Prouinciate meeting Al partij in Zuid-Holland. LOOPERS c OHEN Uit de Pers. V erkoopingen is verdeeldheid te brengen onder de kinderen van hetzelfde huis en op die wijze het werk Gods te verbreken. Als de liefde verkoelt, als een geest van twisting de gemeente beroert, wordt de naam Gods gesmaad en aan Zijn rijk afbreuk gedaan. Niets is tot grooter schade van de gemeente, dan wanneer aldus Satan in de hand wordt gewerkt. Waar twist is wordt de H. G be droefd, de vrede des harten verstoord, en de gemeenschap met God ontbeerd. En wat 't droevigst isde twist ont staat vaak om nietige dingen. De oorzaak ligt in het zondige, hoogmoedige hart. Wij zien hieruit, dat de discipelen ook maar menschen waren, in wie, schoon zij Jezus oprecht liefhadden, het vleesch soms nog machtig was. Er was nog zooveel zoeken van zich zeiven van eigen eer zooveel zelfzucht en eigenliefde. Gebrek aan zelfkennis was oorzaak, dat de een zich boven den ander stelde. O, die hoogmoed is zulk een diep gewortelde zonde. Zij is de wortelzonde, de bron van alle andere zonden. Ootmoed behoort niet tot onze natuur. Wij willen van nature nog als God zijn. Ook waar een nieuw leven in ons uitgestort is, is de zonde in ons niet uitgeroeid. David bad dan ook: „Houd uw knecht ook terug van trotschheden, laat ze niet over mij heerschen, dan zal ik oprecht zijn en rein van groote overtreding". Werd tegen die zonde meer door ons gestreden, hoeveel meer zou ons geestelijk leven bloeien. Als de een den ander uitnemender acht dan zich zeiven, verdwijnen de ergenissen. Had den de jongeren dat meer betracht, zij zouden het lijden van hun Meester niet verzwaard hebben. Want hun getwist was een druppel te meer in den lij densbeker van Jezus. Neen, zij hebben geen recht begrip van Zijn toestand gehad. Zij wisten niet, hoe nabij de ure van scheiden was. Zij geloofden niet, dat Hij sterven zou. Nog altijd zagen zij uit naar een aardsch rijk van heerlijkheid. Zij hadden niet verstaan, wat Jezus van Zijn lijden en sterven gezegd had. Door hun onopmerkzaam heid hadden zij er geen aandacht aan Hel goedkoopste, He! grootste, Het meest gesorteerd Hoeden- en PettenmagazIJn gegeven. Zij hadden 't niet willen ver staan, omdat 't zoo geheel en al inging tegen de verwachtingen van hun hoog moedig hart. Zóó waren zij daarvan vervuld, dat zij niet ophielden te twis ten, zelfs terwijl Jezus het bitterst lij den tegemoet ging. Wat moet dat twisten pijnlijk zijn geweest voor den Heiland, die ons in alles gelijk is geworden uitgenomen de zonde. Als waarachtig mensch had Hij behoefte aan deelneming en troost. En dan bij Zijn discipelen zelfs geen flauw begrip van 't geen Hem wacht, te vinden. Ja, door hun twisten ver gallen zij nog het laatste samenzijn. Wat dat voor Jezus moet geweest zijn, daarvan kunnen wij ons iets voorstel len, als wij zelf in bitter leed onder vonden, dat anderen van ons lijden en strijden niets verstonden. Hoe pijnlijk is 't dan anderen te hooren spreken over allerlei, vaak weinig beteekenende dingen in plaats van deelneming te betoonen. En toch, tegenover de zelfzucht der discipelen komt te sterker uit de be- langelooze liefde van Jezus, die niet moede wordt te leeren, te vermanen en troosten. Een volgende maal willen wij zien, hoe Jezus Zijn jongeten be straft door zich zeiven tot een voor beeld te stellen. VOOR UW GANG OF TRAP KOEHAAR GRANIET VELVET II KOOPT MEN BIJ DIRKSLAND Land- en Tuinbouw. VOOO CUK - Z-'FN KDUS Kipstraat 85«87 S Rotterdam 0F» ZIE DE 5 ETALAGES Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend, HENIGER Jr. (Wordt vervolgd.) In het gebouw «De Eendracht* te Rotter» dam werd Dinsdag een goedbezochte provin» ciale meeting van de A. R. Partij gehouden. Bij het betreden van het podium werden be« stuur en sprekers met handgeklap begroet. De voorzitter, de heer H. de Wilde, opent de bijeenkomst, liet zingen Psalm 68 vers 14 en las een gedeelte van Deut. 6. Na in gebed te zijn voorgegaan sprak de heer de Wil le een kort openingswoord. Deze vergadering, zoo zeide spreker is een deel van het program van actie van het Provinciaal Comité. Onze leider gaf ge» volg aan onze uitnoodiging om hier te zijn. Tevens wilde Dr. Severijn tot ons spreken. Spr. heette beide sprekers welkom. (Applaus), In het spoor van Groen van Prinsterer blijft onze partij werven en leeren. We zijn geen kerkelijke partij, hetgeen o.a. ook blijkt uit de keuze der sprekers. Dr. Severijn voerde eerst het woord, spre» kende over: Uit een wortel Rede Dr. Severijn. Wanneer wij zoo ving spreker aan met dit woord tot uw vergadering komen, vermoedt gij reeds, dat wij de bedoeling heb» ben, om te midden van de verwarring in de Christ. Politieke partijen tot eenheid en geza» menlijken arbeid op te wekken. Spreker memoreert, hoe de thans onder» scheidene groepen zich hebben gevormd uit het volk, dat eertijds onder Groen de leuze verhief: »Tegen de revoluitie het Evangelie Hoe de eene Antirevolutionaire of Christelijk historische partij van toen reeds eerder in tweeën uiteenging, zich ieder een naam uit de gemeenschappelijke namen toeëigenend, ter» wijl in de laatste jaren in beide vleugels weder» om nieuwe groepeering zich openbaarde. Alle tezamen zijn zij één antirevolutionaire bewe» ging, die haar wortel vindt in de Kerk. Het antireuolutionaire volk is van huis uit een kerkelijke partij in geestelijken zin. Spr. bedoelt de Kerk, waarop de artikelen des geloofs wijzenDe eene, heilige, algemeene, Christe» lijke Kerk. De openbaring dier Kerk treedt in de po» litieke partijen op het terrein van het open» bare leven op als strijdende Kerk. In het leven dier Kerk schuilt de zedelijke en geeste» lijke kracht, die van haar leden uitgaat op het leven van Staat en Maatschappij. Uit het onmiddellijk verband tusschen het leven der Kerk en den openbaren strijd tegen den geest der Revolutie, poneert Spr. de stelling, dat gezond en krachtig leven van het antirevolutionaire volk evenredig is aan den gezondheidstoestand op kerkelijk erf en dat de vitale kracht en zuiverheid der A. R. P. evenredig is aan de gezonde levensont» plooiïng van het kerkelijk Calvinisme. Dr. Kuyper heeft dit direct verband ver» staan. Met de Gereformeerde Kerken in den rug werd de partij machtig. Zij trok ook de Gereformeerden uit andere kerken aan. De leiding was bij de eersten. De anderen vorm» den een electoraal corps in de reserve. Dit nam allengs toe in sterkte, bestaat uit ver» schillende groepen als Hervormd, Christelijk» Gereformeerd, enz. en vertoont steeds méér» dere politieke belangstelling en actie. Spr. komt tot de critiek, welke uit deze groepen opgaat. Hij wijst op dbeschuldiging van beginselverzaking. De Banier van 24 Febr. j 1. schrijft: «Zoodra de A. R. partij dan ook tot de beginselen zou terugkeeren, zooals de S G. P. die voorstaat, dan zou ik geen vrij» moedigheid meer hebben nog langer tot de S G P. te blijven behooren, gesteld dat deze dan bleef bestaan, wat ik meen te mogen ontkennen. «Dan zou ik zeggen, de A. R. P. is de oudste in rechten, bij haar behooren wij ons aan te sluiten«. De S. G. P. heeft nog weinig kenbaar ge» maakt, hoe zij zich een principieelen opbouw van Staat en Maatschappij voorstelt. Wij heb» ben ons echter te toetsen aan het beginsel» program Spr. verwijst naar hetgeen Dr. Kuyper schreef in Ons Program omtrent tweeërlei volksgroepeering sociaal en politiek, naar het project van een sociale en politieke inrichting naar zijn critiek op het kiesstelsel en zijn voorstellen op dat punt van antirevolutionaire principe. De practische politiek leidt tot het nastreven van het bereikbare. Daarin is gevaar voor beginselverzwakking. Dit euvel kenmerkt alle partijen. Wanneer een oppositie»partij parle» mentaire partij wordt, komt een nieuwe oppo» sitie»partij uit haar en tegen haar op. De op» komst der nieuwe partijen in de rechterzijde toonen dit aan. De antirevolutionaire groepen teekenen zich af naar kerkelijk verband. Dit wijst op scheu» ring van het Calvinistische volk en is daarom zoo ernstig, omdat het volk, dat één belijdenis eert en één beginselprogram behoort te volgen, in de verdeeldheid op de krankheid van het Calvinisme in zijn kerkelijke openbaring wijst. In de kerkelijke verwarring komt de kwaal van onzen tijd tot uiting. En indien de oplos» sing der kerken niet het onvermijdelijk gericht in de naaste toekomst is, ligt slechts in de hervorming der wantoestanden verwachting. De hervorming kan ook door het proces der oplossing heengaan. De kerkelijke toestanden wijzen in ieder geval op verzaking des geloofs. Edoch, indien in het Gereformeerde volk nog van het edel metaal verborgen is, waar» uit oud-Hollandsch heldengeslacht was gego» ten, is de hope niet verloren. Waar des Konings Woord is, daar is heerschappij. Wijl het antirevolutionaire leven uit de Kerk opkomt, deelt zij in de wondere kracht der Kerk, die in haar openbaring wel ver» sterven kan, maar als haar Heere opstaat uit het graf. De politieke beroering is ook een teeken van leven en belangstelling. Laten wij elkander zoeken in het gemeenschappelijk geloof. Door de loutering der tegenheden tot nieuwe eenig» heid en nieuwe kracht. Het gaat om de hoogste goederen, om heilig recht en geestelijk en zedelijk welzijn. Het gaat om de eere Gods. In de vreeze Gods is het behoud. De wacht betrokken en schouder aan schou» der achter den veldheer. Indien hetantirevo» lutionaire schip tot zinkens toe is lek geschoten, zooals kwade vrees schijnt te meenen, welaan, wij hebben een kapitein, die het schip niet verlaat. Wij blijven aan boord. Dat gij daarvan ook aan de stembus doet blijken, behoeft niet gezegd, Voorts zij het ons ernst, dat geen macht of aanzien ons streven is, maar des Konings eere. Tot Hem zij onze bede, van Hem onze verwachting en uit Hem onze kracht. (Ap« plaus). Rede H. Colijn. Vervolgens voerde de leider onzer Partij, de heer R. Colijn, het woord. Spr. ving aan met te wijzen op het geschrift van den heer H. de Wilde, dat zulk een goed overzicht gaf van den arbeid op politiek ter» rein over 25 jaren. Het is goed dat deze overzichten verschijnen, opdat we de zege» ningen niet vergeten. De gedachte in het geschrift van den heer De Wilde bracht Spr. terug tot het jaar 1901 het kroonjaar in onze politieke geschiedenis. Trek een cirkel daaromheen van 50 jaren, dan zijn er tal van belangrijke feiten aan te wijzen. De eerste toren, uit dit gezichtsveld opste» kend, was het jaar van Groen van Prinsterer's dood. Toen werd een deel van de A. R. be» weging afgesloten. Het moet bang in het hart geworden zijn, dat het werk, ondanks den strijd van bijna een halve eeuw, zóó was afgebrokkeld, dat er eigenlijk niet van een A. R. partij gesproken kon worden. Eerst in 1874 kwam, na de breuk in 1871, Dr. Kuyper voor korten tijd in de Kamer. Het jaar 1878 is een tweede toren, toen 'een massa ouders optrokken voor het recht van de opvoeding hunner kinderen. In dat jaar verrees de A, R. party en haar program. Dan 1889, toen het eerste Chr. Kabinet optrad en de A. R. politieke gedachte werd gesteld in de sfeer van het doen. Dan volgt 1901, het jaar van de hoop en de groote verwachting, de vorming van Dr. Kuypers ministerie. Zelden heeft ons Chr. volk met zulk een groote spanning naar Den Haag gezien. Daar werd de kamp gestreden tusschen de eerst i krachten. Daar stonden Dr. Kuyper, Jhr. Lohman en Dr. Schaepman. Maar ook eerste krachten aan de andere zijde, als Prof. v. d. Vlugt. De periode na 1901 onderscheidt zich van de periode daarvoor door de bezieling in de eerste periode, gedragen door de geestelijke worsteling om de ziel van het kind. Andere vraagstukken, daarna aan de orde, hadden niet zoo direct een geestelijken grond» slag. B.v. het militaire, het sociale en het fi» nancieele vraagstuk. Een Regeering kan zich niet onttrekken aan hetgeen haar opgelegd wordt. Doch de terugslag was niet zoo bezielend als bij den schoolstrijd. Daarom is nu het beeld niet zoo mooi als in 1901, Er zijn nog meer tegenstellingen, zoo b.v. ten opzichte van de plaats onzer partij in het volksleven. Niet steeds neemt de geestkracht tegelijk met de meerdere welvaart toe. Spr. treeft heeft gezinnen gekend, die het hoofd» artikel van De Standaard gezamenlijk lazen voor dat ze zich ter ruste begaven. Gebeurt dat nog? En neemt het gebed niet af? De geestelijke spankracht is verslapt. Daartoe heeft ook medegewerkt dat de oppositiepartij is geworden regeeringspartij, waarbij niet de absolute norm kan worden doorgevoerd, om» j dat men de volstrekte meerderheid niet heeft. De tegenstellingen nemen toe, ook de ker» kelijke. Wij moeten op politiek terrein inter» kerkelijk zijn, omdat het Calvinisme niet in een Klerk is belichaamd. Spr. wil over de praktijk iets zeggen. Wij hebben 55 000 georganiseerde A. R. en bij de laatste verkiezingen behaalden we 380 000 50 EN 70 c.M. BREED «Al» Vechtersbazen in een kroeg De Kameroverzichtschrijver van de N. Rott. Ct. schrijft over het tumult in de Tweede Kamer bij de behandeling van het ontwape» ningsvoorstel, dat door de 24 sociaahdemo» craten en den communist veroorzaakt werd, het volgende Wat doen ontwapeningsmaniakken als zij zich boos maken Roe handelen zij, die voor hun vaderland zelfs elk defens'ef verweer af» keuren, die a fortiori een aanval, een agressief optreden moeten verafschuwen Dan ja het klinkt buitengewoon onlogisch en onwaar» schijnlijk, maar het is toch heusch zoo dan laten zij het eene scheldwoord op het andere volgen, dan lokken zij als het ware achterbuurt» kloppartijen uit en stellen zij ons parlement bloot aan hetgeen gelukkig tot dusver nog steeds achterwege bleefde degradatie tot een worstelperk in den meest letterlijken zin van het woord. stemmen. Voor de eersten doet het er niet toe wat men kerkelijk is, doch ook de anderen moet men niet vergeten. Over de kerkelijke kwestie maakt Spr. zich niet bang. Erger acht spr de aan den dag tredende vervaging van begrippen op politiek» en sociaal terrein, gevolg van de vervaging der geestelijke begrippen. Wij zijn niet gebonden aan de uitspraak van eenige Kerk, doch de Kerk is de vuurhaard, waarbij wij ons ver» warmen. Tegen de vervaging van die begrippen, die Spr. ook in de kern van het A. R. volk meent te onderkennen, wil hij ernstig waarschuwen. In de vorige eeuw werd de Chr. politieke gedachte onderschat, nu gaat men die over» schatten en van haar verwachten, wat in een volk, samengesteld als het onze, nooit mogelijk is. Óns program is daarin echter niet ondui» delijk, sprekende van de gebondenheid aan Gods ordinantiën in de consciëntie van Over» heid en onderdanen. Spr. behandelde vervolgens de verhouding tot de Staatkundig Gereformeerden, die door hem worden gezien als dwalende A. R. Deze wijken van ons af, b.v. in de bepaling van het Overheidsgezag. Zij kennen aan de Over» heid een macht toe, die de Overheid van nature niet bezit en die wij krachtens ons pleidooi voor de geestelijke vrijheid nooit aan de Overheid willen zien toegekend. Hier bevinden de Staatkundig Gereformeerden zich op een gevaarlijken weg. Wat zij willen is door onze vaderen 80 jaar lang bevochten. Onzerzijds mag niets worden nagelaten om ze van hun dwaling te overtuigen. Ons stand» punt van geestelijke vrijheid is het eenig juiste Frotestantsche standpunt. Wat is de remedie tegen den toestand van verslapping Als de fundamenteele Geref. waarheden gekend worden, ook bij de jeugd, dan is de toestand gezond, ook al vliegen de splinters er af. Het js Spr.'s bede, trouw aan het vaandel te mogen blijven. Allen moeten we begrijpen, dat we de kleine ver» schillen moeten begraven, opdat het vuur weer in oude kracht oplaaie. Spr. besloot met herinneren aan de rede van Mr. Heemskerk, die den weg naar de Christelijke eenheid aanwees in de bede«Leer ons bidden« (Ap« plaus) Na een slotwoord van den voorzitter ging Dr. Severijn voor in dankzegging, waarna deze uitstekend geslaagde bijeenkomst werd gesloten. Tragicomisch, maar bovenal stuitend en ont» goochelend is het, dat het kwasi»ethische ont» wapeningsdebat uitliep op een even smakeloos als luidruchtig gekijf tusschen den éénen com» munist en de 24 sociaahdemocraten, een gekijf, dat een handgemeen had kunnen worden, ja het eigenlijk reeds geworden is. In zóó drei» gende houding, elkander uitdagend als vech» tersbazen in een krcg, hebben wij nimmer te voren Kamerleden tegenover elkander zien staan. Dat zijn dan de mannen, die zich tegen» standers van het geweld noemen, de com» munist voor de toekomst, de sociaahdemocraten reeds voor het heden. Als onze Tweede Kamer nog eenmaal onwaardige tooneelen te zien geeft gelijk b.v. hier en daar in meer Oostelijk gelegen landen reeds te aanschouwen vielen, zal het niet de schuld der Van Gijn'senVan Dijk's, der Lingbeek's, Tilanussen, niet de schuld der zoogenaamde militaristen zijn, maar uit» sluitend het werk van hen, die met vredes» phrasen rondloopen en niet eens genoeg zelf» beheersching hebben om de orde in een vergadering der uitverkorenen van het volk onaangetast te laten, om het gezag van den voorzitter te eerbiedigen. Het was wel een wonderlijke apotheose na het ontwapenings» vuurwerk, die opleving van de wildste en ruwste instincten. Het was als een vredespreek, die in een vloek eindigt, als een stortvloed van verwenschingen na een toespraak vol zalving en stichelijkheid. De moreele ontwa» pening moet voorafgaan, heeft de Belgische sociaaldemocraat Vandervelde gezegd. Zoolang die uitblijft, is men nog militarist. Hoe af» grijselijke militaristen zijn dan nog onze sociaal» democraten en communisten I Zelfs een voor» zittershamer houdt hen niet in bedwang, als na een speech van een partijgenoot (K. ter Laan), die uren duurde, een ander eenige woorden spreekt die niet naar hun zin zijn. Moreele ontwapening bij zoo'n overvloed van invectieve en provoceerende gebaren Maar deze lieden zijr één en al vechtlust, al bepalen velen zich bij voorkeur tot het métier van »bekvechter«en al nemen slechts enkelen zoo vervaarlijke worstelallures aan als de heer Stenhuis. Bekennen wij dat voor een sociaaldemocraat de communist L. de Visser, tegen wien eens» klaps de woede losbarstte, een alleronaange» naamste verschijning in ons parlementaire leven is. Te begrijpen valt het ook, dat men het op de socialistische banken kwalijk kon verkroppen, dat deze bolsjewiek, na allerlei kwaads over het ontwapenings»voorstel»Ter Laan c.s. te hebben gezegd, na de voorstellers op de heftigste wijze te hebben aangevallen, ten slotte kwam verklaren, toch maar te zullen voorstemmen. Na een stortvloed van commu» nistischen modder hadden de socialisten, zoo meenden zij, het politieke fortuintje toch wel verdiend, dat gelegen zou zijn in het tegen» stemmen van den communist. Hoevele kan» kerende antimilitaristen, die weifelden tusschen de uiterste en bijna»uiterste linkerzijde, zouden in zoo'n geval definitief naar het socialistische kamp zijn overgegaan 1 Die L. de Visser kwelde en martelde hen op onduldbare wijze, was hij ook niet met een paar moties gekomen, die speciaal bedacht schenen om de sociaal democraten in een lastig parket te brengen? en op het beslissende moment ontglipte hij nochthans als een aal. Dat ging te verl Zoo moet ongeveer de geestesgesteldheid geweest zijn van hen, die onder de laatste rede van den heer L. de Visser stijgend misnoegen aan den dag legden. Die rede was overigens veel minder fel dan zijn vorige uitvoerige philippica, al gewaagde ook ditmaal de com» munist van de onvolkomenheden van het wetsontwerp, al sprak hij ook ditmaal met demagogische knipoogjes van contra»revolu» tionaire bedoelingen*. Los van de toelichting zoo verklaarde de heer L. de Visser in een speecbje, dat voor zijn doen vrij mak was zou hij voor het ontwapeningsvoorstel stem» men, aangezien dit dan toch maar leidde tot belangrijke vermindering van de militaire uitgaven en tot afschaffing van de herhalings» oefeningen. Het allerergste het allersmadelijkste gebeurde gelukkig niet. Een kaak» of vuistslag werd niet gegeven. Wel echter legde de heer Stenhuis zijn hand op de wang van zijn tegenstander. Ongeveer op de wijze van een kwajongen, die heel zachtjes, met zekere voorzichtigheid den eersten tik geeft, naar het ons voorkwam. Of was het slechts een minzame aai bij wijze van aansporing om te verdwijnen? Hoe dit zij, de ander bedwong zichhet dreigend gebaar verslapte, hij ging verder. Van de banken der rechterzijde klonken protesten, die bovenal de houding van den heer Stenhuis schenen te gelden aan het roode kabaal kwam echter nu spoedig een einde. Slechts moest de voorzitter achtereenvolgens de heeren L. de Visser en Duys eraan herinneren, dat in de vergaderzaal niet gerookt mocht worden een zweempje tuchteloosheid was nog overgebleven. Hoe weinig bewondering het optreden van den heer L. de Visser ons ook afdwingt, moet ons toch de verklaring uit de pen, dat het gejoel en gejouw van tienlallen socialisten tegen dien éénen man ons laffer scheen dan de houding van den eenling, die met een hardnekkigheid, eene betere zaak waardig, naar alle kanten van zich afslaat en zich waarlijk niet door lafheid in den meest gé» bruikelijken zin van het woord kenmerkt. Dat een enkele socialist fel tegen den communist uitviel kunnen wij desnoods begrijpen; dat zoovele anderen hem daarop in koor gingen en hoonschijnt ons onverdedigbaar. Wat elke maand te doen geeft. (Ie helft Maart.) Nadruk verboden. Sedert een paar jaar bestaat in ons land een RunderhorzeLbestrijdings.Commissie secre» tariaat te Utrecht, die de veehouders er toe brengen wil om gezamenlijk de handen in een te doen slaan ter bestrijding van de hor» zelvlieg. Groot is de schade, door die vlieg veroorzaakt. In de zomerdagen verstoort zij in de weide de rust van 't vee, waaronder ook de vleesch» en melkproductie lijden, en enorm is de schade, door de bekende bulten aan de huiden veroorzaakt. De wormen in die huiden, waaruit later weer de vlieg te voorschijn komt moeten in de volgende weken worden verwijderd. In Denemarken is dit een wettelijke verplichting. Onze Ministers van Landbouw wil, op advies der Centrale Orga» nisaties, afwachten wat de veehouders zelf doen. Wil men niet gedwongen worden, dan ga men nu zelf aan 't werk. In de laatste stal» periode is het de meest geschikte tijdook later kan men het werk nog voortzetten, maar dan is het goeddeels te laat. Men inspecteere zijn staldieren van nu af geregeld 1 Cocoskoeken worden door de veehouders meer dan vroeger gebruikt, ofschoon de mees» ten nog de lijnkoek blijven voeren. Een proef met cocoskoeken is zeer aan te bevelen. Over den invloed er van op het vetgehalte der melk is men het nog niet geheel eens. Reeds enkele jaren geleden meende Prof. Houkamp op grond van vergelijkende proeven te mogen constateeren, dat cocoskoek, mits in voldoende hoeveelheid gevoederd (namelijk pl.m. 2 K G. per dag en per dier) een duidelijken invloed uitoefent op het vetgehalte, en wel in gunsti» gen zin. Maar het Voederbureau der Friesche Mij, v. L. kwam niet tot deze conclusiewel kon het verklaren, dat de cocoskoek, als was gebleken, de lijnkoek met voordeel geheel of ten deele kan vervangen, zoolang het prijs» verschil grooter is dan het verschil in gebruiks» waarde. De Zweedsche onderzoeker Nils Hans» son erkent de vermelde gunstige werking wel maar zegt, dat de verhooging verband houdt met de hoeveelheid koek of meel, met het vetprocent hiervan, en met den duur van den proeftijd. Ten slotteook het Voederbureau N.C.B. nam proeven met cocosmeel onder leiding van Ir. A. Th. Ariëns. Men kon een verhooging van het vetgehalte bij verschillen» de koeien constateeren, afwisselende van 0.2 pCt. tot 0.54 pCt. Een belangrijke verhooging dus, maar zegt de heer Ariëns hieruit kan nog niet de algemeene conclusie getrokken worden, dat dit steeds het gunstige gevolg zal zijn van het voederen van cocosmeel.* In den tuin: Ter bestrijding van appelbloe» sem snuitksver legt men zoo spoedig moge» lijk banden om de vruchtboomen van jutte» zakken, welke banden aangelegd moeten blij» ven tot volgend jaar Januari. Ook de bessen» struiken behoeven nog onze zorg. Het werk der vorige maand zette men voort, n.l. om van de bessen, vooral als zij zich gaan ontwik» kelen, de rondknoppen zorgvuldig af te zoe» ken. Ge kunt nu uw frambozen snoeien ontdoen van 't doode hout en de scheuten insnijden tot op ruim een meter lengte. Heeft men ze bij stokken staan, dan 3 scheuten bij elkaar binden met een bies of teenstaan ze op rijen, plaats dan latwerk en bind elke scheut op ongeveer 7a 8 c.M. van elkaar er aanook weer ingesneden tot op ruim 1 M., ofschoon het insnijden van frambozen niet noodzakelijk is. Heeft men b.v. twee rijen frambozen op 2 M. afstand van elkaar geplaatst, dan kunnen de uiteinden aan elkander worden gebonden, zoodat er een boog ontstaat. Aldus loopt men als 't ware onder een poort door, terwijl de planten niet minder rijk dragen dan wanneer ze gesnoeid zijn. Misschien hebt ge al doperwten gelegd; dit kan dan ook in Februari zeer wel, als de grond daartoe geschikt is. 't Blijft echter wisselvallig, wat het weer betreft. Nu behoeft men op niet»natten en niet»koude grond niet meer te wachten. Leg de erwten in twee rijen naast elkaar, zoodat er een regel rijshout tusschen gestoken kan worden (ongeveer een voet dus) 3 4 c.M. diep, op onderlingen afstand van 2 k 3 c.M. Vele leggen ze nog dichter, sor erwt naast erwt. Men krijgt dan niet metier maar wel minder vruchtde plantjes hebben dan geen ruimte genoeg om zich behoorlijk te ontwikkelen. De eerste tuinboonen kunnen nu worden uitgeplant bij goed weerop rijen 2 voet uit elkaar, en op de rij 1 voet. De wortels, die de planten gemaakt hebben, moe» ten wat aangesneden of ingkort worden. Bloemkoolplanten, die in een bak zijn over» winterd, plaatst men thans op den kouden grondanderhalf voet van elkaar. Na het planten goed aangieten, ze zullen dan spoedig aan den groei zijn. In den wortelbak, waardoor men slaplanten gezaaid heeft, zullen nu al planten komen, die goed zijn te verplanten. «Broeigeel* is daartoe ge» schikt. Hebt ge reeds in 't najaar gezaaid en onder glas de plantjes vorstvrij gehouden, dan kunnen deze ook verplant worden. - Koor de huisvrouw: Zorg in den tuin voor een hoekje salie ge kunt ze zaaien, maar ook van een kennis mogelijk een gescheurde plant krijgen. Salie mag in geen hof ontbreken; vroeger kwam ze ook in eiken boerenhof voor, en gebruikte men geregeld saliemelk of saliethee. Een gezonde, geneeskrachtige drank Heilzaam voor maag en lever, darmen nieren, verfrisschend en versterkend ztnuwjër en spieren. Verzuim het niet] Op Zaterdag 12 Maart 1927 des namiddags 1 uur te Nieuwe Tonge aan den Zuiddijk, van een partij timmerhout, als planken, delen, schalen, latten, schroten enz. Deurwaarder GROENENDIJK. Donderdag 10 Maart bij inzet, in het Loge» ment Mijnders te Stellendam en Donderdag 17 Maart bij afslag, in het Logement Kaashoek te Stellendam, telkens des namiddags 4 uur, van een hofstede te Stellendam, bestaande uit Woonhuis, Landbouwschuur, Boomgaard, Erf en Weiland, in den Eendrachtspolderf groot 1.61.90 H.A. of 3 G. 158 R. V. M. in 2 koopen en combinatie, en van een perceel bouwland te Stellendam, in Kavel 38 van den Eendrachts» polder, groot 0.84.45 H.A. of 1 G. 252 R. V. M. De gebouwen zijn op 1 Mei 1927, overi» gens zijn de perceelen dadelijk na de toewijzing te aanvaarden. Ten verzoeke van den Heer J. M. Kreeft te Oud»Beijerland. Notaris VAN DEN BERG. Donderdag 10 Maart te Stellendam, in het Logement Mijnders, bij inzet, en Donderdag 17 Maart te Stellendam, in het Logement Kaas hoek, bij afslag, telkens des namiddags 4 uur, van 1.06.50 H.A. of 2 G. 96 R. V. M. bouwland te Stellendam, in kavel 14 Eendrachtspolder, verhuurd tot 11 Nov. 1934 aan Joh. Koese a f 162.50 per jaar, en van 1.49.30 H.A. of 3 G. 75 R. V. M. bouwland te Stellendam, in kavel 28 Adrianapolder, verhuurd tot 11 Nov. 1934 aan Joh. Koese a 162.50 per jaar, ten verzoeke van den heer A. Zaaier te Hilligersberg. Notaris KLOOTWIJK en VERLINDEN te Rotterdam en VAN DEN BERG te Goedereede. Op Dinsdag 15 Maart 1927 nam. 5 uur (na aankomst tram) te Stellendam ter herberge van A. Kaashoek, verhuring van 44 perceelen Hoverijland in kavel 21 van den Adriana» polder en in kavels 6, 12, 25, 31 en 45 van den Eendrachtspolder onder Stellendam, ten verzoeke van den heer D. Goekoop te Goe» dereede. Notaris VAN DER SLUYS. Verhuring bij inschrijving voor 5 jaren, van 2 44.00 H.A. bouwland te Zuidland aan den Kerkweg, 1.78 80 H.A. bouwland, aldaar, aan den Dwarsweg. In huur geweest bij Johs. de Labije, en van 1.63.20 H.A. weiland te Spij» kenisse, in den Brabantschepolder aan den Slikweg, en iangs de Lage Watering en 4.41.30 H.A. weiland, aldaar, aan den West» dijk. Inschrijvingsbiljetten in te leveren vóór of op Woensdag 16 Maart 1927, ten kantore van ondergeteekende Notaris C. LOEFF,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 2