DERDE BLAD Rede van Ds. Hofstede PUROL JSg Zaterdag 5 Maart 1927. No. 3308. Gemengd Nieuws* Gesmette en 01 róode huid bij kleine kinderenjjjL|| INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Land- en Tuinbouw. Hoeden- en PettenmagazIJn Voor de A R. Kiesvereeniging te Dirksland hield Ds. Hofstede van Blokzijl een politieke rede over het verleden, het heden en de toe komst. Het Koor der Ned. Herv. Kerk was goed bezet, toen de voorzitter der K.V. de verga» dering op de gebruikelijke wijze opende, een hartelijk welkom sprak en Ds. Hofstede het woord verleende. (Te Ouddorp hield Zijn Eerw. een soortgelijke rede.) Spr. wees er op dat de titel van zijn rede wat oudejaarsavond»achtig klonk. Maar dit heeft zijn reden. Wij bevinden ons in onzen parlementairen toestand in een keer» punt des tijds. Toen het Ds. Kersten op 11 Nov. 1925 gelukte door zijn amendement het Kabinet» Colijn ten val te brengen, was er een einde gekomen aan de coalitie. En dat de coalitie brak was de fatale beteekenis van deze daad van Ds. Kersten. Het is zooals de heer De Wilde in zijn brochure Voor 25 jaren schrijft aan de vruchtbare samenwerking der coalitie is een einde gekomen. Spr. is niet zoo optimist dat hij gelooft dat de zaak weer zoo spoedig in orde zal zijn als sommigen zich wel voorstellen. Spr. hoopt dat de coalitie spoedig weer gehee'd zal zijn, maar hij vreest dat het niet zoo gemakkelijk zal gaan. Daarom bevinden wij ons thans op een keerpunt. Het verleden is afgesloten en wij staan voor een nieuwen toestand. Daarom wil spr. het hebben over ons glorie» rijk verleden, den moeilijken toestand waarin wij ons bevinden en de heerlijke roeping die God ons nog voor de toekomst gegeven heeft. Eerst een blik in het verleden. Spr. herinnert aah het jaar 1894 toen het ministerie-Tak van Poortvliet door een amendement-De Meijer op zijn kieswet tot den val gebracht werd en er een hopelooze verwarring in het parlemen» taire leven gesticht werd. Het lid der Tweede Kamer De Meijer was iemand van weinig beteekenis in hel politieke leven en toch waren de gevolgen groot. Het was zooals de H. Schrift ons ook verhaalt iemand die in een» voudigheid zijn pijl afschoot. Hetzelfde hebben wij gezien in 1925 met Ds. Kersten. Ook hij is een man van niet zoo groote beteekenis en toch heeft zijn amendement op de gezantschapspost tot gevolg gehad dat de coalitie in haar hart getroffen werd en de val van het Ministerie.Colijn ver» oorzaakte en er aan de samenwerking der Rechtsche partijen een einde kwam. Spr. betreurt dezen gang van zaken tot in het diepst van zijn ziel. De coalitie werd door de Liberalen voor een monsterverbond uitgemaakt. Ds. Kersten en de zijnen spreken van een onheilig ver bond. Maar dit was het niet. Groen van Prinsterer was de vader der Coalitie. Het is opmerkelijk dat Ds. Kerkten dit in zijn blaadjes De Saambinder en De Banier wil ontkennen. Maar men moet toch wel geheel onkundig zijn van de geschiedenis van ons parlementaire leven om zulks te kunnen be» weren. Juist Groen was de man die reeds in de helft der vorige eeuw op samenwerking met de Roomsche Staatspartij aandrong. Toen Groen van Prinsterer in 1849 nog als een eenling in de Kamer stond, was hij bet die de Roomschen, die meenden dat de Libe» ralen hun wenschen zouden vervullen en zelfs Liberale Kamerleden afvaardigden, vroeg toch van de Liberale partij af te zien. Bij de be» grootingsdebatten van datzelfde jaar wees hij zijn Roomsche Kamerleden er op dat de strijd niet is Roomsch en onroomsch, doch Geloof en Ongeloof. Dat was op 12 Dec. En den vol» genden dag (13 Dec.) sprak hij tot zijn Room» sche collega's«Wij verlangen toenadering met U op grond van drieërlei gemeenschap. Ge» meenschap van geloof, gemeenschap van on recht en gemeenschap van gevaar. Let wel óók op grond van gemeenschap van geloof. Ds. Kersten laat in zijn blaadjes schrijven dat Groen in zijn isolement zijn kracht zocht. Maar deze voorstelling is onjuist. Wel zocht Groen in zelfstandigheid van zijn beginsel zijn kracht, maar was er steeds op uit samen werking met de Roomschen te zoeken, waar zij verschillende zaken gemeen hadden. Groen heeft de samenwerking der Rechtshe Partijen niet mogen beleven. Maar onder zijn opvolger Dr. Kuyper en de beide andere grootmeesters Lohman en Schaepman kwam zij tot stand. En deze samenwerking is tot rijken zegen geweest voor ons Christenvolk en ons gansche land. Spr. vindt het opmerkelijk dat de volge» lingen van Ds. Kersten wel gemoedsbezwaren hebben tegen samenwerking met het bijgeloof, maar eertijds hadden ze geen gewetensbezwaren om hun stem en steun te geven aan het on» geloof. De cijfers wijzen het uit dat vele navolgelingen van Ds. Kersten in Zeeland en deze orthodoxe eilanden liberaal gestemd hebben. Hoe is dit met elkander te rijmen? De tegenstanders der Coalitie wijzen op de weinige vruchten der samenwerking. De dood straf is nog niet ingevoerd, de vaccine<dwang niet afgeschaft, enz. Dat is echter niet de schuld der Antirevolutionairen. De Chr. Hist, en R.»Kath. waren niet mede te krijgen op deze punten, hoewel vooral de doodstraf in den laatsten tijd ook onder R.-Kath. pleitbe zorgers vindt. Spr. vindt het een oneerlijke bestrijding van Ds. Kersten dat hij altijd weer alléén de A. R. Partij aanvalt en de C. H. Unie met rust laat. Dan wijst Spr. op enkele heilrijke vruchten der Coalitie. Zoo wees ook de Heer De Wilde er op, dat dit wel de groote vrucht is geweest, dat door samenwerking der Rechtsche Partijen de Christelijke gedachte invloed heeft gekregen op ons volksleven en wij onder het liberale juk zijn weggekomen. Maar ook de gelijk» gerechtigheid van ons Christelijk volksonder wijs met het openbare is een vrucht der samen» werking. Zelfs Ds. Kersten en de zijnen ge» nieten de vruchten van deze gelijkstelling. Eu al laat de Zondagswet nog veel te wen schen over, als vrucht der Christelijke actie mag toch genoemd worden de verbetering bij de Posterijen. Maar ook al had de Coalitie totaal niets positiefs tot stand gebracht, dan nog is zij tot rijken zegen voor ons volk geweest. Om zich tot de laatste 25 jaren te bepalen wijst Spr. op de groote spoorweg»staking van 1903, die onder een slappe liberale regeering een ramp voor ons volk geworden zou zijn, maar nu onder de krachtige hand van Dr. Kuyper in kiem gesmoord werd. En in 1918 toen Troelstra in navolging van zijn vrienden in Duitschland een greep naar de macht deed was het weer de Vrijzinnigheid die bereid was in haar angst, alles maar over te geven, doch een krachtig Christelijk Kabinet, dat de revolutiegolf weerstand bood. De Coalitie heeft óók preventief zegenrijk gewerkt. Dan wijst spr. nog op de Christelijk sociale wetgeving van Talma, waarin overeenkomstig Gods Woord gerechtigheid en barmhartigheid geoefend worden. Helaas zijn er ook onder de Anti»Rev. nog wel menschen die op het stuk der sociale wetgeving nog zoo'n beetje half'liberaal zijn. Maar ons program spreekt gelukkig andere taal. Doch wat Ds. Kersten inzake het sociale leven wil is niets dan wat het oud.Liberalisme in zijn dagen wilde en is in flagranten strijd met den eisch van Gods Woord. Wij moeten God dankbaar zijn dat hij ons de coalitie en haar arbeid schenken wilde. Spr. wijst op Duitschland wat er van dit land geworden is, en wat het had kunnen zijn indien men ook daar een positieve rechtsche samenwerking had gekend. Thans gaan de oogen der R. Kath. daar ook open en begin» nen zij te zien, jdat zij slechts in samenwerking met de Protestansche partij het Christelijk element in het volksleven kan handhaven. Komend tot een beschouwing van het heden wijst spr. op de moeilijkheden die onze partij ondervindt. Langen tijd was zij regeerings-partij en dat heeft voor het partij leven zelve zijn schaduwzijden. Een voorrecht voor de partij is het thans geen regeeringspartij te zijn, doch te kunnen bekomen van de moeilijke periode die moest worden doorgemaakt. Een regeerings partij heeft macht en trekt elementen die op macht belust zijn. Gelukkig heeft onze partij thans geen enkel «baantje* te vergeven. Jammer is dat bij deze periode van inkee» ring tot zichzelve, van rust, onderling de een heid zoek is. Het Belgisch Verdrag was mede oorzaak van verdeeldheid. Ofschoon spr. ook liever e> n anderen gang van zaken gehad had, blijft hij partij en beginsel getrouw, wetend dat het Belgisch Verdrag voor de kamerleden geen kwestie van beginsel, doch van beleid was. Eveneens is het jammer dat er gevonden worden die zich op een kerkelijke indeeling politiek willen inrichten. Gelukkig gaan artt 2 en 3 van ons program rechtdraads tegen kerkelijke indeeling in. Wij A.R. zijn een nationale partij en dat is onze eere. Wij zijn geen kerkelijke partij, maar een partij van geloovigen die ons land in Calvinis» tischen geest willen geregeerd zien. Dit te be doelen was steeds onze glorie. Helaas zijn er bedenkelijke verschijnselen. Maar wat zullen ontevredenen buiten de A.R. beginnen. Tot de C.»H. Unie kunnen zij zich niet wenden, want zij moeten niet denken dat zij ooit scheiding van Kerk en Staat uit de handen der C. Hist, verkrijgen zullen 1 Al was er sprake van eenige achteruitzetting van een deel, en als dit zoo ware heeft spr.'s langdurige ervaring geleerd dat hij er zeker in deelen mag, dan zullen we ons toch blij» ven vastklemmen aan het A. R. beginsel en de A.R. partij. Dat is eisch van ons beginsel- Wordt het kerkelijk element ingevoerd dan is dat het bederf voor de partij. Gelukkig hebben wij in Zuid-Holland-Zuid bij de Statenverkiezing daar geen last van. De candidaat voor dit eiland, de heer War» naer, is door alle kerkelijke partijen gezien. Maar zullen in ons land Juda en Efraïm elkaar benauwen? Dat mag niet, zegt spr. Wat Jasaja voor zijn tijd sprak geldt ook voor ons. Wij mogen elkander niet zoeken te benauwen maar wij moeten gezamenlijk den Filistijn op den schouder vallen. Wij moeten den tijd van het heden gebrui» ken om onze eenheid te herstellen, ons par» tijleven innerlijk te versterken, opdat de liefde voor ons beginsel weer opbloeie en wij het hooge ideaal weer nastreven. En ten slotte heeft God voor de toekomst ons nog een heerlijke roeping gegeven. Wat wij thans hebben is een intermezzo kabinet, d.w.z. een tusschengeschoven kabinet, dat -slechts tijdelijk is, ook al houdt het ka binet-De Geer het uit tot 1929 (wat heel goed mogelijk is) dan zal töch de vraag eenmaal komenwat nu Er moet geregeerd worden. En dat gaat niet zonder coalitie. Komt er geen coalitie rechits dan komt er een coalitie links, hebben wij een rood-zwart blok te wachten. De Roomsch-Kath. zullen niet met de so» cialisten willen samengaan. Maar als zij van de andere christelijke partijen een trap krij gen en tenslotte gedrongen worden in een richting waarin ze niet gaan willen, dan zul len zij moeten kiezen en rest hun niets anders dan een coalitie met de socialisten. En wat dan Zal Ds. Kersten dan zijn zin krijgen Zal de invloed van Rome beknot worden Zal hét protestantisme zegevieren Niets van dit alles. De socialisten geven Rome gaarne een ge» zant bij den Paus, zullen gaarne medewerken tot opheffing van het processieverbod en komen gaarne aan allerlei specifiek Roomsche wen schen tegemoet, wanneer de Roode heeren maar mogen mede regeeren 1 Het protestantsche leven wordt uitgescha keld. En al blijft Ds. Kersten dan 25 jaar in een hoek van de Tweede Kamer protesteeren het zal hem niets baten. Rome zegeviert en Rood zal heerschen met ijzeren vuist I Dat zal het gevolg zijn wanneer de rechtsche coalitie niet hersteld wordt. Laat ons, aldus spr., dezen tijd dan benut ten om de rechtsche samenwerking te herstel» len, eigen partijleven te versterken en alzoo ons A.»R, beginsel invloed te geven. Slechts zoo is het" mogelijk dat er ander» maal kracht van het Christendom op ons staatsleven uitgaat en wij onder Gods genade nog bewaard blijven van de opperheerschappij van Ongeloof en Revolutie. Alzoo kunnen wij de heerlijke roeping die God onze partij op de schouders gelegd heeft vervullen, ons volk ten zegen, zijn Naam tot eere. Ten slotte wijst spr. nog op de beteekenis der a.s. Statenverkiezing, waarbij ook begin» selen in het spel zijn. Spr. weet uit eigen ervaring dat ook in de Provincie huishouding ds beginselen de drijf» en stuwkracht zijn. Zoo kreeg spr. als Statenlid van Overijsel eens een voorstel onder de oogen van Ged. St. behelzende de vergaderingen der ingelan» den uit te schakalen. Spr. meende dat dit een omissie, een abuis was. Doch toen spr. Ged. St. interpelleerde bleek dat dit niet het geval was. Het was de bedoeling de ingelanden» vergaderingen uit te schakelen. Hier achter stak een beginsel. Het A.R. principe komt op voor autonomie en decentralisatie. En toen heeft spr. hiervoor het pleit gevoerd. Met behulp der R. Kath. kreeg spr. gedaan, dat de clausule weggenomen werd. Hetzelfde heeft spr. ondervonden met sub» sidieering aan openbare leeszalen. Inderdaad ook in de Staten gaat het om beginselen. Daarom wekt spr. allen op als één man hun stem uit te brengen op den heer Warnaer, opdat naast hem en zijn collega nog een derde afgevaardigde uit den Statenkieskring Ridder kerk in de Staten van Zuid»Holland zal ver schijnen. Het was een goede avond voor de Anti-Rev. broeders van Dirksland en zeker was de heer v. Oversteeg aller tolk, toen hij spr. hartelijk dank bracht voor zijn leerzaam en principieel betoog. Ds Hofstede eindigde met dankgebed, nadat nog de strijdpsalm uit Ps. 89 gezongen was. Propaganda»lezing der V.P.Z.H. te Oud dorp op 17 Febr. 1927 gehouden door den Weled. Heer D. Pleit te Heinenoord onder Voorzittersschap van den Weled. Heer G. L. Warnaer (Vervolg) Wij veronderstellen nu, dat alles in orde is. De hokken zijn goed, het pluimvee is van goe de afstamming en we rapen volop eieren. Maar al is men nog zulk een goede bakker, en men kan z'n brood niet kwijt, wat heeft men er dan aan Goed geschoolde menschen hebben over het afzetgebied der eieren nagedacht, en ge meend, dat het geparasiteer op onze porte- monnaie door opkoopers en exporteurs kan ophouden, door veilingen in het leven te roe pen. Dat dit een geweldige beroering onder de opkoopers en exporteursbracht, valt te be grijpen, en dat zij al het mogelijke gedaan heb ben, om het veilingwezen tegen te houden, heeft de praktijk bewezen. Spr. haalt b.v. het Westland aan, waar de tuinders erg beboet worden, als zij hun producten particulier ver- koopen, en juist de Westlandsche Veilingen betalen nu de hoogste prijzen. Maar in het be gin hebben de tuinders natuurlijk erg ge sputterd, daarvoor zijn het nu eenmaal Hol landers. Spr. zelf heeft die strijd heelemaal meegemaakt. Toen de pluiumveeteelt b.v. rond Rotterdam toenam, verrezen de opkoopers als paddestoelen uit den grond. Zij hadden een ruim bestaan door 100 a 150 eieren per dag te verhandelen. De producent kreeg natuurlijk veel te weinig, terwijl de consument teveel moejst betalen. In 1904 betaalde zij aan de boeren 2]/i cent per stuk. In dien tijd verrees de eerste eierveiling. Zij hebben toen alles ge daan om deze veilingen weg te krijgen. Terwijl zij aan de stadsmenschen de beste eieren le verden voor minder als de veiling, leverden zij aan de veiling de slechtste eieren. Dat kostte natuurlijk de producent geld, want de prijzen bleven gedrukt. Op 't oogenblik beconcur- reeren de kooplui elkaar op de veilingen, en niet het stadspubliek. Zij betalen n het hoogste wat zij geven kunnen. Het komt wel voor, dat b.v. op de Rotterdamsche Veiling 60 kooplui en exporteurs hun benoodigde eieren komen koopen. Er kan dus wel gerekend worden, dat de hoogste prijzen betaald worden. Het groote belang voor den pluimveehouder om den eier- handel te organiseeren, meent spr., hoeft nu niet meer uitgelegd te worden. De V. P. Z. H. werkt hier verbazend aan. Om het geknoei en de afzetterij van ochtendvoederhandelaren te gen te gaan, heeft zij haar voederinstelling, welkein 1926, het 2e jaar van haar oprichting, voor 140.000 geleverd heeft aan de pluim veehouders van Zuid-Holland, aangesloten bij de V. P. Z. H. Betreffende de goede naam welke dit voeder heeft, bewijst wel de voort durend grootere kwantums, welke b.v. naar Flakkee gestuurd worden. Het is het ideaal der V. P. Z. H. om de eierhandel in een coöperatieve veiling ver- eenigd te zien, waar alle kleine veilingen him eieren in uitstorten. Alles moet door een hand gaan, dan kunnen wij, neen, dan krijgen wij voor onze producten het hoogste dat mogelijk is Wij zijn allen van huis uit conservatief, doch wanneer we er beter mee worden, dienen wij met ons conservatisme te breken. Goeree en Overflakkee in zijn geheel moet zich organiseeren. Dat wil niet zeggen, dat de leiding in handen van een bestuur moet zijn, doch als vanzelfsprekend zal voor de Vereen, een uiterst moeilijke tijd aanbreken, en zal het haar wel zoo moeilijk mogelijk gemaakt worden door de exporteurs, dat misschien wel eens gedacht zal worden, om haar op te heffen. Doch overwinnen zal ze zeer zeker. Daarom is het beter, dat de leiding in handen is van personen, welke boven de plaatselijke organi saties staan. Iederdorp kan dan door zijn plaat selijk bestuur nar omstandigheden handelen. Wanneer de vergadering zich echter nu wilde uitspreken, kon de plaatelijke afd. der E.F.P.V. aangesloten bij de V. P. Z. H., nu opgericht wordeen. Alvorens hiertoe over te gaan, had spr. echter gaarne, dat zij, die nog iets te vragen hadden, of bezwaren hadden, dit eerst nog naar voren brachten. De heer v. Heest dankt spr. voor zijn opwek king, om te organiseeren en betreurt het dat het bestuur der E. T. P. V. niet-heeft onder handeld met de veiling, welke doch bezit is van Flakkee. De heer Keijzer, secretaris der E. F. P. V., antwoordt den heer v. Heest, en zegt, dat de E. F. P. V. wel degelijk onderhandeld heeft met de veiling, althans met den Directeur. Daar deze echter geen kans zag zonder grooteren aaanvoer van eieren de exporteurs naar Mid- delharnis te lokken, zag het bestuur zich ge dwongen naar hulp en steun uit te zien van een veiling, welke het hoogste voor haar pro duct maakte. Het is nu haar doel, om de eier- afzet eerst onder controle te houden, en wan neer zij iedere week een belangrijk kwantum eieren kan garandeeren, meent spr., dat het be stuur zeer zeker geen enkel bezwaar zal heb ben om haar eieren te Middelharnis te doen veilen. De heer v. Heest zegt, de vergadering dan ernstig in overweging te geven, zich te organi seeren, en haar eieren naar hoogste noteerende veiling te doen sturen. De heer K. Tanis Gz. zegt, 25 jaar geleden al naar Rotterdam gezonden te hebben. De eie ren waren toen 2 Yi cent. Hij wil wel een ver. oprichten, en aansluiten bij de V. P. Z. H. Het gaat bij hem niet om die zeven stuivers. Wij kunnen op Ouddorp een plaatselijke vereeni- ging hebben, en dan zelf naar Rotterdam zen den. Het kan hier een reuzen vereeniging wor den. Hij wil nog wel eens vergaderen. De Ouddorpers willen altijd nog wel eens praten. Hij is er wel voor om aan te sluiten bij de E. F. P. V. Als men alleen staat, kan men toch niets beginnen. De voorzitter gaf nu gelegenheid, tot het op geven van leden. Ongeveer 40 personen traden toe. Aangezien de controle voor Ouddorp niet naar het genoegen was van enkelen, werd be sloten een voorloopig bestuur te benoemen, welke deze kwestie nog eens onder de oogen zou kunnen zien. Als voorl. voorzitter werd benoemd de heer K. Tanis Gzn. en tot Secr. de Heer P. Voogd Dz. Geachte lezer. Velen Uwer zullen misschien in de meening verkeeren, dat wij nu direct beginnen met den ophaal van eieren in 't groot. Dit is echter on ze bedoeling niet. Zooals op 't oogenblik de toestand is, moet ze blijven. De eierexporteur Nipius kocht verleden week de eieren voor laagste noteering Barneveldsche eiermarkt zijn de 8 cent. Het verwonderde ons zeer, dat bo vengenoemde heer alle mogelijke moeite doet, onze poging Ouddorp georganiserd te zien, te te doen mislukken. Immers, waarom koopt hij zijn eieren dan niet liever te Rotterdam, waar ze toch goedkooper zijn, als te Barneveid. (Zie open brief Poolman.) Onze bedoeling is echter, vorloopig hoofdzakelijk controle te houden over de besteede prijzen. De strijd welke gevoerd wordt, om de pro ductie welke wij met zooveel zorg en moeite winnen zoo goed mogelijk te verkoopen, geldt niet voor Ouddorp alleen doch voor geheei Flak kee. Van Ouddorp tot Ooltgensplaat moet dus door één organisatie gewerkt worden, en die or ganisatie is de E. F. P. V. dat is bewezen. Het spreekt vanzelf, dat iedere plaatselijke organisatie door zijn eigen bestuur, naar om standigheden wordt bestuurd, doch het ligt voor de hand dat wij voorloopig geheel Flakkee voor ons doel moeten gewonnen bebben. En wie weet welke goede gevolgen ons werk kan hebben voor het veilingwezen op Goeree en Overflak kee in het algemeen. Hoogachtend, De Secretaris, C. KEIJZER A.Wz. Herkingen, Februari 1927. Nationale Bankvereeniging. Aan het jaarverslag 1926 der Nationale Bankvereeniging ontkenen wjj het navolgen» de Niettegenstaande de daling in den rente» standaard konden wij onze rentewinst onge» veer handhaven. Eveneens stemt tot tevredenheid, dat de aan» merkelijk mindere levendigheid in het effecten» bedrijf.op ons provisiennkomen weinig invloed heeft gebad. Het blijft ons groote voldoening geven, dat ook dit jaar het aantal relatiën over alle takken van ons bedrijf, geene uitgezonderd, regelmatig bleef toenemen. Evenmin als vorige jaren gaven wij crediet» promessen in herdisconto, terwijl wij boven» dien gedurende het geheele boekjaar een be» langrijk tegoed onderhielden bij de Rotterdam» sche Bankvereeniging. Onze dibiteuren achten wij, na nauwkeurige revisie, en in aanmerking nemende de onder crediteuren opgenomen speciale reserve, ge» heel volwaardig. Overeenkomstig de verwachting, welke wij in ons vorig verslag uitspraken, wijzen onze onkosten, zoowel wat betreft het hoofd «Ho» noraria« als »Bedrijfsonkosten« een verlaging aan. Wij stellen U voor evenals verleden jaar uit de winst f 500.000,— te bestemmen voor onze speciale reserve tegen dibiteuren, opge» nomen onder crediteurenf 100 000.— toe te voegen aan de statutaire reserve en ditmaal f 200.000.— af te schrijven op de gebouwen. Wij stellen U voor daarna het dividend te bepalen op 4'/2 De balans vertoont de volgende cijfers Debetzijde Kas en coupons f 3 210.965.68 (v j. f 2.945.368.24), Creditsaldi bij bankiers en kassiers f 15 422 929.11 (v.j. f8.943.378.94), Vreemde valuta i 47.577.61 (v.j. f 60.604.51), Wisselportefeuille f 17.905.106 38 (vorig jaar f 17.951.125 53), Lcendepöt f 1 701,493.— (v.j. f 1.670.250.56). Effecten f 600.174,53 (vorig j. f 602.151.56), Prolongatie gegeven en voorschot* ten tegen effecten f 12 212.792 01 (vorig jaar f 13 232 254 13), Debet»saldi in reken ing*courant f 45.453.790.80 (v.j. f46.351 928.97), Vorderin. gen wegens gestelde borgtochten f 5.298.100.38 (v. j. f 3.973.062.13), Gebouwen f 4.197.029.18 (v. j. f 4,292.008.70). Creditzijde: Kapitaal f 10.000.000.— (onv.) Reserve f 2.500.000.- (v. j f 2 400.000,-) Leen» depot f 1.701.493.- (v. j f 1.670.250.56), De» posito en credit<saldi in rekening»courant f 81.789.412.23 (v.j. f79.515.263.15). Te betalen wissels en giro»crediteuren f 3,299.568,35 (v.j. f 554.844.40), Nederlandsche Banken bankiers f 882.593.85 (v. j. f 1.329.722,61), Gestelde VOOP 3&'IN KDU9 Kipstraat 85«87 CS Rotterdam g®- ZIE DE 5 ETALAGES Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend, J» HEMIGER ÜF» borgtochten f 5.298.100 38 (v.j. f3.973.062.13) Dividend en belasting f 490.725.— (onv.) On» verdeelde winst f 88.065.67 (v. j. f88.265.42). Het winstcijfer der renterekening bedraagt f 2.780.677.34 (v. j. f 2.791.854,27), dat der provisie f 2.437.251.36 (v. j. f 2.440.783.95). De onkosten»rekening wijst aan, gesplitst over de twee hoofdenhonoraria f 2.641.251.61 (v. j. f 2.686.537.33) en bedrijfsonkosten f 978.051.73 (v. j. f 1.008.162.38). De netto» winst bedraagt f 1.686.890.78 (v. j. f 1.621.758.67) De verdeeling der nettowinst ad f 1.686.890.78 na aftrek van de uitkeering volgens art. 16 der statuten van tantièmes aan plaatselijke directeuren, bedragende f 308.100.11 (v. j. f 292.768.25) laat toe een afschrijvirg op gebouwen van f200.000.— (v. j. f 150.000.—) een toevoeging aan het re. servefonds van f 100.000.— (onv.) een toevoe» ging aan de speciale reserve tegen debiteuren op te nemen onder crediteuren van f 500.000.— (onv.) 4'/j °/o dividend f 450.000.— (onv.) eD een reserveering voor belasting van f 40.725.— (onv.) terwijl alsdan een overblijvend winst» saldo van f 88.065.67 (v. j. f 88.265.42 op nieuwe rekening is overste boeken. EEN RAADSLID OF STRAAT GEZET Al sedert jaren heeft het rapaljaansche raads» lid Coremans in pand no. 16 aan de Goudsche Dwarsstraat te Rotterdam gewoond, in een huis, dat eigendom is van de stichting De Samaritaan, aan de Linker»Rottekade te Rot» terdam. De directeur van deze stichting, de heer v. d. Graaf, had al geruimen tijd een grief tegen zijn huurder, omdat deze de woning verwaarloosde en bovendien nog al eens bu» rengerucht maakte, waarbij herhaaldelijk de politie te pas moest komen. Om deze redenen werd het raadslid de huur opgezegd, maar de huurder, die op dat oogenblik toevallig geen huurschuld had, wenschte niet te vertrekken. De opzegging is hem daarna per deurwaardersexpioit betee» kend. Sindsdien bleef het raadslid nietaiieen wonen waar hij was, maar bleef hij ook in gebreke de huurpenningen, zijnde f 4,25 per week, te voldoen. Kort na het exploit kwam de zaak voor de huurcommissie, welke even» wel, op grond van het feit, dat de huurder schuld had, geen uitstel wilde verleenen. De kantonrechter heeft een vonnis gewezen in den zelfden geest. Coremans had inmiddels al 7 weken huurschuld. Hij vroeg nogmaals uitstel en kreeg daarop nog vier weken om te blijven wonen, mits hij de achterstallige 7 weken huur betaalde en 4 weken huur voor» uit voideed. Hieraan heeft Coremans evenwel niet voldaan. Tenslotte was het geduld met hem uitgeput, en Dinsdag is hij met zijn gezin op straat gezet. Hij had toen juist 9 weken schuld. Het huisraad werd stuk voor stuk naar buiten gedragen en op het trottoir geplaatst. Het is later van gemeentewege opgeborgen. Toen alles op straat stond, verliet het raads» lid met zijn vrouw en kinderen de woning. Een aantal nieuwsgierigen volgden den zie» ligen stoet, welke weidra bij het nieuwe raad» huis was aangeland. Het raadslid, dat nog steeds zijn gezin bij zich had, ging naar binnen veracht en geneest men met VCMIMaHnnnnaMnnMMraMUK en begaf zich in de richting van de burge» meesterskamer, waar juist het college van B. en W. vergaderde. In de antichambre kwam Coremans een van de wethouders tegen, dien hij aansprak. Hij eischte, dat het gemeente» bestuur hem terstond aan een woning zou heipen. Men verwees hem naar maatschappelijk hulpbetoon. Het raadslid bleef evenwel nog wel een uur in de gang van het raadhuis wachten, want hij moest en hij zou den bur» gemeester spreken. Dit is echter niet geschied. Met een zoet lijntje wist men hem en zijn gezin tenslotte naar buiten te krijgen. Op den Coolsingel is toen een demonstratie gevolgd met een bord, waarop aan de menigte kond werd gedaan van het gebeurde, bezien door rapaljaanschen bril. De politie heeft het bord in beslag genomen, waarna de rust is terug» gekeerd. Dinsdagnacht is het gezin van het op straat gezette raadslid Coremans bij familieledenen kennissen ondergebracht. De dienst van maat» schappelijk hulpbetoon had hem een tijdelijke woning in de Korte Wagenstraat aangeboden, maar Coremans heeft daarvoor bedankt. Woens» dag was hij nog steeds op zoek naar een hui s

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 9