nil
goor den Jottóog
C H A HÏUiiO
CRÊPE DE CHIDE
COHEN
fconomisci) UMouerziciiL
Leekepraatjes
No. 3
Marktberichten.
Hoeden- en Pettenmagazljn
IS HET ARTIKEL
VOOR
MOOIE
ZOMERJURKEN
PRACHTIGE
MODERNE KLEUREN
JLand» ent Tuinbouw.
■e W W
VOOD X'!N K.E-U9
■if 1:
m
t 1
1 7- 1
i 1
- .51.1
V
i i
V
V, UUI JJIVU1VIU,
Kipitrut 85>87 Rotterdam
atr Zl£ DE 5 ETALAGES
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J. HENIGER Jr.
In ieder geval staat wel dit vast, dat het
verwaarloozen dezer Gereformeerde waarheden
in elk geval tot veruitwendiging moet leiden.
Hoe zou het ook anders kunnen. Door ieder
maar in de kerk te haien, die zegt in de his-
torische waarheden te gelooven, haalt men de
wereld in de kerk. Weldra heeft de wereld, al
is het misschien een praat vrome wereld,
in de kerk vrij spel. Zij geeft den toon aan en
deelt de lakens uit, bij verkiezing van opzieners
en leeraren, En dat is het treurigste beeld, dat
een kerk ooit kan opleveren. Dan lacht de
duivelWant de manier waarop hij dan
meester wordt in de kerk is zoo gemakkelijk.
Immers van tweeën één, óf Gods Geest regeert
in het hart des menschen, óf de geest van Satan
leeft er in. En daar een historisch-geloovige
zonder meer altijd nog een kind des duivels
blijft, heeft de duivel gemakkelijk spel. De
historie heeft dan ook altijd te zien gegeven,
dat wanneer eenmaal de tucht op de belijdenis
weg was, de scheidslijn tusschen kerk en wereld
was weg en de rest volgde vanzelf.
Hiertegen heeft de kerke Ghristi te waken.
Ook al „zou men bevreesd zijn het instituut
te vermoorden". Laat er toch geloof zijn, dat
in het houden van Gods geboden grooten loon
ligt. Het bewandelen van eigen wegen loopt
altijd verkeerd uit.
Gods Woord heeft de kerk een roeping ge
geven, n.l. een zoutend zout te zijn, een licht op
üe kandelaar, een stad op den berg.
Zij moet dus afgescheiden zijn van de wereld.
Er moet scheiding zijn. Anders wordt het
zout smakeloos.
De kerk is geen bekeerings-instituut. Zij moet
de kurk, waarop de wereld drijft.
Zóó hebben het ons onze vaderen geleerd
en zij deden dit in navolging van de apostelen,
die ons zoo klaar getoond hebben hoe zij Gods
kerk zagen. Laat ons leven naar Gods Woord.
Oók in ons kerkelijk leven.
Daarop rust zegen. In de eerste plaats voor
het wereldlijk leven. Want slechts zoo kan er
kracht van de kerk op de wereld uitgaan.
Maar ook voor het persoonlijk leven van
Gods volk. Is de kerk weer de saamvergadering
der ware Christ, geloovigen, dan is het weer
mogelijk dat dat zondig individualisme, dat
men nu in die kerken vindt, weer wijkt voor
een ware gemeenschap der heiligen, dat er weer
tucht komt onderling, dat er weer geloofszeker
heid en geloofsblijheid komt, zonder welke een
kind van God zijn roeping in de wereld niet
vervullen kan. Dan is het mogelijk, dat de
subjectieve twijfel weer wijken gaat en de
wolken van on- en kleingeloof weer worden
weggevaagd door de stralende Zonne der ge
rechtigheid. Dan is het mogelijk, dat de wereld
gaat zeggen ziet hoe hef zij elkander hebben
en zij getrokken wordt uit haar duisternis tot dat
wonderbaar Licht.
Zie, dan is de kerk weer wat zij in het
Grieksch heetKuriakee, d. w, z. dat tot den
Heere behoort, dat des Heeren is.
Dan is de kerk weer waarlijk de ecclesia,
de saamgeroepene, de gemeente van Jezus
Christus.
Nooit was het naar Gereformeerd beginsel
een ecclesiola in ecclesia te vormen „een kerkje
in de kerk te stichten. Dat deden de Piëtisten
in de Luthersche kerk, dat was het ideaal van
Spener. Dat was het zoeken der Hernhutters,
van een Zinzendorf, die geen van allen bij onze
Gereformeerde vaderen ingang vonden.
UITKIJK.
JOHANNES 21 s 19b~23.
„En dit gesproken hebbende, zeide Hij
tot hemVolg mij. En Petrus, zich om-
keerende, zag den discipel volgen, welken
Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op
zijn borst gevallen was, en gezegd had
Heere wie is het, die u verraden zal
Als Petrus dezen zag, zeide hij tot Jezus
Heere 1 maar wat zal deze
Jezus zeide tot hem Indien ik wil, dat
hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het
u aan? Volg gij mij.
Dit woord dan ging uit onder de broe
deren, dat deze discipel niet zou sterven.
En Jezus had tot hen niet gezegd, dat hij
niet sterven zou, maarindien ik wil, dat
hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het
u aan?"
III.
(Slot).
.Volg gij mij" Met deze woorden legt
de Heiland aan Petrus het zwijgen op.
In plaats van zijn nieuwsgierigheid te
bevredigen, wijst Hij hem den weg, dien
hij te gaan heeft. Petrus heeft er niets
mede te maken, hoe 't met Johannes
zal gaan. Dat moet hij aan den Heere
overlaten en verder Hem volgen, des
noods tot in den dood. „Volg gij mij",
zoo roept de Heere ook ons toe, en
hiermede vermaant Hij ons, ons te hou
den aan Zijn geopenbaarden wil. Het
verborgene hebben wij aan Hem over
te laten, maar wat geopenbaard is zij
voor ons en onze kinderen een regel
om naar te handelen.
En dat geopenbaarde is voor ons
genoeg. Wij hebben niet meer noodig
te weten, dan dat wij den Heere volgen
moeten. Er is geen reden om te klagen,
dat zooveel voor ons verborgen is,
maar wij hebben God te danken, dat
de toekomst ons onbekend is. Welk
een zegen, dat de Heere geen antwoord
geeft op zoovele vragen. Wij zouden
anders geen leven hebben.
Wat ons ook verborgen is, wij weten
wat ons noodig is tot zaligheid, wan
neer wij op de hulp des Heeren voor
de toekomst kunnen rekenen, wat onze
roeping is, hoe wij tot eer van God
hebben te leven. Bij al het onverklaar
bare is ons duidelijk geopenbaard, dat
er een weg ten leven is ontsloten in
Jezus Christus voor verloren zondaren.
Wat klaagt men, dat de Schrift duister
is. Zij is een licht voor allen, wier oogen
door den Heiligen Geest zijn geopend.
Bij het licht van Gods Woord behoeft
't de vraag niet te zijn, wat het lot
van den mensch zal zijn. 't Zegt ons,
dat het den vrome wel, maar den god-
delooze kwalijk zal gaandat de toorn
Gods blijft op hem, die den Zoon on
gehoorzaam is, maar welgelukzalig zijn
allen, die op Hem betrouwen. Die de
ongerechtigheid doet, zal verworpen
worden, maar barmhartigheid verkrij
gen, die zijn zonden belijdt en laat.
Wat ook verborgen zij, niet dit, dat
de Heere Zijn volk tot hulp en steun
zal zijn in dit moeitevolle leven. Wat
ons wedervaren zal, weten wij niet.
Maar de Heere zal uitkomst geven.
Als het leed genaakt, is Hij tot onze
hulp gereed. Die Hem zoeken hebben
de belofte, dat Hij voor hen zorgt. Al
wat zij behoeven zal hun geschonken
worden in de ure, dat zij 't noodig
hebben. En omdat dit hun toegezegd
is, moet de toekomst hun niet bang zijn.
Wat zal een nietig mensch ons doen
als God onze hulp is Waarom allerlei
vragen gesteld, die ons benauwen
Onze toekomst is in 's Heeren hand.
En God is zoo getrouw als sterk. Als
een almachtig God kan Hij ons geven
wat ons goed is en als een getrouw
Vader wil Hij dat doen. Ja, al het
EN
DI1KSLAND
kwaad, dat in dit leven ons overkomt,
zal Hij ons ten beste keeren.
Wat ook verborgen zij, niet wat de
Heere van ons eischt. Wij moeten
Hem volgen in den weg van gehoor
zaamheid waarheen Hij ons leidt ook
in wegen die tegen ons vleesch en
bloed ingaan Hem volgen wat er ook
van worde vertrouwende dat het einde
wel zal zijn.
En hebben wij nu in beginsel geleerd
zoo den Heere te volgen Zijn wij
achter Jezus gekomen om al strijdend
met verloochening van ons zeiven en
de wereld verzakend Zijn voetstappen
te drukken Of gaan wij nog onzen
eigen weg wandelend naar het goed
dunken van ons hart en vertrouwende
op onze kracht en wijsheid Dan zijn
wij op een gevaarlijk pad een pad dat
ten verderve voert. Willen wij Jezus
volgen in Zijn heerlijkheid dan moeten
wij Hem hier volgen in Zijn vernede
ring Zijn smaadheid deelende vragende
naar Zijn wil en daaraan eigen zin en
lust onderwerpende. Die vader of moe
der zoon of dochter liefheeft boven
Hem en Zijn kruis niet op zich neemt
en Hem navolgt, is Zijns niet waardig.
Zoo wij niet op onzen eigen gekozen
weg terug keeren en naar de paden
des Heeren vragen, wanneer het gebod
Gods geen regel van ons leven is,
zullen wij een maal uit den mond van
Jezus het verschrikkelijk vonnis hooren:
„Ik ken u niet, vanwaar gij zijt gaat
weg van mij gij die de ongerechtigheid
werkt".
Gij, die Jezus leerdet volgen, versta
en betracht uw roeping hoe langer hoe
meer. Is uw hart bezwaard? Worden
uw gedachten binnen in u vermenig
vuldigd Rijzen tal van bange vragen
in u op, waar ge denkt aan zooveel,
dat u beangstigd Houd op met dat
angstig zorgen en peinzen. Volg den
Heere, wzar Hij u voorgaat. Wijd u
met algeheele overgave aan de taak,
u opgelegd. Doe wat uw hand vindt
om te doen. Leef bij 't heden en verdiep
u niet in wat komen kan. Waar gij den
Heere volgt, zullen vele bezwaren zich
opdoen. Menschen willen u terughou
den en wijzen u op wat zij uw eigen
belang noemen. Zij roepen u toedoor
al te nauwgezet te zijn, richt ge u zeiven
te gronde. Uw eigen hart vraagt be
vend wat moet er van mij worden, als
ik den weg ga, dien God wijst Laat
u echter door al zulke bedenkingen niet
weerhouden om den Heere te volgen.
Geef de uitkomst in 's Heeren hand en
geloof vastelijk, dat Hij u niet be
schaamd zal maken. De toekomst mag
onbekend zijn, het einde is dat niet.
Want gij volgt Hem, die ook voor u
bidt„Vader 1 ik wil, dat waar ik ben,
ook die bij mij zijn, die Gij mij gegeven
hebt, opdat zij mijne heerlijkheid mogen
aanschouwen, die Gij mij gegeven hebt"
Ook voor ons Kind geld 't oud»Holland»
schc spreekwoord:
«De morgenstond heeft goud in den mond 1*
En de avond dan vraagt men onwilie»
keurig.
De avond>pracktijk ten opzichte onzer jeugd,
is zeer verschillend in onderscheiden standen,
gezinnen en streken des lands.
Tenminste ik heb het zeer verschillend ge>
zien.
In 't «boerenland* gaat men als 't geen
hooiïng is, spijt den zomertijd, nogal «vroeg
naar kooi*.
Vooral waar de boer grasland heeft en 't
des morgens vier uur weer «aantreden* is,
om te gaan meiken.
Maar toch, in de wintermaanden, als er
weinig werk is en het 's morgens wat later
worden kanals de buren en vrienden ge»
zelllg komen «kortavonden*, dan wórdt het
ook gauw half tien, tien uur somsen
vaak geldt dan de regel, dat ook de kindeis
van 9 en 10 jaar en ouder, blijven opzitten,
bhngen aan tafel en bij de kachel, totdat het
gansche gezin te bedde tijgt.
Onnoodig aan te tooncn, dat zulk een avond»
praktijk 't kind met gectt, «wat des kinds* is.
's Morgens al vroeg is 't huis wederom in
de weer, de school is soms ver if, waarom
die schoolgangers niet tegen achten te bed
gelegd, dat ze een uur of tien slaap krijgen
en ook met den ganschen avond de grooten
de woorden uit den mond stelen, die dan
nog vaak volstrekt niet voor hen bestemd en
zeker met voor hun ooren geschikt zyn.
Ik heb 't ook weer heel anders aangetroffen.
Dat in een klein stedeken, uitgezonderd
dan in de warme zomermaanden, heel het
«spul* zoo tusschen zessen en zevenen werd
«opgeruimd*.
Dia wilden vader en moeder rust hebben.
Dan moet er «visite* kunnen komen.
Of ook de ouders moeten er «uit* kunnen
gaan.
Diir kan ik het toch niet mee eens zijo,
al acht ik het natuurlijk verre te verkiezen
boven de groote>stads>praktijk van met weini»
gen, die hun kroost tot laat passeeren laten
over straat, of de kleuters meenemen naar de
«bioscoop*, die men zelf zoo min ontberen
kan als de moifimst 't injectie<spuitje, in
«dan hebben die schapen óók nog watl*
Welke schapen diep te beklagen zyn.
Toch heb ik tegen de wegstop.methode ook
ernstige Lezwaren.
Het kind moet naar bed om te slapen, niet
om opgeborgen te zijn en soms 'n paar uur
wakker te liggen. Dat brengt zijn gevaren
mee en is onnatuurlijk ook Ais ze zich maar
wat stil houden hebt ge niets een contiöie
op wat er vaak wordt gepraat, gelezen of ge»
daan en dat mag toch met.
Een vaste grens is hier niet aan te geven.
Maar als regel moeten ze naar bed, als ze
slaap krijgenreekenen van rusteloosheid en
vermoeidheid gevende natuur is hier de
beste leermeesteres. En danziif bij 't ont»
kleeden zijn, 'n frissche afsponsmg geren, als
't noodig is, by en met hen t avondgebed
doen en ze goed leggen en lekker toestoppen,
met waar moeder en als ge naar man en
huiskamer en avondbezigheid teruggaat de
bede in 't hart, dat Gods engel.n waken mo»
gen over ziel en lichaam van uw lieveling.
P. Er. f
V. P. Z. H.
Van den heer A. Bos, ons adviseerend lid,
hebben wij een waardeerend rapport ontvan
gen, waaraan wij gaarne bekendheid verleenen.
Wij laten het dus woordelijk volgen.
Aan
het Hoofdbestuur der V. P. Z. H.
Bij deze heb ik de eer u te berichten, dat ik
weder eene, geheel onverwachte conterole heb
uitgeoefend op den aanwezigen voedervoorraad
van den heer H. Ph. J. Klapwijk, voorzien
van de labels en de plomben betreffende het
gedeponeerd merk V. P. Z. H„ zoomede op de
administratie der afleveringen, óók wat aangaat
de handhaving der vastgestelde prijzen, en de
uitkeering aan de kas der V. P. Z. H.
Nu de cijfers ingekomen zijn van de afd. Vee
voeder bij het Rijkslandbouw-proefstation ete
Wagening, en deze wederom, evenals begin
1927, gunstig blijken (9 monsters werden daar
tot heden onderzocht), kan dus worden vast
gesteld, dat de conetractuuueele garanties, om
schreven voor standaard-eiermeel, opfokvoeders,
en kuikenzaad, en monstersgewijze ook bij det
voeder-commissie geconetroleerd, in alle opzich
ten bereikt zijn, bij het standaard-eiermeel zelfs
zeer belangrijk worden overschreden.
Ook de administratie bovengenoemd kon ik
zonder eenig bezwaar van mijn fiat voorzien
(de maand Februari 1927 werd door mij daar
voor gekozen), terwijl ook de overige aantee-
keningen overzichtelijk en accuraat gesteld,
zoomede volledig bleken.
Het is mij ten sloette aangenaam te vermelden,
hoezeer de practijk met het voorgaande klopt
in een jaar etijds zijn de afzetcijfers bij het stan
daard-eiermeel zelfs verdubbeld. Aan de heeren
Klapwijk en zijn assitent Bos wordt gaarne
dank gebracht voor hun toewijdingniet 't
minst bij den afzet der producten waar zulks
ook de algemeene belangen der pluimveehouders
raakt in een tijd, dat de prijzen van eieren
en slachtvee dalen. Deswege wordt publicatie
ook van dit verslag door mij ^pnbevolen.
De Adviseur der V. P. Z. H.
get. A. BOS,
Rljkszuivelconsulent O. Wg.
Wij heben aan dit verslag niets toe te
voegen, omdat het voor zichzelf spreekt. Wij
hopen alleen, dat onze leden er allen kennis
van zullen nemen en er hun voordeel mede
zullen doen.
Het bestuur der E. F. P. V.
Voorzitter G. L. WARNAER Jz.
Secretaris C. KEIJZER A.Wz.
(Nadruk verboden).
Controle op de Melk.
De boer, die zijn melk levert aan de fabriek,
waar betaald wordt naar hoeveelheid en vet-
procent, weet wat zijn koeien gezamenlijk op
brengen. Maar meer niet. Wat iedere koe hem
opbrengt, en welke verschillen er bestaan tus
schen de koeien van zijn veebeslag, weet hij
niet. Hij meent het soms wel te weten, althans
een beste van een goede en deze van een
slechte te kunnen onderscheiden, doch zeer vaak
is gebleken, hoezeer de veehouder zich in zijn
oordeel vergiste. Zekerheid is alleen te ver
krijgen door controle, door de melk van alle
dieren afzonderlijk te meten, en door monster
neming het vetprocent er van te bepalen. Zoo
iets geschiedt dan ook reeds op tal van plaatsen
door z.g. controle-vereenigingen, die een mon
sternemer aanstellen, terwijl de monsters zelf
worden opgezonden naar het laboratorium van
den Rijkszuivelconsulent. Op deze wijze komt
de boer er achter wat ieder zijner koeien waard
is, en of het wenschelijk is er mee voort te
fokken of haar uit den stal te verwijderen.
Veronderstelhij is er vrij zeker van, dat zijn
veebeslag bestaat uit goede dieren. Dit maakt
de controle niet overbodig. In dezen tijd mag
hij zich met goede exemplaren niet tevreden
stellenhij moet er naar streven prima dieren
in zijn stal te hebben, die hem de hoogste op
brengst verzekeren, 't Komt er immers meer
dan vroeger op aan, om van zijn akkers en
uit den stal te halen wat er te halen is. En uit
den stal kan menige veehouder ongetwijfeld, ja
kunnen de meeste veehouders, een heel wat
grooter gewin verkrijgen dan tot dusver. Niet
op eenmaal, en niet geheel zonder kosten, maar
etoch betrekkelijk spoedig en zonder groote
offers. De kosten, die er voor gemaakt worden
(per koe beloopt dit 5 a 6 gulden per jaar
hoogstens) worden later veelvoudig terug ont
vangen„de kost gaat voor de baat uit", maar
van die „baat", dat profijt, kan men dan ook
zeker zijn. 't Zij nimmer weer de voorbeelden
uit de praktijk, die de menschen moeten over
tuigen en trekken. Welnu, hier is weer zulk
een voorbeeldEen veehouder, die 7 melk
koeien had, welke gemiddeld gaven 3000 liter
melk met een gemiddeld vetgehalte van 3.1
sloot zich aan bij deze controle. Door deze
leerde hij zijn beesten kennen, met het gevolg,
dat een paar jaar later drie er van door andere,
betere, waren vervangen. Nu stond hij er al
heel anders voorde jaar-opbrengst was als
gemiddelde gestegen tot plus minus 3600 L. en
het vetgehalte tot 3.3 't Was nog geen
beslag om op te roemen, maar met het verkregen
resultaat mocht de boer toch wel tevreden en
blij zijn. Want wat beteekende deze stijging
voor hem in de boter- opbrengst, en in zijn
geldbuidel Eerst was er plm. 28 L. melk
noodig voor 1 Kilo boter, en bedroeg de boter-
productie van al de dieren 750 Kilolater
kon voor 1 Kilo boter met 26 L. worden vol
staan en was de boteropbrengst plm. 970 Kilo.
Een meer-opbrengst van 220 Kilo boter, welke
tegen den prijs vanzegge maar 2.— per
K.G., den boer 220 maal 2.is 440.
rijker maakte. Op een veebeslag van een 7-tal
koeien 1 Zijn zulke resultaten geen denk
beeldige, maar in de praktijk verkregen niet
waard, om er een paar rijksdaalders per koe
voor te offeren?
Kali bij Vruchtboomen.
Wij deelden laatst mee, hoe langzamerhand
in Zuid-Gelderland, in de boomgaarden aldaar,
de moderne besmettingswijze wordt toegepast,
en het voordeel daarvan wordt ervaren en
erkend. De Rijkstuinbouwconsulent voor Zee
land publiceeerde nu ook de resultaten in zijn
ambstgebied. En daaruit blijkt ook, dat de
kali-bemesting op kleigronden aldaar goede
resultaten geeft. Zoowel op middelmatig zwa-
ren als op zwaren, doorlatenden kleigrond zag
men de goede werking. Bij appels en peren en
bij de ondervruchtzwarte - en kruisbessen.
Men gaf natuurlijk een vaste, volledige be
mesting op alle perceelen, die werden verge
leken, alleen de kalibemesting was ongelijk
een controle-perceel, dat heel geen kalimest
ontving, en voorts verschillende giften tot 900,
1000 en 1200 K.G. patentkali per Hectare toe.
Te Koudekerke werd de proef al drie jaren
genomen, in '24, '25 en '26. In '24 gaf de laagste
kaligift 600 K.G. het meest, n.l. 4820 K.G.
zwarte bessen per H.A.zonder patentkali
werd slechts 3260 K.G. geoogst. Maar in de
volgende jaren bracht de hoogste opbrengst,
n.l. 4600 en 4930 K.G. tegen 2140 en 2660 K.G.
op de perceelen, die geen patentkali kregen.
Een verschijnsel, dat in vele bessentuinen al
jaren lang is waargenomen, bestond ook hier
het blad viel te vroeg af. Hoe vaak is in den
loop der jaren de vraag tot ons gekomen
„Mijn bessenstruiken worden nu al weer kaal,
ieder jaar is dat zoo, wat is daartegen te doen
Wij hadden in onzen tuin langen tijd dezelfde
kwaal, en konden dus anderen niet helpen, totdat
we rijkelijk kunstmest uitstrooidentoen be
hielden de struiken hun blad tot den herfst. In
Zeeland, bij vermelde proef, heeft men nu de
zelfde ervaring opgedaan, d. w. z. op de met
kali bemeste perceelen groeiden niet alleen de
bessen veel beter uit, maar het blad bleef ook
lang aan de struiken zitten.
Bij de peren waren de uitkomsten al even
sprekend als bij de bessen. In 't eerste jaar
gaf een kali-bemesting van 1000 K.G. den
grootsten oogst, in '25 en '26 een hoeveelheid
van 1200 K.G. De oogsten waren respectievelijk
3030, 450 en 2990 K.G., terwijl zonder patent
kali werden geplukt1300, 160 en 2380 K.G.
Zeer groote verschillen dusTe Kapelle
bemeste men minder zwaar de patentkali-giften
waren daar250, 600, 700, 800 en 900 K.G.
per H.A. In '24 en '25 kreeg men het hoogste
kruisbessenbeschot op 500 vierk. Meter van
800 K.G., n.l. 95 en 351 K.G. bessen, tegen
nul en 296 K.G., die geoogst werden van het
perceel zonder kali. In '26 was de gift van 900
K.G. per H.A. het met 660 K.G. De uitkomsten
der Bellefleurs en Goudreinetten waren eveneens
ten gunste der kalilbemesting. Bij beide proeven
stonden de perceelen, waarop de kali-mest ach
terwege bleef, steeds onderaan. De resultaten
zullen dus de boomgaard- en fruittuinbezitters
wel animeeren om de gegeven voorbeelden te
volgen.
Wenken en Mededeelingen.
De wetenschap leert telkens wat nieuws, wat
anders. En de leek wordt ten slotte wel geneigd
om te vragen „Maar wat is nu waar Zoo
heette het tot dusver steeds, dat superphosphaat
behoort tot de z.g. zure meststoffen, die de
reactie van den grond in zure richting verschui
ven. En daarom werd in den laatsten tijd ge-
leeraard, om toch vooral geen super uit te
strooien op zuren grond, maar dat ze uitstekend
kan dienen op te kalkrijken bodem. Prof. Kap
pen te Bonn komt ons nu wat anders vertellen,
en hij beroept zich op proefondervindelijk on
derzoek. Hij zegter zitten in superphosphaat
zeker zure bestanddeelen, maar al is de grond
kalkarm, dan vinden die bestanddeelen altoos
nog wel stoffen in den bodem, waarmee zij
zich verbinden kunnen tot onoplosbare verbin
dingen. En hebben die stoffen zelf een zuur
karakter, dan kan super dus zelfs ontzurend
werken. In ieder geval -— aldus de Professor
moet het superphosphaat op zijn minst als
phsiologisch neutraal worden beschouwd. Nu
weten we het I Nu de motor ook op het
platteland meer en meer terrein wint, ver
mindert de interesse voor het paard, en zelfs
in die mate, dat het hier en daar niet gelukt
een voldoend aantal leerlingen voor een paar-
dencursus bijeen te brengen. Mr. A. Slob te I
Hoofddorp acht dit een gevaarstraks zitten 'i
we met een goed georgarniseerde paarden. 1
fokkerij zonder fokkersDaarom wil hij de l
enkele bestaande landelijke rijvereenigingen sa- I
menbrengen in een federatie om door gemeen- jl
schappelijk optreden de liefde voor en de kennis H
van het paard in Nederland te bevorderen, in I
het bijzonder ten plattelande, en de paardensport 9
en daardoor het gebruik van het paard aan te I
moedigen.
Weet gij 1
Weet gij, wat er door 's Rijks schatkist voor
den Landbouw wordt uitgegeven Dat b.v. de I
uitgaven voor den PlantenziektenkundigenI I
Dienst over 1925 waren ruim 195 duizend
gulden, maar dat daartegenover de ontvangsten 9
bedroegen ruim 1840U0, zoodat deze Dienst 1
aan het Rijk nog geen 10.000 kostte Weet M
gijdat de ontvangsten der Senuninrichting te I
Rotterdam waren 269.200, de uitgaven 14
270.553, zoodat het Rijk slechts 1353 hac [p.
bij te dragen. En dat sedert dien de kosten derI
sera ook iets zijn verlaagd Weet gijdat er j I
in 1925 op de vleeschuitvoer-keuringen door I
het Rijk ongeveer 8J4 ton is verdiend, dat dit jl
zoo jaren achtereen gegaan is, totdat nu eindelij!; I
de kendloonen voor den vleeschuitvoer tot op j I
de helft zijn teruggebracht Weet gij, summa I
summarum dat in 1925 door den Nederland-I
schen Staat voor Landbouw is besteed 3 mil-1 'I
hoen gulden, of slechts Y (zegge één half) lil
procent der Staatsuitgaven
Weet gijdat de huidige Minister van Bin-1
nenl. Zaken en Landbouw, Minister Kan, naar bL
het schijnt, een andere, betere houding tegen-1
over Landbouw wil aannemen, en dat we dus P
mogen hopen, dat van nu af uit de richting f
van Den Haag een wat gunstiger wind naar I
het platteland zal waaien B.-r.
Evenals de vorige week was de beurshandd
deze week gering, overal heerpchte een gevoel
van gedruktheid en niemand der beroepshande-
iaren zag wat in een onderneming op welk ge
bied ook. Het publiek is tegenwoordig niet meer
warm te krijgen voor een speculatieobject, zoo
dat er van opgewektheid ter beurse geen sprake
is. Voor tabaksaandeelen en kunstzijde is er nog
al belangstelling, doch meestal met groote tus-
schenpoozen en zeer kortstondig. De ameri-
kaansche markt toont na de wilhgte der laat
ste jaren, teekenen van vermoeidheid, wat ia
hoofdzaak te wijten is aan de vrees voor groote
verliezen door de overstrooming van de Mis-
sisippi, waarvan de schade reeds op 1 milliard
dollar wordt geraamd, terwijl de stad New-
Orleans, niet geheel gespaard zal blijven, of
schoon er alles aan gedaan wordt dit zooveel
mogelijk te beperken.
Voor de markt hier wordt dus gewaarschuwd
in verband met bovenstaande, omdat men veelal
Amerika gaat nadoen op effecteengebjed, doei
de bovenvermelde uitznderingen als tabak es
kunstzijde schijnen zie er niet aan te storen. r'A\
oogstbenchten luiden zeer gunstig en vooral w
Senembah, die resteeds vroeg bij is, heeft de
oogst bijna geseel binnen, zoodat er geen gevaar
voor mislukking is. Thans is het de tijd der
jaarverslagen en het schijnt wel, dat er aller-
wege verbetering merkbaar is, doch voorzich
tigheid is geboden, zoodat b.v. Jurgens, die
met reuzenwinsten werkt, slechts 10 dividend
uitkeert, doch den aandeelhouders een goeden
stand van zaken kan laten zien. De Kon. Holl.
Lloyd vormt echter een groote teleurstelling
met haar steeds groeiende verliezen, terwijl
daarentegen de Nederland naast de „Christiaan
Hu.gens" len tweede dergelijk schip gaat bou
wen en een aantal kleinere passagiersbooten
de Vondel, Grotius en Rembrandt gaat ver-
koopen, zoodat aldaar de zaken zeer behoorlijk
rouleeren. Het is etchter te hopen, dat het
zuseterschip van de „Huygens" in Nederland
gebouwd kan worden en de bouw niet door
voordeeliger aanbiedingen uit het buitenland
voor de Nederlandsche industrie verloren gaat
Tot slot enkele opmerkingen over het buiten
land op economisch gebied overgenomen uit
andere financieele bladen (Humfeld.
Noorwegen.
1926 is voor Noorwegen in economisch o>
zicht zeer moeilijk geweesthet bankwezen
wist echter langzaam het vertrouwen van het
publiek te herwinnen. In vele takken van Nijver
heid duren de onderhandelingen over nieuwe
collectieve arbeidscontracten voort. De bemid
deling in de ijzerindustrie is mislukt. Waar
schijnlijk zal het Storting een wetsontwerp in
dienen tot gedwongen arbitrage in arbeidsge
schillen. Het aantal werkloozen steeg van
29.271 in Jan. tot 30.837 in Febr.
Uit Italië.
Na den oorlog heeft de industrie zich stak
uitgebreidvooral de electrificatie heeft groote
vorderingen gemaakt. Vóór den oorlog werd
1 miillioen Kw. voortgebrachtin 1925 reeds
2.35 millioen. Het stroomverbruik steeg van
1911 tot 1926 van 1500 millioen Kilowat tot
1500 millioen. In 1930 zal 3000 K.M. spoor
geëlectrificeerd zijn. Van Amerikaansche zijde
is bijna 100 milliooen in de Italiaansche elec-
trificatie-nijverheid belegd. De staalproducti'
steeg van 1912 tot 1925 van 900.000 ton tot
1.700.000 ton. Ongeveer 18 der staalpro-l
ductie geschiedt langs electr. weg.
MIDDELHARNIS.
Veiling van Woensdag 4 Mei 1927.
Bloemkool le soort f 24,40 tot 26,10.
3e soort f 6,— tot 7.60 p. 100 st. f
Posteleijn f 26,—
Spinazie f 7,60 tot f 15,40 per 100 K. G.
Babarber f 6,70 tot f 8,40,
Tulpen f 17,—.
Selderij f 4,-.
Prei f 3,60 per 100 bos-
Kropsla le soort f 8,40 tot f 9,40.
2e soort f 3,70 tot f 4,40 p. 100 krop
Honing f 0,60 per pot.
Kaas 20 plus f 0,30.
Kaas 40 plus f 0,48.
Kaas volvet f 0,40 tot f 0,42.
Boter f 0,72 tot 0,96 per pond.
ROTTERDAM, 3 Mei 192?
Op de heden in ons Veilingslokaal,
moezierstraat 37—39, gehouden Veiling,
den de volgende prijzen besteed:
Kipeierenf 4,45 tot f 0
Idem (klein)tot -i*
Idem extra zwtof ",C
Eendeieren4,15 tot V
Ganseierentot
Kalkoeneierentot
tot
Deze Courjl
abonneai
BUITENLil
afzondeI
Een nieu
Aan de I
zeil vereenic I
Zaterdagocl
vaart, de rl
boot van dl
redding vJ
haar verse I
kleuren eel
het levenda
wapperend I
der gepavcl
kende schel
Te wacll
(schappij el
/ie Kromhcl
haventje ul
dan later I
Goedereed'I
tegen de el
gat een v<l
gekregen cl
op de banll
door de bl
doen groei I
Bij schip I
de heeren I
borgh, Vo l
da Wiercl
Secretaris I
driaan, Mil
was verhil
uit Delft, I
ren de Jol
fabriek A.l
bouwd is I
Stellendan
specteurs I
En nad;l
de zaak h;l
Jielmina h
imerikaanl
terdam aal
Op dierl
daagsch h I
de vlaggeil
in den larl
bovendien!
te dok Vel
modernste H
NederlancM
dam zal H
Afgezie I
rijke omsbl
bij de meH
mede zij iH
te halen. I
Vóór \\W
gelegenhe
onzinkbar
De KoiH
met een H
lengte tus I
meter, de
holte in cH
Zij is I
geheel w;H
gelegen rr
en daardH
ze Ifrichtei
aan den I
waterdichH
dubbele zH
Watert H
romp in I
lende olieH
enz., toedH
een klep I
ning of v H
Kievitseieren
Middenprijs f
Aanvoer 325,000 stuks.
DE ROTTERDAMSCHE
VEILlNö!