IS ets. per lalt aas BOER LER" Q Twee Bladen. tweede blad. MUL"ww - IB i éWïlPB igP A VAN ROSSEM s Lichte Baaitabak IJsvermaaR geeft ruwe huid 2ïT EÏOBSSTB VOOIS T7"^0"CT E1T jliö tleenbanK "schaakrubriek. verzacht iiiiniiiiiiiii geneest uor, S1GN0 VIFSES Zaterdag 24 Dec. 1927. No. 3392. Dit nummer bestaat uit ggr Vanwege de Kerst dagen zal ons aanstaande Woensdagnummer NIET verschijnen. m i&WTkwr Gemeenteraad. In patent verpakking Morst niet, scheurt niet Maakt geen kort ft. Voor de Vrouw. 5 liisten, Schil* loofüfke lage larheid. is, 95 ceiit» EZIG IS—SOmmELSDIJH" I 111 we innerlijk nog zoo druk, zoo rusteloos Voor de Jeugd. xber 1927, 's avonds erberge van H. van iber 1927, 's avonds rberge van J. Keuve, R. Voornscbe Maat) aan de Paulina Van daan, kad. Sectie B en in combinatie. \N DER SLUYS. 30 December 1927 en in het koffiehuis en afslag,^publieke woningen, en erf, 0,1 Are 54 centiaren^ latenschap van den edeeltelijk verhuurd kooppenningen 15 Heer A. Touw te jndergeteekende te lot ar is C. LOEFF. oer, te beginnen des ie woning van Dirk het Oudeland onder te hakken, onder de AN DEN BERG. ber, des namiddags bij de woning van luizen, in den polder iet Oostersche Bosch, 2 graskalveren, een en, bascule, 2 hand» achine, schuurgereed» jaapjespeen, mest, en. AAN DEN BERG. 1928, des namiddags lijk aan de Kaai van eloanhm1* afkom» ïyzö des namiddags laat aan de Kaai van ig sloophout, afkom» :k», eiken» en grenen» ben, platen, planken, luiken, trappen, enz. GROENENDIJK. ;held met igsmiddelen» irogisten is een middel verkrijgbaar, genaamd wordt er op gevestigd, tor de mensch uiterst 'tije phosphorus bevat. ;ele gevallen van ver» :n afloop, voorgedaan, »Rodent« een ander/ I vaar voor het bestemd"^/1 rzichtig en zorge, dat ook andere soort» verkeerde handen of linnen het bereik van ÏNDHEIDSRAAD. Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning Middelharnis. No. 37. A. Mari heeft in probleem no. 37 als sleutel- zet verwerktOntpenning van een zwart stuk. en penning van een ander zwart stuk. Dit maakt het probleem moeilijk, omdat men daar niet direct op voorbereid is. De sleutelzet is dus Pe5c4. Twee schaakjes van zwart door den toren zijn nu onmogelijk gemaakt, doch daar komen twee andere schaakjes door den looper voor in de plaats. 1Ld6"i\ 2. Pd6: mat. 1Le3-j\ 2. Pe3: mat. 1Pb3. 2. Tb3: mat. 1Ld3. 2. Dal mat (matverandering blokkeering) 1Lb4. 2. Lg7: mat. Op de andere zetten volgt de dreiging Dd2 mat. Probleem voor den wedstrijd. No. 39. M. B. NEUMANN - Leningrad. Tijdschrift N. S. B. - 1927. Wit: Kgl, Df4, Tal en g8, Pa8 en e7, pi. a4, a6, b2, b7, e2 enf5 (12). Zwart: Kc5, Th2, Le4, pi. b3, g2, g3 en h3 (7). Zelfmat in twee (2) zetten. Oplossingen inzenden vóór Donderdag 5 anuari. Oplossing over drie weken. Daar de volgende week geen rubriek zal ver schijnen, is alles een week later gezet. Dan is echter dit probleem het laatste December- probleem. De stand na no. 39 geeft dus den winnaar aan van de Decemberprijs. In een zelfmat begint wit en dwingt wit mat af door zwart. Beide partijen doen dus twee zetten, of bij verorte wending een. Stand van den ladderwedstrijd na probleem no. 37. G. Tiemens (41); D. Hofland (36); D. Uitert (36); J. Parrée (33); C. Tiemens (31); „Udi" (19); G. v. Gelder (10); J. Enzlin (5); L. I Eggink (4); A. Verbrugge (4); „Animo" (0); I G. Nieuwland (0). Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd I toetreden. Een goede oplossing van een twee- I zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve I oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul)Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet meu de meeste jbimten hebben (echter meer dan 20). Ook niet- aonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achter een geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Een felle, doch korte partij. Italiaaqsche opening. Wit Zwart 1. e2e4 e7—e5 2. Pgl—f3 Pb8-c6 3. Lfl—c4 Lf8—c5 4. d2~d3 d7—d6 Beter is hier 4Pf6. 5. Pf3g5 Dd8—f6 Hier was te verkiezen 5Ph6. Na 5Le6 volgt 6. Pe6: fe6: 7. Le6: 6. Lc4Xf7:f Een avontuurlijke zet, die echter zwart's rochade verbreekt. 6Ke8—e7 7. 0-0 h7—h6 I Dit is 't gevaarlijke in de zet 6. Lf7;-j- Wel licht is voor wit 7. Dd2 beter. 8. f7,X g8 h6Xg5 Een open lijn voor den toren. 9. Lg8-d5 Df6—h6 1 10. h2-h3 Pc6-d4I Hierdoor kan wit de dame niet ter verde diging naar f3 brengen. 10Lh3: lijkt heel sterk, doch de aanval blijkt niet door gevoerd te kunnen worden. 10. Lh3: 11. Df3 Lg2: 12. Dg2: Als zwart nu de torens wil verdubbelen, heeft wit den tijd om zijn stukken ter verdediging goed te zetten. Bovendien dreigt Lg5:f! of 10Lh3. 11. Df3 Ld7. 12. g4 Pd4. 13. Df7f Kd8. 14. Dh5 dreigt Lg5:f 11. Ddl-d2 Een lokzetErg verleidelijk is 11Pf3f waarna moet volgen gf3 en zwart kan mat gevenals hij den tijd hadWit is hem juist voor 11Pd4f3f 12. gf3: Dh6Xh3 Beter is Kf6, want g5 is een zwak punt. Er volgde nu 13. Dd2Xg5f Ke7-e8 14. Dg5-g6f Ke8-d8 15. Lel— g5t Kd8—d7 16. Dg6—f7 mat. VERBETERING. De lezer zal bemerkt hebben, dat in „Iets over matstellingen in het probleem" no. 3 twee maal is genoemd. No. 5 is2: abs. ec. mat. In de omschrijving van no. 2 moet het woordje „niet" wegvallen. In overleg met het H. B. van den N. S. B. is op 18 Dec. een commissie benoemd, welke tot taak heeft een reorganisatie van den bond in studie te nemen. Hoofddoel is decentralisatie. In deze commissie hebben zitting W. A. T. Schelfhout te Amsterdam, L. G. Eggink te Haarlem, H. Boon, J. G. v. Burken en M. Levenbach. CORRESPONDENTIE. G. N. U is welkom. Lg7: faalt echter op Pf5. Denkt U er vooral aan om alle zetten van zwart na te gaan. In den regel neemt wit bij den eersten zet geen groot stuk. Zie vorige rubriek. Eerste deel „Practische Schaaklessen" Den Hertog en Euwe. In dit deel worden in de eerste plaats de regels van het schaakspel behandeld. Hieruit moge men niet zonder meer besluiten dat dit deel uitsluitend voor pas-beginnenden is. In tegendeel. De diagramstanden No. 63 tot en met 112 geven oefeningen in het kiezen van de beste zet. De standen stellen partijstanden voor. Deze oefeningen zijn dus van zeer groote didactische waarde. Voordat deze komen wor den punten aangewezen, waarop men in 't bizonder moet letten, bijv. no. 8 „Staan de partijen materieel gelijk of ben ik achter of voor No. 10 „Beschikt mijn tegenpartij over een gevaarlijke dreiging enz.". De waarde van deze oefeningen springt dus direct in 't oog, want stellen we ons niet dezelfde vragen in Ruwe Handen Schrale Lippen Winterhanden Wintervoeten lDoos30-60ctTube 80ct een partij (althans behooren we ons die niet te stellen?) We zullen een tweetal hier afdrukken, op dat men een indruk van 't geheel heeft. No. 99. Wit. up Zwart Zwart is hierin aan zet. Achter in 't boek vindt men de oplossing (waar men natuurlijk niet direct moet kijken -eerst zelf zoeken zonder maar wat zetten te probeerenMen vindtTe2—g2 (wit staat aan den bovenkant) „In plaats van den koning door Th8f of „Th2'f te gaan opjagen, bereidt zwart door „insluiting van den koning het mat voor, dat „slechts door Le6f of Lg8 een zet uit te stellen „is. Wit laat echter den looper stil staan, en „geeft de partij op, doordat mee te deelen of „zijn koning om te leggen", No. 84. Zwart. Wit Oplossing e4Xd5. Het bord staat wel erg vol, maar toch is deze opgaaf niet moeilijk. In de gegeven stelling heeft zwart vier offi cieren en wit maar drie. Over TdlXd5 denkt wit niet. Zie hier een tweetal der opgaven. Ik hoop U hiermede een indruk van het werk gegeven te hebben. Juist door deze oefeningen is dit werk m. i. van groote leerzame kracht en kun nen wij dit iederen schaker ten volle aanbe velen. De prijs ad f 1.25 kan hier geen bezwaar wezen. Vergadering van den Gemeenteraad van OUDE TONGE, op Woensdag 21 December 1927, v.m. 10 uur. Tegenwoordig met den Voorzitter alle leden. Na opening der vergadering worden de no tulen der vorige vergadering gelezen en goed gekeurd. Ie. Enkele missiven, waarbij goedgekeurd worden teruggezonden verschillende raadsbe sluiten. b. Een verzoek van den heer J. B. van der Vliet te Antwerpen, om in hum- te mogen ont vangen een perceel bouwgrond aan de Haven alhier, tot het plaatsen van een loods. Hiertoe wordt besloten. c. Advies van de Gezondheidscommissie in zake het onbewoonbaar verklaren van het z.g. Hoogerhuis. Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig dit advies besloten. d. Naar aanleiding van de circulaire van Ged. Staten inzake jaarwedden gemeente-amb tenaren wordt op voorstel van den heer BEIJER besloten met 7 tegfen 4 stemmen Ged. Staten te berichten, dat de Raad is tegen kindertoe slag. e. Wordt op voorstel van B. en W. op „verzoek" besloten, aan de Geitenfokvereeni- ging „Oude Tonge en omstreken" over het jaar 1927 25.subsidie te verstrekken. f. Wordt afwijzend beschikt op een verzoek van den Algem. Bond vanPolitiepersoneel in Nederland om aan den Gemeente-veldwachter een vacantie-toeslag te geven. 2e. Wordt met algemeene stemmen beslo ten aan de Provincie over te dragen de in deze gemeente liggende wegen voor zoover zij in het Provinciaal Wegenplan zijn of zullen wor den opgenomen. 3e. Worden herbenoemd voor het jaar 1928: a. tot weger aan brug I, dhr. C. Vogelaar, aan brug II dhr. P. Gebraad Pz.; tot gemeente opzichter dhr. C. Snijder Pz. b. worden de jaarwedden der wegers op nieuw vastgesteld als volgt2/s van de op brengst van weegloonen van aardappelen en ajuin en der opbrengst van weegloonen der overige artikelen. Minimum loon voor brug I 850.—, voor brug II 300.—, zuls met 7 tegen 4 stemmen. 4e. Wordt aan B. en W. een blanco cre- diet toegestaan voor het planten van boomen in de Willemstraat en Emmastraat. 5e. Deelt de VOORZITTER mede, dat aan gewetensgeld door de gemeente is ontvan gen 1539.—. 6e. Wordt besproken het vernieuwen van een gedeelte beschoeiing der Kaai, waaromtrent B. en W. met een nader voorstel zullen komen. 7e. Brengt de heer BEIJER ter sprake het aanstellen van een schoolarts en het dempen der Kerkgracht, waarover nog geen beslissing is genomen. 8e. Wordt met 6 tegen 3 stemmen besloten de jaarwedden der Wethouders te bepalen op 300.— ieder, ingaande 1 Januari 1928, en Ged. Staten daartoe te adviseeren. Na nog eenige bespreking van huishoudelijken aard sluit de Voorzitter de vergadering. Vergadering van den Gemeenteraad van MIDDELHARNIS, op Donderdag 22 December, des nam, half 3 uur. De Voorzitter, burgemeester Den Hollander, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden voor gelezen en onveranderd vastgesteld. De kas van den gemeente-ontvanger is nage zien en in orde bevonden. Ged. Staten zonden eenige goedkeuringen over genomen raadsbesluiten. De Bond tegen het schenden van Gods Hei ligen Naam door het vloeken, geeft den Raad nog eens in overweging om het vloeken en ijdel gebruiken van Gods Heiligen Naam straf baar te stellen. B. en W. hebben dit schrijven behandeld en zijn het wel eens met adressanten, dat vloeken alkeuringswaardig is, het is buitengewoon ver keerd, maar het komt het college voor, dat er in de praktijk zoo weinig van terecht komt, het is zoo moeilijk te constateeren wanneer er gevloekt wordt, alleen wanneer de politie het hoort, of indien er aangifte gedaan wordt, is het kwaad te vervolgen. De heer VOGELAAR (A.R.) meent, dat dit met elke overtreding zoo is, alleen wanneer het kwaad gezien of gehoord wordt, kan natuurlijk vervolging plaats hebben. Dat is met alle over tredingen zgo. De Raad moet zich afvragen of hij hier een taak heeft. Spr. meent dat de Raad geroepen is dit kwaad strafbaar te stellen. De heer KOESE (neutraal) vraagt wat er onder vloeken verstaan moet worden. De heer KOOTE (Ned. Herv.) meent ook dat het een moeilijke zaak is. Maar de raads leden zijn de mannen van het gezag. Spr .ge looft, dat hier een plicht rust op den Raad niet alleen om de Rijkswetten uit te voeren, maar evenzoo wanneer de wet Gods het eischt moet de Raad die wet handhaven. Dat geldt voor andere wetten ook, b.v. het stelen en dood slaan. De VOORZITTER zegt, dat er meenings- verschil is over deze moeilijke materie. Men mag ook niet liegen. Het gaat toch niet om dat bij verordening te verbieden. Men moet reke ning houden met het practisch uitvoerbare. Wethouder VROEGINDEWEIJ (Ned.Herv.) zegt, dat alle leden van B. en W. sterk tegen het vloeken zijn. Maar het is niet mogelijk het tegen te gaan. Er zijn twee politie-agenten in de gemeente. Wanneer de vloekers hen zien aankomen, zullen ze zwijgen, maar als ze weg gaan zullen ze met een vloek zeggen„neen we mogen niet vloeken". Wanneer er een ver bod ligt en het kan niet uitgevoerd worden, wat kan men er dan mee bereiken. Met een verordening maken is men niet klaar. Wanneer er een bond was om elke gemeente in dien geest te reformeeren, dan zou spr. er meer waarde aan hechten dan nu; deze bond volstaat er mee een papiertje te sturen. Spr. vreest, dat er bij overtreding van dit gebod geen vervolging zal plaats hebben. De rechter zou vragen: Wat is vloeken Het is gemak kelijk een verbod te maken, maar uit te voeren is bet niet. Spr. wijst op de gemeenten, die het vloekverbod hebben, daar is het vloeken niet minder dan in de gemeenten die het verbod niet hebben. Maar is de Raad tevreden met het maken van een verordening, dan gaat spr. er natuurlijk met mee en wethouder Zaaier zal dat ook wel goed vinden, al is het maar voor den naam, dat de Raad een verbod gemaakt heeft. Wethouder ZAAIER (V.B.) zegt, dat hij natuurlijk op dien grond er niet met mede gaat. De heer VROEGINDEWEIJ (S.G.P.) zegt, dat zijn consciëntie het niet toelaat het te laten zooals het nu is. De heer DOORNBOS (Ned. Herv.) zal niet medewerken tot het maken van een vloekverbod, want hij ziet de practische onmogelijkheid er van in. De heer VOGELAAR vraagt waarom het Rijk het dan verbiedt in het leger b.v., daaruit blijkt dat de overheid toch begrijpt dat ze hier een taak heeft. Wethouder VROEGINDEWEIJ antwoordt, dat het in een kazerne wel gaat, maar in het publiek is het niet uitvoerbaar. De heer VAN DER MEIDo (C.H.) is het met B. en W. eens en vraagt waarom het ver zoek niet op zegel was. De VOORZITTER antwoordt, dat hier niets verzocht wordt. Het gaat hier niet om een gunst en het staat ook niet in request-vorm. Wethouder VROEGINDEWEIJ wil in de gemeenten waar het vloekverbod is een onder zoek instellen naar de resultaten en ook onder zoeken hoe de rechter er over denkt en dan later beslissen. lenhou werlj IF. No. 1005 en 1946 liersfr. ROTTERDAM Geen filialen» voordeel. net 27 December en en met 2 Jan. 1" nt gelden aan leden t. 's-jaars. Ze neemt n 3,75 pCt. 's-jagJ leden. Voorschotten lijks aangevraagd i der leden van hei jenheid tot inhreng ig van geïdenj* daoaVODQ van l-« enka..ierfl»iflP««' Samen bladerden we in een boekje, geschreven I voor jonge meisjes en jonge vrouwen. Tal van I 9edachten, getuigend van ernstig na- I denken en groote kennis van de miesjesziel, troffen ons. Telken male wezen we elkaar een gedeelte I aan dat onze aandacht trof. I Up eens werd tegelijkertijd onze opmerkzaam- I neid getrokken door een zin, staande aan het I begin van een nieuw hoofdstuk, dat tot opschrift «oeg „De Stilte". Deze zin was het„We moeten meer stil I 2'jn, minder spreken, om beter te kunnen luis teren. I ii ^a' moest in 9r0°te veelvouden worden ge- drukt en in treinen en wachtkamers worden opgehangen, zei ik, gedachtig aan de reis, die mahen moest, waar de weerpraatjes e. d. g. We'weer eindeloos zouden zijn. Uf in ziekenhuiswachtkamers, kreeg ik van ffln gezelschap ten antwoord, die als verpleeg- I Lnatuur'ijk dacht aan de alles behalve op- I ..jncje en breed uitgemeten verhalen, mees- I entijds in zulk wachtvertrek gedaan. I bn beiden hadden we blijkbaar meer gedachte voor het eerste gedeelte, dan voor het laatste gedeelte van de boven geciteerde zin. I H-ti minc*er sPreken was bij ons op dat oogen- I d v '100^zaak, doch het later nog eens over- I J? e.n<^ kwam het tweede meer naar voren, I 1 zijn, minder spreken, om beter te kunnen 'Weren. Beter te luisteren. n er is in dezen donkeren tijd zooveel en om eeqs stil te zijn, niet alleen stil, door- J on2,e woorden zwijgen, maar heel ons zelf I ens stil te doen zijn, want we hebben zooveel I te luisteren. dene^jSteren. rjaar de overvloedige sprake van te over om te luisteren, doch ook ^at ^rin9f» waardoor we onszelf met luisteren kunnen zetten. I sd lf 'eVen yraagt zooveel van ons en we I Preken zoo gaarne onze vreugden en smarten I ïlta U't aan anderen- En spreken we niet, dan bezig. We moeten nog zooveel doen, we hebben zoo'n groote verwachting nog, of zooveel tegen slag te overwinnen. Innerlijk worden we zoo vaak voortgedreven. Den tijd om stil te zijn ontbreekt ons geheel. Duizend kleine plichten en zorgjes wachten dagelijks op vervulling en afdoening in ons leven. Stil zijn, het schijnt een luxe, terwijl het toch zoo noodig is. Hoe kunnen we straks echte Kerstvreugde smaken, als we maar even aan onzen dage- lijkschen arbeid ontrukt ons lichaam tot luisteren zetten, als van den kansel de blijde boodschap wordt gehoord, dat geboren is de Zaligmaker, die Zijn volk verlossen zal. Dan is onze ziel dikwijls nog niet stil en zijn we zoo druk bezig in allerlei wat voor ons belangrijk schijnt, het huisgezin, de kinderen, soms zorgen en wat niet al, en doordat alles vergeten we te luisteren naar de boodschap des heils. Kerstfeest is het feest der blijdschap. De engelen verkondigen het den herders, blijdschap die al den volke wezen zal. Doch er is een blijdschap, die zich uit in rumoerig luid feestgeroes. In de steden viert de wereld in café's ook het Kerstfeest rondom een opgepronkten kerstboom en reeds buiten klinkt een opgewonden stemmengeraas u tegen. Dat heet ook Kerstvroolijkheid en enkele teergevoelige menschen vergrooten hun liefda digheidsgaven, om dan in voldaan gevoel hun Kerstfeest te vieren. Wie in het Kindeke te Bethlehem de beloofde des Vaders erkent, viert het Kerstfeest ook, die viert dat feest in stille blijdschap en dankbaar heid, dat God zondaren zoo lief had, dat Hij Zijn eigen Zoon gaf om als een arm Kind geboren te worden in Bethlehem's stal. Van Bethlehem's stal gaat de weg naar Gol gotha's kruis en van het kruis door het graf naar den berg der Hemelvaart, vanwaar de Heere na Zijn volbracht werk is heengegaan om onze Voorspraak te zijn bij den Vader. Daarvan fs Bethlehem het begin, daarom is er blijdschap bij ons, omdat Hij volbracht heeft wat wij niet konden en wij mogen de handen leggen op dat volbrachte werk. Zoo het Kerstfeest te mogen vieren I Dat geeft vrede en rust. M'n beste nichtjes en neefjes 'k Hoef jullie zeker niet te vertellen waar over de meeste van m'n nichtjes en neefjes schreven. Natuurlijk over sneeuw en sleetje rijden. Nou wat hebben jullie mij daarover leuk verteld, 'k Vindt het voor jullie fijn hoor. En nu mis schien weer schaatsen rijden. Genieten jullie er maar kostelijk van. Maar toch moeten we zorgen, dat sneeuw en ,ijs niet het voornaamste wordt waarover we denken. Als jullie dit briefje leest is het over twee dagen Kerstfeest. Dan moet het niet zoo wezen, dat we even in de kerk of als moeder vertelt in 't schemeruurtje, denken o ja, het is Kerstfeest, en dan even onze gedachten geven aan den geboren Heiland, neen, ook bij kleinen bij kinderen moet de Kerstgedachte de eerste zijn. Dan kunnen jullie een gezegend Kerstfeest vieren. Dat wensch ik jullie allen toe. De prijswinsters is ditmaal TEUNTJE TANIS te GOEDEREEDE, een HANDWERKDOOSJE. Nu kinderen, allen veel groeten van TANTE TRUUS. Abram W. te Stad aan 't Haringvliet. O, neefje, wat heb ik even pret gehad om je raad sel. Toen ik het las werd ik nieuwsgierig naar die heel aardige vrouw, en en toen ik de op lossing vond, neen maar, toen heb ik eens echt gelachen. Je bent toch zoo'n grappenmaker. Maar zoo grootsch ben ik heusch nog niet, dat ik zoo maar jou in de krant laat zetten, dat ik een heel aardige vrouw ben. Dag neefje, hoe is 't met broertje Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. O Nellie wat heb jij een massa gekregen. Heb je al thee geschonken in je nieuwe serviesje Mag ik een kopje meedrinken Zoo'n griffeldoos kun je best gebruiken. Hendrik C. V. tc Rotterdam. Dat vond ik jammer hoor, dat zus te laat was met schrijven. Ik hoop nu maar op den volgenden keer. Suze K. te Sommelsdijk. Zoo nieuw nichtje, kom je ook in onze krantenfamilie, 't Is best hoor. Ik vind, dat je brief goed geschreven is. Ben je weer heelemaal beter. Pas maar op met deze koude. Gerrit P. te Numansdorp. Nou of Sint Nico- laas goed op jou geweest isJe hebt leuke dingen gehad. Je komt van de week op Flak- kee. Had ik nu maar een portret, dan kende ik je al, als ik je tegen kwam. Martientje V. te Sommelsdijk. Dat is niets erg, dat je den eersten keer niet zoo'n langen brief kunt schrijven. Als je een poosje mijn nichtje bent, dan heb je zoo'n massa te ver tellen, dat je een heel langen brief schrijft. Ma K. te Sommelsdijk. Zoo, dat heb ik nooit geweten, dat je van sneeuw moet groeien. Maar je hebt gelijk, flink stoeien in de sneeuw is gezond. En sneeuwballen gooien, nou, welk flink Hollandsch meisje houdt daar nu niet van Thomas K. te Sommelsdijk. Ja, dat weet ik heusch niet precies meer te vertellen, of ik wel eens iemand met sneeuw ingewreven heb. Maar het zal wel. Dat gaat zoo vanzelf, als je nog jong bent. Ik ben nooit bang voor wat sneeuw geweest. Claarfje U. te Middelharnis. Heb je al met dat spel gespeeld Is het leuk om er mee te spelen Je brief was toch keurig geschreven, al was er een klein beetje gestooten. Jaantje B. te Middelharnis, Nou zeg, dat was een brief hoor. Zoo'n dik boek kun je ook in eens niet uitlezen. Maar dat kun je in de va- cantie dan wel doen. Nu wandel ik gerust eens langs je huis, want nu zal je me niet inwrijven. Maar ik zou het jou wel eens willen doen, hoor nichtje. Doe Moeder de groeten terug. Cootje B. te Middelharnis Natuurlijk mag je meedoen met ons. Voor den eersten keer heb je het al heel best gedaan. Je komt uit een mooie stad. 'k Geloof, dat ik het de mooiste stad vind in ons land. Greta S. te Middelharnis. Sint Nicolaas is jou ook niet vergeten. Zulk postpapier vind ik altijd verbazend aardig. Als je zulk papier ziet, krijg je vanzelf zin om een langen brief te schrijven. Lien Z. te Middelharnis, Je brief was best hoor, en dan moet je niet denken, dat ik zoo gauw boos wordt op m'n krantennichtjes. Wat had jij een massa groeten over te brengen. Wil je ze allemaal van mij de groeten terug doen. Lijkt het op jou portret boven aan 't postpapier. Henk S. te Middelharnis, Maar neefje, wie wordt er nu toch .kwaad als er zoo fijn veel sneeuw ligt. Ik niet hoor Heb je al wat ge kleurd Marie C. W. te Middelharnis. Ik dank je wel voor je goeden wensch. Dat is een mooi vers wat aan 't eind van je brief stond. Je hebt goed voor mij gezorgd, dat je 't voor mij overgeschreven hebt. Jaapje A. v. Z. te Middelharnis. Ik wil heel graag een kaart van je hebben als je uitgaat. Moe heeft gelijk, met zoo'n prachtdoos moet je heel voorzichtig zijn. Dan heb je er lang wat aan. Je schreef een langen brief. Teuntje T. te Goedereede. O, o nichtje, was je mij haast vergeten. Gelukkig nog niet heele maal. Ik heb wel om jou gedacht. Feliciteer moe van mij. Corrie G. te Ouddorp. Dat is een zeldzaam feest bij Opoe. Daar zijn jullie zeker wel blij mee. Hoe kan zus nu weten, dat ze geen prijs heeft. Wie niet meedoet, krijgt natuurlijk geen prijs, maar anders heb je elke week kans. Thijs L. te Middelharnis. Eigenlijk was je te laat met je brief, voor dezen keer zal ik je nog maar beantwoorden. Ik feliciteer je met je schitterend rapport. De oplossingen zijn t I. Uien. II. Vergeven- Nieuwe raadsels I. Wie heeft tanden maar bijt niet II. Wat is zonder eind III. Welke rivier in on,s land wordt een jongensnaam door er één letter voor te plaat sen De oplossingen kunnnen, met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres, worden ingezonden tot Vrijdag 30 December aan TANTE TRUUS, Bureau „Maas- en Scheldebode", SOMMELSDIJK.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 3