Antire voluiionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Hang li, Hu IS cts. per half ons oneer paironen Bij uiien de Democratie veilig? VAN ROSSEM's irenleenbank IN HOC SIGNO VINCES Boekhoven zonen Lichte Baaitabak No. 3340 ZATERDAG 25 JUNI 1927 42STE JAARGANG OEKHOVEfl Zn. -23 EERSTE BLAD. in patent verpakking Morst niet, scheurt niet Maakt geen kort Op den Uitkijk. fjjoor Öett$onÖn0 DELHARIIISSOmMELSDIJK" ank leent gelden aan leden •68 pCt. s-jaars. Ze neemt ap tegen 3,75 pCt. 's-jaars niet-leden. Voorschotten d a g e 1 ij k s aangevraagd bij een der leden van het Gelegenheid tot inbreng, jbetaling van gelden eiken en VrlldagavODO van 6a uur e van den kassier D. JOPPE E? 'LSDIJK. ESWIJK'KAARTEN W. BOEKHOVEN ZONEN AH® stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers MMELSDIJK edeieren 3bben Vitrages, Het woord democratie heeft al heel wat verwarring gesticht. Door het mis bruik dat sommige categoriën van men- schen er van gemaakt hebben, is het woord bij velen in discrediet geraakt en ziet men vaak voor democratie aan wat het absoluut niet is. We kunnen zeggen, dat na de Grond wetsherziening van 1848, waarbij de onschendbaarheid des Konings en de ministeriëele verantwoordelijkheid werd ingevoerd en de Staten-Generaal op geheel gewijzigden voet werd gekozen en hun zekere rechten werden toege kend welke zij voor '48 niet bezaten, in ons land de democratische regee- ringsvorm werd ingevoerd. Niet dat deze democratische regeeringsvorm zich direct in alle takken der staatsinrichting liet gelden. Daar was het nog ver van daan. Eerst moest de botsing tusschen regeering en parlement in '68 en de Grondwetsherziening van '87 gepas seerd zijn, voor men eigenlijk spreken kon van een democratische regeering- vorm. Wat het woord democratie beteekent? 't Is afgeleid van het Grieksche woord demos, dat volk beteekent. De mocratie beteekent een regeering, welke wordt samengesteld door het volk. Theoretisch kent ons land deze de mocratie niet. De grondwet zegt nog altijd in art. 77De Koning stelt mi nisteriëele departementen in, benoemt er de hoofden en ontslaat die naar welgevallen. Maar practisch is het 't volk, dat de „dienaren der Kroon" benoemt. Immers is de Vorst in z'n benoeming der ministers gehouden aan de poli tieke meerderheid van de Staten-Ge neraal. Zou hij ministers benoemen wier politieke belijdenis in strijd met die der meerderheid van de Staten- Generaai was, regeeren zou onmogelijk zijn. Binnen korten tijd zou öf aftreden van het Kabinet öf Kamerontbinding noodzakelijk zijn. Heeft het eerste plaats, dan blijkt er direct al uit, dat slechts die per sonen de regeering des lands kunnen aanvaarden, die gekozen worden over eenkomstig den wensch der meerder heid van de Staten-Generaal. En aan gezien de Staten-Generaal door het volk gekozen worden beslist het volk door middel van zijn stembiljet wie ministers zullen zijn. Heeft daarentegen het tweede geval plaats, al. dat de vorst van zijn recht gebruik maakt, Hem in art. 73 der Grondwet gegeven, en de Staten-Ge neraal ontbindt, dan kan hij zijn mi nisters handhaven,, in afwachtingjjvan de nieuwe samenstelling der Volks vertegenwoordigers en dan zal het van deze nieuwe Staten-Generaal afhangen of de Vorst zijn Ministers kan houden, ja dan neen. Ook uit deze mogelijkheid blijkt, ctat in laatste instantie het woord aan den volkswil is. In ons land wordt dus de regeering zij het al niet rechtstreeks dan toch indirect door het volk samengesteld. Maar dan is men er nog niet. Bij een gezonde democratie moet het volk ook invloed kunnen uitoefenen op de wetgeving des lands. Dat dit laatste ook ten onzent plaats heeft behoeft geen nader betoog. De democratie is wel de meest ge- wenschte regeeringsvorm voor een land. Wanneer wij in de staatsinrichting en in het staatsbestuur mogen spreken van een ontwikkelingsgang, van een evolutie, dan kan de democratische regeeringsvorm worden aangewezen als de vorm, welke de hoogste trap van ontwikkeling behaald heeft. De gezonde democratie past dan ook slechts bij een volk dat aanspraak mag maken in alle opzichten de kinder schoenen ontwassen en in cultuur en beschaving voornamelijk van den geest, tot een belangrijke hoogte opgeklom men te zijn. Democratie in handen van een volk, dat deze voorwaarden mist, is vuur in de handen van een kind. Zulk een democratie zou weldra ontaarden in ochlocratie, in een regeering van het gepeupel en zulk een volk zou verlo ren zijn. De democratie is dus een heilig goed dat slechts in bevoegde handen kan gelegd worden. Maar zijn die be voegde handen er, dan is er ook een heerlijk, een heilzaam goed. De demo cratie zorgt er dan voor en is er een hechte waarborg voor, dat er niet over het volk, zonder het volk beslist wordt, de democratie waakt dan tegen per soonlijken willekeur en tegen krenking van het recht. De democratie brengt ons dan de wetgeving overeenkomstig de behoefte en den aard van het volk. Onder een democratischen regeerings vorm zijn de volksrechten en de volksvrijheden het meest gewaarborgd. Maar nu dient voor één ding ge waarschuwd Dat men niet aanziet voor democratie wat het niet is. Democratie is vo/ksregeering, maar dan ook een regeering van het volk. Niet een deel van het volk. Niet alleen van de armen. Niet alleen van de arbeiders. Niet alleen van het proletariaat. Feil gaat wie meent dat democratie synoniem is met regeering van de laagste volksklassen. Wie dit meent is een vijand der democratie. Democratie sluit het geheele volk in zich. Kapitaal en arbeid, middenstand en rijkdom, aristocratie en proletariaat, zij alle vormen met elkander het volk. En slechts waar aan deze allen ge lijke rechten wat het publieke leven aangaat geschonken worden en slechts waar aan deze alle gelijke publieke plichten opgelegd worden, kan een gezonde democratie heerschen. Dit sluit dus vanzelf den klassen strijd uit. De klassenstrijd, waarbij slechts het doel voor oogen staat een gedeelte van het volk te dienen ten koste van het andere gedeelte, breekt de volks eenheid en vernietigt de democratie. En juist omdat democratie zoo vaak vereenzelvigd wordt met het pogen der klassenstrijdpredikers is dit woord bij velen in miscrediet geraakt. Dit is zeer te betreuren. Want democratie heeft niets met den klassenstrijd tusschen twee ge deelten des volks gemeen. Wie zijn oogen in deze dagen den kost geeft en ons goede landje eens nagaat wat er alzoo woelt in verschil lende politieke partijen vindt dit be vestigd. Juist in die partij waar men met het woord democratie het hardste schermt is men er de grootste vijand van. De revolutiegeest vlamt er weer er ger dan voorheen op. Men heeft er eenigen tijd de democratie verheerlijkt en meende haar zelfs te dienen door de invoering van het algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht. Maar zij die er het vuur voor uit hun sloffen geloopen hebben, smalen thans op het algemeen kiesrecht. Kwam men voorheen hun tegen met het argument dat de stem men niet geteld maar gewogen moesten worden, dan werden de leelijkste ver wijten naar het hoofd geslingerd, doch thans betreurt men het dat de stem van den zwarten mijnwerker wordt geneutraliseerd door de stem van de juffrouw, die drie malen 's daags haar hondje uitlaat. En indien men kon zou het algemeen stemrecht er o zoo spoe dig af zijn 1 Hoe komt dit Natuurlijk alleen omdat het algemeen stemrecht hen niet gebracht heeft waar zij wezen wilden. Zeker, het kiesrecht willen zij wel gebruiken wanneer het hun slechts naar het doel brengt. Zoo staat het ook met de democratie, met de echte democratie, waaruit ons huidig parle mentair stelsel is voortgekomen. Wan neer deze democratie hun slechts naar het doel leidt, dat hun voor oogen zweeft, is het goed genoeg en zullen zij zich wachten voor buiten parlemen tair op te treden. Zien zij de mogelijk heid dat de volkswil hun brengt waar zij wezen willen, dan onderwerpen zij zich wel aan dien volkswil, dan zijn ze democraten. Maar ook geen dag langer. Komt de volkswil niet met hun wil overeen, dan stellen zij zich tegenover dien volkswil en zijn ze dus vijanden der democratie. Dan trekken ze het wissel om en rijden op het revolutionaire spoor. Wie de begrootingsdebatten volgt en de congressen van zekere vak verenigingen naging, bemerkte dat zij er niet voor terugdeinzen het ons volk bekend te maken dat niet het parlement maar de volksmassa, en wel hun volksmassa, zullen uit te ma ken hebben wat er met ons volk ge beuren zal. Om de macht te krijgen, versmaadt men het buiten-parlementair optreden niet. Woord en daad hebben dit afdoende bewezen. Maar wie zoo optreedt verbeurt het recht discipel der gezonde democratie te zijn. Revolutie en democratie ver dragen elkander als water en vuur. En wie desnoods het bloedig wapen der revolutie niet versmaadt en zich des niettegenstaande siert met den naam van democraat, vaart onder valsche vlag. Bij wien de democratie veilig? Slechts bij die partijen die voort bouwen op het historisch gewordene en in wier program de belangen be pleit worden van het gansche Neder- landsche volk, zonder onderscheid van rang of stand. Slechts bij die partijen is de democratie veilig, waar het or ganisch samenstel van het maatschap pelijk leven in al zijn geledingen ge handhaafd wordt tegenover idividualis- tische machtsopenbaring. De belijdenis dat Kapitaal en Arbeid en middenstand elkander tot een hand en een voet moeten zijn, ieder op zijn plaats en in zijn functie, vormt den grondslag der gezonde democratie. Het volk komt slechts langs dien weg tot zijn ware vrijheid, slechts langs dien weg wordt het bevrijdt van de knellende banden der slavernij. De democratie is vrucht van het historisch gewordene en is een kost bare vrucht, slechts langs een diepen moeizamen weg verkregen. Maar die democratie is o zoo teer Wanneer een ruwe hand haar aanvat is ze verscheurd en wat dan ontstaat hebben wij gezien in Rusland. Inplaats der democratie treedt de bruutste machts wellust. Het geweldigst depotisme krijgt dan vrij spel en het volk gaat gebukt onder het harde juk der slavernij. Wie den revolutionairen weg desnoods niet versmaadt, is geen vriend der demo cratie en slechts bij hem, die in zorg vuldigheid op- en uitbouwt van wat de historie ons gaf, het heil zoekt voor land en volk, is de democratie veilig ROMEINEN 8? 9b ELK AUTOMOBILIST MOTORWIELRUDER EN WIELRIJDER SCHAFFE ZICH AAM! 11 PROVINCIEKAARTEN or*N NED A 90 Cts. P. KAART ATLAS VAN NEDERLAND MET REGISTER a F. I SO J\ZAKATLAS van NED.F.0.90 UITG. J.A SLEESWUK. BUSSUM Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 2 ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worde® berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Rij GBAAR IN DEN HANDEL VANDE Fa. e leg gecontroleerde Witte Toom A, met een winterleg eieren in 4 maanden Broed, ct., dagkuikens vanaf 29 et., 8'weeksche jonge hen. 'I Toom B Broedeieren 10 uikens 40 ct. 8»weeksche nen f 2,~. SE Ax. Nieuwe Tonge ialiteit in17273 Serremeubelen en vierkante den en Badstoelen, euze in bekled en onbekleed WERK, zooais fapierman» Terktafels. Ook verkrijgbaar beroord. Middehalrnit. IME SORTEERING vanaf 10 Cent. ar in den Boekhandel van Nadruk verboden. Evenals bij de geweldige stormramp van Augustus 1925, wordt ook thans weer een beroep gedaan op de maatschappelijke deel» neming onzes volks. En inderdaad het geld stroomt ook thans weer binnen. Er wordt veel geklaagd, vooral in de han» delswereld klaagt men over de weinige koop» kracht en kooplust van ons puliek. Maar voor de slachtoffers van de stormramp komen de buidels open. Maatschappelijke deelneming 1 Rijke vrucht van de Gemeene gratie I Verkwikkend verschijnsel in onzen materia» listi«chen tijd I Wat zou het vreeselijk zijn wanneer de Gemeene gratie eens niet werkte I Dan werd algemeen de Kaïn's vraag ver» nomen: «Ben ik mijn broeders hoeder?® Dan was het «hatelijk en elkander hatende® en inplaats van medelijden zou er slechts leedvermaak zijn Bij enkele individuen treft men dezen demo» nischen geest aan. Bij dezulken treedt de zonde»temperende gemeene gratie geheel op den achtergrond en is er een uitleven van den beest»menscb. Dan is er een spotten inplaats van een deernis koesteren met anderen leed. Maar gelukkig blijft dit uitzondering. Doch deze uitzonderingen stellen ons in staat ons eenigszins in te denken, wat het zou zijn onder ons menschen, indien de gemeene gratie niet reddend te hulp kwam. Toch moeten wij in de maatschappelijke deelneming nog wel onderscheiden. Er is een deelneming in het stoffelijk verlies zonder dat er feitelijk een deelneming is in de smart zelve en vooral ook in de oorzaak der smart. En toch, zal het goed zijn dan moet het tot het laatste komen. Er ligt een vloek op de gansche schepping. Een vloek, welke zich op velerlei wijze openbaart. Maar die gemeenschappelijk gedragen wordt, omdat wij gemeenschappelijk schuld aan dien vloek hebben. Er kan dus geen sprake van zijn, dat een ramp, welke een bepaald gedeelte des lands of een zeker dorp treft, gevolg zou zijn van een bepaalde zonde dat de slachtoffers ken» merkt. Een enkele maal moge dit individueel het geval zijn, b.v. bij maatschappelijk en hui» selijk leed van een dronkaard, in den regel is het niet zoo. God doet Zijn zon opgaan over boozen en goeden, Hij regeert over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Het lijden stelt ons dan ook dikwijls voor raadsels. Waarom moet een oppassend huisvader, die een groot gezin verzorgd, in de kracht zijns levens bij een spoorwegramp dood worden opgenomen, terwijl een overspeler en dronk» aard die eigen gezin verwoest, gezeten in de» zelfde coupé ongedeerd uit de ramp komt Wij zien het vaak, dat het ongeluk en de te» genslag juist hen treffen, die vroom leven, terwijl de goddeloozen «verzekerdheden heb» ben«, zooals Job het uitdrukt zelf gezeten op de aschhoop. Vele van deze levensraadselen zullen ons later opgehelderd worden, maar één ding staat vast: het persoonlijk lijden komt op, uit ge meenschappelijke schuld. Wij zijn van éénen bloede, van èèn men» schelijk geslacht. De vloek der zonde wordt dus communaal gedragen, omdat de zonde zelve wortelt in het menschelijk geslacht. Er is solidariteit in schuld daarom is er solidariteit in het lijden. Wanneer wij dit goed beseffen, draagt onze maatschappelijke deelneming in het lijden van een andere het juiste karakter. Er is dan wat de Duitschers zoo juist uit» drukken«Mitleidenschaft®. Als één lid lijdt, lijden alle leden. Dit medelijden openbaart zich dan op een andere wijze wanneer het besef van solidari» teit in schuld ontbreekt. Men hoort vaak van liefdadigheidsconcerten en topvoeringen. Of ook wel van partijtjes met «bal na« waarvan de netto winst voor de slachtoffers van de een of andere ramp is. Het is licht te bevroeden dat dit soort «lief» dadigheid® niet den naam van «medelijden« verdient. Deze soort van maatschappelijke deelneming treft men nu ook weer aan. Men geeft con» certen, organiseert partijtjes, en handige im» pressario's speculeeren op dit soort liefdadig» heid op geraffineerde wijze. «De barmhartigheden der goddeloozen zijn wreed® mag ook hiervan gezegd worden. Deze liefdadigheid schrijnt en mist elke uit» drukking van medegevoel. Van deelneming in smart kan hier geen sprake zijn. Maar nog veel minder van deelneming in de oorzaak dier smart, want het besef van solidariteit in schuld ontbreekt. Deze deelneming is louter een vorm, waarbij het hart koud blijft. Gelukkig domineert deze wijze van maat» schappelijke deelneming thans niet. Er wordt spontaan en veel gegeven, uit oprecht medelijden in de ontzettende smart die velen trof, omdat zij door dezen cycloon, in slechts enkele minuten, geheel hun levens» arbeid verwoest zagen of hun levensidealen in de ruïnes van hun huisje zagen stuk gebroken. Er zijn er die willen dat de Regeering de geleden schade uit 's lands kas dekt. Ging het dien weg op, dan zou een mooie karaktertrek onzes volks afslijten, de offer» vaardigheid zou verstikken en wij zouden verleeren om te geven. Wij weten wel dat wij het dan toch indirect betalen moeten, doch de spontaniteit waarmede de liefdadigheid zich openbaren moet ontbrak. Neen dien kant moet het niet op. Het gaat er niet slechts om, dat de onge» lukkigen geholpen worden, van groote waarde voor ons volk blijft het ook hoe zij geholpen worden. En dan verblijdt het, dat de groote meer» derheid onzes volks met warme medeleven in het lijden der slachtoffers de beurzen wijd opent. Moge dit warme medeleven nog verdiept en geheiligd worden door een solidariteit in lijden en schuld! UITKIJK. „Maar zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe". IV. (Slot). De klacht is niet ongegrond, dat er bij zooveel kinderen Gods de verze kerdheid van hun zaligheid gemist en dientengevolge zoo weinig opgewekt geestelijk leven gevonden wordt. Gods volk moest zich meer openbaren als een blijmoedig volk, dat roemt in zijn heerlijkheid, 't Is toch een begeerlijke zaak te weten, dat men Jezus toebe hoort. Dat is de eenige troost des chris tens in leven en in sterven. Jezus' eigen dom te zijn, die wetenschap geeft rust, ze biedt sterkte op 't vaak moeilijk levenspad en verleent ook kraiht om te sterven. De heilbegeerige haakt naar Jezus. Er is voor hem geen verschrik kelijker gedachte dan Jezus te moeten missen. Hij kan zonder Hem niet leven. Behoort hij Jezus toe, dan heeft hij in God een Vader, dan kan geen wet hem verdoemen, geen schepsel, zelfs Satan niet, hem deren. De vraag, waarmede ons eeuwig heil in verband staat, is dan ook of wij Jezus' eigendom zijn. Maar op die vraag weten velen geen beslist antwoord te geven. Zij zijn daar over steeds in het onzekere. De apostel geeft in onzen tekst het antwoord. En welk een duidelijk ant woord. Die den Geest van Christus niet heeft, komt Hem niet toe waaruit volgt, dat een ieder, die den Geest heeft, wel het eigendom van Christus is. Laat ons nog nagaan, waaruit wij weten kunnen, dat wij den Geest heb ben, of m. a. w. hoe Hij werkt, welke Zijn vruchten zijn.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 1