DERDE BLAD
Rede van Ds. Hofstede
PUROL JSg
Zaterdag 5 Maart 1927. No. 3308.
Gemengd Nieuws*
Gesmette en 01
róode huid bij
kleine kinderenjjjL||
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Land- en Tuinbouw.
Hoeden- en PettenmagazIJn
Voor de A R. Kiesvereeniging te Dirksland
hield Ds. Hofstede van Blokzijl een politieke
rede over het verleden, het heden en de toe
komst.
Het Koor der Ned. Herv. Kerk was goed
bezet, toen de voorzitter der K.V. de verga»
dering op de gebruikelijke wijze opende, een
hartelijk welkom sprak en Ds. Hofstede het
woord verleende. (Te Ouddorp hield Zijn
Eerw. een soortgelijke rede.)
Spr. wees er op dat de titel van zijn rede
wat oudejaarsavond»achtig klonk.
Maar dit heeft zijn reden. Wij bevinden ons
in onzen parlementairen toestand in een keer»
punt des tijds.
Toen het Ds. Kersten op 11 Nov. 1925
gelukte door zijn amendement het Kabinet»
Colijn ten val te brengen, was er een einde
gekomen aan de coalitie. En dat de coalitie
brak was de fatale beteekenis van deze daad
van Ds. Kersten. Het is zooals de heer De
Wilde in zijn brochure Voor 25 jaren schrijft
aan de vruchtbare samenwerking der coalitie
is een einde gekomen.
Spr. is niet zoo optimist dat hij gelooft dat
de zaak weer zoo spoedig in orde zal zijn
als sommigen zich wel voorstellen. Spr. hoopt
dat de coalitie spoedig weer gehee'd zal zijn,
maar hij vreest dat het niet zoo gemakkelijk
zal gaan.
Daarom bevinden wij ons thans op een
keerpunt.
Het verleden is afgesloten en wij staan voor
een nieuwen toestand.
Daarom wil spr. het hebben over ons glorie»
rijk verleden, den moeilijken toestand waarin
wij ons bevinden en de heerlijke roeping die
God ons nog voor de toekomst gegeven heeft.
Eerst een blik in het verleden. Spr. herinnert
aah het jaar 1894 toen het ministerie-Tak van
Poortvliet door een amendement-De Meijer
op zijn kieswet tot den val gebracht werd en
er een hopelooze verwarring in het parlemen»
taire leven gesticht werd. Het lid der Tweede
Kamer De Meijer was iemand van weinig
beteekenis in hel politieke leven en toch waren
de gevolgen groot. Het was zooals de H.
Schrift ons ook verhaalt iemand die in een»
voudigheid zijn pijl afschoot.
Hetzelfde hebben wij gezien in 1925 met
Ds. Kersten. Ook hij is een man van niet
zoo groote beteekenis en toch heeft zijn
amendement op de gezantschapspost tot gevolg
gehad dat de coalitie in haar hart getroffen
werd en de val van het Ministerie.Colijn ver»
oorzaakte en er aan de samenwerking der
Rechtsche partijen een einde kwam.
Spr. betreurt dezen gang van zaken tot in
het diepst van zijn ziel.
De coalitie werd door de Liberalen voor
een monsterverbond uitgemaakt. Ds. Kersten
en de zijnen spreken van een onheilig ver
bond. Maar dit was het niet.
Groen van Prinsterer was de vader der
Coalitie.
Het is opmerkelijk dat Ds. Kerkten dit in
zijn blaadjes De Saambinder en De Banier wil
ontkennen. Maar men moet toch wel geheel
onkundig zijn van de geschiedenis van ons
parlementaire leven om zulks te kunnen be»
weren.
Juist Groen was de man die reeds in de
helft der vorige eeuw op samenwerking met
de Roomsche Staatspartij aandrong.
Toen Groen van Prinsterer in 1849 nog als
een eenling in de Kamer stond, was hij bet
die de Roomschen, die meenden dat de Libe»
ralen hun wenschen zouden vervullen en zelfs
Liberale Kamerleden afvaardigden, vroeg toch
van de Liberale partij af te zien. Bij de be»
grootingsdebatten van datzelfde jaar wees hij
zijn Roomsche Kamerleden er op dat de strijd
niet is Roomsch en onroomsch, doch Geloof en
Ongeloof. Dat was op 12 Dec. En den vol»
genden dag (13 Dec.) sprak hij tot zijn Room»
sche collega's«Wij verlangen toenadering met
U op grond van drieërlei gemeenschap. Ge»
meenschap van geloof, gemeenschap van on
recht en gemeenschap van gevaar. Let wel
óók op grond van gemeenschap van geloof.
Ds. Kersten laat in zijn blaadjes schrijven
dat Groen in zijn isolement zijn kracht zocht.
Maar deze voorstelling is onjuist. Wel zocht
Groen in zelfstandigheid van zijn beginsel
zijn kracht, maar was er steeds op uit samen
werking met de Roomschen te zoeken, waar
zij verschillende zaken gemeen hadden.
Groen heeft de samenwerking der Rechtshe
Partijen niet mogen beleven. Maar onder zijn
opvolger Dr. Kuyper en de beide andere
grootmeesters Lohman en Schaepman kwam
zij tot stand. En deze samenwerking is tot
rijken zegen geweest voor ons Christenvolk
en ons gansche land.
Spr. vindt het opmerkelijk dat de volge»
lingen van Ds. Kersten wel gemoedsbezwaren
hebben tegen samenwerking met het bijgeloof,
maar eertijds hadden ze geen gewetensbezwaren
om hun stem en steun te geven aan het on»
geloof. De cijfers wijzen het uit dat vele
navolgelingen van Ds. Kersten in Zeeland en
deze orthodoxe eilanden liberaal gestemd
hebben. Hoe is dit met elkander te rijmen?
De tegenstanders der Coalitie wijzen op de
weinige vruchten der samenwerking. De dood
straf is nog niet ingevoerd, de vaccine<dwang
niet afgeschaft, enz. Dat is echter niet de
schuld der Antirevolutionairen. De Chr. Hist,
en R.»Kath. waren niet mede te krijgen op
deze punten, hoewel vooral de doodstraf in
den laatsten tijd ook onder R.-Kath. pleitbe
zorgers vindt.
Spr. vindt het een oneerlijke bestrijding
van Ds. Kersten dat hij altijd weer alléén de
A. R. Partij aanvalt en de C. H. Unie met
rust laat.
Dan wijst Spr. op enkele heilrijke vruchten
der Coalitie. Zoo wees ook de Heer De Wilde
er op, dat dit wel de groote vrucht is geweest,
dat door samenwerking der Rechtsche Partijen
de Christelijke gedachte invloed heeft gekregen
op ons volksleven en wij onder het liberale
juk zijn weggekomen. Maar ook de gelijk»
gerechtigheid van ons Christelijk volksonder
wijs met het openbare is een vrucht der samen»
werking. Zelfs Ds. Kersten en de zijnen ge»
nieten de vruchten van deze gelijkstelling.
Eu al laat de Zondagswet nog veel te wen
schen over, als vrucht der Christelijke actie
mag toch genoemd worden de verbetering bij
de Posterijen.
Maar ook al had de Coalitie totaal niets
positiefs tot stand gebracht, dan nog is zij
tot rijken zegen voor ons volk geweest. Om
zich tot de laatste 25 jaren te bepalen wijst
Spr. op de groote spoorweg»staking van 1903,
die onder een slappe liberale regeering een
ramp voor ons volk geworden zou zijn, maar
nu onder de krachtige hand van Dr. Kuyper
in kiem gesmoord werd.
En in 1918 toen Troelstra in navolging van
zijn vrienden in Duitschland een greep naar
de macht deed was het weer de Vrijzinnigheid
die bereid was in haar angst, alles maar over
te geven, doch een krachtig Christelijk Kabinet,
dat de revolutiegolf weerstand bood.
De Coalitie heeft óók preventief zegenrijk
gewerkt.
Dan wijst spr. nog op de Christelijk sociale
wetgeving van Talma, waarin overeenkomstig
Gods Woord gerechtigheid en barmhartigheid
geoefend worden. Helaas zijn er ook onder
de Anti»Rev. nog wel menschen die op het
stuk der sociale wetgeving nog zoo'n beetje
half'liberaal zijn. Maar ons program spreekt
gelukkig andere taal. Doch wat Ds. Kersten
inzake het sociale leven wil is niets dan wat
het oud.Liberalisme in zijn dagen wilde en
is in flagranten strijd met den eisch van Gods
Woord.
Wij moeten God dankbaar zijn dat hij ons
de coalitie en haar arbeid schenken wilde.
Spr. wijst op Duitschland wat er van dit
land geworden is, en wat het had kunnen
zijn indien men ook daar een positieve rechtsche
samenwerking had gekend. Thans gaan de
oogen der R. Kath. daar ook open en begin»
nen zij te zien, jdat zij slechts in samenwerking
met de Protestansche partij het Christelijk
element in het volksleven kan handhaven.
Komend tot een beschouwing van het heden
wijst spr. op de moeilijkheden die onze partij
ondervindt. Langen tijd was zij regeerings-partij
en dat heeft voor het partij leven zelve zijn
schaduwzijden. Een voorrecht voor de partij
is het thans geen regeeringspartij te zijn, doch
te kunnen bekomen van de moeilijke periode
die moest worden doorgemaakt. Een regeerings
partij heeft macht en trekt elementen die op
macht belust zijn. Gelukkig heeft onze partij
thans geen enkel «baantje* te vergeven.
Jammer is dat bij deze periode van inkee»
ring tot zichzelve, van rust, onderling de een
heid zoek is. Het Belgisch Verdrag was mede
oorzaak van verdeeldheid. Ofschoon spr. ook
liever e> n anderen gang van zaken gehad had,
blijft hij partij en beginsel getrouw, wetend
dat het Belgisch Verdrag voor de kamerleden
geen kwestie van beginsel, doch van beleid
was.
Eveneens is het jammer dat er gevonden
worden die zich op een kerkelijke indeeling
politiek willen inrichten. Gelukkig gaan artt
2 en 3 van ons program rechtdraads tegen
kerkelijke indeeling in.
Wij A.R. zijn een nationale partij en dat is
onze eere.
Wij zijn geen kerkelijke partij, maar een
partij van geloovigen die ons land in Calvinis»
tischen geest willen geregeerd zien. Dit te be
doelen was steeds onze glorie.
Helaas zijn er bedenkelijke verschijnselen.
Maar wat zullen ontevredenen buiten de A.R.
beginnen. Tot de C.»H. Unie kunnen zij zich
niet wenden, want zij moeten niet denken
dat zij ooit scheiding van Kerk en Staat uit
de handen der C. Hist, verkrijgen zullen 1
Al was er sprake van eenige achteruitzetting
van een deel, en als dit zoo ware heeft spr.'s
langdurige ervaring geleerd dat hij er zeker
in deelen mag, dan zullen we ons toch blij»
ven vastklemmen aan het A. R. beginsel en
de A.R. partij. Dat is eisch van ons beginsel-
Wordt het kerkelijk element ingevoerd dan
is dat het bederf voor de partij.
Gelukkig hebben wij in Zuid-Holland-Zuid
bij de Statenverkiezing daar geen last van.
De candidaat voor dit eiland, de heer War»
naer, is door alle kerkelijke partijen gezien.
Maar zullen in ons land Juda en Efraïm
elkaar benauwen?
Dat mag niet, zegt spr. Wat Jasaja voor
zijn tijd sprak geldt ook voor ons. Wij mogen
elkander niet zoeken te benauwen maar wij
moeten gezamenlijk den Filistijn op den
schouder vallen.
Wij moeten den tijd van het heden gebrui»
ken om onze eenheid te herstellen, ons par»
tijleven innerlijk te versterken, opdat de liefde
voor ons beginsel weer opbloeie en wij het
hooge ideaal weer nastreven.
En ten slotte heeft God voor de toekomst
ons nog een heerlijke roeping gegeven.
Wat wij thans hebben is een intermezzo
kabinet, d.w.z. een tusschengeschoven kabinet,
dat -slechts tijdelijk is, ook al houdt het ka
binet-De Geer het uit tot 1929 (wat heel goed
mogelijk is) dan zal töch de vraag eenmaal
komenwat nu
Er moet geregeerd worden.
En dat gaat niet zonder coalitie.
Komt er geen coalitie rechits dan komt er
een coalitie links, hebben wij een rood-zwart
blok te wachten.
De Roomsch-Kath. zullen niet met de so»
cialisten willen samengaan. Maar als zij van
de andere christelijke partijen een trap krij
gen en tenslotte gedrongen worden in een
richting waarin ze niet gaan willen, dan zul
len zij moeten kiezen en rest hun niets anders
dan een coalitie met de socialisten.
En wat dan
Zal Ds. Kersten dan zijn zin krijgen Zal
de invloed van Rome beknot worden Zal
hét protestantisme zegevieren
Niets van dit alles.
De socialisten geven Rome gaarne een ge»
zant bij den Paus, zullen gaarne medewerken
tot opheffing van het processieverbod en komen
gaarne aan allerlei specifiek Roomsche wen
schen tegemoet, wanneer de Roode heeren
maar mogen mede regeeren 1
Het protestantsche leven wordt uitgescha
keld.
En al blijft Ds. Kersten dan 25 jaar in een
hoek van de Tweede Kamer protesteeren het
zal hem niets baten. Rome zegeviert en Rood
zal heerschen met ijzeren vuist I
Dat zal het gevolg zijn wanneer de rechtsche
coalitie niet hersteld wordt.
Laat ons, aldus spr., dezen tijd dan benut
ten om de rechtsche samenwerking te herstel»
len, eigen partijleven te versterken en alzoo
ons A.»R, beginsel invloed te geven.
Slechts zoo is het" mogelijk dat er ander»
maal kracht van het Christendom op ons
staatsleven uitgaat en wij onder Gods genade
nog bewaard blijven van de opperheerschappij
van Ongeloof en Revolutie.
Alzoo kunnen wij de heerlijke roeping die
God onze partij op de schouders gelegd heeft
vervullen, ons volk ten zegen, zijn Naam tot
eere.
Ten slotte wijst spr. nog op de beteekenis
der a.s. Statenverkiezing, waarbij ook begin»
selen in het spel zijn.
Spr. weet uit eigen ervaring dat ook in de
Provincie huishouding ds beginselen de drijf»
en stuwkracht zijn.
Zoo kreeg spr. als Statenlid van Overijsel
eens een voorstel onder de oogen van Ged.
St. behelzende de vergaderingen der ingelan»
den uit te schakalen. Spr. meende dat dit een
omissie, een abuis was. Doch toen spr. Ged.
St. interpelleerde bleek dat dit niet het geval
was. Het was de bedoeling de ingelanden»
vergaderingen uit te schakelen. Hier achter
stak een beginsel. Het A.R. principe komt op
voor autonomie en decentralisatie. En toen
heeft spr. hiervoor het pleit gevoerd. Met
behulp der R. Kath. kreeg spr. gedaan, dat
de clausule weggenomen werd.
Hetzelfde heeft spr. ondervonden met sub»
sidieering aan openbare leeszalen.
Inderdaad ook in de Staten gaat het om
beginselen.
Daarom wekt spr. allen op als één man hun
stem uit te brengen op den heer Warnaer,
opdat naast hem en zijn collega nog een derde
afgevaardigde uit den Statenkieskring Ridder
kerk in de Staten van Zuid»Holland zal ver
schijnen.
Het was een goede avond voor de Anti-Rev.
broeders van Dirksland en zeker was de heer
v. Oversteeg aller tolk, toen hij spr. hartelijk
dank bracht voor zijn leerzaam en principieel
betoog.
Ds Hofstede eindigde met dankgebed, nadat
nog de strijdpsalm uit Ps. 89 gezongen was.
Propaganda»lezing der V.P.Z.H. te Oud
dorp op 17 Febr. 1927 gehouden door
den Weled. Heer D. Pleit te Heinenoord
onder Voorzittersschap van den Weled.
Heer G. L. Warnaer
(Vervolg)
Wij veronderstellen nu, dat alles in orde is.
De hokken zijn goed, het pluimvee is van goe
de afstamming en we rapen volop eieren. Maar
al is men nog zulk een goede bakker, en men
kan z'n brood niet kwijt, wat heeft men er dan
aan Goed geschoolde menschen hebben over
het afzetgebied der eieren nagedacht, en ge
meend, dat het geparasiteer op onze porte-
monnaie door opkoopers en exporteurs kan
ophouden, door veilingen in het leven te roe
pen. Dat dit een geweldige beroering onder
de opkoopers en exporteursbracht, valt te be
grijpen, en dat zij al het mogelijke gedaan heb
ben, om het veilingwezen tegen te houden,
heeft de praktijk bewezen. Spr. haalt b.v. het
Westland aan, waar de tuinders erg beboet
worden, als zij hun producten particulier ver-
koopen, en juist de Westlandsche Veilingen
betalen nu de hoogste prijzen. Maar in het be
gin hebben de tuinders natuurlijk erg ge
sputterd, daarvoor zijn het nu eenmaal Hol
landers. Spr. zelf heeft die strijd heelemaal
meegemaakt. Toen de pluiumveeteelt b.v. rond
Rotterdam toenam, verrezen de opkoopers als
paddestoelen uit den grond. Zij hadden een
ruim bestaan door 100 a 150 eieren per dag
te verhandelen. De producent kreeg natuurlijk
veel te weinig, terwijl de consument teveel
moejst betalen. In 1904 betaalde zij aan de
boeren 2]/i cent per stuk. In dien tijd verrees
de eerste eierveiling. Zij hebben toen alles ge
daan om deze veilingen weg te krijgen. Terwijl
zij aan de stadsmenschen de beste eieren le
verden voor minder als de veiling, leverden
zij aan de veiling de slechtste eieren. Dat kostte
natuurlijk de producent geld, want de prijzen
bleven gedrukt. Op 't oogenblik beconcur-
reeren de kooplui elkaar op de veilingen, en
niet het stadspubliek. Zij betalen n het hoogste
wat zij geven kunnen. Het komt wel voor, dat
b.v. op de Rotterdamsche Veiling 60 kooplui
en exporteurs hun benoodigde eieren komen
koopen.
Er kan dus wel gerekend worden, dat de
hoogste prijzen betaald worden. Het groote
belang voor den pluimveehouder om den eier-
handel te organiseeren, meent spr., hoeft nu
niet meer uitgelegd te worden. De V. P. Z. H.
werkt hier verbazend aan. Om het geknoei en
de afzetterij van ochtendvoederhandelaren te
gen te gaan, heeft zij haar voederinstelling,
welkein 1926, het 2e jaar van haar oprichting,
voor 140.000 geleverd heeft aan de pluim
veehouders van Zuid-Holland, aangesloten bij
de V. P. Z. H. Betreffende de goede naam
welke dit voeder heeft, bewijst wel de voort
durend grootere kwantums, welke b.v. naar
Flakkee gestuurd worden.
Het is het ideaal der V. P. Z. H. om de
eierhandel in een coöperatieve veiling ver-
eenigd te zien, waar alle kleine veilingen him
eieren in uitstorten. Alles moet door een hand
gaan, dan kunnen wij, neen, dan krijgen wij
voor onze producten het hoogste dat mogelijk is
Wij zijn allen van huis uit conservatief, doch
wanneer we er beter mee worden, dienen wij
met ons conservatisme te breken.
Goeree en Overflakkee in zijn geheel moet
zich organiseeren. Dat wil niet zeggen, dat
de leiding in handen van een bestuur moet zijn,
doch als vanzelfsprekend zal voor de Vereen,
een uiterst moeilijke tijd aanbreken, en zal het
haar wel zoo moeilijk mogelijk gemaakt worden
door de exporteurs, dat misschien wel eens
gedacht zal worden, om haar op te heffen.
Doch overwinnen zal ze zeer zeker. Daarom
is het beter, dat de leiding in handen is van
personen, welke boven de plaatselijke organi
saties staan. Iederdorp kan dan door zijn plaat
selijk bestuur nar omstandigheden handelen.
Wanneer de vergadering zich echter nu wilde
uitspreken, kon de plaatelijke afd. der E.F.P.V.
aangesloten bij de V. P. Z. H., nu opgericht
wordeen. Alvorens hiertoe over te gaan, had
spr. echter gaarne, dat zij, die nog iets te
vragen hadden, of bezwaren hadden, dit eerst
nog naar voren brachten.
De heer v. Heest dankt spr. voor zijn opwek
king, om te organiseeren en betreurt het dat
het bestuur der E. T. P. V. niet-heeft onder
handeld met de veiling, welke doch bezit is
van Flakkee.
De heer Keijzer, secretaris der E. F. P. V.,
antwoordt den heer v. Heest, en zegt, dat de
E. F. P. V. wel degelijk onderhandeld heeft
met de veiling, althans met den Directeur. Daar
deze echter geen kans zag zonder grooteren
aaanvoer van eieren de exporteurs naar Mid-
delharnis te lokken, zag het bestuur zich ge
dwongen naar hulp en steun uit te zien van
een veiling, welke het hoogste voor haar pro
duct maakte. Het is nu haar doel, om de eier-
afzet eerst onder controle te houden, en wan
neer zij iedere week een belangrijk kwantum
eieren kan garandeeren, meent spr., dat het be
stuur zeer zeker geen enkel bezwaar zal heb
ben om haar eieren te Middelharnis te doen
veilen.
De heer v. Heest zegt, de vergadering dan
ernstig in overweging te geven, zich te organi
seeren, en haar eieren naar hoogste noteerende
veiling te doen sturen.
De heer K. Tanis Gz. zegt, 25 jaar geleden
al naar Rotterdam gezonden te hebben. De eie
ren waren toen 2 Yi cent. Hij wil wel een ver.
oprichten, en aansluiten bij de V. P. Z. H. Het
gaat bij hem niet om die zeven stuivers. Wij
kunnen op Ouddorp een plaatselijke vereeni-
ging hebben, en dan zelf naar Rotterdam zen
den. Het kan hier een reuzen vereeniging wor
den. Hij wil nog wel eens vergaderen.
De Ouddorpers willen altijd nog wel eens
praten. Hij is er wel voor om aan te sluiten
bij de E. F. P. V. Als men alleen staat, kan
men toch niets beginnen.
De voorzitter gaf nu gelegenheid, tot het op
geven van leden. Ongeveer 40 personen traden
toe. Aangezien de controle voor Ouddorp niet
naar het genoegen was van enkelen, werd be
sloten een voorloopig bestuur te benoemen,
welke deze kwestie nog eens onder de oogen
zou kunnen zien. Als voorl. voorzitter werd
benoemd de heer K. Tanis Gzn. en tot Secr. de
Heer P. Voogd Dz.
Geachte lezer.
Velen Uwer zullen misschien in de meening
verkeeren, dat wij nu direct beginnen met den
ophaal van eieren in 't groot. Dit is echter on
ze bedoeling niet. Zooals op 't oogenblik de
toestand is, moet ze blijven. De eierexporteur
Nipius kocht verleden week de eieren voor
laagste noteering Barneveldsche eiermarkt zijn
de 8 cent. Het verwonderde ons zeer, dat bo
vengenoemde heer alle mogelijke moeite doet,
onze poging Ouddorp georganiserd te zien, te
te doen mislukken. Immers, waarom koopt hij
zijn eieren dan niet liever te Rotterdam, waar
ze toch goedkooper zijn, als te Barneveid. (Zie
open brief Poolman.) Onze bedoeling is echter,
vorloopig hoofdzakelijk controle te houden over
de besteede prijzen.
De strijd welke gevoerd wordt, om de pro
ductie welke wij met zooveel zorg en moeite
winnen zoo goed mogelijk te verkoopen, geldt
niet voor Ouddorp alleen doch voor geheei Flak
kee. Van Ouddorp tot Ooltgensplaat moet dus
door één organisatie gewerkt worden, en die or
ganisatie is de E. F. P. V. dat is bewezen.
Het spreekt vanzelf, dat iedere plaatselijke
organisatie door zijn eigen bestuur, naar om
standigheden wordt bestuurd, doch het ligt voor
de hand dat wij voorloopig geheel Flakkee voor
ons doel moeten gewonnen bebben. En wie weet
welke goede gevolgen ons werk kan hebben
voor het veilingwezen op Goeree en Overflak
kee in het algemeen.
Hoogachtend,
De Secretaris,
C. KEIJZER A.Wz.
Herkingen, Februari 1927.
Nationale Bankvereeniging.
Aan het jaarverslag 1926 der Nationale
Bankvereeniging ontkenen wjj het navolgen»
de
Niettegenstaande de daling in den rente»
standaard konden wij onze rentewinst onge»
veer handhaven.
Eveneens stemt tot tevredenheid, dat de aan»
merkelijk mindere levendigheid in het effecten»
bedrijf.op ons provisiennkomen weinig invloed
heeft gebad.
Het blijft ons groote voldoening geven,
dat ook dit jaar het aantal relatiën over alle
takken van ons bedrijf, geene uitgezonderd,
regelmatig bleef toenemen.
Evenmin als vorige jaren gaven wij crediet»
promessen in herdisconto, terwijl wij boven»
dien gedurende het geheele boekjaar een be»
langrijk tegoed onderhielden bij de Rotterdam»
sche Bankvereeniging.
Onze dibiteuren achten wij, na nauwkeurige
revisie, en in aanmerking nemende de onder
crediteuren opgenomen speciale reserve, ge»
heel volwaardig.
Overeenkomstig de verwachting, welke wij
in ons vorig verslag uitspraken, wijzen onze
onkosten, zoowel wat betreft het hoofd «Ho»
noraria« als »Bedrijfsonkosten« een verlaging
aan.
Wij stellen U voor evenals verleden jaar
uit de winst f 500.000,— te bestemmen voor
onze speciale reserve tegen dibiteuren, opge»
nomen onder crediteurenf 100 000.— toe te
voegen aan de statutaire reserve en ditmaal
f 200.000.— af te schrijven op de gebouwen.
Wij stellen U voor daarna het dividend te
bepalen op 4'/2
De balans vertoont de volgende cijfers
Debetzijde Kas en coupons f 3 210.965.68
(v j. f 2.945.368.24), Creditsaldi bij bankiers
en kassiers f 15 422 929.11 (v.j. f8.943.378.94),
Vreemde valuta i 47.577.61 (v.j. f 60.604.51),
Wisselportefeuille f 17.905.106 38 (vorig jaar
f 17.951.125 53), Lcendepöt f 1 701,493.— (v.j.
f 1.670.250.56). Effecten f 600.174,53 (vorig j.
f 602.151.56), Prolongatie gegeven en voorschot*
ten tegen effecten f 12 212.792 01 (vorig jaar
f 13 232 254 13), Debet»saldi in reken ing*courant
f 45.453.790.80 (v.j. f46.351 928.97), Vorderin.
gen wegens gestelde borgtochten f 5.298.100.38
(v. j. f 3.973.062.13), Gebouwen f 4.197.029.18
(v. j. f 4,292.008.70).
Creditzijde: Kapitaal f 10.000.000.— (onv.)
Reserve f 2.500.000.- (v. j f 2 400.000,-) Leen»
depot f 1.701.493.- (v. j f 1.670.250.56), De»
posito en credit<saldi in rekening»courant
f 81.789.412.23 (v.j. f79.515.263.15). Te betalen
wissels en giro»crediteuren f 3,299.568,35 (v.j.
f 554.844.40), Nederlandsche Banken bankiers
f 882.593.85 (v. j. f 1.329.722,61), Gestelde
VOOP 3&'IN KDU9
Kipstraat 85«87 CS Rotterdam
g®- ZIE DE 5 ETALAGES
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J» HEMIGER ÜF»
borgtochten f 5.298.100 38 (v.j. f3.973.062.13)
Dividend en belasting f 490.725.— (onv.) On»
verdeelde winst f 88.065.67 (v. j. f88.265.42).
Het winstcijfer der renterekening bedraagt
f 2.780.677.34 (v. j. f 2.791.854,27), dat der
provisie f 2.437.251.36 (v. j. f 2.440.783.95).
De onkosten»rekening wijst aan, gesplitst over
de twee hoofdenhonoraria f 2.641.251.61
(v. j. f 2.686.537.33) en bedrijfsonkosten
f 978.051.73 (v. j. f 1.008.162.38). De netto»
winst bedraagt f 1.686.890.78 (v. j. f 1.621.758.67)
De verdeeling der nettowinst ad f 1.686.890.78
na aftrek van de uitkeering volgens art. 16
der statuten van tantièmes aan plaatselijke
directeuren, bedragende f 308.100.11 (v. j.
f 292.768.25) laat toe
een afschrijvirg op gebouwen van f200.000.—
(v. j. f 150.000.—) een toevoeging aan het re.
servefonds van f 100.000.— (onv.) een toevoe»
ging aan de speciale reserve tegen debiteuren
op te nemen onder crediteuren van f 500.000.—
(onv.) 4'/j °/o dividend f 450.000.— (onv.) eD
een reserveering voor belasting van f 40.725.—
(onv.) terwijl alsdan een overblijvend winst»
saldo van f 88.065.67 (v. j. f 88.265.42 op
nieuwe rekening is overste boeken.
EEN RAADSLID OF STRAAT GEZET
Al sedert jaren heeft het rapaljaansche raads»
lid Coremans in pand no. 16 aan de Goudsche
Dwarsstraat te Rotterdam gewoond, in een
huis, dat eigendom is van de stichting De
Samaritaan, aan de Linker»Rottekade te Rot»
terdam. De directeur van deze stichting, de
heer v. d. Graaf, had al geruimen tijd een
grief tegen zijn huurder, omdat deze de woning
verwaarloosde en bovendien nog al eens bu»
rengerucht maakte, waarbij herhaaldelijk de
politie te pas moest komen.
Om deze redenen werd het raadslid de
huur opgezegd, maar de huurder, die op dat
oogenblik toevallig geen huurschuld had,
wenschte niet te vertrekken. De opzegging is
hem daarna per deurwaardersexpioit betee»
kend. Sindsdien bleef het raadslid nietaiieen
wonen waar hij was, maar bleef hij ook in
gebreke de huurpenningen, zijnde f 4,25 per
week, te voldoen. Kort na het exploit kwam
de zaak voor de huurcommissie, welke even»
wel, op grond van het feit, dat de huurder
schuld had, geen uitstel wilde verleenen. De
kantonrechter heeft een vonnis gewezen in
den zelfden geest. Coremans had inmiddels
al 7 weken huurschuld. Hij vroeg nogmaals
uitstel en kreeg daarop nog vier weken om
te blijven wonen, mits hij de achterstallige
7 weken huur betaalde en 4 weken huur voor»
uit voideed. Hieraan heeft Coremans evenwel
niet voldaan. Tenslotte was het geduld met
hem uitgeput, en Dinsdag is hij met zijn gezin
op straat gezet. Hij had toen juist 9 weken
schuld. Het huisraad werd stuk voor stuk naar
buiten gedragen en op het trottoir geplaatst.
Het is later van gemeentewege opgeborgen.
Toen alles op straat stond, verliet het raads»
lid met zijn vrouw en kinderen de woning.
Een aantal nieuwsgierigen volgden den zie»
ligen stoet, welke weidra bij het nieuwe raad»
huis was aangeland. Het raadslid, dat nog
steeds zijn gezin bij zich had, ging naar binnen
veracht en geneest men met
VCMIMaHnnnnaMnnMMraMUK
en begaf zich in de richting van de burge»
meesterskamer, waar juist het college van B.
en W. vergaderde. In de antichambre kwam
Coremans een van de wethouders tegen, dien
hij aansprak. Hij eischte, dat het gemeente»
bestuur hem terstond aan een woning zou
heipen. Men verwees hem naar maatschappelijk
hulpbetoon. Het raadslid bleef evenwel nog
wel een uur in de gang van het raadhuis
wachten, want hij moest en hij zou den bur»
gemeester spreken. Dit is echter niet geschied.
Met een zoet lijntje wist men hem en zijn
gezin tenslotte naar buiten te krijgen. Op den
Coolsingel is toen een demonstratie gevolgd
met een bord, waarop aan de menigte kond
werd gedaan van het gebeurde, bezien door
rapaljaanschen bril. De politie heeft het bord
in beslag genomen, waarna de rust is terug»
gekeerd.
Dinsdagnacht is het gezin van het op straat
gezette raadslid Coremans bij familieledenen
kennissen ondergebracht. De dienst van maat»
schappelijk hulpbetoon had hem een tijdelijke
woning in de Korte Wagenstraat aangeboden,
maar Coremans heeft daarvoor bedankt. Woens»
dag was hij nog steeds op zoek naar een hui s