nil goor den Jottóog C H A HÏUiiO CRÊPE DE CHIDE COHEN fconomisci) UMouerziciiL Leekepraatjes No. 3 Marktberichten. Hoeden- en Pettenmagazljn IS HET ARTIKEL VOOR MOOIE ZOMERJURKEN PRACHTIGE MODERNE KLEUREN JLand» ent Tuinbouw. ■e W W VOOD X'!N K.E-U9 ■if 1: m t 1 1 7- 1 i 1 - .51.1 V i i V V, UUI JJIVU1VIU, Kipitrut 85>87 Rotterdam atr Zl£ DE 5 ETALAGES Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend, J. HENIGER Jr. In ieder geval staat wel dit vast, dat het verwaarloozen dezer Gereformeerde waarheden in elk geval tot veruitwendiging moet leiden. Hoe zou het ook anders kunnen. Door ieder maar in de kerk te haien, die zegt in de his- torische waarheden te gelooven, haalt men de wereld in de kerk. Weldra heeft de wereld, al is het misschien een praat vrome wereld, in de kerk vrij spel. Zij geeft den toon aan en deelt de lakens uit, bij verkiezing van opzieners en leeraren, En dat is het treurigste beeld, dat een kerk ooit kan opleveren. Dan lacht de duivelWant de manier waarop hij dan meester wordt in de kerk is zoo gemakkelijk. Immers van tweeën één, óf Gods Geest regeert in het hart des menschen, óf de geest van Satan leeft er in. En daar een historisch-geloovige zonder meer altijd nog een kind des duivels blijft, heeft de duivel gemakkelijk spel. De historie heeft dan ook altijd te zien gegeven, dat wanneer eenmaal de tucht op de belijdenis weg was, de scheidslijn tusschen kerk en wereld was weg en de rest volgde vanzelf. Hiertegen heeft de kerke Ghristi te waken. Ook al „zou men bevreesd zijn het instituut te vermoorden". Laat er toch geloof zijn, dat in het houden van Gods geboden grooten loon ligt. Het bewandelen van eigen wegen loopt altijd verkeerd uit. Gods Woord heeft de kerk een roeping ge geven, n.l. een zoutend zout te zijn, een licht op üe kandelaar, een stad op den berg. Zij moet dus afgescheiden zijn van de wereld. Er moet scheiding zijn. Anders wordt het zout smakeloos. De kerk is geen bekeerings-instituut. Zij moet de kurk, waarop de wereld drijft. Zóó hebben het ons onze vaderen geleerd en zij deden dit in navolging van de apostelen, die ons zoo klaar getoond hebben hoe zij Gods kerk zagen. Laat ons leven naar Gods Woord. Oók in ons kerkelijk leven. Daarop rust zegen. In de eerste plaats voor het wereldlijk leven. Want slechts zoo kan er kracht van de kerk op de wereld uitgaan. Maar ook voor het persoonlijk leven van Gods volk. Is de kerk weer de saamvergadering der ware Christ, geloovigen, dan is het weer mogelijk dat dat zondig individualisme, dat men nu in die kerken vindt, weer wijkt voor een ware gemeenschap der heiligen, dat er weer tucht komt onderling, dat er weer geloofszeker heid en geloofsblijheid komt, zonder welke een kind van God zijn roeping in de wereld niet vervullen kan. Dan is het mogelijk, dat de subjectieve twijfel weer wijken gaat en de wolken van on- en kleingeloof weer worden weggevaagd door de stralende Zonne der ge rechtigheid. Dan is het mogelijk, dat de wereld gaat zeggen ziet hoe hef zij elkander hebben en zij getrokken wordt uit haar duisternis tot dat wonderbaar Licht. Zie, dan is de kerk weer wat zij in het Grieksch heetKuriakee, d. w, z. dat tot den Heere behoort, dat des Heeren is. Dan is de kerk weer waarlijk de ecclesia, de saamgeroepene, de gemeente van Jezus Christus. Nooit was het naar Gereformeerd beginsel een ecclesiola in ecclesia te vormen „een kerkje in de kerk te stichten. Dat deden de Piëtisten in de Luthersche kerk, dat was het ideaal van Spener. Dat was het zoeken der Hernhutters, van een Zinzendorf, die geen van allen bij onze Gereformeerde vaderen ingang vonden. UITKIJK. JOHANNES 21 s 19b~23. „En dit gesproken hebbende, zeide Hij tot hemVolg mij. En Petrus, zich om- keerende, zag den discipel volgen, welken Jezus liefhad, die ook in het avondmaal op zijn borst gevallen was, en gezegd had Heere wie is het, die u verraden zal Als Petrus dezen zag, zeide hij tot Jezus Heere 1 maar wat zal deze Jezus zeide tot hem Indien ik wil, dat hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het u aan? Volg gij mij. Dit woord dan ging uit onder de broe deren, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hen niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maarindien ik wil, dat hij blijve, totdat ik kome, wat gaat het u aan?" III. (Slot). .Volg gij mij" Met deze woorden legt de Heiland aan Petrus het zwijgen op. In plaats van zijn nieuwsgierigheid te bevredigen, wijst Hij hem den weg, dien hij te gaan heeft. Petrus heeft er niets mede te maken, hoe 't met Johannes zal gaan. Dat moet hij aan den Heere overlaten en verder Hem volgen, des noods tot in den dood. „Volg gij mij", zoo roept de Heere ook ons toe, en hiermede vermaant Hij ons, ons te hou den aan Zijn geopenbaarden wil. Het verborgene hebben wij aan Hem over te laten, maar wat geopenbaard is zij voor ons en onze kinderen een regel om naar te handelen. En dat geopenbaarde is voor ons genoeg. Wij hebben niet meer noodig te weten, dan dat wij den Heere volgen moeten. Er is geen reden om te klagen, dat zooveel voor ons verborgen is, maar wij hebben God te danken, dat de toekomst ons onbekend is. Welk een zegen, dat de Heere geen antwoord geeft op zoovele vragen. Wij zouden anders geen leven hebben. Wat ons ook verborgen is, wij weten wat ons noodig is tot zaligheid, wan neer wij op de hulp des Heeren voor de toekomst kunnen rekenen, wat onze roeping is, hoe wij tot eer van God hebben te leven. Bij al het onverklaar bare is ons duidelijk geopenbaard, dat er een weg ten leven is ontsloten in Jezus Christus voor verloren zondaren. Wat klaagt men, dat de Schrift duister is. Zij is een licht voor allen, wier oogen door den Heiligen Geest zijn geopend. Bij het licht van Gods Woord behoeft 't de vraag niet te zijn, wat het lot van den mensch zal zijn. 't Zegt ons, dat het den vrome wel, maar den god- delooze kwalijk zal gaandat de toorn Gods blijft op hem, die den Zoon on gehoorzaam is, maar welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen. Die de ongerechtigheid doet, zal verworpen worden, maar barmhartigheid verkrij gen, die zijn zonden belijdt en laat. Wat ook verborgen zij, niet dit, dat de Heere Zijn volk tot hulp en steun zal zijn in dit moeitevolle leven. Wat ons wedervaren zal, weten wij niet. Maar de Heere zal uitkomst geven. Als het leed genaakt, is Hij tot onze hulp gereed. Die Hem zoeken hebben de belofte, dat Hij voor hen zorgt. Al wat zij behoeven zal hun geschonken worden in de ure, dat zij 't noodig hebben. En omdat dit hun toegezegd is, moet de toekomst hun niet bang zijn. Wat zal een nietig mensch ons doen als God onze hulp is Waarom allerlei vragen gesteld, die ons benauwen Onze toekomst is in 's Heeren hand. En God is zoo getrouw als sterk. Als een almachtig God kan Hij ons geven wat ons goed is en als een getrouw Vader wil Hij dat doen. Ja, al het EN DI1KSLAND kwaad, dat in dit leven ons overkomt, zal Hij ons ten beste keeren. Wat ook verborgen zij, niet wat de Heere van ons eischt. Wij moeten Hem volgen in den weg van gehoor zaamheid waarheen Hij ons leidt ook in wegen die tegen ons vleesch en bloed ingaan Hem volgen wat er ook van worde vertrouwende dat het einde wel zal zijn. En hebben wij nu in beginsel geleerd zoo den Heere te volgen Zijn wij achter Jezus gekomen om al strijdend met verloochening van ons zeiven en de wereld verzakend Zijn voetstappen te drukken Of gaan wij nog onzen eigen weg wandelend naar het goed dunken van ons hart en vertrouwende op onze kracht en wijsheid Dan zijn wij op een gevaarlijk pad een pad dat ten verderve voert. Willen wij Jezus volgen in Zijn heerlijkheid dan moeten wij Hem hier volgen in Zijn vernede ring Zijn smaadheid deelende vragende naar Zijn wil en daaraan eigen zin en lust onderwerpende. Die vader of moe der zoon of dochter liefheeft boven Hem en Zijn kruis niet op zich neemt en Hem navolgt, is Zijns niet waardig. Zoo wij niet op onzen eigen gekozen weg terug keeren en naar de paden des Heeren vragen, wanneer het gebod Gods geen regel van ons leven is, zullen wij een maal uit den mond van Jezus het verschrikkelijk vonnis hooren: „Ik ken u niet, vanwaar gij zijt gaat weg van mij gij die de ongerechtigheid werkt". Gij, die Jezus leerdet volgen, versta en betracht uw roeping hoe langer hoe meer. Is uw hart bezwaard? Worden uw gedachten binnen in u vermenig vuldigd Rijzen tal van bange vragen in u op, waar ge denkt aan zooveel, dat u beangstigd Houd op met dat angstig zorgen en peinzen. Volg den Heere, wzar Hij u voorgaat. Wijd u met algeheele overgave aan de taak, u opgelegd. Doe wat uw hand vindt om te doen. Leef bij 't heden en verdiep u niet in wat komen kan. Waar gij den Heere volgt, zullen vele bezwaren zich opdoen. Menschen willen u terughou den en wijzen u op wat zij uw eigen belang noemen. Zij roepen u toedoor al te nauwgezet te zijn, richt ge u zeiven te gronde. Uw eigen hart vraagt be vend wat moet er van mij worden, als ik den weg ga, dien God wijst Laat u echter door al zulke bedenkingen niet weerhouden om den Heere te volgen. Geef de uitkomst in 's Heeren hand en geloof vastelijk, dat Hij u niet be schaamd zal maken. De toekomst mag onbekend zijn, het einde is dat niet. Want gij volgt Hem, die ook voor u bidt„Vader 1 ik wil, dat waar ik ben, ook die bij mij zijn, die Gij mij gegeven hebt, opdat zij mijne heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij mij gegeven hebt" Ook voor ons Kind geld 't oud»Holland» schc spreekwoord: «De morgenstond heeft goud in den mond 1* En de avond dan vraagt men onwilie» keurig. De avond>pracktijk ten opzichte onzer jeugd, is zeer verschillend in onderscheiden standen, gezinnen en streken des lands. Tenminste ik heb het zeer verschillend ge> zien. In 't «boerenland* gaat men als 't geen hooiïng is, spijt den zomertijd, nogal «vroeg naar kooi*. Vooral waar de boer grasland heeft en 't des morgens vier uur weer «aantreden* is, om te gaan meiken. Maar toch, in de wintermaanden, als er weinig werk is en het 's morgens wat later worden kanals de buren en vrienden ge» zelllg komen «kortavonden*, dan wórdt het ook gauw half tien, tien uur somsen vaak geldt dan de regel, dat ook de kindeis van 9 en 10 jaar en ouder, blijven opzitten, bhngen aan tafel en bij de kachel, totdat het gansche gezin te bedde tijgt. Onnoodig aan te tooncn, dat zulk een avond» praktijk 't kind met gectt, «wat des kinds* is. 's Morgens al vroeg is 't huis wederom in de weer, de school is soms ver if, waarom die schoolgangers niet tegen achten te bed gelegd, dat ze een uur of tien slaap krijgen en ook met den ganschen avond de grooten de woorden uit den mond stelen, die dan nog vaak volstrekt niet voor hen bestemd en zeker met voor hun ooren geschikt zyn. Ik heb 't ook weer heel anders aangetroffen. Dat in een klein stedeken, uitgezonderd dan in de warme zomermaanden, heel het «spul* zoo tusschen zessen en zevenen werd «opgeruimd*. Dia wilden vader en moeder rust hebben. Dan moet er «visite* kunnen komen. Of ook de ouders moeten er «uit* kunnen gaan. Diir kan ik het toch niet mee eens zijo, al acht ik het natuurlijk verre te verkiezen boven de groote>stads>praktijk van met weini» gen, die hun kroost tot laat passeeren laten over straat, of de kleuters meenemen naar de «bioscoop*, die men zelf zoo min ontberen kan als de moifimst 't injectie<spuitje, in «dan hebben die schapen óók nog watl* Welke schapen diep te beklagen zyn. Toch heb ik tegen de wegstop.methode ook ernstige Lezwaren. Het kind moet naar bed om te slapen, niet om opgeborgen te zijn en soms 'n paar uur wakker te liggen. Dat brengt zijn gevaren mee en is onnatuurlijk ook Ais ze zich maar wat stil houden hebt ge niets een contiöie op wat er vaak wordt gepraat, gelezen of ge» daan en dat mag toch met. Een vaste grens is hier niet aan te geven. Maar als regel moeten ze naar bed, als ze slaap krijgenreekenen van rusteloosheid en vermoeidheid gevende natuur is hier de beste leermeesteres. En danziif bij 't ont» kleeden zijn, 'n frissche afsponsmg geren, als 't noodig is, by en met hen t avondgebed doen en ze goed leggen en lekker toestoppen, met waar moeder en als ge naar man en huiskamer en avondbezigheid teruggaat de bede in 't hart, dat Gods engel.n waken mo» gen over ziel en lichaam van uw lieveling. P. Er. f V. P. Z. H. Van den heer A. Bos, ons adviseerend lid, hebben wij een waardeerend rapport ontvan gen, waaraan wij gaarne bekendheid verleenen. Wij laten het dus woordelijk volgen. Aan het Hoofdbestuur der V. P. Z. H. Bij deze heb ik de eer u te berichten, dat ik weder eene, geheel onverwachte conterole heb uitgeoefend op den aanwezigen voedervoorraad van den heer H. Ph. J. Klapwijk, voorzien van de labels en de plomben betreffende het gedeponeerd merk V. P. Z. H„ zoomede op de administratie der afleveringen, óók wat aangaat de handhaving der vastgestelde prijzen, en de uitkeering aan de kas der V. P. Z. H. Nu de cijfers ingekomen zijn van de afd. Vee voeder bij het Rijkslandbouw-proefstation ete Wagening, en deze wederom, evenals begin 1927, gunstig blijken (9 monsters werden daar tot heden onderzocht), kan dus worden vast gesteld, dat de conetractuuueele garanties, om schreven voor standaard-eiermeel, opfokvoeders, en kuikenzaad, en monstersgewijze ook bij det voeder-commissie geconetroleerd, in alle opzich ten bereikt zijn, bij het standaard-eiermeel zelfs zeer belangrijk worden overschreden. Ook de administratie bovengenoemd kon ik zonder eenig bezwaar van mijn fiat voorzien (de maand Februari 1927 werd door mij daar voor gekozen), terwijl ook de overige aantee- keningen overzichtelijk en accuraat gesteld, zoomede volledig bleken. Het is mij ten sloette aangenaam te vermelden, hoezeer de practijk met het voorgaande klopt in een jaar etijds zijn de afzetcijfers bij het stan daard-eiermeel zelfs verdubbeld. Aan de heeren Klapwijk en zijn assitent Bos wordt gaarne dank gebracht voor hun toewijdingniet 't minst bij den afzet der producten waar zulks ook de algemeene belangen der pluimveehouders raakt in een tijd, dat de prijzen van eieren en slachtvee dalen. Deswege wordt publicatie ook van dit verslag door mij ^pnbevolen. De Adviseur der V. P. Z. H. get. A. BOS, Rljkszuivelconsulent O. Wg. Wij heben aan dit verslag niets toe te voegen, omdat het voor zichzelf spreekt. Wij hopen alleen, dat onze leden er allen kennis van zullen nemen en er hun voordeel mede zullen doen. Het bestuur der E. F. P. V. Voorzitter G. L. WARNAER Jz. Secretaris C. KEIJZER A.Wz. (Nadruk verboden). Controle op de Melk. De boer, die zijn melk levert aan de fabriek, waar betaald wordt naar hoeveelheid en vet- procent, weet wat zijn koeien gezamenlijk op brengen. Maar meer niet. Wat iedere koe hem opbrengt, en welke verschillen er bestaan tus schen de koeien van zijn veebeslag, weet hij niet. Hij meent het soms wel te weten, althans een beste van een goede en deze van een slechte te kunnen onderscheiden, doch zeer vaak is gebleken, hoezeer de veehouder zich in zijn oordeel vergiste. Zekerheid is alleen te ver krijgen door controle, door de melk van alle dieren afzonderlijk te meten, en door monster neming het vetprocent er van te bepalen. Zoo iets geschiedt dan ook reeds op tal van plaatsen door z.g. controle-vereenigingen, die een mon sternemer aanstellen, terwijl de monsters zelf worden opgezonden naar het laboratorium van den Rijkszuivelconsulent. Op deze wijze komt de boer er achter wat ieder zijner koeien waard is, en of het wenschelijk is er mee voort te fokken of haar uit den stal te verwijderen. Veronderstelhij is er vrij zeker van, dat zijn veebeslag bestaat uit goede dieren. Dit maakt de controle niet overbodig. In dezen tijd mag hij zich met goede exemplaren niet tevreden stellenhij moet er naar streven prima dieren in zijn stal te hebben, die hem de hoogste op brengst verzekeren, 't Komt er immers meer dan vroeger op aan, om van zijn akkers en uit den stal te halen wat er te halen is. En uit den stal kan menige veehouder ongetwijfeld, ja kunnen de meeste veehouders, een heel wat grooter gewin verkrijgen dan tot dusver. Niet op eenmaal, en niet geheel zonder kosten, maar etoch betrekkelijk spoedig en zonder groote offers. De kosten, die er voor gemaakt worden (per koe beloopt dit 5 a 6 gulden per jaar hoogstens) worden later veelvoudig terug ont vangen„de kost gaat voor de baat uit", maar van die „baat", dat profijt, kan men dan ook zeker zijn. 't Zij nimmer weer de voorbeelden uit de praktijk, die de menschen moeten over tuigen en trekken. Welnu, hier is weer zulk een voorbeeldEen veehouder, die 7 melk koeien had, welke gemiddeld gaven 3000 liter melk met een gemiddeld vetgehalte van 3.1 sloot zich aan bij deze controle. Door deze leerde hij zijn beesten kennen, met het gevolg, dat een paar jaar later drie er van door andere, betere, waren vervangen. Nu stond hij er al heel anders voorde jaar-opbrengst was als gemiddelde gestegen tot plus minus 3600 L. en het vetgehalte tot 3.3 't Was nog geen beslag om op te roemen, maar met het verkregen resultaat mocht de boer toch wel tevreden en blij zijn. Want wat beteekende deze stijging voor hem in de boter- opbrengst, en in zijn geldbuidel Eerst was er plm. 28 L. melk noodig voor 1 Kilo boter, en bedroeg de boter- productie van al de dieren 750 Kilolater kon voor 1 Kilo boter met 26 L. worden vol staan en was de boteropbrengst plm. 970 Kilo. Een meer-opbrengst van 220 Kilo boter, welke tegen den prijs vanzegge maar 2.— per K.G., den boer 220 maal 2.is 440. rijker maakte. Op een veebeslag van een 7-tal koeien 1 Zijn zulke resultaten geen denk beeldige, maar in de praktijk verkregen niet waard, om er een paar rijksdaalders per koe voor te offeren? Kali bij Vruchtboomen. Wij deelden laatst mee, hoe langzamerhand in Zuid-Gelderland, in de boomgaarden aldaar, de moderne besmettingswijze wordt toegepast, en het voordeel daarvan wordt ervaren en erkend. De Rijkstuinbouwconsulent voor Zee land publiceeerde nu ook de resultaten in zijn ambstgebied. En daaruit blijkt ook, dat de kali-bemesting op kleigronden aldaar goede resultaten geeft. Zoowel op middelmatig zwa- ren als op zwaren, doorlatenden kleigrond zag men de goede werking. Bij appels en peren en bij de ondervruchtzwarte - en kruisbessen. Men gaf natuurlijk een vaste, volledige be mesting op alle perceelen, die werden verge leken, alleen de kalibemesting was ongelijk een controle-perceel, dat heel geen kalimest ontving, en voorts verschillende giften tot 900, 1000 en 1200 K.G. patentkali per Hectare toe. Te Koudekerke werd de proef al drie jaren genomen, in '24, '25 en '26. In '24 gaf de laagste kaligift 600 K.G. het meest, n.l. 4820 K.G. zwarte bessen per H.A.zonder patentkali werd slechts 3260 K.G. geoogst. Maar in de volgende jaren bracht de hoogste opbrengst, n.l. 4600 en 4930 K.G. tegen 2140 en 2660 K.G. op de perceelen, die geen patentkali kregen. Een verschijnsel, dat in vele bessentuinen al jaren lang is waargenomen, bestond ook hier het blad viel te vroeg af. Hoe vaak is in den loop der jaren de vraag tot ons gekomen „Mijn bessenstruiken worden nu al weer kaal, ieder jaar is dat zoo, wat is daartegen te doen Wij hadden in onzen tuin langen tijd dezelfde kwaal, en konden dus anderen niet helpen, totdat we rijkelijk kunstmest uitstrooidentoen be hielden de struiken hun blad tot den herfst. In Zeeland, bij vermelde proef, heeft men nu de zelfde ervaring opgedaan, d. w. z. op de met kali bemeste perceelen groeiden niet alleen de bessen veel beter uit, maar het blad bleef ook lang aan de struiken zitten. Bij de peren waren de uitkomsten al even sprekend als bij de bessen. In 't eerste jaar gaf een kali-bemesting van 1000 K.G. den grootsten oogst, in '25 en '26 een hoeveelheid van 1200 K.G. De oogsten waren respectievelijk 3030, 450 en 2990 K.G., terwijl zonder patent kali werden geplukt1300, 160 en 2380 K.G. Zeer groote verschillen dusTe Kapelle bemeste men minder zwaar de patentkali-giften waren daar250, 600, 700, 800 en 900 K.G. per H.A. In '24 en '25 kreeg men het hoogste kruisbessenbeschot op 500 vierk. Meter van 800 K.G., n.l. 95 en 351 K.G. bessen, tegen nul en 296 K.G., die geoogst werden van het perceel zonder kali. In '26 was de gift van 900 K.G. per H.A. het met 660 K.G. De uitkomsten der Bellefleurs en Goudreinetten waren eveneens ten gunste der kalilbemesting. Bij beide proeven stonden de perceelen, waarop de kali-mest ach terwege bleef, steeds onderaan. De resultaten zullen dus de boomgaard- en fruittuinbezitters wel animeeren om de gegeven voorbeelden te volgen. Wenken en Mededeelingen. De wetenschap leert telkens wat nieuws, wat anders. En de leek wordt ten slotte wel geneigd om te vragen „Maar wat is nu waar Zoo heette het tot dusver steeds, dat superphosphaat behoort tot de z.g. zure meststoffen, die de reactie van den grond in zure richting verschui ven. En daarom werd in den laatsten tijd ge- leeraard, om toch vooral geen super uit te strooien op zuren grond, maar dat ze uitstekend kan dienen op te kalkrijken bodem. Prof. Kap pen te Bonn komt ons nu wat anders vertellen, en hij beroept zich op proefondervindelijk on derzoek. Hij zegter zitten in superphosphaat zeker zure bestanddeelen, maar al is de grond kalkarm, dan vinden die bestanddeelen altoos nog wel stoffen in den bodem, waarmee zij zich verbinden kunnen tot onoplosbare verbin dingen. En hebben die stoffen zelf een zuur karakter, dan kan super dus zelfs ontzurend werken. In ieder geval -— aldus de Professor moet het superphosphaat op zijn minst als phsiologisch neutraal worden beschouwd. Nu weten we het I Nu de motor ook op het platteland meer en meer terrein wint, ver mindert de interesse voor het paard, en zelfs in die mate, dat het hier en daar niet gelukt een voldoend aantal leerlingen voor een paar- dencursus bijeen te brengen. Mr. A. Slob te I Hoofddorp acht dit een gevaarstraks zitten 'i we met een goed georgarniseerde paarden. 1 fokkerij zonder fokkersDaarom wil hij de l enkele bestaande landelijke rijvereenigingen sa- I menbrengen in een federatie om door gemeen- jl schappelijk optreden de liefde voor en de kennis H van het paard in Nederland te bevorderen, in I het bijzonder ten plattelande, en de paardensport 9 en daardoor het gebruik van het paard aan te I moedigen. Weet gij 1 Weet gij, wat er door 's Rijks schatkist voor den Landbouw wordt uitgegeven Dat b.v. de I uitgaven voor den PlantenziektenkundigenI I Dienst over 1925 waren ruim 195 duizend gulden, maar dat daartegenover de ontvangsten 9 bedroegen ruim 1840U0, zoodat deze Dienst 1 aan het Rijk nog geen 10.000 kostte Weet M gijdat de ontvangsten der Senuninrichting te I Rotterdam waren 269.200, de uitgaven 14 270.553, zoodat het Rijk slechts 1353 hac [p. bij te dragen. En dat sedert dien de kosten derI sera ook iets zijn verlaagd Weet gijdat er j I in 1925 op de vleeschuitvoer-keuringen door I het Rijk ongeveer 8J4 ton is verdiend, dat dit jl zoo jaren achtereen gegaan is, totdat nu eindelij!; I de kendloonen voor den vleeschuitvoer tot op j I de helft zijn teruggebracht Weet gij, summa I summarum dat in 1925 door den Nederland-I schen Staat voor Landbouw is besteed 3 mil-1 'I hoen gulden, of slechts Y (zegge één half) lil procent der Staatsuitgaven Weet gijdat de huidige Minister van Bin-1 nenl. Zaken en Landbouw, Minister Kan, naar bL het schijnt, een andere, betere houding tegen-1 over Landbouw wil aannemen, en dat we dus P mogen hopen, dat van nu af uit de richting f van Den Haag een wat gunstiger wind naar I het platteland zal waaien B.-r. Evenals de vorige week was de beurshandd deze week gering, overal heerpchte een gevoel van gedruktheid en niemand der beroepshande- iaren zag wat in een onderneming op welk ge bied ook. Het publiek is tegenwoordig niet meer warm te krijgen voor een speculatieobject, zoo dat er van opgewektheid ter beurse geen sprake is. Voor tabaksaandeelen en kunstzijde is er nog al belangstelling, doch meestal met groote tus- schenpoozen en zeer kortstondig. De ameri- kaansche markt toont na de wilhgte der laat ste jaren, teekenen van vermoeidheid, wat ia hoofdzaak te wijten is aan de vrees voor groote verliezen door de overstrooming van de Mis- sisippi, waarvan de schade reeds op 1 milliard dollar wordt geraamd, terwijl de stad New- Orleans, niet geheel gespaard zal blijven, of schoon er alles aan gedaan wordt dit zooveel mogelijk te beperken. Voor de markt hier wordt dus gewaarschuwd in verband met bovenstaande, omdat men veelal Amerika gaat nadoen op effecteengebjed, doei de bovenvermelde uitznderingen als tabak es kunstzijde schijnen zie er niet aan te storen. r'A\ oogstbenchten luiden zeer gunstig en vooral w Senembah, die resteeds vroeg bij is, heeft de oogst bijna geseel binnen, zoodat er geen gevaar voor mislukking is. Thans is het de tijd der jaarverslagen en het schijnt wel, dat er aller- wege verbetering merkbaar is, doch voorzich tigheid is geboden, zoodat b.v. Jurgens, die met reuzenwinsten werkt, slechts 10 dividend uitkeert, doch den aandeelhouders een goeden stand van zaken kan laten zien. De Kon. Holl. Lloyd vormt echter een groote teleurstelling met haar steeds groeiende verliezen, terwijl daarentegen de Nederland naast de „Christiaan Hu.gens" len tweede dergelijk schip gaat bou wen en een aantal kleinere passagiersbooten de Vondel, Grotius en Rembrandt gaat ver- koopen, zoodat aldaar de zaken zeer behoorlijk rouleeren. Het is etchter te hopen, dat het zuseterschip van de „Huygens" in Nederland gebouwd kan worden en de bouw niet door voordeeliger aanbiedingen uit het buitenland voor de Nederlandsche industrie verloren gaat Tot slot enkele opmerkingen over het buiten land op economisch gebied overgenomen uit andere financieele bladen (Humfeld. Noorwegen. 1926 is voor Noorwegen in economisch o> zicht zeer moeilijk geweesthet bankwezen wist echter langzaam het vertrouwen van het publiek te herwinnen. In vele takken van Nijver heid duren de onderhandelingen over nieuwe collectieve arbeidscontracten voort. De bemid deling in de ijzerindustrie is mislukt. Waar schijnlijk zal het Storting een wetsontwerp in dienen tot gedwongen arbitrage in arbeidsge schillen. Het aantal werkloozen steeg van 29.271 in Jan. tot 30.837 in Febr. Uit Italië. Na den oorlog heeft de industrie zich stak uitgebreidvooral de electrificatie heeft groote vorderingen gemaakt. Vóór den oorlog werd 1 miillioen Kw. voortgebrachtin 1925 reeds 2.35 millioen. Het stroomverbruik steeg van 1911 tot 1926 van 1500 millioen Kilowat tot 1500 millioen. In 1930 zal 3000 K.M. spoor geëlectrificeerd zijn. Van Amerikaansche zijde is bijna 100 milliooen in de Italiaansche elec- trificatie-nijverheid belegd. De staalproducti' steeg van 1912 tot 1925 van 900.000 ton tot 1.700.000 ton. Ongeveer 18 der staalpro-l ductie geschiedt langs electr. weg. MIDDELHARNIS. Veiling van Woensdag 4 Mei 1927. Bloemkool le soort f 24,40 tot 26,10. 3e soort f 6,— tot 7.60 p. 100 st. f Posteleijn f 26,— Spinazie f 7,60 tot f 15,40 per 100 K. G. Babarber f 6,70 tot f 8,40, Tulpen f 17,—. Selderij f 4,-. Prei f 3,60 per 100 bos- Kropsla le soort f 8,40 tot f 9,40. 2e soort f 3,70 tot f 4,40 p. 100 krop Honing f 0,60 per pot. Kaas 20 plus f 0,30. Kaas 40 plus f 0,48. Kaas volvet f 0,40 tot f 0,42. Boter f 0,72 tot 0,96 per pond. ROTTERDAM, 3 Mei 192? Op de heden in ons Veilingslokaal, moezierstraat 37—39, gehouden Veiling, den de volgende prijzen besteed: Kipeierenf 4,45 tot f 0 Idem (klein)tot -i* Idem extra zwtof ",C Eendeieren4,15 tot V Ganseierentot Kalkoeneierentot tot Deze Courjl abonneai BUITENLil afzondeI Een nieu Aan de I zeil vereenic I Zaterdagocl vaart, de rl boot van dl redding vJ haar verse I kleuren eel het levenda wapperend I der gepavcl kende schel Te wacll (schappij el /ie Kromhcl haventje ul dan later I Goedereed'I tegen de el gat een v<l gekregen cl op de banll door de bl doen groei I Bij schip I de heeren I borgh, Vo l da Wiercl Secretaris I driaan, Mil was verhil uit Delft, I ren de Jol fabriek A.l bouwd is I Stellendan specteurs I En nad;l de zaak h;l Jielmina h imerikaanl terdam aal Op dierl daagsch h I de vlaggeil in den larl bovendien! te dok Vel modernste H NederlancM dam zal H Afgezie I rijke omsbl bij de meH mede zij iH te halen. I Vóór \\W gelegenhe onzinkbar De KoiH met een H lengte tus I meter, de holte in cH Zij is I geheel w;H gelegen rr en daardH ze Ifrichtei aan den I waterdichH dubbele zH Watert H romp in I lende olieH enz., toedH een klep I ning of v H Kievitseieren Middenprijs f Aanvoer 325,000 stuks. DE ROTTERDAMSCHE VEILlNö!

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 2