voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. ScKf&en Antire volutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES No. 3395 WOENSDAG 4 JANUARI 1928 42STK JAARGANG Uit de Pers. W. BOEKHOVEN SOMEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiënen verdere Administratie, franco toe te ®essd©as aan de Uitgevers Land- en Tuinbouw* Deze Courait vei schijnt eiken WOENSDAG esi ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.— b| vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDERLIK NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. latere. No. 202 Postbus No, 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend aaar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. De vaccinedwang. De hoogst-ernstige gevolgen welke de vacci natie den laatsten tijd op jonge kinderen gehad heeft, bracht aan den vaccinedwang wel een gevoeligen slag toe, maar gevallen is hij nog niet. Voor de Kamer op Kerstreces ging werd het wetsontwerp, waarbij de indirecte vaccinedwang vervalt, behandtld en aangenomen, doch niet overeenkomstig den wensch onzer Anti-Rev. Ka merfractie. De termijn van vervallen-verklaring duurt niet drit jaren, doch slechts één jaar. Uit de debatten in de Kamer bleek duidelijk, dat er nog lang geen meerderheid te vinden is om den dwang voor goed te laten vervallen. De rede, door ons Anti-Rev. Kamerlid Mr. Bijleveld gehouden, heeft onze volle sympathie, ze was zakelijk en argumenteerend, maar de meerderheid liet zich niet overtuigen. Jammer, dat ook bij deze ernstige zaak de verdeeldheid onder hen, die elkander het naast moesten zijn, weer pijnlijk aan den dag kwam. Ds. Kersten maakte van deze hoogst gewich tige kwestie, waarbij de belangen onzes volks op het nauwst betrokken zijn, een politiek zaakje. 't Is onbegrijpelijk waarom Ds. Kersten na Mr. Bijleveld ook nog weer etns met een voorstel komen moest en daarbij zich niet ontzag pijlen in de richting der A. R. af te schieten. Het polietiek optreden van Ds. Kersten doet wel eens denken aan den heer Braat die met zijn stokpaardje den zomertijd de platte- landsbelangen meer schade dan voordeel aan bracht. Dergelijke politieke manoeuvres zijn misschien wel dienstig voor enkele kiezers en als reclame materiaal niet te versmaden, maar een ernstig man moet daarboven staan. Samen optrekken en eensgezind optreden bij zulke hoogst ernstige zaken opent de mogelijk heid iets tot stand te brengen. Zooals men nu optreedt, schaadt men de be langen, welke men zegt voor te staan. Beginselstudie. Voor beginselstudie behoeft de Anti-Rev. niet bang te zijn. Het optreden in de practische politiek, de houding onzer partij bij verschillende vraag stukken, mogen gerust aan de beginselen, die aan haar ten grondslag liggen, getoetst worden. Wij gelooven niet in onfeilbaarheid. Ook de A. R. partij wordt samengesteld uit zondige menschen met vele gebreken menschen die mis stappen begaan. Maar als het gaat over de groote beginsel vraagstukken en him toepassing in de practische politiek, mag de Anti-Rev. partij gerust de oogen opslaan. Hetgeen men de A. R. partij dan ook verwijt vloeit schier altijd hieruit voort, dat men zelf weinig aan beginselstudie doet. Onkunde doet vooral op het politieke pad zoo licht dwalen. Van harte juichen we daarom toe, dat er in onze partij een Bond bestaat van propaganda- Hubs, die zich speciaal ten doel stelt de be ginselen onzer partij te bestudeeren en de ge wichtige vraagstukken, di'e in het centrum der belangstelling staan, onder de oogen ziet. Vele onzer lezers zullen het verslag van de jaarvergadering van dezen Mond de vorige week gehouden, wel onder de oo gen hebben gehad. Wij hopen, dat hetgeen daar besproken is, tot verder nadenken stemmen zal. De dingen moeten grondig; -onderzocht worden, at kost geestesarbeid en ge estesmoeite. Maar groote zonde doet ieder die in deze dingen 'raag is en zijn roeping niet verstaat. En we zijn er niet m ee Haar deze zaken aan te hooren. We moete n zelf aan den arbeid >n de plaats waar God c ms gesteld heeft. Eat is onze dure rc leping, nu meer dan ooit. Vooral onze jonge mer ischen hebben hier een taak. Gelukkig mogen we constateeren, dat er in ,.nfj dingen ook in h iet opgroeiend geslacht, le e bestaat voor het -organisatieleven, al kon et nog heel wat beter - zijn dan het is. och moeten we hier ook op een gevaar Wijzen. Wet is „De Wa .arheidsvrierid", het orgaan van den Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk, die er op wijst en we zijn het er geheel mede eens. Ook de redacteur van dit blad prijst het, dat geestverwanten zich vereenigen om de gees telijke dingen te onderzoeken, maar zegt dan Eén ding vinden we jammer, en wel, dat men veelal denkt, dat ,preeken" 't een en 't al is dan. Als men een spreker vraagt een dominé altijd moet er „gepreekt worden. 't Is nooit anders dan „preeken". En nu zullen wij, die ook nog al eens een enkele maal „preeken" in eigen gemeente en daar buiten, natuurlijk van dominé's noch van preeken iets kwaads zeggen. Maar als men denkt, dat met „preeken" alles bereikt wordt, heeft men het toch glad mis. Als er geen lust is om onze Gereformeerde begin selen te onderzoeken en te bespreken, dan kan men gerust 't huis aan de plank slaan. Want dan is het „preeken" en nog eens „preeken", waarbij het telkens nog weer méér en. beter „preeken" moet zijn ook wel „tegen elkaar op preeken" maar opbouw, verrijking van kennis, betere organisatie, har telijker kerkelijk meeleven, krijgt men op die manier niet. Zoo is het. Er wordt te veel „gepreekt" in onze kringen. En men kan ook te veel van het goede krijgen. Overal waar men komt, 't begint al op de knapenvergaderingen en vervolgens op al onze vereenigingen enkele goede uitzonderingen daargelaten wordt er steeds maar weer „gepreekt", niet alleen door dominé's, maar ook door allerlei slag van menschen, jong en oud, die 's Zondags op hun juiste plaats onder de preekstoel zitten. Die kant moet het niet op. Laat ons het pree ken overlaten aan hen, die hiertoe van Gods wege geroepen zijn en laat dat preeken ge schieden op de plaats en den tijd daarvoor ge steld, n.l. in de wettige vergadering van de gemeente des Heeren op den rustdag. Onze taak is het aan beginselstudie te doen. En dat zegent de Heere aan ons zeiven en aan onze omgeving. »Fcissche idealen*. De vorige week hield de Bond van Neder- landsche onderwijzers een congres. Men heeft slechts het openingswoord van den voorzitter te lezen, om te weten door welke mentaliteit deze bond bezield wordt. Wij wijzen enkel op de volgende uitdrukkin gen De spr. vond het een sterkend verschijnsel, dat de „reactie-middelen der regeering het idea lisme der jonge leden niet gedood heeft". „De Colijnsche reactie besprekende, wijst spr. er op dat er zich symptomen vertoonen van pogingen tot herstel van wat door de bezuini gingsvandalen moedwillig zooals het heette met een bloedend harte werd stukgeslagen". In deze trant gaat het maar voort. Dat is het geestelijk voedsel van ruim 6500 onderwijzers, die de taak hebben het kind op te voeden in alle „Christelijke en maatschappe lijke deugden". Van „idealisme" gesproken, het moet toch wel een heel pover idealisme zijn, waarbij de salariskwestie het een en het al blijkt te zijn. Als de „frissche idealen", waarvan de voor zitter sprak, hierdoor beheerscht moeten worden, is men in den rooden Bond al heel spoedig tevreden Maar hoe treurig is het, dat ons openbaar onderwijs hoe langer hoe meer door dezen geest vergiftigd wordt. En dat er ook nog ouders uit orthodoxe kringen zijn, die hun kinderen aan dit onderwijs durven toevertrouwen, is ons op z'n zachtst ge zegd onbegrijpelijk. IN HET NAUW. Min. Lambooy heeft op zeldzaam gelukkige wijze de heeren sociaal-democraten in het nauw weten te brengen. Het was zoo erg, dat al de aanwezige socia listische Kamerleden inderdaad verbluft waren. Door den heer Van Zadelhof, en ook vroeger al eens door den heer Albarda, dat ter onder steuning van hun ontwapeningsaandrang aan gevoerd het argumentindien ge niet ontwapent zullen wij soc.-dem. wel zorgen, dat er toch van een mobilisatie niets terecht komt. Met andere woorden, alle maatregelen zullen gesabotteerd worden. De Min. van Oorlog vroeg, nu eens precies te zeggen, wat zij bedoelden. Bedoelt gij, vroeg de Minister, dat gij een spaak in het wiel zult steken, wanneer de nood aan den man mocht komen Zeg het dan ronduit, eischte de Minister, dan kan ik mijn maatregelen nemen, en gaan alle socialistische arbeiders aan de artillerie-inrich tingen er uit. Toen ontzonk de „moedige" sociaal-demo craten den moed. Allerlei uitvluchten zocht men. Neen, eischte de Minister, ja of neen, geen laffe praatjes. Maar de heeren durfden niet. Laf dropen zij af. Dat komt er van als men op twee gedachten hinkt. Als men open wil houden zoowel den revo lutionairen als den legalen weg. De middag, waarop dit alles voorviel, leverde een kostelijke bijdrage in 't ontmaskeringsproces der soc.-dem., waarmee ieder, wien het ernst is met de landsbelangen, zooveel te doen heeft. („Nieuwe Meerbode"). MEER DAN ONBEGRIJPELIJK. Met grooten ophef maken de socialisten hier in ons land melding van het koene en kloeke streven der Belgische socialisten, welke pro paganda voeren en regeeringscrisissen uitlokken voor het verkrijgen van een oefentijd van zes maanden. Met dikke, vette letters vertelt men den lezers van „Het Volk" deze socialistische heldendaad. Men schat in dien kring de lezers toch blijk baar niet hoog. Daar zijn onder de lezers van „Het Volk toch ook een enkele, welke soldaat is geweest, en die zullen toch weten dat in Nederland de diensttijd maar 5Yj maand is. Waar of nu het bijzondere in zit, dat de so cialisten in België zes maanden dienst willen, terwijl deze bij ons nog korter is, zal wel nie mand begrijpen. („Nieuwe Meerbode DE MILITAIRE PERSOONLIJKE LASTEN IN NEDERLAND. Niet alleen de financieele lasten spreken een woord mee bij het militaire vraagstuk. Deze zijn in Nederland lager dan in verre weg de meeste andere landen. Lager ook dan in landen waar socialisten mede-regeeren. Echter ook de persoonlijke lasten spreken hier een woord mee. Het onderstaand staaltje doet zien hoe de ver houding is tot eenige der ons omringende landen. Nederland 7.5 mill, zielen, 19.500 lichting sterkte, 0.2 pCt. van de lichtingsterkte ten op zichte van de totale bevolking. België 7.9 mill, zielen, 44.000 lichtings, 0.56 pCt. v. d. lichtingst., en opz. v. d. totale be volking. Denemarken 3.5 mill, zielen, 8.850 lichingst., 0.25 pCt. v. d. lichingst, en opz. v. d. letale bevolking. Frankrijk 39.8 mill, zielen, 250.000 licnfingst.. 0.63 pCt. v. d. lichtingst. ten opzichte v. d. totale bevoking. Noorwegen 2.8 mill, zielen, 15.^00 lichtingpt 9.55 pCt. v. d. lichingst. ten opzchte van de totale bevolking. Zewden 6.1 mill, zielen, 30.000 lichtingst., 0.49 pCt. v. d. lichtingst. ten opeichte van de tota le bevolking. Zwitserland, 4 millioen zielen, 25.000 lich tingst. 0.2 pCt. v. d. lichtingst. ten opzichte v. d. tolale bovolking. Dit staatje doet dus zien dat Nederland en Denemaken vrijwel gelijk en ale andere ver daar boven zijn. België met zijn socialistische ministers zelfs meer dan het dubbele. Daar komt dan nog de veel langere oefen tijd bij. Wijzen deze eenvoudige cijfers nu toch niet overduidelijk aan hoe door en door onwaarach tig de socialistische propaganda voor ontwa pening is Dat deze propaganda strijdt met al wat de socialisten in andere landen doen Zullen de oogen van het Nederlandsche volk eindelijk niet eens opengaan voor de bedriege- lijke wijze waarop het wordt voorgelicht („Nieuwe Meerbode".) BESTRIJDING RUNDTUBERCULOSE. Groot is de schade, door de rundert.b.c. ver oorzaakt, enorm groot. Ze is velerleide tuber- culeuse dieren zijn schadelijk in de kost en ze geven minder melk veefondsen en slachtveever zekeringen moeten groote bedragen, uitkeeren voor ziek geworden of gestorven dieren. Wa ren er geen tuberculeuse dieren, dan zou b.v. in Drenthe de premie bij genoemde verzeke ringen wel 40 lager zijn. De t.b.c. is in ons land sterk verbreid en wordt gevaarlijker, naar mate de pfiodiictiefokkerij voortgaat. Onder melkkoeien en vaarzen zoo deelde de heer Zwagerman, veeteelt-consulent te Middelburg, eenigen tijd geleden mee, vindt men bij consum- tiemelken 50 a 75 t.b.c., instreken met fa briekmatige kaasbereiding 40 a 50 in stre ken met fabriekmatige boterbereiding 10 a 20 Bestrijding is zeer gewenscht, vooral ook omdat runder- t.b.c. ook direct gevaarlijk is voor den mensch. Ze is een besmettelijke ziekte die vooral wordt overgebracht door het voed sel de ondermelk en de wei en door be smetting van het dier op dier. De bestrijding moet worden gedecentraliseerd, en de zuivel fabriek neemt daarbij een eerste plaats in Ten aanzien der ziekte kunnen wij de runderen indeelen in 3 rubrieken dieren met open t.b.c., smetstofverspreidtrs2e dieren met gesloten t.b.c., dit zijn de zoogenaamde reactie-dieren. en t.b.c.-vreije dieren. Practisch komt de be strijding nu hier op neer: Geregeld opsporen der open lijders en opruimen daarvan controle op aangeocht veet. b. c.-vrije opfok van het jongvee, en zooveel als practisch mogelijk is, scheiden van t.b.c.-vrije en reactie-dieren in het bedrijf, 't Doel moet zijn, de t.b.c. massaal uit te roeien, dus niet slechts hier en daar in een of anderen stal. Zoo iets gaat natuurlijk alleen bij een hechte organisatie onzer veehouders, en die vinden we in de coöperatieve zuivel fabriek. Geleidelijk moet de bestrijding plaats hebben; waar men dit wil doen, zoeke men sa menwerking met de practiseerende veeartsen. Het meest gewenscht is, volgens den heer Zwa german, dat de zuivelbonden de hygiëneconsu- lenten in contact brengen met fabrieken, waar de omstandigheden voor de bestrijding gunstig zijn. Vanuit zulk een kern moet het komen tot geleidelijke uitbreiding, en houde de zaak vooral eenvoudig en groeie achter de ervaring aan 1 In de fabrieksvergadering dient propaganda te worden gevoerd, overeenkomsten moeten wor den gemaakt met de veeartsen, vee-controleurs worden opgeleid, terwijl het bacteriologsch on derzoek binnen het bereik der beginnelingen gebracht moet worden. Smakelijke groenten en Kunstmest. Een klacht, die al sedert jaren wordt ver nomen, is: dat onze groenten en ook de aard appelen niet zoo lekker, zoo smakelijk, meer zouden zijn als vroeger. De consumenten be weren dit en voegen er dan veelal bij: „Zou dat van den kunstmest komen Die vraag tot den groentenkoopman gericht, wordt dan dik wijls door hem beantwoord met een „Dat zal wel, waar zou het anders van komen of met een antwoord, dat nog stelliger luidt. En zoo heeft zich bij een groot deel van het publiek de meening vastgezet, dat de kunstmeststoffen de kwaliteit en den smaak onzer groenten en an dere produkten schaadt. Het bewijs echter ont breekt. De groentenhandelaar kan er zoomin over oordeelen als de consument zelf. Zij, die het weten kunnen, zijn de kweekers en de tuin- bouwdeskundigen, en dan nog alleen zij, die met kennis van zaken een onderzoek dienaan gaande hebben ingesteld. Welnu, verschillende autoriteiten in ons land hebben hun deskundig oordeel over deze zeer zeker belangrijke zaak meegedeeld. En eenstem mig luidt hun utspraak, dat van een nadeeligen invloed van een juist gebruik der kunstmest stoffen op den smaak der produkten nooit iets gebleken is. Prof. Sprenger gebruikt al meer dan 20 jaren kunstmest bij zijn proeven, en in den regel in grooter hoeveelheid dan de telers in de praktijk, maar hij acht de kunstmest-klacht ongerond. En in denzelfden geest spraken vele andere deskundigen in ons land zich uit. Wel wordt door enkelen hunner toegegeven, dat s o m m ig e groenten niet zoo lekker smaken als vroeger. Zij noemen daarvoor evenwel an dere oorzaken. Er worden andere rassen ge teeld, die méér opbrengen, doch minder sma kelijk zijn: toen b.v. de zeer fijne trosprincesjes niet meer loonden, ging men grovere soorten telen. Groentesoorten van zéér fijne kwaliteit geven dikwijls geringere opbrengst, welke niet steeds goedgemaakt wordt door een evenredig hoogeren prijs, 't Is ook niet waar, dat alle produkten zijn achteruitgegaan: integendeel is bij sommige een zeer duidelijke verbetering der kwalteit te constateeren. De eertijds onder glas geteelde stugge slasoort „blanke weeuwen" is verdwenen en vervangen door de botersla „Mei koningin"; de vroege bloemkoolsoorten kunnen met die van vroeger zéér wel concurreeren. Wie echter te zwaar mest, bepaaldelijk met s t i k s t of m e s t, zal daardoor licht afbreuk doen aan de kwaliteit der gewassen, maar dit geldt dan voor stal mest vooral niet minder dan voor kunst mest. Een feit is, dat vele aardappelverbouwers, dan het te doen is om een weismakenden, fijnen eetaardappel, de kunst mest prefereeren boven den natuurlijken mest. Persoonlijk denken wij er met onze meer dan 20-jarige ervaring evenzoo over. In een volgend artikeltje vertellen we, hoe men in het buiten land er over denkt. (Slot volgt). Wenken en mededeelingen. Welke het verbruik en de kosten zijn van benzine- en petroleummotoren, vertelt ons de Ir. J. H. Engelhardt te Groningen, die hetft be rekend, dat de brandstofkosten voor een mid- delmatigen benzinemotor per effectieve paarde- kracht-uur (E. P. K. U.) zijn 1]/% cent, en evenveel voor een dito petroleummotor. Hij heeft bij deze berekening de benzine op 16 cent ,de petroleum op 15 cent gesteld, en neemt voorts aan, dat de motoren vol-belast zijn. De niet-volbelaste verbruiken meer, hiervoor geldt het volgende lijstje Belasting. Brandstofverbruik per E.P.K.U. 1.0 1.00 0.9 1.04 0.8 1.10 0.7 1.15 0.6 1.28 0.5 1.33 0.4 1.47 0.3 1.66 0.2 2.10 0.1 3.20 Is het li bekend Is hetu bekend, dat men in het Noorden van ons land ter bestrijding der nachtvorsten- schade proeven wil nemen met nachtvorst- briketten; dat die briketten gedurende een be trekkelijk langen tijd een groot rookgevend vermogen hebben; dat de Veenk. Boerenbond bij zoodanife proeven zijn bemiddeling wil ver- leenen; dat plaatselijk de radio-telefonische weer berichten worden opgenomen en thermomter- vorist wekker beschikbaar is, die goed function- neert en 's nachts den verbouwer wekt, indien de temperatuur beneden het nulpunt daalt Is het u bekend, dat de Landbouwvereeniging Wedde e. o. (Dr.) dit jaar voor het eerst be gonnen is met het verwijderen van de larven van den runderhorzel, zoowel in de stallen der boeren als in de weide; dat men dit deed met schaar, pincet en mesje, omdat het zonder in strumenten een onbegonnen werk bleek en het de dieren onrustig maakte; dat 279 dieren wer den behandeld en circa 6000 larven werden vernietigd; dat het jongvee er veel meer last van had dan de oude dieren, dat sommige bees ten er geheel „onder" zaten; dat de meeste landbouwers gaarne medewerkten, maar enkelen nog meenden, dat het vee die „groeibulten", zooals zij ze noemden, moesten hebben Is het u bekend, dat de kosten werden gevonden door per behandeld dier een zeker bedrag te heffen, en de rest toe te voegen uit de kas der Landbouwvereeniging Br. WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT, (le helft 1928). Nadruk verboden. Waarde lezerik wensch U veel heil en zegen in 1928 In den kring Uwer familie, en in Uw bedrijf Wat zal 1928 aan land- en tuin bouw brengen Zullen goede oogsten ons deel zijn Zullen wij voor onze produkten van akker en hof, voor onzen zuivel, voor ons vee, voor de varkens en de eieren, goede, loonende prijzen kunnen maken Dat hangt van zoovele om standigheden af, goeddeels onafhankelijk van onzen wil, van onzen vlijt en onze kennis. Alle wasdom komt van boven, zeggen land- en tuin bouwer eerbiedig. Maar dit geloof maakt hem niet lijdelijk. Zij weten, dat hun leuze moet zijn: „Bid en werkDoch wat zijn er tal van omstandigheden, die zij, nog behalve die van het weer, niet in hun macht hebben, niet kun nen beheerschen of beïnvloeden Ons land is een land van export. Zonder uitvoer zouden land- en tuinbouw te gronde gaan. En al wat dus onzen export belemmert in- en uitvoer rechten, erger: invoerverboden, geheven door andere landen, waarheen onze produkten ge zonden worden schad enonzen land- en tuinbouw. Soms, of dikwijls zijn die maatrege len te wijten aan politiek, aan bedoelde pro ducten en dan staan wij dikwijls, ondanks al de bemoeiingen onzer Regeering en onzer Cen trale landbouworganisaties, machteloos. Maar ook komt het voor, dat de oorzaak, de schuld dichtbij gezocht moet worden. Als wat wij exporteeren, ni§t voldoet aan gestelde eischen; als niet voldoende door enkelingen of organi saties rekening wordt gehouden met den smaak onzer afnemers, met begeerde kwaliteit, met verlangd sortiment, en ook met behoorlijke, aan trekkelijke verpakking. Het moet ons dus niet voldoende zijn om maar af te leveren wat wij luk-raak telen of produceeren, en in den vorm, zooals het ons 't gemakkelijkst of, voor het oogenblik, het voordeeligst is. Met de gedachte: „als ik het maar kwijt ben". Ten allen tijde moet dit bij ons voorzitten, 't zij we leveren rechtstreeks aan den consument, of wel aan den handelaar, de veiling of de fabriek: is mijn product goed, heb ik mijn best gedaan om er van te maken wat er va nte maken was; werk ik naar mijn vermogen mee om den naam

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1928 | | pagina 1