goor den Jötti>a§ Het Vulpenhuis ËCODomiSGli MwrziciiL ROTTERDAM. Gemeenteraad. Rechtzaken. VULPENHOUDERS VULPOTLOODEN MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 «l Laxeer-Tabletten 60 Zenuw-Tabletten .^75 et. Staai-Tabletten 90 et. Maag-Tabletten' 75'ct. Bij Apoth. en Drogisterij wcnschen dat de Regeering en het particulier initiatief dit vraagstuk niet blijven negeeren, maar bet goed onder oogen zien. Overbevolking behoeft er niet te zijn, de wereld is nog groot genoeg. UITKIJK. JESAJA 66 2b, „Maar op dezen zal Ik zien, op den arme en verslagene van geest, en die voor mijn woord beeft". I. Het is een onuitsprekelijk voorrecht, als de Heere ingenade op ons ziet, zoodat wij in de gunst van den Al machtige mogen deelen. Maar op wie ziet Hij alzoo Zij worden in onzen tekst met ver schillende namen genoemd. Het zijn de armen van geest, die gering van zich- zelven denken en gevoelen van hun onmetelijke schuld aan God geen pen ning te kunnen betalen; arme zondaren, verloren voor God. Snood hebben zij tegen hun Schepper en Weldoener over treden, en daar dragen zij van harte leed over. Zij kunnen zich Gode niet aangenaam maken, hun zonde is niet goed te maken, hun schuld niet uit te delgen door eenige gerechtigheid van hun zijde. Immers zij maken hun schuld dagelijks meerder. Het tegengestelde van de armen van geest zijn de eigengerechtigen, die hoog denken van zichzelven, en meenen heel wat te zijn. De zonde is in hun oog maar een gebrek, waarvcor zij allerlei verontschuldigingen weten aan te voe ren. Zij zijn wel niet, zooals zij be- hooren te zijn, maar alles saamgeno men, staat 't met hen zoo kwaad niet. Eigenlijk is God gehouden het goede, dat zij doen, te loonen. Ontvangen zij den hemel, dan is dat naar verdienste. Zij zijn als de Farizeër, die dankte, dat hij zooveel beter was dan de tollenaar. Welk een treurige toestand arm te zijn en te denken, dat men rijk is. Welk een zelfbedrog Want arm zijn allen, ook de mensch die meent te kunnen roemen op zijn deugden. Maar dat wordt niet door allen gevoeld. Velen zijn niet arm van geest. Die zijn ar moede gevoelt, is ook een verslagene van geest. Zijn armoede grijpt hem aan, ontroert zijn ziel. Dit is het diep treurige van zijn toestand, dat hij on bekwaam is iets van zijn schuld af te doen en daarbij te doen heeft met een heilig God, die van Zijn eisch, om hei lig te zijn, niet kan aflaten. Er moet betaling geschieden. En dien eisch van God moet hij billijken. Hij heeft gezon digd tegen de hoogste Majesteit. Het is rechtvaardig, als God hem verdoemt. Hij moet zichzelven veroordeelen. Dat hij God niet de eere geeft die Hem toekomt, ja van nature dat niet kan, doet hem leed. Maar dat doet hem ook uitzien naar Christus. Een ver slagene van geest kan 't in zijn ver slagenheid niet uithouden. Hij zoekt iets, dat hem opbeurt, hem troost in zijn droefheid, zijn gewonde ziel heelt. Met blijdschap verneemt hij het evan gelie, dat Jezus Christus in de wereld is gekomen om de zondaren zalig te maken. Hij heeft voor de zonden be taald en aan God de geëischte gehoor zaamheid bewezen. En dien Jezus te bezitten, met Zijn gerechtigheid bekleed te zijn, is voor hem de hoogste zalig heid. Die heerlijke wetenschap put de ver slagene van geest uit het Woord van God. Dat zegt hem, dat er redding voor hem is. Vandaar, dat zulk een verslagene voor dat woord leert beven. Beven voor het woord, dat is ook een kenmerk van degenen op wie de Heere ziet. Laat ons echter wel verstaan. Dat is geen beven in den zin van angstig sidderen, waardoor men van God af gedreven wordt, maar een beven van eerbied en ontzag voor wat God zegt. Met vreugde wordt de boodschap des heils vernomen en in kinderlijk geloof wordt ze aangenomen. God verbiedt ons veel in Zijn woord. Waarschuwend en vermanend spreekt Hij tot ons. En die voor dat woord beeft, geeft daarop acht en bedenkt, dat 't God is, die hem daardoor iets te zeggen heeft. Hij is bevreesd Hem on gehoorzaam te zijn. In Zijn woord heeft God ons Zijn inzettingen gegeven, hoe wij te leven en Hem te verheerlijken hebben door Zijn wil te doen. Die voor dat woord beeft, begeert van ganscher harte te doen wat den Heere welbehagelijk is en bidt, dat Zijn wegen gericht wor den om Gods inzettingen te bewaren. Hij keurt den Heere al zijn lusten en al zijn leven waardig. Gods Woord komt ook met bedrei gingen. God is liefde maar ook een verterend vuur voor den zondaar. Hij neemt 't zeer nauw. Die voor Zijn woord beeft, neemt 't ook nauw. Hij denkt niet licht over de zonde, maar haat en vliedt ze. Hij begeert met God verzoend te zijn. Hij slaat Zijn straffen gade en vreest Zijn toorn. Voor hem is het leven ernstig, want het is de tijd der genade .Daarom bidt hij vurig, dat God zich zijner ontferme. In Gods Woord vinden wij ook tal van beloften, beloften voor tijd en eeu wigheid. Hij voorziet in onzen tijdelij- ken nooddruft, en die Hem zoekt, zal Hem vinden. Niemand, die tot Jezus komt, wordt door Hem uitgeworpen. Die voor Zijn woord beeft, verlaat zich daarop, geeft er zich aan over. O, ze ker, met veel gebrek. Hij moet zijn gan- sche leven leeren dat meer te doen. Maar op Gods beloften zegt hij amen. Die zijn hem tot troost. Hij neemt ze geloovig aan, omdat ze hem door God, die niet liegen kan, gegeven zijn. En op zulken nu zal de Heere zien, hen aanzien in genade, over hen zich ontfermen. Ze zijn Hem aangenaam. Bij hen wil Hij wonen met Zijn Geest, hun Zijn vertroostingen doen smaken, Zijn bedgeheimen bekend maken, Zijn heerlijkheid openbaren. Rotterdam. (Wordt vervolgd). HOOFDSTË£G 5, GEEN FILIALEN van 3 gulden tot 250 gulden ALLE MERKEN VOORRADIG van 35 cent tot 115 gulden Alle voorzien van 14 kar. gouden pennen Naam graveeren gratis Vergadering van den Gemeenteraad van SOMMELSDIJK, op Dinsdag 6 Sep tember, des nam. 4 uur. De Voorzitter, burgemeester Den Hollander, opent de vergaderding met gebed, waarna de nieuwe raad de bij de gemeentewet voorgeschre ven eeden aflegt. De twee sociaal- dem. afgevaardigden wen- schen te vol/staan met het afleggen van de belofte. De VOORZITTER wenscht de leden geluk met hun benoeming en hoopt, dat de nieuwe raad, vrij van persoonlijke hartstochten, de be langen der gemeente zal kunnen behartigen. Spr. vraagt de steun van de leden en wenscht dat op een eendrachtig samenwerken de zegen Gods zal rusten. De geloofsbrieven van den heer L. Hokke worden door de H.H. Mijs en M. Joppe nage zien en in orde bevonden. Zij adviseeren tot toelating, waartoe met algemeene stemmen be sloten wordt. Bij punt 3 der agenda benoeming Wethou der (vacature M. Born) zegt de heer BLOK (S.D.A.P) te meenen, dat bij deze verkiezing van geen vacature sprake is, de oude raad is op dezen morgen geh.eel afgetreden, er treedt een nieuwen raad op, dus wordt er ook een geheel nieuw college van B. en W. benoemd. De VOORZITTER antwoordt, dat door het overlijden van wethouder Joppe, bij de verkie zing van een wethouder, niet art. 83 der ge meentewet, doch art. 84 moet worden toege past; dit artikel luidt als volgt „De verkiezing ter vervulling der plaatsen, die door ontslag, overlijden, of om een andere reden openvallen, geschiedt binnen veertien dagen na dat openvallen. „Gaat dit laatste gepaard met het open vallen eener plaats in den Raad, dan beginnen die veertien dagen te loopen van den dag, waarop het ter vervulling benoemde lid is toegelaten". De heer BLOK is het hiermee niet eens en blijft er bij, dat niet art. 84, doch art. 83 hier moet worden toegepast. Bovendien is het de schuld van den Raad zelf, dat het zoo geloopen is. Er had allang in de vacature kunnen voor zien zijn. De VOORZITTER vindt het kras, dat de heer Blok dit verwijt durft maken en wil wel eens graag nader hooren uiteenzetten op welken grond de raad te beschuldigen is. Spr. is 20 jaar in het vak, maar natuurlijk nooit te oud om te leeren. Spr. is niet zoo maar te werk gegaan, doch heeft deze kwestie eerst nauwkeurig onderzocht. Spr. stelt zich op het standpunt van v. Loenen, die zegt dat de Raad zich op het breede stand punt moet stellen, om wanneer er een vacature ontstaat, de raad voor een wethoudersverkiezing eerst de vacature moet aanvullen, opdat zoo veel mogelijk raadsleden aan de verkiezing kun nen deelnemen. De heer BLOK zegt, dat art. 84 alleen slaat op een tusschentijdsche verkiezing, dat is hier niet het geval. De vacature had bovendien al lang voorzien kunnen zijn. De VOORZITTTER vraagt of de heer Blok wel weet, dat een nieuw benoemd raadslid 2 maanden tijd heeft met het indienen van zijn geloofsbrieven. Weet de heer Blok wel, wanneer die geloofsbrieven zijn ingekomen De heer BLOK zegt dit niet te weten. Mis schien zijn ze nu nog wel niet ingekomen. De VOORZITTER merkt op, dat ze nu na tuurlijk ingekomen zijn, hoe zouden ze anders in deze vergadering nagezien kunnen zijn. Spr. vindt het ongepast van den heer Blok een on gemotiveerde beschuldiging tot den Raad te richten en herhaalt nog eens, dat hij zich in goed gezelschap bevindt. Een analoog geval heeft zich in Groningen voorgedaan, waarbij op advies van den Commissaris der Koningin ook art, 84 is toegepast. Spr. geeft de heer Blok in overweging zich tot Ged. Staten te wenden. Spr. waagt dat er gerust op. Overigens zegt spr. dat er de volgende week weer een raads vergadering zal worden gehouden om in de vacature Joppe te voorzien. Dan wordt overgegaan tot verkiezing van een wethouder in de vacature Born. Uitgebracht worden 8 stemmen op den heer Bom en 2 stemmen op den heer Blok. De heer BORN (A.R.) neemt zijn benoeming onder dankzegging voor het in hem gestelde vertrouwen aan. De notulen worden voorgelezen en onge wijzigd vastgesteld. Bij de ingekomen stukken ip een schrijven van Ged. Staten, meldende, dat wanneer Som- melsdijk en Middelharnis niet tot overeenstem ming komen over de wisselplaats achter de gasfabriek, Ged. Staten volgend jaar een be slissing zullen nemen. De heer MIJS (V.B.) zegt, dat dus voor- loopig de zaak hiermede van de baan is. Wan neer Ged. Staten de begrooting der gasfabriek (welke Sommelsdljk niet goedgekeurd heeft) had goedgekeurd, het geschil zou zijn opgelost, indien het daarbij bleef. Maar Ged. Staten zeg gen bereid te zijn het volgend jaar een beslis sing te nemen, indien de betrokken gemeenten niet tot overeenstemming komen. Maar dat is reeds onmogelijk gebleken. Spr. vraagt wat de gascommissie nu denkt te doen. De VOORZITTER antwoordt, dat het blijk baar de bedoeling van Ged. Staten geweest is de kwestie van de wisselplaats op zich, afge scheiden van de begrooting der gasfabriek te bezien. Dat lijkt spr. zeer logisch ook. Het beste is, dat de gascommissie tracht een oplossing te krijgen en lukt dat niet, dan het geschil maar aan Ged. Staten ter beslechting op te dragen. Aldus wordt goedgevonden. Bericht is ingekomen, dat met ingang van 1 October de gasprijs met 1 cent wordt ver laagd. Besloten wordt als lid toe te treden van de vereeniging van lager landbouwonderwijs. De contributie is 5.per jaar. Tot lid van het bestuur dezer vereeniging (vacature G. Joppe) wordt benoemd de heer Slis. B. en W. bieden den raad de gemeente rekening dienst 1926 aan. Deze sluit in ontvangsten en uitgaven als volgt Gewone dienst Inkomsten 130262.09; uitgaven 117304.475; batig slot 12975.61®. Kapitaaldienst Inkomsten 15454.—; uitgaven 14742.—; batig slot 712.—. B. en W. krijgen machtiging tot wijziging der gemeentebegrooting 1927. Besloten wordt evenals vorige jaren weer een opzichter te benoemen aan de haven voor de a.s. bietencampagne. Tot leden der commissie belast met het on derzoek van de gem. rekening, rek. burgerlijk armbestuur en weeshuis en rek. gasfabriek, wor den door den raad gekozen de heeren Le Comte, Mijs en Slis. In de rondvraag zegt de heer BLOK, dat de Sociaal-dem. fractie in de Staten van Zuid- Holland een voorstel hebben ingediend om gel den beschikbaar te stellen ter bestrijding der werkloosheid. Spr. vindt, dat het op den weg van den Raad ligt dit voorstel te ondersteunen en wil in een motie adhaesie aan dat voorstel betuigen. De VOORZITTER zegt, dat hij iedere op lossing tot bestrijding der werkloosheid dank baar aanvaarden wil. Maar zou het wel op den weg van den Raad liggen een dergelijke motie aan te nemen De heer BLOK voert aan, dat andere ge meenten het ook wel gedaan hebben. De VOORZITTER zegt er geen bezwaar tegen te hebben dit punt op de agenda der vergadering van de volgende week te brengen. De heer BLOK stelt vervolgens in verband met het proces Dambruin contra de gemeente de volgende vragen Is het juist, dat de ge meente dit proces verloren heeft, ten tweede op welke gronden is de gemeente veroordeeld en ten derde, waarom hebben B. en W. den Raad van den gang van dit proces niet op de hoogte gehouden De VOORZITTER antwoordt, dat de ge meente dit proces voor den Kantonrechter ge wonnen, maar in hooger beroep verloren heeft. Er is nog geen afschrift van het vonnis ont vangen, vandaar dat dit den Raad nog niet meegedeeld is. De heer MIJS spreekt over de landbouw- huishoudschool en zegt, dat er pogingen in het werk gesteld worden 3 dezer cursussen op Flakkee te krijgen, één te Oude Tonge, één te Goedereede en één te Sommelsdijk. Het is een cursus waaraan de meisjes uit alle standen kunnen deelnemen. De regenten van het Wees huis zijn bereid een lokaal voor dit doel af te staan en spr. vraagt of de gemeente nu niet bereid zou zijn voor vuur en licht en als het kan voor een kleine subsidie te zorgen. De VOORZITTER zal ook dit punt in de volgende vergadering ter sprake brengen. De heer SLIS (C.H.) zegt, dat de weg naar de begraafplaats veel geld gekost heeft. Toch is deze weg slecht, hetzij door de stof of de modder. Spr. stelt de vraag of er geen af zonderlijk spoor voor het verkeer te maken is en de weg overigens vrij te houden voor de begraafplaats. De VOORZITTER zal onderzoeken of het mogelijk is twee sporen op dezen weg aan te brengen. De heer LE COMTE (S.G.P.) klaagt over het ontbreken van licht op het perron van de R. T. M. In de gascommissie zal hierover nog eens ge sproken worden. Ten slotte wenscht de heer MIJS den voor zitter geluk met zijn herbenoeming tot burge meester en hoopt, dat deze ook in de nieuwe periode zijn volle kracht aan de belangen der gemeente zal kunnen geven. De andere raadsleden betuigen hiermede hun instemming. Dan sluiting. Vergadering van den Gemeenteraad van NIEUWE TONGE, op Dinsdag 6 September, des nam. 3 uur. De Voorzitter, burgemeester Sterk, opent de vergadering met gebed, waarna de nieuwe raad de bij de gemeentewet voorgeschreven eeden aflegt. De heer HOLLEMAN (S.G.P.) wenscht te volstaan met de belofte. De VOORZITTER wenscht de leden geluk met hun benoeming en brengt in herinnering de goede samenwerking tusschen de leden van den ouden raad. Gedurende de 5 jaren, dat spr. burgemeester dezer gemeente is, heeft hem Steeds de aangename toon getroffen. Spr. hoopt dat dit bestendig zal blijven. Want ook de cor recte houding der raadsleden tegenover elkan der is in het belang der gemeente. Ten slotte hoopt spr., dat het de gemeente onder leiding van den nieuwen raad goed zal gaan. Dan wordt overgegaan tot benoeming van wethouders. Gekozen worden de heeren PRINSE en v. d. KROON (beiden neutraal). Zij aanvaarden him benoeming onder dankzegging. De heer VAN NIEUWENHUIJZEN (A.R.) dankt den voorzitter voor zijn woorden tot den nieuwen raad gericht. Spr. beseft als jongste raadslid voor welke moeilijke taak hij staat. Het belang der gemeente zal bij hem echter steeds op den voorgrond staan en spr. hoopt, dat bij alle verschil van meening, dit toch steeds bij alle raadsleden zoo zijn zal. De heer VAN VLIET (V.B.) denkt terug aan de vorige zittingsperiode toen hij lid van den Raad was. Met leedwezen denkt hij aan zijn overleden vrouw, toen door den dood van zijn zijde weggerukt. Ook is toen de nieuwe burgemeester geïnstalleerd en dan denkt hij ook terug aan den ongelukkigen gang inzake de nieuwe raadhuisbouw. Wanneer spr. weer zit ting neemt, doet hij dat met dankbaarheid voor alle swat de man wiens plaats spr. inneemt, de heer D. Breesnee, voor de gemeente heeft ge daan. Diens werk zal bij spr. in dankbare her innering blijven. En voorts hoopt hij, dat de woorden van den voorzitter in vervulling zul len gaan. De heer HOLLEMAN (S.G.P.) herinnert aan de woorden van den heer Van Vliet, in een vorige ziettingsperiode geuit, n.l. de gerech tigheid verhoogt een volk, maar spr. brengt in herinnering, dat er op volgt„de zonden zijn een schandvlek der natiën", en staat hierbij breedvoerig stil. De heer NELISSE (A.R.) dankt den voor zitter voor zijn hartelijke woorden en hoopt evenzeer ,dat ze in vervulling zullen gaan. Spr. herinnert er aan, dat hij reeds meer als raadslid de belangen der gemeente heeft mogen dienen. Hij heeft toen niet gedacht, dat hij na een onderbreking van 4 jaar, weer tot dit werk geroepen zou worden. Over het algemeen is het maar beter als stil burger een rustig leven te leiden, dan geroepen te worden op het voorgestoelte. Vooral in de periode die er ligt tusschen candidaatstelling en verkiezing worden de hartstochten opgezweept en is het allesbehalve aangenaam zijn persoon voo reen candidatenlijst te leenen. Spr. betreurt hetgeen bij een vorige verkiezing is voorgeval len en ook zijn persoon niet aan deze kwade praktijken ontkomen is. Spr. hoopt nu op een aangename samenwerking in den Raad, opdat de belangen van de gemeente zoo goed mogelijk behartigd zullen worden. Dan sluit de voorzitter de vergadering. Een moeilijk geval. Terecht heeft gestaan de 32«jarige wissel looper«timmerman M. v. d. M., uit Melissant, gedetineerd, wien ten laste was gelegd, dat hij in het eerste halfjaar van 1927, althans in den tijd van 1 Januari 1926 tot 1 Juli 1927, een bedrag van f 190, althans van f 150, althans van f 70, welk geld hij voor H. Tieleman had geïnd, heeft verduisterd. Ten tweede werd verdachte ten laste gelegd verduistering van ongeveer f 100, althans f 50 k f 60, ten nadeele van G. Mooiweer, welk geld hij voor bedoek den Mooiweer ook had geïnd. Verdachte bekende. Hij had ten nadeele van Tieleman, naar zijn meening, ongeveer f 80 en ten nadeele van Mooiweer ongeveer f 50 k f 60 verduisterd. Dat geld had hij op Flakkee geïncasseerd. Dr. S. J. R. de Monchy gaf een uitvoerige toelichting, buiten tegenwoordigheid van ver» dachte, van zijn rapport naar aanleiding van een door hem ingesteld psychiatrisch onder» zoek. Daaruit bleek, dat de man waarschijnlijk erfelijk belast is zijn moeder heeft epileptische toevallen en ook meer familieleden van die zijde. Hij is zwaar psychopaath, is al meer» malen in gestichten opgenomen en al meer» malen is een onderzoek naar zijn geestvermo» gens ingesteld. Hoewel hij daarmede al een stap buiten zijn eigenlijk terrein deed, wilde de deskundige wel verklaren, dat hij een voor» waardelijke veroordeeling voor verdachte niet op zijn plaats acht. Een heelen tijd kon verdachte zich goed houden, werkte hij tot tevredenheid van zijn werkgever en plotseÜDg valt hij dan weer. Bovendien is hij ijdel en bekent hij niet gaarne zijn armoede, in het laatste geval hebben de omstandigheden wel eenigszins weer aanleiding gegeven om hem tot zijn fraude te brengen Het O M. stelde de vraag of als de psychiater meent, dat verdachte niet voorwaardelijk moet worden veroordeeld, omdat daarin niet vol» doende prikkel voor hem zit en waar het O.M. zelf van oordeel is, dat verdachte, die in eer» gesticht zich altijd uitstekend gedraagd, hij daaruit weer na een half jaar ontslagen zal word.-n, een gevangenisstraf niet de juiste straf zal zijn, die het verdachte duidelijk zal maken, dat het ernst is. Getuige G. Tieleman verklaarde op een vraag van den verdediger, mr. A. Blom, dat hij deD verdachte een getuigschrift had meegegeven, waarin stond, dat hij altijd goed had voldaan. Naar getuige zeide, zou hij zelf ook geen bezwaar hebben, den man als timmerman weer in dienst te nemen. Niet als wissellooper echter. In één geval had verdachte geld geïnd zonder dat hem een kwitantie was meegegeven. Getuige G. Mooiweer verklaarde, dat ook te zijnen opzichte verdachte had gehandeld als ten opzichte van Tieleman. Het O.M. achtte de feiten vast te staan. Eenige twijfel zou er over de grootte der be« dragen nog kunnen zijn. Het O M. houdt zich daarvoor aan de door verdachte zelf gegeven sommen. Van den beginne af is er door ver» dachte's familie aangedrongen op zijn plaatsing in een krankzinnigengesticht. Het O.M. heeft na het rapport van den psychiater echter dezen maatregel niet willen nemen en nog willen afwachten wat de mondelinge toelichting var, den psychiater zou opleveren. Maar noch rapport noch toelichting hebben spreker, toe» gevende dat hij leek is en misschien juist daarom de overtuiging bijgebracht, dat plaatsing in een gesticht voor verdachte de juiste straf zou zijn. Een voorwaardelijke ver» oordeeling acht het O.M. met den psychiater niet op zijn plaats, maar het aarzelt ook ten opzichte van het onderbrengen in een krank» zinnigengesticht. Zou een ernstige gevangenis, straf niet de prikkel zijn, die verdachte noodig heeft? Het O.M. wil daartoe dan ook raden. Eisch 6 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. A. Blom, merkte op, dat deze zaak in de instructie om de kwestie van de toerekenbaarheid draait. Iedereen kan het er mee eens zijn, dat we hier met een grens» geval te doen hebben. De psychiater beziet dit geval uit een anderen hoek dan pleiter. Met zijn conclusie is mr. Blom het niet eens Mocht verdachte ontoerekenbaar worden ver» klaard, dan zou hij gaarne te Zutfen worden geplaatst. Ook de familie dringt daarop aan. Pleiter heeft ondanks het psychiatrisch rapport, getracht eenige reclasseering voor verdachte te krijgen. Het Genootschap stond afwijzend tegenover het uitbrengen van een rapport, de Vereeniging tot behartiging van zielszieken heeft wel hulp toegezegd, zonder echter nog een rapport in uitzicht te stellen. Pleiter voor zich zou willen condudeeren tot toereken» baarheid en een voorwaardelijke veroordeeling. EEN VECHTERSBAAS UIT NIEUWENHOORN, De 22-jarige A. d. B. uit Nieuwenhoorn heeft zich te verantwoorden gehad, verdacht van mishandeling op 18 Juli van A. Langendoen, dien hij met een mes had gestoken of geslagen, waardoor Langendoen achter het schouderblad bloeden verwond werd. De wond zou levens gevaarlijk zijn geweest, had operatief ingrijpen en Langendoen's verpleging gedurende 10 dagen in een ziekenhuis noodig gemaakt. Gedurende eenigen tijd had de getroffene zlja werk als landarbeider niet kunnen verrichten. Verdachte gaf toe met Langendoen twist te hebben gehad en dezen, terwijl hij, verdachte, een mes in de hand had, heeft geslagen. Als deskundigen werden gehoord de doktoren H. C. v. Aardennen en H. C. Sauer, die ver klaarden dat de wond met erg veel kracht moest zijn toegebracht. De wond was ongeveer 1 did. diep en 2 a 3 c.M. breed. Het was nu een huid- speerwond ,die ,als ze meer rechts was toege bracht en loodrecht, zeker levensgevaarlijk zou zijn geweest. Na tien dagen verpleging heeft Langendoen nog eenigen tijd niet kunnen wer ken. De gemeente-veldwachter H. Helmstrljdt ver klaarde, dat verdachte meermalen ruzie had. Ook de rijksveldwachter A. Tielemans had wel eens klachten over verdachte gehad. Getuige A. Langendoen zeide 210 schade te heben gehad. De twist was ontstaan over een aanrijding met een fiets. Een uur later had getuige d. B. ontmoet en hem aangesproken. Deze begon dadelijk te dreigen Dacht je, dat ik bang voor je was Get.'s repliek was daar op: Jij en je vader zijn altijd bezig. Je moest je schamen Daar op had verdachte zijn mes genomen en driemaal naar getuige gestoken. De laatste stoot was raak geweeest. De vader en moeder van Langendoen en A. J. den Bakker hadden de vechtpartij gezien. Het O.M. wees er in zijn requisitoir op, dat er tusschen verdachte en Langendoen reeds lang een veete bestond. Langendoen is indertijd door den politierechter al wegens mishandeling van verdachte veroordeeld. Bij die gelegenheid heeft deze verdachte ook al een ernstige waar schuwing gehad, wijl hij bij die ruzie een mes in de hand had genomen. Na de laatste vechtpartij is verdachte in het huis van bewaring opgeslo ten geweest, maar na eenige tijd door de recht bank ontslagen. Verdachte heeft zich bij deze vechtpartij zeer ruw gedragen. Wegens het op zettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk let sel, eischte het O. M„ meenende, dat verdachte al een ernstige straf heeft gehad, 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk, met een proef tijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden, al dan niet met de verplichting tot het betalen van den aan Langendoen toe te wijzen schade vergoeding. Mr. de Greoth vond ,dat de veldwachter in de stukken een te zwart beeld had opgehangen van verdachte. Dat deze een ruziezoeker zou zijn ,is een wel wat ver gaande conclusie. Plei ter dringt aan op een voorwaardelijke veroor deeling. Uitspraak 20 September. Volgens de raadsoverzichten van de gemeen ten Utrecht en 's-Gravenhage ziet het er daar met de financien allerbedroevendst uit en mag met groote bezorgdheid de begrootingsrede de z.g. millioenenrede van den Minister van Financiën tegemoet gezien worden. Tót heden moeten de gegevens, die den Minister verstrekt zijn, niet bijster opwekkend geweest zijn, zoo dat er vrees wordt uitgesproken voor nieuwe belastingen, waarvan dan de radio-enthousias ten wel de eerste slachtoffers zouden zijnhet bezit van een radio-ontvangtoestel zou dan be lastbaar worden gesteld, zijnde luxe, wat voor de meeste bezitters inderdaad het geval is. Voor de zakenwereld echter, die belang heeft bij koersen van buitenlandsche beurzen en an dere zakelijke berichten ,zou deze belasting minder juist zijn, omdat een gedeelte van den handel in het algemeen reeds is ingesteld op radiografische verbindingen, en kan zulks moei lijk als luxe worden beschouwd. Elke belas ting is echter antipathiek, zoodat ook deze even tualiteit minder prettige gezichten zal veroor zaken, doch er zal weinig aan te doen zijn, en degene, die zich de weelde kan permitteeren, kan ook best die paar belastingcenten betalen, zoo erg zal het wel niet zijn vele kleinen maken een groote. Het is wonderbaarlijk ,hoe vast gestemd de New-Yorksche beurs blijft, doch jammer, dat daarvan in Holland zoo weinig geprofiteerd wordt. Van Intercontinental Rubbers shares b.v. moeten de heeren speculanten aldaar niets hebben, evenmin als van andere z.g. rubbish- aandeelen, die hier nog bij honderdtallen zitten, en de enkele goede aandeelen als Steels, Gene ral Motors e. d. zijn hier nog maar zeer schaars aanwezig: al het goede is tegen hoogere koer sen naar den overkant verhuisd, zoodat wij er maar weinig aan hebben of de New-Yorksche beurs vast opende en willig sloot Amsterdam moet het den laatpten tijd van de beroepsspeculatie hebben, die dan weer dezen dan genen hoek opzet, om elkaar een rijksdaal der af te snoepen, want als b.v. de laatste hausse in H. V. A. door het publiek was in elkaar gezet, dan zou het zich bont en blauw betaald hebben aan provisie- en zegelkosten en daarop is men allerminst gesteld; dus ligt het voor de hand, dat de vraag werd veroorzaakt door den beroep,shandel, die gaarne een stuk van 8000.enkele keeren per middag omzet, om 20.per saldo te verdienen, wat voor het publiek door de kosten onmogelijk wordt gemaakt, want een omzet van één aandeel H.V.A. kost reeds 56.—. Men begint daar niet aan. Het volledige bewijs voor de stelling, dat de beroepshandel de op- en neerwaartsche bewe ging ter beurze veroorzaakt, wordt wel ge leverd door de houding van de beurs van heden Dinsdag. De thee-aandeelen, die zoo sterk ge favoriseerd waren wegens zeer gunstige toe komstmogelijkheden, waren heden sterk aan den flauwen kant en laatbeurs was er van sommigen dier aandeelen geen afkomen aan, wat natuurlijk voor de hand ligt, omdat er geen koopers zijn van de zijde van het publiek: eer zal hierin deze afdeeling wel een veer gelaten moeten worden. De aandacht is thans weer meer op de suiker-afdeeling gevestigd, waar vrij levendige handel was bij de vaste stemming, zoowel voor de courante als de incourante waarden. Er is n.l. een bericht dat de V.I.S.P. biedingen van 16.50 heeft geweigerd. Ook echter bestond er een betere stemming voor Scheepvaart- waar den, die alle min of meer in prijs konden ver beteren. Wat de reden daarvan is, werd niet gemeld, waarschijnlijk het bekende spelletje. Voor de petroleumafdeeling waren er berich ten, die wijzen op totstandkoming eener over eenkomst tusschen de Standard Oil en de Ko ninklijke betreffende de Russische petroleum. Het aandeel Kon. Petroleum noteerde 347 Geld op prolongatie wordt weer ruimer, thans 3 H

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 2