voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
ScKf&en
Antire volutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3395
WOENSDAG 4 JANUARI 1928
42STK JAARGANG
Uit de Pers.
W. BOEKHOVEN SOMEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiënen verdere Administratie, franco toe te ®essd©as aan de Uitgevers
Land- en Tuinbouw*
Deze Courait vei schijnt eiken WOENSDAG esi ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDERLIK NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. latere. No. 202 Postbus No, 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend aaar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
De vaccinedwang.
De hoogst-ernstige gevolgen welke de vacci
natie den laatsten tijd op jonge kinderen gehad
heeft, bracht aan den vaccinedwang wel een
gevoeligen slag toe, maar gevallen is hij nog
niet.
Voor de Kamer op Kerstreces ging werd het
wetsontwerp, waarbij de indirecte vaccinedwang
vervalt, behandtld en aangenomen, doch niet
overeenkomstig den wensch onzer Anti-Rev. Ka
merfractie. De termijn van vervallen-verklaring
duurt niet drit jaren, doch slechts één jaar. Uit
de debatten in de Kamer bleek duidelijk, dat er
nog lang geen meerderheid te vinden is om
den dwang voor goed te laten vervallen.
De rede, door ons Anti-Rev. Kamerlid Mr.
Bijleveld gehouden, heeft onze volle sympathie,
ze was zakelijk en argumenteerend, maar de
meerderheid liet zich niet overtuigen.
Jammer, dat ook bij deze ernstige zaak de
verdeeldheid onder hen, die elkander het naast
moesten zijn, weer pijnlijk aan den dag kwam.
Ds. Kersten maakte van deze hoogst gewich
tige kwestie, waarbij de belangen onzes volks
op het nauwst betrokken zijn, een politiek
zaakje.
't Is onbegrijpelijk waarom Ds. Kersten na Mr.
Bijleveld ook nog weer etns met een voorstel
komen moest en daarbij zich niet ontzag pijlen
in de richting der A. R. af te schieten.
Het polietiek optreden van Ds. Kersten doet
wel eens denken aan den heer Braat die met
zijn stokpaardje den zomertijd de platte-
landsbelangen meer schade dan voordeel aan
bracht.
Dergelijke politieke manoeuvres zijn misschien
wel dienstig voor enkele kiezers en als reclame
materiaal niet te versmaden, maar een ernstig
man moet daarboven staan.
Samen optrekken en eensgezind optreden bij
zulke hoogst ernstige zaken opent de mogelijk
heid iets tot stand te brengen.
Zooals men nu optreedt, schaadt men de be
langen, welke men zegt voor te staan.
Beginselstudie.
Voor beginselstudie behoeft de Anti-Rev. niet
bang te zijn.
Het optreden in de practische politiek, de
houding onzer partij bij verschillende vraag
stukken, mogen gerust aan de beginselen, die
aan haar ten grondslag liggen, getoetst worden.
Wij gelooven niet in onfeilbaarheid. Ook de
A. R. partij wordt samengesteld uit zondige
menschen met vele gebreken menschen die mis
stappen begaan.
Maar als het gaat over de groote beginsel
vraagstukken en him toepassing in de practische
politiek, mag de Anti-Rev. partij gerust de oogen
opslaan.
Hetgeen men de A. R. partij dan ook verwijt
vloeit schier altijd hieruit voort, dat men zelf
weinig aan beginselstudie doet.
Onkunde doet vooral op het politieke pad
zoo licht dwalen.
Van harte juichen we daarom toe, dat er in
onze partij een Bond bestaat van propaganda-
Hubs, die zich speciaal ten doel stelt de be
ginselen onzer partij te bestudeeren en de ge
wichtige vraagstukken, di'e in het centrum der
belangstelling staan, onder de oogen ziet.
Vele onzer lezers zullen het verslag van de
jaarvergadering van dezen Mond de vorige week
gehouden, wel onder de oo gen hebben gehad.
Wij hopen, dat hetgeen daar besproken is, tot
verder nadenken stemmen zal.
De dingen moeten grondig; -onderzocht worden,
at kost geestesarbeid en ge estesmoeite. Maar
groote zonde doet ieder die in deze dingen
'raag is en zijn roeping niet verstaat.
En we zijn er niet m ee Haar deze zaken
aan te hooren. We moete n zelf aan den arbeid
>n de plaats waar God c ms gesteld heeft.
Eat is onze dure rc leping, nu meer dan
ooit.
Vooral onze jonge mer ischen hebben hier een
taak.
Gelukkig mogen we constateeren, dat er in
,.nfj dingen ook in h iet opgroeiend geslacht,
le e bestaat voor het -organisatieleven, al kon
et nog heel wat beter - zijn dan het is.
och moeten we hier ook op een gevaar
Wijzen.
Wet is „De Wa .arheidsvrierid", het orgaan
van den Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk,
die er op wijst en we zijn het er geheel mede
eens.
Ook de redacteur van dit blad prijst het, dat
geestverwanten zich vereenigen om de gees
telijke dingen te onderzoeken, maar zegt dan
Eén ding vinden we jammer, en wel, dat
men veelal denkt, dat ,preeken" 't een en
't al is dan. Als men een spreker vraagt
een dominé altijd moet er „gepreekt
worden. 't Is nooit anders dan „preeken".
En nu zullen wij, die ook nog al eens een
enkele maal „preeken" in eigen gemeente
en daar buiten, natuurlijk van dominé's noch
van preeken iets kwaads zeggen. Maar als
men denkt, dat met „preeken" alles bereikt
wordt, heeft men het toch glad mis. Als er
geen lust is om onze Gereformeerde begin
selen te onderzoeken en te bespreken, dan
kan men gerust 't huis aan de plank slaan.
Want dan is het „preeken" en nog eens
„preeken", waarbij het telkens nog weer méér
en. beter „preeken" moet zijn ook wel
„tegen elkaar op preeken" maar opbouw,
verrijking van kennis, betere organisatie, har
telijker kerkelijk meeleven, krijgt men op die
manier niet.
Zoo is het.
Er wordt te veel „gepreekt" in onze kringen.
En men kan ook te veel van het goede krijgen.
Overal waar men komt, 't begint al op de
knapenvergaderingen en vervolgens op al onze
vereenigingen enkele goede uitzonderingen
daargelaten wordt er steeds maar weer
„gepreekt", niet alleen door dominé's, maar ook
door allerlei slag van menschen, jong en oud,
die 's Zondags op hun juiste plaats onder de
preekstoel zitten.
Die kant moet het niet op. Laat ons het pree
ken overlaten aan hen, die hiertoe van Gods
wege geroepen zijn en laat dat preeken ge
schieden op de plaats en den tijd daarvoor ge
steld, n.l. in de wettige vergadering van de
gemeente des Heeren op den rustdag.
Onze taak is het aan beginselstudie te doen.
En dat zegent de Heere aan ons zeiven en
aan onze omgeving.
»Fcissche idealen*.
De vorige week hield de Bond van Neder-
landsche onderwijzers een congres.
Men heeft slechts het openingswoord van den
voorzitter te lezen, om te weten door welke
mentaliteit deze bond bezield wordt.
Wij wijzen enkel op de volgende uitdrukkin
gen
De spr. vond het een sterkend verschijnsel,
dat de „reactie-middelen der regeering het idea
lisme der jonge leden niet gedood heeft".
„De Colijnsche reactie besprekende, wijst spr.
er op dat er zich symptomen vertoonen van
pogingen tot herstel van wat door de bezuini
gingsvandalen moedwillig zooals het heette
met een bloedend harte werd stukgeslagen".
In deze trant gaat het maar voort.
Dat is het geestelijk voedsel van ruim 6500
onderwijzers, die de taak hebben het kind op
te voeden in alle „Christelijke en maatschappe
lijke deugden".
Van „idealisme" gesproken, het moet toch
wel een heel pover idealisme zijn, waarbij de
salariskwestie het een en het al blijkt te zijn.
Als de „frissche idealen", waarvan de voor
zitter sprak, hierdoor beheerscht moeten worden,
is men in den rooden Bond al heel spoedig
tevreden
Maar hoe treurig is het, dat ons openbaar
onderwijs hoe langer hoe meer door dezen
geest vergiftigd wordt.
En dat er ook nog ouders uit orthodoxe
kringen zijn, die hun kinderen aan dit onderwijs
durven toevertrouwen, is ons op z'n zachtst ge
zegd onbegrijpelijk.
IN HET NAUW.
Min. Lambooy heeft op zeldzaam gelukkige
wijze de heeren sociaal-democraten in het nauw
weten te brengen.
Het was zoo erg, dat al de aanwezige socia
listische Kamerleden inderdaad verbluft waren.
Door den heer Van Zadelhof, en ook vroeger
al eens door den heer Albarda, dat ter onder
steuning van hun ontwapeningsaandrang aan
gevoerd het argumentindien ge niet ontwapent
zullen wij soc.-dem. wel zorgen, dat er toch
van een mobilisatie niets terecht komt.
Met andere woorden, alle maatregelen zullen
gesabotteerd worden.
De Min. van Oorlog vroeg, nu eens precies
te zeggen, wat zij bedoelden.
Bedoelt gij, vroeg de Minister, dat gij een
spaak in het wiel zult steken, wanneer de nood
aan den man mocht komen
Zeg het dan ronduit, eischte de Minister, dan
kan ik mijn maatregelen nemen, en gaan alle
socialistische arbeiders aan de artillerie-inrich
tingen er uit.
Toen ontzonk de „moedige" sociaal-demo
craten den moed.
Allerlei uitvluchten zocht men.
Neen, eischte de Minister, ja of neen, geen
laffe praatjes.
Maar de heeren durfden niet.
Laf dropen zij af.
Dat komt er van als men op twee gedachten
hinkt.
Als men open wil houden zoowel den revo
lutionairen als den legalen weg.
De middag, waarop dit alles voorviel, leverde
een kostelijke bijdrage in 't ontmaskeringsproces
der soc.-dem., waarmee ieder, wien het ernst
is met de landsbelangen, zooveel te doen heeft.
(„Nieuwe Meerbode").
MEER DAN ONBEGRIJPELIJK.
Met grooten ophef maken de socialisten hier
in ons land melding van het koene en kloeke
streven der Belgische socialisten, welke pro
paganda voeren en regeeringscrisissen uitlokken
voor het verkrijgen van een oefentijd van zes
maanden.
Met dikke, vette letters vertelt men den lezers
van „Het Volk" deze socialistische heldendaad.
Men schat in dien kring de lezers toch blijk
baar niet hoog.
Daar zijn onder de lezers van „Het Volk
toch ook een enkele, welke soldaat is geweest,
en die zullen toch weten dat in Nederland de
diensttijd maar 5Yj maand is.
Waar of nu het bijzondere in zit, dat de so
cialisten in België zes maanden dienst willen,
terwijl deze bij ons nog korter is, zal wel nie
mand begrijpen.
(„Nieuwe Meerbode
DE MILITAIRE PERSOONLIJKE LASTEN
IN NEDERLAND.
Niet alleen de financieele lasten spreken een
woord mee bij het militaire vraagstuk.
Deze zijn in Nederland lager dan in verre
weg de meeste andere landen.
Lager ook dan in landen waar socialisten
mede-regeeren.
Echter ook de persoonlijke lasten spreken hier
een woord mee.
Het onderstaand staaltje doet zien hoe de ver
houding is tot eenige der ons omringende landen.
Nederland 7.5 mill, zielen, 19.500 lichting
sterkte, 0.2 pCt. van de lichtingsterkte ten op
zichte van de totale bevolking.
België 7.9 mill, zielen, 44.000 lichtings, 0.56
pCt. v. d. lichtingst., en opz. v. d. totale be
volking.
Denemarken 3.5 mill, zielen, 8.850 lichingst.,
0.25 pCt. v. d. lichingst, en opz. v. d. letale
bevolking.
Frankrijk 39.8 mill, zielen, 250.000 licnfingst..
0.63 pCt. v. d. lichtingst. ten opzichte v. d. totale
bevoking.
Noorwegen 2.8 mill, zielen, 15.^00 lichtingpt
9.55 pCt. v. d. lichingst. ten opzchte van de
totale bevolking.
Zewden 6.1 mill, zielen, 30.000 lichtingst., 0.49
pCt. v. d. lichtingst. ten opeichte van de tota
le bevolking.
Zwitserland, 4 millioen zielen, 25.000 lich
tingst. 0.2 pCt. v. d. lichtingst. ten opzichte v.
d. tolale bovolking.
Dit staatje doet dus zien dat Nederland en
Denemaken vrijwel gelijk en ale andere ver
daar boven zijn.
België met zijn socialistische ministers zelfs
meer dan het dubbele.
Daar komt dan nog de veel langere oefen
tijd bij.
Wijzen deze eenvoudige cijfers nu toch niet
overduidelijk aan hoe door en door onwaarach
tig de socialistische propaganda voor ontwa
pening is
Dat deze propaganda strijdt met al wat de
socialisten in andere landen doen
Zullen de oogen van het Nederlandsche volk
eindelijk niet eens opengaan voor de bedriege-
lijke wijze waarop het wordt voorgelicht
(„Nieuwe Meerbode".)
BESTRIJDING RUNDTUBERCULOSE.
Groot is de schade, door de rundert.b.c. ver
oorzaakt, enorm groot. Ze is velerleide tuber-
culeuse dieren zijn schadelijk in de kost en ze
geven minder melk veefondsen en slachtveever
zekeringen moeten groote bedragen, uitkeeren
voor ziek geworden of gestorven dieren. Wa
ren er geen tuberculeuse dieren, dan zou b.v.
in Drenthe de premie bij genoemde verzeke
ringen wel 40 lager zijn. De t.b.c. is in ons
land sterk verbreid en wordt gevaarlijker, naar
mate de pfiodiictiefokkerij voortgaat. Onder
melkkoeien en vaarzen zoo deelde de heer
Zwagerman, veeteelt-consulent te Middelburg,
eenigen tijd geleden mee, vindt men bij consum-
tiemelken 50 a 75 t.b.c., instreken met fa
briekmatige kaasbereiding 40 a 50 in stre
ken met fabriekmatige boterbereiding 10 a 20
Bestrijding is zeer gewenscht, vooral ook
omdat runder- t.b.c. ook direct gevaarlijk is
voor den mensch. Ze is een besmettelijke ziekte
die vooral wordt overgebracht door het voed
sel de ondermelk en de wei en door be
smetting van het dier op dier. De bestrijding
moet worden gedecentraliseerd, en de zuivel
fabriek neemt daarbij een eerste plaats in
Ten aanzien der ziekte kunnen wij de runderen
indeelen in 3 rubrieken dieren met open t.b.c.,
smetstofverspreidtrs2e dieren met gesloten
t.b.c., dit zijn de zoogenaamde reactie-dieren.
en t.b.c.-vreije dieren. Practisch komt de be
strijding nu hier op neer: Geregeld opsporen
der open lijders en opruimen daarvan controle
op aangeocht veet. b. c.-vrije opfok van het
jongvee, en zooveel als practisch mogelijk is,
scheiden van t.b.c.-vrije en reactie-dieren in het
bedrijf, 't Doel moet zijn, de t.b.c. massaal uit
te roeien, dus niet slechts hier en daar in een
of anderen stal. Zoo iets gaat natuurlijk alleen
bij een hechte organisatie onzer veehouders,
en die vinden we in de coöperatieve zuivel
fabriek. Geleidelijk moet de bestrijding plaats
hebben; waar men dit wil doen, zoeke men sa
menwerking met de practiseerende veeartsen.
Het meest gewenscht is, volgens den heer Zwa
german, dat de zuivelbonden de hygiëneconsu-
lenten in contact brengen met fabrieken, waar
de omstandigheden voor de bestrijding gunstig
zijn. Vanuit zulk een kern moet het komen tot
geleidelijke uitbreiding, en houde de zaak vooral
eenvoudig en groeie achter de ervaring aan 1
In de fabrieksvergadering dient propaganda te
worden gevoerd, overeenkomsten moeten wor
den gemaakt met de veeartsen, vee-controleurs
worden opgeleid, terwijl het bacteriologsch on
derzoek binnen het bereik der beginnelingen
gebracht moet worden.
Smakelijke groenten en Kunstmest.
Een klacht, die al sedert jaren wordt ver
nomen, is: dat onze groenten en ook de aard
appelen niet zoo lekker, zoo smakelijk, meer
zouden zijn als vroeger. De consumenten be
weren dit en voegen er dan veelal bij: „Zou
dat van den kunstmest komen Die vraag tot
den groentenkoopman gericht, wordt dan dik
wijls door hem beantwoord met een „Dat zal
wel, waar zou het anders van komen of met
een antwoord, dat nog stelliger luidt. En zoo
heeft zich bij een groot deel van het publiek de
meening vastgezet, dat de kunstmeststoffen de
kwaliteit en den smaak onzer groenten en an
dere produkten schaadt. Het bewijs echter ont
breekt. De groentenhandelaar kan er zoomin
over oordeelen als de consument zelf. Zij, die
het weten kunnen, zijn de kweekers en de tuin-
bouwdeskundigen, en dan nog alleen zij, die
met kennis van zaken een onderzoek dienaan
gaande hebben ingesteld.
Welnu, verschillende autoriteiten in ons land
hebben hun deskundig oordeel over deze zeer
zeker belangrijke zaak meegedeeld. En eenstem
mig luidt hun utspraak, dat van een nadeeligen
invloed van een juist gebruik der kunstmest
stoffen op den smaak der produkten nooit iets
gebleken is. Prof. Sprenger gebruikt al meer
dan 20 jaren kunstmest bij zijn proeven, en in
den regel in grooter hoeveelheid dan de telers
in de praktijk, maar hij acht de kunstmest-klacht
ongerond. En in denzelfden geest spraken vele
andere deskundigen in ons land zich uit. Wel
wordt door enkelen hunner toegegeven, dat
s o m m ig e groenten niet zoo lekker smaken
als vroeger. Zij noemen daarvoor evenwel an
dere oorzaken. Er worden andere rassen ge
teeld, die méér opbrengen, doch minder sma
kelijk zijn: toen b.v. de zeer fijne trosprincesjes
niet meer loonden, ging men grovere soorten
telen. Groentesoorten van zéér fijne kwaliteit
geven dikwijls geringere opbrengst, welke niet
steeds goedgemaakt wordt door een evenredig
hoogeren prijs, 't Is ook niet waar, dat alle
produkten zijn achteruitgegaan: integendeel is
bij sommige een zeer duidelijke verbetering der
kwalteit te constateeren. De eertijds onder glas
geteelde stugge slasoort „blanke weeuwen" is
verdwenen en vervangen door de botersla „Mei
koningin"; de vroege bloemkoolsoorten kunnen
met die van vroeger zéér wel concurreeren.
Wie echter te zwaar mest, bepaaldelijk met
s t i k s t of m e s t, zal daardoor licht afbreuk
doen aan de kwaliteit der gewassen, maar dit
geldt dan voor stal mest vooral niet minder
dan voor kunst mest. Een feit is, dat vele
aardappelverbouwers, dan het te doen is om
een weismakenden, fijnen eetaardappel, de kunst
mest prefereeren boven den natuurlijken mest.
Persoonlijk denken wij er met onze meer dan
20-jarige ervaring evenzoo over. In een volgend
artikeltje vertellen we, hoe men in het buiten
land er over denkt.
(Slot volgt).
Wenken en mededeelingen.
Welke het verbruik en de kosten zijn van
benzine- en petroleummotoren, vertelt ons de
Ir. J. H. Engelhardt te Groningen, die hetft be
rekend, dat de brandstofkosten voor een mid-
delmatigen benzinemotor per effectieve paarde-
kracht-uur (E. P. K. U.) zijn 1]/% cent, en
evenveel voor een dito petroleummotor. Hij
heeft bij deze berekening de benzine op 16
cent ,de petroleum op 15 cent gesteld, en neemt
voorts aan, dat de motoren vol-belast zijn. De
niet-volbelaste verbruiken meer, hiervoor geldt
het volgende lijstje
Belasting. Brandstofverbruik per E.P.K.U.
1.0 1.00
0.9 1.04
0.8 1.10
0.7 1.15
0.6 1.28
0.5 1.33
0.4 1.47
0.3 1.66
0.2 2.10
0.1 3.20
Is het li bekend
Is hetu bekend, dat men in het Noorden
van ons land ter bestrijding der nachtvorsten-
schade proeven wil nemen met nachtvorst-
briketten; dat die briketten gedurende een be
trekkelijk langen tijd een groot rookgevend
vermogen hebben; dat de Veenk. Boerenbond
bij zoodanife proeven zijn bemiddeling wil ver-
leenen; dat plaatselijk de radio-telefonische weer
berichten worden opgenomen en thermomter-
vorist wekker beschikbaar is, die goed function-
neert en 's nachts den verbouwer wekt, indien
de temperatuur beneden het nulpunt daalt
Is het u bekend, dat de Landbouwvereeniging
Wedde e. o. (Dr.) dit jaar voor het eerst be
gonnen is met het verwijderen van de larven
van den runderhorzel, zoowel in de stallen der
boeren als in de weide; dat men dit deed met
schaar, pincet en mesje, omdat het zonder in
strumenten een onbegonnen werk bleek en het
de dieren onrustig maakte; dat 279 dieren wer
den behandeld en circa 6000 larven werden
vernietigd; dat het jongvee er veel meer last
van had dan de oude dieren, dat sommige bees
ten er geheel „onder" zaten; dat de meeste
landbouwers gaarne medewerkten, maar enkelen
nog meenden, dat het vee die „groeibulten",
zooals zij ze noemden, moesten hebben
Is het u bekend, dat de kosten werden gevonden
door per behandeld dier een zeker bedrag te
heffen, en de rest toe te voegen uit de kas der
Landbouwvereeniging Br.
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT,
(le helft 1928).
Nadruk verboden.
Waarde lezerik wensch U veel heil en
zegen in 1928 In den kring Uwer familie, en in
Uw bedrijf Wat zal 1928 aan land- en tuin
bouw brengen Zullen goede oogsten ons deel
zijn Zullen wij voor onze produkten van akker
en hof, voor onzen zuivel, voor ons vee, voor
de varkens en de eieren, goede, loonende prijzen
kunnen maken Dat hangt van zoovele om
standigheden af, goeddeels onafhankelijk van
onzen wil, van onzen vlijt en onze kennis. Alle
wasdom komt van boven, zeggen land- en tuin
bouwer eerbiedig. Maar dit geloof maakt hem
niet lijdelijk. Zij weten, dat hun leuze moet zijn:
„Bid en werkDoch wat zijn er tal van
omstandigheden, die zij, nog behalve die van
het weer, niet in hun macht hebben, niet kun
nen beheerschen of beïnvloeden Ons land is
een land van export. Zonder uitvoer zouden
land- en tuinbouw te gronde gaan. En al wat
dus onzen export belemmert in- en uitvoer
rechten, erger: invoerverboden, geheven door
andere landen, waarheen onze produkten ge
zonden worden schad enonzen land- en
tuinbouw. Soms, of dikwijls zijn die maatrege
len te wijten aan politiek, aan bedoelde pro
ducten en dan staan wij dikwijls, ondanks al
de bemoeiingen onzer Regeering en onzer Cen
trale landbouworganisaties, machteloos. Maar
ook komt het voor, dat de oorzaak, de schuld
dichtbij gezocht moet worden. Als wat wij
exporteeren, ni§t voldoet aan gestelde eischen;
als niet voldoende door enkelingen of organi
saties rekening wordt gehouden met den smaak
onzer afnemers, met begeerde kwaliteit, met
verlangd sortiment, en ook met behoorlijke, aan
trekkelijke verpakking. Het moet ons dus niet
voldoende zijn om maar af te leveren wat wij
luk-raak telen of produceeren, en in den vorm,
zooals het ons 't gemakkelijkst of, voor het
oogenblik, het voordeeligst is. Met de gedachte:
„als ik het maar kwijt ben". Ten allen tijde
moet dit bij ons voorzitten, 't zij we leveren
rechtstreeks aan den consument, of wel aan
den handelaar, de veiling of de fabriek: is mijn
product goed, heb ik mijn best gedaan om
er van te maken wat er va nte maken was;
werk ik naar mijn vermogen mee om den naam