Antin volutionair
Orgaan
a
h
[VERMEEL
UL's
MBDEN
f 135.-
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
15 tti. in half oh
BOER
atrassen
jarniluur
VAN ROSSEM's
Lichte Baaitabak
M
e soorten
trassen
24 - R'dam
No. 3336
ZATERDAG fl JUNI 1927
42STE JAARGANG
teenhouwerij
73,175 R'dam
rfranssti*. 7G
up. aoio
3H 19,75
ie 16,75
11.22,50
biggen, reeds sinds 1880,
/e een prima aanbeveling,
neder of wend Utot
IN HOC SIGNO VINCES
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukkea voor die Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe ie zenden aan de Uitgevers
EERSTE BLAD.
Zij is een Religie.
Op den Uitkijk.
In patent verpakking
Morst niet, scheurt niet
Maakt geen kort
3, fiel patste, tiet meest gesorteerd
Hoctfan- en Fetlenmagazl|n
340
TELEF. 1005 en 1946
ROTTERDAM
Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 2 ATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f I.— bfl vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDEKLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJX
Telef. Interc, No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f I.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zfl beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
talst
UZE
De Sociaal-Democratie is meer dan
een economische factor in onze samen
leving. Zij is een levensbeschouwing,
een religie, een eeredienst.
Zij is een eeredienst met een anti
christelijken aard.
Om dit nader te bezien moeten wij
tot den oorsprong van het Socialisme
terug.
Die oorsprong ligt in de beginselen
der Fransche Revolutie van 1789.
Het is er verre vandaan, dat wij
alles wat die groote omwenteling ons
gebracht heeft, zouden afkeuren. Inder
daad heeft zij aan ontzettende misbrui
ken een einde gemaakt. Doch behalve
dit weinige goede bevatte die Revolutie
nog iets anders. Zij heeft, en dit vloeide
uit haar eigenlijke karakter voort, een
andere levens- en wereldbeschouwing
welke tot dusver slechts in de boeken
van enkele geleerden was verkondigd,
in practijk gebracht.
Deze levensbeschouwing verklaarde
aan de Christelijke levensbeschouwing
den oorlog.
Al wat in den loop der eeuwen door
het Christendom was tot stand gebracht
wierp zij omver. Haar onverbiddelijken
eisch was, dat het huiselijk, persoonlijk,
maatschappelijk en staatkundig leven
der menschheid niet meer door den
Christelijken geest geleid werd, maar
door den geest van deze nieuwe religie
zou worden doortrokken.
De aanval van de Fransche Revolutie
op het Christendom was er een van
^/;incipieelen aard. Zij tastte het Chris
tendom in zijn grondbeginselen aan.
Iets wat voorheen nimmer geschied
was. Bijgeloof en heidendom hadden
meermalen den strijd tegen het Chris
tendom aangebonden, maar hun wa
pens waren nimmer op het hart dezer
levensbeschouwing gericht geweest.
Thans werd echter grondprincipe
tegenover grondprincipe gesteld.
In beginsel kan er nimmer een afval
van het Christendom komen, welke ver
der kan gaan dan de Fransche Revo
lutie. Er is geen diepere levenswortel
in het Christendom dan die waarin de
Fransche Revolutie invrat. In de Fran
sche Revolutie werd voor het eerst de
geest van den Antichrist in zijn wer-
kelijken aard openbaar.
De Fransche Revolutie is van al-
gemeene strekking, zij strekt zich uit
over het gansche menschelijke leven in
al zijn vezelen.
Zij wil beheerschen ons verstande
lijk, zindelijk en zedejlijk leven, ons
huiselijk en huwelijksleven, de opvoe
ding onzer kinderen, ja tot hetgeen
daarachter ligt. Zij wil bepalen onze
verhouding tot het staatkundig leven,
tot het gezag, tot het Recht, tot het
Volk en de Overheid. Zij eischt van
ons op de heerschappij over ons hoofd
en hart.
Zij bouwt onze historie anders op,
het wijzigt onze natuur, deformeert on
ze consciëntie.
Dat in de Fransche Revolutie de
geest van den Anti-Christ werkelijk
openbaar werd, bewijst de houding die
zij aannam tegenover de Religie van
het Christendom,
Zij onttroont God en vaagt den
Hemel weg, verlaagt den Christus der
Schriften tot een ideaal mensch zonder
meer.
Uit deze Revolutie stamt de sociaal
democratie.
De sociaal-democratie is in haar
wezen atheïstisch. Zij ontkent, dat de
mensch geneigd is tot alle kwaad, „het
gedichtsel van 's menschen hart is goed
Van zijn jeugd aan" en de zonde ont
springt niet uit het hart, maar uit den
nijpenden nood der sociale misstanden.
De fundamenteele stelling van het
socialisme is het historisch materialisme
Aan het graf van Marx, den vader
van het socialisme, sprak Engels het
volgende
„Gelijk Darwin de wet der ontwik
keling van de organische natuur heeft
aangegeven, zoo ontdekte Marx de ont
wikkeling der menschelijke geschie
denis".
„De productiewijze van het materi-
eele leven bepaalt het geheele sociale,
politieke en geestelijke levensproces.
Voor Marx was alles materie, stof.
Uit dit beginsel werd de klassenstrijd
geboren.
De macht van den sterkste.
En wanneer die strijd, welke op
overwinning van den arbeid zal uit-
ljoopen, heeft uitgewoed, is de heil
staat geboren.
In deze leer kan het Christendom
geen plaats vinden.
De Revolutieleer is de cultuur van
den mensch. Een geloof in den mensch,
zooals de socialisten ten onzent het
onlangs nog krachtig betuigden.
Het Christendom is de cultuur van
den Almachtigen God, Schepper van
Hemel en aarde, zooals Deze Zich in
Zijn Eeuwig Woord heeft geopenbaard
Engels heeft dan ook gezegd„In
de socialistische maatschappij sterft de
godsdienst zijn natuurlijken dood.
Hoe kan er ook in de klassenstrijd-
prediking met haar haat en verbittering
plaats zijn voor de idee der Christelijke
liefde en barmhartigheid
Hoe kan er ook in de beschouwing
van de stoffelijke welvaart als bron
van alle geluk en zedelijk leven, plaats
zijn voor de belijdenis dat zelfs 't bezit
der geheele wereld geen baat geeft, in
dien de ziele moet schade lijden.
Zoo min water en vuur elkander ver
dragen, zoo min verdragen zich Chris
tendom en Socialisme.
Véél hebben beiden gemeen.
Het Christendom gelooft in een toe-
komstigen heilstaat.
Het Socialisme gelooft er óók in.
Het Christendom predikt de gemeen
schap der heiligen.
Het Socialisme strijdt óók voor broe
derschap.
Het Christendom neemt het op voor
de verdrukten.
Het Socialisme eveneens.
Het Christendom is een geloof.
Het Socialisme is het ook.
Maar toch het onderscheid is grooter
Het Christendom buigt den knie voor
God.
Het Socialisme voor den Mensch.
Het Christendom zoekt den Heilstaat
óver dood en graf.
Het Socialisme aan deze zijde.
Hoor hoe het smachtend verlangen
naar dien gelukstaat den Solialistischen
dichter doet smeeken
„Morgenrood, Uw heilig gloeien,
Heeft ons steeds den dag gebracht.
Breek toch door, o lichtvernieuwer
In den grooten volk'rennacht
De ziel van den Socialist hijgt naar
het ongeziene.
En zijn geloof doet hem soms juichen:
„Rose gloed kleurt reeds de wolken,
d'Och tend v/ind ruischt door de blaan
Weldra is voor alle volken
't. Schitterend zonlicht opgegaan".
't Socialisme is een Religie.
Zij is een eeredienst van den Mensch
een vergoddelijking van het schepsel.
Naar aanleiding van het feit, dat
veertig jaren verliepen sedert den sterf
dag van Marx, schreef „Het Volk"
„Veertig jaren zijn verloopen sedert
de man zijn oogen sloot, die door deze
boodschap (n.l. van het Socialisme)
te brengen aan het proletariaat voor
de wereld meer heeft 'gedaan, dan eenig
staatsman of wijsgeer of heiland ooit
bij machte was te doen".
Méér dan een Heiland is voor het
Socialisme Marx geweest. En toch wat
hij predikte moet nog komen, het toeft
nog.
Doch het Socialisme gelooft en
wacht.
Het gelooft in den mensch en het
wacht op den heilstaat welke de mensch
hem brengen zal.
Ziedaar het wezen van 't Socialisme.
Het vormt de groote tegenstelling
met het Christendom.
En die antithese spitst zich toe.
Tenslotte zal het een worsteling
worden tusschen deze beiden alleen.
Welke zijde kiest gij 1
Want kiezen moet gij I
Gij kunt geen tweeërlei Religie die
nen.
Geen altaar oprichten voor Uw God
en voor den mensch, voor den Schepper
en voor het schepsel.
Wilt gij mede roepen in het koor
der Sociaal-democraten „Het komt 1
Het komt I" dan moet van uw lippen
versterven de jubeltoon
Hij komt, Hij komt om d' aard te
[richten,
De wereld in gerechtigheid
Al 't volk, daar 't wreed geweld moet
[zwichten,
Wordt in rechtmatigheid geleid.
Kiest gij het eerste, laat dan het
tweede los. Maar bereidt u dan voor
op de bitterste tegenstelling.
Gij zult smachten naar het ochtend
licht, maar op al uw roepen: „Wachter
wat is er van den nacht blijft het
monotone antwoord„de morgen is
gekomen en het is nog nacht
Als gij met den socialisten-dichter
meent te kunnen juichen „Rose gloed
kleurt reeds de wolken", uw gejuich
zal versmoren in den droefsten snik,
want de rose gloed is de kleur van het
bloed
Op het Socialisme moet als ijzeren
consequentie volgen, anarchisme en
bolsjewisme. Want de ellende zit niet
in de economische omstandigheden,
doch in het menschelijk hart.
Maar kiest gij voor uw Heiland, van
zelf zult ge dan het andere loslaten.
Al moge het dan soms ook nacht
voor u zijn, uw ziel jubelt„En wij
hebben het profetische woord, dat zeer
vast is en gij doet wel, dat gij daarop
acht hebt als op een licht, schijnende
in een duistere plaats, totdat de dag
aanlichte en de morgenster opga in uw
harten".
Nadruk verboden.
Neen, 't ligt niet in mijn bedoeling een be
schouwing te leveren van de gedaante, die het
Christendom in onzen tijd heeft, of van de wijze
waarop het zich in onze eeuw heeft ontwikkeld.
Als ik een eenvoudige causerie houd over
„het Christendom in onzen tijd", dan ligt het
in mijn voornemen iets te gaan zeggen van de
houding, die de twintigste eeuw tegenover het
Christendom aanneemt. Want, hoewel het woord
„neutraal" een mode-woord van onze dagen
is en een heel groot deel van de menschen in
onzen tijd zeggen een neutrale positie tegen
over het Christendom aan te nemen, het Chris
tendom „links" laten liggen, zich er eenvoudig
niet mee bemoeien, geloof ik toch niet, dat de
houding welke de wereld tegenover het Chris
tendom aannetemt, neutrpal kunnen noemen.
Daar laat zij het Christendom te weinig on
gemoeid voor.
Wie de geesten proeft bemerkt maar al te
vaak de stem van den haat tegen het Chris
tendom.
Het Christendom is nog na de twintig eeuwen
van zijn ontstaan een teeken dat wedersproken
wordt.
Wie niet positief vóór het Christendom partij
kiest vervalt ook in onzen tijd nog bijna altijd
in de negatieve bestrijding van het Christendom.
Wat intusschen voor het Christendom zelf
een gunstig verschijnsel is. 't Is een bewijs, dat
er nog leven in schuilt, echt waarachtig leven,
1 want tegen een doode hond gaat men niet
in 't harnas
Ik denk dan ook nog niet zoo zwartgallig
over het Christendom als zeker Amerikaansch
blad het reeds voor jaren deed toen het schreef:
„Wat moet er in vredesnaam toch van den
Christeliiken godsdienst worden
„Onze' jeugd vindt hem vervelend en sma
keloos".
„De wetenschap onttrekt hem, hoe langer
hoe meer, lucht en water".
„De kunst zeilt sedert eeuwen haar eigen
koers".
„De vorsten en mannen der maatschappij
bedienen zich van hen slechts als van een
politiedienaar".
„De socialen haten hem als de dood".
„Alleen enkele vrouwen gelooven en dwepen
nog, omdat zij nietdenken".
„Waarlijk, het is een onhoudbare toestand
„Wie de ademhaling der wereldgeschiedenis
weet te beluisteren, heeft een voorgevoel van
het naderend verscheiden van dezen, eens zoo
grooten geest".
Neen, zoo denk ik er nog niet over. Er is
Goddank nog een jeugd, die zich tot het Chris
tendom voelt aangetrokken en straks mannen
en vrouwen zullen worden, die nieuwe steun
pilaren vormen van den Christelijken gods
dienst. Ik denk hier slechts aan onze Christe
lijke jeugd-organisaties met hun duizende leden.
Evenmin is het absoluut waar, dat de weten
schap den Christelijken godsdienst steeds meer
water en lucht gaat ontnemen. Zeer uitnemende
wijsgeeren, denkers, geleerden met wereldre
putatie vonden en vinden in den Christelijken
godsdienst het rustpunt voor hun hart en hoofd.
Ook is er nog een Christelijke kunst, een
echte origineele Kunst en ook in onze dagen
is het percentage menschen, dat den Christelijken
godsdienst belijdt en een zuiver ontwikkeld
kunstgevoel bezit zeker niet minder groot dan
dat van de menschen die aan geen godsdienst
doen.
Dat de vorsten en de mannen der maat
schappij zich nog slechts van den godsdienst
bedienen als politiedienaars, is evenmin juist,
al moet helaas erkend, dat de paganistische
factoren meer en meer de overhand krijgen
in ons Staatsbestuur, ten minste in andere lan
den, in ons land is er nog een heel sterke stroo
ming, die de Christelijke levens- en wereld
beschouwing ten grondslag houdt van Staats
bestuur en maatschappelijk leven.
Dat de socialisten het Christendom haten
kan niet ontkend worden. Maar het socialisme
is „heel de wereld" niet.
Zeer onjuist is de stelling, dat alleen enkele
vrouwen nog gelooven en dweepen, omdat zij
nietdenken. Met evenveel recht zou ik
kunnen zeggen, dat er vrouwen zijn, die niet
gelooven, omdat zij nietdenken.
Gelukkig is de schare vrouwen met helder
verstand, waarin gemoed en zuiveren kijk op
de dingen, die hart en leven verpand hebben
aan het Christendom, nog groot.
Een voorgevoel van het naderend verscheiden
van dezen eens zoo grooten geest, bekruipt
mij dan ook niet.
Hoe dikwijls is het Christendom al niet dood
verklaard
Voltaire riep reeds in de achttiende eeuw
uit betreffende de leiders van ons Christen
dom Deze ellendige Joden zullen spoedig uit-
gejankt hebben".
En nog ten huidigen dage verklaart men het
Christendom voor dood.
Ik geloof, dat hier de begeerte de moeder der
gedachten is.
Want begeeren doet men het wèl
De haat tegen het Christendom is bij velen
groot en men zou niet liever zien, dan dat „de
oude God kon worden afgeschaft", zooals on
langs iemand, die zich nog predikant durft
noemen, meende, dat in onze eeuw gebeurd
was.
En waarom haat men het Christendom
Heeft het zooveel kwaaad gedaan
Is het een bron van voortdurende ellende
voor de menschheid geweest
Integendeel.
De ziel van het Christendom is de prediking
der „Liefde", God lief te hebben boven allen
en zijn naaste als zichzelve. Alles wat schoon
is, al wat liefelijk is, alles wat wel luidt, vindt
men in de grondwet van het Christendom neer
geschreven.
De rechten en plichten van den mensch, zijn
richtsnoer voor het leven, het antwoord op
duizend vragen die de ziel kunnen pijnigen,
vindt hij op schoone wijze beschreven in de
wetten van het Christendom.
Neen, kwaad heeft het Christendom nog
nooit iemand gedaan.
Wat het Christendom gedaan heeft was niet
anlers dan goed. Zijn de vruchten van onze
werkelijke beschaving niet vruchten van het
daadwerkelijke Christendom 1
En toch, hóé wordt het Christendom gehaat
Hoor wat een der grootste haters van den
Christelijken Godsdienst durfde zeggen
„Het Christendom is opgekomen uit de onder
ste lagen der maatschappijde slavenwereld
der oudheid. Zijn moraal is slavenmoraal. „De
Christelijke kerk is het katholiek gekkenhuis
als hoogste ideaal", 't Is onwelvoegelijk van
daag nog Christen te zijn. Het Christendom is
de ergste van alle corrupties, zij heeft den
wil gehad tot de laagst mogelijke corruptie. Het
Christendom is de eenige groote vloek, de
eenige groote verdorvenheid, het eenig instinct
der wraak, waarvoor geen middel vergiftigd,
gluiperig, ondergrondsch, lein genoeg kan zijn.
Het Christendom is de eenige groote schandvlek
der menschheid".
Wat een ontzettende haat is er saamgeperst
in deze enkele woorden, nietwaar
't Kan dan ook niet verwonderen, dat de
wijsgeer, die zóóveel haat torste in zijn hoofd
en hart tegen het eenige in de wereld wat
geen haat kent, doch de hoogste Liefde bezit,
tenslotte krankzinnig gestorven is.
Haatdragers, als is het niet inzulke krank
zinnige mate, tegen den Chriistelijken gonds-
dienst, vindt men in alle lagen des volks, zij
zietten in de deftigste crapeau's in de fijnste
salons en zij huizen in de armoedigste krotten
in de achterbuurten. En inderdaad Christen te
zijn is in de twintigste eeuw geen mode meer.
Christen zijn, dompers, conservatieven, bekrom
penen, achterlijken. Bovendien staan Christenen
in een kwade reuk. 't Zijn zij, die „de kat
in 't donker nijpen".
Neen, een eereplaats heeft het Christendom
VOO 17 tiLK ZVN KD13S
Kipstraat 85«87 EES3 Rotterdam
SST ZIE DE 5 ETALAGES
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J. HEMilSER Jl°«
niet in de moderne samenleving.
En nog eens de vraag Wat heeft het Chris
tendom misdaan, dat het zoo in 't discrediet
staat
Ongetwijfeld ligt er schuld, veel schuld bij
de belijders van het Christendom. Het „doe
naar mijn woorden, maar niet naar mijn werken"
geldt helaas voor vele menschen, die zich
sieren met den naam van „Christen".
En ontegenzeggelijk doet dit dubbelhartig
leven heel veel kwaad aan de reputatie des
Christendoms.
Wanneer leven en belijden niet geheel één
zijn dan verliest het Christendom alle waarde
voor den oppervlakkigen beschouwer.
En juist het leven van den Christen wordt
door den ongeloovige zeer nauw gadegeslagen.
De val van een Christen is voor hem een
dubbele zonde en de maatstaf die hij voor den
Christen aanlegt is een geheel andere dan de
maatstaf waarmede hij de moraal afmeet van
den niet-Christen. En tot op zekere hoogte
heeft hij daar recht toe.
Wie pretendeert Christen te zijn, drage het
beeld van Christus
Toch heeft de vijandschap, die de wereld
in onze eeuw het Christendom toedraagt, een
diepere oorzaak.
Die oorzaak is de onkunde ten opzichte van
het wezen des Christendoms. De grenzelooze
oppervlakkigheid waarmede men in onzen tijd
alles beoordeelt en veroordeelt en waarmede
men ook vonnis velt over het Christendom,
De groote massa van ons volk praat maar