Ren alk gen' an voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. jfjoor den Jottóag ill I N Antirevolutionair Orgaan BIGGELAAR's KOFFIE ILER", No. 3310 ZATERDAG 12 MAART 1927 42ste JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES 1 IAM 15. Geen Filialen rkens. H.H. Vee- ïl, is nog te win- oude r. ebbenden, de, seizoen 1927 aan ïinde 107a lid-Holland W. BOEKHOVEN ZONEN stukken voor de Redactie bestemd, Ad verte tatiën ©n verdere Administratie, franco toe te xendem aan de Uitgevers De Provinciale Meeting. De vergadering, vanwege het Prov. ~$omité i Zuid-Holland gehouden, mag •feslaagd heeten. Wat door de beide sprekers, Dr. "everijn en onzen partijleider gezegd is, moet onze houding bij de a.s. Staten- en Gemeenteraadsverkiezing bepalen. „Uit één wortel." Dat besef moet bij al ons Calvinis tisch volk leven. Hetgeen de A.-R. partij in den Staat vertegenwoordigt is het Gereformeerd beginsel. Dat moet ons allen binden. Dat is het fundament waarop wij allen moeten staan. Laat ons dus, naar het woord van Dr. Severijn, elkander zoeken in het ■Jpmeènschappelijk geloof. Slechts zoo kunnen wij in machtigen phalanx staan tegen den geweldigen vijand van God en Zijn Woord, die ons Staatkundig leven, maar evenzeer ons Kerkelijk- en Godsdienstig leven bedreigt. Bepaalde Dr. Severijn hoe ons intern partijleven moet zijn, de Heer Colijn wees op onze verhouding tot de Staatk. Gereformeerden, die vooral in Zuid- Holl.-Zuid aanhang vinden. Onze partijleider beschouwt hen als „dwalende anti-revolutionairen". Inderdaad zóó moeten velen onder hen beschouwd worden. En dat moet onze houding tegenover hen bepalen. Zij die dwalen behoeven onderwij zing, voorlichting. Dwaling is vrucht van onkunde, van 'rt* weten. Daarom moet ons Anti-Rev. volk, vooral het opkomend geslacht veel aan beginsel-studie doen. Dat kan onderden Zegen Gods ons behoeden voor of dwa ling, maar stelt ons ook in staat om hen te onderwijzen, die in onkunde leven. De beginselen die aan ons Staat kundig leven ten grondslag liggen, zijn moeilijk te doorgronden. De verhouding tusschen Kerk en Staat, Volk en Over heid, Gezag en Vrijheid, isvanfunda- menteele waardij voor ons volksleven en juist deze verhoudingen houden onze grootste geleerden nog altijd bezi§L Is net dus wonder dat eenvoudigen op dit moeilijke terrein dwalen? Laat ons echter vooraf steeds voor oogen stellen dat wij één zijn, uit een wortel. En zoo elkander beschouwende tot verdieping komen in de fundamenteele Geref. beginselen. Zóó zal niet slechts bij de stembus, maar iederen dag weer, de onweer staanbare kracht van het Calvinisme in ons volk doordringen, en deze kracht in de mogendheid des Heeren, Ongeloof en Revolutie weerstaan. OP DEN UITKIJK. Reclame-IVSesSedeeïiitp®!?. en geniet' van de overheerlijke geur en smaak van Een band van innige liefde hield de discipelen des Heiland samen. Uitge zonderd Judas hadden zij allen Jezus hartelijk lief, en voelden zich nauw aan elkander verbonden. Zij droegen samen Zijn smaadheid en hadden op Hem al hun hoop gevestigd. Maar in dien vriendenkring was ook dikwijls oneenigheid. Zelfs nog aan het laatste pascha. Er ontstond twisting onder hen, wie van hen de meeste scheen te zijn. Ge ziet hier een strijd om den voorrang, boozen naijver. De een wilde voor den ander niet onder doen. Petrus met name dacht, dat nie mand Jezus zoo lief had als hij. Al zouden ook allen aan Hem geërgerd worden, hij zou nimmermeer aan Hem geërgerd worden. Daarom stelde zich de een boven den ander en dacht Je zus 't meest lief te hebben, 't meeste voor Hem ten offer gebracht te hebben en 't meest in zijn gunst te deelen. Uit die verkeerde neiging kwam nog al eens twist voort. Niet voor 't eerst was daarover strijd kort voor 's Heilands dood. Vroeger had Jezus die zondige gezindheid meer dan eenmaal bestraft. Toen de discipelen Hem vroegen wie de meeste is in het koninkrijk der hemelen, nam Hij een kindeke en zeide zoo gij niet wordt gelijk de kinderkens, zult gij niet ingaan. De meeste is hij, die zich vernedert als een kindeke. Van dien onderlingen naijver getuigde ook de vraag van de moeder der zonen van Zebedeus tot Jezus, dat haar zonen mochten zitten aan Zijn rechter- en linkerhand in Zijn koninkrijk. Die oneenigheid stond in verband met de verkeerde voorstellingen der jongeren aangaande het Messiasrijk. Zij verwachtten, dat Jezus een rijk zou stichten met aardschen glans en heer lijkheid. Nog werd Hij wel niet erkend als Messias, maar weldra zou Hij zich openbaren als den grooten Koning, die alle volken aan zich onderwerpen zou. En dan zouden de twaalven in dat rijk de eereplaats hebben, en ieder van hen dacht wel eenige aanspraak op de hoogste plaats te kunnen maken. Oneenigheid eng twisting vindt ge, helaas, ook nu nog onder de kinderen Gods. De duivel is nog altijd bezig kwaad zaad te zaaien, niet alleen bui ten, maar ook in de kerk. Zijn toeleg aten, Schilde» leeligst bij de NFABRIEK p. Hoveniers» v Z.-H., AAL. IV Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 2 ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bg vooruitbetaling, BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SoMMELSDIJX Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worde» berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. V Gevecht tusschen ontwapenaars. Wij hebben wel niet te veel gezegd, toen wij het ontwapeningsvoorstel der S.D.A.P. louter reclame»makerij noemden. Duidelijk bleek dit aan het onverkwikkelijk slot van het ontwapenings»debat, toen de eenige communistische afgevaardigde, de heer L. de Visser, de wind uit de zeilen van het socialis» tisch reclame»scheepje dreigde weg te nemen. Van de «vredesstemming* bleef toen onder 'de sociaaldemocraten weinig over. De Maasbode correspondent geelt het vol» gende relaas van de vechtpartij tusschen de ontwapenaars Incidenten. «De heer De Visser (C.P.) verklaart dat hij, ondanks alle onvolkomenheden en val» sche voorstellingen, die het ontwerp biedt, het in zijn feitelijke beteekenis alleen zal beschouwen en het zal steunen, omdat het het militairisme aantast. De heer Duys j(S.D.A.P.): Wat laf, wat ongelooflijk laf? De heer De Visser (C.P.)Wie is hier laf Jij: Jij nam de kuiten, toen je met mij moest debatteeren. We zullen eens zien wie hier laf is, ellendeling 1 Geroep van alle sociaal»democraten Jij I Er ontstaat een hevige ruzie tusschen de sociaal-democraten en den heer De Visser, waarbij de heer Stenhuis den communist dreigt met een klap. Ook de heer De Visser dreigt maar gaat tenslotte zittend En de Kameroverzicht»schrijver van de N. Rott. Crt. schrijft, datTerLaan'sgeesteskindje in een ruziesfeer, een sfeer van bakkelei geba» ren en dronkenmans>gebulder onder de socia» listische heeren, den laatsten snik gaf. De ironie der feiten wilden, dat uitsluitend de voorstan» ders van het ontwapenings«voorstel voor die sfeer van twist en tweedracht verantwoor» delijk waren 1 «Aanvankelijk grinnikten, grijnsden, en gnuifelden de sociaaahdemocraten, maar al» lengs maakten zij zich driftiger. Mr. Sannes was een der eersten, die zich liet gaan. «Laf» fe bliksem I* schreeuwde hij. Anderen volg» dendat woordje »laf« deed opgeld. Toen de heer L. de Visser klaar was, hield de scheldwoordenregen nog aan ook mr. Duys liet zich niet onbetuigd. Dit leidde er toe, dat enkele seconden later de communist dreigend tegenover dezen zittenden afgevaar» digde stond«Zeg jij nog eens watdan zal ik jou eens laten zien, wie laf is, ellen» deling 1* De heer Duys gaf geen kik meer, maar de heer Brautigam, die iets verder stond viel voor hem in«Jij«Jij bent een laf» bekI« echoode de pootige Stenhuis. In een minium van tijd stonden hij en de heer L, de Visser als twee kemphanen tegenover elkander. (Het valt zwaar het geijkte woord «heer* voor dergelijke gevallen te blijven gebruiken.) Zou het tot klappen komen Het gehamer van den voorzitter, waaraan niemand in den rooden hoek in dezen over» spannen toestand scheen te storen, vermocht daartegen niets* Dat zijn de menschen die de voorstanders van landsverdediging «vechtjassen* en «mili» taristen* noemen. Zelf staan ze al met de vuisten gereed wanneer een kamerlid, die n.b, nog in de politiek familie van Rood is, hun een reclame»vliegje probeert af te vangen 1 Wat zal er dan wel van deze «vredes» menschen* te verwachten zijn, wanneer de gelegenheid weer eens gunstig is om een «greep naar de macht te doen?* Nadruk verboden. Dat moet toch wel een treffend oogenblik geweest zijn in de Tweede Kamer. De heer A. B. Kleerekoper, de schrijver van de «oproerige krabbels* in het socialitisch dagblad «Hef Volk,* stond in onze volksver» tegenwoordiging met den Bijbel in de hand. Een oogenblik dacht ik, toen ik dit las, aan de verzoeking van onzen Zaligmaker in de woestijn. Tot hem kwam de duivel om Hem te vor» leiden en ook hij kwam met de H. Schrift in de hand, en zijn verzoekende vraag was, »/s er niet geschreven Nu school achter deze vraag van den vader der leugenen satanischen arglist en gelukkig is er geen reden om dit in den heer Kleere» koper ook te veronderstellen. Wellicht was hij ter goeder trouw en meende hij de waar heid te dienen. Met den mensch Kleerekoper kunnen wij dan ook oprecht medelijden heb» ben, omdat hij zich onbewust als werktuig laat gebruiken van den vader der leugenen. Wij moeten er ons dan ook altijd voor wachten, wanneer wij de dingen scherp stellen en een vernietigend oordeel over zeker voor» val uitspreken, dat wij nimmer den mensch aanvallen, tenzij natuurlijk de mensch zich openbaar als leugenaar, lasteraar en huichelaar doet kennen. Maar wij hebben ons steeds te bedenken het woord van den Apostel Paulus als hij zegt«Wij hebben den strijd niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de geestelijke boosheden in de lucht.« De strijd gaat niet tegen den mensch maar tegen de beginselen waarvan de menschen dragers zijn. En nu is het beginsel waaruit de heer Kleere» koper leeft, verderfelijk, satanisch. En in zoo» verre is er overeenstemming tusschen den satan die tot Chritus kwam in de woestijn, sprekende uit de schriften en den heer Kleerekoper die in de Tweede Kamer met den Bijbel in de hand verscheen. Gij weet waarover het dezer dagen in de Tweede Kamer ging. Dagen lang zijn |:r zoek gebracht met de behandeling van het socialistisch voorstel om ons land weerloos te maken. En nu meent de heer Kleerekoper, tegen over den heer Duymaer v. Twist e.a, die gewezen hadden op het feit der zonde, die booze hartstochten ontketend en telkens weer oorlogen veroor zaakt, te moeten wijzen op iets anders dat de Bijbel ons leert. Er staat in Jesaja 1, aldus de heer Kleerekoper: als gij zult bidden, zal Ik niet h 3 oren want uwe handen zijn vol bloed I „,iJ Daar hebt ge hetdaar staat geschreden 1 Precies dezelfde tactiek als de satan gebruikte tegenover de Zone Gods in de woestijn. Zóó is het satanisch beginsel het gevaarlijkst. Hoevelen zwakken en eenvoudigen zijn op dezen manier niet verstrikt. Gelukkig stond Dr. de Visser den heer Klee» rekoper te woord. Dr. de Visser zeide, dat als zijn geheugen hem niet bedroog de heer Kleerekooper een tekst uit zijn verband rukte. Was dat weer niet precies hetzelfde als Satan deed. De heer Kleerekoper kwam hiertegen op en (daaruit blijkt misschien zijn eerlijkheid 1) hij overhandigd Dr. de Visser een bijbel die hierop den tekst in zijn verband voorlas. Hij bleek toen dat er in dit hoofdstuk geen sprake was van oorlogvoeren en bewapening en juist Jehova dreigt daar met het zwaard, omdat Israël zedelijk zoo laag stond 1 Juist het tegenovergestelde van wat de heer Kleerekoper meende. En zoo is het met de geheele levens» en wereldbeschouwing van het socialisme, waar» van de heer Kleerekoper een profeet wil zijn. Het socialisme komt met den Bijbel in de hand en het zegt tot de menschheidIs er niet geschreven Het socialisme beroept zich op de Christus, den «socialist bij uitnemend» heid« Het doet zich in onzen tijd voor als een religieus verschijnsel. Het geeft plaats aan den Godsdienst en zegt niemand in zijn gods» dienstige overtuiging te willen aantasten. En toch.1 En toch wordt het socialisme gedreven door een echt satanisch beginsel. En het komt, als de vraag Is er niet geschre» ven niet baat, met de laatste verzoeking, en het toont u in een vergezicht al de heerlijk» heden van Utopia en belooft«dit alles zal ik U geven, indien gij slechts nederknielend mij zult aanbidden I* Dezelfde geestesgesteldheid waarvan Satan doordrongen was in de woestijnverzoeking, beheerscht het socialisme onzer dagen. Het komt met de Heilige Schrift in de hand, juist om U het Woord van God te ontnemen. Het kleedt zich in een godsdienstig gewaad om u uw godsdienst te ontnemen, het predikt u den vrede om u van den eenigen vrede die op aarde mogelijk is te berooven. Dat is de satanische geest die in het socia» lisme zetelt. Nogmaalslet wel wij veroordeelen geen menschen, ook geen socialisten Wat gaarne gelooven wij dat er duizenden en misschien tienduizenden onder hen zijn die waarachtig ge» looven in het heil van het socialisme, die niet beter weten, die het spoor bijster zijn en voor wie wij gaarne bidden: Vader vergeef het hun want zij weten niet wat zij doen Maar wat wij scherp veroordeelen is de geestelijke macht die over hen heerscht, de macht van Satan, die zich van het socialisme meester gemaakt heeft, om er de Kerk des Heeren straks mee in de hartader te treffen en daarmee, indien het hem maar gelukte 1 te bereiken wat hij reeds in het Paradijs, daarna in de verzoeking in de woestijn en straks op Golgotha geprobeerd heeft, n.l. God van Zijn heerschappij over deze aarde te berooven. Daarom is er tegenover de verlokkende, de verleidende vraag van het socialisme: Is er niet geschreven Slechts één wapen, één macht die overwinnen kan het antwoord dat de Christus zelve gaf op de gelijkluidende vraag van den Satan in de woestijn «Daar staat wederom geschrevenGods Woord, in zijn heilig verband gezien, niet als mensche» lijk woord, maar als het Woord van God zelve gebruikt, kan tegen de macht van het socialis» me stand houden en overwinnen. Dit te heb» ben gezien was de groote verdienste van onzen grooten Christen Staatsman Groen v. Prinste» rer, wiens levens»devies was tegenover de Re volutie het Evangelie. Denk nu niet dat ik de geestesges eldheid van het socialisme te zwart afteekent. Als men de geest proeft die er zich in open» baart, moet men tot de conclusie komen hier openbaart zich de anti-Christelijke, de anti» Goddelijke macht van Satan, die zich van het socialisme heeft meester gemaakt, om straks met een machtige phalanx zich te werpen op het ware Christendom, en die met de wortel uit te roeien. Zóó moeten wij het socialisme bezien. Dikwijls openbaart zich deze anti»Christelij» ken macht op drieste wijze in de Nederland» sche socialistische pers. Soms komen socialis» tische sprekers er openlijk voor uit. Maar om duidelijk te zien in welken geest het socialisme gedrenkt is moet men letten op de verschijnselen van het Internationaal soci» alisme. Op welke wijze openbaart zich het socialisme in het buitenland? Dezer dagen is er in socialistische kring in België iets gebeurd waaruit blijkt, door welken geest deze beweging bezield is. De Maasbode schreef er over en noemde het walgelijk en ergeniswekkend. Het blad schreef Daar is in België iets gebeurd zóó walge» iO cent per regel. lijk en ergeniswekkend voor iederen Christen misschien dan niet voor een Chrisfen»socialist dat het wellicht zijn nut kan hebben, om er verdere bekendmaking van te doen. In de Belgische socialistische pers «Peuple* en «Volksblad* werden voor eenigen tijd feuilletons geschreven over de grootste wel» doeners en de grootste boosdoeners der wereld. Na deze levensbeschrijvingen, die als «voorlich» ting« moesten dienen, mochten de lezers bij stemming bepalen, wien zij als eersten wel» doener en wien zij als eersten boosdoener beschouwden. Ook Christus leven werd beschreven, doch op zulk een wijze, dat de vergelijking van den Godmensch met een fakir wel de minst profane was. Nadat men de »verlichte« massa op deze wijze had voorgelicht, kwam de stemming. De keuze was voor de misleide menigte voor» bereid, evenals weleer de menigte misleid stond voor de keuze tusschen Christus en Barabbas. Mattheus 27 20 zegt«de opper» priesters en ouderlingen overreedden het volk om Barabbas te vragen en Jezus te doen sterven*. En Marcus 15 11«de opperpries» ters stookten de menigte op, dat hij hun lie» ver Barabbas zou vrijgeven«. Hebben de socialistische schrijvers van «Peu» ple« en »Volkskracht« iets anders gedaan dan deze opperpriesters en ouderlingen Is het te veel gezegd, als wij heel dezeagi» tatie waggelijk en ergeniswekkend noemen? Door 't krantenbericht weten we nu den uitslag der stemming, doch zonder dit hadden we reeds met zekerheid den uitslag kunnen melden. De uitslag was, dat de lezers Pasteur als nummer één en Christus als nummer vier ver kozen Walgelijk en in hooge mate droevig is deze geschiedenis. Droevig om het weggezonken geloof en dé verregaande verblindheid dezer dolende menigte; walgelijk, omdat een mis» leidende «voorlichting* dit droevig resultaat heeft uitgelokt, waarbij, zooals de «Tijd* op» merkt, «de dienaar Pasteur geplaatst werd bo» ven den Meester Christus«. «Hoe zou Pasteur zelf hier de eerste geweest zijn om een krach» tig protest te doen hooren. Als de roode volks» voorlichters toch een levensbeschrijving gaven van den grooten Franschen geleerde, waarom hun dan ook niet gezegd, dat Pasteur in de gehouden rondvraag Christus als eerste hadde uitverkoren en dat nog wel «met het geloof van Bretonschen boer*, zooals hij het eens van zichzelf verklaarde«. Walgelijk en ergeniswekkend is de «voor» lichting* dezer roode schrijvers 1 Droevig de keuze dezer misleide en verblinde menigte 1 Walgelijk de wijze, waarop het roode «Volks» blad* den uitslag vermeldt «De drie eersten zijn geleerden, die de menschheid van groote plagen hebben verlost Pasteur, Curie, Jenner. Het is bijna eeb mani» fest drie zulke namen 1 Een manifest tegen deze ziekten, die even erg of nog erger zijn dan een oorlog. En dan komt Christus. Toont dit niet de bekommernis van onze menschen voor geeste» lijke zaken Verheugend, zeg ik, en de bour» geoisie, als zij deze uitslag ziet, moet verwon» derd opkijken, over het gezond verstand van de dwaze menigte. Ook de klerikalen zullen beschouwen, dat Christus hier een plaats heeft gevonden onder menschelijke menschen. Maar wij laten de wolven builen de karavaan gaat haar weg*. Men zou het misschien beter gevonden heb» ben deze droevige volzinnen niet te doen overdrukken; moge echter dit tot verontschul» diging strekken, dat zij uitermate geschikt zijn, om argelooze menschen en allen die de onover» brugbare klove tusschen Christendom en so» cialisme niet zien, een diepen en klaren blik te geven in de ziel van roode volksvoorlich» ters. Inderdaad het socialisme wordt gedreven door den anti Christelijken geest. Het plaatst zich vierkant tegenover God en zijn woord. Er waar het zich nog op het Woord van God durft beroepen, daar is het niet anders dan op dezelfde wijze als satan in de woes» tij S3 deed Laten wij ons niet laten bedriegen door den vromen schijn waarachter het socialisme ten onzent zich soms maskeert. Als de heer Kleerekooper met den Bijbel in de hand in ons parlement verschijnt dan is dat alleen om met de letter van den Bijbel den geest van den Bijbel te vernietigen. Tegenover het woord van een Kleerekooper: «daar staat geschreven«, past het woord van den Christener staat wederom geschreven En wij hebben te bedenken dat als het 't socialisme niet lukt om de kerke Christi in de woestijn der verzoeking tot een kniebuiging voor het socialisme te bewegen, het niet rus» ten zal voor straks dat waarachtig Christendom aan het kruishout den schanddood sterft. De geest van de Kerk des Heeren en de geest van het socialisme verdragen elkander niet. Troostrijk is het te mogen belijden dat al is ook waarschijnlijk de naaste toekomst voor het socialisme de laatste toekomst zal voor de kerke Cristi zijnl UITKIJK. LUKAS 22 t 24 30. «En er werd ook twisting onder hen, wie van hen scheen de meeste te zijn* enz. I ■■'Er!

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 1