itatie
derde blad
FRANCO HUIS
hoe verheugd vader ff
f 28?°
1
I
leester
Zaterdag 2 April 1927.
No. 3316.
1.
irname
tgestelrï
if. 25
Gemeenteraad.
H'J LOOPT mm
Hoogstraat 208 - Rotterdam
Ouertield en Hnunalniugeinieiiilealng.
i
1
'EUR.
Jelling van de
■kruising van den
puddorp, zal ge-
Woensdag
ig dd. 6 en 7
verkeer
[OORZ1TTER.
5EMPT
|sche weg
KEUZE
EN.
agen prijs.
VAM ZELF
MIJNHAFfDT'S
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabletlen 60 ct.
Zen uw-Ta bietten 75 ct.
Staal-Tableften 90 ct.
Maag-Tabletten75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
t
&II
li
11
jdc'vinden.
of het gouvernement k
de gemeente in hatJ
huur, dan wel of de
piteeren.
ift voor een ander
t aan het Bat. Nbld. L
>ng Kalam, in de OmJ
is Mohamad Djati, 1
[•aardiger Terwijl hij b61
foor een bom te menJ
stof, waardoor hem
lichaam werden gerul
(KVEREENIGING
OUDE TONGE
ap naar de betrek»
28725
sollï'cifatiën aan
op 9 April a.s.
worden opge.
^nfe betrekking van
xalathee, Maria,
iblok, Nieuwen»
tiina, onder OOLT»
lEN BOMMEL.
per jaar.
(zakelijk) f7000,-.
litatie worden inge.
IC. J OOSTDIJK,
lprs te Ooltgensplaat
fag 2 uur den 15den
het Bestuur
\noemde polders.
Secretaris,
I C. J. OOSTDIJK.
van den Grintweg
tiddelharnis,
Rotterdam
de Wilde)
■ma. Ischias
|U AFWEZIG
28716
|zaak in Zuivelpro.
Geldersche waren
Moderne inven'
vinning. Hoekhuis
/AN BUNDEREN
lam. 28715
28720
amelsdijk«,
De Voorzitter,
KIEVIET.
re prijzen.
worden
e v o e r d.
VERGADERING van den Gemeenteraad
van Oude Tonge op Dinsdag 29 Mrt.
des voormiddags 10 uur.
De VOORZITTER Van Schouwen opent
de vergadering waarna de notulen der vorige
worden gelezen.
De heer VAN LOON (A.R.) merkt naar aan
leiding der notulen op dat hij niet gezegd heett
dat hij den brand om 5 uur bemerkte, doch om
ongeveer 10 minuten over half 5, de tram was
juist aan.
Van de opmerking werd nota genomen.
De kas van den gemeenteontvanger is nage
zien en in orde bevonden. In kas was 1490.75.
Van Ged. Staten zijn enkele goedkeuringen
ontvangen over genomen raadsbesluiten.
De commisie beiast met de stichting van een
school voor lager landbouwonderwijs bericht
dat de school die, indien ze er komt, te Som-
melsdijk gesticht zal worden, voorziet in de
belangen van den boerenstand. De contributie
voor Jeden is bepaald op 1.voor publiek
rechterlijke lichamen op 5.—
B. en W. zien ook het groot belang van de
school voor het eiland in en stellen voor een
jaarlijksche contributie van 5te betalen.
Wanneer de school opgang maakt kan altijd
nog overwogen worden ot men als donateur
zal optreden. De VOORZITTER wist nog me
de te deelen, dat de Minister heeft gezegd dat
als de Staatsbegrooting zoo wordt goedgekeurd
Flakkee er op rekenen kan dat zij een school
krijgt.
De heer BEIER (s.d.a.p.) meent, dat het ge
bouw en het onderwijs door de regeering be
taald worden. Spr. vindt een bedrag van 5.-—
anders wel een schriele opzet.
De heer VAN SCHOUWEN (v.b.) zegt dat
de gemeente waar de school komt voor een ge
bouw moet zorgen, of men donateur wordt voor
100.,in eens of 5.per jaar betaalt,
blijft overigens hetzelfde,daar 100.— tegen
5% hetzelfde bedrag is.
Het voorstel van B. en W. wordt met alge-
meene stemmen aangenomen.
De vergoeding voor het bijzonder lager on
derwijs wordt vastgesteld.
De vereeniging van Ned. Gemeenten geeft in
overweging bij het nemen van raadsbesluiten
telkens B, en W. te machtigen tot uitvoering
daarvan.
De VOORZITTER zegt eigenlijk niet te
begrijpen waarvoor dat nog noodig is, daar het
toch vanzelf spreekt, dat B. en W. 's raads
besluiten uitvoert. Dat volgt uit de gemeentewet.
De SECRETARIS gelooft, dat het een beetje
advocaterij is. In ieder geval is men steeds
gedekt.
De vrachtrijders uit deze gemeente verzoe
ken B. en W. om allen per beurt en per jaar
voor de gemeente te laten werken.
De VOORZITTER vindt de bedoeling van
dit request wat vaag. Willen allen op hun
beurt een jaar werken? Dan zijn er twaalf jaar
om eer de laatste een beurt gehad heeft.
De heer VAN SCHOUWEN gelooft, dat
de vrachtrijders het afkeuren, dat Westdorp
steeds voor de gemeente rijdt.
De VOORZIT TER zegt, dat Westdorp altijd
te krijgen is en anderen de gemeente wel eens
in den steek laten.
Besloten wordt het request in handen van
B. en W. te stellen.
IlL Besloten wordt een conversie aan te gaan
- voor de geldleening, groot 9800.—, van 6
in 4% apari altijd aflosbaar,
B. en W. stellen voor de jaarwedde van het
tijdelijk hoofd der bewaarschool vast te stellen
op 900.—, Er zijn drie sollicitanten voor deze
betrekking.
De heer BEIER wil het aanvangsalaris op
1000., brengen. Men heeft dan meer kans
iemand tijdelijk te krijgen dan op 800.— of
900.—.
B. en W. hebben geen bezwaar dat voorstel
over te nemen.
Met alg. stemmen wordt het aangenomen.
B. en W. stellen voor een wijziging in de
politieverordening aan te brengen. Zij willen
voorkomen, dat er zonder noodzaak over de
fairbanken gereden wordt. Tevens willen zij
een art. opnemen, waarbij het verboden wordt
te rijden over straten en wegen waar dit door
B. en W. verboden is, blijkbaar uit een kennelijk
aangebracht bord. Dati willen zij ook het hin
derlijke kinderspel tollen en voetballen
in de kom verbieden.
De heer BEIER wil den kinderen het spel
niet ontnemen en stelt voor het tollen toe te
laten.
De VOORZITTER zegt, dat met tollen al
eens ruiten zijn ingegooid.
De heer BEIER zegt, dat de kinderen alleen
op de kleine steenen, op de Voorstraat enz.,
tollen kunnen. Wanneer spr. daar woonde zou
nij er wel eens een kapotte ruit voor over
hebben.
De heer VAN SCHOUWEN antwoordt, dat
er velen z ijnr die daarover anders denken.
Het tollen wordt vrijgelaten en overigens
de wijziging der politieverordening met algem.
stemmen aangenomen.
De bouw verordening ondergaat een redac-
tioneele wijziging.
D? politie krijgt voor bewezen diensten in
1926 een gratificatie van 50.
B. en W. stellen voor het heffingspercentage
der plaatselijke inkomstenbelasting vast te stel
len op 3J£.
De heer VAN SCHOUWEN vindt het wel
wat gewaagd. Het belastbaar inkomen is door
B. en W. geraamd op 800.000.
De YOORZITTER zegt, dat B, en W. daar
van zijn teruggekomen. Zij ramen het thans
op 770.000.
De heer VAN SCHOUWEN vindt het
dan nog gewaagd.
Het gemiddelde der laatste drie jaren was
J 645.000. Dat is een groot verschil. Te meer
daar dit een gemiddelde is, niet eens het resul
taat van b.v. één. buitengewoon slecht jaar.
De SECRETARIS merkt ophet gaat nu
beter.
De heer VAN SCHOUWEN antwoordtJa,
dat zegt Ut, maar het is de vraag nog.
1925 ^^TARIS zegt1926 was beter dan
De heer ]BEIER zegt, dat hij zich houdt aan
de raming van 8 ton en meent, dat dan het
cijfer nog wel met J4 naar beneden kan. B. en
W. schijnen pas tot de ontdekking te zijn ge
komen, dat het belastbaar inkomen maar
770.000 zal bedragen. Maar zij hadden toch
eerst 8 ton gezet.
De VOORZITTER zegt, dat het maar een
schatting is, niemand weet het zeker.
De heer BEIER stelt voor er nog een }4 af
te doen.
Het voorstel-B. en W. wordt in stemming
gebracht en aan genomen. Tegen stemden de
heeren Beier, Los, v. d. Berg, v. d. Swaluw en
Stoop.
Tot leden der schattingscommissie worden be
noemd de heeren P. van Schouwen, Prince,
Snijder en Fabert (allen aftredend.)
In de commisie van toezicht op het lager
onderwijs is aftredend en niet herkiesbaar de
heer Heestermans. De voordracht van B. en W.
luidt1. C. A. Jacobs2. C. A. Th. Lambert.
No. 1 wordt gekozen.
De voordracht voor het 2e lid luidtG. C.
van Schouwen en J. v. d. Tol. No. 1 wordt
herkozen.
De leden der stembureaux worden benoemd.
De heer Prince wordt voorzitter van stem
bureau No. 2. Tot leden van het hoofdstem
bureau worden gekozen de heeren C. van
Schouwen, de Wit en Beier.
In de rondvraag vraagt de heer v. d. SWA
LUW den karreman op te dragen het vuil uit
de zinkputten in de Julianastraat weg te halen.
De Voorziter zal er in voorzien.
Punt 12 der agenda vermeldtrapport van
den rechtskundig adviseur over de vordering
van den heer Van Dis om schadevergoeding
van zijn brand.
De VOORZITTER wil dit in gesloten ver
gadering behandelen.
De heer BEIER zegt dit rapport gelezen te
hebben en niet te begrijpen waarom dit in een
gesloten vergadering behandeld moet worden,
in de vorige vergadering heeft zich ook alles
in het openbaar afgespeeld.
Het voorstel van den Voorzitter om in ge
sloten zitting deze zaak te behandelen, wordt
in stemming gebracht. Tegen stemden de heeren
Beier, v. d. Berg, Stoop, v. d. Swaluw en Los.
De heeren Kieviet en v. d. Boogaard bleven
buiten stemming.
Besloten is alzoo deze zaak in het openbaar
te behandelen.
Uit het rechtskundig advies, uitgebracht door
Mr. Koert te Rotterdam, blijkt, dat de heer
Van Dis de gemeente aanspreekt voor een
Schadevergoeding van 5600.— plus rente en
kosten, omdat de brandweer niet tijdig bij den
brand van zijn hofstede is verschenen. Eischer
schijnt zich te stellen op het standpunt van een
arrest van den Hoogen Raad van 20 Nov. 1924
(zie hierover elders in dit blad). Mr. Koert is
van oordeel, dat de gemeente zich met kans
op succes verweren kan, daar uit de feiten op
zichzelf geen reden te vinden is te veronder
stellen, dat hier plichtsverzuim in het spel is.
De heer BEIER vraagt hoe dat schrijven
hier gekomen is.
De VOORZITTER zegt, dat de gemeente
zich zal moeten verweren, daartoe de toestem
ming van Ged. Staten noodig heeft en een
rechtskundig advies moet overleggen. Daartoe
hebben B. en W. zich tot Mr. Koert gewend.
De heer VAN LOON zegt, dat het nog niet
uitgemaakt is, dat de gemeente zal moeten be
talen en stelt voor, dat zij zich zal verweren.
De heer BEIER spreekt het tegen, dat de
spuit eerst om 6 uur bij den brand had kunnen
zijn. Spr. s-vrouw wist al om kwart voor vijf,
dat er brand was. Als de brandweer op post
wap geweest, had men om halt 6 bij den brand
kunnen zijn. Spr. heeft uitgezocht, dat de
gemeente aansprakelijk is voor routen van amb
tenaren. De heer van Loon heeft gezegd, dat
toen hij ging twijfelen of de spuit kwam, het ai
te laat was.
De heer VAN LOON zegt hieruit niet te
willen opmaken, dat wanneer de spuit direct
had kunnen komen, de boel gered had kunnen
worden.
Wethouder PRINCE zegt, dat als de brand
om kwart voor vijf bekend was in 't dorp, het
toch zeker vijf uur was eer de spuit gereed was
en dus niet voor kwart voor zes bij den brand
had kunnen zijn. Eer dat zij water kan geven
had het niet ver van zes uur af geweest.
De heer BEIER kan niet met het advies van
Mr. Koert meegaan. Maar het bedrag dat ge-
eischt wordt is te hoog.
Ten slotte wordt met algem. stemmen besloten
Ged. Staten te vragen zich in rechten te mogen
verweren.
Dan sluiting.
VERSLAG van de vergadering van den
Gemeenteraad van STELLENDAM.
Opening door den Voorzitter met gebed.
Afwezig de heer F. Koese wegens ziekte.
Notulen worden gelezen en onveranderd goed
gekeurd. Mededeeling kasopname. In kas
1153.99. Schrijven Ged. Staten betrekking
hebbende op het onderwijsvak j, besloten wordt
daarvoor vrijstelling te vragen.
Ingekomen een verzoek van het bestuur der
Chr. bewaarschool om 500 subsidie, daar zij
een tekort hebben van 600. B. en W. stellen
voor dit verzoek aan te houden en eerst een
exploitatierekening op te vragen, voordat een
besluit genomen wordt.
HOLLEMAN Is dat verzoek pas ingekomen?
VOORZITTER Ja, nog niet zoo lang.
C. HOEKToch wel al meer dan een week
dan had dat wel al gevraagd kunnen worden.
VAN OOSTENBRUGGE dankt B. en W.
dat zij het willen aanhouden, dan kunnen wij,
antirev. raadsleden, eerst: de statuten eens in
zien en ons overtuigen.
HOLLEMAN Daar heeft u geen recht op, u
moet eerst lid worden.
VAN OOSTENBRUGGE: Geen enkel lid
der gereformeerde kerk zit in het bestuur.
HOLLEMANDan moet u lid worden en de
vergadering bezoeken, dan heeft u kans op
een bestuurszetel. Maar voorzitter, dwalen af,
de vraag is of een bewaarschool noodig is of
niet. Spr. meent van wel.
VAN OOSTENBRUGGE Is u dan voor
een chr. bewaarschool
HOLLEMAN Ik ben voor een bewaarschool
en ik ben nu pas geen voorstander geworden,
zie de notulen na van 1903, daarin kunt u lezen,
dat ik toen al geijverd heb voor een bewaar
school, maar het kon nooit wegens de groote
uitgaven tot stand komen, nu hebben we een
goed gebouw. En in een gemeente aJs Stellendam
waar de vrouwen genoodzaakt zijn garnalen
te pellen, om zoo in hun onderhoud te voor
zien, is zij zeer zeker op haar plaats.
VAN OOSTENBRUGGE Hier noodig de
vrouwen verliezen er nog veel tijd mee, ze
bretngen en halen de kinderen, het is voor de
vrouwen een uitstapje, iedere keer gaat wel
een uur verloren.
HOLLEMANLf mag wel eens nadenken
wat ^u zegt. y
De VOORZITTER sluit de discussie en
verzoekt of de leden zich kunnen vereenigen
met het voorstel van B. en W.
C. HOEK wil direct afhandelen en maakt
er een voorstel van, hetwelk door Holleman
wordt ondersteund.
De VOORZITTER brengt het voorstel van
B. en W. in stemming en herinnert de Wet
houders aan het besluit in de vergadering van
B. en W.
Uitslagvoor Van Oostenbrugge en Van
der Reetegen Holleman, Biemond, Roon en
Hoek. Alzoo het voorstel B. en W. met 4 stem
men, ook die van de wethouders, verworpen.
De VOORZITTERWat nu, moten we nu
de 500.— geven.
HOLLEMAN: Heeft u nu niet eens over
wogen wat te doen, als het voorstel B. en W.
verworpen werd.
VOORZITTER: Neen!
HOLLEMAN Was u zoo overtuigd, dat het
zoo aangenomen werd?
BURGEMEESTERIk had gedacht, dat de
heeren eerst de exploitatierekening zouden wil
len hebben.
HOLLEMANLaten we nu in principe be
sluiten subsidie te geven, dan kunnen B. en W.
een xploitatierekening opvragen, ik zou onder
de volgende voorwaarden subsidie willen ver»
leenen goede lokaliteit, gediplomeerde kracht,
ieder jaar eploitatierekening inzenden en dan
5.per kind.
neer straks de overhevelaars van de gemeente
naar het Rijk aan het werk gingen. Ongetwij
feld voor vele gemeenten een buitenkanse. Doch
tegenover die buitenkanses staan twee ernstige
bedenkingen, welke hier niet verzwegen mogen
worden. Vooreerst zou door dat overhevel-
systeem het bedrag der uitgaven voor de krank-
zinnigen-verpleging met geen cent verminderen
integendeel, te vreezen ware, dat ze, omdat het
Rijk stelliger niet zuiniger is dan de gemeente,
niet weinig zoden stijgen. En in de tweede plaats
kan niet ontkend worden, dat het platteland,
hetwelk naar verhouding der bevolking, dus
percents-gewijze, aanzienlijk minder patiënten
naar de gestichten zendt dan de steden, het kind
van de rekening werdde bewoners van de
dorpen en kleinere gemeenten zouden, ten bate
van de stedelingen, him belasting-aanslag aan
merkelijk verhoogd zien.
Van veel meer beteekenis dan het overhevel-
systeem, dat ten slotte wat het totaal uitgaven
betreft, alles bij het oude laat .misschien zelfs
erger maakt, is deze vraag, of de overheid niet
de roeping heeft maatregelen te nemen, ten
einde zooveel mogelijk en oirbaar is tegen te
gaan.
De rijkswetgever legt aan de provinciën den
plicht op, om, zoo noodig, te zorgen voor de
oprichting en instandhouding van gestichten, ten
einde de plaatsruimte te hebben voor krank
zinnigen, voor wie opneming wordt gevraagd.
Welke krankzinnigen In aanmerking nemende
de eigenlijke taak van de overheid, moet het
antwoord op die vraag luiden alleen zij, die
een gevaar voor de omgeving kunnen zijn. In
verband dus met de openbare veiligheid. En
voorts die krankzinnigen, van wie het vast
staat, dat zij, hoewel niet bepaald gevaarlijk
hebben en deze niet in de maatschappij kunnen
verkrijgen. Theoretisch beschouwd is het hier
mede uitd. w. z. is de grens voor krankzinni
gen, die wèl en voor anderen, die niet direct
Rseliine^ededeelingen.
40 cent per regel.
82
Hierover zal in een volgende vergadering
besloten worden.
VAN OOSTENBRUGEAls er nuvan de
Gereformeerden een verzoek komt, zal u daar
ook voor stemmen, Holleman
HOLLEMAN Als er maar aan voorwaarden
wordt voldaan.
Alsnu volgt benoeming stembureaux, benoe
ming schattingscommissie, aftredend J. L. Koese,
C. Hoek, W. van Eek, J. Roon, Holleman.
VOORZITTERB. en W. hebben geen
voordracht opgemaakt. In stemming worden
allen herbenoemd.
Vaststelling heffing percentage Plaatselijke
Inkomstenbelasting voor 1927-'28 wordt vast
gesteld op 5Yi wijziging Gemeentebegroo-
ting werd goedgekeurdvaststelling kohier
Hondenbelasting met 67 honden Ie klasse, 33
honden lie klasse.
Rondvraag.
HOLLEMAN verzoekt den Voorzitter of
het nnet mogelijk is den weg te laten afgraven
door werkeloozen.
BURGEMEESTERIk moet nog toestem
ming hebben van het polderbestuur.
Nu wordt besproken de demping van de
sloot langs de kerk, dat steeds is blijven hangen,
omdat de kerk niets wil doen.
Hierover wordt in gesloten zitting nog ge
sproken. Daarna sluiting.
V.
Nieuwe banen.
Het vraagstuk van de financieele verhouding
tusschen Rijk en Gemeente is oud en veroudert
niet. Sprengers van Eijks wet van 1897 heeft,
hoewel zij in menig opzicht verbetering in die
verhouding gaf, het vraagstuk niet opgelost. En
zoo zitten opvolgende Staatscommissie, wet
houders van financien, financieele specialiteiten
nog altijd met de lastige vraagis het niet
mogelijk de lasten, waaronder zoovele gemeen
ten gebukt gaan, te verlichten door een deug
delijke wijziging van de wet van 1897 Ja, ant
woorden velen, door sommige uitgaven over
te brengen van de gemeenten naar het Rijk. In
1923 kwam men op het naieve denkbeeld om
voor dat doel een Staatscommisie „op korten
termijn" te benoemen, alsof voor een zoo ge
compliceerd vraagstuk in een paar maanden tijds
een oplossing ware te vinden. Trouwens, van
oneindig meer gewicht dan de verschuiving der
lasten van de gemeenten naar het Rijk, schijnt,
althans voor dezen tijd, de vraag moeten niet
alle beschikbare financieele en economische
krachten in ons land zich vereenigen of aan
gewend worden, ten einde verlichting te ver
krijgen van de zware lasten, waaronder thans
niet slechts de gemeente maar het geheele Ne-
derlandsche volk gebukt gaat
Bepalen we ons tot de uitgaven voor de
krankzinnigen-virpleging, die met ieder jaar
voor de gemeenten en voor de provinciën
men herleze vorenstaande sprekende cijfers
drukkender worden. Die uitgaven zouden zoo
ongeveer het eerst aan de beurt komen, wan-
onder de zorg van de overheid vallen, aange
geven, hoewel er uit den aard der zaak vele
grensgevallen zullen zijn.
Helaas, ook hier blijkt dat de werkelijkheid
niet klopt op de theorie.
Die één of meer krankzinnigengestichten heeft
bezocht en daar goed rond heeft gezien, weet,
dat er in die gestichten verpleegden zijn, die,
in de maatschappij terugekomen, stellig geen
gevaar voor de omgeving zouden zijn, die in elk
geval niet aan dwangverpleging behoorden
onderworpen te worden, personen dus, voor
wie de overheid als zoodanig niet of althans
anders heeft te zorgen. Men vindt daar rustig
geworden chronische krankzinnigen, door 'ouder
dom versuften, geestelijke invaliden, enz., die
misschien ten getale van enkele duizenden,
stellig althans tot een groot aantal, in die ge
stichten zijn gehuisvest en die geen dure dwang
verpleging van noode hebben,
De bij allen, die tot de krankzinnigen
verpleging in meerder of minder nauwe betrek
king staan, zoo zéér bekende Dr. J. H. Schuur
man Stekhoven, inspecteur voor het Staats
toezicht op rankkzinnigen, te Utrecht heeft,
reeds eenige jaren geleden, overwogen of het
niet mogelijk was, om voor deze gestichts
patiënten een andere, veel minder kostbare ver
zorging te verkrijgen. Daarbij kwam, dat schier
van oudsher in inrichtingen als het Stads-armen-
huis te Haarlem, het Christelijk Toevluchtsoord
„Johannisstichting" te Nieuwveen, het Ge-
meente-bestedelingenhuis te 's-Gravenhage, enz.
geheel in strijd met art. 7 (oud) van de
Krankzinnigenwet - een groote groep van ge
noemde chronische lijders waren opgenomen,
zoodat een vrij groot aantal half of heel krank
zinnigen, in ieder geval personen die een voort
durend toezicht noodig hebben, omdat zij niet
geschikt zijn voor het maatschappelijk leven,
opgenomen waren in een inrichting, die niet
viel onder het oude art. 7 en dus niet als ge
sticht was erkend. Om hierin te voorzien is
door Minister Kuyper in 1904 art. 7 van de
Krankzinnigenwet gewijzigd in dezen zin, dat
het mogelijk is geworden thans krankzinnigen
te verzorgen zonder al de formaliteiten, die
voor de opname in een gesticht noodig zijn,
o. a. de rechterlijke machtiging.
In verband hiermede is door Dr. Schuurman
Stekhoven een systeem ontworpen, dat, zooals
Dr. D. Schermers in zijn artikel in de „Stemmen
des Tijds" van Juni 1918 opmerkte de verpleging
van krankzinnigen in „nieuwe banen" kan en
zal lijden. Het doel daarvan is tweeërleile.
de hiervoren genoemde chronische lijders op
minder kostbare wijze te verzorgen en 2e. de
mogelijkheid te openen om acute krankzinnigen,
van wie er zeer velen slechts zeer kort ver
pleging behoeven, zonder de formaliteiten, ver
bonden aan de opneming in het krankzinnigen
gesticht, te verplegen en dus hun ook het odium
te besparen van in een „gekkenhuis" te zijn
geweest.
I. Minder kostbare verzorging. Het in 1904
gewijzigde art. 7 van de Krankzinnigenwet
spreekt van gestichten en inrichtingen. Met ge
stichten worden bedoeld de krankzinnigenge
stichten met dwangverpleging, die vallen onder
al de bepalingen der wetinrichtingen daaren
tegen vallen wel onder zekere te stellen voor
waarden, maar de formaliteiten der wet zijn op
hear niet geheel van toepassing. Zij worden bij
Kon. besluit aangewezen vandaar het woord
„aangewezen inrichting" —als gelegenheid tot
verzorging van zekere categorie lijders. Hierbij
is men niet aan een vorm gebonden. Men kan
op het terrein van het krankzinnigengesticht een
gebouw bestemmen voor de nier bedoelde pa
tiënten. Dan krijgt men twee afdeelingen, die
evenwel staan inder dezelfde medische leiding.
De eene afdeeling, het eigenlijke krankzinnigen
gesticht met dwangverplegingde andere af
deeling, waarin patiënten worden opgenomen
zonder dat daarop de wet van 1884 toepasselijk
is. In deze tweede afdeeling kunnen dan telkens
krankzinnigen, die volkomen rustig zijn, uit het
gesticht zelf worden overgebracht. Het spreekt
vanzelf, dat de algemeene eischen, waaraan de
krankzinigengestichten wat ruimte der lokalen,
aantal geneesheeren en verplegend personeel
enz. betreft, moeten voldoen, voor deze rustige
patiënten onnoodig hoog zijn. Hen op een
voudiger wijze te verzorgen, in een aangewezen
of open afdeeling op het terrein van het ge
sticht, zal voor de publieke kassen een be
sparing zijn. Men kan echter deze lijders ook
doen opnemen buiten het gestichtsterrein, n.l.
in inrichtingen als de Johannesstichting te Nieuw
veen, nadat deze instellingen een aangewezen
inrichting zijn geworden.
II. De acute krankzinnigen. In de gestichten
worden tal van patiënten opgenomen, van wie
men verwachten kan, dat zij na een verpleging
van korten duur geheel zullen herstellen. Voor
hen wenscht Dr. Schuurman Stekhoven, indien
zij geen dwangverpleging behoeven, opneming
in een afzonderlijke, van het krankzinnigenge»
gesticht afgescheiden inrichting, een z.g. open
afdeeling. „Aldus behoeft men", zegt Dr. Scher
mers (bi. 384), „niet de toevlcht te nemen tot
een officieele verklaring van krankzinnigheid,
een uitspraak van den kantonrechter kan worden
vermeden en het odium van in een gesticht
voor krankzinnigen verpleegd te zijn, wordt
den patiënt bespaard. Bovendien kan men vol
doende rekening houden met acute vormen van
krankzinnigheid, voor wie de verpleging in een
gesticht minder gewenscht is". Hierbij mag ook
wel opgemerkt worden, dat deze speciale ver
zorging in den regel zal leiden tot vluggere
genezing en dus tot besparing. „Dit stelsel",
schrijft Dr. Schermers verder, „is dus beslist
een belangrijke schrede vooruit in de krank
zinnigenverpleging en het is te wenschen, dat
spoedig in elke provincie één inrichting wordt
aangewezen, waar onder leiding van een be
kwaam psychiater en ervaren personeel ge
legenheid bestaat voor de verpleging van krank
zinnigen, z'onder dat deze inrichting dan met
een netralen naam b.v. kliniek kunnen be
stempelen".
Hieraan kan worden toegevoegd, dat Dr.
Schermers zeker met genoegen zal hebben ver
nomen, dat de denkbeelden van den inspecteur
Dr. Schuurman Stekhoven allengs instemming
vinden, ook ten aanzien van de oprichting van
een kliniek als een open afdeeling van een ge
sticht verwezen wordt naar de Ramaer-kliniek
op Oud-Rozenburg, wglke kliniek nog voor het
eind van dit aar geopend zal worden.
Het gesticht Padua te Boekei is voorgegaan
met de toepassing van het systeem-Schuurman
Stekhoven Maasoord bij Rotterdam is gevolgd
voor Bloemendaal (Loosduinen) zijn ook plan-
,nen in bewerkingeveneens voor Vrederust
onder Bergen op Zoom. Het gaat wel ^lang
zaam in ons land doch „de nielwe koerskan
op den duur niet worden tegengehouden. En
zeker is van de verdere toepassing van het
systeem te verwachten vereenvoudiging in de
verpleging van deze groep van patiënten, voor
wie arenlang onnoodig een te dure verpleging
gold. De nieuwe banen, waarlangs de Inspec
teur de krankzinnigenverpleging geleid wenscht
te zien, bieden veel aantrekkelijks. Dwangver
pleging in het gesticht voor hen, die deze ver
pleging noodig hebben en daarnaast een een
voudiger, een meer economische verzorging van
hen, die dwangverpleging niet behoeven. En
voorts nog open afdeelingen voor dé acute
lijders, waardoor het odium van in een gesticht
te zijn geweest wordt vermeden en tevens
groote kans bestaat, dat de lijder spoediger dan
anders genezen kaan zijn.
De inspecteur Dr. Schuurman Stekhoven heeft
zich intusschen tot dit vereenvoudigingsssteem
niet bepaald. Dgor hem is opnieuw en met
kracht het moeilijk vraagstuk van het vóór
komen van opneming in een krankzinnigenge
sticht, waar dit mogelijk en nuttig is, naar
voren gebracht. Vóór hem was vroeger door
Dr. Ramaer (Zutphen) ,Dr. Schroeder van der
Kolk, Dr. Evers, Dr. Roëll (Dordrecht) en
anderen bepleit het instellen van patronaten
voor ontslagen krankzinnigen, die teruggekomen
in de maatschappij geen bescherming en geen
arbeid konden vinden. Ook dat wenschte Dr.
Schuurman Stekhoven doch hij achtte het bo
vendien gewenscht, dat voor zenuwlijders, ach-
terlijken en zwakzinnigen tijdig werd gezorgd,
opdat zij straks niet bij verslechtering van hun
toestand naar een gesticht zouden worden ge
zonden moeten. De „Centrale Vereeniging tot
behartiging van de maatschappelijke belangen
van zenuw- en zielszieken", voorzitter Dr.
Meyers van Amsterdam, die sinds enkele jaren
met succes arbeidt, is de vrucht van de propa
ganda van vermelden Inspecteur. In onder
scheidene gemeenten zijn afdeelingen van die
vereeniging opgericht, o.a. de Schroeder van
der Kolk-vereeniging te 's-Gravenhage, welke
vereeniging tweeërlei doel beoogt: le. als pa
tronaat op te treden voor ontslagen armlastige
patiënten en 2e. voor de personen, die anders
gevaar loopen in een gesticht te moeten worden
opgenomen, te trachten arbeid te vinden of wel
door een werk-inrichting hen nuttig bezig te
hoden. Alleen reeds uit financieel oogpunt be
schouwd, kunnen die vereenigingen voor ge
meente en provincie van beteekenis zijn, aan
gezien door haar arbeid de stroom naar de
krankzinnigengestichten kan tegengehouden wor
den. Het is dan ook verklaarbaar, dat de Cen
trale Vereeniging vanwege de provinciën en
de Schroeder van der Kolk-vereeniging te
's-Gravenhage èn door de gemeente èn door
de provincie Zuid-Holland geldelijk krachtig
gesteund worden.
De Centrale Vereeniging, die nu reeds 18
consultatie-bureaux in het land heeft, en de
plaatselijke vereenigingen of afdeelingen o.a. te
Dordrecht, 's-Gravenhage, Haarlem enz., die
een alles behalve lichte, doch zeer noodige en
nuttige taak hebben te verrichten, verdienen
inderdaad de sympathie en de medewerking van
de overheid en van de burgerij. Indien zij den
zoo onmisbaren steun ontvangen, dan kan ook
j
li