen plaats gehad. Op Zaterdag 14 Januari 1928, des namid< dags ten een ure te Nieuwe Tonge aan hel tramstation, van een partij nieuw gezaagc I timmerhout als planken, delen, ribben, bad, dings, latten, schalen enz. Deurwaarder GROENENDIJK, Zaterdag 14 Januari bij inzet en Zaterdijl 21 Januari bij afslag, telkens des avonds tl uur te Ouddorp in het Logement Akershoek; I a. ten verzoeke van den heer Jacob Loddtil Teuniszoon te Zuidland, van 0.85.90 H.Aoil 1 G. 261 R, V. M. welland te Ouddorp ij den polder het Oudeland in den Koud» I hoek, kadaster Sectie D nos. 428 en 819, vu< I huurd tot November 1932 aan Christiaan Grinwis voor f 233,75 per jaar b. ten verzoeke van den heer Joh. C. LoiI der Teuniszoon te Rotterdam. 1. 1.57.70 HA I of 3 G. 130 R. V. M. bouwland te OuddorpI in den polder het Oudeland aan Hasersweg, I kadaster Sectie E. nos. 782 en 783, in 2 perJ ceelen en massa, verhuurd tot blootschoof I 1932, gedeeltelijk aan Pieter Tanis C.K.Pm I a f 220 per jaar en gedeeltelijk aan Maamrl Grinwis K.Tz. k f 172,65 per jaar. II. 0,9f\® H.A. of 2 G. 437a R- V. M. bouwland ïl Ouddorp, in den polder het Oudeland, gaf naamd »Mijnlief« aan den Nieuweweg.kadisltil Sectie D no. 952, in 2 perceelen en massJ verhuurd tot blootschoof 1932, gedeeltelijk I aan J. W. Tanis Hzn. k f 112,35 per jaar til gedeeltelijk aan Jan Meijer P.Azn, 1 f 123,111 per jcisr* Notaris VAN DEN BERG, Zaterdag 14 Januari bjj inzet en Zaterdag I 21 Januari bij afslag, telkens des avonds tl uur te Ouddorp in het Logement Akershoek, I van een huis met erf en grond te Ouddorp I aan den Molenweg, kadastraal bekend in I Sectie D. no. 915, groot 12 aren 30 centiaren I of 807a Roeden V. M., bewoond door dril heer Abraham Padmos Lzoon. Te aanvun den 1 April 1928. Notaris VAN DEN BERG, Zaterdag 14 Januari bij inzet en Zaterdagl 21 Januari bij afslag, telkens des avonds tl uur te Ouddorp, in het Logement Akershoek,! van 1.20.00 H.A. of 2 G. 184 R. V. M. boscbl te Ouddorp in de Molentienden, nabij dcil Pik den Poen weg, kadaster Sectie D nos,9'j| en 912, in 2 perceelen en in massa. Ten w zoeke van de heeren E. en J. P. Mast te der Bommel. Notaris VAN DEN BERG. Op Maandag 16 Januari 1928, des 2 ure, aan het tramstation te Ouddorp vaal een partij nieuw gezaagd timmerhout als plu»! ken, delen, baddings, ribben, latten, schatful enz. Deurwaarder GROENENDIJK, Op Dinsdag 17 Januari 1928, des namidJ 1 ure, aan het tramstation te Achthuizen, v»l een party nieuw gezaagd timmerhout als ptol ken, delen, baddings, ribben, latten, schalen| enz. Deurwaarder GROENENDIJK Op Woensdag 18 Januari 1928, des namidi I 2 ure, aan de kaai te Stad aan 't HaringvMI van een partij nieuw gezaagd timmerhout i»l planken, delen, baddings, ribben latten, sw| len, enz. Deurwaarder GROENENDIJK Op Donderdag 19 Januari 1928, des nami^l 1 ure, aan het tramstation te Stellendam een partij nieuw gezaagd timmerhout als P"E I ken, delen, baddings, ribben, latten, schalen Deurwaarder GROENENDIJK Op Vrijdag 20 Januari 1928, des 1 ure, aan de kaai te den Bommel van ec party nieuw gezaagd timmerhout als P"l ken, delen, baddings, ribben, latten, scoaien Deurwaarder GROENENDIJK Op Zaterdag 21 Januari 1928, des nam - 17a ure, aan het tramstation teOoltgensp van een partij nieuw gezaagd timmerhout planken, delen baddings, ribben, latten,*"1 Deurwaarder GROENENDIJK Verhuring bij Inschryving voor 3 of Si"11 naar verkiezing van: 2.92.90 H.A. weiland te Nieuwenhootn» Kouwenoord aan den Struitschedgjk in 3 p«. len, direct ingaande, van 3 H.A. we' onder Oudenhoorn aan den Oudenhoorn Zeedyk in 2 perceelen, ingaande 1 Dec.t 'i en voor 2 jaren van 2.99.00 H A. I te Spijkenisse in den BrabantschepoW I den Kruisweg, direct ingaande. jJ Inleveren der biljetten op Woens" B I Januari a.s. wat de perceelen onder N«J hoorn en Oudenhoorn betreft en op 2? J „J a.s. wat het weiland onder Spykenisse a' SI Inlichtingen ten kantore van onaets kende te Zuidland. .nvff Notaris C. L0Eifr' Zaterdag 21 Januari, 's avonds 6 ""Li Ouddorp, in het Logement AkerslboI opbod en afslag in één zitting, van t -„I deel in de Coöp, Cichoreidrogery jT dracht* te Ouddorp, ten verzoeke v heer J. A. Borgdorff te Stellendam, Notaris VAN DEN BEltt" Het „z< onzer oplc tot oploss toren op dit de een Dit kan 1. Tg4. 1 1 1 In al d „gepend" kan ook t geslagen i moet pat 1 1 1 1 1 1 1 1 Daar hebben w variantens stuurslid Heel halve ook niet. t e

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 2