Antire volutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden, DtlDSCH 1PHIIS goor dettjjottóag IN HOC SIGNO VINCES 60 CENT PER I POND No. 3348 ZATERDAG 23 JULI 1927 42ste JAARGANG EERSTE BLAD. H. de Wilde. SWEG 41 ON 13873 EÜDAM rale Proeftuin Op den Uitkijk. W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe 1e zenden aan de Uitgevers Wij zullen aan het denkbeeld H. de Wilde niet meer in het college van Ged. Staten, nog moeten wennen. Het was zoo vanzelfsprekend ge worden, dat deze man deel uitmaakte van het dagelijksch bestuur in onze provincie, dat het er bij ons nog maar niet goed in wil, dat dit niet meer zal zijn. Iniusschen zijn minder gunstige gezondheidstoestand, zijn hooge jaren, werden oorzaak, dat hij zich voor het lidmaatschap van Ged. Staten niet meer beschikbaar kon stellen. Elf jaren heeft hij deze gewichtige laak in onze provincie vervuld. Van 1901, toen de Staten van Zuid- Holland rechts werden, af was hij lid van dit bestuurslichaam en in 1916 kreeg hij gelegenheid om meer met de daad te toonen wat onze antirevolu tionaire b eginsen bij practische toepas sing vermogen. Zijn arbeid kan de toets der scherpste critiek doorstaan. De heer De Wilde, man met practi- schen en nuchteren kijk op het leven, bovendien man van de oude garde, vervuld met heilige bezieling voor onze Anti-Rev. beginselen, heeft de gelegen heid gehad een voorrecht dat niet aller was om aan te toonen, dat het Anti-Rev. Staatsrecht stoffelijk en geestelijk en geestelijk een zegen voor het volk is. m Wij verwijzen naar de verkiezings- - H|brochure, door hem voor de Staten verkiezing van dit jaar uitgegeven, een pracht studiewerkje voor onze propa- gandaciubs, waarin een terugblik wordt geworpen op de 25 jaren van rechts bewind in or.ze provincie. Dan herin neren onze lezers zich misschien nog wel de serie artikelen in ons blad van zijn hand over de krankzinnigenver pleging. Grootendeels alles zijn eigen werk. Inderdaad, onze provincie is den heer De Wilde veel verschuldigd. Maar inzonderheid mag Flakke hem wel dankbaar zijn. Immers het zijn bizondere banden die ons aan hem verbinden. Vele jaren was hij voor dit eiland de man, de onvermoeide propagandist die steeds weer gereed stond het zwaard der beginselen te kruisen met allerlei tegenstanders en warme pleidooien te houden voor de Anti-Rev. partij Op hoeveel partijdagen der Flak- keesche Hulpcentrale zou hij wel zijn opgetreden Wij weten het niet precies. Maar als De Wilde ontbrak dan man keerde er toch iets aan. En daarom, Flakkee ziet den heer De Wilde noode scheiden uit het col lege van Ged. Staten in onze provincie. Moge God hem nog ettelijke jaren sparen als lid der Provinciale Staten. Het deed ons goed te mogen ver nemen, dat de Staten als daad van piëteit en bewijs van appreciatie hem nog gekozen hebben als buitengewoon lid van het college van Ged. Staten. De bedoeling van de verkiezing van een buitengewoon lid misschien weten stiet alle lezers dit is ingevolge art. 89 der Provinciale Wet om inge vallen, waarin een beslissing volstrekt wordt gevorderd, de stemmen staken, dat dit buitengewoon lid in de verga dering van Ged. Staten wordt geroepen om, voorzoover het de te beslissen zaak aangaat, stem en zitting in deze ver gadering te hebben, zoolang tot deze een beslissing genomen heeft. Jammer is het dat de heer De Wilde niet onder voor onze partij gunstiger omstandigheden zijn arbeid als lid van Ged. Staten heeft mogen neerleggen. De actie der schismatieke groepen vooral der Staatkundig Geref. is oor zaak niet dat Roomsch aan invloed verloor, deze handhaaft onverzwakt zijn positiemaar dat er in het college van Ged. Staten van onze twee ver tegenwoordigers slechts één terugkeert. De andere plaats zal worden bezet door een Vrijheidsbonder. Daarom te meer hopen wij, dat het den heer De Wilde vergund zij, nog enkele jaren èn als Statenlid èn als propagandist onzer partij te mogen arbeiden, opdat hij tegenover onze Staatk. Geref. broeders in den lande het bewijs moge leveren dat er nog geen reden is om zich van de oude Antirev. partij af te scheuren. ^GkoEFLF^P'^ DEN. er Veemarkt waren ette runderen, 214 n of lammeren, 89? koeien 34 k 377 ct., ossen 41 ct. 4I eren 50 52'/2 'ct ct., schapen f 20 l per stuk, varkens iets ruimer aange, oon en de prijzen ie der vorige week ging nog tot 2 cent nend aangevoerd en minder aangevoerd iger en de prijzen est kalf ging nog tot waren veel minder as tamelijk en in de ering. Oude schapen en. aangevoerd. De han. de prijzen was geen puik best exemplaJt oven noteering. De g. Lichte varkens tot Ter Veemarkt waren ette koeien, waarvan wal. f 1,10-1,20,2e 1. 80—90 ct. per kg, en kalfkoeien f 250 te kalveren 2e kwal, al. 60—72 ct. per kg, chtere kalveren f 12 48 lammeren f 22—28 kens, Holl. 2e kwal, rsche le kwal. vleescl s 78—79 ct. per kg n f 150-250perstul, n AARDAPPELEN, li. Heden waren de volgt: schoolmeesters 2-9 ct., Westl. schoolt t., dito klei 8—14 ct,, erstelingen 8—11 ct., rmaasche pitters 8-11 Deze Coura it vei schijnt eiken WOENSDAG en 2 ATERDAG. ABONNEM ENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJX Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. 75,- 85,- 35,- 26,- ende dagen worderW™^ Meubilaire goede» rantle verkocht en ezorgd. O.a. eeld. boe» f 175,- n bureau f rbureau f kenraam f lbare divan f he divan» f 20,- uils, 4 stoe» "er .f125,- garderobe» 1. spiegel f 47,50 e dressoir f 165,— en f 125,— rreameuble» oemenbak f 50,— stoelen, ca» l.ietsapa-ts, f350,— ieptafel 1 55,— pers. eiken m. toiletta, f225, huiftafel f 45, enkast f 45, s, 4 stoelen f 65,- en f 85,- buffet m. f 120,- stoelen en f210,- soir f 65,- erobekast m. 1f 50,- n» en huiskamerspie» ivan» en tafelkleedeo, moquette, enz., enz 'n bezoek, en over» wij U aanbieden in dsch goederen tegen lage prijzen. :n worden op verlan» atere levering gratis eren dag geopend van indag van 10-5 uur. te ontbieden voor heele en gedeelten i inboedels. en OVERFLAKKEE te .angeweg) is op eiken belangstellenden GRA' k. Desgewenscht geeft inlichtingen, die mocb» angd, urs 29040 V De heer v. Oversteeg. Het ééne geslacht gaat, het andere komt I Dit woord werd dezer dagen ook weer te Dirksland bewaarheid. De heer vv Oversteeg hoofd der Chris» telijke school van de oprichting in 1891 af aan 1 neemt zijn welverdiende rust. Voor Dirksland een feit om er wel even bij stil te staan. Maar ook in ruimeren kring dient gewezen te worden op de groote verdienste van den h;er v. Oversteeg. Want niet alleen zal de Anti.Rev. Kies» vereen, te Dirksland in hem een trouw en wakker voorzitter missen, maar wij herdenken ook dat hij jarenlang voorzitter is geweest der Flakkeesche Hulp»Centrale. De Anti»Rev. partij op Flakkee heeft veel aan hem te danken. In de volle kracht van zijn leven heeft hij zien steeds en met groote liefde voor onze partij gegeven. Menige partijdag onzer Hulp»Centrale werd door hem geleid en nimmer tevergeefs heeft onze partij een beroep op zijn medewerking gedaan. Zes en dertig jaren lang was hij een der vooraanstaande figuren, niet alleen in Dirks» land maar op geheel Flakkee. Er ligt iets tragisch in, afscheid te moeten nemen na zoo langen arbeidstijd 1 Maar het is de gang des levens I God heeft bepaald de plaats van ieders woning, den kring waarin hij werken moet, maar ook vastgesteld den tijd van heengaan. Ons blijft slechts naast de dankbaarheid dat Hij ons mannen gaf die in Zijn Dienst wilden arbeiden, de bede dat er andere jon» gere krachten optreden die het spoor der ouden betreden, hun voetstappen volgen, en met dezelfde liefde en geestdrift voor de zaak Godes bezield zijn. Moge het den heer v. Oversteeg vergund zijn in de residentie onzes lands, nog ver» scheidene jaren met zijn trouwe gade van zijn rust na veel arbeid te genieten I Nadruk verboden. «Eigene werken des duivels«. Hoe vlijmend scherp zegt het onze cate» chismus 1 De lasteraar haalt den zwaren toorn Gods op zich. Indien het karakter van den laster beter gekend werd, mij dunkt, dat velen zich toch wel zouden wachten om zich van dit duivels wapen te bedienen I In verschillende graden komt deze zonde voor. Verdacht maken, achterklappen, kwaadspre» ken, leugen, en ten slotte de laster, met opzet iemand iets kwaads ten laste leggen om hem in kwaad daglicht te stellen. Gaan we wat dieper hier op in, dan wordt ons dujdelijk, waarom de Heidelberger hier van eigene werken des duivels spreekt. Laster toch is de leugen in zijn schrikke» lijksten vorm en komt rechtstreeks af van den vader der leugenen, die met zijn lastertaal: «Gij zult als God zijn«, het eerste menschen» paar wist te verleiden en in opstand te brengen tegen God. De duivel is de groote lasteraar, die God lastert en daardoor den mensch in zijn booze netten tracht te verstrikken'. Het moet den Zone Gods dan ook wel een vreeselijk oogenblik geweest zijn, toen Hem ten laste gelegd werdHij heeft God gelast rd, welk getuigenis hebben wij nog van noode. Het proces tegen Christus kon slechts met succes gevoerd worden, doordat de laster te hulp geroepen werd. Eigene werken des duivels I Laster is daarom ook zulk een vreeselijke zonde, omdat zij zelden te achterhalen is. Tegenover laster staan wij meestal machteloos Ook daarom, omdat de lasteraar zelve zich meestal schuil houdt. Het is de groote »men« die lastert, die overal en toch nergens is, de anonymus, die gelijk de schaduw zich wel vertoont, maar on» grijpbaar is. Dikwijls wordt de laster uit jaloezie, con» currentiezucht of nijd, geboren. Ik herinner me een geval dat iemand eens een anonym schrijven kreeg waarin hij ge» waarschuwd werd, dat zijn dochter het «hield met een getrouwd man« bij wiens vrouw zij vaak als vriendin aan huis kwam. De man was zoo dwaas op dit ongeteekend schrijven uit te halen en een geloof aan te hechten. Inderdaad was de man, die hier belasterd werd, een oppassend christen, met een geluk» kig huwelijksleven. Vuige laster was hier aan het woord geweest I Ware het vrouwtje van dezen man niet wijzer geweest dan de vader van haar vriendin, dan zou de laster hier een gelukkig huwelijksleven verwoest hebben 1 En de dader(es) zóu waarschijnlijk nooit bekend zijn geworden. Zoo werkt de laster 1 Als de kogel van den sluipmoordenaar, als de vergiftigde peil van den boogschutter die zich verborgen houdt. De christen heeft tegenover deze zonde een dure roeping. In de eerste plaats heeft hij te waken, dat hij zich streng van deze zonde onthoudt. Hij mag niemand valsche getuigenis geven, niemand zijn woorden verdraaie, Die» mand lichtelijk en onverhoord oordeele of helpe verdoemen, maar allerlei liegen en be» driegen, als eigene werken des duivels ver» mijden. En in de tweede plaats, de waarheid lief» hebben, oprechtelijk spreken en bekennen en ook zijns naasten eer en goed gerucht naar zijn vermogen voorstaan en bevorderen. Zóó zegt het onze catechismus. En in geheel Gods Woord vindt men deze eisch terug. De leugen en de laster treft ge telkens aan bij de belials mannen die het op het bederf van Gods Volk toelegden. Denk eens, om maar iets te noemen, aan den toeleg van Isebel en haar handlangers tegen Naboth 1 Daarentegen vindt ge bij Gods Volk de eigenschap van oprechtheid terug. David was de man Daar Gods hart omdat hij oprecht wandelde voor Gods Aangezicht. In sommige streken van ons land schijnt de zonde van den laster een volkszonde geworden te zijn. Men' ziet er het duivelsche karakter niet meer in, men raakte er mede vertrouwt en wanneer men een leugen en laster verweten wordt, bedekt geen eens meer een schaamte» blos de kaken, zóó raakte men aan de zonde gewend en kwam men er mede opgemeenen voet. Waar het zóó is, heeft de kerk een zware taak. Want onder ons christenvolk moet deze zonde toch geheel uitgebrand worden. Waar de lastertong spreekt, kan de Heilige Geest niet werken. Maar nog treuriger wordt het dan, wanneer de zonde van de laster een wapen wordt om een bepaalde politieke groep of kerkelijke partij te treffen. De verblindheid kan zoo ver komen dat de mensch meent met de leugen de waarheid te kunnen bevorderen. Het middel heiligt dan zoogenaamd het doell Maar God, de Heere, wendt zich van zulke praktijken met heiligen toorn af. Met zulke werken kin Hij geen gemeenschap hebben, zoomin het licht gemeenschap kan hebben met de duisternis, zoomin kan de Waarheid in bond treden met de leugen en den laster. Eigene werken des duivels, zegt de cate» chismus. Hoe hebben wij, wanneer we met den laster te kampen krijgen, daar tegenover op te treden Ik zei reeds de laster is vaak een anonymus. En dan is het moeiljjk deze zonde te smoren en der waarheid recht te doen. Een hoogstaand chrsten, een man van groote beteekenis in ons kerkelijk en vereenigings» leven, een man van ongerepte reputatie, had ook eens een campagne van groote laster, welke het oogmerk had, hem ten val te bren» gen, te doorworstelen. Natuurlijk was toen ook de anonymus aan het woord geweest Ik herinner mij dat dezen man toen eens dezen korten zin schreef»Laster kan alléén dood gezwegen en dood gebeden worden 1« Inderdaad zoo is. Een wijs woord. Staan we tegenover anonyme lasterpraatjes of geschriften, dan is het verstandig ze dood te zwijgen. Wanneer het vuur gebrek aan nieuw brandstof krijgt, dooft het. Ga nooit op anonym geschrijf in 1 Krijgt ge zulk een epistel thuis gestuurd, verbrandt het terstond en tracht er zelfs niet meer aan te denken 1 Van heel weinig levenswijsheid ge» Bieaei-AAirs »om& Boon voor soon kwaliteit Gouden A.v.p. BIGGELAAR 8- CS ROOSEHDAAL tuigt het er op uit te halen en nog dwazer is het er eenig geloof aan te hechten. En voorts moet laster dood gebeden worden 1 En het gebed is een scherp wapen. Onze God kent den lasteraar, voor Zijn alziend oog zijn geen anonimi 1 en Hij is machtig den laster te smoren, op den lasteraar Zijn heiligen toorn te doen branden, en de waarheid in eere te herstellen. Op allerlei liegen en bedriegen, als eigene werken des satans rust de zware toorn Gods, zegt de catechismus. Laat ons voor dien toorn beven 1 En daar van nature ieder menschelijk hart boos en leugenachtig is. zei ons dagelijksch gebed «Heere, zet een wacht voor mijn lippen, behoed de deuren mijns monds 1« Paulus waarschuwt«Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijnen naaste; want wij zijn elkanders leden. Een valsche getuige zal niet onschuldig zijn; en die leugenen blaast, zal niet oDtkomen I UITKIJK. 1 JOHANNES 4 10. „Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons liefgehad heeft, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden". De apostel zegt in dit woord, wat ware liefde is, en dat deze alleen in God gevonden wordt. Zooals God lief heeft, kan niemand liefhebben. Het is een gansch eenige liefde, in oorsprong, aard en betooning onderscheiden van onze liefde. Indien wij willen zien, wat eigenlijk liefde is, dan moeten wij be denken, wat God is geweest en nog gedurig is voor zondaren. De oorsprong dier liefde is in God, niet in ons te zoeken. De apostel zegt God heeft ons niet liefgehad, omdat wij Hem liefhadden. Hij is niet bewogen ons Zijn liefde te schenken door iets in ons. Hij heeft niet iets in ons gezien, dat Zijn liefde opwekte. Zoo is 't bij ons, menschen. Wij vatten genegenheid op voor iemand, die ons liefheeft. In onze liefde zijn wij vaak zoo zelfzuch tig. Een moeder bemint haar kind, om dat 't haar kind, omdat 't haar eigen vleesch en bloed is. Eigenlijk heeft ze in haar kind zichzelf lief. Die ons wel daden bewezen hebben, betoonen wij onze genegenheid, maar van onze vij anden hebben wij een afkeer. Tot stel regel heeft de mensch van nature oog om oog en tand om tand. Maar bij God is dat niet zoo. Wij hebben Hem niet eerst liefgehad. Integendeel, wij zijn geneigd Hem te haten. Nadat wij Hem den rug toegekeerd hebben, zijn wij Zijn vijanden en tegenstanders ge worden. De natuurlijke mensch gelooft dat wel niet. Hij wil dat niet erkennen, omdat hij geen rechte zelfkennis bezit. Hij beeldt zich in, dat hij God liefheeft. Maar dat hij een vijand van God is, wordt openbaar, als de Heere hem te genkomt, als 't niet gaat, zooals hij wenscht. Wanneer wij oog krijgen voor de boosheid van ons hart en voor hetgeen de Heere van ons eischt, dan leeren wij verstaan, hoe onze natuur tegen God en Zijn gebod ingaat. Als de apostel zegt, dat wij God niet lief gehad hebben, dan zegt ieder, die aan zichzelven ontdekt werd, daar amen op. Zoo leert Gods Woord 't, maar dat getuigt ook de ervaring van ieder kind van God. Zoo heeft hij zichzelven leeren zien. Hij heeft God niet gezocht. Als God naar hem niet omgezien had, zou hij nooit naar Hem gevraagd heb ben. Het is hem van nature eigen, zijn boozen wil, die zich tegen het gebod Gods kant, door te zetten. Gods eisch vindt hij hard, hij murmureert onder het kruis, dat hem wordt opge legd. Bij het licht des Heiligen Geestes komt hij tot de ontzettende ontdekking, dat hij een opstandeling is tegen de allerhoogste Majesteit. Niet eenmaal, in het paradijs, heeft hij gezondigd, maar eiken dag van zijn leven over treedt hij de inzettingen van zijn Schep per. Als God niet krachtig ingrijpt en dien boozen mensch herschept naar Zijn beeld, wordt met de jaren de vij andschap te grooter. Neen, niet in de mensch is de oor zaak van Gods liefde te zoeken. Dit is het wonderlijke, dat God ons liefge had heeft, toen wij nog dood waren door de misdaden en de zonden, toen wij nog vijanden waren. Dat begrijpen kunnen wij niet. God is in Zijn liefde ondoorgrondelijk. Het is waar Gods kinderen hebben ook hun vijanden lief, zij zegenen waar men hen vloekt, zij bidden voor degenen, die hen geweld aan doen. Wij hooren een Stefanus bidden voor zijn moordenaars, dat de Heere hun de zonde niet mccht toe rekenen. Maar bedenkt, dat zij dat al tijd gebrekkig en onvolkomen doen, en, vaak eerst na veel strijd, zichzelven overwinnen door de kracht van God. Onze vijanden te vergeven, hen lief te hebben, dat gaat tegen onze verdorven natuur in. Dat kunnen wij alleen door de hart veranderende genade van God. Daartoe zijn wij alleen dan in staat, als de liefde Gods, in onze harten is uitgestortdan, als wij uit God geboren zijn en Zijn Geest in ons woont en heerscht. Dan worden wij God hierin gelijkvormig, dat ook in ons die God delijke liefde in beginsel aanwezig is. En hooren wij ook, dat de apostel zegt van de wijze, waarop God zijn liefde betoond heeft, hoe Zijn liefde voor ons het hoogste offer gebracht heeft. Hij heeft Zijn Zoon gezonden tot een verzoening voor onze zonden. Zijn eigen Zoon, den Zoon van Zijn welbehagen. Velen bazelen van liefde en stellen 't voor alsof God te- liefde rijk is, dan dat Hij de zonden kan straf fen. God, zooals de Schrift Hem voor stelt, is volgens hen een harde, een bloeddorstige God. De leer, dat Gods Zoon Zijn bloed gestort heeft om Hem te verzoenen, noemen zij een bloedtheo- logie. Zij achten het in strijd met het wezen Gods, dat Hij toornt tegen de zonde. Maar van Zijn heilig recht heb ben zij geen begrip. Als een rechtvaar dig God moet Hij Zijn wet handhaven

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 1