Hoest-
mmmmwmg
Zaterdag 19 Febr. 1927.No. 3304.
Drie Bladen.
KINADRUPPELS
tabletten
MIJNHARDT'S
TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad.
Flakkeesche Brieven.
üy Doos SOct
Keelpijntabletten 30 en 6O ct
ill!- en üi mm
.Dit nummer bestaat uit'
VERGADERING van den Gemeente»
raad van MIDDELHARNIS op Don»
derdag 17 Febr. des nam. half 3 uur.
De Voorzitter, burgemeester den Hollander,
opent de vergadering met gebed, waarna de
notulen worden voorgelezen.
Naar aanleiding dezer notulen merkt wet»
houder VROEGINDEWEIJ (A.»R) op, dat
volgens het raadsbesluit in de vorige
vergadering genomen, de Raad niet van het
rapport inzake de drinkwatervoorziening af is.
De notulen vermelden dat de Raad besloot
thans niet op dit rapport in de gaan De be«
doeling van de raadsleden was echter anders.
Zij wilden van dit rapport geheel af zijn en
dachten dat het voorstel» B. en W. inhield op
dit rapport in 't geheel niet in te gaan.
De heer DORSMAN (Volksbelang) sluit
zich hierbij aan. 't Ware beter geweest indien
het voorstel»B. en W. bij de ingekomen stuk»
ken was geweest, dan hadden de raadsleden
het kunnen instudeeren.
De heer KOOTE (A.»R) deelt mede dat
wethouder Vroegindeweij in de fractie»verga«
dering had medegedeeld, dat volgens het
voorstehB. en W. de raad geheel van het
rapport zou af zijn. Nu moeten öf de vóór»
stellen van den burgemeester onjuist zijn en
dan bestaat er geen vertrouwen meer tus»
schen den burgemeester en wethouder Vroeg»
indeweij, of de heer Vroegindeweij heeft on«
waarheid gesproken in de fractie»vergadering
en dan verliest hij het vertrouwen der A.«R.
raadsfractie. Spr. vraagt hoe deze zaak zit.
De VOORZITTER antwoordt, dat het voor»
stel»B. en W., zooals het is genotuleerd, wel
twee, driemaal in de vorige raadsvergadering
is voorgelezen. De heeren kunnen dus wel
weten wat het zooal inhield. Het zou nu toch
,wel een beetje belachelijk zijn om thans vast
Ëe stellen dat de heeren toch eigenlijk iets
anders bedoeld hebben. Wethouder Vroeg»
indeweij heeft gezegd dat hij de formuleering
aan spr. overliet en spr. houdt vol dat het
voorstel zooals het genotuleerd is volkomen
naar den geest van de vergadering is
De heer KOOTE weet een andere oplos»
sing. Spr. stelt voor thans in deze vergadering
uit te maken of er wel of niet een waterlei»
ding zal komen. Dat is ook geheel in den
geest van den heer v. Boeyen die in de Prov.
Staten van Zuid»Holland gezegd heeft, dat
Flakkee wat voortgang moet maken met zijn
beslissiDg
De VOORZITTER heeft hiertegen ernstige
bezwaren. In de eerste plaats zijn er twee raads»
leden, die bericht gezonden hebben dat ze
verhinderd waren aanwezig te zijn, niet tegen»
woordig (de H.H Slis en Nipius) welke raads»
leden ook groote belangstelling hebben in de
waterleiding-kwestie. Bij eenig nadenken moet
het den heer Koote toch duidelijk zijn, dat
het niet in den haak is, nu plotseling zonder
deze beide heeren een principieele beslissing
te nemen. Bovendien staat het niet op de
agenda.
I De heer KOOTE: Maar een volgende ver»
gadering kunnen er wel weer drie andere
raadsleden afwezig zijn.
De VOORZITTER wijst er op dat het toch
niet hetzelfde is. Dan kan toch op de agenda
het punt vermeld worden en weten de af»
wezige heeren in ieder geval wat er gaande is.
De heer KOOTE zegt dat de Raad altijd
het recht heeft besluiten te nemen, die niet
op de agenda voorkomen. Waarom kan dat
nu niet?
De VOORZITTERMaar vindt U dit dan
een reële manier van zaken doen
.De heer VOGELAAR (A.<R.) begrijpt niet
wélk bezwaar de heeren tegen de genotuleerde
formule van het besluit kunnen hebben.
De heer KRIJGSMAN (A.»R.) zegt dat de
heer Vroegindeweij in de raadsfractie een
andere lezing van het geval gegeven heeft.
Er is in de raadsvergadering niet geluisterd
naar de redactie van het voorsteLB. en W.
Men vertrouwde dat het wel goed was.
De VOORZITTER heeft er geen bezwaar
tegen om aan den wensch der bezwaarde
heeren tegemoet te komen. Spr. is er van
overtuigd dst de heeren dit rapport toch niet
willen. En als er een wijziging in aangebracht
wordt, al is het nog zoo gering, dan is toch
ook een ander rapport. In den grond der
zaak verandert er dus aan de kwestie zelve
niets.
Wethouder ZAAIER (Gemeentebel.) begrijpt
niet wat voor zin dit alles heeft. Spr. vraagt
Wethouder Vroegindeweij heeft in de fractie»
vergadering toch geen voorstel van B. enW.
voorgelezen
De heer KOOTE: Ja, dat heeft hij wel.
Wethouder ZAAIERdat kan hij niet ge»
daan hebben, want het zou overgelaten wor»
den aan den Voorzitter.
De heer KOOTE: ja maar hij heeft het uit
het hoofd voor gelezen.
Wethouder VROEGINDEWEIJ zegt dat de
bedoeling was dat dit rapport niet zou worden
aangenomen, maar dat er een nieuw rapport
zou komen. In de raad hebben de raadsleden
niet geluisterd naar het voorstel zooals het
door den Voorzitter is voorgelezen. De be»
doeling was echter niet dat er in zou staan, dat
thans niet op het rapport zou worden ingegaan
maar dat het van de baan zou zijn.
De heer KOOTE meent dat de Voorzitter
de raadsleden die tegen de waterleiding zijn
er heeft laten inloopen. De bevolking zegt
de burgemeester heeft jullie bij den neus ge»
had Het blijkt nu niet te zijn zooals de heer
Vroegindeweij heeft voorgesteld.
1 -j-e keer DORSMAN meent dat de water»
leiding veel goedkooper kan worden dan dit
rapport aangeeft.
De VOORZITTER verwacht van den heer
Uorsman eens een ander rapport.
De heer DORSMAN belooft dat dit nog
wel eens gebeuren kan.
De VOORZITTER zegt dat het in ieder ge»
vai niet op gaat nu te besluiten dat er op
Flakkee nooit een waterleiding komen zal. Het
mag een poosje welfden tegengehouden, maar
komen doet ze toch. Men leeft in een tijd van
vooruitgang, men is bezig met plannen voor
electricitett, en overal komt er waterleiding.
Eens zal er dus een tijd komen dat ook Flak»
kee waterleiding krijgt. Het zou dus onzin zijn
om te besluiten dat deze er nooit komen zal.
Spr. heeft er echter geen bezwaar in de no»
tulen overeenkomstig den wensch der heeren
te wijzigen.
De SECRETARISmaar dat gaat toch niet
Voorzitterwat de notulen vermeldt zijn toch
de feiten geweest. Het voorstel is in den raad
geweest en aangenomen met alg. st. zooals het
in de notulen is geformuleerd.
De VOORZITTER: dan maken we een
nieuw voorstel en nemen dat nu aan.
Met algem. st. wordt hierop besloten het
woordje »thans« uit de redactie te lichten,
waardoor de raad besluit niet op dit rapport
in te gaan.
De heer v. d. MEIDEN (C. H zag gaarne
in de notulen vermeld dat hij heeft voorge»
stelt de weg voor de openb. school te bestras»
ten. Hiertoe wordt alsnog besloten.
De heer DORSMAN zegt dat men in het
dorp een verkeerde voorstelling heeft gekre»
gen van zijn voorstel inzake de hondenbelas»
ting. Spr. wil de trekhonden niet zwaarder
belasten. Spr. wil trekhonden vrijlaten. De
trekpaarden der boeren zijn ook niet belast.
De heer STRUIJK wil de trekhonden op
f 3,— brengen.
De VOORZITTER zegt dat dit nu niet gaat,
de verordening is pas klaar en koninklijk
goedgekeurd
De heer DORSMAN zegt, dat de bedoeling
van de raadsleden die het voorstel gedaan
hebben toch anders was
De SECRETARIS merkt op, dat de heer
Dorsman zooeven d.n wensch uitsprak dat de
voorstellen van B. en W. schriftelijk gedaan
werden en bij de ingekomen stukken moesten
zijn. Nu komt hij zelf over een eigen voorstel
zeggen dat hij wat anders bedoelt dan er be»
Dr. H.NANSSING'S
EETLU5T-0PWEKKEND. /l.30p.fl.
sloten is. Laat hij dan zelf ook met schrifte»
lijke voorstellen komen.
De VOORZITTER wil het dit jaar zoo
houden als het is. Wanneer de menschen de
trekhonden maar vast houden is de zaak ook
opgelost.
De Secr.zegt, dat als ze hun honden vast
houden ze er met f 1,5.0 per jaar af zijn.
De heer STRUIJK is er tegen dat de men»
schen die met de honden hun brood moeten
verdienen belast worden. Spr. stelt voor hun
daarom vrijstelling te verleenen van verhoogde
belasting.
Na nog eenige discussies wordt ten slotte
hiertoe besloten.
De heer Blokland, Radiotoeste11en»handelaar
vraagt een concessie tot plaatsing van een ra»
dio»centra!e en dat voor hem alleen met uit»
schakkeling van ieder ander.
B. en W. meenen dat dit moeilijk kan. Deze
zaak behoort ter beslissing bij B. en W„ maar
daar het nog al belangrijk is willen zij de be»
slissing aan den Raad zelf geven.
Het gaat natuurlijk moeilijk hem ais eenig
exploitant te erkennen.
Na eenige bespreking wordt besloten deze
zaak nog aan te houden.
De heer Dijkers zond een verzoekschrift
omtrent de rioleerirg bij zijn huis.
De VOORZITTER stelt voor dit nog aan
te houden voor prae>advies van B. en W.
De heer DORSMAN is hier tegen. De rio»
leering daar moet goed worden aangepakt.
Desnoods moet het maar wat geld kosten.
Zoo kan het niet blijven. De boel daar is
verknoeid. Spr. zou den opzichter een brevet
van onbekwaamheid willen uitreiken.
De VOORZITTER zegt, dat als de heer
Dorsman kennis genomen had van het rapport
dat B. en W. ontvangen hebben, hij zou weten,
dat den opzichter absoluut geen schuld treft.
De heer v. d. SLIK (A.R.) zegt het zeer op»
merkelijk te vinden, dat de heer Dijkers toen
hij het vorig jaar een huisje bouwde, gezegd
heeft geen last van de rioleering gehad te
hebben en dat hij, nu bij een huis bouwt
zegt dat het niet deugt. Dat geeft te denken.
Besloten wordt de buizen te verleggen en
in de volgende vergadering een rapport over
de rioleering over te leggen.
De landarbeidersvereeniging alhier wijst op
de groote werkloosheid, zoodat de kas niet
toereikend is. Zij vraagt de uitgetrokken werk»
looze leden productieven arbeid in gemeente»
dienst te laten verrichten, en zoo dat niet gaat,
hun een uitkeering te geven gelijk aan de
kasuitkeeringen.
De VOORZITTER stelt voor dit adres te
renvoyeeren naar B. en W.
De heer KRIJGSMAN dringt op spoed aan.
Er is toch voor de raadsvergadering een wet»
houdersvergadering geweest. Waarom is het
toen niet behandeld.
De VOORZITTER zegt, dat het onmogelijk
is een schrijven, dat 3 uren voor de raads»
vergadering inkomt, in B. en W. definitief te
behandelen.
Op de vraag wanneer er aan den wegnaar
het havenhoofd begonnen wordt, antwoordt
spr. dat dit wel April zal worden.
De heer KOOTE meent, dat de gemeente
ook rekening moet houden met de ongeorga»
niseerde arbeiders. Men mag het afkeuren, dat
zij buiten de organisatie blijven, maar nu het
feit er eenmaal is, moet er toch rekening mede
gehouden worden. Deze menschen moeten
toch ook eten.
De VOORZITTER zegt toe, dat er rekening
mede gehouden zal worden.
Overeenkomstig de besluiten van den Raad
wordt thans definitief de politieverordening
gewijzigd.
De Industrieele Maatij. De Mabeg geeft be»
richt inzake het in te stellen onderzoek naar
de rioleering in deze gemeente, dat deze Maatij.
bereid is een deskundig onderzoek te doen
instellen door haar vertegenwoordiger tegen
vergoeding van i 15,— per dag, reis» en ver»
blijfkosten inbegrepen. De wegen zullen dan
^gewaterpast* worden en de diepten worden
vastgesteld. Slechts zoo is berekening van de
bestaande rioleering en de nog aan te leggen
rioleering mogelijk. Een volledig plan van
rioleering voor de kom en de naaste omgeving
komt op f 800,—.
De VOORZITTER zegt, dat B en W. be»
zwaar hebben deze kosten te maken.
De heer STRUIJK meent, dat er in Middel»
harnis, Sommelsdijk of Den Bommel ook wel
deskundigen zijn, die dat kunnen. Neemt b.v.
den heer Smit van Den Bommel, dan komt
het zeker heel wat goedkooper uit. Een onder»
zoek zal er toch m aeten worden ingesteld. Al
zegt de heer v. Varik dat het rioolstelsel goed
is. Een gedeelte van den raad en van de ge»
meente zegt, dat het niet zoo is, dat er te
weinig beschot in de rioleering is.
De VOORZITTER antwoordt, dat die men»
schen het mis hebben. Het ligt aan de wegen.
Maar er is geen bezwaar tegen den heer Smit
uit te noodigen.
Aldus wordt besloten.
Overeenkomstig de L. O. wet wordt het
voorschot aan de Bijz. Lagere School toegekend
In verband met de erfpacht»aanvragen van
de H.H. Dijkers, Rikxoort en Kroos wordt
breedvoerig gesproken over het doortrekken
van de Ruiterstraat en de Gl. Cornelissenstraat.
De VOORZITTER deelt mede, dat niemand
achter de garage van de fa. Koert S. Witvliet
wil bouwen, zoodat het daar wel een open
terrein zal blijven. Productief is het dus de
Gl. Cornelissenstraat door te trekken tot het
Zandpad.
De heer DORSMAN zegt dat die garage
daar de heele boel bedorven heeft. Maar nu
die er eenmaal is moet de straat toch worden
doorgetrokken, zoo wordt de geheele omgeving
ontsierd.
De heer KOOTE is dit laatste met den heer
Dorsman eens. De weg moet rechtuit worden
doorgetrokken anders wordt daar alles inge»
sloten. Het nageslacht zou er ons nog een
verwijt van maken als men het liet zooals
het nu is.
De heer v. d. MEIDE pleit voor het voor»
stel van den Voorzitter. Als de Ruiterstraat
wordt doorgetrokken, wordt er veel geld weg»
gegooid. Dat is improductief.
Besloten wordt dit en de aanvragen om
erfpacht der H H. Rikxoord en Kroos aan
te houden.
Wegens bedanken van den heer L. v. d. Baan
voor zijn benoeming tot lid der schoolcom»
missie wordt met 8 stemmen en 1 blanco
hierin benoemd de heer T. Overweel.
Gekozen worden de leden en plaatsverv.
leden der resp. stembureaux.
Een wijziging der gemeentebegrooting dienst
1926 wordt toegestaan.
Over de gemeentebegrooting dienst 1927
hebben B. en W. een schrijven ontvangen
van Ged. Staten, met verzoek de ontvangsten
en uitgaven met elkander kloppend te maken.
De belastingopbrengst is tegengevallen en er
moet nog een post gebracht worden op den
dienst van 1926, zoodat alles bij elkander er
een tekort is van.f 9802,—. Dit moet worden
aangevuld.
De VOORZITTER deelt mede dat het op
de uitgaven n et gevonden kan worden en
evenmin op de ontvangsten. Maar er is één
post die verhoogd kan worden, dat is de be»
lasting. Ook kan geprobeerd worden of de
winst der gasfabriek kan worden aangesproken.
Het zou niet aangenaam zijn voor den raad
tot belastingverhooging te moeten overgaan.
De heer STRUIJK zegt in geen geval aan
belastingverhooging te willen medewerken.
De heer DORSMAN vraagt wat het heffings»
percentage zou moeten worden.
De VOORZITTER zegt dat het een paar
jaar geleden is gebracht van 3'/2 op 2V2- Er
is één lichtpunt, n.l. dat in Mei de 25 opcenten
der rijksbelast, vervallen. Van 1926 is weinig
overgeschoten. Toch moet men niet denken
dat het er >n Middelharnis nu financieel zoo
slecht bij staat. Er is in de laatste jaren ont»
zettend veel verbeterd. En de herstellingen
aan den toren, de kaaimuur en het schoolhek
zijn uit de gewone middelen gedekt, hoewel
hiervoor oot^een geldleening had kunnen
worden gesloten. Het is een tegenvaller dat
de belastingopbrengst minder was dan andere
jaren. Maar men moet het niet te donker
inzien. Middelharnis heeft in vergelijking met
andere gemeenten heel weinig schuld. Een
f 30,000,— is een ongelooflijk klein bedrag
voor een gemeente van deze grootte.
De heer DORSMAN maar daarmede dekt
men het tekort niet.
De VOORZITTER zegt alleen maar te willen
zeggen dat men niet de conclusie behoeft te
trekken dat Middelharnis er nu zoo slecht
voor staat.
De heer STRUIJK meent dat het intusschen
wel een aansporing is om wat zuiniger te
worden. Aan de middelen die de Voorzitter
aanwees tot dekking, winst gasfabriek, wijst
spr. nog op de verlaging der salarissen en
pensioenbijdragen.
De VOORZITTER zegt dat het al heel ge»
makkelijk zou zijn om wanneer de gemeente
voor een tekort zit dit maar te verhalen op
de salarissen en pensioenbijdragen. Met de
pensioenbijdragen dekt men bovendien nog
niet eens de helft van het bedrag.
De heer DORSMAN komt tot de conclusie
dat Middelharnis in 1926 te royaal geleefd
heeft. Er is b.v. besloten dat de putten uit
de straten gehaald zouden worden op kosten
der gasfabriek, dat is niet gebeurd. Het heeft
f 2200,— gekost, zonder dat de Raad er iets
van wist. Met de urinoir die f 600,— kostte
ging het evenzoo.
Spr. stelt voor een commissie te benoemen
om de begrooting nog eens na te gaan en te
zien of er nog wat op gevonden kan worden.
De VOORZITTER vraagt den heer Dors»
man of hij soms verondersteld dat B. en W.
de zaak nog niet bekeken hebben. Wanneer
de Ged. St. hun goedkeuring aan de posten
gehecht hebben, is het wel in orde en zullen
er heusch geen posten te laag beraamd zijn.
De heer DORSMAN zegt dat als het be»
last in „cijfer met 1 °/oc#« boven moet, men per
hoofd een f 12,— betalen moet. In Sommels»
dijk is het maat f 10,—
De heer VOGELAAR vraagt naar de oor»
zaak.
De VOORZITTER zegt dat er in '26-77
een f 3000,— te weinig is ontvangen. Volgens
voorschrift moet er nog een f 1900,— op den
dienst van 1926 gebracht worden enz.
De heer DORSMAN zegt dat het niet geeft
al wordt een gasfabriek zuinig beheerd als
een burgemeester het weggooit
De VOORZITTERWat zegt U doet de
burgemeester dat?
De heer DORSMAN Neen, ik zeg als een
burgemeester.
De VOORZITTER: Als U verwijten wilt
maken moet U den Raad noemen. De Raad
beslist, niet een burgemeester. Als er te royaal
geleefd is ligt alle schuld bij den Raad en
den Raad alleen. Spr. zegt nog eens dat voor
verschillende uitgaven wel een leening had
kunnen worden aangegaan, b.v. voor het
schoolhek.
De heer DORSMAN zegt, dat als het hek
er nog komen moest, spr. ervoor zou zijn het te
schrappen.
Wethouder VROEGINDEWEIJ wil een
commissie van drie personen om de begroo
ting nog eens te onderzoeken. Er moet nu zoo
zuinig als mogelijk is geleefd, worden. Als er
f 4100,— alleen van de boeren minder inkomt,
maakt dat een groot verschil. Het zou mis»
schien goed zijn dat de boeren precies werden
aangepakt als iemand in Klaaswaal. Wordt er
één te pakken genomen dan komt er gewetens»
geld vo'doende los.
De heer KRIJSMAN wil een rijksaccoun»
tant de kohieren laten nagaan.
Besloten wordt ten slotte een commissie te
benoemen om te zien wat er aan te doen zij
om zonder belastingverhooging de begrooting
sluitend te krijgen.
Tot leden van deze commissie worden be»
noemd de H H. Dorsman, Krijgsman en
Struijk. Zij nemen hun benoeming aan.
In de rondvraag wijst de heer KOOTE op
de wenschelijkheid dat er door de doorbraak
van de 3e Weistraat niet gereden wordt. Dit
ter voorkoming van ongelukken.
In B. en W. zal hierover gesproken worden.
De heer KRIJGSMAN klaagt over de ver»
lichting in het nieuwe gedeelte bij den heer
Doornbos.
De heer VOGELAAR vraagt hoe het nu
zit met de schoolgeldregeling der kinderen
uit deze gemeente die in Stad aan 't Haring»
vliet schoolgaan. Het verschil is toch te groot.
In Middelharnis betaalt men 35 cent en in
Stad 70 cent per kind. Deze verhouding is
niet zoo mooi.
Wethouder VROEGINDEWEIJ meent dat
het niet aangaat die kinderen uit de gemeen»
tekas toelage te geven.
De heer VOGELAAR antwoordt dat toch
in ieder geval voor de kinderen wier ouders
het niet betalen kunnen, de gemeente zal
moeten betalen. Maar spr. zou gaarne zien
dat allen eep gelijk bedrag betaalden. Uit een
billijkheidsoogpunt is dit gewenscht.
De VOORZITTER zegt nog eens overwe»
ging toe.
De heer DORSMAN zegt in gesloten zit»
ting reeds meermalen over de kwestie van het
huis van den heer Bakker gesproken te heb»
ben. Dit huis is gebouwd beneden de opper»
vlakte welke de bouwverordening aangeeft.
Spr. vraagt of de Raad nu bedrogen wordt,
ja of neen. Moet het vertrouwen in dien gemeen»
teambtenaar worden opgezegd of niet.
De heer STRUIJK merkt op dat het weinig
geeft al wordt hier in gesloten zitting iets
verteld. Het wordt den volgenden dag al uit»
gebazuind wat hier in geheime vergadering
wordt behandeld. Wat het huis van den heer
Bakker betreft, zegt spr. dat de heer Grooten»
boer opmeting heeft gedaan en het bleek dat
gemeten van binnen de plinten af er zelfs
nog overschot is. Van de praatjes is dus niets
waar. Spr. begrijpt niet dat de heer Dorsman
telkens weer begint te kankeren over den ge»
meenteopzichter.
De heer DORSMAN vindt dat het met de
geheimhouding in dezen raad allertreurigst
gesteld is Op denzelfden avond al wist men
te vertellen wat er in geheime vergadering was
besproken.
De heer KOOTEKun je geen naam noemen.
Dan weten we wie er klapt.
De heer KRIJGSMAN vindt het ontzettend
dat hier telkens over Varik gesproken wordt.
In een vakman als Grootenboer kan gerust
vertrouwen gesteld worden, en deze zegt dat
er niet tegen de bouwverordening gezondigd
is. Er betaat in Middelharnis helaas een slechte
verhouding tusschen den gemeenteopzichter
en de ambachtslui, 't Is zelfs zoo erg, dat als
de duivel jongen kon, dezen niet anders deden
dan schelden op Varik.
De heer DORSMAN zegt dat Grootenboer
bedrogen is.
De heer STRUIJK begrijpt niet hoe dat
mogelijk zou zijn. Hij heeft zelf de opmeting
gedaan. Wie zou hem dan bedrogen kunnen
hebben
De VOORZITTER zal deze zaak eens laten
nagaan.
De heer DORSMANdat had U allang
moeten laten doen.
De VOORZITTERik heb wel wat anders
te doen.
De heer DORSMANzóó, zóó 1
De VOORZITTER: ja zeker, en bovendien,
vaD zoo groot belang acht ik deze zaak nu niet.
De heer DORSMANja daar heb je het nu al.
De VOORZITTER zal de zaak laten onder»
zoeken en vraagt of de heer Dorsman nog
meer heeft.
De heer DORSMANja zeker, d:e ééne
keer dat we in de drie maanden bij elkander
komen, moeten we maar eens rustig spreken.
De rekening van het burgerlijk armbestuur,
dienst 1925, geeft hooge prijzen van ambachts»
lieden. Spr. zou die rekening nader willen
laten onderzoeken. Dat is nog niet gebeurd.
De VOORZITTERdat is wel gebeurd. Er
is gewerkt volgens de tarieven.
De heer DORSMAN zegt dat hem gebleken
is, dat de raadsleden, die de reis naar Tholen
gemaakt hebben om een onderzoek in te stellen
naar de werking van de waterleiding aldaar,
dit op gemeentekosten gedaan hebben. Dat
keurt spr. af, ze hadden het uit eigen zak
moeten betalen.
De heer STRUIJK zegt dat het afspraak
was dat dit voor gemeenterekening was. Toen
de wenschelijkheid besproken was door den
Raad is besloten dat er een commissie naar
Tholen zou gaan. Het spreekt vanzelf dat dit
voor gemeenterekening was. 't Gold een ge»
meentebelang.
De heer VOGELAAR begrijpt niet dat de
heer Dorsman daar nu mede komt. Waarom
heeft hij er toen niet direct over gesproken
Het *is heel logisch dat de onkosten door de
gemeente betaald worden. Ieder had er be»
lang bij.
De VOORZITTER merkt op dat iemand
als de heer Krijgsman b.v. toch al zijn verlet
had. Wanneer hij zijn reis ook nog had moeten
betalen, had bij zeker niet mee gekund.
De heer DORSMAN vindt dat de raads»
leden het zelf moeten betalen en niet op de
belasting moeten laten neer komen.
De heer STRUIJKals ze het willen, kun»
nen ze het nog terugstorten.
De heer KRIJGSMAN weet zich goed te
herinneren dat toen over Tholen gesproken
werd de raadsleden het goedvonden dat er
een commissie heenging. Er waren twee raads»
leden die zeiden dat het voor rekening der
gemeente gebeuren moest. Spr. weet zich echter
niet meer te herinneren wie dat waren.
De heer STRUIJK één er van was de heer
Dorsman. De heer Dorsman laat het altijd
voorkomen alsof hij zoo zuinig is voor de
gemeente, maar het is ook niks met hem ge»
daan. Want toen hij in den raad voorstelde
en er door kreeg om de hondenbelasting te
verhoogen, was hij zelf er direct bij z'n eigen
hond op te ruimen I
De heer DORSMAN die hond van me is
doodgereden.
De VOORZITTER zegt dat het de gewoonte
is dat onkosten die commissie's uit den raad
maken, voor rekening der gemeente zijn. Spr.
noemt hiervan enkele voorbeelden.
Wethouder VROEGINDEWEIJ zegt dat het
geen raadsbesluit was dat de kosten vergoed
zouden worden.
De heer DORSMAN vraagt of de Voor»
zitter er voor zorgen wil dat de commissie
die de begrooting zal controleeren, haar be»
spreking geheim houdt.
De heer KRIJGSMANMag er zelfs niet
gesproken worden met andere raadsleden?
De heer DORSMANNeen, geen mensch
mag er wat van weten.
De heer KRIJGSMAN: Dan bedank ik als
lid van die commissie. Aan die geheimzinnig»
heid werk ik niet mee.
De VOORZITTER voelt veel voor het stand»
punt van den heer Krijgsman. Het is geheel
overeenkomstig den geest van de gemeente»
wet, dat de gemeentefinanciën zoo openbaar
mogelijk behandeld worden. Maar spr. vindt
dat de heeren hun tijd hierover niet langer
moeten zoek maken.
De heer v. d. MEIDENJa, het wordt nu
amusant. Spr. vraagt nog of het mogelijk is
te verbieden dat er gereden wordt over een
bepaalden particulieren weg.
De VOORZITTER antwoordt dat dit niet
gaat.
Hiermede is de voorstelling afgeloopen.
XXIX. 9
Binne dur dan noe gronduge in wettugge
redenen om onze A.R. Fartie de rik toe te
keeren Heit die, ons volk, deur coalitie enz.
niet un beetje misleid?
As je inkele menschen hoort, zou je dat
haest gae dienke,
Mar 't fejt is noe eenmal zoo, dat wiele as
Protestantse partieën niet op mekaore rekene
kanne, want un heel groot gedeelte van de
zun eige noemende Protesten binne pure god»
loochenaers, atheïsten, Vriezinnig, Soosjelist,
Communist enz.
Aol die luu motte van un deurwerken onzer
kristelukke beginselen niks haawe. Jae heulje
staan mit aol dur macht in aol dur kracht
die deurwerking van onze beginsels tegen.
Want ze haette God in Zien dienst. Ze wille
geen banden, in in drieste overmoed roepe ze
't uut, wiele haawe Zien banden verschoort,
in Zien juk van ons ofgewurpe. »Want waer
is God, dat wiele die diene zouwe
Dat is tael van 't pure ongelaof, zooas je
dat kan beluustere bie de mannen van de
Daegcraed, bie de vriedienkers.
't Soosjelisme dienkt 't ur aok wel zoo over,
mar wil toch nog un valsche reliesje geve,
om de erme verdoolde menschen de te zeker»
der in slaep te wiegen, om ze deur 't soosje»
lisme (as un nieuwe reliesje) te begeesteren
in betaoveren mit aerdsche ideaolen, in zoo,
as 't kon, onvatbaer te maeken voor Hemel»
sche ideaolen.
Tegen dat ongelaof gaet de stried op 't
staetkundig terrein van 't leven.
Dat ongelaof, dat nooit rust, mir aoltied
deur weer mar probeert invloed te kriegen
om zoo daerdeur de Kristelukke grondslaegen
van onze saemleving te ondergraeven in te
ondermienen.
Daer bonde onze ontslaepe voormannen dun
stried tegen an.
Inzonderheid de stichter in gronlegger van
onze Partie, heit daer as 't waere heel zun
leven angewild. As Kabinets-Secretaris, in
Huus, archivaris van 't huus van Oranje,
maekte Hie in 1830 de revolutie in België
mee. In leerde daer de ontzettende gevolgen
kennen, van 't geen God in geen meester, dat
in die daegen aok luudkeels uutgebruld wier.
Hie leerde daer dat revolutie is opstand,
opstand tegen God.
Dat brocht 't tot naedienken, tot bestudee»
ren. In toen zag Hie niet zien scherpe geest,
dat de Liberaole staetkunde, die in 1813 hier
in Nederland toi ontwikkeling gebracht wier,
feiteluk 't eerste" kind van de revolutie was.
Want wel wier Oranje met o zoo'n groot
vertoon gehuldugd, mar de wetten in de in»
richting van de staatkunde droeg nog de ge»
volgen, jae, was feiteluk gegrond op de leer
van de Fransche revolutie, die aok hier in
1795 in laeter gewoed hadt.
Wel zei mun dat mun daer niks van haawe
most, mar der was geen bekeering iot God
mit boete in berouw, mar mun woi) diezelfde
beginsels noe gemaetugd toepasse. Aol 'tver»
keerde dat mun gezie»ë hadt, mit aol dun an»
kleve daervan zou mun mie«ë, mar vorders
wier der vortgebouwd op 't fondament, deur
de mannen van 1795 geleid.
In daer toornde Groen tegen, daer bondt
't un de stried tegen an. In Hie taste de on»
gelaofstheorieën in dur grond in wortel an,
onophoudeluk in onofgebroke, heit un volk
opgeroepe in de stried tegen ongelaof in
revolutie.
Hie heit 't ons geleerd dat er op staetkundig
terrein, rechtens mar twee partiën binne, de
partie van 't ongelaof in de partie die 't op»
neemt voor de ordenantiën des Heeren.
Zwaer in bitter is die stried van Groen
geweest.
Want godsdienstug wazze de menschen wel,
mar ze moste rechtdeur mar weer bewerkt
worre, om dur roeping te verstaen.
Eerst heit Groen, omdat zien eige leger te
klein was, om gewicht in de schaele te leggen,
jaeren an een stik saemgewerkt mit de Con»
servatieven van die daegen, welke zieȑ aok
op te kommen voor de vrieheid op school»
gebied inz., welke aok vrome menschen wazze.
Mar rechtdeur op de gewichtugste momen»
ten liete ze Groen in de steek.
Wel zei Groen %In ons Isolement ligt onze
krachtwat dichte glad verkeerd begrepe is,
want Groen bedoelde daermee niet om alleen
te bluuve staen, om mit un boekje in un hoekje
zun eige verom te trekke.
Nee is dur ooit een woord dat misbruukt
wordt, aok nog wel in den tegenwoordugun
tied, dan is 't wel dat woord van Groen.
Hie bedoelde daarmee aores niks as in onze
zelfstandugheid, in onze beginselvastheid leit
onze kracht, zoo beschrieft 't un zelf.
Daerom motte mun dat woord niet mis»
bruuke.
Mar as Groen ziet dat or ze zelfstandugheid
rechtdeur opgeofferd mot worre an de con»
servatieve, breekt 't un in 1871 mit aolle ouwe
vrienden in komt mar mit drie candidaoten
uut bie de 2e Kamerverkiezing mit Kuyper,
^•bij apoth. en drogisten