Klooster- Luiermand DERDE BLAD Economisch weekoverzicht. HOEKJE VOOE V^OU"W ZEILT ZEKIILT Zaterdag 9 Juli 1927. No. 3344. Marktberichten. Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. Gemeenteraad. Boekbespreking. BB BIBBBBB a aaa a BB B BB BB a a a a a aaa a aa a a BBB aaa aaa aaa a aaaa aa aa aaa a a B BBBBB aaa aa aa a a a a aaa aaa a aaa BBB a a a aaa a a aaa aaa a a aaa a aa aa aa a aa a a aa a a aa aaa BBBBBBBBaB Vergadering van den Gemeenteraad van GOEDEREEDE op Woensdag 6 Juli, des n.m. om 7.30 uur. Af wezig met kennisgeving K. Heerschap. Ie. De notulen der vorige vergadering worden gelezen, goedgekeurd en geteekend. 2e. Medeedeeling opneming boeken en kas van den gemeente-ontvanger op 7 Juni 1927. In kas was en moest zijn 542,65®. 3e. Schrijven van P. Troost, inhoudende dank betuiging voor de benoeming tot onderwijzer aan de O. L. School, alsmede dat hij bereid is deze benoeming te aanvaarden. 4e. Schrijven van E. A. Snijder, hoofd der Bijzondere Lagere School aan het Havenhoofd alhier, daarin mededeelende dat hij zijn benoe ming tot lid van de schoolcommissie aanneemt. 5e. Adres van A. de Vries, wegens zijn be noeming tot klerk ten kantore van notaris Ak kerman, om ontslag als 3de ambtenaar van den Burgerlijken Stand en wel met ingang van 1 Juli 1927. B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen en hem tevens dank te brengen voor de in die betrekking bewezen diensten. Hiertoe wordt één- parig besloten. 6e. Wodrt voorlezing gedaan van een besluit van H.H. Ged. Staten dezer provincie, omtrent vrijstelling van de verplichting tot het doen geven van onderwijs in het vak, genoemd onder leetter j in art. 2 der Lager Onderwijswet 1920 (lichamelijke oefening) aan de O. L. School. DDeD gevreagde vrijstelling wordt verleend tot 1 Juni 1929 onder voorwaarde, dat althans onderwijs zal worden gegeven in het vak ge noemd onder letter j in art. 2 der wet van 1878 (vrije en orde oefeningen der gymnastiek). 7e. Missieve van H.H. Ged. Staten omtrent goedkeuring van het raadsbesluit model D van 22 April 1927, betreffende kosten bestrating van de losplaats aan den Bekaf, enz. 8e. Missive van de Gezondheidscommissie, gezeteld te Middelharnis, daarbij toezendende de raming van ontvangsten en uitgaven voor het kalenderjaar 1928. Deze gemeente zal voor 1928 moeten bij dragen 41.19. 9e. Missive van H.H. Ged. Staten, inhoudende voor het jaar 1927 de kosten van den Keurings dienst van Waren, kring Dordrecht, voor deze gemeente is bepaald op 190.63. 10e. Missive* van H.H. Ged. Staten omtrent de wijziging en aanvulling der algemeene Po litieverordening betreffende de afsluiting van de Pieterstraat voor rijwielen. De VOORZITTER komt het naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen daarin vermeld niet gewenscht voor een algemeen rijverbod voor de Pieterstraat vast te stellen en zegt te onderzoeken of er geen ander gaatje is te vinden om toch het rijverbod voor rijwielen voor de Pieterstraat in te stellen. De beslissing hieromtrent wordt tot nader aangehouden. 11e. Komt aan de orde het onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw gekozen Raads leden, de heeren D. Breen, F. den Eerzamen Jz., K. Heerschap, C. J. Lodder Jbz., D. Lodder, Adr. Lokker Jbz. en P. Troo;st. De commissie van onderzoek (bestaande uit de heeren C. J. Lodder en F. den Eerzamen Jz.) adviseeren tot toelating van genoemde raads leden, waartoe wordt besloten. Hiervan zal aa ndle gekozenen en heeren Ged. Staten kennis worden gegeven. 12e. Aanbieding Gemeenteverslag over het jaar 1926. 13e. Ten slotte stelt de VOORZITTER namens B. en W. voor de leening voor de verrichte bestratingen van de losplaats aan den Bekaf en Kerkstraat, groot 2500.--, aan te gaan bij den Bank van Nederlandsche Gemeen ten en af te lossen in 10 jaar. De rente bij die bank zal ten hoogste 5 bedragen. De heer TROOST zag gaarne dat deze leening geplaatst kon worden in de gemeente en verwacht bij publiceeren, dat dit ook wel zal gelukken. Wordt besloten eerst te trachten bedoelde leening particulijier te plaatsen en mocht zulks gee ningang vinden alsdan B. en W. te mach tigen deze leening te doen plaatsen bij de Bank van Nederlandsche Gemeenten tegen een zoo laag mogelijke rente. Daarna sluiting. De uitgever Littooy Azn., te Terneuzen zond ons reeds enkele weken geleden het proefschild van de Gezelle Meerburgh Scheurkalender. Het schild van dezen alendker is heel mooi. Het is e enplaat bij de gelijkenis der verloren pen ning. De uitbeelding is inderdaad artistiek uitge voerd. De eenige opmerking die we maken kun nen is over de uitbeelding van het gelaat der vrouw, die de hoofdfiguur vande plaat is, kan oqs niet erg bekoren. Doch dat is ook de eenige aanmerking. De kleuren zijn zach t en in fijne harmonie gekozen. De namen der medewerkende predikanten laten we hier volgenR. C. van Arkel, O. Boersma, N. Buffinga, Dr. K. Dijk, Ds. v. Dijk, R. Hamming, Dr. J. Hoek, Dr. C. N. Impeta, Dr. G. Keijzer, Ds. Knoppers, G. Laarman, B. van der Werff. Met het geven dezer namen behoeven we feitelijk niets meer te zeggen. Ieder weet nu wel dat alles met zorg bewerkt zal worden. Het premieboek is De weg naar het geluk, door A. L. Lanszberg. Kosteloos verkrijgbaar is het werkje „In welke badplaats doorbrengen?" 1927. Samengesteld door J. W. Koekx, directeur „Noordzeebad Egmond." Dit boekje verschaft gegevens over 21 Noordzeebadplaatsen, 5 bad plaatsen op de Waddeneilanden en 5 Zuider zeebadplaatsen. Deze gids is heel gemakkkelijk als men een keus wil doen uit onze Nederland sche badplaatsen, en het lest best zegt men wel eens, men kan het voor niets bekomen. Van de Handelsmaatschappij Goudswaard te Rotterdam ontvingen we „De Zang der Zee" woorden van P. A. de Rover, Muzie van P. Reijnsdorp. De muziek van dit stukje is inderdaad mooi, we kunnen dit muziekliefhebbers van harte aan bevelen zich dit aan te schaffen. De gedachte die de woorden zullen weergeven is mooi maar de vorm kon ons maar matig bekoren. Psalm 150 2-3. Voor gemengd koor. Har monie van Mar. Egberts Jr. De zetting van deze Psalm is heel mooi. Bede en Lofzang. Twee geestelijke liederen woorden en muziek van P. Reijnsdorp. Boven het stukje Bede staatRustig tempo, met gevoel, maar hoe kunnen we de muziek met aardig veel zestiende noten, erg rustig spe len. Muziek en woorden zijn niet in overeen stemming. Het Lofgezang onderscheid zich ook maar heel weinig van het vele wat wij in dit genre al hebben. Uit mijn leven, door L. Penning, Uitgave van La Riviere en Voorhoeve te Zwolle. In het algemeen genomen hebben we maar heel weinig op met de levensbeschrijvingen door den auteur zelf gegeven, maar dit is zulk een schitterende uitzondering dat we dit werk warm aanbevelen. Hoe kan het ook eigentlijk anders van onzen Penning. Kinderlijk eenvoudig uit zich het rijke geloof van dezen verteller onder ons. We zien dat in de hoofdgedachte de lei dingen des Heeren met Penning. Niet Penning zelf maar Gods weg met hem is wat we het duidelijkst zien. Ieder moet dit wer lezen. De Uitgever J. N. Voorhoeve zond ons de Tweede zending der Evangelisatie-Bibliotheek, bestaande uit Drie kameraden, door K. Roy, Hij is opgestaan, en Een kostbaare parel door C. H. Spurgeon. 16 Tractaten van twee pagina's in 8 soorten. Reeds herhaalde malen hadden we het ge noegen de zendingen der Evangelisatie-Biblio theek voor onze lezers te bespreken, en we zouden in herhaling vallen als we deze zending weer in den breede gingen bespreken, want al het goede dat we vorige malen van dit werk gezegd hebben, kunnen we ook nu er weer van zeggen. Drie kameraden is uitmuntend voor die Evangelisatie geschikt. Hij is opgestaan, geeft ons de bekeeringsgeschiedenis van een Joodsch meije. Maar dit boekje geeft ook een bescha mende les aan allen die zich christenen noemen maar waarvan inderdaad zoo weinig blijkt. Een werkje van Spurgeon heeft geen aanbeveling noodig. De tractaten zijn altijd goed. De ab- bonnementsprijs is 3.90. Natuurlijk voor nie mand een hezwaar en men ontvangt een schat van goede lectuur. De Mormoonsche leer, door Dr. M. H. A. van der Valk. Uitgave van de Handelmaat schappij Goudswaard te Rotterdam. In een beknopt bestek worden hier gegeven de Mormoonsche leerstellingen en hun anti-chris telijk karakter worden aangetoond. Dat dit wekje geschreven is door Dr. Van de Valk, die uiterst nauwkeurig leer en leven der Mor monen bestudeerd heeft, is voldoende aanbeve ling. Cursus voor het schriftelijk rekenen in de lagere school, door L. Bij de Lij en G. Postma. Een de beginselen dezer methode is weinig praten maar veel laten doen. Bij het doorbla deren dezer rekencursus zagen we dat hieraan steeds de hand gehouden is en gelukkig, want al dat redeneeren en beredeneerde oplossingen geven kwam in de practijk hierop neer, dat de onderwijzer(es) de redeneering klaar maakte en het kind slechts invult. De indeeling der leerstof is heel goed te noemen. Kennismaking met deze methode zal zeker tot aanschaffing op de scholen leiden. bhlS£lllea de De drie 1 «jarige Geiten, die op Woensdag 8 Juni jl, op de Geitenkeuring te Ouddorp den lsten prijs behaalden. De teere huid var Jonggeborenen, die bijna voort durend - bloot staan aan smetten en schrijneneischt een bijzondere zalf om de roode plek? ken en ontstoken huidplooien te zuiveren en te genezen. Zulk een zalf als Akkers Kloosterbalsem, (60 cent) die dan ook in geen luiermand mag ontbreken. Koopt daarom nog heden een pot - ook in tal van an dere gevallen zal Kloosterbalsem goede diensten kunnen bewijzen (bi) brand-, snij- en andere wonden, insectenbeten en als wrijfmiddel bi) rheumatiek en spierpijn). Zijn heerlijk ver-' zachtende pijnstillende en ontsteking-werende eigenschappen zijn de oorzaak van het korte) oordeel van '„Geengoud too goed") Vervolgende onze beschouwing omtrent Le- vensvezekering komen wij thans aan de af- deeling der verzekeringen zonder winstaandeel, waaruit zou worden afgeleid, dat de hiervoor genoemde vormen alle met winstaandeel gesloten zouden worden, doch dat is minder juist. De meeste maatschappijen laten daarvoor de keuze aan den aanvragermet of zonder winstaan deel, waarbij dus, zooals de uitdrukking zegt, al of niet in de winst der maatschappij wordt gedeeld. Het is duidelijk, dat het eerste tarief duurder is dan het tweede. Het zou ons te ver voeren, om deze kwestie nader te beschouwen, aangezien dit meer tot de finesses van het be drijf behoort, die slechts voor ingewijden belang hebben. De verzekeringen speciaal genoemd „zonder aandeel in de winst'' zijn in de eerste plaats de tijdelijke verzekeringen. Men doet hier het beste een vergelijking te maken met een gewone brandassurantie. Deze wordt voor een tijdvak van meestal zeven jaren gesloten en is er in dien tusschentijd geen brand voorgekomen, dan zijn de betaalde premiën dus verloren, doch men was gedekt geweest voor eventueele brand schade. Zoo ook de tijdelijke verzekering op het leven. Iemand, oud 30 jaren, wenscht b.v. aan zijne nabestaanden een bedrag van 10.000 na te laten, indien hij binnen 15 jaren sterft. Sterft hij niet, dan zijn de betaalde premiën dus verloren, doch in dien tijd was hij gedekt voor overlijden. Dit tarief wordt, in het alge meen slechts gebruikt voor buitenlandsche rei zen, waarbij de risico's grooter zijn het spreekt vanzelf, dat een strenge keuring voorschrift is Voortgaande komen wij tot de verzekering bij leven, de z.g. spaarverzekering. Men wil b.v. tijdens zijn leven een bedrag sparen voor een bepaald doel, doch geen bepaalde gezins verzorging bij overlijden. Hiervoor is van keu ring geen sprake, want de maatschappij lijdt geen risico, immers worden de premiën bij overlijden al of niet teruggegeven naar keuze, waaruit volgt, dat het eerste duurder is dan het tweede, dat daarin weer overeenkomt met de brandassurantie. Voordeelig zijn de spaar- verzekeringen uit het oogpunt van rente echter niet, doch als men het geld op de spaarbank stort, is daar geen enkele dwangwordt echter door den agent de kwitantie aangeboden voor de verzekering, dan wordt die betaald. De vorm van spaarverzekering heeft echter nog een ander doel en wel het volgende Het gebeurt helaas maar al te vaak, dat can- didaat-verzekerden door den keurenden genees heer ongeschikt worden bevonden of minder geschikt, waardoor het tarief te duur wordt, aangezien in dat geval een hoogere premie door het meerdere risico' wordt geëischt. Men wil zich echter toch verzekeren en in zoo'n geval is de spa.arverzekering de aange wezen weg. Voordat we overgaan tot bespreking der afdeeling lijfrente, willen wij nog een enkel woord wijden aan een bijzonder soort verzeke ring, dat nogal typisch is. Het is de gemengde verzekering, waarvoor een lage premie wordt betaald gedurende het bepaalde aantal jaren, doch wordt deze leeftijd bereikt, dan krijgt men niet de verzekerde som, maar slechts een veel kleiner bedrag, doch heeft de keuze de ver zekering voor een aantal jaren te continueeren op dezelfde voorwaarden, of te beëindigen tegen betaling van bedoeld klein bedrag, waarbij een schade wordt geleden door den verzekerde, die echter voor zijn leven gedekt was voor een hoog bedrag als hij in den tusschentijd stierf. De bok »FRANCK«» die op Woensdag 8 Juni jl. op de Geiten® keuring te Ouddorp den lsten prijs behaalde. MIDDELHARNIS. Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkee. Veiling van Woensdag 6 Juli 1927. Bloemkool f 7,— tot f 18,—. Komkommers f 8,— tot f 17,—. Perziken f 3,— tot f 12,—. Alles per 100 stuks. Peulerwten f 5,— tot f 18,—. Postelein f 19,— tot f 23,—. Roode bessen f 17,— tot f 27,—. Aardappelen (nieuwe) f 5,10 tot f 12,80. Poters f 2,50. Tuinboonen f 7,— tot f 14,—. Tomaten f 18,—. Doppers f4,- tot f 9,—. Kruisbessen f 8,— tot f 26,—. Alles per 100 K.G. Peen f 0,90 tot f 7,—. Radijs f 0,40 tot f 0,60. Alles per 100 bos. Sla f 0,30 tot f 4.80 per 100 krop. Aardbeien f 9,70 tot f 13,50 per 100 pond. Frambozen f 23,— tot f 26,— per 100 pond. Druiven f 0,78. Kaas (Leidsche) f 0,25 tot f 0,28. Kaas 20 f 0,28 tot f 0,29. Boter f 0,88 tot f 0,96. Alles per pond Zwarte bessen f 29,10 tot f 30,— per 100 K.G. Aanvoer 11109 K.G. zw. bessen. MIDDELHARNIS. Zwarte bessen® veiling van 7 Juli. Prijs f 31,— per 100 K.G. Aanvoer 6379 K.G. Het wordt nu zoo langzamerhand tijd, dat we plannen gaan maken voor de vacantie. De kinderen komen ook al thuis met de boodschap „Nog zooveel weken, dan krijgen we vacantie". Al gaat dan ook het geheele gezin niet uit, voor de kinderen worden toch meestal wel plan nen gemaakt. Een paar dagen, een weekje soms naar grootouders of oom en tante, dat kan in den regel nog wel. Soms als vader ook vacantie krijgt, gaat het heele gezin uit. Doch dat is in het leven nog geen regel. Heel dikwijls blijft het bij het uitgaan der kinderen. Moeder probeert ook wel eens een of twee daagjes uit te gaan, zij het dan ten koste van veel voorzorgen en veel gedraaf. Maar uit logeeren gaan maakt aan den an deren kant noodig loge's ontvangen. Toen ik zoo van verschillende kanten klanken opving over it logeeren gaan of loge's ontvangen, moest ik denken aan de geestige boeken van den schrijver Mark Prager Lindo, die geschreven heeft onder het pseudoniem van: De oude Heer Smits. De schrijver heeft de eigenaardige gewoonte alles in categoriën in te deelen. Heeft hij het b.v. over vaders, dan geeft hij een piquante beschrijving over „strenge vaders", „toegevende vaders", fatsoenlijke vaders" en „egoïstische vaders". Alles zoo echt raak beschreven. Op dezelfde wijze behandelt hij ooms en tante s, nichten en neven. In zijn vele schetsen zien we, dat ook de loge's een beurt krijgen. Zelf overtuigd van het hachelijke van z'n onderwerp, schrijft hij er boven „Een teer onderwerp". Ik wilde wel, dat al de lezeressen van ons vrouwenhoekje deze geestige schets konden lezen. Eerst heeft „De oude Heer Smits" het over de ongegeneerde loge'sdat is de logé, die in het huis van z'n gastheer de onbeperkte heerscher is en tijdens zn bezoek alles inricht naar eigen goeddunken. Na hem krijgt de „benauwde beleefde logé" een beurt, de man, die tijden te voren belet laat vragen en in angstig beleefde vormen dep gastheer wel duizendmaal verzekert, dat alles toch zoo uitstekend naar genoegen is, bij voorbaat reeds ja knikt als de gastvrouw iets zeggen wil, en als aller onaangenaamste den gastheer met een volharding een betere zaak Waardig,, volgt op al z'n wegien. De derde In de reeks is „de deftige logé", iemand die gansch en al onschuld is van een sfeer vol deftigheid, en dan met een beleefde minachting neerziet op al wat geboden wordt en steeds het idee geeft, dat hij zich toch in alles behelpen moet. De vierde en laatste in de rij is „de vrouwe lijke logé". Wat „De oude Heer Smits" daarvan zegt, moeten de lezeressen zelf maar eens na lezen in de werken van dien schrijver. Wellicht heeft Mark Prager Lindo in een van z'n andere werken een soortgelijke rij van gastheeren en gastvrouwen beschreven op de hem eigen geestige wijze. Wel herinner ik me, dat hij eens schrijft zelf op reis te zullen gaan om als voorbeeld te dienen van elke logé. Nu moge deze schrijver in zijn voorstelling de uitersten hebben gegeven, het is nu toch eenmaal zoo, dat we elke aankondiging van bezoek met geheel verschillende gewaarwordin gen lezen, evenzeer als we de eene logeerpartij beschouwen als een plichht of de andere als een genoegen. Ge krijgt een brief waarin gevraagd wordt of het u gelegen komt daten gestelt u al voor een paar echt* knusse dagen vertrou welijk gesprek, aangename wandeling, enz. Een paar dagen later weer eens een brief of het u gelegen komt, daten ge ondervindt dezelfde twijfelachtige gewaarwordingen als „De oude Heer Smits" zoo meesterlijk be schreven heeft. De zwaarste en toch ook de meest dankbare taak heeft ongetwijfeld wel de gastvrouw. In hoofdzaak hangt het feitelijk van haar af hoe een heele logeerpartij verloopt. Zij moet het in huis zoo gezellig mogelijk maken en ook boven dien den gulden middenweg trachten te houden als de logé's eens uitgaan. De gasten er steeds alleen op uit te laten gaan zal dezen wel een gevoel geven alsof men ze maar al te gaarne een paar uren kwijt is. Maar de gasten on ophoudelijk te vergezellen zal al evenmin aan genaam zijn. Heeft „De oude Heer Smits" geschreven over deftige logé's, er zijn maar al te veel deftige gastvrouwen. Er wordt beweerd „Neen, 't is niets erg hoor, we ontvangen je maar heel gewoon onder ons", maar intusschen wordt er een drukte en omslag gemaakt, terwijl de vrouw des huizes al jagend en jachtend door het huis vliegt om alles toch maar in de puntjes te heb ben. En de arme gasten voelen zich al door maar oorzaak van zooveel extra vermoeienis, terwijl geen tijd voor rustig gesprek overblijft. Och zoo zullen er wel evenveel typen van gasten zijn, maar de gave om gezellig gasten te kunnen ontvangen, heeft ook al niet ieder en met goede bedoelingen alleen is men nog niet klaar. De eene gast zal wel eens iets heel graag willen wat een ander nu weer niet prefereert. Zoo heeft een gastvrouw, wil ze het haar gasten aangenaam maken, met heel wat rekening te houden, maar indien ze dan ook slaagt in haar pogen, dan is het een prettigen tijd niet alleen voor de gasten, maar ook voor haar zeiven en de overige huisgenooten M'n beste neefjes en nichtjes 1 Wat had ik verleden week eens graag bij tan gelukkige nichtjes en neefjes willen kijken toen ze ons Jeugdhoekje lazen, 't Was een gezellig, gezicht zoo n stapel prijzen bij een te zien. Ik denk, dat heel velen van jullie al druk aan de vacantie denken. De brieven van deze week zullen mij wel veel plannetjes vertellen. Vorigen keer waren er al die mij over vacantie heel wat te vertellen hadden, maar er waren even zooveel klachten over het weer. O, die kinderen waren nu al bang, dat het slecht va- cantieweer wezen zou. Het kan anders nog genoeg meevallen, maar ik zou zulken wel aanradenmaak wat leuke werkjes klaar, dat je in de vacantie doen kunt, dan is het niet zoo erg al regent het eens een dag. In huis kun je je ook vermaken. Maar nu genoeg gepraat, een anderen keer weer verder. Allen veel groeten van jullie TANTE TRUUS. EEN ZUID-AFRIKAANSCH OPSTEL. Hieronder komt een opstel, dat een tienjarig jongen in Zuid-Afrika over „De koe" gemaakt heeft. Ik vond het zoo aardig, dat ik het mijn nichtjes en neefjes ook eens laat lezen. Jullie moet het maar eens langzaam lezen, dan kunnen jullie dit Zuid-Afrikaansch best begrijpen. OPSTEL OVER „DIE KOEI". Uit het Zuid-Afrikaansche weekblad „Die Huisgenoot" nemen we hier over een opstel, dat ,,'n tienjarig seuntjie oor „Die Koei", moes skrywe". Onze Hollandsche jongens zullen zich met het lezen er van vermaken. Het luidt als volgt „Die koei is 'n soogdier en 'n huisdier. Hy is orals met runderleer bespan. Agteraan het hy 'n stert met 'n pluim, waarmee hy die vlieë wegja wat anders in die melk sou val. Vooraan sit die kop waaraan die horings groei en waarop die mond gevestig is. Die koei gebruik die horings om te stoot en die mond om te brul. Aan die onderkant van die koei hang die melk dit is ingerig om getrek te word. Hoe die koei dit regkry, het ons nog nie geleer nie. Die koei ruik besonder goed, 'n mens ruik hom al op 'n groot afstand, wat die landlug maak. Die koei leef van gras, afval en botterblomme. As die voer goed is, produseer die koei goeie melk; als dit sleg is, slegte melk, en as dit onweer is, wordt die melk suur. Hy gebruik min voer. Wat hy geëet het, eet hy nog dikwels, want hy kou alles nog 'n slag tot hy heeltemal sat is. Meer weet ek nie. De volgende letter. HENK. XIII. Toen Moe het vertelde dat Piet bij hun op 't dorp bij den tuinbaas kwam wonen, had Moe ze ook gezegd Luister nu een s goed jongens. Piet komt hier ook op de school. Nu moeten jullie er op school maar niet over praten wat je weet van Piet. Dat is veel beter voor dien jongen, anders heb je kans dat de jongens hem plagen gaan. Probeer maar eens iets prettigs voor dat arme kind te doen. Hij heeft nog niets anders dan verdriet gehad. Henk knikte wat heftig ja. Nou als hij er wat aan doen kon zou Piet niet gesard worden. Van plagen wist Henk mee te praten. De jongens beloofden het en ze vonden het een eer zulke geheimen te weten. Ja eigenlijk was het wel eens moeilijk toen Piet er was, want als je zoo van alles wist, stond zoo echt groot, maar ze hielden zich flink. De eerste dagen viel Henk mee op school. Meester wist alles echt gezellig te maken en Nelis Zwart scheen het plagen wat vergeten te zijn. Henk vroolijkte er heel door op. Hij had het zich wat er g voorgesteld en zich bang gemaakt voor niets. Het leeren was wel fijn hoor, dat deed Henk wel graag en Vader had laatst gezegd Henk, jongen, als het in de maand Januari goed blijft gaan met je gezondheid, als je niet zoo erg gaat hoesten als verleden jaar, dan krijg je in Februari thuis Fransche les, gelijk met Jo en Frans je vriendje. Fijn hoor, als ik nou maar niet ga hoesten, vreesde Henk al even. Maar hij zou wel voor zichtig wezen, misschien kwam hij er dan van dezen winter eens goed af. Met Piet ging het goed. Het was wel wat tegengevallen, dat Piet in zoo'n lage klasse gezet werd, maar Piet had vroeger niet veel school gegaan, nu moest hij dus heel wat inhalen. Toen hij eenmaal gewend was, vonden de drie vrien den het wel een leuke jongen om mee om te gaan. In het spelletjes verzinnen was hij allen de baas. Af en toe mocht hij ook op Rozenhuis komen. Het was aardig om te zien hoe Piet voor Henk s moeder was. Mevrouw Verhagen was de eerste geweest die naar hem gekeken had in al zijn ellende en alles probeerde hij om het haar prettig te maken. Wel moesten de jongens dikwijls lachen om de grappige en vreemde uitdrukkingen die Piet gebruikte en Mevrouw Verhagen riep hem ook wel eens bij haar om 'hem zoo eenvoudig en vriendelijk mogelijk te wijzen op verkeerde woorden die hij niet mocht zeggen. Heel lang duurde het niet, of Piet was op het dorp geheel en al ingeburgerd. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 9