IS ets. psr half aas
VAN ROSSEM's
Lichte Baaitabak
Gemengd Nieuws.
Land- en Tuinbouw.
In patent verpakking
Morst niet, scheurt niet
Maakt geen kort
V er koopingen
Zater<
DU
Twe
,TWï
SCHA
MIJNHJ
Hoofdpij
Laxeer-
Zenuw
Staal
Maai
E
V001
dan de strijd gestreden, het jammerdal
verlaten, de dienstknechtsgestalte afge
legd voor het koninklijk gewaad. Nu
is Hij niet meer de man van smarten,
maar het voorwerp van de aanbidding
der engelen en gezaligden in den hemel.
Hem, die het overwon, is alle macht
gegeven in hemel en op aarde. Verhe
ven boven alle overheid en macht en
kracht en heerschappij en allen naam,
die genaamd wordt in deze en de toe
komende wereld, zijn alle dingen door
den Vader in Zijn hand gesteld, zelfs
het oordeel over de levenden en de
dooden. Dat „opgenomen in den hemel''
spreekt van een ontzaggelijke verande
ring voor Jezus. Voor Hem is de ver
hooging in den hemel een vrucht van
Zijn werk op aarde.
Maar ook voor de gemeente Gods
is er reden tot dank. Immers, zij is
van Jezus niet te scheiden. Zij is één
met Hem. Al wat Hij deed en nog
doet, al wat Hem gegeven is, komt
haar ten goede. Uit kracht van haar
eenheid met Hem is Zijn heerlijkheid
de hare.
Neen, wij zijn van Jezus niet ver
laten. Al ziet ons oog Hem niet. Hij
ziet ons wel en zorgt voor ons en
waakt over ons. Hij heeft Zijn kerk
beloofd „Ik ben met u al de dagen
tot de voleinding der wereld". Men-
schen vergeten ons vaak. Van die
ons lief zijn, worden wij gescheiden.
Naarmate wij ouder worden, wordt
't eenzamer rondom ons, waar zoo
vele vrienden en verwanten ons
ontvallen. Maar Jezus, schoon in den
hemel opgenomen, blijft bij ons. Met
Zijn majesteit, genade en Geest wijkt
Hij niet van ons. Wat ook verandere,
Hij blijft dezelfde in liefde. Al werden
alle menschen ons ontrouw, Hij blijft
ons trouw in nood en dood en be
schermt ons tegen alle vijanden. Wat
zal dan een nietig mensch ons doen
Wij hebben in Hem een voorspraak bij
den Vader. Wat zou ons verdoemen,
waar een rechtvaardige Borg voor ons
heeft betaald en tusschen beiden treedt?
Wie zal veroordeelen, waar Hij voor
ons bidt Hij kan wijzen op Zijn alge-
noegzaam offer, waardoor Hij den
toorn Gods tegen onze zonden heeft
gestild. Hij is in den hemel om Zijn
werk voort te zetten, het toe te passen,
het verworven heil ons deelachtig te
maken. Niet alleen heeft Hij het rant
soen voor de schuld der zonden betaald
maar Hij verbreekt ook de heerschappij
der zonden in ons door ons Zijn Geest
te schenken, die de banden der zonde
losmaakt en ons herschept naar het
evenbeeld van God. Van uit den hemel
werkt Hij in ons uit, wat Hij op aarde
voor ons volbracht.
Jezus is in den hemel opgenomen.
Dat is voor allen, die in Hem gelooven
een waarborg, dat ook zij zullen zijn,
waar Hij is. Hij is ons voorgegaan, ge
lijk Hij Zijn dislipelen verzekerde „In
het huis mijns Vaders zijn vele wonin
gen anderszins zou ik het u gezegd
hebben ik ga heen om u plaats te be
reiden en zoo wanneer ik heen zal
gegaan zijn en u plaats zal bereid heb
ben, zoo kom ik weder en zal u tot mij
nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar
ik ben". Zoo mag dan al Zijn volk van
den hemel verzekerd zijn. Wij hebben
hier op aarde onze bestemming niet.
Reeds hier zijn wij met Christus in den
hemel gezet. Daar hooren wij thuis. Wij
hebben ons Vaderland hier boven.
Wanneer zullen zij, die door het ge
loof met Christus vereenigd zijn, wezen
waar Hij is Dan als de ziel van het
lichaam scheidt en tot Hem wordt op
genomen. Maar de volle zaligheid zul
len zij eerst genieten bij de wederkomst
van Christus. Jezus zal uit den hemel
wederkomen om al Zijn volk naar ziel
en lichaam met heerlijkheid te beklee-
den en in Zijn glorie te doen deelen.
Maar Hij komt niet, voordat Hij plaats
heeft bereid voor den laatsten der uit
verkorenen. eerst moeten allen, die
Hem van den Vader gegeven zijn, toe
gebracht zijn. Eerst moet de raad Gods
met deze wereld vervuld zijn. Dan komt
Jezus uit den hemel tot verschrikking
van Zijn vijanden, maar tot vreugde
van Zijn volk, hetwelk Hem-verwacht.
Daarop loopt het werk van Christus
in den hemel uit. Aan het einde wordt
het rijk van Satan vernietigd en zal
de goddelooze er niet meer zijn. En de
aarde, bevrijd van de zonde en haar
gevolgen, vervuld van de kennis Gods,
zal ten erfdeel gegeven worden aan het
volk, dat Jezus kocht met zijn bloed en
van uit den hemel vergadert, beschermt
en bewaart tot aan den dag Zijner
openbaring in heerlijkheid.
P O T A.
Plantenziekten. Er bestaat vrijwel geen enkele
Plant, Bloem of Gewas, welke niet bij tijden
in meerdere of mindere mate door ziekten ge
teisterd wordt. Ondanks de energieke pogingen
van wetenschap en practijk, ondanks de zeer
vele aanbevolen middelen ter bestrijding, gaan
nog jaarlijks in ons la nd millioenen guldens ver
loren aan schade, veroorzaakt door Planten
ziekten.
De aardappelteelt b.v.- in Nederland neemt
In den landbouw een zeer groote plaats in,
Ongeveer 160.000 H.A. land worden jaarlijks
met aardappelen verbouwd. Vooral talrijk zijn
de ziekten, waardoor de aardappelplanten ge
teisterd worden, waarvan de meest bekende en
gevreesde ongetwijfeld is de zoogenaamde „ge
wone".
Aardappelziekte „Phitophttora infestans", ver
oorzaakt door een schimmelplantje, dat eerst
het loof en vervolgens soms ook de knollen aan
tast. De ziekte is herkenbaar aan zwart-bruine
plekken op de bladeren der planten en ver
breidt zich bij warm en vochtig weer zeer snel.
Wat de knollen betreft, daaraan openbaart zij
zich door het optreden van donkere, eenigszins
blauwgrijze vlekken en gaan de knollen spoedig
tot droge of natte rotting over. De aantasting
van het loof wordt meestal niet voor het einde
van Juni of begin Juli geconstateerd.
Aan de bestrijding van de Aardappelziekte
met de tot dusver gebruikte middelen zijn groote
nadeelen verbonden. Het aanmengen van droge
stof met water, het vervoer van water naar de
velden en het vaststellen van de juiste verhou
dingen, is kostbaar en tijdroovend, afgezien nog
van andere bezwaren, als de aantasting der
sproeiapparaten door chemische werkingen, geen
grootere hoeveelheid voor het gebruik gereed
kunnen maken, dan men denzelfden dag noodig
heeft, enz. De pogingen om betere bestrijdings
middelen samen te stellen faalden, omdat men
steeds in dezelfde richting zocht, namelijk een
artikel, dat eerst in water moest worden op
gelost, alvorens tot gebruik te kunnen over
gaan.
Na langdurige wetenschappelijke en practische
proefnemingen slaagde men er in 1925 in Dene
marken in, een chemisch product te fabriceeren,
in poeder, dat droog uitgestrooid kan worden.
Deze uitvinding, welke in landbouwkringen zeer
veel opzien verwekte, maakt het thans mogelijk,
op eenvoudige en uiterst gemakkelijke wijze,
door middel van het nieuwe artikel, hetwelk
„POTA" genoemd werd. de aardappelziekte
„Phitophtora infestans" met succes te bestrijden.
Proefnemingen, zoowel van officieele zijden,
als door landbouwers in 1925 en 1926, in bin
nen- en buitenland genomen, toonden aan, dat
de aardappelziekte afdoende met „Pota" be
streden kan worden. De resultaten overtroffen
verre de verwachtingen, wat tengevolge had,
dat de capiciteit van de fabriek in Denemarken
moest worden opgevoerd. Begin 1926 werd in
Duitschland een nieuwe fabrieksinstallatie ge
sticht, uitgerust met de meest moderne machines.
Alleen in Nederland werd in 1926, het jaar
waarin „Pota" voor het eerst hier geïntrodu
ceerd werd, circa 100.000 K.G. aan proef orders
geplaatst. Met betrekking tot de gebruiksaan
wijzing en verdere bijzonderheden, vindt men
in de catalogus nadere mededeelingen opge-
Ziekten op Vruchtboomen, zijn maar al te
dikwijls oorzaak, dat het uitzicht op een goeden
oogst in rook vervliegt. De „Schurft" op appel
en pereboomen is één van de ernstigste kwalen,
waardoor onze Vruchtboomen geteisterd wor
den. Een uitstekend middel ter bestrijding en
voorkoming is „Pota". Door middel van han
dige en niet kostbare verstuivers kan men de
Vruchtboomen gemakkelijk vanaf den grond
met „Pota" bestuiven. Deze verstuivers zijn
bij ons en de firma's, welke zich met den ver
koop van „Pota" belasten, verkrijgbaar.
„Pota" wordt door deskundigen zeer gunstig
beoordeeld.
Zoo schreef de Plantenziektenkundigen Dienst
te Wageningen „De resultaten van de proef
velden zijn van dien aard geweest, dat het
voortzetten van deze proefnemingen gewettigd
is".
Algemeen Nederlandsch Landbouwblad „Po
ta zal ongetwijfeld ook in Nederland zijn weg
wel vinden".
De heer G. Noordanus, secr. Kon. Nederl.
Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, afd. Huis
ter Heide en omgeving „Resultaat gunstig. Na
aanwending geen uitbreiding der ziekte. Op
merkelijk weinig knollen aangetast. Een zeer
voorname factor is de gemakkelijke behande
ling".
De heer J. Valkier, te 'sHeer Arendskerke
(Z.) „Bij vergelijkende proeven met „Pota"
en Bourgondische Pap, bleek de werking van
„Pota" minstens even gunstig".
Deze attesten zijn met vele anderen aan te
vullen. Wij adviseeren belanghebbenden met
dit artikel kennis te maken.
Prospectus worden gaarne afgegeven.
Ziet overigens de annonces in ons blad.
VAN ONDEUGDELIJK OPFOKVOER. DE
FABRIKAGE HIERVAN EN HET BETREK
KEN VAN PRIMA VEEVOEDER VAN
EIGEN ORGANISATIE.
Bij het oprichten van de E. F. P. V. verleden
jaar Maart, waren er dingen welke onze aan
dacht trokken, nl. de afzet van eieren en de
daarvoor besteede prijzen, en de handel in op-
fokvoer en ochtendvoer, welke, evenals dit reeds
in vele andere streken van ens land particulier
geregeld behoord te zijn.
Wat betreft de eierhandel, deze is vooralsnog
niet te regelen. Bij ons eerste optreden, ging
de handel zoodanig naar boven, en werden door
anderen zoodanige maatregelen genomen, dat wij
betrekkelijk tevreden kunnen zijn.
Echter op het gebied van opfokvoer en och
tendvoer vindt de organisatie een dankbaar
terrein.
Het zal velen wel bekend zijn, dat de wet
voorschrijft, dat voedermengsels, voorzien moe
ten zijn van een label, waarop aangegeven, de
meelsoorten, welke zich daarin bevinden.
Zij schrijft echter niet voor, dat de gehaltes
aangegeven moeten worden. Het is dus voor
een leek onmogelijk, te constateeren, dat hetgeen
hij koopt, aan de gestelde eischen voldoet. Hier
komt nog bij, da men aan de analyses, welke
men kan trekken, weinig of niets heeft, oen goed
ochtendvoeder moet b.v. tot 30 eiwit en
4 tot 6 vet bevatten.
Het is echter noodzakelijk, dat een vrij hoog
percentage van dit eiwitgehalte dierlijk eiwit is,
evenals het vet dierlijk moet zijn. Het is dus
duidelijk, dat, wanneer men b.v. grondnotenmeel
in zlker mengsel verwerkt, welke ongeveer 55
RUW EIWIT bevat, men dus gemakkelijk aan
het vereischte gehalte kan komen, terwijl men
tevens zeer goedkoop uit is.
Wanneer men echter een goed voeder mengt,
is het zelfs nog wel mogelijk, de aanmaakkosten
een paar centen te drukken. Neemt men b.v.
het volgende mengsel, wat zeer goed kan ge
noemd worden
150 K.G. griesmeel100 K.G. maismeel80
K.G. vleeschmeel0 K.G. 5vischmeel50 K.G.
geqstmëel,- 50 K.G. havermeel50 K.G erwten-
meel en 15 K.G. fosforzure voederkalk en neemt
men b.v. in plaats van Liebigs vleeschmeel van
35 cent een goedkooper soort van b.v. 21 cent,
dan maakt dit de gehee'le partij al even 0,02
per K.G. goedkooper.
Hieruit kan men dus zien, dat betreffende
de fabricage van pluimveevoeders een vrij groo
te opening is voor zwendel.
Een frapant staaltje hiervan heeft de heer
Van Asperen Vervenne dezer dagen kunnen
constateeren in Noord-Holland.
In de buurt van Amsterdam kwam veel kui-
kensterfte voor. De heer Vervenne meende na
érnstig onderzoek, dat de oorzaak hiervan moest
gelegen zijn in het verstrekte opfokvoeder, en
stuurde een drietal monsters naar de Rijks Pluim
veeconsulent ter onderzoek.
De handelaar, welke dit voeder met vele
en dure reclame in den handel bracht, beweerde,
dat het voeder alle mineralen bevatte, welke
voor de groei en ontwikkeling van eenden, kip
pen, kalkoenen, kuikens enz. noodzakelijk was.
De heer Tukker, welke de monsters naar
Wageningen opstuurde, verkreeg de volgende
gigevens
Monster 1 bevatte gemalen Johannesbrood,
rijstvoedermeel, gemalen beenderen, vischmeel,
gerstemeel, gemalen ooi en minerale bestand-
deelen, waaronder hoofdzaelijk keukenzout, een
carbonaat en zwavel. Het gehalte aan keuken
zout was 19.7
Monster 2 bevatte rijstvoedermeel, so ameel,
lijnmeel, gemalen Johannesbrood, gemalen Fene
griek, levertraan en een weinig minerale bestand-
deelen, waaronder keukenzout en een carbonaat.
Monster 3 bevatte dezelfde bestanddeelen als
monsterl, het gehalte keukenzout was nu ge
stegen tot 21.4
Gezien deze analyse bleek dus, dat een vijfde
deel van het voer bestond uit keukenzout.
Het behoeft geen betoog, dat, waar het niet
eenmaal, doch herhaaldelijk blijft, dat onze
pluimveehouders aan lergelijk gezwendel bloot
gesteld zijn, onze organisatie het zich tot taak
gesteeld heeft, te trachten hieraan een einde
te maken.
Hierin mag een gelukkig toeval genoemd
worden, dat, waar onze organisatie aangesloten
is bij de V. P. Z. H„ een vereeniging, welke
het voedervraagstuk practisch opgelost heeft,
en waar dikwijls blijkt hoe groot de behoefte
is naar zulk een instelling, gezien de groote
quantums, welke betrokken worden van de
voederinstelling der V. P. Z. H.
Vele groote verbruikers zien wel in, dat zij
de vele en dure reclames op schuttingen, in tijd
schriften, brochures enz., zelf moeten betalen.
Hierbij gevoegd de hooge provisies, welke de
fabrikant zijn wederverkoopers geeft, doen hen
het nut van eigen organisatie inzien. Dit een
en ander is oorzaak geweest, dat, waar bleek,
dat waar de handel liever 100 of 150
meer prfovisie meer had van de fabrikant, als
van een particuliere instelling (wat zeer goed
te begrijpen is, al is dit niet het voordeel van
den pluimveehouder), de pluimveehouders zelf
de handen in elkaar geslagen hebben en nu hun
voeder zelf in combinatie rechtstreeks van hun
instelling betrekken, wat hier op Flakkee nu
ook op een plaats noodzakelijk geworden is.
Wij zouden velen op Flakkee den raad willen
geven zelf te bepalen welk voeder men verkiest,
daar het vanzelf spreekt, dat het meest provisie
gevend ochtendvoer geleverd wordt.
H. K.
UIT DE LANDBOUWWERELD.
(Nadrug verboden).
Slager en Boer.
Het is een vrij algemeene klacht dat
plaatselijke uitzonderingen daargelaten door
de slagers te groote winsten worden gemaakt.
En als we spreken van „algemeen", dan hebben
we niet slechts ons eigen landje op het oog,
maar oo het buitenland. In Frankrijk b.v. wordt
al evenzeer geklaagd. De vleeschconsument moet
hooge prijzen betalen, terwijl de landbouwer
veehouder zich met een bescheiden vergoeding
voor al zijn wer, zorg en risico, miet tevrdeen
stellen. De grootste verdienste wordt gemaakt
tusschen boer en consumentdoor commission-
nairs, agenten, handelaren en slagers, 't Is een
diwijls geconstateerd feit, dat de handel, méér
dan de producent, die maandenlang het werk
verricht en de risico draagt, met de grootste
winst gaat strijken. De boer drukt dit uit op
teekende wijze, als hij zegtHet schuim van
den handel is nog beter, dan de best betaalde
arbeid.
Al diwijls is in landbouwkringen de vraag
gesteld, of hiertegen niet iets gedaan kon en
moest worden. En af en toe lijkt het wel. of de
handen ineen geslagen zullen worden, maar tot
een krachtige, daadwerkelijkke actie is het tot
heden niet gekomen. In Parijs heeftt de gemeen
teraad verschillende maatregelen genomen, om
te bewerken, dat de slager^ met geringere win
sten genoegen zullen nemen. De stad zelf treedt
op een 7-tal overdekte markten als verkoopster
opde verkoopers hebben vast salaris. Een
andes middel is, dat op de markten vacante
verkoopplaatsen een 16-tal Worden uit
gegeven aan de slagers, die zich verplichten
iederen dag hun boekhouding aan een daartoe
aangewezen ambtenaar voor te leggen. Deze
ambtenaar is bevoegd prijsverlaging vcor te
stellen en, indien hierop door de slagers niet
wordt ingegaan, de verkoopvergunning in te
trekken. Dan wordt nog een derde middel
toegepastde instelling van z.g. gecontroleerde
slagers, die zich aan de voorschriften der pre
fecten onderwerpen en verklaren genoegen te
nemen met een winst van 5 pCt. van den om
zet. De Minister van Landboum heeft voorts
ten einde de vleeschijrijzen naar omlaag te doen
gaan, toegestaan om levende schapen uit
Duitschland in te voeren. Men zietdaar ginds
wordt wat gpdaan 1 Hier klaagt men we), maar
blijft men laksch. De coöperatie staat hier ten
aanzien van deze zaak nog aan het eerste be
gin. We zagen in het „Groninger Landbouw
blad" een becijfering van den heer Cohen te
Beerta met de slotsom, dat een slager ver
diende op een koe ongeveer 50,—, op een
varken plm. 16,—. Dat lijkt ons bijzonder
laag, zegt „De Veldbode", en het blad zet een
andere berekening op met gansch andere uit
komsten. Het stelt den inkoopprijs op 95 cent,
den gemiddelden verkoopprijs op 1.35 per
K.G., bij een beest van 300 K.G. geslachtdan
is de bruti winst 300 X 40 ct. is 120.Een
van 100 K.G, geslacht wordt bij inkoop ge
taxeerd op 7 ct. en gemiddeld verkocht voor
1.20, brutowinst derhalve: 100 X 44 ct. is
44.Als deze cijfers ten naastenbij kloppen
met de werkelijkheid (in le klasse zaken in
groote steden zijn ze zeker hooger), dan zijn
bovenvermelde klachten zeker niet ongegrond.
Onze Tuinders.
Het tuindersbedrijf trekt telkens weer de aan
dacht alle zeilen moeten worden bijgezet, van
alle kanten moet worden meegewerkt om dit
bedrijf in stand te hohden. Wat verdrietig en
tevens veelzeggend bericht b.v. is het te lezen,
dat na afloop der veiling te Maastricht groote
massa's van allerlei groenten als onverkoopbaar
bleven liggen en beschikbaar waren voor lief
dadigheidsinstellingen. Vele producten brachten
nog minder dan één cent per Kilo op een 100-
tal leden der veiling hadden te zamen slechts
een bruto omzet van plusminus 1000.—. Veel
zeggend, zeiden we, is zulk een berichthet wil
zeggen, dat op sommige tijden de uitvoer naar
Duitschland en België zoo goed als stilstaat.
Wat te doen in deze omstandigheden Kunnen
retorsiemaatregelen hier helpen. De meeningen
hieromtrent zijn verdeeld. Andere middelen wor
den genoemdallereerst moet uit alle macht
worden gewerkt aan de verbetering, de vervil-
making der producten. Alles moet gedaan wor
den om onze tuinbouwproducten op de buiten-
landsche markten een goeden naam te verzeke
ren. Hier toe dient o.m. de controle van het
Uitvoer-Controle Bureau (U. C. B.) voor groen
te, fruit en aardappelen, opgericht 1924. Er
wordt door dit Bureau gelet op de kwaliteit,
de sorteering en de verpakking. Op het einde
van 1926 waren hierbij 62 leden-veilingen en
60 leden-exporteurs aangesloten. Het aantal con-
trolemerken steeg van 1925 tot 1926 zeer be
duidend, van 1.400.000 tot 2. 180.000. De meeste
werden gebruikt voor de vroege aardappelen
in de Streek en de Langendijk zeer weinige,
hoewel hoog noodig, voir de winteraardappelen.
Komt dit laatste misschien, omdat de handel in
dit product onvoldoende of plecht is georgani
seerd Er moet op allerlei wijzen reclame
worden gemaakt. Op een vergadering te Utrecht
van een groep veilingsvereenigingen werd be
sloten om voor 1927 anderhalf procent van den
omzet voor reclame te besteden. Dat is zeker
niet veelberust tegenwoordig niet de geheele
handel op reclame Ook hier geldt„De kost
gaat voor de baat uit" eerst moet men geven
wil men ontvangen. De spoorvrachten leggen
voorts ook gewiiht in de schaalvoor een wag
gon kool, waarde 250.—, betaalt men vanuit
Noord-Holland tot aan de Duitsche grens 60.
dat is bijna een vierde deel. In Januari werden
naar Dlitschland aan grove groenten verzonden
30 millioen K.G. ter waarde van 1.400.000
de vracht hier op bedroeg 200.000 (2 ton),
dat is dus bijna 15 In Duitschland, Franrijk
en Italië zijn de spoorvrachten beduidend lager
zou dat ook hier niet zoo kunnen zijn? Is een
groot vervoer tegen lage tarieven ook voor de
spoorwegen niet beter dan een klein vervoer
spoorwegen niet beter dan een klein vervoer
tegen hoogere prijzen En is het in ieder geval
niet zeer wenschelijk om zooveel mogelijk mee
te werken den bestaansstrijd van den tuinder
minder moeilijk te maken
Wat dr. Calkoen mededeelde.
De oudste, eerste, planen op aarde hadden
alleen bloemen met meeldraden en stampers,
later kwamen de hooger ontwikkelde, wel ge
kleurde bloemen. Kleuren trekken de insecten
aan en bepaalde kleuren, bepaalde insecten
bloemen, die door kleine vliegjes moeten wor
den bestoven om vrucht en zaad te geven, zijn
altijd wite j die een bezoek van kevers noodig
hebben, veelal geel, terwijl bloenïen, die aan
bijen en hommels een gastvrije ontvangst zullen
bereiden, gewoonlijk rood, purper, paars of
blauw zijn. Bijen vinden blauw de aantrek
kelijkste kleur en blauwe bloemen worden dan
ook door de bijen bestoven. Uit het geel
van de eerste insectxbloemen zijn later het wit
het rood en het blauw ontstaan. Het eerste
vormt zich het geel (de oudste bloemen waren
geel), dan wit, daarna rood en eindelijk blauw
(later kwamen witten, toen roode en eindelijk
blauwe bloemen)Het mooie blauwe klokje
(Companula) is een van de meest ontwikkelde
bloemen, omdat het blauw isde voorouders
er van hebben de verschillende trappen van
ontwikkeling moeten doorloopen, om zoo hoog
te komen. De ontwipkeling der bloemen heeft
niet alleen in de kleur plaats gehad, maar ook
in den vorm. De zoozeer veranderde bloemen
worden nu ook bezocht door de meest ontwik
kelde insecten de bijen.
Neemt uw voorzorgen 1
Vele ongevallen kunnen voorkomen worden,
als verkeerde gewoontes worden nagelaten. B.v.
de gewoonte, om paarden los voor de machine
te spannen. Als gij een zaaimachine vervoert,
maak dan gebruik van een lemoenalleen dan
kan de bestuurder op verharde wegen en bij
het afrijden van hellingen de machine in zijn
macht houden. Het afrijden van stoepen (wij
bedoelen de ijlooiïngen van den dijk naar het
land) met paard en wagen levrt veel gevaar op,
als de wagen niet geremd kan worden. Wordt
met een lemoen gereden, dan kan men het paard
leeren voorzichtig de stoep af te gaan, wanneer
men het paard een broek aandoet. Wordt zonder
lemoen gereden, dan kan men een groote vaart
van den wagen beletten door de achterwielen
vast te zetten met een ketting met haakde
ketting zit dan vast aan den balk of een balk
van den wagen, de hbak wordt tegen een spaak
om de velgen geslagen. Takken opbinden is
een rw werk en de hid wordt daarmee heel
vaak opengehaald. Men krijgt met dit werk ook
verbazend rwe handen, die moeilijk zijn te rei
nigen. Is men echter van jongsaf gewoon twee
maal daags de handen it te boenen met een niet
al té zachten boender, en daarbij flink wat
groene zeep gebriken, dan verricht men daarmee
wonderen infectie van zeer vile handen komt
dan ook niet licht voor. B—r.
HOE LINDBERGH'S MOEDER
ZICH HIELD.
Met tranen in haar oogen heeft Lindbeergh's
moeder, die tijdens den vlucht van haar zoon
een waarlijk stoïcijnsche kalmte had weten te
bewaren, Zaterdagavond aan de joudnalisten
die haar te Detroit kwamen Ineterviewen (men
bedenke, dat het in Amerika vijf uur vroeger
is dan hierl), verteld hoe gelukkig zij was.
„Ik ben dankbaarik kan geen woorden vin
den om mijn geluk uit te drukken", was het
eerste wat zij snikkende uitbracht, toen het
nieuws van haar zoin's aankomst te Parijs be
kend werd.
Hoewel de dappere vrouw Vrijdag gewoon
haar scheikundelessen gegeven had, moest zij
toch bekennen sinds Charlese' vertrek al even
min geslapen te hebben als haar vermetele jon
gen zelf. Zaterdag zij zich schuil ten huize van
haar broer, waar zij niemand ontvangen wilde.
Toen men daarop trachtte haar op te-bellen,
werd de telefoon van den haak genomen. Toen
echter het bericht van Charles' aankomst haar
bereikt had, stemde zij er in toe de mannen van
de krant te ontvangen. Dit geschiedde in den
voortin, te midden van haar broers gezin.
„Ik heb steeds het gevoel gehad", zei me
vrouw Lindbergh tot de verslaggevers, „dat
mijn zoon zou slagen. Ik was zoo vol vertrou
wen als een moeder maar kan zijn onder der
gelijke omstandigheden, mar toch waren er oo-
genblikken, dat de moeilijkheden, die ik wist,
dat hij moest ontmoeten, mij terneerdrukten. Ik
ben blij, dat het achter den rug is, blijder dan
ik zeggen kan. Hij heeft de grootste onderneming
zijns levens volbracht. Ik ben trotsch de moeder
te zijn van zoo'n jongen. Ik kan niet anders
zeggen, dan dat ik gelukkig ben.
„Al uren lang heb ik gewacht op bericht van
mijn jongen. Ieder is even lief voor mij geweest,
de kinderen op school vooral. Zij stelden na-
tuuhlijk groot belang in de vlucht, doch om
mij te sparen, hebben zij er in mijn tegenwoor
digheid geen woord over gesproken.
„Het is mij zoo vreemd te moede. Ik weet
niet hoe ik gelukkiger zou kunnen zijn, dan ik
vandaag ben. Het was het beste voor me om
maar in de klas te blijven. Dat hield mijn ge
dachten bezig, zoodat ik niet zooveel aan Char
les kon denken."
WAT DE HEER ORTEIG ER VAN ZEGT.
De heer Raymond Orteig, de uitlover van
den prijs van 25,000 dollar voor dengeen, die
het eerst de vlucht ParijsNew-York of New-
York.Parijs zonder tusschenlanding zou af
leggen, heeft Lindbergh's verrichting de ge
beurtenis van dezen tijd genoemd. Op de vraag
of hij gedacht had, dat Lindbergh slagen zou,
heeft de heer Orteig, die te Pau woont, doch
zich Zaterdag dadelijk nar Parijs heeft begeven,
gezegd, dat hij er wel eenig idee van had gehad.
Hij had een jaar geleden het eerst den jongen
gehoord, die hem met den grootsten lof beschre
ven was. Zijn raadgever had hem (Orteig)
gezegd, dat als Lindbergh het probeerde, hij
zeker zou slagen.
Orteig had nooit gedacht, dat een man al
leen de vlucht zou volbrengen en zich de prijs-
winners altijd voorgesteld als beproefde vliegers
met jarenlange ervaring.
Toen hij het bericht van zijn zoon kreeg, dat
Lindbergh was vertrokken, was er iets, dat hem
zeide, dat deze jongeman zou slagen. Dat was
bij vroegere aankondigingen van het vertrek
van mededingers aan de wedvlucht den heer
Orteig nimmer overkomen.
Orteig was tot het uitloven van den prijs
gekomen door de welgeslaagde vluchten van
majoor Reade met het Amerikaansche water
vliegtuig N.C. 4 en van Alcock en Brown. Hij
had toen bij zichzelf gedacht, dat het uitloven
van een flinke som een goede opwekking voor
de Fransche vliegers zou zijn. De bakermat van
de vliegkunst heeft in Frankrijk gestaan, daarom
dacht Orteig, dat een prijs voor een vlucht
tuisschen New-York en Parijs in zijn vroegere
vaderland veel belangstelling zou ondervinden.
De heer Orteig is n.l. te Louvie Juzon bij Pau
geboren, doch al op 13-jarigen leeftijd naar de
Ver. Staten gegaan. Hij staat thans aan het
hoofd van een groote hotelmaatschappij.
Orteig gelooft, dat Lindbergh, voor zoover
hij na an gaan, alle voorwaarden voor het win
nen van den prijs heeft vervuld, zoodat deze
hem bij zijn aanomst te New-York door de com
missie van beheer ter hand zal kunnen worden
gesteld.
Openbare verkooping van een huis met schuur
te Stad aan 't Haringvliet, ten overstaan van
Notaris P. A. van Buuren te Middelharnis, op
Woensdag 18 Mei 1927 bij inzet en op
Woensdag 25 Mei 1927 bij afslag, telkens des
middags 4 uur (zomertijd), in café Smits te
Stad aan ,t Haringvliet. Eenige koop Het huis
met schuur en verdere getimmerten te Stad
aan 't Haringvliet, belast met het eeuwigdurend
recht van erfpacht van den grond kadastraal
aldaar bekend nummers 973 en 974, samen groot
I Are 16 Centiaren.
Bewoond door Joost Kamerling te Stad aan 't
Haringvliet.
Notaris VAN BUUREN.
Zaterdag 28 Mei bij inzet en Zaterdag 4 Juni
bij afslag, telkens des avonds 6 uur (zomertijd)
te Ouddorp in het Logement Akers hoek van
1.37,80 H.A. of 3 G. bouwland te Ouddorp,
in het West NieuwlaDd aan den Bontweg,
kadaster sectie A no. 338, in 3 perceelen en
in massa, 1,09,00 HA. of 2 G. 112 R.V.M.
bouwland te Ouddorp, in het West Nieuw»
land, aan den Groeneweg, kadaster sectie A
no. 170, in 2 perceelen en massa, 1,92,90 H.A.
of 4 G. 60 R.V.M. bouwland te Ouddorp, in
bet Oudeland, in »Dimmenstee«, aan den
Nieuweweg, kadaster sectie D nos. 163 en 165,
in 4 perceelen en combinatiën en 0,99,00 H.A.
of 2 G. 47 R.V.M. weiland te Ouddorp, in
het Oudeland aan den Lageweg, kadaster
sectie D no. 151, in 1 perceel. Het bouwland
is blootschoof 1927 en het weiland is 1 Nov,
1927 door de koopers in gebruik te aanvaar»
den. Ten verzoeke van den heer C. Lodder
J Czoon te Ouddorp.
Notaris VAN DEN BERG.
Te huur voor den tijd van 10 jaren, ingaande
blootschoof dezes jaars Eene hofstede, gelegen
in de kom eener Gemeente op Flakkee, groot
76 Gemeten, naar inschrijving der beneficie
tegen een vastgestelde pacht van 60.Per
halve H.A. per jaar. Inschrijvingsbiljetten in te
dienen ten kantore van Notaris AKKERMAN
te Ooltgensplaat, voor 1 Juni a.s., alwaar alle
inlichtingen te bekomen zijn.
Op Vrijdagen 10 en 17 Juni 1927, des v.m.
II uur (zomertijd) in het koffiehuis van Joh.
Dubel te Simonshaven, openbare verkooping
bij veiling en afslag van het altoos durend
recht van erfpacht op 01 are, 60 centiaren
grond aan den Oud»Stompaardsche dijk, onder
de gemeente Geervliet, met den eigendom van
het daarop staande huis en schuurtje, bewoond
door de weduwe A. de Man. Aanvaarding bij
de betaling der koopenningen op 3 Augustus
1927
Inlichtingen geeft1 ondergeteekende te Zuid»
land.
Notaris C. LOEFF.
I®8***"*
F Correspondentie
I aan r,
Het thema d
„ontpennen" v
paarden) door
een task genoe
echter niet ber
Als echter de
pent" moeten 2
ze niet ten volk
spelen, het au
spreekt dan we
zet is Pb5 Be
Er staat dus
pion. Bovendie
De zwarte koi
den om een pa
Kd6 en Ke6.
nml. Ke6. Kd6
veld bestrijkt,
dat de zwarte k
kan ontpenne
Het variantens
het moeilijke tf
grond wilde lat
1Kc4, 7
naar zijn oude
veranderd is I I
1Kc6.
1d6. 2
1Lb5:f.
De stukken
nevenoplossing
kingen ziet me
gers. De sleute
aan, het is ee:
zal wel het feit
melding verkre
Het laatste
moeilijk. Mijn
/•~»eze toch hebt
Verbetering
over een varie
Geheel juist is
Een winst van
Stand
J. Panree (1
(18) G. Tieq
brugge (16)
G. Bergman 1(
Prob
G.
Tijd
Veel vrouv
hun bewondi
's Morgens
als de zon hl
van dauw v
's avonds, wa
ademt, dan ka
Vaak vind
genoeg, om
wel is.
Weinig wo
van die sch«-
huis kunnen
dag van te g
Een mooi
een gansch
een goed
bloeiende ta
het eens in
een vaas bii
zult zien dat
Mooie frisi
gezellig aanz
Nu zijn er
voorbijgaan
planten, die
raamkozijn s
Voorbijgange
Ik vind n
zicht, die ri
van de bloem
Misschien
wel aardig,
altijd bloem
die planten
Nu ik geli
heusch wel
gevergd wori
als we zien
als we eens
in heel eenv
planten staa
exemplaren
een bewijs c
maar is.
Altijd bloi
niet, dat vc
maar al heb
rijkdom var
veldbloemen
Een paar t
vaas, staan 1
Over een
margrieten
mooi staan.