i». h. buoo zon
■IZkBBTMaTEMKL
goor èen Jonèog
ECDDomisGh UMHierziil
Ingezonden.
§emengd Nieuws.
Uit de Pers.
V er koopingeii'
Het goedkoopste, Hel grootste, Bet meest gesorteerd
L>and- en Tuinbouw.
De dag van den »Gulden Regel*.
Op Zondag 4 December a.s. wordt over
de geheele wereld de dag van den «Gulden
Regel» gehouden. Deze dag is gebaseerd op
de uitspraak van Jezus in Matth. 7 12:
«Alle ding dan, die gij wilt, dat U de men.
schen zouden doen, doet gij bun ook alzoo»,
en is gedacht als een dag, waarop men een
persoonlijk offer brengt, door het nuttigen
van een vleeschloozen maaltijd of een een.
voudig rijstgerecht. Het op deze wijze ge.
spaarde geld geve men ten bate der Armeen,
sche vluchtelingen, die de verschrikkingen
van de verbanning uit hun stamland hebben
gedragen en nu, sedert meer dan 10 jaar, in
vluchtelingenkampen leven in Syrië, Grieken,
land en over Europa verspreid.
Het comité voor Nederland der «Action
Chrétienne en Oriënt», directeur Dr. P. Ber.
ron te Graffenstaden bij Straatsburg wekt
ook hier te lande de Christenheid op aan
deze offerdag voor een lijdend en stervend
volk deel te nemen. Alle giften worden van
hier uit direct naar Aleppo, waar zich de
centrale van het werk in Syrië bevindt, over.
gemaakt.
Steunt ons daarom in onze pogingen, de
resten van een voor driekwart uitgeroeid en
zwaarbeproefd volk, te redden.
Het Comité voor Nederland der
Action Chrétienne en Oriënt*,
G. L. BARON VAN BOETZELAAR,
Bilthoven, Voorzitter.
Ds. W. A. HOEK, Amsterdam,
Vice-Voorzitter.
CATO DE WITTE, Utrecht,
Secret •Penning.-esse.
J. W. Frisostraat 38. Postrekening 18757.
OPGERICHT 1899
RïflflSHME 111 ROSESTRAAT 50
Telef. 6660 Telef 7575
122 BEIJERLAilDSCHELAAN 122
RGilDOLAAIt 21 - HEVPLAAT
i ROTTERDAM t
TB SchiedamBEIJERLAIIDSCHESTRAAT 63.
Eiken, dubbelveerig,
Zwits. binnenw. vanaf
f 45.— en hooger.
Wil. peruieeR-vsh
Geen handgeld en geen
bijkomende kosten.
Vraagt onze geïllustr.
prijscourant. Alle mer»
ken Gramophoonplaten
Vraagt onze compl. 4 en 5 1. Radio,
toestellen, geen dak.antenne, vanaf
f 175.-
Voordeelige aanb. Hoorn» en Tafel»
Gramaphoons en Pathéfoons.
op gemaimsiijiie Detailogsuooruuaardcn
Wat zijn we in ons goede landje ook op ker
kelijk gebied toch diep en nog eens diep gezakt.
Het is zoover dat men publiekelijk de steun
vraagt, van menschen, die God en Zijn dienst
verlaten hebben, overtuigde socialisten gewor
den zijn, die 's Zondags naar de groote steden
trekken en langs de straten loopen te protestee
ren tegen leger en vloot, Christelijke regeering,
doodstraf in Indië enz., de Sabbath des Heeren
ontheiligende, slechts zoeken hetgeen hier bene
den is en niet wat boven in de hemelen is.
Zulke menschen worden even mobiel gemaakt
om in de kerk de handhaving der „Vrije Ge
dachte" te verzekeren.
Als ze maar even komen om te stemmen is het
al genoeg.
Overigens mogen ze weer hun gang gaan, ze
behoeven zich verder om de kerkelijke zaken
niet te bekommeren, leven alsof er geen kerk is.
Hun plicht is gedaan wanneer ze slechts „ge
bruik maken van hun stemrecht".
Het is met onze kerk toch wel diep gezon
ken als ze op zulk een wijze werken gaat
Hoe weinig draagt ze dan nog het karakter
dat ze oorspronkelijk had, het karakter zooals
de Heiland zelf haar dit gaf.
Neen die menschen die opgeroepen worden
om van hun stemrecht gebruik te maken mogen
we niet in de allereerste plaats hard vallen. Ze
weten niet beter. Ze zijn er bij opgevoed, hun
werd niet anders voorgehouden.
Maar die mannen en vrouwen die zóó hun
werk in stand willen houden, weten die niet
beter
En de kerk zelf die zulke toestanden duldt
is die te verschoonen
Hoe is het goud verduisterd, hoe is niet slechts
het stofgoud haar van de vleugelen geslagen,
maar zijn die vleugels zelf geknakt, zoodat ze
daar terneer ligt in het modderig vuil dezer we
reld, hulpeloos.
Men ziet hier duidelijk wat het wordt als de
wereld in de kerk wordt ingehaald, als men
vleesch tot zijn arm stelt en het niet meer in
de mogendheid des Heeren wagen durft.
Wanneer de kerk niet meer in geestelijke
VOO» CMC Z*rv »<LE>U»
Hoeden- en Peitenmssazljtt
Kipa tract 85»87 EZ3 R otterdam
ST ZIE DE 5 ETALAGES 'W®
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J» HOSICaEH! Ja1»
kracht, in het geloof staat, is ze spoedig weg.
Het is met haar een kwestie van te zijn of niet
te zijn.
En nu moeten wij ook weer niet uit de hoogte
neerzien op die vrijzinnige heeren en dames
die socialistische stemgerechtigden ter hulpe
roepen om hun ideën te handhaven.
Wij zelf liggen voor gelijk gevaar bloot.
Wij zijn zoo spoedig er op uit een bondge
nootschap aan te gaan met hen die niet tot ons
behooren, liever dan alle heil van den berg
des Heeren te verwachten.
De oorzaak ligt natuurlijk alleen hierin, dat
we te veel vleeschelijk en te weinig geestelijk
denken.
Vandaar ook dat er in onze dagen weer men
schen zijn, die het van de Overheid verwachten.
Zij zeggen dat de Overheid geroepen is het
het zuivere Gereformeerde beginsel te bewaren
en te handhaven en alle andere beginselen en
ketterijen tegen te staan.
In den grond der zaak doen die menschen
precies het zelfde als die vrijzinnige heeren
en dames uit Zutphen.
Met wereldsche, stoffelijke macht geestelijke
dingen dienen.
't Is gebrek aan geloof, gebrek aan inzicht
in het juiste karakter van hetgeen uit God is.
Ze zien niet dat geestelijke dingen, geestelijk
moeten gezien en geestelijk moeten bevorderd
worden.
Het is nog precies dezelfde gedachte als er
bij zoovelen heerschte toen Christus op aarde
rondwandelde.
En toch heeft Christus nooit stoffelijke kracht
tot zijn hulpe genomen.
Niet omdat Hem vele legioenen engelen niet op
Zijn wenk bediend zouden hebben, Hem toch
was alle macht gegeven in Hemel en op aarde,
maar omdat niemand beter dan Hij het wist, dat
er in het geestelijke leven andere wetten heer-
schen dan in het natuurlijke, in het stoffelijke
leven.
Niet met kracht en geweld, maar door Zijn
Geest moet het geschieden.
En dat is nu nog zoo.
Beseffen wij dat wel zoo?
E n nu kom ik nog eens terug op die adver
tentie uit het Volk.
Ik weet niet of de socialistische lezers van die
annonce in Zutphen er op zullen ingaan. Ik
kan me zoo voorstellen, dat ze zeggen zullen:
„wat heb ik met die kerk te maken, zoeken
jullie dat zelf maar uit"
Wanneer die vrijzinnige heeren en dames in
Zutphen het dan ook van de socialistische be
langstelling in hun kerkelijke zaken hebben moe
ten, geef ik ze weinig kans.
Het is op zich zelf al verdacht dat ze tot
zulke middelen hun toevlucht moeten nemen om
hun „Vrije gedachte" in de Hervormde kerk
te handhaven.
Gelukkig maarVoor vrije gedachte is er
in Gods kerk geen plaats, mag er althans geen
plaats zijn. Alle gedachten moeten daar gevan
gen liggen onder den Geest des Heeren en ge
bonden zijn aan het Woord van God.
Anders is de kerk geen kerk meer.
Maar wordt ze een huis van koophandel
UITKIJK.
JESAJA 9 1.
„Het volk, dat in duisternis wandelt,
zal een groot licht zien degenen, die
wonen in het land van de schaduw
des doods, over dezelve zal een licht
schijnen".
I.
In het voorafgaande hoofdstuk sprak
de profeet van den ondergang van
Israël door de Assyriërs. Zebulon en
Naftali inzonderheid' hadden te lijden
van hun invallen. Tot straf op hun zon
den zullen de inwoners weggevoerd
worden. Toch zal God Zijn volk niet
geheel verlaten. Op de wegvoering zal
weer een terugkeer volgen. Ja, veel
meer, de profeet spreekt in onzen tekst
van de toekomst van den Messias, die
als een licht zal komen tot het volk,
dat in de duisternis wandelt eïi woont
in het land van de schaduw des doods.
Met dat volk worden bedoeld de in
woners van Zebulon en Naftali, ge
lijk blijkt uit het laatste vers van het
vorige hoofdstuk. Dat wij hier inder
daad een profetie van Christus hebben,
wordt ons geleerd door Mattheus 4
vs. 13 v. v. Daar wordt deze profetie
aangehaald en toegepast op Christus.
Wij lezen daar: „En Nazareth verlaten
hebbende, is (Jezus) komen wonen te
Kapernaüm, gelegen aan de zee, in de
landpalen van Zebulon en Naftali; op
dat vervuld zou worden hetgeen ge
sproken is door Jesaja, den profeet,
zeggende: Het land Zebulon en het
land Naftali, aan den weg der zee over
den Jordaan, Galilea der volken, het
volk, dat in de duisternis zat, heeft een
groot licht gezienen degenen, die
zaten in het land en de schaduw des
doods, denzelven is een licht opge
gaan". Het is duidelijk, dat de profetie
van Jesaja wijst op het verblijf en de
prediking van Jezus in Galilea, waartoe
Zebulon en Naftali behoorden.
Die landstreek was een land van
duisternis, van jammer en ellende door
de invallen en verwoestingen der As
syriërs. Ook ten tijde van Jezus was
't daar een treurige toestand. Galilea,
een uithoek des lands, was in verach
ting. De noordelijke stammen lagen ver
van het heiligdom te Jeruzalem. De in
woners hadden zich door huwelijk ver
mengd met heidensche vrouwen. Door
Assyrie waren zij bevolkt met heiden
sche elementen. In Jezus' tijd was 't op
godsdienstig gebied droevig gesteld.
Smalend sprak men van Jezus als „de
Nazarener". Zijn discipelen werden
verachtelijk „GalileOrs" genoemd. Men
wilde niet gelooven, dat Jezus de Mes
sias was; immers uit Gallilea was geen
profeet opgestaan.
Al stond Galilea 't laagst, toch moest
van geheel Israël gezegd worden, dat
het in duisternis was gezeten, toen in
Christus het licht opging. Onder den
druk van den Romein had 't zijn zelf
standigheid verloren. Ook in geestelijk
opzicht was 't donker. Men zocht zijn
heil in 't volbrengen van menschenin-
zettingen en meende door uiterlijke
vroomheid gerechtigheid bij God te
kunnen verkrijgen. Wel waren er, die
in oprechtheid God dienden, maar zij
traden niet op den voorgrond. Afgo
den - en beeldendienst werden ge
schuwd, maar over het algemeen was
't geen dienen van God in geest en in
waarheid.
Duisternis was er over Israël, maar
ook over de geheele wereld. Bij de
heidensche volken was een vraag naar
waarheid, een zoeken van den onbe
kenden God. Verstand en hart werden
niet bevredigd door allerlei wijsgeerige
stelsels; er werd geen antwoord ge
vonden op de levensvragen bij de af-,
goden. De wijsheid der wereld had God
niet gevonden.
Ja, wat hier van Naftali en Zebulon
gezegd wordt, geldt van ieder mensch
van nature. Buiten Christus wandelen
wij in de duisternis, in onkunde en on
wetendheid aangaande God en godde
lijke dingen 't Is duister om en in ons.
Wij missen de rechte kennis van zonde,
wij weten den. weg niet tot God. Wij
zoeken door onze gerechtigheid tot
Hem te komen, in plaats van te ver
staan, dat alleen genade ons redden
kan. In dien toestand, waarin wij van
nature verkeeren, kunnen wij 't uithou
den. De profeet spreekt van een volk,
dat in duisternis wandelt. Dat woord
„wandelen" zegt, dat die verblindheid
en onkunde een toestand is, waarin wij
nu en dan verkeeren, maar die één is
met ons bestaan. Wij bevinden ons wel
in de zonde. Wij gevoelen die niet als
ellende. Wij hebben de werken der
duisternis liever dan die van het licht.
De zonde heeft het licht, dat in ons
was, uitgebluscht. En nu wandelen wij
met onzen wil en lust in de duisternis.
En bij dat wandelen in de duisternis
komt nog het onderworpen zijn aan
dood en verdoemenis. De profeet
spreekt van een volk, dat woont in het
land van de schaduw des doods; het
land, waar de dood zijn schaduwen
spreidt, een land vol van doodsbe
nauwdheid en gevaren. Door het ge
weld der Asyriers heerscht dood en
verderf in de noordelijke streken van
Israël. Ook in geestelijk opzicht kan
dat gezegd worden van den mensch
van nature. De zonde heeft hen niet
alleen beroofd van het licht, maar ook
aan den dood onderworpen. Hij ligt
onder Gods toorn, onder den vloek
der wet. Satan eischt hem op, de hel
heeft hij zich waardig gemaakt. De
moeiten en smarten van dit leven zijn
een voorsmaak van den eeuwigen jam
mer. Hij wandelt, als aan den rand van
een eeuwigen af grond, waarin hij elk
oogenblik kan neerstorten, en waar
aan zonder genacle niet te ontkomen is.
De dood heeft de hand op hem gelegd,
daar hij het rant soen der zonde niet
can betalen en zijn t ziel niet kan redden
van het verderf. Geen hoop hebbende,
zonder God in de wereld, zoo teekent
de Schrift ons aller toestand van na
ture.
(Wordt vervolgd).
Wij lezen in „De Standaard"
LIBERALE KOOL.
De zaak van het Christelijk landbouwonder
wijs kwam bij het laatste landbouwbegrootings-
debat in de Tweede Kamer aan de orde.
De zaak verdient het.
De zaak verdient de aandacht van al de
genen, die de goede ontwikkeling onzer agra
rische verhoudingen begeeren.
De zaak verdient bovenal de belangstelling
van onze Christelijke vrienden, die tot geen
prijs hunne krachten mogen geven voor den
bloei eener neutrale inrichting, die aan de
kornet van Christelijk onderwijs in den weg
staat.
De zaak verdient niet de bespotting, tot
welke de Kameroverzichtschrijver van de
„Nieuwe Rotterdamsche Courant" zich gerech
tigd achtte.
Melding makend van 's he'eren Van den
Heuvel's warm pleidooi ten gunste van de
uitbreiding va nhet landbouwonderwijs, laat
deze journalist de „sneer" hooren„Jammer,
dat hier het sectarisme ook al ingeslopen is,
alsof Roomsche en Gereformeerde kool niet
precies hetzelfde was".
Roomsche en Gereformeerde kool heeft den
zelfden smaak en dus geen onderscheid tusschen
neutraal en Christelijk landbouwonderwijs.
Deze kool is een geliefd gewas in den libe
ralen hof.
De bestrijding van alle Christelijk onderwijs
stond in het teeken van het koolembleem,
De kool-idee bewoog al wat liberaal was
tot verdediging van de neutrale school tegen
het jammerlijk paedagogisch wangedrocht, waar
Christelijke sommen en Christelijke handwerken
in eere schenen te zijn.
De kool-cultus deed het Christelijk gymna
siaal onderwijs in den ban. Hoe maakten de
oude heer Smits in de „Arnhemsche Courant"
en velen na hem zich vroolijk over de gods
dienstige vervoeging van een Grieksch werk
woord en de Christelijke verbetering eener
Latijnsche thema.
De kool-gedachte inspireerde Mr. van Houten
in de Eerste Kamer tot verzet tegen Christelijk
universair onderwijs, waar bijvoorbeeld Chris
telijke cosmographie zou worden onderwezen.
Zoo tiert de kool, de liberale kool, welig
Een der weinige vrijzinnige producten, die
zich in ongestoorden wasdom mogen verheugen
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
(Ie helft December).
Nadruk verboden.
DecemberWintermaand. Dat wil zeggen,
dat voor boer en tuinder een periode van be
trekkelijke rust is ingetreden, 't Hangt echter
van het weer af, in hoeverre dit het geval is,
want bij open winter is er in den regel buiten
nog wel wat te doen. Maar vele werktuigen
en gereedschappen rusten tijdelijk. Deze worden
in een ordelijk bedrijf behoorlijk opgeborgen,
buiten invloed van het weer, zoodat de boel
niet roest. Daartoe is tevens noodig, dat ze
gesmeerd worden met olie of „in het vet" wor
den gezet: „Goer bewaard, is veel gespaard I"
Men heeft er dan in 't voorjaar geen last mee.
Wat spit men lekkeer, als de schop of spa met
olie o vaseline is gesmfeerd. En wat loopt de
kunstmeststrooier gemakkelijk en ook iedere
andere machine als er thans geen olie aan
gespaard wordt. Alp al het vuil is verwijderd,
't Is ook zeer aan te raden, om al wat men
opbergt, te voren goed na te zien, o fer wat aan
gerepareerd moet worden. Dit kan nu gebeuren,
zonder dat het vertraging geeft. Evenals een
goede huisvrouw geen zomerkleedingstuk in 't
najaar in de kast hangt, voordat het is nage
zien, en evenzoo handelt in 't voorjaar, als de
winterplunje voor eenige maanden wordt op
geborgen zoo doen ook de zorgvuldige land
en tuinbouwer, en ieder, die er een tuin of
tuintje op na houdt, met de werktuigen en
gereedschappen, die tijdelijk buiten gebruik wor
den gesteld. Straks, als wij ze weer noodig
hebben, halen we ze dan, geheel in orde en
goed onderhouden, te voorschijn, en vinden ze
dan direct voor 't gebruik gereed.
Vergeet niets ook b.v. uw gieter niet. Laat
die niet staan, maar hang hem omgekeerd op.
En laat hem, als hij droog is, van binnen
meniën, hij gaat dan veel langer mee.
Rust in den winter veel werk, andere arbeid
ka n en moea n u juist worden verricht. B.v.
het snoeien, dat kan aanvangen als dt hoo
rnen bladerloos zijn. Evenwelbij vorst kan
nièa alle snoei worden toegepast. Wel bij onze
bessenstruiken, die kunnen er tegen. Men snijdt
het jonge hout in op een paar leden en late
de uiteinden der takken iets langer. Laat niet
te veel hout zittenvan binnen moeten de
struiken ruim wezen lucht en licht moeten er
door kunnen spelen. Is dit niet het geval, dan
blijven de bessen klein en zuur. Met de loten
die men afsnijdt, kan men voortkweeken als
men ze in den grond steekt, dan gaan ze bij
groeizaam .weer gemakkelijk aan. Zwarte aal
bessen worden niet gesnoeid, tenzij de struiken
te veel hout bevatten. Verwijder nu ook
het doode hout uwer frambozenstruikendit
is het hout, waarvan ge in den afgeloopen
zomer de vruchten hebt geplukt. Ze worden
bij den grond afgesneden.
Is dit geschiedt, dan make men langs de jonge
loten geulen, waarin vloeibare mest wordt ge
bracht, verdunde koemest b.v. of opgeloste
kunstmest. Is.die in den grona gerioiu..
make men de geulen dicht, en spitte de aarde
langs de struiken één steek diep om. Dit is niet
alleen goed voor den groei, maar hierdoor
worden ook veel insecten gedood, die des
zomers vaak de frambozen vernielen. Wie
frambozen wil verplanten, of leege plaatsen wil
aanvullen, doe dit thansdit had een paar
maanden eerder moeten gebeuren, maar kan
ook straks, in 't voorjaar nog worden gedaan.
De huisvrouw, die van bloemen inde kamer
houdt, heeft ook licht een Azalea, die straks
zoo prachtig kan bloeien. Als ze ten minste
in de zomermaanden buiten op een geschikte
plaats heeft gestaan, en in goeden gezonden
staat binnenshuis is gebracht. Een geschikte
plaats is ook een bak, waarin niet gestookt
wordt. Maar vriest het dan 's nachts harder
dan we verwachten, dan kan de vorst soms
in den bak doordringen. Men zij er daarom op
bedacht den bak te dekken of er nog wat dek
king bij te brengen en den bak een dag of
wat dicht te laten, opdat de vorst, als die is
binnengedrongen, er langzaam weer uittrekt.
De ervaren kweeker heeft wel ondervonden,
dat Azalea's, die wit bevroren waren, en waar
van de grond zelfs hard bevroren was, toch
nog bij zulk een behandeling zich volkomen
herstelden en in 't voorjaar rijkelijk bloeiden.
HET PENSIOENTJE.
Het gebeurde te Rotterdam.
Ze huist op een achterkamertje, het visch-
vrouwtje van bijna zeventig, dat d'er levenlang
geploeterd heeft en nu, na den dood van d'er
man, voor een goed deel moet leven van het
karige pensioentje.
Dat pensioentje is d'er uitkomst en d'er ver
driet, ze heeft er houvast aan en toch, als de
kachel weer moet worden gestookt en alles
duurder wordt is 't maar armoe, want het
geld wordt pas na maanden uitbetaald, de
bakker, de kruidenier en de kolenman wachten
niet op hun centen.
„Boter bij de visch", zeggen die en, „ka je
ze ongelijk geve
Toch is het pensioentje ook dan een uit
komst, 't is ommers gewaarborgd. Buurvrouw
van twee hoog voor schiet d'er een papiertje
van 25 op voor en de baas van 't winkeltje be
neden wil wel poffen. Doch ook hun geduld is
betrekkelijk, waarom was op de pensioenakte
tenslotte nog geld geleend.
Verleden kwam de groote dag, het pensioen
geld 260 heele guldens zou worden uit
betaald.
Maar de betaalmeester heeft 't kantoor ver
van het huis van het oude wijffje, vlug ter been
is ze niet meer, daarom zal buurman, (die d'er
ook heeft verschoten) wel met haar meegaan,
's Morgens vroeg al staat de weduwe met d'er
Zondagsche zwarte mantel en 't kapothoedje
klaar om de belangrijke reis te beeginnen, buur
man heeft z'n streepiesbroek aangedaan, de
tram brengt ze naar 't kantoor, waar, na een
moeizame handteekening, de zilvervloot einde
lijk binnenkomt, tweehonderd zestig gulden 1
Om tien uur zijn ze alweer opstraat, de zoon
en de dochter van buurman -~ hij is al een paar
weken zonder werk komen ze afhalen met
de hoop, datter nu wel wat op over zal schie
ten.
Die hoop is niet ijdel, buiten is 't koud en
mistig, in 't cafétje snort de kachel, buurman
weet dat 't er „effe fijn" is, en, ofschoon 't
oudje heeft gezegd dat zenu nog geen „neutje"
lust, omdat 't nog te vroeg is, zit het gezel
schap al heel gauw om een taffeltje, achter 't
horretjesraam. Een uurtje later zijn der al
meer kleintjes pils, citroentjes en schilletjes ge
noten, dan voor de zuinigheid deugdelijk is, het
vrouwtje heeft, helaas, den smaak te pakken,
ze vergeet 't achterkamertje, de schuld aan
de buurvrouw van twee hoog vóór en tracteert,
tracteert, totdat het voor de oogen van de
feestelingen en buiten is gaan schemeren en
buurman, met wankelen steun tracht op te mer
ken, dat 't al vier uur is.
Alle bezoekers van het cafétje hebben vriend
schappelijk en met geestdrift de rondjes ver
schalkt die de gulle weduwe telkens weer aan
bood. Als ze eindelijk wil betalen, valt de
rekening niet mee, de kroegjesbaas rekent het
voor, 't is zoowat honderd gulden.
Eerlijk is eerlijk zegt buurman, „wa je ge
had heb, mot betaald worre".
Trouwens het valt de weduwe niet eens zoo
heel moeilijk, en, met nog even 160 gulden in
haar beurs, stapt ze met buurman, diens zoon
en dochter en twee vriendelijke vreemde zee-
j lui in een auto, die hen saar huis brengt.
Den volgenden morgen is het ontwaken juj
pijnlijk, vooral als de werkelijkheid doordrin«
Maar er is een nog grootere tegenvaller. 7
mist twee briefjes van 25, het kapitaal is Qf
slonken tot ruim 100 gulden, dat geld nio»
gestolen zijn in den auto
Daarom gaat ze naar de pelisie, vertelt ne,
een huilstem haar droef avontuur en tenvi
de mannen der wet al zware verdenking gai
koesteren tegen de zeelui, die immers meered
in den auto wordt het geheugen der wedun,
plotseling wakker, want nu weet ze 't, bum!
vrouw van twee hoog en de man uit 't winlte|
tje beneden hebben d'er, toen ze uit den aut(
kwam, beiden om geld gevraagd en eerlijk heeft
ze ieder een bankje van 25 terugbetaald.
Dus de zaak is in orde, zegt de handhave,
der wet.
Het vischvrouwtje vraagt beleefd eksk®»
ja, de zaak is in orde
Maar hoe zal ze nu nog kunnen leven totdj'
de betaalmeester haar weer wacht
Arm pensioentje, arm oud wijfje
Horatorius had geen gelijk met zijn„Dn|a
est desipere in loco" (het is aangenaam k
gelegenheid eens uitbundig te zijn).
INBRAAK IN EEN JUWELIERSWINKEl
TE AMSTERDAM.
Twee der daders gevat.
Woensdagochtend ongeveer half vijf hoort
een agent van politie in de Reguliersbreestra;
te Amsterdam uit een geopend raam van ee
bovenverdieping een vrouw om hulp roepa
Hij ging naar boven en vernam daar, dat tj
het plat van het huis daarnaast, door ej
smalle steeg daarvan gescheiden, drie mancei
gezien waren. Toen hij buiten keek, zag hij twet
mannen en onmiddellijk loste hij, om hen vree:
aan te jagen, een schot. Hierop kwamen andert
agenten te hulp, maar de beide mannen hadda
zich reeds overgegeven. Het bleek, dat zij ea
groot aantal gouden en zilveren voorwerpt
meest armbanden en horloges, bij zich hadda
welke zij gestolen hadden uit een juwelier:
winkel van den heer B. Kan, gevestigd in pa.
ceel 6 in genoemde straat. Om dezen te ti
reiken, waren zij eerst op een brandladder v»
perceel 4 geklommen, van de dakgoot daarva;
over de steeg heengestapt op het plat var
perceel 6 en hadden hier een dakvenster open
gebroken. In den winkel hebben zij alles ova.
hoop gehaald.
De beide aangehoudenen, een 24-jarige boef
binder en een 26-jarige timmerman, zijn naai
een politiebureau gebracht, waar zij een vol
ledige bekente nis hebben afgelegd. Den naai
van hun voortvluchtigen medeplichtige, naai
wien de politie nog zoekt, konden of wild"
zij niet noemen. Deze man is er met een ji.
deelte van den buit van door.
De afgeloopen week heeft de beurs ten
zent een gunstig verloop gehad, wat v
namelijk te danken is aan de gunstige hou
van de rubbermarkt in het buitenland. f)
koersverloop echter is lang niet in evenredi
heid geweest met den oploopenden prijs
het artikel rubber, wat te wijten is aan
constante terughoudendheid van het publiek,
zijn daarvoor verschillende oorzaken te noem'
in de eerste plaats doelen wij op de zwa'
houding van de Berlijnsche beurs, waar es
zeer beduidende koersval heeft plaats geM
o.a. ten gevolge van het moeilijk verkrijgb®
geld, wat niet dan na betaling van 8 vm
call te verkrijgen is, tegen 4)4 bij ons.
Door de vele Duitsche belangen, die »i
hier hebben, wordt daardoor een ongunstigs
invloed op de markt uitgeoefend.
Een groote bijzonderheid mag wel words
genoemd de voortdurende stijging van aand»
len Intercontinental rubber, waarop wij de w
rige week reeds wezen. De koers is thans t4
circa 23 gestegen, in verband met geruchte
dat de maatschappij een deel harer rubberlanda
op Sumatra aan een groote bandenfabriek ai
hebben verkocht. Het is vrijwel zeker, dat to
te lande van deze rijzing slechts tot 16 f
geprofiteerd, toen het publiek in groote
aan het liquideeren is gegaan. In elk geval vr
dit een verschijnsel, waarbij een aandeel in II
dagen tijd in waarde is verdubbeld.
De rubberafdeeling was voortdurend v
gestemd, veroorzaakt door toenemende vrat;
van Amerikaansche zijde, zoowel voor dir
als voor termijnlevering. Zooals gezegd war
de koersverheffingen der aandeelen lang ui
in evenredigheid van die van het artikel, oib
er door velen gevreesd wordt, dat de betfi
prijzen te laat zijn gekomen, om de resultat
der maatschappijen over 1927 te beïnvloed®
Onder deze omstandigheden stegen aandeel»
Amsterdam Rubber slechts tot 325 en de rei
naar verhouding.
Verder heeft bijzonder de aandacht getrokk
de daling van aandeelen van Berkels pat
tot ongeveer 170 De daling schijnt verbad
te houden met ontevredenheid omtrent de d'
claratie va'n 12 dividend, wat is tegen
vallen, aangezien men een claim had verwa'
De aandeelen behooren echter tot de op
duur goedkoopste industrieele waarden, offl
speciaal de snijmachines zeer goed zijn in
voerd, niet alleen in ons land, doch zéér st
in het buitenland met schitterend bescherm
patenten, terwijl het beheer conservatief
gezond wordt genoemd.
Op Maandag 28 November 1927, 'savot
7 uur te Sommelsdijk, in Hotel «De H'
monie», veilingen
Op Maandag 5 December 1927, 's avon
7 uur te Sommelsdijk, in Hotel Spee, >'s'
vanEen voor enkele jaren nieuwgebou
rentenierswoning met tnin, erf en g'08,
(eeuwigd. erfpacht) te Middelharnis aan
Christiaan de Vrieslaan, nabij den Lange",
kad. Sectie B. no. 3612, groot 4 Aren
centiaren. Dadelijk te aanvaarden. Te ben
tigen Zaterdagen 26 November en 3 De«
ber 1927. Ten verzoeke van de erven
wijlen Mej. de Wed. M, G. van Nw*
Notaris VAN DER SLU1JS.
Op Woensdag 30 November 1927, savon-'
7 uur te Dirksland, in Hotel Van den u
veiling; en „J,
Op Woensdag 7 December 1927, s av
7 uur te Dirksland, in Hotel Vermeulen,
slag vanEen huis met schuurtje, er
grond, te Dirksland, aan de Voorstraat,
Sectie B no. 124, groot 2 Aren 10 cent
Door den uitstekenden stand en groo
velbreedte voor vele zaken geschikt, ua
te aanvaarden. Te bezichtigen Maandag
November en 5 December 1927, 's nam'
Ten verzoeke van Mej. P. W. Moojen.
Notaris VAN DER bLUiPi