boer
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
Cllli HOES
HIG2IKED
ïlji
iïlï
IP
MliO.
Antire voluiionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
:t uw
No. 3397
le Winter
Gemeenteraad.
[compleet apPa,
ntie.
t Toestel gep|aats(
'120.
WOENSDAG 11 JANUARI 1928
42STE JAARGANG
>teenhouwQ|>n
175 - ROTTERDAM
nten zooals 2
cht compleet Ches-
en solide 55.00,
ment bestaande
nkast voor den
ux, Schrijftafels en
ibileering. Bezoekt
niet alleen de beste
Sioneerderti
Hech's.Lifncnrosrn
W. BOEKHOVEN ZONEM
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëaaen verdere Administratie, frasae© toe t© ssenden aan de Uitgevers
«leenbank!
leent gelden aan leden
iCt. 's-jaars. Ze neemt
gen 3,84 pCt. 's-jaars,
]t-leden. Voorschotten
jelijks aangevraagd
een der leden van het
egenheid tot inbreng-
ling van gelden eiken
rijdagauono van 6-8 uur
den kassier D. JQPPE CZ.
faal 16-18, SCHIEDAM
lamhekkefl
i platen altijd ruim
ïn Boekhandel
O, die
HOEST-buien!
AKKER'S
ABDUSIROOP
VoordtBorst
i
68.5Q
rELEF. No. 1005 en 194" I
Deze Coura it veischijnt eiken WOENSDAG en 1ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— bf vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No, 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentien worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
■1 1—uw
WK- 295^
liet behandelen
WASCH is
en Strijklnrlcfating
WEISS"
Duden en controleeren
Speciaal voor Midden«
Landbouwbedrijven.
)OIWEER Co.
DELHARNIS.
f31 - TELEF. 78.
>MEN dezen Winter
is Gedep. merk Vrucht»
ïeum »KRIMPEN«,
te resultaten,
gratis brochures over
g welke U op aanvraag
toegezonden.
|eden opdat U verzekert
gelegenheid te kunnen
aij de officieele weder»
Goeree en Overflakkee,
d. WENDE
n Teerproducten
)MMELSDIJK.
deren worden franco
■tation gezonden.
SMEDERIJ
OUDE T0B8E
wagens, Speciaal adres
gasketels, IJzeren pwP'
een en ijzeren mudden
SCHOEN te dragen
tage schoenwerk
kter en Apotheker
roge en warme voeten
gievelend,
EN Middelharnie
SLSDIJK
Een kwestie van macht.
Burgemeester en Wethouders van Sommels-
dijk hadden de loonen der losse werklieden in
gemeentedienst teruggebracht van 1,70 tot
1.50 per dag en in plaats van zes dagen
arbeid vijf dagen gegund.
Evenals de sociaal-democratische raadsfrac
tie betreuren ook wij, dat het dagelijksch be
stuur hiertoe is overgegaan. De stjrenge winter
koude van de Decembermaand maakte een
weekloon van een gulden of tien niet overbodig,
en dringende oorzaken, welke tot deze verlaging
zouden kunnen geleid hebben, konden B. en W.
niet aangeven.
Intusschen was de wijze waarop de roode
heeren van hun ontevredenheid blijk gaven,
hoogst onsympathiek.
De heer Blok koh niet nalaten ten slotte de
stoere vuist der sociaal-democratie te toonen
en zijn betoog te eindigen met de woorden,
P dat het „een kwestie van macht" was.
Hij sprak hier een waar woord.
Het verschijnsel der sociaal-democratie is
een kwestie van macht, dat bleek reeds op haar
geboorteplek bij de Fransche Revolutie van
1789, dat blijkt uit de vele uitlatingen van
socialistische denkers, dat blijkt uit de Troelstra-
greep in 1918, die zich toen evenwel nog in de
machtsverhoudingen vergiste.
Het socialisme moet men niet bezien als een
maatschappelijke- of als een staatkundige, of
een economische verhouding, het is een
zuivere machtsverhouding, welke zich in het
geheel leven op alle, terreinen openbaart, zelfs
kerk, school en gezin niet spaart.
Maar wee over het volk, dat aan de macht
der sociaal- democratie ten prooi valtHet is
ten doode gedoemd.
Toen het sociaal-democratisch beginsel in de
Fransche Revolutie zegevierde, werd de guillo
tine te werk gesteld, en viel wel eerst een
Kkoning en een koningin, maar weldra waren
de Girondijnen, de gematigste vleugel der
Revolutionairen, aan de beurt en ten slotte
larde de Revolutie zichzelf niet en moest ein
delijk de leiders der Jacobijnen, een Hebert, een
Danton en een Robespierre het hoofd onder het
mes verliezen.
De sociaal-democratie is niet slechts de vijand
der „burgerlijke maatschappij", ze is ook de
vijand van zichzelf, de vijand van de arbeiders
klasse.
De heer Blok verwacht alle heil van een
andere wijze van productie, van voortbrenging
der behoeften.
Maar ook hier blijkt, dat waar de macht der
odaal-democratie kwam tot oppermacht, ter
stond haar machteloosheid openbaar wordt.
Wat is er van de' pogingen der socialisatie
in Oostenrijk en Duitschland terecht gekomen 7
Wat is het einde geweest van den socialis-
tischen proef in Rusland, waar men het kapitaal
1 een gevaarlijk gezwel uit het maatschappe
lijk leven had uitgesneden
Overal waar ze de kans kreeg, dank zij haar
machtsverhouding, liep het op een jammerlijk
fiasco uit.
De sociaal-democratie pleegt waar zij de
macht in handen krijgt massa-moord en eindigt
met zelfmoord, en dat niet slechts in over
drachtelijken zin, op maatschappelijk en eco
nomisch gebied maar als dit er op aan komt
°ok in den meest letterlijken zin. Deze conse
quentie zit in het beginsel, in het systeem. Van
daar, dat de Russisch-bolsjewistische toestanden
"i zooveel dingen zoo sprekend gelijken op
1 gang der Fransche Revolutie.
I' De machtsopenbaring van het socialisme is
een jammerlijke demonstratie van de meest ho-
Pelooze onmacht,
Wee het land, dat voorbeschikt is tot ex
periment van deze droeve waarheid
Socialistische moraal.
R. K. „Maasbode" polimiseert met het
tociaal-dem. hoofdorgaan „Het Volk" over het
Waagstuk bij wien de zedelijkheidsbegrippen
beste gewaarborgd zijn.
socialistische predikant v. d. Heide meent
dat het cijfer der criminaliteit in overwegend
s°cialistische streken gunstiger is en het leven
"an jonggeborenen zorgvuldiger en vehoed-
Jamer beschermd wordt dan in andere streken.
■De Maasbode" neemt den dominee hierover
"P de volgende wijze onderhanden
Blijkbaar nam Ds. v ,d. Heide, die zijn
partij-organen voor zoo onschuldig aanziet,
geen kennis van het artikel dat, vlak na
Kleerekoper's interpellatie, door den heer
Schaper in „Het Volk" gepubliceerd is. Daar
in toch werd het recht op kinderbeperking
zeer uitdrukkelijk betoogd. De kuische oogen
van den predikant zijn zeker nooit getroffen
door de tallooze advertenties in den loop
der jaren, verjschenen in „Volk en „Voor
waarts". Misschien telt ds. v. d. Heide zulke
kleinigheden niet en daarom zullen wij met
wat forscher geschut beginnen.
Kent hij zijn Duitschen partij-genoot Alfred
Grothjahn, hoogleeraar in de sociale gezond
heidsleer aan de universiteit te Berlijn 7 Kent
hij diens, in 1923 verschenen boek „Die
Hygiene der menschlichen Fortpflanzung" 7
Niet 7 dan dient hij kennis te nemen van
hetgeen dit medisch orakel als „Gemeingut
auch nicht fachmannischer Kreise", als
„Schulszfolgerungen" van zijn socialistisch-
medische wetenschap verkondigt.
Voor dezen geleerden sociaal-democraat is
het paren der sexen eigenlijk een staatszaak;
wat hij „Kultur" noemt, behoort tusschen de
menschen en de natuur te staan. Hij is ang
stig geworden voor de ontvolkings-epidemie
en roept „das eugenische Gewissen" en het
„Nationalgefühl" i nhet geweer en vordert
den materieelen steun van den Staat voor
die lieden, die nog kinderen willen hebben.
De man erkent, dat het eigenlijk alleen de
Katholieke Kerk is, die duidelijk en onver
biddelijk vonnis velt over misdadige kinder
beperking, het zij vóór, hetzij na de con
ceptie. Maar hijzelf heeft afgerekend met
den godsdienst en met de onderhouding der
natuurwet, die hij herhaaldelijk smalend
kwalificeert als „naïver Typus der Fort-
pflantung". Hij verdedigt de geboorte beper
king als een notwendiges Ventil"; zij is voor
hem „het groeiende gevoel van ouderlijke
verantwoordelijkheid"; voor dezen professor
is het tegennatuurlijke kwaad „das Wezen
der Kultur" zijn eenige zorg is, dat de
beperking onder staatstoezicht geschiede.
Er staat nog veel meer moois in dit boek,
dat veilig als een compendium van socialis-
tisch-medische wetenschap op sexueel gebied
mag gelden. Het spreekt wel vanzelf, dat deze
socialistische professor, die de socialistische
zedeleer zoo pakkend samenvat in zijn kort
„was nützt" (S. 97) uitvoerige beschrijvingen
geeft van de beste voorbehoedmiddelen; dat
hij, die gedwongen onvruchtbaarmaking ver
dedigt, het gebruik van voorbehoedmiddelen
heel natuurlijk vindt en abortus in meer dan
één geval toelaatbaar acht. Natuurlijk door
artsen Liefst staats-artsen, jawel, maar in
tusschen moet de straf op de misdadige af
drijving (alsof zij geen doodgewone moord
is) „von seiner jjetzigen barbarischen Höhe
auf ein vernuftige^ Masz herabgesetzt".
Wij polemiseeren niet met den hoogleeraar;
de man heeft van zijn standpunt volkomen
gelijk, maar wij protesteeren tegen de kin
derachtige onschuld-betuigingen van den eer
waarden heer v. d. Heide. Dacht hij misschien
dat zijn medische en politieke partij-genooten
even onnoozel zijn als hij en niets moesten
hebben van Grotjahn's theorieën 7 Anderen
zijn beter op de hoogte 1
„Medici en staatkundigen, vooral van so
ciaal-democratische zijde, zijn als pleit bezor
gers opgetreden voor de straffeloosheid van
de geweldadige vruchtafdrijving door een arts,
gedurende de eerste maanden der zwanger
schap, waarbij het aan de medici wordt over
gelaten vast te stellen, wanneer afdrijving
nog wel, wanneer dt niet meer geoorloofd
is. Zij wenschen, dat de vrouw vrijelijk zal
hebben te beschikken over het lot van hart
nog ongeboren vrucht."
Dit staat te lezen op bladz. 65 van het boek
„Abortus Criminalis" (A'dam 1925). Hebben
de schrijvers van dit boek wijlen professor
mr. dr. v. Heynsbergen, substituut-officier
van justitie te Amsterdam, en dr. G. C. van
Balen Blanken, vrouwenarts aldaar ook
gelasterd 7 Waarom werd daartegen dan niet
geprotesteerd door socialisten 7
Niet van batte.
„De Banier", het orgaan der S. G. P., deelt
mede, dat een Anti-Rev. Kantonrechter in Rot
terdam den 20en December de gedaagde vrou
wen, die zich op Gods Woord beriepen voor
haar niet stemmen, veroordeelde; een week later
sprak diezelfde kantonrechter, naar men in „De
Banier" berichtte, de toen gedaagde vrouwen
vrij.
De redactie van „De Banier" vraagt nu:
„Ra, ra wat is dit 7"
En dan volgt dit merkwaardig zinnetje: „En
dat een kantonrechter van A. R. bloede 1"
Daarop volgt dan de vraag: „Is hij misschien
tot inkeer gekomen 7 Het ware te hopen
Vervolgens gaat „De Banier'-schrijver nog
eens den stemdwang betreuren, waarbij natuur
lijk niet vergeten wordt de A. R, nog een
duw te geven en den bekeerden kantonrechter
zijn zonden nog eens weer voor oogen te
houden.
Nu deelen wij het standpunt niet van den
Banier-schrijver, die van een Anti-Rev. rechter
blijkbaar iets anderp verwacht ,dan van een
niet A. R. rechter.
De wet, hoiidende algejmeene bepalingen,
eischt van den rechter dat hij volgens de wet
recht zal spreken en zegt er uitdrukkelijk bij
„hij mag in geen geval de innerlijke waarde
of billijkheid der wet beoordeelen".
Deze gedragslijn geldt voor een niet A. R.
rechter, maar evenzeer voor de wél A. R.
rechter.
De wet verbiedt hem de innerlijke waarde
of billijkheid eener wet te beoordeelen.
Leest een rechter in de kieswet stem
dwang, dan moet hij overtreding van dien
eisch ook straffen, afgezien van de vraag hoe
hij persoonlijk over stemdwang denkt.
Het is dus niet juist van een A. R. rechter
hier iets anders te eischen dan van een rechter
met een andere overtuiging.
Wanneer we in onze rechtspraak de per
soonlijke politieke of godsdienstige overtuiging
van een rechter lieten meespreken, zou dit
tot hoogst gevaarlijke gevolgen kunnen leiden,
gevolgen die Ds. Kersten zelve niet gaarne
aanvaarden zou.
Om dit nu te voorkomen houdt art. 11 der
wet A. B. een uitdrukkelijk verbod van deze
subjectieve rechtspraak in. Is een wet onbillijk
of verkeerd, dan behoort het tot de compen-
tentie van den wetgever en niet tot de be
voegdheid van den rechter haar te veranderen.
De Banier-schrijver blijkt er anders over te
denken.
Maar waarom missen we dan in dit stukje
de oprechte engelen-blijdschap over den éénen
zondaar die zich bekeert 7
Omdat de schrijver er niet geheel buiten
kan, vermeldt hij het feit even, maar kleedt het
zóó in, dat het effect, dat hij er niet gaarne
van verwacht, bij den lezer verloren gaat.
Vandaar het niet op zijn plaats staand zinnetje:
„En dat een kantonrechter van A. R. bloede".
Vandaar dat zwakke, een weinig insinueerende:
„het ware te hopen 1"
Neen Banier-schrijver, uw blijdschap over
deze „bekeering" is niet van harte 1
Het uitmeten van „Anti-Rev. zonden" gaait
u vlotter van de hand
De partij van den gewetensdwang.
In de vragenbus van „De Banier" stelt iemand
de gewichtige vraag of de S. G. P. staat op
het standpunt van gewet en sdwang.
Het is de moeite waard kennis te nemen van
het antwoord, dat de vrager krijgt.
Het grootste deel van het antwoord, dat
buiten de eigenlijke zaak omgaat en der ge
woonte getrouw een seitenhieb in de richting
der A. R partij is, gaan we stilzwijgend voorbij.
'De kern van het omslachtige antwoord vindt
men dan in het volgende zinnetje: „Dwang tot
het geloof is noch door onze „Gereformeerde"
vaderen, noch door ons voorgestaan".
Wij weten niet of de vrager hiermede voldaan
is, is hij het wel dan is hij met weinig tevreden,
want het is maar een half antwoord.
Hij toch vraagt niet of de S. G. P. staat
op het standpunt van „dwang tot het geloof",
maar van gewetens dw an g, dat natuur
lijk ganschelijk niet hetzelfde is.
't Zou al zeer verregaand zijn wanneer de
S. G. P. de menschen zou dwingen te geloo-
ven.
Maar weet de redactie van deze vragenbus
niet dat gewetensdwang veel meer omvat dan
dit ééne, dat gewetensdwang evenzeer gerekend
moet worden het verhinderen dat iemand zijn
geloof belijdt overeenkomstig eigen geweten 7
Weet1 hij het niet dan moeten wij ons toch'
verwonderen over zoo groote onwetend
heid. Weet hij het wel, dan is het niet eerlijk
den vrager met een half anwoord af te sche
pen. Want juist in dit opzicht stelt de S.G.P.
zich wel terdege op het standpunt van ge
wetensdwang. Dat blijkt weer eens klaar uit
hetzelfde nummer van De Banier waar in een
artikel onder den titel„Weer een slapend
Qravamen 7" de A.R, partij voor de zooveelste
maal verweten wordt dat zij zich niet meer
stelt op het standpunt van art. 36 in zooverre
het de wereldlijke overheid opdraagt alle val-
sche Godsdienst uit te roeien en zorg te dragen
dat het evangelie gepredikt wordt gelijk God
in Zijn Woord gebiedt.
Wij zouden wel eens willen weten 'hoe de
overheid dit zonder gewetensdwang in praktijk
zou kunnen brengen 1
Vergadering van den gemeenteraad van
SOMMELSDIJK, op Vrijdag b Jan
1928, des nam. 3 uur.
De Voorzitter, burgemeester Den Hollander,
opent de vergadering met gebed, waarna de
notulen der vorige vergadering worden voor
gelezen en onveranderd worden vastgesteld.
De VOORZITTER dankt de raadsleden voor
hun nieuwjaarswenschen, ziet in gedachten terug
op het afgeloopen jaar, herdenkt het overlijden
van wethouder Joppe en spreekt den wensch
uit, dat de raadsleden in het nieuwe jaar ge
spaard zullen blijven, voorspoed zullen hebben
in hun gezins- en bedrijfsleven en naar der,
wensch van hun hart aan de belangen der ge
meente dienstbaar zullen zijn.
De geloofsbrieven van den heer Dijkers wor
den nagezien en in orde bevonden.
De heer BLOK (S.D.A.P.) stelt voor dc
notulen welker voorlezing ongeveer een half
uur tijd in beslag neemt voortaan door een
commissie te laten nazien. Dat gebeurt in ver
scheidene plaatsen, zegt spr.
De heer VAN DEN DOEL (A.R.) zegt
daarvoor ook veel te gevoelen.
De VOORZITTER zegt in een volgende
vcigadering hierover een beslissing te zullen
nemen.
De heer Dijkers is inmiddels ter vergadering
gekomen en verzoekt zitting te mogen nemen,
wat hem na aflegging der vereischte eeden
wordt toegestaan.
Enkele ingekomen stukken worden ter kennis
der vergadering gebracht.
B. en W. worden gemachtigd tot het doen
van enkele af- en overschrijvingen op de be-
giootingen voor de dienstjaren 1927 en 1928.
J Grijp in Uw vertwijfeling
niet cor een van die
„kalmeatende" middelen,
die in werkelijkheid Uw
longen verlammen. Toch
behoeven Uw hoestbuien
U niA nit den slaap te houden. Neem
slechts de geheel onschadelijke, maar
snel verzachtende en slijmoplossende
Aan de orde is het voorstel-Blok om te be
sluiten tot het aanstellen van een boventallige
leerkracht aan de Openb. school.
De adviezen van het hoofd der school, den
heer Thielman, en de schoolcommissie, worden
ter kennis der vergadering gebracht.
In beide adviezen wordt zeer op aanstelling
van een boventallige leerkracht aangedrongen,
daar het onderwijs bij de huidige klasse-indee-
hng groote schade ondervindt.
De heer BLOK (S.D.A.P.) zegt, dat uit deze
adviezen blijkt, dat de cijfers van de aantallen
leerlingen per klasse door hem genoemd, toch
wel juist geweest zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat het de
schuld van den heer Thielman zelf is, immers
hi) had andere cijfers genoemd, het verheugt
spr. dat de heeren Mijs en Le Comte dezelfde
getallen hadden hoorpn noemen.
De heer VAN ZETTEN (S.G.P) wijst er op
dat als de Openb. school een boventallige leer
kracht krijgt, de bizondere school ook van haar
recht gebruik zal maken. En dat zal op hooge
kosten komen voor de gemeente.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit inder
daad het geval zal zijn en wanneer de boven
tallige leerkracht aan de Openb. school slechts
eenige maanden dienst doet en de bizondere
school heeft er inmiddels ook een aangesteld,
dan heeft deze school recht die kracht minstens
twee jaren in dienst te houden, ook al heeft
de openbare school er na enkele maanden reeds
weer afstand van gedaan.
De heer DIJKERS (A.R.) zegt, dat ware
deze kwestie hier niet behandeld, hij in deze
vergadering niet het woord gevoerd zou hebben.
Waar echter door den heer Le Comte in de
vorige raadsvergadering de schoolcommissie,
waarvan spr. lid is, een lak heeft opgelegd,
gevoelt spr. zich gedrongen het woord te voeren.
De heer Le Comte plaats zich op het christe
lijk standpunt, heeft hij gezegd, maar dan moet
hij de waarheid ook ten opzichte van zijn mede-
mensch betrachten en de schoolcommissie niet
in verdenking brengen. De financieele gevolgen
van twee boventallige leerkrachten zullen niet
met 2400.gedekt kunnen worden, om die
reden is spr. tegen de aanstelling er van. De
gemeente moet bezuinigen en spr. weet met
waaruit deze post gedekt zou moeten worden.
Wibaut heeft gezegd, dat elke gulden maar
ééne keer kan uitgegeven worden, Spr. berekent
dat de klassen niet te groot zijn, mits de onder
wijzers maar voor hun taak berekend zijn.
Vliegen heeft er op gewezen, dat groote of
kleine klassen een twistvraag zijn kunnen en
Polak zegt, dat de hoedanigheden van de onder
wijzers beslissen en niet het aantal kinderen.
De VOORZITTER voert hiertegen aan dat
als is het waar dat de kosten hoog zullen zijn,
een groot aantal leerlingen in de hoogste klas
sen, niet bevorderlijk voor het onderwijs is.
Vooral niet voor de kinderen die klaar gemaakt
moeten worden voor het middelbaar onderwijs.
De heer LE COMTE (S. G. P.) zegt ge
wend te zijn een trap te krijgen van A.R. zijde.
Doch de heer Dijkers zet hem nu al voor een
leugenaar. Spreker betreurt het dat een ver-
eeniging met een uitgesproken links karakter
zich warm gemaakt heeft voor een boventallige
leerkracht. Spreker heeft voorspelt dat dit oor
zaak zal zijn datde school er geen krijgt. Spr.
heeft het afgekeurd dat de schoolcommissie
zich heeft stil gehouden. Dat is een officieel
lichaam dat advies geven moet. Het verwijt
dat dit lichaam laks geweest is treft alleen
den Voorzitter, den heer Thielman. Hij had de
zaak in de schoolcommissie moeten brengen.
De antirevolutionaire raadsleden zijn in gebreke
gebleven deze zaak te onderzoeken. Nu heb
ben we advies van de schoolcommissie doch
er is geen rapport bij van een minderheid met
afwijkende gevoelens. Wanneer de heer Dij-
ers als lid dier commissie een andere meening
heeft had dit uit het rapport moeten blijven.
De heer BLOK noemt al hetgeen de heer
Dijkers van socialistische voormannen aan
haalt nonsens. Spr .zou van antirevolutionaire
voormannen andere gevoelens kunnen citeeren.
Spr. verwondert het dat waar de Ant.Rev.
partij steeds het geestelijke voorop laat gaan,
nu daarover met geen enkel woord spreeekt.
Het onderwijs van het arbeiders kind heeft
toch ook een geestelijke kant. Maar daarover
wordt niet gerept. Men bepaalt zich tot op
somming van de finantieele nadeelen. Spr. vindt
het brutaal om rapporten van deskundige men
schen te negeeren en als leek' over die dingen
tegen deskundige adviezen in te gaan. Het is
de plicht ,van den raad het onderwijs zoo goed
mogelijk te doen zijn, vooral waar het geldt
het arbeiderskind, dat in de lagere school de
eenige gelegenheid heeft om onderwijs te ont
vangen. Het kind van de burgerklasse wordt
er lang zoo erg niet door gedupeerd want het
heeft later altijd nog gelegenheid meer onderwij*
te ontvangen. Wat betreft de finantieele zijde
van het vraagstuk, zegt spr. dat wanneer de
raad de volle medewerking verleent de verkrij
ging van een democratisch belastingstelsel ook
deze centen wel gevonden zullen worden.
In stemming wordt gebrcaht het voorstel-
Blok. Dit wordt verworpen. Vóór stemden de
H.H. Blok, en Van der Veer. (S. D. A. P.)
Dan wordt het voorstel-B. en W. in stem
ming gebracht om een kweekeling met acte aan
te stellen. Dit wordt aangenomen. Vóór stem
den de H.H. Blok, Va/i der Veer, Le Comte
en Van Zetten (S.G.P.) Mijs en Joppe (V.B.)
De antirev. fractie met den heer Slis stemde
tegen.
Wethouder MIJS (V.B.) merkt op dat het
toch de bedoeling is slechts een tijdelijken
tot 1 Mei a.s. aan te stellen.
De heer BLOK is hier tegen.
Dit punt zal echter in een volgende yergade-
ring behandeld worden.
Besloten wordt accoord te gaan met de voor
waarden gesteld in een circulaire van den
Min. van Arbeid betreffende subsidie aan emi
granten voor Canada.
Op aanvraag wordt besloten grond in erf
pacht te geven aan G. P. Mast, A. de Keizer
en Van der Bij, tegen 8 cent per M2.
De heer JOPPE, (V.B.) meende dat een vo
rige keer besloten was slechts 7 cent te laten
betalen. Spr. wil den bouw aanmoedigen en
het op 7 cent houden.
De VOORZITTER wijist op Middelharnis
waar 10 cent betaald wordt. De erfpacht hier
is toch al laag, het staat op de basis van 1914.
Met de stemmen van de heeren Joppe en
Le Comte tegen wordt besloten het bedrag op
8 cent te houden.
Over de aanstelling, van een vierde helpster
aan de bewaarschool, zal in de gesloten zitting
gehandeld worden.
Aan de orde is een „interpellatie" van den
heer Van der Veer, S. D. A. P., naar aanlei
ding van het verlagen van het weekloon der
arbeiders in gemeentedienst en het slechts 5
dagen inplaats van 5J/£ dag te werk stellen.
Spr. zet uiteen niet achter de motieven van
B. en W. welke tot deze daad geleid hebben
te kunnen komen en stelt voor het loon op
2.—- per dag te brengen en dan 5 dagen te
laten werken, werken ze langer dan moet hun
ook naar verhouding meer uitbetaald worden.
De VOORZITTER zegt dat B. en W. op
het standpunt staan dat het loon niet hooger
mag zijn dan in het landbouwbedrijf. Zij heb-
den den Zaterdagmorgen geschrapt om 't werk