n Het Vulpenhuis ■Mil 11 W; II'! |j j§oor fcettjottfcag SCHOOL UULPEKHOUDER IHGERSQLL 14 Kar. MASSIEF GOUOEK PEK Economisch HoverzichL W'8- 'ill ROTTERDAM. Marktberichten. Een Gelukkige. Za 1 PETRUS 4 5 7. PLUIMVEETEELT. '4: 111 i' *tt!l *1 S i 'li- KS „En het einde aller dingen is nabijzijt dan nuchter, en waakt in de gebeden". I. De christen wordt in de Schrift ge- teekend als een strijder. Als de apostel Pauïus het christelijk leven teekent, doet hij dat met heenwijzing naar de Grieksche spelen de renbaan en het worstelperk. De christen is een looper in de loopbaan, jagende naar den prijs, hij is een worstelaar. Zijn strijd gaat niet allermeest tegen vijanden van vleesch en bloed, maar tegen geeste lijke boosheden. Zijn wapenrusting is: de helm der zaligheid, het schild des geloofs en het zwaard des Geestes. En vanwege de zwakheid zijns vleesches en de macht zijner vijanden heeft hij hulp van boven noodig. En aan die hulp laat de Heere 't hem niet ontbreken. Hij sterkt hem door Zijn kracht en bemoedigt hem met het vooruitzicht der kroon aan 't einde. Maar die prijs wordt alleen verkregen dor hem, die de vermaning ter harte neemt„zijt dan nuchter, en waakt in de gebeden". Wij moeten nuchter, d. i. matig zijn; naar het lichaam en naar den geest ons verre houden van overdaadwa ken tegen vadsige rust, zorgen niet bedwelmd te worden door het wereld- schetoezien, dat wij niet beneveld worden door de zonde. Zelfbeheer- sching wordt ons geboden. Wij heb ben ons te onthouden van alles wat de vrije werking van onzen geest be lemmert. Een mensch, die niet nuchter is, kan de dingen niet goed onderscheiden. Hij heeft van veel een verkeerden indruk; zijn denkvermogen werkt niet goed hij weet vaak niet wat hij zegt of doet. Zoo is het verstand van den natuur lijken mensch beneveld, verduisterd door de zonde. Hij mist de rechte ken nis van God en goddelijke dingen. Hij heeft geen zelfkennishet tijdelijke is voor hem van grooter waarde dan het eeuwigehet waarachtig heil zijner zoekt hij niet of hij doet het op een verkeerde wijze. Hij is blind voor den aard en het verdervend ka rakter der zonde. De wedergeboren mensch daarentegen heeft verlichte oogen des verstands, waardoor hij God recht kent in Zijn heiligheiden barm hartigheid. Hij verstaat, dat hij gezon digd heeft tegen God en daarom ver loren is, de wereld bevredigt hem niet, zijn hope is op God. Hij heeft een ge heel andere levens- en wereldbeschou wing dan de mensch, wiens blik door de zonde beneveld is en zich door den schijn laat misleiden. Een mensch, die niet nuchter is, ver keert als in een roesis vadsig, onver schillig en traag. Zoo is 't met een mensch van nature ten opzichte van de geestelijke dingen. Hij leeft gerust in de zonde, of, waar het geweten soms opschrikt, stelt hij zich gerust. Hij wil het gevaar niet zien, is te traag om met de zonde te breken, maakt geen ernst met de eeuwigheid. Hij leeft voort alsof dit leven altoos duurt. De slaap der zonde is zoet. Daarom zich afgekeerd van alles wat hem in die zoete rust kan storen, en zich over geven aan het genot zonder zich over het einde te bek ommeren. De geloovige daarentegen is uit dien roes ontwaakt en op de stemme Gods uit zijn rust op gestaan. Hij is nuchter geworden en het gezicht van den ernst van zijn toe stand heeft hem onrustig gemaakt en tot God uitgedreven. Uit zijn domme ling opgewekt, ziet hij het gevaar, dat hem dreigt en den vijand die op ver derf loert. En dat doet hem op zijn hoede zijn, en stemt hem tot waak zaamheid. Een soldaat die door drank of door andere oorzaken beneveld is, kan niet strijden en is een gemakkelijke prooi van den vijand. Zoo zijn wij van nature bedwelmd, in slaap gewiegd, een speel bal van Satan. Toen de mensch, hem gehoor gevende, zich met hem tegen God verbond, is hij zijn slaaf geworden Nu is de zonde zijn levenselementde gaven, hem geschonken, keert hij tegen zijn Schepper. Hij heeft zich gebracht onder de macht van het aardsche en staat door zijn verduisterd verstand en verdorven hart weerloos tegenover den vijand, die zijn prooi niet loslaat. Zijn oor houdt hij gesloten voor de roepstem des evangelies. Een dronken mensch doet allerlei dwaasheden en valt van het eene kwaad in het andere. Zoo is een zondaar geneigd tot alle kwaad en zinkt steeds dieper weg in de zonde. Op het heilloos pad der zonde is geen stilstand. Maar een mensch die door de kracht Gods zich losrukt uit de doodelijke omarming der zonde, is een hater van en een strijder tegen de zonde. De heer schappij der zonde is verbroken, haar boeien zijn geslaakt. Hij leeft niet meer in de zondehij kent de listen van Satan en brekende met hem, vindt hij zijn heil in God. De dienstknecht van Satan kent geen geluk, al beeldt hij 't zich in. De goddelooze heeft geen vre de. Een schrikkelijk ontwaken volgt op de bedwelming der zonde. Geluk kig de mensch, die wakker werd die, uit zijn roes ontwaakt, met Satan brak en den Heere weer hart en hand gaf. Ontkomen aan den strik, is hij in de ware vrijheid der kinderen Gods ge steld. Hij heeft gevonden, wat de we reld tevergeefs zoekt. Want de droef heid der wereld werkt den dood, maar de droefheid naar God werkt een on- berouwelijke bekeering tot zaligheid. Toch wordt de mensch, die ont waakte, nog vermaand nuchter te zijn. Die verjmaning blijft ook voor hem noodig, omdat er zooveel is, dat hem weer wil bedwelmen en onder de macht der zonde brengen. Hij ziet toe, dat hij nuchter blijve hij wake tegen den vij and, die zijn verloren heerschappij over hem tracht te herwinnen. (Wordt vervolgd). De Inrichting van moderne plulmveestallen (Vervolg en slot In mijn vorig artikel heb ik gesproken over de inrichting van een kippenhok ingebouwd in een schuur of wagenhuis, welke aan de hoogste eischen zou kunnen voldoen en legde er de nadruk op, dat de buiten» zoowel als binnenwanden van zoodanig materiaal moeten zijn, dat geen tocht in het hok kan door* drin en, terwijl het dak binnen abso'uut dicht moet zijn en liefst van geploegde plankjes. Bij de inrichting van een kippenhok, on» verschillig waar en hoe gebouwd, moet er steeds naar gestreefd worden dat alles zoo ruim mogelijk ingericht wordt, zoowel voor onze kippen, welke een niet onbelangrijk deel van den winter hierin moeten doorbrengen, als voor den mensch, welke het dagelijks moet reinigen. De zoldering moet dan zoodanig gebouwd worden, dat men overal rechtopstaande kan komen. Dit is om meer dan een reden nood» zakelijk We moeten immers minstens 3 maal per week de mestplank reinigen en wanneer we dat op bekrompen wijze moeten doen, zal dit aanleiding geven tot gedeeltelijke ver» waarloozing van de oppassing. Het is een bekend feit. dat door de ónmogelijke inrichting van de kippenhokken vroeger het reinigen hiervan van den eenen dag op den anderen werd uitgesteld. Ook met het oog op de plaatsing van de mestplank moet de zoldering een flinke hoogte hebben. Laat ik eehter eerst vertellen hoe de mestplank wordt geplaatst en met welk doel een mestplank wordt aangebracht. Wanneer de kippen gewoon op roesten zitten, zullen ze den geheelen nacht door den bodem be» vuilen Dit nu is iets wat geheel tegen den regel is Immers, de kippen verblijven in den winter bijna altijd in net hok, en zullen dus ook den geheelen dag in de mest krabben, en dit kan aanleid'ng geven dat besmetting snel verspreid wordt. Om dit te voorkomen heeft men onder de roesten een boord aan» gebracht, dat deze mest opvangt. Wanneer het dag is zullen de kippen hun roesten en ook de mestplank verlaten en op een schoonen bodem den dag doorbrengen. De mestplank dan wordt op ongeveer een Meter boven den grond aangbracht en moet om gemakkelijk te werken, bestaan uit ge» ploegde planken, welke in de breedte worden geplaatst, met ook weer een lengte van onge» veer een Meter. De hoogte wordt zoodanig genomen, dat de ruimte er onder ruim vol» doende is voor plaatsing van een raam, en vanzelf ook voor de kip een onbekrompen indruk geeft. Reeds eerder zeide ik dat de hoogte royaal genomen moet worden. Wanneer we rekenen HOOFDSTEEG 5, Nu de schooltijden weder aanvangen, maken wij U opmerkzaam op onzen Zwaar vernikkeld metalen montuur dus on breekbaar. Onverslijtbare iridiumpunt aan de 10 jaar garantie prijs slechts f 4,50. Zendt ons postwissel met opgaaf of voor Dame of Heer en U ontvangt dezen vulpenhouder franco thuis. Naam graveeren gratis dat de mestplank zelf ongeveer een Meter van den grond verwijderd is en de roesten 35 cM. van de mestplank af zijn, spreekt het vanzelf dat hierboven ook nog voldoende ruimte over moet blijven voor een kip. We zullen nu echter eerst iets zeggen van de plaatsing der roesten. Om te beginnen moeten ze zoodanig gemaakt worden, dat ze gemakkelijk te verwijderen zijn. Daarom maken we, indien mogelijk, een plank met inkepingen, waarin we dan de latjes laten rusten. Is de afstand echter wat lang, dan plaatsen we er in het midden een stutje onder. Beter is echter om de roesten geheel los van den wand te houden, met het oog de alsdan gemakkelijke verplaatsing van het ongedierte. We maken dan scnraagjes, waarvan de lengte»lat de ge» heele lengte van de mestplank beslaat, en plaatsen de roesten, welke van boven op het rustvlak plat moeten zijn, ongeveer 40 c.M. uit elkaar. Het gemakkelijkst is om hiervoor spijkers zonder koppen in de lat te slaan en in de roesten gaatjes te boren, welke door de spijkers kunnen zakken Het is dan ge» makkelijk om de roesten te verwijderen. Is nu de afstand tusschen de roesten en het dak minder dan 40 c.M., dan heeft men hier meer schade als voordeel van. De kip welke des nachts veel lucht verbruikt, zal, gelijk met de dampen uit de mest al heel gauw in een verstikkende athmosfeer komen te zitten, zoodat haar lichaam meer voedsel zal eischen, wat aan de productie van het ei niet ten goede komt. Om dit nu geheel te voorkomen, heeft men de kippen, welke in een buitenhok natuurlijk onder een schuin dak zitten, aan de laagste zijde hun nacht» verblijf gegeven, zoodat de verbruikte lucht, welke altijd bet hoogste punt opzoekt, van de kippen wegtrekt. Dit is natuurlijk in een binnenhok met een plat dak niet mogelijk, maar wel kan men door een flinke ruimte dit nadeel tot een minimum beperken. Om toch eenigszins aan dit euvel tegemoet te komen, kan men achter in het hok een geblindeerde opening maken, zoodat wel luchtverplaatsing plaats heeft doch geen trek Evenals de mestplank van den grond verwij» derd is, om de geheele bodem»oppervlakte te be» nutten, plaatst men de legnesten ook bij voorkeur op mestplank»hoogte van den grond. De kip, welke van nature toch altijd de hoogste plaatsjes opzoekt, zal hiervan een dankbaarder gebruik maken als velen wel meenen. Het beste is wel ze naast de mestplank aan te brengen, terwijl men natuurlijk moet zorgen, dat langs deze nesten een looplat wordt aan» gebracht, zoodat men hiermede een zich ver» dringen voorkomt, wat dikwijls kapotte eieren tengevolge heeft. Het spreekt vanzelf dat men de nesten rein moet houden, en dat ze opge» vuld moeten zijn met kaf of hooi. Wanneer een kip in een met onge, ierte bezet nest b.v. een kwartier zit, is ze er natuurlijk ook van vergeven. Later hoop ik in een uitvoeriger stukje hierover te handelen, maar dit wil ik van die ongediertcgeschiedenis wel zeggen, dat men door één plaatsje bij ontsmetten over te slaan dezelfde week in dezelfde moeilijkheid kan verkeeren, zoodat men de verborgenste hoekjes vooral niet mag vergeten. Daarom is het zoo goed. als alles van ge ploegde en geschaafde plankjes g maakt is. Behalve dat men alles gemakkelijk en grondig kan reinigen, heeft men ook geen last van tocht, terwijl alles er veel prettiger uitziet. De waarom's en hoe's, welke ik in dit stukje behandeld heb. gelden natuurlijk voor ieder kippenhok. Hij die deze stukjes aandachtig leest, moet hetgeen aangehaald wordt maar op de inrichting van zijn eigen bedrijfje toe» passen, en wanneer er dan nog iets is wat hij niet begrijpt, dan is een kort briefje voldoende om de zaak nog nader uitgelegd te krijgen. Het lag in mijn bedoeling om achtereen» volgens verschillende typen hokken te be» spreken, doch de ijverige secretaris van onze V.P Z.H. vestigde deze week onze aandacht alweder op de legwedstrijd in Zevenhuizen, zoodat ik mij genoodzaakt zie, om hierover een en ander te schrijven, opdat deze zaak meer bekendheid veikrijge en we ook eens met wat meer inzendingen voor den dag kunnen komen als verleden jaar. H. K. Naar aanleiding van de mededeelingen om trent de Bethlehem Steel, ook meerdere malen in dit overzicht gerelereerd, werd ons de vraag gesteld, waarom er reeds zoo langen tijd ge ruchten liepen betreffende dividenduitkeering en waarom men daartoe dan nog niet is over gegaan, diene het volgende De Bethlehem Steel verdiende in 1926 l/i op de gewone aandeelen na aftrek van het pref. dividend In het eerste halfjaar 1927 werd voorts 4 op deze gewone aandeelen verdiend, derhalve naar rato van 8 per jaar. Een dividend kan dus theoretisch worden uitgekeerd. Bij Amerikaansche Maatschapijen is het in den regel gebruikelijk, dat ongeveer de helft va nde gemaakte nettowinst wordt uitgekeerd, indien de finantiëele toestand der Maatschappij dit gedoogt. De andere helft wordt dan aan het surplus toegevoegd. Dat de Berhlehem Steel tot dusverre geen aanleiding heeft gevonden di vidend uit te keeren, zal vermoedelijk wel aan het conservatieve beleid zijn toe te schrijven. Officieel werd destijds bericht, dat in 1927 de dividendbetaling zou worden hervat. - Daarna kwam een officieus bericht mededeelen, dat dit tot 1928 was uitgesteld. Hoe het echter ook zij, hervatting van dividendbetaling begint zich thans in hét koersniveau uit te spreken, of schoon een koers van 61 nog maar met een zeer matig dividendje rekening houdt. Men zal goed doen zich geen te hoog idee te vormen omtrent koersverheffing, als er iets definitiefs bekend wordt, want de aardigheied is er, zoo te zeggen, reeds lang af. Het is momenteel voor den belegger, zoowel als voor den speculant, uiterst moeilijk iets op effectengebied te ondernemen. Voor de eerste catagorie dreigt dagelijks het conversie-spook, thans weer een 6 gem. Amsterdam en als hij een hooger rendament dan V/2 of 5 gaat zoeken, komt hij terecht in een mengel moes van verlokkende 7 en hooger aange- ondigde, meestalincourante waarden, zoodat de toestand langzamerhand zoo gaat worden, dat hij plaats voor zijn geld zoekt in behoorlijke hypotheken. Van de laagste catagorie wordt nog steeds gezegd, dat daarvoor geld in overvloed is doch komt men om een potje, dan gaat de geld schieter zoodanige eischen stellen voor over waarde, provisie en rente, dat ook hiervan de aardigheid gauw af is. Neen, ih het algemeen is de bezittende Hol lander uiterst moeilijk tevreden te stellen, de vrees schijnt er wel goed in te zitten. En toch zou men zich sterk verwonderen, wat een geld er verdobbeld wordtHoewel de beurs thans nog stil fs, de ware beweging is er nog niet, ofschoon er al weer dagen zijn, dat de courant schrijft van betere stemming bij grooteren en opgewekter omzet ter beurze. Spe ciaal in Amerika is het thans verre van stil, doch de steuming wisselt bij den dag, er is geen touw aan vast te knoopen. Daarbij komt de vrees voor agitatie in de wereld wegens de uitgestelde executie van de misdadigers Sac co en Vanzetti, waarover de dagbladen dagelijks vol staan bij gebrek aan beter nieuws. Het is hier gelukkig niet de plaats deze kwestie nader te bezien. Het is nimmer onze bedoeling geweest om speciale fondsen te noemen met het oog op ver wachte koersrijzing, z.g. „lippen", doch een overzicht kan soms interessant worden, als er speciaal iets wordt genoemd en daarom maken wij eens een uitzondering op den regel en noe men het aandeel Industrieele Disconto Maat schappij. Dit fonds staat ïn de rubriek bank en crediet-instellingen en gaf sedert de oprich ting gemiddeld 9 rendement, d.w.z. 10 dividend bij een koers van varieerend 105— 115 Er werd in dit 5-jarig tijdvak zeer conservatief afgeschreven en behoorlijk gere serveerd, terwijl voor uitgifte van preferente aandeelen en obligaties de kansen der aandeel houders zeer vergroot zijn. Deze maatschappij geeft crediten voor verkrijging van goederen in huurkoop, speciaal automobielen en ver heugt zich in een ongekenden bloei, want alles gaat tegenwoordig in huurkoop, auto's, stof zuigers, naai- en waschmachines, piano's, ameu blementen, enz. enz. Of het goed is Dat is een andere zaak. Zaterdag 20 Augustus, des avonds 7 uur (Zomertijd) te Ouddorp, in het Logement Akershoek van diverse perceelen Klavers 2e Slag, wassende onder de gemeenten Ouddorp en Goedereede. Notaris VAN DEN BERG. x Zaterdag 20 Augustus, des avonds 6 uur (Zomertijd) te Ouddorp, in het Logement Akershoek, bij opbod en afslag in eene zit» ting, voor fbraak de Pastorie der Kerk van de Nederlandsch Hervormde Gemeente te Ouddorp. Notaris VAN DEN BERG. Zaterdag 20 Augustus, bij inzet en Zaterdag 27 Augustus, bij Afslag, telkens des avonds 6 uur (Zomertijd) te Ouddorp, in het Loge» ment Akershoek, van een perceel bouwland te Ouddorp, in den polder het Oudeland, zijnde 4 meeden aan den Middeldijk, genaamd »Mijnliefc, kadaster Secre D No. 953, groot 1.10.60 H.A. of 2 G. 122'/» R. V M„ thans in pacht bij P. Tanis Hz., ten verzoeke van den Heer Jacob Lodder Tz. te Zuidland, Het perceel is blootschoof 1927 door den kooper te aanvaarden. Notaris VAN DEN BERG. Bij Veiling op Dinsdag 30 Augustus 1927 en bij Afslag op Dinsdag 6 September 1927, beide dagen des avonds 7,30 uur (wettelijke tijd) in het Logement van G. van Veen te Oude Tonge, van Het Hoogerhuis, bestaan» de uit 11 woningen, met erf aan den Molen» dijk te Oude Tonge, kad. Sectie C no.'s 1202, 1204 tot en met 1211 en 2669, samen groot 4 aren 40 centiaren, in drie perceelen, ten ver» zoeke van de Diaconie der Ned. Herv. Ge» meente, aldaar. Notaris VAN ISPELEN. MIDDELHARNIS. Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkee. Veiling van Woensdag 17 Augustus 1927. Bloemkool f 4,70—17 Roode kool f 7,70-8,10. Komkommers f 1,60—5,90. Pruimen f 2. Perziken f 6—10. Meloenen f 49 -76. Dubbele princessen f 8 80—13. Enkele princessen f 12,2017,10. Stoksnijboonen f 17—24,80. Stamsnijboonen f 8,80—11. Postelein f 6,60. Spinazie f 1,50-2. Augurken f 17—35. Eigenheimers f 5-5,80. Blauwputten f 6,60. Claps Favorite f 23. Dirkjespeten f 4-9,60. Noord'Holl. Suikerperen f 9,60—16. Pour Madam f 18. Zure appels f 4-17alles per 100 stuks. Sla f 1,20 per 100 krop. Andijvie f 1,60-2 per 100 krop. Tomaten f 0,06—0,07. Krozen f 0,21. Pruimen f 0,23-0,25. Druiven f 0,48. Kaas f 0,28-0,33. er ROTTERDAM, 16 Augustus 1927 Op de heden in ons Veilingslokaal, War» moezierstraat 37—39, gehouden Veiling, wer» den de volgende prijzen besteed: Kipeieren6,— tot f 7,60 Idem (klein)tot Idem extra zwtot Eendeieren5,70 tot 6,35 Ganseierentot Kalkoeneierentot Kievitseierentot Middenprijs f Aanvoer 125.000 stuks. DE ROTTERDAMSCHF VEILING Bij een bezoek, dat ik onlangs een mijner gemeenteleden bracht, die in het gasthuis lag, verhaalt een predikant, meldde men mij, dat in een aangrenzend vertrek een brave oude man lag, die wel niet lang meer leven zou, en door eenige woorden van Christelijke liefde zeer verkwikt zou worden. Ik willigde het verzoek gaarne in, en vond den ouden man, die men bedoelde. Geheel zijn voorkomen was eerbiedwekkend, vriendelijk en edel. Zijne zilveren haren getuigden van hoogen ouderdomzijn oog stond echter nog zoo levendig als dat van een jongeling. Hoe gaat het u, mijn vriend vroeg ik nader tredend. Zeer goed, mijn heer zeer goed. In geheel mijn leven ging het mij niet beter. God zij geloofd voor al zijne barmhartigheid. Deze woorden werden op zulk een blijmoe- digen toon gesproken, dat ik er verbaasd over stond. Zeer goed hernam ik. Naar hetgeen ik van u gehoord hebt, dacht ik u in groote smart en ellende te vinden. Ja, mijnheer, ik lijd veel pijn. Maar toch kan ik zeggen, dat ik mij wel bevind. God is zoo goed voor mijne ziel, en hij verzorgt mij ook naar het lichaam van al 't noodige. De menschen in dit huis zijn zeer vriendelijk en gewillig om mij te helpen en vrienden be zoeken mij en lezen en bidden met mij. Waarlijk, mij ontbreekt niets meer dan genade om den Heere voor al zijne weldaden te prijzen. Goed, mijn vriend. Gij zijt een oude pelgrim, en het is heerlijk, dat gij op uwen tocht door de woestijn geleerd hebt, dankbaar te zijn Dankbaar viel hij mij in de rede, ach neen, mijnheerik dank God niet zooals ik dat moest, ik kan en zal Hem nooit naar waarde danken, voor ik tot de héerlijkheid inga. Maar dan, o, hoe zal ik Hem verheerlijken, voor alles wat Hij aan mij gedaan heeft. Tranen ontrolden hierbij zijn oogen. Gij dient een goeden Meester, voegde ik er bij. Ach, mijnheer, wanneer de dienstknecht slechts half zoo goed was als de Heere Maar ik ben een arm, oud zondaar, die niets ver dient, en toch alles bekomt wat hij behoeft waarlijk, mijnheer, ik heb niets noodig dan meer genade om God beter te dienen. Ik lig hier en bid en zing den ganschen dag. Gij moest mij veroorloven, mijnheer, u mijn geliefkoosd lied voor te zingen het is mijn troost en vreugde den ganschen dag. Zonder het antwoord af te wachten hief hij zacht, met van ouderdom en aandoening be vende stem een vers aan, dat de liefde Gods en zijne begeerte om den Heere te verheerlijken krachtig uitdrukte. De hartelijke eenvoudigheid en de opge ruimdheid in geheel zijn wezen uitgedrukt, maakten een onuitsprekelijken indruk op mij. Ik hoop, mijnheer, dat gij mijne vrijpostigheid vergeven zult, sprak hij toen hij met zingen ophield. Daar gij God lief hebt, zult gij het gewis gaarne hooren, dat ik Hem lof toebreng. Gjij zijt Zijn dienaar, en Hij heeft u heden tot een arme onwaardige ziel gezonden, die zijne barmhartigheid niet in het allergeringste verdient. Spreek nu iets tot mij over Jezus Christus. Ik ben zoo weinig als gij in staat om op waardige wijze van Hem te spreken, hernam ik. En toch, indien wij zwegen, de steenen zouden spreken. O ja, schade zou het zijn, zoo wij weigerden zijn groote goedheid te prijzen, riep de oude man uit. Jezus Christus, sprak ik hierop, is eene vei lige toevlucht, een sterkte ten tijde van be nauwdheid. Dat is Hij, mijnheer. Jezus Christus heeft al de dagen uws levens voor u gewaakt. Hij zal ook in den dood uw leidsman en uw heil zijn. Zeker, dat zal Hij, riep de lijdende. Hebt gij uwe ziel reeds lang aan de hoede uws Heilands toevertrouwd. Sedert ongeveer 40 jaren, mijnheer. Toen heeft de Heer mij, verloren zondaar, tot Zich getrokken, om mij te redden. Nooit kan ik Hem daarvoor genoeg prijzen. En deze dierbare Heiland, Jezus Christus, dien gij liefhebt en op Wien gij vertrouwt, die voor u leefde en stierf, is ook voor u uit den dood opgestaan, heeft u door den Heiligen Geest geheiligd en leert nu om uwe voor spraak te zijn bij God. Gij zult dus wel niet vreezen, dat Hij u na dit alles toch nog zou lat enverloren gaan Neen, neen, mijnheerriep hij. Hij die ons roept is getrouw, die het ook doen zal 1 Thess. 5 24). Wel is mijn hart onbestendig: maar Zijne verandert nooit. Ik geloof, dat de Heere mij een eerekroon bereid heeft, en zoo ook al de oude vijand mij soms influistert, dat ik ze niet zal verkrijgen, ik geloof toch Christus en niet den vijand, en ben overtuigd, dat ik haar zekerlijk zal verkrijgen. En kunt gij nu uit ervaring gtuigen, dat Jezus juk zacht en Zijn last licht is dat Zijn geboden niet zwaar zijn Of hebt gij die mis schien eenigszins zwaar gevonden Neen, mijnheer, neenZoo men de Heere lief heeft is waarlijk spijs en drank, te doen wat Hij ons gebiedt. Waar waart gij, eer gij in dit huis werd opgenomen In het armenhuis te G. Zijt gij gehuwd Mijne vrouw stierf voor eenige jaren; zij heeft haar hemelsche woning betrokken. Hebt gij kinderen Ja, mijnheer, ik heb twee gehuwde zoons. Een hunner was onlangs bij mijik hebde hoop, dat hij op den goeden weg wandelt en zijne kinderen in de vreeze Gods opvoedt. Hebt gij nog eenige aardsche zorg op uw hart In het geheel niet. Ik ben in dit huis ge komen om mijne dagen er te eindigen, dat zie ik duidelijk in want mijn kwaal zal mij spoedig in het graf brengen. Maar ik ben bereid. Ik behoef niets meer dan alleen genade om mijnen Heiland te prijzen. Gij hebt het recht, zeide ik, dat gij voor een huis als dit, waar kranken een tehuis, geneesmiddelen en voedsel vinden, reden hebt om dankbaar te zijn. Dat ben ik ook waarlijk, mijnheer. Het is een huis van barmhartigheeid en ik schaam mij als ik hoor met welk een ondank velen de weldaden ontvangen, die hun hier geschonken worden. Ach, de arme menschen kennen God niet en hebben Hem niet lief. De Heere ont- ferme zich over hen en wijze hun den weg. Ik zou die nooit gevonden hebben, zoo Hij geen medelijden met mij had gehad, toen ik zelf nog niet naar Hem vroeg. Tranen ontvloeiden hier aan zijn oogen. Ik echter dachtWaarlijk, hier is een arme, die rijk is, een ellendige, die sterk is. In dit oogenblik bracht de oppasser zijn middagmaal. Daar ziet gij nu, mijnheer, sprak hij, ik word met weldaden overla'den de Heere zorgt voor mij en geeft mijn arm uitgemergeld lichaam zijn dagelijksch brood in overvloed. En dan, zeide ik, zal dit arme, oude, ge broken lichaam vernieuwd worden, om met de ziel hereenigd, altoos in Gods zalige tegen woordigheid te leven. O jazeide de grijsaard, wanneer ook de wormen dit lichaam verteren, zal Ik uit mijn vleesch God aanschouwen. Hij merkte, dat ik op mijn horloge zag, en verzocht mij nog met hem te bidden, wat ik dan ook gaarne deed. Door stem en gebaren gaf hij zijne hartelijke instemming met de woorden mijns gebeds te kennen. God zij met u, sprak hij, toen ik geëindigd had, en zegene uw arbeid nog aan menige ziel. Ik hoop, dat gij mij nogmaals bezoeken zult, wanneer ik nog langer mocht leven. Ik ben zeer gelukkig, als ik van Jezus en Zijne ver lossing hoor spreken. De God van Abraham, Izaak en Jakob, ant woordde ik, Die deze aartsvaders op hunne pelgrimstocht geleid heeft, zegene u en brenge u veilig in de stad, die Hij u bereid heeft. Ik zal dezen avond eenige vrienden ont moeten, die zich zullen verblijden te hooren van iemand die de barmhartigheden des Heeren zoo mildelijk ervaren heeft. Wat zal ik hun van u verhalen 1 Zeg hun met de verzekering mijner Chris telijke liefde, dat gij een ouden armen stervende gezien hebt, die niets behoeft dan meer genade, om den Heere waardiger te prijzen. Zoo eindigde onze eerste samenkomst. Toen ik naar huijs ging, kon ik niet nalaten te denken, dat ik naar het gasthuis gegaan was om zijne bewoners leering en troost uit te deelen, maar dat ik veeleer leering en troost had mogen opdoen. Ik zag mijn nieuwen vriend hierna nog eenige malen en vond hem steeds in dezefde gelukkige, geduldige stemming. Den laatsten keer dat ik hem bezocht, zeide hij„Ik zou gaarne in mijn hemelsch huis zijnmaar ben ook gewillig een pelgrim te blijven, zoolang mijn Heere en Heiland het goed voor mij vindt. Hij stierf, in vast geloofsvertrouwen en in de levende hoop zijner eeuwige zaligheid. (Amst.) Het in dezi tertarv. de gele laat v zwaars aan h< door a in het daaron sten o Toch gele h; lijk drc getrorn gansch aan o Die ki de wo men ei bedact zet de venegc worde: tigd ni ze ziel moet 1 in den onkrui roofd. Het gepast rijke v der ris een ec het ge en anc (voor; belemi eerste merkii maar met o steeds, dient belade te wo: der ir specia maaid bij vl< verge; zoons nog b buurt Str; dan n de scl Ik den 1 om g In hi „Bes< bescll op v. antwl mogd mei me t ik tc scha- Oi en w deel in h stem: je ki en m en v kunn in n illusi de 1 hanc Ik het te b toen druk eenic lecte lieve der zag" ook D dwo jong Stap;

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 2