Prouinciate meeting Al partij
in Zuid-Holland.
LOOPERS
c
OHEN
Uit de Pers.
V erkoopingen
is verdeeldheid te brengen onder de
kinderen van hetzelfde huis en op die
wijze het werk Gods te verbreken. Als
de liefde verkoelt, als een geest van
twisting de gemeente beroert, wordt
de naam Gods gesmaad en aan Zijn
rijk afbreuk gedaan. Niets is tot grooter
schade van de gemeente, dan wanneer
aldus Satan in de hand wordt gewerkt.
Waar twist is wordt de H. G be
droefd, de vrede des harten verstoord,
en de gemeenschap met God ontbeerd.
En wat 't droevigst isde twist ont
staat vaak om nietige dingen. De oorzaak
ligt in het zondige, hoogmoedige hart.
Wij zien hieruit, dat de discipelen
ook maar menschen waren, in wie,
schoon zij Jezus oprecht liefhadden,
het vleesch soms nog machtig was.
Er was nog zooveel zoeken van zich
zeiven van eigen eer zooveel zelfzucht
en eigenliefde. Gebrek aan zelfkennis
was oorzaak, dat de een zich boven
den ander stelde. O, die hoogmoed is
zulk een diep gewortelde zonde. Zij
is de wortelzonde, de bron van alle
andere zonden. Ootmoed behoort niet
tot onze natuur. Wij willen van nature
nog als God zijn. Ook waar een nieuw
leven in ons uitgestort is, is de zonde
in ons niet uitgeroeid. David bad dan
ook: „Houd uw knecht ook terug van
trotschheden, laat ze niet over mij
heerschen, dan zal ik oprecht zijn en
rein van groote overtreding".
Werd tegen die zonde meer door
ons gestreden, hoeveel meer zou ons
geestelijk leven bloeien. Als de een
den ander uitnemender acht dan zich
zeiven, verdwijnen de ergenissen. Had
den de jongeren dat meer betracht, zij
zouden het lijden van hun Meester niet
verzwaard hebben. Want hun getwist
was een druppel te meer in den lij
densbeker van Jezus. Neen, zij hebben
geen recht begrip van Zijn toestand
gehad. Zij wisten niet, hoe nabij de
ure van scheiden was. Zij geloofden
niet, dat Hij sterven zou. Nog altijd
zagen zij uit naar een aardsch rijk van
heerlijkheid. Zij hadden niet verstaan,
wat Jezus van Zijn lijden en sterven
gezegd had. Door hun onopmerkzaam
heid hadden zij er geen aandacht aan
Hel goedkoopste, He! grootste, Het meest gesorteerd
Hoeden- en PettenmagazIJn
gegeven. Zij hadden 't niet willen ver
staan, omdat 't zoo geheel en al inging
tegen de verwachtingen van hun hoog
moedig hart. Zóó waren zij daarvan
vervuld, dat zij niet ophielden te twis
ten, zelfs terwijl Jezus het bitterst lij
den tegemoet ging.
Wat moet dat twisten pijnlijk zijn
geweest voor den Heiland, die ons in
alles gelijk is geworden uitgenomen
de zonde. Als waarachtig mensch had
Hij behoefte aan deelneming en troost.
En dan bij Zijn discipelen zelfs geen
flauw begrip van 't geen Hem wacht,
te vinden. Ja, door hun twisten ver
gallen zij nog het laatste samenzijn.
Wat dat voor Jezus moet geweest zijn,
daarvan kunnen wij ons iets voorstel
len, als wij zelf in bitter leed onder
vonden, dat anderen van ons lijden en
strijden niets verstonden. Hoe pijnlijk
is 't dan anderen te hooren spreken
over allerlei, vaak weinig beteekenende
dingen in plaats van deelneming te
betoonen.
En toch, tegenover de zelfzucht der
discipelen komt te sterker uit de be-
langelooze liefde van Jezus, die niet
moede wordt te leeren, te vermanen
en troosten. Een volgende maal willen
wij zien, hoe Jezus Zijn jongeten be
straft door zich zeiven tot een voor
beeld te stellen.
VOOR UW GANG
OF TRAP
KOEHAAR
GRANIET
VELVET II
KOOPT MEN BIJ
DIRKSLAND
Land- en Tuinbouw.
VOOO CUK - Z-'FN KDUS
Kipstraat 85«87 S Rotterdam
0F» ZIE DE 5 ETALAGES
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, HENIGER Jr.
(Wordt vervolgd.)
In het gebouw «De Eendracht* te Rotter»
dam werd Dinsdag een goedbezochte provin»
ciale meeting van de A. R. Partij gehouden.
Bij het betreden van het podium werden be«
stuur en sprekers met handgeklap begroet.
De voorzitter, de heer H. de Wilde, opent
de bijeenkomst, liet zingen Psalm 68 vers 14
en las een gedeelte van Deut. 6.
Na in gebed te zijn voorgegaan sprak de
heer de Wil le een kort openingswoord.
Deze vergadering, zoo zeide spreker
is een deel van het program van actie van
het Provinciaal Comité. Onze leider gaf ge»
volg aan onze uitnoodiging om hier te zijn.
Tevens wilde Dr. Severijn tot ons spreken.
Spr. heette beide sprekers welkom. (Applaus),
In het spoor van Groen van Prinsterer blijft
onze partij werven en leeren. We zijn geen
kerkelijke partij, hetgeen o.a. ook blijkt uit
de keuze der sprekers.
Dr. Severijn voerde eerst het woord, spre»
kende over: Uit een wortel
Rede Dr. Severijn.
Wanneer wij zoo ving spreker aan
met dit woord tot uw vergadering komen,
vermoedt gij reeds, dat wij de bedoeling heb»
ben, om te midden van de verwarring in de
Christ. Politieke partijen tot eenheid en geza»
menlijken arbeid op te wekken.
Spreker memoreert, hoe de thans onder»
scheidene groepen zich hebben gevormd uit
het volk, dat eertijds onder Groen de leuze
verhief: »Tegen de revoluitie het Evangelie
Hoe de eene Antirevolutionaire of Christelijk
historische partij van toen reeds eerder in
tweeën uiteenging, zich ieder een naam uit de
gemeenschappelijke namen toeëigenend, ter»
wijl in de laatste jaren in beide vleugels weder»
om nieuwe groepeering zich openbaarde. Alle
tezamen zijn zij één antirevolutionaire bewe»
ging, die haar wortel vindt in de Kerk. Het
antireuolutionaire volk is van huis uit een
kerkelijke partij in geestelijken zin. Spr. bedoelt
de Kerk, waarop de artikelen des geloofs
wijzenDe eene, heilige, algemeene, Christe»
lijke Kerk.
De openbaring dier Kerk treedt in de po»
litieke partijen op het terrein van het open»
bare leven op als strijdende Kerk. In het
leven dier Kerk schuilt de zedelijke en geeste»
lijke kracht, die van haar leden uitgaat op het
leven van Staat en Maatschappij.
Uit het onmiddellijk verband tusschen het
leven der Kerk en den openbaren strijd tegen
den geest der Revolutie, poneert Spr. de
stelling, dat gezond en krachtig leven van
het antirevolutionaire volk evenredig is aan
den gezondheidstoestand op kerkelijk erf en
dat de vitale kracht en zuiverheid der A. R.
P. evenredig is aan de gezonde levensont»
plooiïng van het kerkelijk Calvinisme.
Dr. Kuyper heeft dit direct verband ver»
staan. Met de Gereformeerde Kerken in den
rug werd de partij machtig. Zij trok ook de
Gereformeerden uit andere kerken aan. De
leiding was bij de eersten. De anderen vorm»
den een electoraal corps in de reserve. Dit
nam allengs toe in sterkte, bestaat uit ver»
schillende groepen als Hervormd, Christelijk»
Gereformeerd, enz. en vertoont steeds méér»
dere politieke belangstelling en actie.
Spr. komt tot de critiek, welke uit deze
groepen opgaat. Hij wijst op dbeschuldiging
van beginselverzaking. De Banier van 24 Febr.
j 1. schrijft: «Zoodra de A. R. partij dan ook
tot de beginselen zou terugkeeren, zooals de
S G. P. die voorstaat, dan zou ik geen vrij»
moedigheid meer hebben nog langer tot de
S G P. te blijven behooren, gesteld dat deze
dan bleef bestaan, wat ik meen te mogen
ontkennen.
«Dan zou ik zeggen, de A. R. P. is de
oudste in rechten, bij haar behooren wij ons
aan te sluiten«.
De S. G. P. heeft nog weinig kenbaar ge»
maakt, hoe zij zich een principieelen opbouw
van Staat en Maatschappij voorstelt. Wij heb»
ben ons echter te toetsen aan het beginsel»
program Spr. verwijst naar hetgeen Dr. Kuyper
schreef in Ons Program omtrent tweeërlei
volksgroepeering sociaal en politiek, naar het
project van een sociale en politieke inrichting
naar zijn critiek op het kiesstelsel en zijn
voorstellen op dat punt van antirevolutionaire
principe.
De practische politiek leidt tot het nastreven
van het bereikbare. Daarin is gevaar voor
beginselverzwakking. Dit euvel kenmerkt alle
partijen. Wanneer een oppositie»partij parle»
mentaire partij wordt, komt een nieuwe oppo»
sitie»partij uit haar en tegen haar op. De op»
komst der nieuwe partijen in de rechterzijde
toonen dit aan.
De antirevolutionaire groepen teekenen zich
af naar kerkelijk verband. Dit wijst op scheu»
ring van het Calvinistische volk en is daarom
zoo ernstig, omdat het volk, dat één belijdenis
eert en één beginselprogram behoort te volgen,
in de verdeeldheid op de krankheid van het
Calvinisme in zijn kerkelijke openbaring wijst.
In de kerkelijke verwarring komt de kwaal
van onzen tijd tot uiting. En indien de oplos»
sing der kerken niet het onvermijdelijk gericht
in de naaste toekomst is, ligt slechts in de
hervorming der wantoestanden verwachting.
De hervorming kan ook door het proces der
oplossing heengaan. De kerkelijke toestanden
wijzen in ieder geval op verzaking des geloofs.
Edoch, indien in het Gereformeerde volk
nog van het edel metaal verborgen is, waar»
uit oud-Hollandsch heldengeslacht was gego»
ten, is de hope niet verloren. Waar des Konings
Woord is, daar is heerschappij.
Wijl het antirevolutionaire leven uit de
Kerk opkomt, deelt zij in de wondere kracht
der Kerk, die in haar openbaring wel ver»
sterven kan, maar als haar Heere opstaat uit
het graf.
De politieke beroering is ook een teeken
van leven en belangstelling. Laten wij elkander
zoeken in het gemeenschappelijk geloof. Door
de loutering der tegenheden tot nieuwe eenig»
heid en nieuwe kracht. Het gaat om de hoogste
goederen, om heilig recht en geestelijk en
zedelijk welzijn. Het gaat om de eere Gods.
In de vreeze Gods is het behoud.
De wacht betrokken en schouder aan schou»
der achter den veldheer. Indien hetantirevo»
lutionaire schip tot zinkens toe is lek geschoten,
zooals kwade vrees schijnt te meenen, welaan,
wij hebben een kapitein, die het schip niet
verlaat. Wij blijven aan boord. Dat gij daarvan
ook aan de stembus doet blijken, behoeft niet
gezegd, Voorts zij het ons ernst, dat geen
macht of aanzien ons streven is, maar des
Konings eere.
Tot Hem zij onze bede, van Hem onze
verwachting en uit Hem onze kracht. (Ap«
plaus).
Rede H. Colijn.
Vervolgens voerde de leider onzer Partij,
de heer R. Colijn, het woord.
Spr. ving aan met te wijzen op het geschrift
van den heer H. de Wilde, dat zulk een goed
overzicht gaf van den arbeid op politiek ter»
rein over 25 jaren. Het is goed dat deze
overzichten verschijnen, opdat we de zege»
ningen niet vergeten.
De gedachte in het geschrift van den heer
De Wilde bracht Spr. terug tot het jaar 1901
het kroonjaar in onze politieke geschiedenis.
Trek een cirkel daaromheen van 50 jaren,
dan zijn er tal van belangrijke feiten aan te
wijzen.
De eerste toren, uit dit gezichtsveld opste»
kend, was het jaar van Groen van Prinsterer's
dood. Toen werd een deel van de A. R. be»
weging afgesloten. Het moet bang in het hart
geworden zijn, dat het werk, ondanks den
strijd van bijna een halve eeuw, zóó was
afgebrokkeld, dat er eigenlijk niet van een
A. R. partij gesproken kon worden. Eerst in
1874 kwam, na de breuk in 1871, Dr. Kuyper
voor korten tijd in de Kamer.
Het jaar 1878 is een tweede toren, toen
'een massa ouders optrokken voor het recht
van de opvoeding hunner kinderen. In dat
jaar verrees de A, R. party en haar program.
Dan 1889, toen het eerste Chr. Kabinet
optrad en de A. R. politieke gedachte werd
gesteld in de sfeer van het doen.
Dan volgt 1901, het jaar van de hoop en
de groote verwachting, de vorming van Dr.
Kuypers ministerie. Zelden heeft ons Chr.
volk met zulk een groote spanning naar Den
Haag gezien. Daar werd de kamp gestreden
tusschen de eerst i krachten. Daar stonden
Dr. Kuyper, Jhr. Lohman en Dr. Schaepman.
Maar ook eerste krachten aan de andere zijde,
als Prof. v. d. Vlugt.
De periode na 1901 onderscheidt zich van
de periode daarvoor door de bezieling in de
eerste periode, gedragen door de geestelijke
worsteling om de ziel van het kind.
Andere vraagstukken, daarna aan de orde,
hadden niet zoo direct een geestelijken grond»
slag. B.v. het militaire, het sociale en het fi»
nancieele vraagstuk.
Een Regeering kan zich niet onttrekken
aan hetgeen haar opgelegd wordt. Doch de
terugslag was niet zoo bezielend als bij den
schoolstrijd. Daarom is nu het beeld niet zoo
mooi als in 1901,
Er zijn nog meer tegenstellingen, zoo b.v.
ten opzichte van de plaats onzer partij in het
volksleven. Niet steeds neemt de geestkracht
tegelijk met de meerdere welvaart toe. Spr.
treeft heeft gezinnen gekend, die het hoofd»
artikel van De Standaard gezamenlijk lazen
voor dat ze zich ter ruste begaven. Gebeurt
dat nog? En neemt het gebed niet af? De
geestelijke spankracht is verslapt. Daartoe heeft
ook medegewerkt dat de oppositiepartij is
geworden regeeringspartij, waarbij niet de
absolute norm kan worden doorgevoerd, om» j
dat men de volstrekte meerderheid niet heeft.
De tegenstellingen nemen toe, ook de ker»
kelijke. Wij moeten op politiek terrein inter»
kerkelijk zijn, omdat het Calvinisme niet in
een Klerk is belichaamd.
Spr. wil over de praktijk iets zeggen. Wij
hebben 55 000 georganiseerde A. R. en bij de
laatste verkiezingen behaalden we 380 000
50 EN 70 c.M. BREED
«Al» Vechtersbazen in een kroeg
De Kameroverzichtschrijver van de N. Rott.
Ct. schrijft over het tumult in de Tweede
Kamer bij de behandeling van het ontwape»
ningsvoorstel, dat door de 24 sociaahdemo»
craten en den communist veroorzaakt werd,
het volgende
Wat doen ontwapeningsmaniakken als zij
zich boos maken Roe handelen zij, die voor
hun vaderland zelfs elk defens'ef verweer af»
keuren, die a fortiori een aanval, een agressief
optreden moeten verafschuwen Dan ja
het klinkt buitengewoon onlogisch en onwaar»
schijnlijk, maar het is toch heusch zoo dan
laten zij het eene scheldwoord op het andere
volgen, dan lokken zij als het ware achterbuurt»
kloppartijen uit en stellen zij ons parlement
bloot aan hetgeen gelukkig tot dusver nog
steeds achterwege bleefde degradatie tot een
worstelperk in den meest letterlijken zin van
het woord.
stemmen. Voor de eersten doet het er niet
toe wat men kerkelijk is, doch ook de anderen
moet men niet vergeten. Over de kerkelijke
kwestie maakt Spr. zich niet bang.
Erger acht spr de aan den dag tredende
vervaging van begrippen op politiek» en
sociaal terrein, gevolg van de vervaging der
geestelijke begrippen. Wij zijn niet gebonden
aan de uitspraak van eenige Kerk, doch de
Kerk is de vuurhaard, waarbij wij ons ver»
warmen.
Tegen de vervaging van die begrippen, die
Spr. ook in de kern van het A. R. volk meent
te onderkennen, wil hij ernstig waarschuwen.
In de vorige eeuw werd de Chr. politieke
gedachte onderschat, nu gaat men die over»
schatten en van haar verwachten, wat in
een volk, samengesteld als het onze, nooit
mogelijk is.
Óns program is daarin echter niet ondui»
delijk, sprekende van de gebondenheid aan
Gods ordinantiën in de consciëntie van Over»
heid en onderdanen.
Spr. behandelde vervolgens de verhouding
tot de Staatkundig Gereformeerden, die door
hem worden gezien als dwalende A. R. Deze
wijken van ons af, b.v. in de bepaling van
het Overheidsgezag. Zij kennen aan de Over»
heid een macht toe, die de Overheid van
nature niet bezit en die wij krachtens ons
pleidooi voor de geestelijke vrijheid nooit
aan de Overheid willen zien toegekend. Hier
bevinden de Staatkundig Gereformeerden zich
op een gevaarlijken weg. Wat zij willen is
door onze vaderen 80 jaar lang bevochten.
Onzerzijds mag niets worden nagelaten om
ze van hun dwaling te overtuigen. Ons stand»
punt van geestelijke vrijheid is het eenig
juiste Frotestantsche standpunt.
Wat is de remedie tegen den toestand van
verslapping Als de fundamenteele Geref.
waarheden gekend worden, ook bij de jeugd,
dan is de toestand gezond, ook al vliegen
de splinters er af. Het js Spr.'s bede, trouw
aan het vaandel te mogen blijven. Allen
moeten we begrijpen, dat we de kleine ver»
schillen moeten begraven, opdat het vuur
weer in oude kracht oplaaie. Spr. besloot met
herinneren aan de rede van Mr. Heemskerk,
die den weg naar de Christelijke eenheid
aanwees in de bede«Leer ons bidden« (Ap«
plaus)
Na een slotwoord van den voorzitter ging
Dr. Severijn voor in dankzegging, waarna
deze uitstekend geslaagde bijeenkomst werd
gesloten.
Tragicomisch, maar bovenal stuitend en ont»
goochelend is het, dat het kwasi»ethische ont»
wapeningsdebat uitliep op een even smakeloos
als luidruchtig gekijf tusschen den éénen com»
munist en de 24 sociaahdemocraten, een gekijf,
dat een handgemeen had kunnen worden, ja
het eigenlijk reeds geworden is. In zóó drei»
gende houding, elkander uitdagend als vech»
tersbazen in een krcg, hebben wij nimmer
te voren Kamerleden tegenover elkander zien
staan. Dat zijn dan de mannen, die zich tegen»
standers van het geweld noemen, de com»
munist voor de toekomst, de sociaahdemocraten
reeds voor het heden. Als onze Tweede Kamer
nog eenmaal onwaardige tooneelen te zien
geeft gelijk b.v. hier en daar in meer Oostelijk
gelegen landen reeds te aanschouwen vielen,
zal het niet de schuld der Van Gijn'senVan
Dijk's, der Lingbeek's, Tilanussen, niet de schuld
der zoogenaamde militaristen zijn, maar uit»
sluitend het werk van hen, die met vredes»
phrasen rondloopen en niet eens genoeg zelf»
beheersching hebben om de orde in een
vergadering der uitverkorenen van het volk
onaangetast te laten, om het gezag van den
voorzitter te eerbiedigen. Het was wel een
wonderlijke apotheose na het ontwapenings»
vuurwerk, die opleving van de wildste en
ruwste instincten. Het was als een vredespreek,
die in een vloek eindigt, als een stortvloed
van verwenschingen na een toespraak vol
zalving en stichelijkheid. De moreele ontwa»
pening moet voorafgaan, heeft de Belgische
sociaaldemocraat Vandervelde gezegd. Zoolang
die uitblijft, is men nog militarist. Hoe af»
grijselijke militaristen zijn dan nog onze sociaal»
democraten en communisten I Zelfs een voor»
zittershamer houdt hen niet in bedwang, als
na een speech van een partijgenoot (K. ter
Laan), die uren duurde, een ander eenige
woorden spreekt die niet naar hun zin zijn.
Moreele ontwapening bij zoo'n overvloed van
invectieve en provoceerende gebaren Maar
deze lieden zijr één en al vechtlust, al bepalen
velen zich bij voorkeur tot het métier van
»bekvechter«en al nemen slechts enkelen
zoo vervaarlijke worstelallures aan als de heer
Stenhuis.
Bekennen wij dat voor een sociaaldemocraat
de communist L. de Visser, tegen wien eens»
klaps de woede losbarstte, een alleronaange»
naamste verschijning in ons parlementaire
leven is. Te begrijpen valt het ook, dat men
het op de socialistische banken kwalijk kon
verkroppen, dat deze bolsjewiek, na allerlei
kwaads over het ontwapenings»voorstel»Ter
Laan c.s. te hebben gezegd, na de voorstellers
op de heftigste wijze te hebben aangevallen,
ten slotte kwam verklaren, toch maar te zullen
voorstemmen. Na een stortvloed van commu»
nistischen modder hadden de socialisten, zoo
meenden zij, het politieke fortuintje toch wel
verdiend, dat gelegen zou zijn in het tegen»
stemmen van den communist. Hoevele kan»
kerende antimilitaristen, die weifelden tusschen
de uiterste en bijna»uiterste linkerzijde, zouden
in zoo'n geval definitief naar het socialistische
kamp zijn overgegaan 1 Die L. de Visser kwelde
en martelde hen op onduldbare wijze, was
hij ook niet met een paar moties gekomen,
die speciaal bedacht schenen om de sociaal
democraten in een lastig parket te brengen?
en op het beslissende moment ontglipte
hij nochthans als een aal. Dat ging te verl
Zoo moet ongeveer de geestesgesteldheid
geweest zijn van hen, die onder de laatste rede
van den heer L. de Visser stijgend misnoegen
aan den dag legden. Die rede was overigens
veel minder fel dan zijn vorige uitvoerige
philippica, al gewaagde ook ditmaal de com»
munist van de onvolkomenheden van het
wetsontwerp, al sprak hij ook ditmaal met
demagogische knipoogjes van contra»revolu»
tionaire bedoelingen*. Los van de toelichting
zoo verklaarde de heer L. de Visser in een
speecbje, dat voor zijn doen vrij mak was
zou hij voor het ontwapeningsvoorstel stem»
men, aangezien dit dan toch maar leidde tot
belangrijke vermindering van de militaire
uitgaven en tot afschaffing van de herhalings»
oefeningen.
Het allerergste het allersmadelijkste gebeurde
gelukkig niet. Een kaak» of vuistslag werd
niet gegeven. Wel echter legde de heer Stenhuis
zijn hand op de wang van zijn tegenstander.
Ongeveer op de wijze van een kwajongen,
die heel zachtjes, met zekere voorzichtigheid
den eersten tik geeft, naar het ons voorkwam.
Of was het slechts een minzame aai bij wijze
van aansporing om te verdwijnen? Hoe dit
zij, de ander bedwong zichhet dreigend
gebaar verslapte, hij ging verder. Van de
banken der rechterzijde klonken protesten, die
bovenal de houding van den heer Stenhuis
schenen te gelden aan het roode kabaal kwam
echter nu spoedig een einde. Slechts moest
de voorzitter achtereenvolgens de heeren L. de
Visser en Duys eraan herinneren, dat in de
vergaderzaal niet gerookt mocht worden een
zweempje tuchteloosheid was nog overgebleven.
Hoe weinig bewondering het optreden van
den heer L. de Visser ons ook afdwingt, moet
ons toch de verklaring uit de pen, dat het
gejoel en gejouw van tienlallen socialisten
tegen dien éénen man ons laffer scheen dan
de houding van den eenling, die met een
hardnekkigheid, eene betere zaak waardig,
naar alle kanten van zich afslaat en zich
waarlijk niet door lafheid in den meest gé»
bruikelijken zin van het woord kenmerkt. Dat
een enkele socialist fel tegen den communist
uitviel kunnen wij desnoods begrijpen; dat
zoovele anderen hem daarop in koor gingen
en hoonschijnt ons onverdedigbaar.
Wat elke maand te doen geeft.
(Ie helft Maart.)
Nadruk verboden.
Sedert een paar jaar bestaat in ons land
een RunderhorzeLbestrijdings.Commissie secre»
tariaat te Utrecht, die de veehouders er toe
brengen wil om gezamenlijk de handen in
een te doen slaan ter bestrijding van de hor»
zelvlieg. Groot is de schade, door die vlieg
veroorzaakt. In de zomerdagen verstoort zij
in de weide de rust van 't vee, waaronder
ook de vleesch» en melkproductie lijden, en
enorm is de schade, door de bekende bulten
aan de huiden veroorzaakt. De wormen in
die huiden, waaruit later weer de vlieg te
voorschijn komt moeten in de volgende weken
worden verwijderd. In Denemarken is dit een
wettelijke verplichting. Onze Ministers van
Landbouw wil, op advies der Centrale Orga»
nisaties, afwachten wat de veehouders zelf
doen. Wil men niet gedwongen worden, dan
ga men nu zelf aan 't werk. In de laatste stal»
periode is het de meest geschikte tijdook
later kan men het werk nog voortzetten, maar
dan is het goeddeels te laat. Men inspecteere
zijn staldieren van nu af geregeld 1
Cocoskoeken worden door de veehouders
meer dan vroeger gebruikt, ofschoon de mees»
ten nog de lijnkoek blijven voeren. Een proef
met cocoskoeken is zeer aan te bevelen. Over
den invloed er van op het vetgehalte der
melk is men het nog niet geheel eens. Reeds
enkele jaren geleden meende Prof. Houkamp
op grond van vergelijkende proeven te mogen
constateeren, dat cocoskoek, mits in voldoende
hoeveelheid gevoederd (namelijk pl.m. 2 K G.
per dag en per dier) een duidelijken invloed
uitoefent op het vetgehalte, en wel in gunsti»
gen zin. Maar het Voederbureau der Friesche
Mij, v. L. kwam niet tot deze conclusiewel
kon het verklaren, dat de cocoskoek, als was
gebleken, de lijnkoek met voordeel geheel of
ten deele kan vervangen, zoolang het prijs»
verschil grooter is dan het verschil in gebruiks»
waarde. De Zweedsche onderzoeker Nils Hans»
son erkent de vermelde gunstige werking wel
maar zegt, dat de verhooging verband houdt
met de hoeveelheid koek of meel, met het
vetprocent hiervan, en met den duur van den
proeftijd. Ten slotteook het Voederbureau
N.C.B. nam proeven met cocosmeel onder
leiding van Ir. A. Th. Ariëns. Men kon een
verhooging van het vetgehalte bij verschillen»
de koeien constateeren, afwisselende van 0.2
pCt. tot 0.54 pCt. Een belangrijke verhooging
dus, maar zegt de heer Ariëns hieruit kan
nog niet de algemeene conclusie getrokken
worden, dat dit steeds het gunstige gevolg zal
zijn van het voederen van cocosmeel.*
In den tuin: Ter bestrijding van appelbloe»
sem snuitksver legt men zoo spoedig moge»
lijk banden om de vruchtboomen van jutte»
zakken, welke banden aangelegd moeten blij»
ven tot volgend jaar Januari. Ook de bessen»
struiken behoeven nog onze zorg. Het werk
der vorige maand zette men voort, n.l. om
van de bessen, vooral als zij zich gaan ontwik»
kelen, de rondknoppen zorgvuldig af te zoe»
ken. Ge kunt nu uw frambozen snoeien
ontdoen van 't doode hout en de scheuten
insnijden tot op ruim een meter lengte. Heeft
men ze bij stokken staan, dan 3 scheuten bij
elkaar binden met een bies of teenstaan ze
op rijen, plaats dan latwerk en bind elke
scheut op ongeveer 7a 8 c.M. van elkaar er
aanook weer ingesneden tot op ruim 1 M.,
ofschoon het insnijden van frambozen niet
noodzakelijk is. Heeft men b.v. twee rijen
frambozen op 2 M. afstand van elkaar geplaatst,
dan kunnen de uiteinden aan elkander worden
gebonden, zoodat er een boog ontstaat. Aldus
loopt men als 't ware onder een poort door,
terwijl de planten niet minder rijk dragen
dan wanneer ze gesnoeid zijn.
Misschien hebt ge al doperwten gelegd; dit
kan dan ook in Februari zeer wel, als de grond
daartoe geschikt is. 't Blijft echter wisselvallig,
wat het weer betreft. Nu behoeft men op
niet»natten en niet»koude grond niet meer
te wachten. Leg de erwten in twee rijen naast
elkaar, zoodat er een regel rijshout tusschen
gestoken kan worden (ongeveer een voet dus)
3 4 c.M. diep, op onderlingen afstand van
2 k 3 c.M. Vele leggen ze nog dichter, sor
erwt naast erwt. Men krijgt dan niet metier
maar wel minder vruchtde plantjes hebben
dan geen ruimte genoeg om zich behoorlijk
te ontwikkelen. De eerste tuinboonen kunnen
nu worden uitgeplant bij goed weerop rijen
2 voet uit elkaar, en op de rij 1 voet. De
wortels, die de planten gemaakt hebben, moe»
ten wat aangesneden of ingkort worden.
Bloemkoolplanten, die in een bak zijn over»
winterd, plaatst men thans op den kouden
grondanderhalf voet van elkaar.
Na het planten goed aangieten, ze zullen
dan spoedig aan den groei zijn. In den
wortelbak, waardoor men slaplanten gezaaid
heeft, zullen nu al planten komen, die goed
zijn te verplanten. «Broeigeel* is daartoe ge»
schikt. Hebt ge reeds in 't najaar gezaaid en
onder glas de plantjes vorstvrij gehouden,
dan kunnen deze ook verplant worden. -
Koor de huisvrouw: Zorg in den tuin voor
een hoekje salie ge kunt ze zaaien, maar ook
van een kennis mogelijk een gescheurde plant
krijgen. Salie mag in geen hof ontbreken;
vroeger kwam ze ook in eiken boerenhof
voor, en gebruikte men geregeld saliemelk of
saliethee. Een gezonde, geneeskrachtige drank
Heilzaam voor maag en lever, darmen
nieren, verfrisschend en versterkend ztnuwjër
en spieren. Verzuim het niet]
Op Zaterdag 12 Maart 1927 des namiddags
1 uur te Nieuwe Tonge aan den Zuiddijk,
van een partij timmerhout, als planken, delen,
schalen, latten, schroten enz.
Deurwaarder GROENENDIJK.
Donderdag 10 Maart bij inzet, in het Loge»
ment Mijnders te Stellendam en Donderdag
17 Maart bij afslag, in het Logement Kaashoek
te Stellendam, telkens des namiddags 4 uur,
van een hofstede te Stellendam, bestaande uit
Woonhuis, Landbouwschuur, Boomgaard, Erf
en Weiland, in den Eendrachtspolderf groot
1.61.90 H.A. of 3 G. 158 R. V. M. in 2 koopen
en combinatie, en van een perceel bouwland
te Stellendam, in Kavel 38 van den Eendrachts»
polder, groot 0.84.45 H.A. of 1 G. 252 R. V.
M. De gebouwen zijn op 1 Mei 1927, overi»
gens zijn de perceelen dadelijk na de toewijzing
te aanvaarden. Ten verzoeke van den Heer
J. M. Kreeft te Oud»Beijerland.
Notaris VAN DEN BERG.
Donderdag 10 Maart te Stellendam, in het
Logement Mijnders, bij inzet, en Donderdag
17 Maart te Stellendam, in het Logement Kaas
hoek, bij afslag, telkens des namiddags 4 uur,
van 1.06.50 H.A. of 2 G. 96 R. V. M. bouwland
te Stellendam, in kavel 14 Eendrachtspolder,
verhuurd tot 11 Nov. 1934 aan Joh. Koese
a f 162.50 per jaar, en van 1.49.30 H.A. of 3 G.
75 R. V. M. bouwland te Stellendam, in kavel
28 Adrianapolder, verhuurd tot 11 Nov. 1934
aan Joh. Koese a 162.50 per jaar, ten verzoeke
van den heer A. Zaaier te Hilligersberg.
Notaris KLOOTWIJK en VERLINDEN te
Rotterdam en VAN DEN BERG te Goedereede.
Op Dinsdag 15 Maart 1927 nam. 5 uur (na
aankomst tram) te Stellendam ter herberge
van A. Kaashoek, verhuring van 44 perceelen
Hoverijland in kavel 21 van den Adriana»
polder en in kavels 6, 12, 25, 31 en 45 van
den Eendrachtspolder onder Stellendam, ten
verzoeke van den heer D. Goekoop te Goe»
dereede.
Notaris VAN DER SLUYS.
Verhuring bij inschrijving voor 5 jaren, van
2 44.00 H.A. bouwland te Zuidland aan den
Kerkweg, 1.78 80 H.A. bouwland, aldaar, aan
den Dwarsweg. In huur geweest bij Johs. de
Labije, en van 1.63.20 H.A. weiland te Spij»
kenisse, in den Brabantschepolder aan den
Slikweg, en iangs de Lage Watering en
4.41.30 H.A. weiland, aldaar, aan den West»
dijk.
Inschrijvingsbiljetten in te leveren vóór of op
Woensdag 16 Maart 1927, ten kantore van
ondergeteekende
Notaris C. LOEFF,