IS ets. psr half aas VAN ROSSEM's Lichte Baaitabak Gemengd Nieuws. Land- en Tuinbouw. In patent verpakking Morst niet, scheurt niet Maakt geen kort V er koopingen Zater< DU Twe ,TWï SCHA MIJNHJ Hoofdpij Laxeer- Zenuw Staal Maai E V001 dan de strijd gestreden, het jammerdal verlaten, de dienstknechtsgestalte afge legd voor het koninklijk gewaad. Nu is Hij niet meer de man van smarten, maar het voorwerp van de aanbidding der engelen en gezaligden in den hemel. Hem, die het overwon, is alle macht gegeven in hemel en op aarde. Verhe ven boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en allen naam, die genaamd wordt in deze en de toe komende wereld, zijn alle dingen door den Vader in Zijn hand gesteld, zelfs het oordeel over de levenden en de dooden. Dat „opgenomen in den hemel'' spreekt van een ontzaggelijke verande ring voor Jezus. Voor Hem is de ver hooging in den hemel een vrucht van Zijn werk op aarde. Maar ook voor de gemeente Gods is er reden tot dank. Immers, zij is van Jezus niet te scheiden. Zij is één met Hem. Al wat Hij deed en nog doet, al wat Hem gegeven is, komt haar ten goede. Uit kracht van haar eenheid met Hem is Zijn heerlijkheid de hare. Neen, wij zijn van Jezus niet ver laten. Al ziet ons oog Hem niet. Hij ziet ons wel en zorgt voor ons en waakt over ons. Hij heeft Zijn kerk beloofd „Ik ben met u al de dagen tot de voleinding der wereld". Men- schen vergeten ons vaak. Van die ons lief zijn, worden wij gescheiden. Naarmate wij ouder worden, wordt 't eenzamer rondom ons, waar zoo vele vrienden en verwanten ons ontvallen. Maar Jezus, schoon in den hemel opgenomen, blijft bij ons. Met Zijn majesteit, genade en Geest wijkt Hij niet van ons. Wat ook verandere, Hij blijft dezelfde in liefde. Al werden alle menschen ons ontrouw, Hij blijft ons trouw in nood en dood en be schermt ons tegen alle vijanden. Wat zal dan een nietig mensch ons doen Wij hebben in Hem een voorspraak bij den Vader. Wat zou ons verdoemen, waar een rechtvaardige Borg voor ons heeft betaald en tusschen beiden treedt? Wie zal veroordeelen, waar Hij voor ons bidt Hij kan wijzen op Zijn alge- noegzaam offer, waardoor Hij den toorn Gods tegen onze zonden heeft gestild. Hij is in den hemel om Zijn werk voort te zetten, het toe te passen, het verworven heil ons deelachtig te maken. Niet alleen heeft Hij het rant soen voor de schuld der zonden betaald maar Hij verbreekt ook de heerschappij der zonden in ons door ons Zijn Geest te schenken, die de banden der zonde losmaakt en ons herschept naar het evenbeeld van God. Van uit den hemel werkt Hij in ons uit, wat Hij op aarde voor ons volbracht. Jezus is in den hemel opgenomen. Dat is voor allen, die in Hem gelooven een waarborg, dat ook zij zullen zijn, waar Hij is. Hij is ons voorgegaan, ge lijk Hij Zijn dislipelen verzekerde „In het huis mijns Vaders zijn vele wonin gen anderszins zou ik het u gezegd hebben ik ga heen om u plaats te be reiden en zoo wanneer ik heen zal gegaan zijn en u plaats zal bereid heb ben, zoo kom ik weder en zal u tot mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar ik ben". Zoo mag dan al Zijn volk van den hemel verzekerd zijn. Wij hebben hier op aarde onze bestemming niet. Reeds hier zijn wij met Christus in den hemel gezet. Daar hooren wij thuis. Wij hebben ons Vaderland hier boven. Wanneer zullen zij, die door het ge loof met Christus vereenigd zijn, wezen waar Hij is Dan als de ziel van het lichaam scheidt en tot Hem wordt op genomen. Maar de volle zaligheid zul len zij eerst genieten bij de wederkomst van Christus. Jezus zal uit den hemel wederkomen om al Zijn volk naar ziel en lichaam met heerlijkheid te beklee- den en in Zijn glorie te doen deelen. Maar Hij komt niet, voordat Hij plaats heeft bereid voor den laatsten der uit verkorenen. eerst moeten allen, die Hem van den Vader gegeven zijn, toe gebracht zijn. Eerst moet de raad Gods met deze wereld vervuld zijn. Dan komt Jezus uit den hemel tot verschrikking van Zijn vijanden, maar tot vreugde van Zijn volk, hetwelk Hem-verwacht. Daarop loopt het werk van Christus in den hemel uit. Aan het einde wordt het rijk van Satan vernietigd en zal de goddelooze er niet meer zijn. En de aarde, bevrijd van de zonde en haar gevolgen, vervuld van de kennis Gods, zal ten erfdeel gegeven worden aan het volk, dat Jezus kocht met zijn bloed en van uit den hemel vergadert, beschermt en bewaart tot aan den dag Zijner openbaring in heerlijkheid. P O T A. Plantenziekten. Er bestaat vrijwel geen enkele Plant, Bloem of Gewas, welke niet bij tijden in meerdere of mindere mate door ziekten ge teisterd wordt. Ondanks de energieke pogingen van wetenschap en practijk, ondanks de zeer vele aanbevolen middelen ter bestrijding, gaan nog jaarlijks in ons la nd millioenen guldens ver loren aan schade, veroorzaakt door Planten ziekten. De aardappelteelt b.v.- in Nederland neemt In den landbouw een zeer groote plaats in, Ongeveer 160.000 H.A. land worden jaarlijks met aardappelen verbouwd. Vooral talrijk zijn de ziekten, waardoor de aardappelplanten ge teisterd worden, waarvan de meest bekende en gevreesde ongetwijfeld is de zoogenaamde „ge wone". Aardappelziekte „Phitophttora infestans", ver oorzaakt door een schimmelplantje, dat eerst het loof en vervolgens soms ook de knollen aan tast. De ziekte is herkenbaar aan zwart-bruine plekken op de bladeren der planten en ver breidt zich bij warm en vochtig weer zeer snel. Wat de knollen betreft, daaraan openbaart zij zich door het optreden van donkere, eenigszins blauwgrijze vlekken en gaan de knollen spoedig tot droge of natte rotting over. De aantasting van het loof wordt meestal niet voor het einde van Juni of begin Juli geconstateerd. Aan de bestrijding van de Aardappelziekte met de tot dusver gebruikte middelen zijn groote nadeelen verbonden. Het aanmengen van droge stof met water, het vervoer van water naar de velden en het vaststellen van de juiste verhou dingen, is kostbaar en tijdroovend, afgezien nog van andere bezwaren, als de aantasting der sproeiapparaten door chemische werkingen, geen grootere hoeveelheid voor het gebruik gereed kunnen maken, dan men denzelfden dag noodig heeft, enz. De pogingen om betere bestrijdings middelen samen te stellen faalden, omdat men steeds in dezelfde richting zocht, namelijk een artikel, dat eerst in water moest worden op gelost, alvorens tot gebruik te kunnen over gaan. Na langdurige wetenschappelijke en practische proefnemingen slaagde men er in 1925 in Dene marken in, een chemisch product te fabriceeren, in poeder, dat droog uitgestrooid kan worden. Deze uitvinding, welke in landbouwkringen zeer veel opzien verwekte, maakt het thans mogelijk, op eenvoudige en uiterst gemakkelijke wijze, door middel van het nieuwe artikel, hetwelk „POTA" genoemd werd. de aardappelziekte „Phitophtora infestans" met succes te bestrijden. Proefnemingen, zoowel van officieele zijden, als door landbouwers in 1925 en 1926, in bin nen- en buitenland genomen, toonden aan, dat de aardappelziekte afdoende met „Pota" be streden kan worden. De resultaten overtroffen verre de verwachtingen, wat tengevolge had, dat de capiciteit van de fabriek in Denemarken moest worden opgevoerd. Begin 1926 werd in Duitschland een nieuwe fabrieksinstallatie ge sticht, uitgerust met de meest moderne machines. Alleen in Nederland werd in 1926, het jaar waarin „Pota" voor het eerst hier geïntrodu ceerd werd, circa 100.000 K.G. aan proef orders geplaatst. Met betrekking tot de gebruiksaan wijzing en verdere bijzonderheden, vindt men in de catalogus nadere mededeelingen opge- Ziekten op Vruchtboomen, zijn maar al te dikwijls oorzaak, dat het uitzicht op een goeden oogst in rook vervliegt. De „Schurft" op appel en pereboomen is één van de ernstigste kwalen, waardoor onze Vruchtboomen geteisterd wor den. Een uitstekend middel ter bestrijding en voorkoming is „Pota". Door middel van han dige en niet kostbare verstuivers kan men de Vruchtboomen gemakkelijk vanaf den grond met „Pota" bestuiven. Deze verstuivers zijn bij ons en de firma's, welke zich met den ver koop van „Pota" belasten, verkrijgbaar. „Pota" wordt door deskundigen zeer gunstig beoordeeld. Zoo schreef de Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen „De resultaten van de proef velden zijn van dien aard geweest, dat het voortzetten van deze proefnemingen gewettigd is". Algemeen Nederlandsch Landbouwblad „Po ta zal ongetwijfeld ook in Nederland zijn weg wel vinden". De heer G. Noordanus, secr. Kon. Nederl. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde, afd. Huis ter Heide en omgeving „Resultaat gunstig. Na aanwending geen uitbreiding der ziekte. Op merkelijk weinig knollen aangetast. Een zeer voorname factor is de gemakkelijke behande ling". De heer J. Valkier, te 'sHeer Arendskerke (Z.) „Bij vergelijkende proeven met „Pota" en Bourgondische Pap, bleek de werking van „Pota" minstens even gunstig". Deze attesten zijn met vele anderen aan te vullen. Wij adviseeren belanghebbenden met dit artikel kennis te maken. Prospectus worden gaarne afgegeven. Ziet overigens de annonces in ons blad. VAN ONDEUGDELIJK OPFOKVOER. DE FABRIKAGE HIERVAN EN HET BETREK KEN VAN PRIMA VEEVOEDER VAN EIGEN ORGANISATIE. Bij het oprichten van de E. F. P. V. verleden jaar Maart, waren er dingen welke onze aan dacht trokken, nl. de afzet van eieren en de daarvoor besteede prijzen, en de handel in op- fokvoer en ochtendvoer, welke, evenals dit reeds in vele andere streken van ens land particulier geregeld behoord te zijn. Wat betreft de eierhandel, deze is vooralsnog niet te regelen. Bij ons eerste optreden, ging de handel zoodanig naar boven, en werden door anderen zoodanige maatregelen genomen, dat wij betrekkelijk tevreden kunnen zijn. Echter op het gebied van opfokvoer en och tendvoer vindt de organisatie een dankbaar terrein. Het zal velen wel bekend zijn, dat de wet voorschrijft, dat voedermengsels, voorzien moe ten zijn van een label, waarop aangegeven, de meelsoorten, welke zich daarin bevinden. Zij schrijft echter niet voor, dat de gehaltes aangegeven moeten worden. Het is dus voor een leek onmogelijk, te constateeren, dat hetgeen hij koopt, aan de gestelde eischen voldoet. Hier komt nog bij, da men aan de analyses, welke men kan trekken, weinig of niets heeft, oen goed ochtendvoeder moet b.v. tot 30 eiwit en 4 tot 6 vet bevatten. Het is echter noodzakelijk, dat een vrij hoog percentage van dit eiwitgehalte dierlijk eiwit is, evenals het vet dierlijk moet zijn. Het is dus duidelijk, dat, wanneer men b.v. grondnotenmeel in zlker mengsel verwerkt, welke ongeveer 55 RUW EIWIT bevat, men dus gemakkelijk aan het vereischte gehalte kan komen, terwijl men tevens zeer goedkoop uit is. Wanneer men echter een goed voeder mengt, is het zelfs nog wel mogelijk, de aanmaakkosten een paar centen te drukken. Neemt men b.v. het volgende mengsel, wat zeer goed kan ge noemd worden 150 K.G. griesmeel100 K.G. maismeel80 K.G. vleeschmeel0 K.G. 5vischmeel50 K.G. geqstmëel,- 50 K.G. havermeel50 K.G erwten- meel en 15 K.G. fosforzure voederkalk en neemt men b.v. in plaats van Liebigs vleeschmeel van 35 cent een goedkooper soort van b.v. 21 cent, dan maakt dit de gehee'le partij al even 0,02 per K.G. goedkooper. Hieruit kan men dus zien, dat betreffende de fabricage van pluimveevoeders een vrij groo te opening is voor zwendel. Een frapant staaltje hiervan heeft de heer Van Asperen Vervenne dezer dagen kunnen constateeren in Noord-Holland. In de buurt van Amsterdam kwam veel kui- kensterfte voor. De heer Vervenne meende na érnstig onderzoek, dat de oorzaak hiervan moest gelegen zijn in het verstrekte opfokvoeder, en stuurde een drietal monsters naar de Rijks Pluim veeconsulent ter onderzoek. De handelaar, welke dit voeder met vele en dure reclame in den handel bracht, beweerde, dat het voeder alle mineralen bevatte, welke voor de groei en ontwikkeling van eenden, kip pen, kalkoenen, kuikens enz. noodzakelijk was. De heer Tukker, welke de monsters naar Wageningen opstuurde, verkreeg de volgende gigevens Monster 1 bevatte gemalen Johannesbrood, rijstvoedermeel, gemalen beenderen, vischmeel, gerstemeel, gemalen ooi en minerale bestand- deelen, waaronder hoofdzaelijk keukenzout, een carbonaat en zwavel. Het gehalte aan keuken zout was 19.7 Monster 2 bevatte rijstvoedermeel, so ameel, lijnmeel, gemalen Johannesbrood, gemalen Fene griek, levertraan en een weinig minerale bestand- deelen, waaronder keukenzout en een carbonaat. Monster 3 bevatte dezelfde bestanddeelen als monsterl, het gehalte keukenzout was nu ge stegen tot 21.4 Gezien deze analyse bleek dus, dat een vijfde deel van het voer bestond uit keukenzout. Het behoeft geen betoog, dat, waar het niet eenmaal, doch herhaaldelijk blijft, dat onze pluimveehouders aan lergelijk gezwendel bloot gesteld zijn, onze organisatie het zich tot taak gesteeld heeft, te trachten hieraan een einde te maken. Hierin mag een gelukkig toeval genoemd worden, dat, waar onze organisatie aangesloten is bij de V. P. Z. H„ een vereeniging, welke het voedervraagstuk practisch opgelost heeft, en waar dikwijls blijkt hoe groot de behoefte is naar zulk een instelling, gezien de groote quantums, welke betrokken worden van de voederinstelling der V. P. Z. H. Vele groote verbruikers zien wel in, dat zij de vele en dure reclames op schuttingen, in tijd schriften, brochures enz., zelf moeten betalen. Hierbij gevoegd de hooge provisies, welke de fabrikant zijn wederverkoopers geeft, doen hen het nut van eigen organisatie inzien. Dit een en ander is oorzaak geweest, dat, waar bleek, dat waar de handel liever 100 of 150 meer prfovisie meer had van de fabrikant, als van een particuliere instelling (wat zeer goed te begrijpen is, al is dit niet het voordeel van den pluimveehouder), de pluimveehouders zelf de handen in elkaar geslagen hebben en nu hun voeder zelf in combinatie rechtstreeks van hun instelling betrekken, wat hier op Flakkee nu ook op een plaats noodzakelijk geworden is. Wij zouden velen op Flakkee den raad willen geven zelf te bepalen welk voeder men verkiest, daar het vanzelf spreekt, dat het meest provisie gevend ochtendvoer geleverd wordt. H. K. UIT DE LANDBOUWWERELD. (Nadrug verboden). Slager en Boer. Het is een vrij algemeene klacht dat plaatselijke uitzonderingen daargelaten door de slagers te groote winsten worden gemaakt. En als we spreken van „algemeen", dan hebben we niet slechts ons eigen landje op het oog, maar oo het buitenland. In Frankrijk b.v. wordt al evenzeer geklaagd. De vleeschconsument moet hooge prijzen betalen, terwijl de landbouwer veehouder zich met een bescheiden vergoeding voor al zijn wer, zorg en risico, miet tevrdeen stellen. De grootste verdienste wordt gemaakt tusschen boer en consumentdoor commission- nairs, agenten, handelaren en slagers, 't Is een diwijls geconstateerd feit, dat de handel, méér dan de producent, die maandenlang het werk verricht en de risico draagt, met de grootste winst gaat strijken. De boer drukt dit uit op teekende wijze, als hij zegtHet schuim van den handel is nog beter, dan de best betaalde arbeid. Al diwijls is in landbouwkringen de vraag gesteld, of hiertegen niet iets gedaan kon en moest worden. En af en toe lijkt het wel. of de handen ineen geslagen zullen worden, maar tot een krachtige, daadwerkelijkke actie is het tot heden niet gekomen. In Parijs heeftt de gemeen teraad verschillende maatregelen genomen, om te bewerken, dat de slager^ met geringere win sten genoegen zullen nemen. De stad zelf treedt op een 7-tal overdekte markten als verkoopster opde verkoopers hebben vast salaris. Een andes middel is, dat op de markten vacante verkoopplaatsen een 16-tal Worden uit gegeven aan de slagers, die zich verplichten iederen dag hun boekhouding aan een daartoe aangewezen ambtenaar voor te leggen. Deze ambtenaar is bevoegd prijsverlaging vcor te stellen en, indien hierop door de slagers niet wordt ingegaan, de verkoopvergunning in te trekken. Dan wordt nog een derde middel toegepastde instelling van z.g. gecontroleerde slagers, die zich aan de voorschriften der pre fecten onderwerpen en verklaren genoegen te nemen met een winst van 5 pCt. van den om zet. De Minister van Landboum heeft voorts ten einde de vleeschijrijzen naar omlaag te doen gaan, toegestaan om levende schapen uit Duitschland in te voeren. Men zietdaar ginds wordt wat gpdaan 1 Hier klaagt men we), maar blijft men laksch. De coöperatie staat hier ten aanzien van deze zaak nog aan het eerste be gin. We zagen in het „Groninger Landbouw blad" een becijfering van den heer Cohen te Beerta met de slotsom, dat een slager ver diende op een koe ongeveer 50,—, op een varken plm. 16,—. Dat lijkt ons bijzonder laag, zegt „De Veldbode", en het blad zet een andere berekening op met gansch andere uit komsten. Het stelt den inkoopprijs op 95 cent, den gemiddelden verkoopprijs op 1.35 per K.G., bij een beest van 300 K.G. geslachtdan is de bruti winst 300 X 40 ct. is 120.Een van 100 K.G, geslacht wordt bij inkoop ge taxeerd op 7 ct. en gemiddeld verkocht voor 1.20, brutowinst derhalve: 100 X 44 ct. is 44.Als deze cijfers ten naastenbij kloppen met de werkelijkheid (in le klasse zaken in groote steden zijn ze zeker hooger), dan zijn bovenvermelde klachten zeker niet ongegrond. Onze Tuinders. Het tuindersbedrijf trekt telkens weer de aan dacht alle zeilen moeten worden bijgezet, van alle kanten moet worden meegewerkt om dit bedrijf in stand te hohden. Wat verdrietig en tevens veelzeggend bericht b.v. is het te lezen, dat na afloop der veiling te Maastricht groote massa's van allerlei groenten als onverkoopbaar bleven liggen en beschikbaar waren voor lief dadigheidsinstellingen. Vele producten brachten nog minder dan één cent per Kilo op een 100- tal leden der veiling hadden te zamen slechts een bruto omzet van plusminus 1000.—. Veel zeggend, zeiden we, is zulk een berichthet wil zeggen, dat op sommige tijden de uitvoer naar Duitschland en België zoo goed als stilstaat. Wat te doen in deze omstandigheden Kunnen retorsiemaatregelen hier helpen. De meeningen hieromtrent zijn verdeeld. Andere middelen wor den genoemdallereerst moet uit alle macht worden gewerkt aan de verbetering, de vervil- making der producten. Alles moet gedaan wor den om onze tuinbouwproducten op de buiten- landsche markten een goeden naam te verzeke ren. Hier toe dient o.m. de controle van het Uitvoer-Controle Bureau (U. C. B.) voor groen te, fruit en aardappelen, opgericht 1924. Er wordt door dit Bureau gelet op de kwaliteit, de sorteering en de verpakking. Op het einde van 1926 waren hierbij 62 leden-veilingen en 60 leden-exporteurs aangesloten. Het aantal con- trolemerken steeg van 1925 tot 1926 zeer be duidend, van 1.400.000 tot 2. 180.000. De meeste werden gebruikt voor de vroege aardappelen in de Streek en de Langendijk zeer weinige, hoewel hoog noodig, voir de winteraardappelen. Komt dit laatste misschien, omdat de handel in dit product onvoldoende of plecht is georgani seerd Er moet op allerlei wijzen reclame worden gemaakt. Op een vergadering te Utrecht van een groep veilingsvereenigingen werd be sloten om voor 1927 anderhalf procent van den omzet voor reclame te besteden. Dat is zeker niet veelberust tegenwoordig niet de geheele handel op reclame Ook hier geldt„De kost gaat voor de baat uit" eerst moet men geven wil men ontvangen. De spoorvrachten leggen voorts ook gewiiht in de schaalvoor een wag gon kool, waarde 250.—, betaalt men vanuit Noord-Holland tot aan de Duitsche grens 60. dat is bijna een vierde deel. In Januari werden naar Dlitschland aan grove groenten verzonden 30 millioen K.G. ter waarde van 1.400.000 de vracht hier op bedroeg 200.000 (2 ton), dat is dus bijna 15 In Duitschland, Franrijk en Italië zijn de spoorvrachten beduidend lager zou dat ook hier niet zoo kunnen zijn? Is een groot vervoer tegen lage tarieven ook voor de spoorwegen niet beter dan een klein vervoer spoorwegen niet beter dan een klein vervoer tegen hoogere prijzen En is het in ieder geval niet zeer wenschelijk om zooveel mogelijk mee te werken den bestaansstrijd van den tuinder minder moeilijk te maken Wat dr. Calkoen mededeelde. De oudste, eerste, planen op aarde hadden alleen bloemen met meeldraden en stampers, later kwamen de hooger ontwikkelde, wel ge kleurde bloemen. Kleuren trekken de insecten aan en bepaalde kleuren, bepaalde insecten bloemen, die door kleine vliegjes moeten wor den bestoven om vrucht en zaad te geven, zijn altijd wite j die een bezoek van kevers noodig hebben, veelal geel, terwijl bloenïen, die aan bijen en hommels een gastvrije ontvangst zullen bereiden, gewoonlijk rood, purper, paars of blauw zijn. Bijen vinden blauw de aantrek kelijkste kleur en blauwe bloemen worden dan ook door de bijen bestoven. Uit het geel van de eerste insectxbloemen zijn later het wit het rood en het blauw ontstaan. Het eerste vormt zich het geel (de oudste bloemen waren geel), dan wit, daarna rood en eindelijk blauw (later kwamen witten, toen roode en eindelijk blauwe bloemen)Het mooie blauwe klokje (Companula) is een van de meest ontwikkelde bloemen, omdat het blauw isde voorouders er van hebben de verschillende trappen van ontwikkeling moeten doorloopen, om zoo hoog te komen. De ontwipkeling der bloemen heeft niet alleen in de kleur plaats gehad, maar ook in den vorm. De zoozeer veranderde bloemen worden nu ook bezocht door de meest ontwik kelde insecten de bijen. Neemt uw voorzorgen 1 Vele ongevallen kunnen voorkomen worden, als verkeerde gewoontes worden nagelaten. B.v. de gewoonte, om paarden los voor de machine te spannen. Als gij een zaaimachine vervoert, maak dan gebruik van een lemoenalleen dan kan de bestuurder op verharde wegen en bij het afrijden van hellingen de machine in zijn macht houden. Het afrijden van stoepen (wij bedoelen de ijlooiïngen van den dijk naar het land) met paard en wagen levrt veel gevaar op, als de wagen niet geremd kan worden. Wordt met een lemoen gereden, dan kan men het paard leeren voorzichtig de stoep af te gaan, wanneer men het paard een broek aandoet. Wordt zonder lemoen gereden, dan kan men een groote vaart van den wagen beletten door de achterwielen vast te zetten met een ketting met haakde ketting zit dan vast aan den balk of een balk van den wagen, de hbak wordt tegen een spaak om de velgen geslagen. Takken opbinden is een rw werk en de hid wordt daarmee heel vaak opengehaald. Men krijgt met dit werk ook verbazend rwe handen, die moeilijk zijn te rei nigen. Is men echter van jongsaf gewoon twee maal daags de handen it te boenen met een niet al té zachten boender, en daarbij flink wat groene zeep gebriken, dan verricht men daarmee wonderen infectie van zeer vile handen komt dan ook niet licht voor. B—r. HOE LINDBERGH'S MOEDER ZICH HIELD. Met tranen in haar oogen heeft Lindbeergh's moeder, die tijdens den vlucht van haar zoon een waarlijk stoïcijnsche kalmte had weten te bewaren, Zaterdagavond aan de joudnalisten die haar te Detroit kwamen Ineterviewen (men bedenke, dat het in Amerika vijf uur vroeger is dan hierl), verteld hoe gelukkig zij was. „Ik ben dankbaarik kan geen woorden vin den om mijn geluk uit te drukken", was het eerste wat zij snikkende uitbracht, toen het nieuws van haar zoin's aankomst te Parijs be kend werd. Hoewel de dappere vrouw Vrijdag gewoon haar scheikundelessen gegeven had, moest zij toch bekennen sinds Charlese' vertrek al even min geslapen te hebben als haar vermetele jon gen zelf. Zaterdag zij zich schuil ten huize van haar broer, waar zij niemand ontvangen wilde. Toen men daarop trachtte haar op te-bellen, werd de telefoon van den haak genomen. Toen echter het bericht van Charles' aankomst haar bereikt had, stemde zij er in toe de mannen van de krant te ontvangen. Dit geschiedde in den voortin, te midden van haar broers gezin. „Ik heb steeds het gevoel gehad", zei me vrouw Lindbergh tot de verslaggevers, „dat mijn zoon zou slagen. Ik was zoo vol vertrou wen als een moeder maar kan zijn onder der gelijke omstandigheden, mar toch waren er oo- genblikken, dat de moeilijkheden, die ik wist, dat hij moest ontmoeten, mij terneerdrukten. Ik ben blij, dat het achter den rug is, blijder dan ik zeggen kan. Hij heeft de grootste onderneming zijns levens volbracht. Ik ben trotsch de moeder te zijn van zoo'n jongen. Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik gelukkig ben. „Al uren lang heb ik gewacht op bericht van mijn jongen. Ieder is even lief voor mij geweest, de kinderen op school vooral. Zij stelden na- tuuhlijk groot belang in de vlucht, doch om mij te sparen, hebben zij er in mijn tegenwoor digheid geen woord over gesproken. „Het is mij zoo vreemd te moede. Ik weet niet hoe ik gelukkiger zou kunnen zijn, dan ik vandaag ben. Het was het beste voor me om maar in de klas te blijven. Dat hield mijn ge dachten bezig, zoodat ik niet zooveel aan Char les kon denken." WAT DE HEER ORTEIG ER VAN ZEGT. De heer Raymond Orteig, de uitlover van den prijs van 25,000 dollar voor dengeen, die het eerst de vlucht ParijsNew-York of New- York.Parijs zonder tusschenlanding zou af leggen, heeft Lindbergh's verrichting de ge beurtenis van dezen tijd genoemd. Op de vraag of hij gedacht had, dat Lindbergh slagen zou, heeft de heer Orteig, die te Pau woont, doch zich Zaterdag dadelijk nar Parijs heeft begeven, gezegd, dat hij er wel eenig idee van had gehad. Hij had een jaar geleden het eerst den jongen gehoord, die hem met den grootsten lof beschre ven was. Zijn raadgever had hem (Orteig) gezegd, dat als Lindbergh het probeerde, hij zeker zou slagen. Orteig had nooit gedacht, dat een man al leen de vlucht zou volbrengen en zich de prijs- winners altijd voorgesteld als beproefde vliegers met jarenlange ervaring. Toen hij het bericht van zijn zoon kreeg, dat Lindbergh was vertrokken, was er iets, dat hem zeide, dat deze jongeman zou slagen. Dat was bij vroegere aankondigingen van het vertrek van mededingers aan de wedvlucht den heer Orteig nimmer overkomen. Orteig was tot het uitloven van den prijs gekomen door de welgeslaagde vluchten van majoor Reade met het Amerikaansche water vliegtuig N.C. 4 en van Alcock en Brown. Hij had toen bij zichzelf gedacht, dat het uitloven van een flinke som een goede opwekking voor de Fransche vliegers zou zijn. De bakermat van de vliegkunst heeft in Frankrijk gestaan, daarom dacht Orteig, dat een prijs voor een vlucht tuisschen New-York en Parijs in zijn vroegere vaderland veel belangstelling zou ondervinden. De heer Orteig is n.l. te Louvie Juzon bij Pau geboren, doch al op 13-jarigen leeftijd naar de Ver. Staten gegaan. Hij staat thans aan het hoofd van een groote hotelmaatschappij. Orteig gelooft, dat Lindbergh, voor zoover hij na an gaan, alle voorwaarden voor het win nen van den prijs heeft vervuld, zoodat deze hem bij zijn aanomst te New-York door de com missie van beheer ter hand zal kunnen worden gesteld. Openbare verkooping van een huis met schuur te Stad aan 't Haringvliet, ten overstaan van Notaris P. A. van Buuren te Middelharnis, op Woensdag 18 Mei 1927 bij inzet en op Woensdag 25 Mei 1927 bij afslag, telkens des middags 4 uur (zomertijd), in café Smits te Stad aan ,t Haringvliet. Eenige koop Het huis met schuur en verdere getimmerten te Stad aan 't Haringvliet, belast met het eeuwigdurend recht van erfpacht van den grond kadastraal aldaar bekend nummers 973 en 974, samen groot I Are 16 Centiaren. Bewoond door Joost Kamerling te Stad aan 't Haringvliet. Notaris VAN BUUREN. Zaterdag 28 Mei bij inzet en Zaterdag 4 Juni bij afslag, telkens des avonds 6 uur (zomertijd) te Ouddorp in het Logement Akers hoek van 1.37,80 H.A. of 3 G. bouwland te Ouddorp, in het West NieuwlaDd aan den Bontweg, kadaster sectie A no. 338, in 3 perceelen en in massa, 1,09,00 HA. of 2 G. 112 R.V.M. bouwland te Ouddorp, in het West Nieuw» land, aan den Groeneweg, kadaster sectie A no. 170, in 2 perceelen en massa, 1,92,90 H.A. of 4 G. 60 R.V.M. bouwland te Ouddorp, in bet Oudeland, in »Dimmenstee«, aan den Nieuweweg, kadaster sectie D nos. 163 en 165, in 4 perceelen en combinatiën en 0,99,00 H.A. of 2 G. 47 R.V.M. weiland te Ouddorp, in het Oudeland aan den Lageweg, kadaster sectie D no. 151, in 1 perceel. Het bouwland is blootschoof 1927 en het weiland is 1 Nov, 1927 door de koopers in gebruik te aanvaar» den. Ten verzoeke van den heer C. Lodder J Czoon te Ouddorp. Notaris VAN DEN BERG. Te huur voor den tijd van 10 jaren, ingaande blootschoof dezes jaars Eene hofstede, gelegen in de kom eener Gemeente op Flakkee, groot 76 Gemeten, naar inschrijving der beneficie tegen een vastgestelde pacht van 60.Per halve H.A. per jaar. Inschrijvingsbiljetten in te dienen ten kantore van Notaris AKKERMAN te Ooltgensplaat, voor 1 Juni a.s., alwaar alle inlichtingen te bekomen zijn. Op Vrijdagen 10 en 17 Juni 1927, des v.m. II uur (zomertijd) in het koffiehuis van Joh. Dubel te Simonshaven, openbare verkooping bij veiling en afslag van het altoos durend recht van erfpacht op 01 are, 60 centiaren grond aan den Oud»Stompaardsche dijk, onder de gemeente Geervliet, met den eigendom van het daarop staande huis en schuurtje, bewoond door de weduwe A. de Man. Aanvaarding bij de betaling der koopenningen op 3 Augustus 1927 Inlichtingen geeft1 ondergeteekende te Zuid» land. Notaris C. LOEFF. I®8***"* F Correspondentie I aan r, Het thema d „ontpennen" v paarden) door een task genoe echter niet ber Als echter de pent" moeten 2 ze niet ten volk spelen, het au spreekt dan we zet is Pb5 Be Er staat dus pion. Bovendie De zwarte koi den om een pa Kd6 en Ke6. nml. Ke6. Kd6 veld bestrijkt, dat de zwarte k kan ontpenne Het variantens het moeilijke tf grond wilde lat 1Kc4, 7 naar zijn oude veranderd is I I 1Kc6. 1d6. 2 1Lb5:f. De stukken nevenoplossing kingen ziet me gers. De sleute aan, het is ee: zal wel het feit melding verkre Het laatste moeilijk. Mijn /•~»eze toch hebt Verbetering over een varie Geheel juist is Een winst van Stand J. Panree (1 (18) G. Tieq brugge (16) G. Bergman 1( Prob G. Tijd Veel vrouv hun bewondi 's Morgens als de zon hl van dauw v 's avonds, wa ademt, dan ka Vaak vind genoeg, om wel is. Weinig wo van die sch«- huis kunnen dag van te g Een mooi een gansch een goed bloeiende ta het eens in een vaas bii zult zien dat Mooie frisi gezellig aanz Nu zijn er voorbijgaan planten, die raamkozijn s Voorbijgange Ik vind n zicht, die ri van de bloem Misschien wel aardig, altijd bloem die planten Nu ik geli heusch wel gevergd wori als we zien als we eens in heel eenv planten staa exemplaren een bewijs c maar is. Altijd bloi niet, dat vc maar al heb rijkdom var veldbloemen Een paar t vaas, staan 1 Over een margrieten mooi staan.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 2