voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. lï BIJZOÜSËRE zei Antire volutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES Drie Bladen. ten. No. 3306 ZATERDAG 26 FEBRUARI 1927 TWEEDE BLAD. iMBiidejenjk Siiipfle. f 41stf JAARGANG Dit uuanter bestaat uit Het regeeren naar Woerde Gods, den JLand- en Tuinbouw. Isigezonden Stukken. H.H. Schilders Flakkeesche Brieven. V I. volledige aan den Direct te 'n 30 Maart n.m. van sr, de heer LOEFF. 10 uur te een Vos nerrie oud e, rolblok, Sacksploe» le snede i den heer SLUYS. Woensdag 9 en heer C. lelandsche. rerkooping shokkeling :nden, bie» en sloot» mestvaalt, «en, brand» zal worden verkooping en onder» LOEFF. .m. 10 uur oond door ebrs. Buijs 3 vaarzen, appen SLUYS. rgs 10 uur, uwlust« in an den heer t koeien, 3 wielslede, 2 maaima» kken, ploe; >omp, plm. haver enz. BERG )verflakkee. ruari. 7,15. tot f 7. ks. K.G. stuks. trant komt. igen hoekje gvliet. Geen iekoek -roer peet. Dat is ir Stad ver» olaat. Ja als had, kon »even, maar wade vrien» die ook in ■ksland. Het dit weer te geweest ben rrijven de ik je mis» :op verschil» taan kijken Drukfouten kan ik niets je alles zelf je het een 1 mee hoor. voornaam en zoo. n. Ook wel» ijft dan best lissant. Nou en te tellen. mt een eind ik daar wel ik toen nog zou worden, 'iefkaart met m bij. Nu ga van wie dat n ander valt ters dorscben. eeland. 1. mee 1 groeit. ioningin Deze Courait veiseh'jnt eiken WOENSDAG en 2ATERDAG. ABONNEM NTSTRSjS per drie maanden franco per post f 1.— bï] vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDERL1 KE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHQVEM 3KQMEM SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worders berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. .ASSe staaSckestt v©®r de RedaetI© kesfcemd, Adveriesatiësa ©as verdere Administratie, franco toe ie asetadesa aan de Uitgevers Het zal onze lezers vermoedelijk wel bekend zijn, dat deze spreuk het devies is van de uitgevers van dit blad. Reeds meer dan veertig jaren mocht deze firma dit woord in haar schild voeren, en onder Gods zegen mocht het werken en worstelen steeds naar hooger en breeder plan leiden. Daar de uitgave van en de propagee ring onzer Antirev. beginselen, door dit blad, uit den aard der zaak zeer Vo nauw verbonden zijn aan het wel en het wee dezer firma, vinden wij aan leiding hierop te wijzen, nu de uitgevers dezer dagen hun eerste zetmachine in gebruik namen. Tot op heden geschiedde al het zet werk, zoowel voor ons Blad als voor andere uitgaven met de hand. Een be langrijk gedeelte zal nu voortaan ma chinaal gezet worden. Vergissen wij ons niet, dan zullen de lezers de proeve van dit machinezetsel in dit Blad kun nen waarnemen. Ongetwijfeld deden de uitgevers hiermede een belangrijken stap, waar van onze lezers zich wel eenige voor stelling kunnen maken, als zij weten, dat een dergelijke machine voor onge veer 5 man arbeid verricht. Gelukkig mogen wij mededeelen, dat door het in gebruik nemen van deze fy machine niemand van het personeel het slachtoffer is geworden. Zeker voor een groot deel het gevolg van het feit, dat deze firma het volle vertrouwen harer cliënten bezit, die haar de uit breiding der zaak opnieuw mogelijk maakten. Moge het in de toekomst onder den zegen Gods al werkende in steeds stijgende lijn blijven gaan opdat ook ons blad daarvan het voordeel geniete en alzoo de propageering onzer dierbare beginselen voortgang kunnen hebben. Redactie. ook iaam van een :rmeldingvan rij dag 4 Maan RUUS Scheldebode idijk. 3) Vervolg). Als de verhouding^usschen Kerk en Staat zóó is, dat zij beiden' op één terrein werken, dan kan het antwoord op de vraag, op wat wijze de Overheid aan de ordinantiën Gods gebonden zij, geen moeilijkheden opleveren. Immers, de Kerk houdt zich steeds bezig met het onderzoek van Gods Woord en haar suprematie over den staat is zóó klaarblijkelijk, dat zij alleen de beslissing heeft in alle ge» schillen hierboven bedoeld. Zóó begrepen het de pausen. De Kerk heeft zeggenschap over den Staat. De Overheid heeft wel een zekere vrijheid van beweging, en haar komt wel eenige zelfstandigheid toe, maar waar het gaat om de eeuwige beginselen van Gods Woord buigt zij zich voor de Kerk. De Overheid heeft tot roeping de Kerk te beschermen teg^n allen vijand, en elk die zich tegen het geloof der Kerk stelt en zich niet bijtijds met haar verzoent, valt door het zwaard der Overheid. Niet direct is door de hervormers ingezien dat de bescherming, die de Staat der Kerk te verleenen heeft van burgerlijken aard is, en zich niet uitstrekt tot de belijdenis en de liturgie der Kerken. De verdediging daarvan moet geschieden met geestelijke wapenen, en is geheel aan de Kerk overgelaten. Zij zelve zie toe, dat zij in dien strijd niet overwonnen worde. Onze vaderen, de helden van den brand» stapel en het schavot, waren een eerbiedigen en onderdanigen toon gewoon tegen de Over» heden, tijdens de Spaansche overheersching, en vroegen om niets dan om bescherming. Onder de Unie van Utrecht bleven zij de onderdanige beschermeling, die in de lands» tegeering zijn patroon zag, en zij lieten toe u ^eze hunne zaken mengde, zoo zelfs, dat het uitschrijven van een provinciale synode aan de gewestelijke overheden stond, en van een nationale synode aan de Staten» Generaal. Voor zoover ik weet, hebben zij zich nim» mer afgevraagd of deze verhouding wel juist was. De historie leidde hen hier, en zij leidde wel in de richting waar een groote mate van vrijheid lag voor de kerk, zoodat de band nooit benauwend drukte, maar met het be» ginsel had men niet gebroken. Dat, te doen was voor een la teren tijd weggelegd, die in practijk al de ellende die uit dat verkeerde beginsel volgde, gezien haden zich nu ging indenken, hoe of de verhouding tusschen Kerk en Staat behoorde te zijn. Zij kwam tot de conclusie, dat Kerk en Staat een eigen ge» bied en een eigen levenssfeer hebben. Dat de Kerk is opgedragen het Evangelie te verbrei» den over de aarde, en de Staat tot roeping heeft de orde te handhaven en het leven on» der de menschen mogelijk te maken. Dat de Kerk leeft bij Gods bizondere genade en ge ?n ander licht heeft dan de openbaring Gods. Dat de Overheid leeft bij Gods gemeene gratie en leeft bij natuurlijk licht, verhelderd door wat God hierover in Zijn Woord openbaarde. Daar de Kerk echter niet leert met gezag, noch onfeilbaar is, zoo kan zij niet met gezag de Overheid het Woord uitleggen en haar binden aan hare beslissingen. Ons program zegt, dat de Overheid in de consciëntie d-r overheids»personen aan de ordinantiën Gods gebonden is Elk overheids» persoon, die verantwoordelijk is voor wat hij doet, moet het dus voor zichzelf weten, hoe of hij de Schrift op een bepaalde plaats ver» staat. Nu kan het zijn, dat een magistraat, die het in zijn hart zoo nauw niet neemt, geheel willekeurig omspringt met tekt en uitlegeerst besluit wat of hij doen zal, en dan in den Bijbel een etiket opzoekt dat er zoo ongeveer bijkomt. Het kan ook zijn, dat de overheids» personen zich om God en zijn geboden niet bekommeren, en zijn Woord alleen opslaan om er den spot mee te drijven en z:ch zóó aangenaam te maken bij het publiek op wier schouders zij staan. Maar dat kan niet worden aangevoerd als argument tegen wat wij zeiden, want als gij deze personen zoudt willen bin» den aan de uitspraken uwer Kerk, zoudt gij niets anders bereiken, als dat uw Kerk te heftiger werd aangevallen, en dat de band, die Kerk en Staat aan elkander snoerde, de eerste deed stikken. Trouwens het is de Kerk onmogelijk de Overheid de ordinantiën Gods met gezag voor te schrijven, gelijk we reeds opmerkten, zoowel voorzoover die ordinan» tiën gekend worden uit de Schrift als uit de natuur. Laten wij nu gaan zien, hoe de consciëntie der overheidspersonen aan Gods ordinantiën Gods gebonden wordt. Wij zullen ons natuur» In de eerste plaats geschiedt dit door ijverig en gestadig onderzoek van den Bijbel. Het opmerkzaam lezen en overdenken zal iicht geven in menige moeilijke vraag. En als hij nu meent in te zien, dat het zóó van hem geëischt wordt, dan kan hij met een gerust geweten niet anders. Maar die zoo serieus den Bijbel ter hand neemt, gebruikt, omdat die zoo moeilijk verstaanbaar is, de commentaren die Godgeleerden er over schreven. Hij leest de verhandelingen van vele geleerde men» scher» over de onderwerpen, waarvoor zijn belangstelling gevraagd wordt. Of hij 't met deze menschen eens zal zijn of niet, zij wer» ken mede aan de vorming van zijn oordeel. Zij werken zijdelings mede om zijn consciëntie te binden. Maar ook zij staan niet geheel zelfstandig. Zij hebben gestudeerd en hun oordeel gevormd onder invloed van vele an» deren indirect zijn ook die debet aan de overtuiging die een overheidspersoon van een bepaald punt heeft Wij kunnen zeggen dat de heele Christelijke wetenschap hier po» sitief aan medewerkt, óók de niet-christelijke, maar dan antithesisch, soms afleidend van den rechten weg. Daarom moeten wij God dank» baar zijn, dat Hij het mogelijk maakte, dat in ons Vaderland een Vrije Universiteit kon worden opgericht en tot nog toe in stand kon blijven, waardoor het Christelijk denken haren arbeid rustig en gestadig verrichten kan. (Slot voglt.) Propaganda»lezing der V.F.Z H. te Oud» dorp op 17 Febr. 1927 gehouden door den Weled. Heer D. Pleit te Heinenoord onder Voorzittersschap van den Weled, Heer G. L. Warnaer De voorzitter opent de vergadering met een hartelijk welkom aan de talrijk opgekomenen en geeft het woord aan den Heer Pleit. Spr. zal hedenavond een praatje houden over pluimvee. Deze brengt veel pennen in bewaging. Wat men tegenwoordig hnort, het gaat over pluimvee. Vele dorpen richten vereen, op, en organiseeren zich. Dat moet een oor» zaak hebben, dat doet men niet uit liefhebberij, enkelen niet te noemen, welke voor tentoon» stelling fokken. De pluimveeteelt van thans is gebaseerd op winst. 30 jjaar ge'eden had men in ons land 3 vereen, welke geen ander doel hadden, dan tentoonstellingen te organiseeren. Dit was het doel, wat men nastreefde. De toestand van de pluimveehouderij was toen meer dan treurig De kippen werden op de boerderij geduld, omdat vader en grootvader ze al hadden. De enkele eieren welke men raapte waren goed voor dagen van ziekte. Toen de oorlog kwam werd de pluimveehouderij stopgezet, bij ge» brek aan voeder. De eieren werden toen ge» distrubueerd, waren van slechte kwaliteit en stegen geweldig in prijs. Dit bracht de men» schen op het idee zelf kippen te gaan houden en toen de oorlog geëindigd was, en de voe» derschaarschte ophield, breidde de pluimveel teelt zich vele duizenden malen uit. Ieder dis gelegenheid had ging kippen houden en kreeg zoodoende een flinke bron van inkomen. De pessimisten voorspelden toen, dat het kippen» houden niet rendabel zou blijven. Hoe heel anders is het uitgekomen. Spr. weet nog als kleine jongen dat de aardbeien 2'/2 cent op» brachten, de handel is uitgebreid en de aard» beienteelt is op het oogenblik een goede zaak. Zoo is het precies met de pluimveeteelt. Toen de behoefte kwam werd de pluimve«» houderij uitgebreid. De eierhandel is op 't oogenblik goed. Vroeger werden duizenden kisten ingevoerd. Deze waren tekort als kist» (kunst)eieren. Hoe is dit alles verandert. De export van groenten en fruit is geweldig. In 1926 werd naar het buitenland uitgevoerd voor een waarde van 60 millioen, doch dat Nederland voor 70 millioen aan eieren uit» gevoerd heeft, dat zullen de meesten wel niet gedacht hebben. Die waarde is geproduceerd door 10 millioen dieren. Spr. rekend voor dat voor ongeveer f 5,— per kip is uitgevoerd, terwijl de binnenlandsche consumptie voor ongeveer f 2,50 noodig had, zoodat blijkt dat de kippenhouderij rendabel moet zijn, Spr. is provinciaal keurmeester voor deleden der VP.Z.H. Het is spr. opgevallen, dat kip» pen worden gehouden juist op plaatsen waar ze het miDSt thuis hooren. Rotterdam alleen telt 4000 kippenhouders, doch men ziet in Rotterdam geen enkele kip Spr. voert zelfs zijn keuringen uit tot zelfs op de waranda's 3 hoog. Komt men daarentegen naar Flakkee, dan ziet men op de boerderijen weinig kippen en van slecht gehalte meest. Rationeel kippen» houden is tegenwoordig voor de landbouwers betrekkelijk gemakkelijk. Iedere boer weet tegenwoordig wat zijn land kan opbrengen, bereid, is Genlus&Wondbalsem een onover» troffen middel ter genezing en voorkoming van springende handen of lippen en ruwe huid. De zalf met de groote geneeskracht. 25 en 50 ets. dank zij z'n kennis van kunstmest etc. Bij de thans bestaande voorlichtingsdienst, en het vele, wat de VPZ.H. reeds gedaan heeft op 't gebied van fokstations, voederinstelling, fok» toomkeuringen etc. wordt het den landbouwer gemakkelijk gemaakt met succes kippen te houden op zijn bedrijf, terwijl de plaatselijke organisaties wel zorgen, dat bij zijn producten niet aan een leger opkoopertjes behoeft weg te geven. We weten thans wat we aan moeten schaffen, waar en kunnen er van overtuigd zijn, voor een billijke prijs dieren te koopen van zeer goede afstamming en hooge productie, en hebben daarvoor Vertrouwde adressen. Ook op 't gebied van huisvesting is veel veranderd. Vroeger waren de hokken slecht verlicht, terwijl de ventilatie veel te wenschen overliet. Het huisvestingsvraagstuk is veel voornamer als het voedingsvraagstuk. Ieder weet thans, dat zonder licht en lucht niemand leven kan, ook geen kip. Wanneer vroeger iemand ramen in z'n kippenhok had aange» bracht, zou hij voor gek zijn uitgekreten. Het kwam vroeger voor dat 150 kippen boven de koeien hun verblijf hadden. Zulke kippen legden niet meer als 50 eieren per jaar, terwijl men tegenwoordig 150 eieren per kip raapt. Deze dieren begonnen in 't voorjaar niet om» dat zij daarvoor bekwaam waren, maar uit zucht tot voortplanting van hun geslacht. Spr. zet op duidelijke wijze uiteen de groote kracht van de chemische werking der lucht, hoe deze wit papier geel maakt, kleeden doet verrotten, bacteriën dood. Wanneer men een modern hok heeft, hoeft men niet bang te zijn voor een besmettingshaard voor allerlei ziekten, nog niet te spreken van de luizen, terwijl het schoonmaken van zulk een hok veel pret» tiger is. Wanneer de lucht des nachts niet verfrischt wordt, wordt het verblijf der kippen warm. De atmosfeer wordt verstikt door kool» zuur en daar warme lucht grooter vochtvo» lume heeft als koude, komen aan het dak al spoedig druppels, welke niet zelden op de kippen vallen. Wanneer zulke kippen 's mor» gens buiten komen, zullen zij, suf als ze zijn, spoedig verkleumen, met den nasleep daaraan verbonden. Daarbij komt dat zulke kippen meer voedsel noodig hebben, tot instandhou» ding van hun lichaam als een goed verzorgde kip. De z.g. Tolmanhokken waren al een groote verbetering, maar toch deugden zij niet. Met hun open voorfronten w ren ze in den winter fe koud. Dit kostte lichaamswarmte zoodat de kippen bij nadeeliger voedselge» bruik, toch niet konden leggen. De tegenwoordige hokken zijn zoo mooi, zegt spr., dat men er z'n visite in kan ont» vangen. Holland heeft op 't oogenblik een pluim» veestapel waar 't buitenland jaloersch op is. Spr. zegt, als men wist, hoeveel millioenen kuikens van Maart tot Juni geboren worden, men vreemd zou opzien, nog meer verwon» derd zou men zijn als men wist hoeveel mil» Iioenen kuikens van teveel eten sterven en van den honger sterven. Alvorens tot het tweede gedeelte van zijn rede over te gaan, verzoekt spr. even te pau» zeeren. H. K. (Wordt vervolgd). De Copie van Ingezonden stukken die niet ge plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers Mijnheer de Redacteur, In Uw blad van verleden Vrijdag viel mijn oog toevallig op een verslag van het Groene Kruis te Goedereede. Als Groene Kruisman was ik natuurlijk benieuwd, wat daar zooal was gedaan op dit gebied, 't Meest interessante was voor mij wel de bespreking van het zie» kenvervoer per auto, waarvan mijn geachte ambtgenoot aldaar nog geen voorstander is gezien de slechte wegen in 't Goereesche land en in Voorne en Putten en het feit, dat ver» voer te water over 't algemeen zachter is. Met dit laatste ga ook ik in 't algemeen accoord, maar gevoel me als Voorzitter der ziekenauto» commissie gedrongen er op te wijzen, dat de wegen op Voorne voor onze ziekenauto geen bezwaar opleveren, omdat deze gebruik maakt van den goeden Provincialen weg over Den Briel en verder over Rozenburg en Maassluis, welke weg geen aanleiding tot klachten geeft, maar alleen duurder uitkomt voor onze com» missie De weg over Spijkenisse, die nogal vaak genoemd wordt als bezwaar tegen de autoreis naar Rotterdam, vervalt daardoor voor ons. We willen hopen, dat in 't Westen van ons eiland eerlang ook de wegen eens in bruik» baren toestand gehouden zullen worden. Ik twijfel niet, of het autovervoer zal dan meer en meer ook daar gewaardeerd worden. Overal heeft dit vervoer tegen de zelfde bezwaren te kampen gehad en overal heeft het de andere middelen van vervoer verdrongen, zelfs in streken waar de gelegenheid om de zieken te water te vervoeren veel ruimer en beter is dan hier op ons eiland. Alles heeft zijn be» zwaren, ook 't vervoer per motorboot. Ver» leden jaar liet ik 's avonds laat een patiënte op deze manier vervoeren. Terwijl ik meende, dat ze reeds in den nanacht geopereerd zou zijn, bleek den volgenden dag, dat men den geheelen nacht noodig gehad had, om de reis door 't Voornsche kanaal naar Rotterdam te maken, zoodat ze eerst laat in den voormiddag geholpen kon worden. Ze verklaarde boven» dien, dat het gedreun en gebons van de motor haar niet weinig gehinderd had nog bovendien. Dat deze bezwaren bij mist en onstuimig weer nog veel grooter zijn, spreekt van zelf. 't Is me niet te doen, om hier nu verder een discussie te openen over deze zaak, maar alleen om ook de keerzijde van de medaille eens te laten zien. Beide middelen van vervoer hebben huu recht van bestaan en beide zijn noodig voor ons, om de nadeelen van ons isolement te verkleinen. Verder kunnen we de ervaring uitspraak laten doen. En in dit verband komt het me ook zeer interessant voor het oordeel te vermelden van iemand, die uit eigen ondervinding kan spreken n.l. van collega Dr. Oosthoek te Stad aan 't Ha» ringvliet, die deze maand een patiënte met onze ziekenauto liet vervoeren en me geheel ongevraagd o a. daarover zijn bevinding schreef«Terwijl wil ik U mijn groote te» vredenheid betuigen over het gerieflijke en snelle vervoer, dat ik ze'f meemaakte in ruim drie uren waren we van hier in 't Diaconessen» huis*. Met dank voor de plaatsing C. VAN GELDER Voorzitter der ziekenautocommissie Nieuwe Tonge, 22»2»'27. WIJ LEVEREN U tegen uiterst berekende pi ijzen, voornamelijk voor kwantums. VRAAGT PRIJZEN a. wielhoüwer Ring 99» 100 Sommelsdijk XXX. »Een staatsman niet, een evangeliebelijder was de liefspreuk waermee de grondlegger van onze partie optrad, dat was niet noe zoo mar es, un iedele klank, die deur zien ange» heve wier. Nee die spreuk was de werkeluk» heid van 't leven. Deur dat woord liet 't un z'n eige gedTaegiengen bepaele. Mar bedoelde Groen daer noe mee, dat 'n geen staaisman, mar inheit in alleen mar un evangeliebelieder was. In de vaorste vaorte niet. Der binne misschien wel us menschen geweest, die in der onnoozelheid dat dochte, in die mit un beroep op Groen aolle pollu» tiek uit den booze achten. Doch dan binne ze heelemaele mis Want je heit tegenwoordig un haop men» schen die dienke as ze us un paer volzinnen van de een of aore schriever geleze haawe. ze nou wel op de haogte binne, in 't volste recht haawe, om dur oordeel (dat meestal niet van veul levenswiesheid getuugd) ten beste te geven. In noe binne dur wel heele oppervlakkugge schrievers, die dat je mak'luk nae un heel vluchtugge lezung beoordeele kan. Mar zoo'n oppervlakkugge schriever was Groen niet, want hie drong tot 't wezen van de zaek deur, in ruste niet voor zien vorschende geest de oplossung van de vraegstikken gevonden hadt. Wat kon un echt wetenschappeluk de zaeken uut mekaore zette, in deurdrienge tot de wor» tel van de kwesties, in dan mit haoge ernst of komische spot, of diepe satyre, zun tegen» stander verplettere. Vooral as je un beetje mit de polutieke geschiedenis op de haogte bint, is lezung van zien geschriften un genot. Want volksman zooals bievoorbeeld Kuyper is Groen nooit geweest. Niet dat 't volk, 't eerwaerdugge volk, dat de waerheid zocht in minde, niet in Groen dur pleitbezurger zagge, in onvoorwaerdeluk achter zun gienge staen, omdat ze wisten dat de zaek die hie verde» dugde aok heuljes zaak was, in al konne zu dan in aolles niet begriepe in verstaan, zu voelde 't wel 't gieng om 't recht van de ge» wetensvriehfidom 't recht, om God in staet in Maatschappij, in Kerk in schoole te diene nae dun eisch van Zien Woord. Groen hadt aok niet tot taek om dat volk net as Kuyper laeter gedaen heit, te vereene» gun, daer was 't nog geen tied, want dat volk was onmondug, mocht niet meestemmen. Je most voor dien tied om kiezer te wezen, 't hooge bedrag van twintug gulden belastung betaele. Daerom sprak Groen aoltied over 't volk achter de kiezers, waermee hie bedoelde die breeje massa, die uutgesloten was van 't kiesrecht. Mar daerom zou 't un niks geholpen haawe, al hadt un dat volk in kiesvereenigiengen bie mekaore gebrocht. Eer 't zoovaorre was, most ter eerst aor werk verricht worre, in most ter un keur van menschen eezocht worre, die wetenschappeluk op un haoger peil stienge, as de massa om daerdeur de massa te bewer» ken. In om zoo op wetenschappeluk terrein de stried an te binden tegen de mannen van 't ongelaof. Een van de zinrieke spreuken van Groen was noe«Een staatsman niet, een evangelie» belijder*, waermee hie aores niks bedoelde, as dat 't optreden van de A.»R. staatsman niks aores mag in kan beaoge as de beliedenis van 't Evangelie. Ik bedoelde daermee, dat staatsman in predukant, burger in Boer niet 't eene van 't aore los magge maeke, mar dat God in Zien Woord eischt, dan mun op elk gebied van 't leven, 't evangelie ons niet zalle schaeme, in dat un Domunee Zondags in zun preeken in, in al zun ambtelukke arbeid be» doelt de verheerlukkung van Gods Naem, mar de staetsman dat zelfde mot bedoelen. Daerom hoopte Groen niet as un staetsman mar as un evangeliebeliejer er zaolig te wor» den in zocht hie de gerechtugheid, die God in Zien eenuggebore Zeune van voor de grondleggung der waereld hadt wille open» baere. Daerom kon hie as un erme boeteling op de kniejen voor Zien God vallen, in hie God om wiesheid, moed in krachten bidde, om de vieandeD, de tegenstanders te weerstaen in te bevechten in de geestelukke stried, opdat daerdeur Gods Naem verheerlukt worre 7ou. As un nietug instrument in Gods hand be» schouwde hie zun eige. Mar omdat 't un klein voor Gods was. was 't un held in volle wae» penrusting tegenover de wederpartiejers, in omdat hie beefde voor Gods Woord, beefde hie voor geen mensch Tegenwoordug dienke un haop menschen dur aorus over. Ze dienke dat, jae't wel goed is, dat er un A»R. partie is, mar och daer kleve zooveul gebreken an, daer mankeert zoo'n haop an, dat ze mar op dur eige bluuwe staen, of aorus un nieuw partietje stichte. Dat binne meestal menschen, je mot daer mar us op lette, die nooit veul an de pollu» tiek gedaen haawe, d e aok niet wete, van die groote stried, die Groen heit motte strieje, die niet besefte dat voor ons as Grifformeerde kristenen, 't leven een geheel vurmd, waervan mun nooit straffeloos één gebied uut kanne schaekele, zonder 't geheel te verminken.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 3