Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. BIGGELMRS KOFFIE Rheum&tiek No. 3298 ZATERDAG 29 JANUARP927 41ste JAARGANG IN HOG SIGNO VINCES EERSTE BLAD. Beginsel en Belang Op den Uitkijk. Laat het zoover niet komen met uw Gebruik dus tijdig Kloosterbalsem W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukkea voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Er zijn menschen die hiervan een tegenstelling maken. We hebben allen wel eens gehoord van die menschen die zeggen„Wij willen in de politiek van geen begin selen weten, wij komen op voor ons belang Van dit standpunt uit redenen zij die zich aansloten bij een of andere „belangen-partij". Wij zullen onze lezers niet vermoeiïen met een opsomming van de vele be langen-partij tj es die het politieke le venslicht aanschouwd hebben. Geiukkig |/pn er verschillende weer gegaan, zoo- Vils ze gekomen zijn, zonder een spoor van hun bestaan achter te laten. Een paar zijn er evenwel die zich nog doen gelden, en onder dezen noe men wij den plattelandersbond. Deze politieke bond wil het belang der „agrariërs", of, om een goed Hol- landsch woord te gebruiken, het belang van den landbouwstand dienen. Zij ging uit van het standpunt: in de politiek gaat het om belangen en daar iedere bevolkingsgroep eigen be langen heeft te behartigen, dient elke groep ook voor zich zelve in de poli tiek op te komen. Over beginselen sprak men niet, immers die speelde /gij het landbouwbelang geen rol. W Toch heeft deze beweging zich niet consequent hieraan gehouden, want weldra kreeg men den „Rechtschen" en den „Linkschen" plattelandersbond, hiermede toegevend dat beginselen toch eigenlijk wel iets te zeggen hebben in bet politieke strijdperk. Dat van erken ning der beginselen overigens in de praktische politiek, óók bij den Rechtschen plattelandersbond niets te recht kwam, behoeft geen nadere uit eenzetting. Vergelijking van de politieke programs der beide partijen zegt al genoeg. Trouwens dit zou ook onmogelijk zijn. Heeft men eenmaal het standpunt aan vaard, dat het in de politiek er op aan komt het belang van eigen groep voor te staan, voor welk dieper beginsel, dan het beginsel van het platste mate rialisme, zou men dan nog het vaandel opheffen, en de krijgstrompet blazen? Maar, zoo vraagt ge, gaat het in de politiek van rijk, provincie en gemeente dan alléén om beginselen Neen, dat niet 1 Maar de fout van vele menschen ligt hier, dat zij een tegenstelling tus- schen beginsel en belang maken. En dat nu mag niet. Zij moeten samengaan. Zij zijn ook niet te scheiden. Afzonderlijk kunnen zij niet bestaan. Wilt gij alléén opkomen voor be langen Toch zult gij óók beginselen dienen, misschien ondanks U zelve! Helder heeft de politiek van den Plat telandersbond dit aangetoond. „De Heer Braat is ongeloovig en in z'jn plattelands-politiek kwam dat strijk en zet uit. Getrouw stond hij aan de nnkerzijde en stak zijn haat tegen de christelijke beginsel-politiek niet onder stoelen en banken. Nu deed de Heer braat dit wel niet ondanks zich zelve, want van hem zijn de woordenDe christelijke school is een pest der natie". waaruit duidelijk blijkt, dat deze heer enk uit een beginsel leefde al stelde hij het altijd voor alléén voor het be- lang op te komen. Maar al zoudt gij U stipt aan Uw belangen-politiek willen houden en U neutraal houden ten aanzien van be ginselvraagstukken, dan zou, ondanks U zelve, de beginsel-politiek toch door U gediend worden. Juist omdat beginsel en belang geen tegenstelling vormen maar onlosmake lijk samengaan. Wanneer gij maar even dieper door denkt wordt U duidelijk, dat waar be ginselen zijn óók belangen een rol spelen en dat waar een belang zich gelden doet ook een beginsel in 't spel is. Duidelijk werd eens door een groot staatsman met een voorbeeld aange toond hoe beginsel en belang zich tot elkander verhouden, n.l. als ziel en lichaam. Werkt dat beeld nu maar voor U zeiven nader uit en Uw oog gaat er voor open, dat beginsel en belang geen tegenstelling vormen, maar integendeel onscheidbaar samengaan. Ziel en lichaam vormen samen één geheel. De ziel is de stuw- en de drijfkracht, het voor naamste, maar in de organen, in de daad van het lichaam openbaart zij zich. Zóó is het met beginsel en belang in de politiek. Nu wordt dat vrij algemeen toege stemd voor de landspolitiek, want, zoo redeneert men, daar komen geestelijke belangen voor, b.v. de verhouding van Kerk en Staat, het onderwijs, Zondags rust enz., maar vraagt men gaat dit nu ook wel op in provincie en gemeente Nog pas, zagen wij in een Christelijk- Historisch blaadje uit het Zuiden des lands, betoogd, dat in de provinciale po litiek, het stoffelijk belang toch eigenlijk no. één is, primair, de beginselzaken nemen daar een tweede plaats in Deze valsche voorstelling vloeit voort uit het losmaken van het beginsel van het belang en omgekeerd. Men stelt het zoo voor, alsof alleen bij geeeste- lijke belangen het beginsel een rol speelt, en bij stoffelijke belangen het principe zwijgt. Niets is minder waar Dóch ook al redeneert men zooals boven ^bedoeld blad deed, dan nog is de voorstelling onjuist, dat de Provin ciale politiek zich meer dan de lands politiek bepaalt tot de stoffelijke belan gen. Later hopen wij hierop nog terug te komen Helder moet echter ons voor den geest staan, dat beginsel en belang onlosmakelijk aan elkander verbonden zijn. Politieke partijen die dit niet inzien en zich uitsluitend willen bepalen tot behartiging van een groepsbelang ver troebelen het politieke jleven, scheppen valsche tegenstellingen, worden willens of onwillens toch in den strijd der beginselen betrokken, scheuren onze volks- onze nationale eenheid uiteen, en het einde toont, dat zelfs het groepsbelang waarvoor men opkwam op uitermate slechte wijze, door deze „belangen-politiek" gediend werd! Geen wonder dat de oogen van men schen die toch iets verder zien dan hun neus lang is, en ter onzaliger ure in de netten der belangenpolitiek ver ward raakten, voor het heillooze spel, dat hier gespeeld werd, open gaan. Ook onder onze lezers mogen we ze tellen, die voor goed genezen van de plattelandspolitiek, zoowel van den heer De Boer als van den heer Braat, weer terugkeerden tot de partij waar toe zij van huis uit en krachtens hun beginsel behooren, de partij, die bij uitnemendheid een nationale partij is, de partij, die beginsel en belang ver bindt, de partij die ook in de Provin ciale politiek het beginsel den voorrang geeft, maar juist dadrdoor het belang, óók het stoffelijk belang, op de voordee- ligste, de eenig juiste wijze behartigt, de Anti-Revolutionaire Partij. De volgende week hierover meer. Reclame-ftftededeelingen, Deze Courait verschijnt eiken WOENSDAG en ATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- bij vooruitbetaling. BUITENLAND by vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDÏJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel, DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worde® berekend naar de plaatsruimte, die zfj beslaan. Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Deze beweging onder de landbou wende bevolking had ten doel het speciale belang der boeren te behar tigen in den staat en in de provincie. Nadruk verboden. Ditmaal zou ik over de tweede nieuwigheid van Mussolini spreken. Zij is niet minder origineel dan de belasting» heffing op het vrijgezellendeven. Zij houdt echter meer verband met de inter» ne politiek. Mussolini n.l. heeft een afkeer van het par» lementarisme. Het liefst stuurt hij de leden der volksvertegenwoordiging maar naar huis. Hij vindt dat ze hun tijd beter en nuttiger bij moeder de vrouw kunnen doorbrengen dan in het parlementsgebouw. De staatszaken wil Mussolini alléén wel opknappen. Natuurlijk kan zelfs Mussolini niet altijd precies de dingen krijgen zooals hij wel zou wenschen. Dat spreekt, daarvoor is óók hij mensch. Wat hem het meeste tegen de borst stuit zijn de langgerekte redevoeringen van de hee» ren volksvertegenwoordigers, het vele gepraat en dat vaak om de dingen heen, praten om te praten. Mussolini vindt dat tijdverknoeiïng. Hij heeft dan ook wel eens gezegd, dat hij toen hij eenmaal ministerpresident geworden was, de heeren praters vaak ontnuchterd aan den dijk gezet heeft. De heeren maakten mooie lange redevoeringen klaar, maar was het de beurt aan Mussolini om te antwoorden, dan negeerde hij alle onnoodige gepraat der heeren. antwoordde met een paar woorden op de zaak waarom het ging en zweeg. Natuurlijk was dit niet voldoende om de heeren het «redevoeren* af te leeren, maakte het geen indruk op Mussolini, dan maakte het toch indruk op Jan»publiek, het kwam in de courant, het werd gehoord op de tribune en zoo werd toch het doel bereikt, immers het is in Italië al precies als bij ons, in kamer, provinciale staten en gemeenteraden geldt zeker 60 van het gesprokene woord niet de zaak. maar de kiezers. Want al leven we in een democratischen tijd, voor «koning»kiezer« buigt men zich als een knipmes. Zie, dat is nu juist niets voor Mussolini en om die veelpraterij wat tegen te gaan, heeft hij nu een bond van zwijgers opgericht. De leden van dien bond verbinden zich om niet te spreken dan wanneer het noodig mocht zijn. Mussolini hoopt dat dit beschamend zal werken op de «praters* en deze tenslotte zul» len inzien dat de wereld met praten niet ge» holpen is. Of Mussolini zijn doel zal bereiken, weet ik niet Ik ieder geval lijkt mij het denkbeeld nog zoo kwaad niet! Ik ben wel een beetje gereserveerd gaan staan tegenover al de bon» den die we in onzen tijd krijgen. Mijn vrouw is al eens bezig geweest, om op een stukje papier de namen te noteeren van de bonden waarover ze in de krant las. Een poosje ging dat goed, en dan hoorde >k wel es «zeg man heb je al es van «die* bond gehoord en dan moest ik meermalen mijn onkunde belij» den. Tenslotte kreeg het lijstje zulk een respec» tabele lengte dat mijn vrouw het opgaf, er kwam eenvoudig geen eind aan. Ik wil maar zeggen, dat wij in zulk een eensgezindheid leven in onze vredige twintigste eeuw, dat de wereld van bonden aan elkander hangt. Maar toch wanneer we zoover konden komen dat we ook in ons goede landje nog eens een «fcond van zwijgerstot stand wisten te bren» gen, die bond had mijn onverdeelde sympathie 'k Werd er lid van, en ze hadden in mij een ijverig propagandist, 't Ging er overal op uit om er voor te spreken 1 Ho 1 daar vergelop» peer ik me. 't Was juist om zwijgen en niet om spreken te doen. Zoo ziet men al weer welk een kwaad ding de macht der gewoonte is 1 Maar dit daargelaten, een bond van zwijgers bad de liefde van mijn hart, van zwijgers in en buiten de volksvertegenwoordiging. Want denk nu niet, dat de heer Praatgraag geen familie buiten de raadszaal heeft 1 Ge zoudt u vergissen! Er wordt onder alle rangen en standen wat afgekletst, en was het gesprek op zichzelf nog maar onschuldig I Doch meestal komt de eer en goede naam van onze naasten in het gedrang en kruipt de laster als een venijnig adder<slangetje door al dat geklets heen. Vooral bepaalde streken van ons land staan bekend als vruchtbaren grond voor de giftplant van de laster. Voor hen geldt het woord van Salomo«die als een achterklap» per wandelt, openbaart het heimelijke, maar die getrouw is van geest, bedekt de zaak*. Scherp en juist is het antwoord 1 dat onze Catechismus geeft op de vraagwat wil het negende gebod? «Dat ik tegen niemand val» sche getuigenisse geve, niemands woorden ver» keere, geen achterklapper of lasteraar zij, nie» mand lichtelijk en onverhoord oordeele of helpe verdoemen, maar allerlei liegen en be» driegen, als eigen werken des duivels vermijde, tenzij ik den zwaren toorn Gods op mij laden wil; ingelijks dat ik in het gericht en alle an» dere handelingen de waarheid liefhebbe, op» recht spreke en bekenne, ook mijns naasten eer en goed gerucht naar mijn vermogen voorsta en bevorderen. 40 cent per regel. Inderdaad zou er veel van dit kwaad in vraag en antwoord 43 van onzen catechismus besproken, worden voorkomen, als onze lust om maar te praten wat ingetoomd werd. Van het vele praten komt het liegen en de laster. Het leeren zwijgen is echter voor velen een grootere kunst dan het leeren spreken. En laat ons nu niet zeggen, dat dit kwaad speci» aal onder de vrouwkens gevonden wordt, on» der de mannen is het helaas niet minder erg. Er zijn heel wat mannen die zich zelf bizon» der graag hooren praten. Op bijna alle verga» deringen treft ge ze aan. Herinnert gij U niet den onderwijzer d e op een onderwijzersver» gadering voor de twintigste maal het woord gevoerd had en deswege door de aanwezigen een bouquet werd aangeboden Fijne terechtwijzing niet waar? We zullen voor hem hopen dat hij de zachte, maar duidelijke wenk begrepen heeft. Een zelfde, niet minder kiesche wenk kreeg eens een groot buitenlandsch staatsman, die ook het onhebbelijk zwak had zich zelve gaarne te hooren spreken, toen hij ons landje bezocht. In Delft moest hij natuurlijk het fijne por» celeinen aardewerk bezichtigen en kreeg daar» na van het comité dat hem rondleidde, een kostbaren, oud»Hollandsche schotel, waarin met sierletters het bekende spreekwoord gebak» ken was xSpreken is zilver, zwijgen is goud In Het verhaal zegt er niet bij of de praatgrage staatsman een grooten stroom van woorden gebruikt heeft om zijn dank voor deze bizon» dere attentie te vertolken 1 Neen het kwaad schuilt niet bij onze vrouw» kens alléén I Een bond van zwijgers zou er dus m.i. nog wel bij kunnen, desnoods ruimde men voor zoover mij betreft enkele tientallen andere bonden er voor op 1 Intusschen om terug te komen op Musso» lini's bedoeling ging het den Italiaanschen dictator hoofdzakelijk tegen de veelpraterij in het parlement en acht hij al veel bereikt wan» neer het kwaad eerst maar in de volksvertegen» woordiging bezworen is. Een kwaad dat alle parlementen, welk land men ook neemt, gemeen hebben. Er wordt wat kostelijke tijd verknoeid met praten door de heeren parlementsleden 1 Het is wel een der oorzaken waardoor het parlementarisme in discrediet is geraakt en er in de na»oorlogsjaren stemmen zijn opgegaan om er maar een eind te maken. Er worden dan ook in alle landen bewegingen geconsta» teerd die het Italiaansche voorbeeld willen volgen, het fascisme vindt overal bijval. Ontegenzeggenlijk heeft het parlementaire» systeem vreemde dingen op zijn geweten, of beter gezegd, heeft men soms het parlemen» taire systeem op hoogst afkeuringswaardige wijze misbruikt. Om niet te ver terug te gaan in de geschie» denis wijs ik op hetgeen in 1900 eens is voor gevallen in het Oostenrijksche parlement. Toen wilde een zekere groep Kamerleden de aanne» ming van een wetsontwerp beletten en spra» ken ze met een groep geestverwanten buiten de Kamer af dat deze eens flink zouden peti» tioneeren en toen de kamer bijeen kwam lagen er 2700 verzoekschriften en waren de malcon» tente kamerleden gereed om 2700 maal lezing en stemming te vragen. In Engeland werden met het zelfde doel eens in 5 jaar 25000 adres» sen ingediend. Ten gevolge van «obstructie» politiek* moest het Oostenrijksche Huis van afgevaardigden eens 33 uren achtereen verga» deren. Een der afgevaardigden sprak toen achtereen stuk door van 9 uur 's avonds tot 9 uur in den morgen, 12 uren achtereen I In een proefschrift overDe Volksvertegenwoor- diging, wordt een obstructie» tooneel in het Oostenrijksche parlement beschreven hierin komt het volgende voor «Men schreeuwde wild dooreen, een samenzang waarvoor 15 volksvertegenwoordigers waren aangewezen, want er heerschte orde in den chaos en ieders taak was geregeld en hulptroepen stonden ge» reed ter aflossing, anderen klepperden met het deksel van hun lessenaar in hei tempo, dat aangegeven werd door het lid, dat de Turksche trom had mee gebracht om er met een sabel op te slaaneen sterke af Jeeling blies op trompetten en snerpende fluitjes. Hier» van was de afgevaardigde Seleny het middel» punthij hanteerde twee deksels van ijzeren potten als bekkens. Nu en dan zweeg het pandemonium en zongen de heeren een lied van het oude Boheme ter afwisseling hunner ketelmuziek*. Gelukkkig zijn dergelijke tooneeltjes nog geen gewoonte geworden. Toch denke men niet, dat een Foolsche landdag alléén in Polen voorkomt. Ook ons land kent zwarte bladzijden in de geschiedenis van het parlement. Eens moest op verlangen van den heer Schaper 1300 maal achtereen door den com» mies»griffier een naam opgelezen worden, moest er 2 uur achtereen gestemd worden Wacht toch niet totdat Uw handen voor goed krom en misvormd zijn.Wachttochniettotdatgealseen stumper door de kamer strompelt. Rhemnatiek wordt veroorzaakt door ziektestoffen, die zich op de pijnlijke plaatsen gaan vastzet ten. Wrijven met Akker's Kloos terbalsem voorkomt dat gevaar. over dingen die volgens de gewoonte zonder aandacht de hamer passeeren konden. Ook Talma, de taan van de sociale wetten, heeft ondervonden wat het parlementaire systeem van zijn kwaden kant gezien, zeggen wil. In 1911 hebben de so ialisten ook ten onzent eens een georganiseerde obstructie gevoerd, door het houden van lange rede» voeringen, het vragen van stemmingen enz. Rumoerige en hartstochtelijke incidenten heb» ben zich daarbij afgespeeld. Ook later is het nog wel voorgekomen. Gelukkig bleven het uitzonderingen. Maar ook al verloopt alles heel gewoon heeft het parlementaire systeem in onze dagen zwarte kanten, door de ontzettende tijdver» spilling die de lange redevoeringen veroor» zaken. Het is volkomen te begrijpen, dat menschen met een natuur als Musso'ini, die snakken naar de daad, zich met afkeer afwenden van al die woordenpraal, die als een nauwsluitend kleed voor de goê=gemeenfe de armoede en de naaktheid van het gemis aan daden, moet bedekken. Om zich eenig denkbeeld te laten vormen wat er zooal in ons parlement wordt afgepraat, noemen we enkele cijfers uit het zittingsjaar 1924-1925. In totaal bereikten de redevoe» voeringen een kolomlengte van 74092 centi» meter, of wel bijna 741 Meter 1 Stel U het eens even voor I Alleen de S. D. A. P. (welke partij, ofschoon nog niet de grootste partij, steeds verreweg het record slaat) versnoepte hiervan 18582 centimeter of bijna 186 Meter kolom druks 1 Plak dat stukje eens aan elkan» der 1 In dat jaar werden er 90 openbare verga» deringen van de Tweede Kamer gehouden. Ofschoon de cijfers voor het zittingsjaar 1925 1926 kleiner zijn, zegt dit niets ten opzichte van de tijdverknoeiïng met woorden. Immers ging de Kamer tengevolge van de kabinets» crisis lang op reces. In dit zittingsjaar werden er door de Tweede Kamer 51 openbare ver» gaderingen gehouden. De kolomlengte werd echter in totaal nog 44950 centimeter of 449'/, Meter, de S. D. A. P. alléén wist het weer te ■T

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 1