Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3367
WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1927
42STE JAARGANG
Uit de Pers.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
v Zulke Helden!
Land- en Tuinbouw.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 1.— b| vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zQ beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Het,wegenplan voor^Flakkee.
De wegenbelastingwet van December 1926
heeft een hoofdstuk over het Wegenfonds.
Dit is een fonds, dat ingesteld is ten behoeve
van den aanleg, de verbetering en het onder-
houd van de krachten# genoemde wet aan te
wijzen wegen.
Dit fonds bestaat uit de inkomsten van uit-
keeringen uit 's Rijks middelen, opbrengst der
wegenbelasting, rijwielbelasting en nog enkele
andere opbrengsten.
Ten laste van dit wegenfonds wordt o.m.
gebracht de uitkeeringen aan de provinciën.
Want art. 37 dier wet eischt ook, dat door
de Staten der provinciën een „provinciaal
wegenplan" zal worden gemaakt, bevattende
bestaande en aan te leggen wegen, welke naast
de wegen, voorkomende op het Rijkswegenplan,
in de provincie noodig zijn als verbindingen
voor doorgaand verkeer met motorrijtuigen en
1 wegen, die voor het verkeer eerlang be-
f teekenis krijgen.
Deze wegen zijn, volgens de memorie van
toelichting, voor een deel in beheer en onder
houd bij de provincies, voor een deel bij ge
meenten en waterschappen en ten slotte voor
een deel bij het Rijk of bizondere personen en
instellingen.
De aldus door de provinciën genoten gelden
zullen uitsluitend ten goede komen aan de
wegen, voorkomende op een door de Prov.
Staten onder goedkeuring der Kroon vast te
stellen wegenplan, welk plan tevens dienstbaar
wordt gemaakt aan de verdeeling tusschen de
afzonderlijke 'provinciën onderling van de elk
jaar te ramen beschikbaar gestelde som uit het
wegenfonds.
Voor ons gewest is het nu maar de klem
mende vraag: Wat zal Flakkee van dit pro
vinciaal wegenplan betrekkken
_l Op het Rijkswegenplan komt Flakkee niet
r^Toor.
De regeering was zoo vriendelijk dit gebied
maagdelijk te laten, ofschoon wat betreft de
opbrengst der belastingen Flakkee toch wel een
aardige duit in het zakje heeft te doen.
De Provinciale Staten zullen dus goed te
maken hebben wat het Rijk verzuimd heelt.
En dat is heel wat.
Want de wegen, ook de hoofdwegen, vooral
in het Westelijk deel van dit eiland, zijn uiter
mate slecht en vooral 's winters voor snelver
keer ten eenenmale ongeschikt.
Het is ons echter bekend, dat dit vraagstuk
de aandacht der centrale organisaties op Flak
kee heeft. Zoowel de Boerenbond als de ver-
eeniging Flakkee Vooruit en de vereeniging
Burgemeesters en Secretarissen van Flakkee
zullen ongetwijfeld al het mogelijke doen om
deze gelegenheid aan te grijpen en radicale
herziening van het wegenstelsel te bewerkstel
ligen.
In de najaarszitting zal deze kwestie ook
ter sprake komen.
En het is ons een geruststelling te weten, dat
onze afgevaardigde, de heer C. Warnaer,
in deze materie doorkneed is, en op zijn post
zal zijn als de wegenverbetering van Flakkee ter
sprake komt.
Wij mogen wel verklappen ,dat het voor
nemen i# de weg OuddorpSommelsdijk en
Middelharais—Ooltgensplaat, met een zijtak
naar Oude Tonge, te verbeteren.
Het is begrijpelijk, dat Oude Tonge de
gemeentebesturen zullen ook flinke medewer
king moeten betoonen ook gaarne het stuk
Oude Tonge—Ooltgensplaat in het plan opge
nomen zag. Miischien is dit met wat goeden
wil nog wel te bereiken.
Het zou diep-treurig zijn, wanneer een wel
varende streek als Flakkee met zijn 30.000
inwoners te schraal bedacht werd en zijn zeer
primitieve wegentoestanden geen grondige ver
beteringen ondergingen I
Weerzinwekkend gedoe.
De socialistische per# heeft het nog maar
steeds niet zoover kunnen brengen den banne-
ling te Doorn met rust te laten.
Geen gelegenheid wordt ongebruikt gelaten
om den ex-keizer van Duitschland te kwellen,
en te belasteren, en te bespotten.
Nu werd Hindenburg weer aangevallen door
de sociaal-democraten, omdat hij het heeft dur
ven wagen den ex-keizer, die hem een tele
gram gezonden had, daarop een antwoord terug
te seinen, zonder eerst dat antwoord te pu-
bliceeren.
Hoog geeft „Het Volk" op over de humani
teit van het moderne recht, waarbij de misdadi
ger als psychologische patiënt behandeld wordt
en van straf in den vorm van vergelding geen
sprake meer is.
Maar als het den gewezen Duitschen mo
narch betreft valjt het socialisme plotseling
terug in de fout der middeleeuwen, den tijd toen
men nog geen hooge opvattingen over recht
en straf had en den misdadiger in het schand
hout op de publieke markt sloot, en het der
lieve jeugd vergunde het slachtoffer op aller
lei wijze te sarren.
De socialistische dubbelhartigheid komt niet
alleen uit in de toepassing der straf, doch ook
bij de rechtsspraak zelve.
Ofschoon hoogstaande rechtsgeleerden de
schuld van Sacco en Vanzetti bewezen achtten,
vond de S. D. A. P. geen schuld in deze men-
schen en sprak van het „moord-proces". Als
het echter betreft een vorst, als ex-kezizr Wil
helm, dan spreekt het roode orgaan van „den
weggeloopen monarch, die zoo onnoemelijk veel
onheil heeft gesticht".
De historie heeft nog geen uitspraak gedaan
over de schuldkwestie van den oorlog, maar
„Het Volk" is met zijn oordeel klaar.
De Keizer van Duitschland heeft het gedaan 1
Weerzinwekkend gedoe
Het is te begrijpen, dat bij zulk een meeten
met twee maten alle respect voor de „ver
lichte" opvatting der sociaal-democratie ver
dwijnt.
Er liepen geruchten, dat bij de opening der
Staten-Generaal een zwakke poging gedaan zou
zijn om ons Volkslied, het „Wilhelmus" aan
te heffen.
Direct was de S. D. A P. in de weer om
naarstiglijk te onderzoeken of hiervan iets waar
was.
„Het Volk" deelt mede, dat een groot aantal
leden der socialistische fractie en een der Kom
miezen-Griffiers gevraagd zijn of zij het ge
hoord hadden. Ook hen had het verhaal van
een paar kranten ten zeerste verbaasd zij
hadden niet# gehoord.
Gelukkig maar 1
Veronderstel eens, dat er ook maar een
poging gewaagd zou zijn om dat oude W i 1-
héilmus, dat „lied uit de diepte", onder
welks toonen onze vaderen den vaderlandschen
bodem met hun bloed geplengd hebben, om te
ontworstelen aan Spanje's tyrannie, aan te hef
fen bij de opening onzer Staten-Generaal, het
ware Roode majesteitschennis geweest 1
Majesteitschennis van de Roode Souvereini-
teit, die niet ongewroken zou zijn gebleven 1
Hoor slechts de bedreiging van het hoofd
orgaan der S. D. A. P.
„Was inderdaad een poging gedaan om het
„Wilhelmus te zingen, dan zou onze partij zich
niet onbetuigd hebben gelaten".
Natuurlijk niet.
Zulk een drieste poging ongewroken te laten,
ware gelijk met landverraad.
En waarin zou die wraak bestaan hebben
Het ligt voor dë hand.
De roode keel is een scherp wapenAls
het op schreeuwen en een groote mond opzet
ten aankomt is de S. D. A. P. iedereen de baas 1
Ze zouden het Wilhelmus overgild hebben
met hun Internationale.
Wie zou tegen de daadkracht van een rood
stemorgaan op kunnen?
En zoo zou de eere van het roode vaandel
gered zijn.
Zulke helden toch I
Wie waren het ook weer die bij zekere ge
legenheid, respectievelijk om een glas water
vroegen, in een droge sloot en onder de wol
kroopen
Roode schipbreuk ten Plattelande.
„Het Volk" klaagt.
De Plattelandsbevolking wil nog maar steeds
niet en massa tot het roode vaandel overloo-
pen,
En van alles fs toch al geprobeerd.
Aan het socialistisch landbouwprogram valt
niets te verbeteren en van populariseeren van
dit program kan men geen groote verwachtin
gen hebben.
Het vorige jaar hebben de roode propagan
disten nog ervaren hoe moeilijk het is de boe
ren naar hun vergadering te krijgen, zelfs al
worden daarop actueeje landbouwonderwer-
pen behandeld
In Friesland is zelfs getracht, naar aanleiding
van een klacht in een provinciaal blad over
den slechten toestand der pachters, om een aan
tal openbare vergaderingen te houden met als
onderwerp de pakkende titel„Schipbreuk ten
plattelande
(Tusschen haakjes de S. D. A. P. schijnt dan
toch wel heel naïeve opvattingen van de ach-
van verwacht, maar de landarbeider en het
kleine boertje zullen dan toch wel op den duur
komen, vindt „Het Volk".
En „indien wij de groote massa van kleine
boeren de landarbeiders als onze medestanders
hebben gewonnen, dan is al veel bereikt."
Net wat je zegt, buurvrouw, als het roode
hoofdorgaan ooit één waarheid gezegd heeft,
dan is het zeker wel deze 1
En wij durven er nog wel een waarheid aan
toevoegen.
Als de S. D. A .P. niet alleen de groote
massa, maar allen, groot en klein gewonnen
heeft, niet alleen ten plattelande, maar ook in
de groote steden, dan is er nog veel meer be
reikt. Dan zijn de roode heeren oppermachtig
de baas en hebben ze zelfs geen Wilhelmus
niet alleen in de Ridderzaal, maar ook daar
Na de opening der Lagere Landbouwschool en installatie van den Heer
Smits, waarvan in ons Vrijdag-nummer verslag gegeven is, werd voor een der
lokalen der school bovenstaande foto genomen. Men vindt daarop van links
naar rechts zittend de H.H. Den Hollander, Burgemeester van Sommelsdijk,
v. d. Koogh, Regeeringscommissaris, Warnaer, te Amersfoort, v. Schouwen,
Voorzitter van den Flakk. Boerenbond en Burgemeester van Oude Tonge, Dr.
v. Zande, Inspecteur van het Landbouwonderwijs, A. W. Keijzer, Secretaris
van genoemden Bond, v. Riel, Rijkslandbouwconsulent en Smits, het benoemde
hoofd aan de school. Staande de overige Bestuursleden van den Bond, w. o.
van links No. 2 de Heer Bijleveldt, bekend oud-leeraar op Flakkee, No. 5 de
Heer Huisman, vertegenwoordiger van het Hoofdbestuur van de Holl. Mij. van
Landbouw en No. 8 de Heer Pen, leeraar aan de landbouw-avondctfrsus te
Sommelsdijk.
lijkheid der plattelandsbevolking te hebben
Denkt zij dat de boeren zoo dom zijn in een
schipbreuk op het platteland te gelooven? Inder
daad, al zegt Het Volk in eigen persoon dat
het mogelijk is, dan gelooven ze het nog niet
Geen wonder dat het resultaat ook nihil was.
Het Volk schrijft dat slechts enkele afdee-
lingen van de aangeboden gelegenheid gebruik
maakten en de meeste vergaderingen waren
slecht bezocht, m. a .w. de Friesche boeren
waren te gochem om in dien wonderbaarlijken
plattelands-schipbreuk te gelooven 1
En welke raad wordt nu gegeven?
Er moet maar niet meer op die agrarische
eijschen „blindgestaard worden", dusweg met
dat propaganda-materiaal. De roode programs
zijn er slechts om kiezers te lokken, aan reali-
seeren der beloften denkt men niet eens.
Gelooven de boeren zelfs niet in „schip
breuk op het land", dan moet het maar weer
over een anderen boeg gewend worden.
De raad wordt nu gegeven dé ontwapenings-
eischen op het platteland scherper te doen klin
ken. Goedkoope lectuur hierover vindt onder
de plattelandsbevolking wel instemming.
En dan is er nog een oud verkiezings-paardje,
dat, ('t Volk zegt het zelf, lezer!) dat wel een
beetje in het vergeetboek is geraakt, maar toch
nog wel urgent is, n.l.Staatspensioneering.
Een oud stokpaardje, maar dat op het plat
teland nog heel goed te berijden is.
Voorloopig wordt er nog wel niet veel heil
buiten te vreezen.
Jammer maar, dat deze klinkende waarheden
worden voorafgegaan door dat voorwaardelijke
als!
Intusschen, wij vreezen de roode propaganda
nog niet.
Onze platelandsbevolking is niet van het hout
waaruit men Marxisten snijdt.
Ik geloof, dat ze er te nuchter, te verstandig
voor zijn.
Misschien hebben ze ook meer tijd dan de
Stedelingen, om op hun gemak uit de bladen
bij te houden, wat de socialistische heeren in
het buitenland uitvoeren.
En heusch, wat ze daaruit Ieeren, spoort hen
niet aan een roode „schipbreuk op het platte
land" bij te wonen!
„De Graafschapper" (A.R.) driestart
HET ZEVENDE LEERJAAR.
Het verplichte zevende leerjaar is spoedig
op kom#t.
Of in het ontwerp, dat aangekondigd wordt,
rekening is gehouden met hetgeen met name
door den heer Colijn werd gewenscht, dat n.l.
dit verplichte 7e leerjaar ook buiten de ge
wone lagere school op een andere onderwijs
inrichting zou mogen en kunnen worden door
gebracht, zal te bezien staan.
Ieder zal het moeten toestemmen, dat voor
dezen tijd een 7-jarige leertijd geen overbodige
weelde is.
Juist in het zevende leerjaar is de leerling
op zulk een leeftijd gekomen, dat de aange
brachte kennis beter kan worden verwerkt,
zoodat er iets van blijft voor het geheele leven.
De zevenjarige leer plicht is allicht voor
velen geen begeerlijk goed.
Ons volk is in vrijheid gedresseerd en we
houden over 't algemeen niet van dwangmaat
regelen, vooral niet wanneer het opvoeding en
onderwijs betreft.
Maar de leerplichtwet is er en zal er ook wel
blijven vooreerst.
Dat neemt niet weg, dat een verlenging van
den leertijd een begeerenswaardig goed is.
Op vele plaatsen is ook thans reeds ge
legenheid, om van een zevende leerjaar gebruik
te maken.
Straks zal het algemeen worden ingevoerd.
Tal van onderwijzers, die thans vruchteloos
naar een plaatsje zoeken, zullen deze alinea
van de Troonrede met vreugde hebben begroet.
Wat begrijpelijk is
We zouden, al zijn er altijd nog die zich
dat van „politieke" menschen niet kunnen voor
stellen, er on? ten zeerste over verblijden, wan
neer de oeconomische toestand van ons volk
zich weldra zoo verbeterde, dat ook andere
maatregelen ter bezuiniging, die noodgedwongen
moesten worden genomen, waar konden worden
opgeheven f f
Het „Fr. Dagblad" laat in de volgende drie
star weer eens uitkomen, hoe het particulier
initiatief zichzelf aanbeveelt en schrijft onder
het kopje
„DWAZE WERELD".
De wereld wil bedrogen zijn.
Die dat wenscht te constateeren, is alle dag
in de gelegenheid.
Daar zijn in een dorpke van 800 zielen, zeg
twintig werklooze arbeiders.
De menschen moeten leven, dat spreekt. Zij
moeten ook leven van de productie, die de
aarde voortbrengt, want zelfs de koning wordt
van het veld gediend.
Maarga daar nu eens naar die dorps
bewoners toe en zeg tot hen „Zorg jullie hier
met mekaar nu eens, dat die arbeiders werk en
brood krijgen op jullie land en van julile
bodem".
Tien tegen één, of ze zeggen „Dank je wel;
dat is onze zaak niet
Ook al weer goed.
De Overheid komt en neemt de verzorging
ter hand.
Maar de Overheid bezit niets van zichzelf,
totaal niets.
Daarom haalt de Burgemeester het geld eerst
van de dorpelingen, die het niet vrijwillig wilden
afstaan, richt met dat geld een werkverschaffing
in en neemt die in Overheidsbeheer, het duurste
en slechtste beheer, dat er maar te vinden is.
Hij plaatst tusschen de dorpelingen en de twin
tig arbeiders nog eenige opzichters en penne-
likkers, die er „een rib uitsnijden".
En tochnu zijn de dorpelingen
tevreden.
Rare wereld
Als ze 't zelf moeten geven en beheeren,
willen ze niet.
Maarals de Burgemeester het hun af
haalt met de wet in de hand en het duurder
en Slechter beheert dan zij het gedaan zouden
hebben, danis 't goed.
Dan loopt de zaak op rolletjes.
De boer werkt; de arbeider werkt; zij eten
beiden van het land dat rondom hun dorp ligt
en bedienen zich van het veld.
Het eenige verschil is, dat het geld van den
arbeider eerst naar den Gemeente-ontvanger
gaat en via den Opzichter aan den arbeider
wordt uitgekeerd.
De boer is nog blij toe: hij krijgt arbeiders,
op welker loon de Gemeente t— die niets be
zit een loontoeslag uitkeert.
Een loontoeslag, die Sijmen eerst zelf betaalt
en daarna met korting voor de inningskosten
en het beheer, terugontvangt.
Altemaalboter met cadeau's
Cadeaus„uit de menigte" en „aan de
menigte".
Maarwier kosten uit de boter bestreden
worden. i
Ja, ja, de wereld wil bedrogen zijn.
Hoeveel beter en voordeeliger zou het gaan
met: particulier initiatief, gesteund door de
Overheid, of beter nog: geregeld.
UIT HET GEDENKBOEK VAN DEN
FLAKKEESCHEN BOERENBOND.
Telkens leert-men van mislukte keuringen
en tentoonstellingen nu laatst weer te Ridder
kerk, in ons natte jaar 1927. Wij hebben er het
gedenkboek eens op doorsnuffeld, om te zien
wat men daar ervaren had van dit climatoli-
gisch euvel in ons goede vaderland; immers het
zou een wonder mogen heeten, als ook dat
punt aan des secretaris aandacht zou zijn ont-
-N-