Klooster-
Luiermand
DERDE BLAD
Economisch weekoverzicht.
HOEKJE VOOE V^OU"W ZEILT ZEKIILT
Zaterdag 9 Juli 1927.
No. 3344.
Marktberichten.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
Gemeenteraad.
Boekbespreking.
BB BIBBBBB
a aaa a
BB B BB
BB a a a a
a
aaa a aa
a a
BBB
aaa
aaa aaa a aaaa
aa aa aaa
a a
B BBBBB
aaa
aa aa a a
a a
aaa aaa a
aaa
BBB a
a a
aaa a a
aaa
aaa
a a
aaa a
aa
aa aa a
aa
a a aa
a
a aa aaa
BBBBBBBBaB
Vergadering van den Gemeenteraad van
GOEDEREEDE op Woensdag 6 Juli,
des n.m. om 7.30 uur.
Af wezig met kennisgeving K. Heerschap.
Ie. De notulen der vorige vergadering worden
gelezen, goedgekeurd en geteekend.
2e. Medeedeeling opneming boeken en kas
van den gemeente-ontvanger op 7 Juni 1927.
In kas was en moest zijn 542,65®.
3e. Schrijven van P. Troost, inhoudende dank
betuiging voor de benoeming tot onderwijzer
aan de O. L. School, alsmede dat hij bereid
is deze benoeming te aanvaarden.
4e. Schrijven van E. A. Snijder, hoofd der
Bijzondere Lagere School aan het Havenhoofd
alhier, daarin mededeelende dat hij zijn benoe
ming tot lid van de schoolcommissie aanneemt.
5e. Adres van A. de Vries, wegens zijn be
noeming tot klerk ten kantore van notaris Ak
kerman, om ontslag als 3de ambtenaar van den
Burgerlijken Stand en wel met ingang van
1 Juli 1927.
B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag
op de meest eervolle wijze te verleenen en
hem tevens dank te brengen voor de in die
betrekking bewezen diensten. Hiertoe wordt één-
parig besloten.
6e. Wodrt voorlezing gedaan van een besluit
van H.H. Ged. Staten dezer provincie, omtrent
vrijstelling van de verplichting tot het doen
geven van onderwijs in het vak, genoemd onder
leetter j in art. 2 der Lager Onderwijswet 1920
(lichamelijke oefening) aan de O. L. School.
DDeD gevreagde vrijstelling wordt verleend
tot 1 Juni 1929 onder voorwaarde, dat althans
onderwijs zal worden gegeven in het vak ge
noemd onder letter j in art. 2 der wet van 1878
(vrije en orde oefeningen der gymnastiek).
7e. Missieve van H.H. Ged. Staten omtrent
goedkeuring van het raadsbesluit model D van
22 April 1927, betreffende kosten bestrating
van de losplaats aan den Bekaf, enz.
8e. Missive van de Gezondheidscommissie,
gezeteld te Middelharnis, daarbij toezendende
de raming van ontvangsten en uitgaven voor
het kalenderjaar 1928.
Deze gemeente zal voor 1928 moeten bij
dragen 41.19.
9e. Missive van H.H. Ged. Staten, inhoudende
voor het jaar 1927 de kosten van den Keurings
dienst van Waren, kring Dordrecht, voor deze
gemeente is bepaald op 190.63.
10e. Missive* van H.H. Ged. Staten omtrent
de wijziging en aanvulling der algemeene Po
litieverordening betreffende de afsluiting van
de Pieterstraat voor rijwielen.
De VOORZITTER komt het naar aanleiding
van de gemaakte opmerkingen daarin vermeld
niet gewenscht voor een algemeen rijverbod
voor de Pieterstraat vast te stellen en zegt te
onderzoeken of er geen ander gaatje is te
vinden om toch het rijverbod voor rijwielen
voor de Pieterstraat in te stellen. De beslissing
hieromtrent wordt tot nader aangehouden.
11e. Komt aan de orde het onderzoek der
geloofsbrieven van de nieuw gekozen Raads
leden, de heeren D. Breen, F. den Eerzamen Jz.,
K. Heerschap, C. J. Lodder Jbz., D. Lodder,
Adr. Lokker Jbz. en P. Troo;st.
De commissie van onderzoek (bestaande uit
de heeren C. J. Lodder en F. den Eerzamen Jz.)
adviseeren tot toelating van genoemde raads
leden, waartoe wordt besloten. Hiervan zal
aa ndle gekozenen en heeren Ged. Staten kennis
worden gegeven.
12e. Aanbieding Gemeenteverslag over het
jaar 1926.
13e. Ten slotte stelt de VOORZITTER
namens B. en W. voor de leening voor de
verrichte bestratingen van de losplaats aan den
Bekaf en Kerkstraat, groot 2500.--, aan te
gaan bij den Bank van Nederlandsche Gemeen
ten en af te lossen in 10 jaar. De rente bij
die bank zal ten hoogste 5 bedragen.
De heer TROOST zag gaarne dat deze
leening geplaatst kon worden in de gemeente
en verwacht bij publiceeren, dat dit ook wel
zal gelukken.
Wordt besloten eerst te trachten bedoelde
leening particulijier te plaatsen en mocht zulks
gee ningang vinden alsdan B. en W. te mach
tigen deze leening te doen plaatsen bij de Bank
van Nederlandsche Gemeenten tegen een zoo
laag mogelijke rente.
Daarna sluiting.
De uitgever Littooy Azn., te Terneuzen zond
ons reeds enkele weken geleden het proefschild
van de Gezelle Meerburgh Scheurkalender. Het
schild van dezen alendker is heel mooi. Het
is e enplaat bij de gelijkenis der verloren pen
ning. De uitbeelding is inderdaad artistiek uitge
voerd. De eenige opmerking die we maken kun
nen is over de uitbeelding van het gelaat der
vrouw, die de hoofdfiguur vande plaat is, kan
oqs niet erg bekoren. Doch dat is ook de eenige
aanmerking.
De kleuren zijn zach t en in fijne harmonie
gekozen.
De namen der medewerkende predikanten
laten we hier volgenR. C. van Arkel, O.
Boersma, N. Buffinga, Dr. K. Dijk, Ds. v. Dijk,
R. Hamming, Dr. J. Hoek, Dr. C. N. Impeta,
Dr. G. Keijzer, Ds. Knoppers, G. Laarman,
B. van der Werff.
Met het geven dezer namen behoeven we
feitelijk niets meer te zeggen. Ieder weet nu wel
dat alles met zorg bewerkt zal worden.
Het premieboek is De weg naar het geluk,
door A. L. Lanszberg.
Kosteloos verkrijgbaar is het werkje „In welke
badplaats doorbrengen?" 1927.
Samengesteld door J. W. Koekx, directeur
„Noordzeebad Egmond." Dit boekje verschaft
gegevens over 21 Noordzeebadplaatsen, 5 bad
plaatsen op de Waddeneilanden en 5 Zuider
zeebadplaatsen. Deze gids is heel gemakkkelijk
als men een keus wil doen uit onze Nederland
sche badplaatsen, en het lest best zegt men wel
eens, men kan het voor niets bekomen.
Van de Handelsmaatschappij Goudswaard te
Rotterdam ontvingen we „De Zang der Zee"
woorden van P. A. de Rover, Muzie van P.
Reijnsdorp.
De muziek van dit stukje is inderdaad mooi,
we kunnen dit muziekliefhebbers van harte aan
bevelen zich dit aan te schaffen. De gedachte
die de woorden zullen weergeven is mooi maar
de vorm kon ons maar matig bekoren.
Psalm 150 2-3. Voor gemengd koor. Har
monie van Mar. Egberts Jr. De zetting van
deze Psalm is heel mooi.
Bede en Lofzang. Twee geestelijke liederen
woorden en muziek van P. Reijnsdorp.
Boven het stukje Bede staatRustig tempo,
met gevoel, maar hoe kunnen we de muziek
met aardig veel zestiende noten, erg rustig spe
len. Muziek en woorden zijn niet in overeen
stemming. Het Lofgezang onderscheid zich ook
maar heel weinig van het vele wat wij in dit
genre al hebben.
Uit mijn leven, door L. Penning, Uitgave van
La Riviere en Voorhoeve te Zwolle.
In het algemeen genomen hebben we maar
heel weinig op met de levensbeschrijvingen door
den auteur zelf gegeven, maar dit is zulk een
schitterende uitzondering dat we dit werk warm
aanbevelen. Hoe kan het ook eigentlijk anders
van onzen Penning. Kinderlijk eenvoudig uit
zich het rijke geloof van dezen verteller onder
ons. We zien dat in de hoofdgedachte de lei
dingen des Heeren met Penning. Niet Penning
zelf maar Gods weg met hem is wat we het
duidelijkst zien. Ieder moet dit wer lezen.
De Uitgever J. N. Voorhoeve zond ons de
Tweede zending der Evangelisatie-Bibliotheek,
bestaande uit Drie kameraden, door K. Roy,
Hij is opgestaan, en Een kostbaare parel door
C. H. Spurgeon. 16 Tractaten van twee pagina's
in 8 soorten.
Reeds herhaalde malen hadden we het ge
noegen de zendingen der Evangelisatie-Biblio
theek voor onze lezers te bespreken, en we
zouden in herhaling vallen als we deze zending
weer in den breede gingen bespreken, want al
het goede dat we vorige malen van dit werk
gezegd hebben, kunnen we ook nu er weer van
zeggen.
Drie kameraden is uitmuntend voor die
Evangelisatie geschikt. Hij is opgestaan, geeft
ons de bekeeringsgeschiedenis van een Joodsch
meije. Maar dit boekje geeft ook een bescha
mende les aan allen die zich christenen noemen
maar waarvan inderdaad zoo weinig blijkt. Een
werkje van Spurgeon heeft geen aanbeveling
noodig. De tractaten zijn altijd goed. De ab-
bonnementsprijs is 3.90. Natuurlijk voor nie
mand een hezwaar en men ontvangt een schat
van goede lectuur.
De Mormoonsche leer, door Dr. M. H. A.
van der Valk. Uitgave van de Handelmaat
schappij Goudswaard te Rotterdam.
In een beknopt bestek worden hier gegeven de
Mormoonsche leerstellingen en hun anti-chris
telijk karakter worden aangetoond. Dat dit
wekje geschreven is door Dr. Van de Valk,
die uiterst nauwkeurig leer en leven der Mor
monen bestudeerd heeft, is voldoende aanbeve
ling.
Cursus voor het schriftelijk rekenen in de
lagere school, door L. Bij de Lij en G. Postma.
Een de beginselen dezer methode is weinig
praten maar veel laten doen. Bij het doorbla
deren dezer rekencursus zagen we dat hieraan
steeds de hand gehouden is en gelukkig, want
al dat redeneeren en beredeneerde oplossingen
geven kwam in de practijk hierop neer, dat de
onderwijzer(es) de redeneering klaar maakte
en het kind slechts invult. De indeeling der
leerstof is heel goed te noemen. Kennismaking
met deze methode zal zeker tot aanschaffing
op de scholen leiden.
bhlS£lllea de
De drie 1 «jarige Geiten,
die op Woensdag 8 Juni jl, op de Geitenkeuring te Ouddorp den lsten prijs behaalden.
De teere huid var
Jonggeborenen,
die bijna voort
durend - bloot
staan aan smetten
en schrijneneischt
een bijzondere zalf
om de roode plek?
ken en ontstoken
huidplooien te zuiveren en te genezen. Zulk een
zalf als Akkers Kloosterbalsem, (60 cent) die dan
ook in geen luiermand mag ontbreken. Koopt
daarom nog heden een pot - ook in tal van an
dere gevallen zal Kloosterbalsem goede diensten
kunnen bewijzen (bi) brand-, snij- en andere
wonden, insectenbeten en als wrijfmiddel bi)
rheumatiek en spierpijn). Zijn heerlijk ver-'
zachtende pijnstillende en ontsteking-werende
eigenschappen zijn de oorzaak van het korte)
oordeel van '„Geengoud too goed")
Vervolgende onze beschouwing omtrent Le-
vensvezekering komen wij thans aan de af-
deeling der verzekeringen zonder winstaandeel,
waaruit zou worden afgeleid, dat de hiervoor
genoemde vormen alle met winstaandeel gesloten
zouden worden, doch dat is minder juist. De
meeste maatschappijen laten daarvoor de keuze
aan den aanvragermet of zonder winstaan
deel, waarbij dus, zooals de uitdrukking zegt,
al of niet in de winst der maatschappij wordt
gedeeld. Het is duidelijk, dat het eerste tarief
duurder is dan het tweede. Het zou ons te ver
voeren, om deze kwestie nader te beschouwen,
aangezien dit meer tot de finesses van het be
drijf behoort, die slechts voor ingewijden belang
hebben.
De verzekeringen speciaal genoemd „zonder
aandeel in de winst'' zijn in de eerste plaats
de tijdelijke verzekeringen. Men doet hier het
beste een vergelijking te maken met een gewone
brandassurantie. Deze wordt voor een tijdvak
van meestal zeven jaren gesloten en is er in
dien tusschentijd geen brand voorgekomen, dan
zijn de betaalde premiën dus verloren, doch
men was gedekt geweest voor eventueele brand
schade. Zoo ook de tijdelijke verzekering op
het leven. Iemand, oud 30 jaren, wenscht b.v.
aan zijne nabestaanden een bedrag van 10.000
na te laten, indien hij binnen 15 jaren sterft.
Sterft hij niet, dan zijn de betaalde premiën
dus verloren, doch in dien tijd was hij gedekt
voor overlijden. Dit tarief wordt, in het alge
meen slechts gebruikt voor buitenlandsche rei
zen, waarbij de risico's grooter zijn het spreekt
vanzelf, dat een strenge keuring voorschrift is
Voortgaande komen wij tot de verzekering
bij leven, de z.g. spaarverzekering. Men wil
b.v. tijdens zijn leven een bedrag sparen voor
een bepaald doel, doch geen bepaalde gezins
verzorging bij overlijden. Hiervoor is van keu
ring geen sprake, want de maatschappij lijdt
geen risico, immers worden de premiën bij
overlijden al of niet teruggegeven naar keuze,
waaruit volgt, dat het eerste duurder is dan
het tweede, dat daarin weer overeenkomt met
de brandassurantie. Voordeelig zijn de spaar-
verzekeringen uit het oogpunt van rente echter
niet, doch als men het geld op de spaarbank
stort, is daar geen enkele dwangwordt echter
door den agent de kwitantie aangeboden voor
de verzekering, dan wordt die betaald. De vorm
van spaarverzekering heeft echter nog een ander
doel en wel het volgende
Het gebeurt helaas maar al te vaak, dat can-
didaat-verzekerden door den keurenden genees
heer ongeschikt worden bevonden of minder
geschikt, waardoor het tarief te duur wordt,
aangezien in dat geval een hoogere premie
door het meerdere risico' wordt geëischt.
Men wil zich echter toch verzekeren en in
zoo'n geval is de spa.arverzekering de aange
wezen weg.
Voordat we overgaan tot bespreking der
afdeeling lijfrente, willen wij nog een enkel
woord wijden aan een bijzonder soort verzeke
ring, dat nogal typisch is. Het is de gemengde
verzekering, waarvoor een lage premie wordt
betaald gedurende het bepaalde aantal jaren,
doch wordt deze leeftijd bereikt, dan krijgt men
niet de verzekerde som, maar slechts een veel
kleiner bedrag, doch heeft de keuze de ver
zekering voor een aantal jaren te continueeren
op dezelfde voorwaarden, of te beëindigen tegen
betaling van bedoeld klein bedrag, waarbij een
schade wordt geleden door den verzekerde, die
echter voor zijn leven gedekt was voor een
hoog bedrag als hij in den tusschentijd stierf.
De bok »FRANCK«»
die op Woensdag 8 Juni jl. op de Geiten®
keuring te Ouddorp den lsten prijs behaalde.
MIDDELHARNIS.
Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkee.
Veiling van Woensdag 6 Juli 1927.
Bloemkool f 7,— tot f 18,—.
Komkommers f 8,— tot f 17,—.
Perziken f 3,— tot f 12,—.
Alles per 100 stuks.
Peulerwten f 5,— tot f 18,—.
Postelein f 19,— tot f 23,—.
Roode bessen f 17,— tot f 27,—.
Aardappelen (nieuwe) f 5,10 tot f 12,80.
Poters f 2,50.
Tuinboonen f 7,— tot f 14,—.
Tomaten f 18,—.
Doppers f4,- tot f 9,—.
Kruisbessen f 8,— tot f 26,—.
Alles per 100 K.G.
Peen f 0,90 tot f 7,—.
Radijs f 0,40 tot f 0,60.
Alles per 100 bos.
Sla f 0,30 tot f 4.80 per 100 krop.
Aardbeien f 9,70 tot f 13,50 per 100 pond.
Frambozen f 23,— tot f 26,— per 100 pond.
Druiven f 0,78.
Kaas (Leidsche) f 0,25 tot f 0,28.
Kaas 20 f 0,28 tot f 0,29.
Boter f 0,88 tot f 0,96. Alles per pond
Zwarte bessen f 29,10 tot f 30,— per 100 K.G.
Aanvoer 11109 K.G. zw. bessen.
MIDDELHARNIS.
Zwarte bessen® veiling van 7 Juli.
Prijs f 31,— per 100 K.G. Aanvoer 6379 K.G.
Het wordt nu zoo langzamerhand tijd, dat
we plannen gaan maken voor de vacantie. De
kinderen komen ook al thuis met de boodschap
„Nog zooveel weken, dan krijgen we vacantie".
Al gaat dan ook het geheele gezin niet uit,
voor de kinderen worden toch meestal wel plan
nen gemaakt. Een paar dagen, een weekje soms
naar grootouders of oom en tante, dat kan
in den regel nog wel.
Soms als vader ook vacantie krijgt, gaat het
heele gezin uit. Doch dat is in het leven nog
geen regel. Heel dikwijls blijft het bij het uitgaan
der kinderen. Moeder probeert ook wel eens
een of twee daagjes uit te gaan, zij het dan
ten koste van veel voorzorgen en veel gedraaf.
Maar uit logeeren gaan maakt aan den an
deren kant noodig loge's ontvangen. Toen ik
zoo van verschillende kanten klanken opving
over it logeeren gaan of loge's ontvangen, moest
ik denken aan de geestige boeken van den
schrijver Mark Prager Lindo, die geschreven
heeft onder het pseudoniem van: De oude Heer
Smits.
De schrijver heeft de eigenaardige gewoonte
alles in categoriën in te deelen. Heeft hij het
b.v. over vaders, dan geeft hij een piquante
beschrijving over „strenge vaders", „toegevende
vaders", fatsoenlijke vaders" en „egoïstische
vaders". Alles zoo echt raak beschreven. Op
dezelfde wijze behandelt hij ooms en tante s,
nichten en neven.
In zijn vele schetsen zien we, dat ook de
loge's een beurt krijgen. Zelf overtuigd van
het hachelijke van z'n onderwerp, schrijft hij
er boven „Een teer onderwerp". Ik wilde wel,
dat al de lezeressen van ons vrouwenhoekje deze
geestige schets konden lezen. Eerst heeft „De
oude Heer Smits" het over de ongegeneerde
loge'sdat is de logé, die in het huis van z'n
gastheer de onbeperkte heerscher is en tijdens
zn bezoek alles inricht naar eigen goeddunken.
Na hem krijgt de „benauwde beleefde logé"
een beurt, de man, die tijden te voren belet
laat vragen en in angstig beleefde vormen
dep gastheer wel duizendmaal verzekert, dat
alles toch zoo uitstekend naar genoegen is, bij
voorbaat reeds ja knikt als de gastvrouw iets
zeggen wil, en als aller onaangenaamste den
gastheer met een volharding een betere zaak
Waardig,, volgt op al z'n wegien.
De derde In de reeks is „de deftige logé",
iemand die gansch en al onschuld is van een
sfeer vol deftigheid, en dan met een beleefde
minachting neerziet op al wat geboden wordt
en steeds het idee geeft, dat hij zich toch in
alles behelpen moet.
De vierde en laatste in de rij is „de vrouwe
lijke logé". Wat „De oude Heer Smits" daarvan
zegt, moeten de lezeressen zelf maar eens na
lezen in de werken van dien schrijver.
Wellicht heeft Mark Prager Lindo in een
van z'n andere werken een soortgelijke rij van
gastheeren en gastvrouwen beschreven op de
hem eigen geestige wijze.
Wel herinner ik me, dat hij eens schrijft zelf
op reis te zullen gaan om als voorbeeld te
dienen van elke logé.
Nu moge deze schrijver in zijn voorstelling
de uitersten hebben gegeven, het is nu toch
eenmaal zoo, dat we elke aankondiging van
bezoek met geheel verschillende gewaarwordin
gen lezen, evenzeer als we de eene logeerpartij
beschouwen als een plichht of de andere als
een genoegen.
Ge krijgt een brief waarin gevraagd wordt
of het u gelegen komt daten gestelt u
al voor een paar echt* knusse dagen vertrou
welijk gesprek, aangename wandeling, enz.
Een paar dagen later weer eens een brief of
het u gelegen komt, daten ge ondervindt
dezelfde twijfelachtige gewaarwordingen als
„De oude Heer Smits" zoo meesterlijk be
schreven heeft.
De zwaarste en toch ook de meest dankbare
taak heeft ongetwijfeld wel de gastvrouw. In
hoofdzaak hangt het feitelijk van haar af hoe
een heele logeerpartij verloopt. Zij moet het in
huis zoo gezellig mogelijk maken en ook boven
dien den gulden middenweg trachten te houden
als de logé's eens uitgaan. De gasten er steeds
alleen op uit te laten gaan zal dezen wel een
gevoel geven alsof men ze maar al te gaarne
een paar uren kwijt is. Maar de gasten on
ophoudelijk te vergezellen zal al evenmin aan
genaam zijn.
Heeft „De oude Heer Smits" geschreven
over deftige logé's, er zijn maar al te veel
deftige gastvrouwen. Er wordt beweerd „Neen,
't is niets erg hoor, we ontvangen je maar heel
gewoon onder ons", maar intusschen wordt er
een drukte en omslag gemaakt, terwijl de vrouw
des huizes al jagend en jachtend door het huis
vliegt om alles toch maar in de puntjes te heb
ben. En de arme gasten voelen zich al door
maar oorzaak van zooveel extra vermoeienis,
terwijl geen tijd voor rustig gesprek overblijft.
Och zoo zullen er wel evenveel typen van
gasten zijn, maar de gave om gezellig gasten te
kunnen ontvangen, heeft ook al niet ieder en met
goede bedoelingen alleen is men nog niet klaar.
De eene gast zal wel eens iets heel graag
willen wat een ander nu weer niet prefereert.
Zoo heeft een gastvrouw, wil ze het haar
gasten aangenaam maken, met heel wat rekening
te houden, maar indien ze dan ook slaagt in
haar pogen, dan is het een prettigen tijd niet
alleen voor de gasten, maar ook voor haar
zeiven en de overige huisgenooten
M'n beste neefjes en nichtjes 1
Wat had ik verleden week eens graag bij tan
gelukkige nichtjes en neefjes willen kijken toen
ze ons Jeugdhoekje lazen, 't Was een gezellig,
gezicht zoo n stapel prijzen bij een te zien.
Ik denk, dat heel velen van jullie al druk
aan de vacantie denken. De brieven van deze
week zullen mij wel veel plannetjes vertellen.
Vorigen keer waren er al die mij over vacantie
heel wat te vertellen hadden, maar er waren
even zooveel klachten over het weer. O, die
kinderen waren nu al bang, dat het slecht va-
cantieweer wezen zou. Het kan anders nog
genoeg meevallen, maar ik zou zulken wel
aanradenmaak wat leuke werkjes klaar, dat
je in de vacantie doen kunt, dan is het niet zoo
erg al regent het eens een dag. In huis kun je
je ook vermaken.
Maar nu genoeg gepraat, een anderen keer
weer verder.
Allen veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
EEN ZUID-AFRIKAANSCH OPSTEL.
Hieronder komt een opstel, dat een tienjarig
jongen in Zuid-Afrika over „De koe" gemaakt
heeft. Ik vond het zoo aardig, dat ik het mijn
nichtjes en neefjes ook eens laat lezen. Jullie
moet het maar eens langzaam lezen, dan kunnen
jullie dit Zuid-Afrikaansch best begrijpen.
OPSTEL OVER „DIE KOEI".
Uit het Zuid-Afrikaansche weekblad „Die
Huisgenoot" nemen we hier over een opstel, dat
,,'n tienjarig seuntjie oor „Die Koei", moes
skrywe". Onze Hollandsche jongens zullen zich
met het lezen er van vermaken. Het luidt als
volgt
„Die koei is 'n soogdier en 'n huisdier. Hy
is orals met runderleer bespan. Agteraan het
hy 'n stert met 'n pluim, waarmee hy die vlieë
wegja wat anders in die melk sou val. Vooraan
sit die kop waaraan die horings groei en waarop
die mond gevestig is. Die koei gebruik die
horings om te stoot en die mond om te brul.
Aan die onderkant van die koei hang die melk
dit is ingerig om getrek te word. Hoe die koei
dit regkry, het ons nog nie geleer nie. Die koei
ruik besonder goed, 'n mens ruik hom al op
'n groot afstand, wat die landlug maak. Die
koei leef van gras, afval en botterblomme. As
die voer goed is, produseer die koei goeie melk;
als dit sleg is, slegte melk, en as dit onweer is,
wordt die melk suur. Hy gebruik min voer.
Wat hy geëet het, eet hy nog dikwels, want
hy kou alles nog 'n slag tot hy heeltemal sat
is. Meer weet ek nie.
De volgende letter.
HENK.
XIII.
Toen Moe het vertelde dat Piet bij hun op
't dorp bij den tuinbaas kwam wonen, had Moe
ze ook gezegd Luister nu een s goed jongens.
Piet komt hier ook op de school. Nu moeten
jullie er op school maar niet over praten wat
je weet van Piet. Dat is veel beter voor dien
jongen, anders heb je kans dat de jongens hem
plagen gaan. Probeer maar eens iets prettigs
voor dat arme kind te doen. Hij heeft nog niets
anders dan verdriet gehad.
Henk knikte wat heftig ja. Nou als hij er wat
aan doen kon zou Piet niet gesard worden. Van
plagen wist Henk mee te praten.
De jongens beloofden het en ze vonden het
een eer zulke geheimen te weten. Ja eigenlijk
was het wel eens moeilijk toen Piet er was,
want als je zoo van alles wist, stond zoo echt
groot, maar ze hielden zich flink.
De eerste dagen viel Henk mee op school.
Meester wist alles echt gezellig te maken en
Nelis Zwart scheen het plagen wat vergeten
te zijn.
Henk vroolijkte er heel door op. Hij had
het zich wat er g voorgesteld en zich bang
gemaakt voor niets.
Het leeren was wel fijn hoor, dat deed
Henk wel graag en Vader had laatst gezegd
Henk, jongen, als het in de maand Januari goed
blijft gaan met je gezondheid, als je niet zoo
erg gaat hoesten als verleden jaar, dan krijg
je in Februari thuis Fransche les, gelijk met Jo
en Frans je vriendje.
Fijn hoor, als ik nou maar niet ga hoesten,
vreesde Henk al even. Maar hij zou wel voor
zichtig wezen, misschien kwam hij er dan van
dezen winter eens goed af.
Met Piet ging het goed. Het was wel wat
tegengevallen, dat Piet in zoo'n lage klasse gezet
werd, maar Piet had vroeger niet veel school
gegaan, nu moest hij dus heel wat inhalen. Toen
hij eenmaal gewend was, vonden de drie vrien
den het wel een leuke jongen om mee om te
gaan. In het spelletjes verzinnen was hij allen
de baas.
Af en toe mocht hij ook op Rozenhuis komen.
Het was aardig om te zien hoe Piet voor
Henk s moeder was. Mevrouw Verhagen was
de eerste geweest die naar hem gekeken had
in al zijn ellende en alles probeerde hij om
het haar prettig te maken.
Wel moesten de jongens dikwijls lachen om
de grappige en vreemde uitdrukkingen die Piet
gebruikte en Mevrouw Verhagen riep hem ook
wel eens bij haar om 'hem zoo eenvoudig en
vriendelijk mogelijk te wijzen op verkeerde
woorden die hij niet mocht zeggen.
Heel lang duurde het niet, of Piet was op
het dorp geheel en al ingeburgerd.
(Wordt vervolgd).