'n liermaaplooüJe uerKOBfllieiil
Visscheri].
Rechtzaken.
Gemengd Nieuws.
Marktberichten.
Hoest, Keelpijn.
ondermijnt Uw gezondheid!
Waak daarvoor, neem direct
Akker's Abdijsiroop
van ^tuda, des morgens, des middags en des
avonds. In de namiddagdienst zal dan de H.
Doop bediend worden. Doopouders worden
verzocht dit deze week bij den kerkeraad
kenbaar te maken.
De Belijdenis»Catechisatie bij de Geref.
Gem. heeft j.l. Maandag een aanvang genomen.
Onze vroegere dorpsgenoot E. A. Snijder,
thans onderwijzer aan de O. L. School te
Goedereede, is benoemd tot Hoofdonderwijzer
aan de Chr. School aan 't Havenhoofd aldaar.
STELLENDAM. De verkoop van zitplaatsen
in de Ned. Herv. Kerk alhier heeft opgebracht
f 114 voor de 7 zitplaatsen.
In een der kerlcezakjes van de Ned. Herv.
Kerk alhier is wederom ten bate van de Be»
waarschool gevonden f 10—, f 1,— en f 2,86.
GOEDEREEDE. Zondag a.s. zal er gelegen»
heid zijn tot het bedienen vin den H. Doop
Aangifte Zaterdag 29 Januari des avonds 7
uur in de consistoriekamer.
Donderdagavond a.s. 6 uur hoopt alhier
op te treden den Eerw. Heer W. Bouman van
Stellendam.
Benoemd tot hoopt der Bijz. school aan
het Havenhoofd dhr. E. A. Snijder alhier.
OUDDORP. Bij afwezigheid van dencon»
sulent, Ds. den Oudsten van Middelharnis,
zullen in deze week voor de Hervormden
alhier geen catechisatiën gehouden worden.
Ouders, die op Zondag 6 Febr. in de
Ned. Herv. Kerk hun kinderen wenschen te
laten doopen, moeten daarvan aangifte doen
op Vrijdag 28 Jan., des avonds te 7 uren in
de kerkekamer.
Ds. Mak van Brielle hoopt a.s. Maandag
21 Jan. in het lokaal «Oude School« op te
treden, om te spreken over geheelonthouding.
Toegang vrij. Begin te half zeven.
De commissie tot wering van schoolver»
zuim vergadert a.s. Zaterdag 29 Jan., 's avonds
te 6 uur op het raadhuis. Drie vaders van
schoolgaande kinderen zijn opgeroepen.
De fantasie by den Bijbelles.
Welk kind hoort niet graag vertellen 1 Met
open mondje, de oogen vol spanning drinkt
het kind van 4, 5 jaar reeds de woorden van
het eenvoudige verhaal in zijn speelgoed laat
het er voor staan; het vergeet zijn boterham
te eten beloof het kind een vertelling, en ge
kunt er alles van gedaan krijgen.
Zijn levendige fantasie toovert het de op»
tredende mannen en vrouwen, jongens en
meisjes, dieren en planten zoo helder voor
zijn geestesoog, dat het met hen meeleeft Een»
maal van hen verteld, en het kind rekent ze
tot zijn kennissen, zoo goed als de menschen
en dieren uit eigen omgeving.
En het schoolgaande kind niet minder.
De een vindt de schrijfles vervelend, de
ander heeft een hekel aan de sommeneen
derde schrikt als de kaart voor de klas wordt
gehangen; voor een vierde is de leesles zoo
akelig saai.
Maar vertellen welke leerling houdt daar
Vt. niet van?
De grootste bengel vergeet er zijn baldadige
streken bijhet anders zoo sufferig jongetje
leeft wat op en een glans komt er in zijn
oogjeshet babbelziek meisje houdt haar be»
wegelijk tongetje in rust en de man of de
vrouw voor de klas, die anders de roerige
jeugd haast niet in bedwang kan houden,
heeft tijdens het verteluur zelfs geen moeite
met de orde.
Mits het ook inderdaad vertellen is.
Mits de onderwijzer de kunst verstaat, de
kinderen voldoende houvast te geven bij hun
pogingen, om zich de personen of dieren,
het huis en den tuin, enz. uit de vertelling,
voor te stellen.
Als hij spreekt over een man in armoedige
kleeding, zonder verder aan te duiden, hoe
die kleeren er uit zien, zal het kind zelf direct
beginnen, om zich er een nader idee van te
vormenhet wil weten, hoe de hoed, de
de schoenen van dien man warenpas als
het hiermee klaar is, is het in staat verder
rustig de vertelling te volgen.
Daarom is het, om de kinderen in de ver»
telling mee te voeren, noodzakelijk, dat de
i, verteller nauwkeurig schildert en niet alleen
«rvu vage aanduidingen geeft. Een kind wil iets
concreets; niet een oude hoed, maar een be»
paalde hoed, een b.v. die zwart geweest is,
maar nu groen schijntvol vlekken met neer»
gebogen rand, en waar het lint reeds af is_
David een tengere jongeling jongeling was
och, noem er zelf maar meer van die onge»
gronde soms zelfs valsche voorstellingen bij,
die we, zelfs bij volwassenen, nog vinden.
En iedereen moet toegeven, dat de strijd, die
later moet worden aangebonden, om dergelijke
fantasiën weer uit te roeien bij de kinderen
wel den indruk moet vestigen, d->t zijn leer»
meester het niet zoo nauw heeft genomen
met de Schriftdat het er nu ook niet zoo
precies op aankomt wat er staat 1 En niet waar,
dat zou óf hun achting voor dien leermeester
doen dalen, óf den eerbied voor den Bijbel
verzwakken.
Neen, als het om deze twee gaat: óf de
vertelling zóó in te kleeden, dat aan al de
eischen, die aan een goede vertelling mogen
gesteld worden, is voldaan, maar dan de H.
S. geweld aan te doen door fantasieënof
een minder geslaagde vertelling te geven,
maar die den Bijbel ongerept laat, dan kiezen
we zonder aarzeling voor het laatste. Wat het
zwaarste is, moet het zwaarste wegen.
Nu worden we gelukkig niet vaak voor deze
keuze geplaatst. We hebben er onzen God
ootmoedig voor te danken, dat Hij die toch
ook de groote Opvoeder is van Zijn volk,
die steeds zoo teeder denkt aan de kleinen,
en rekening houdt met hun behoeftendat
Hij ons Zijn Openbaring in de geschiedenis»
sen van het Oude en Nieuwe Testament heeft
gegeven in een vorm, die het ons, als vertel»
Iers, mogelijk maakt, de kinderen te boeien,
zonder tot ijdele fantasieën de toevlucht te
nemen.
Want boeien willen we zeboeien moeten
we ze, zal de vertelling haar doel bereiken.
Dat doet vele beginners grijpen naar een hand»
leiding, naar een kinderbijbel vooralzooals
er ook weer den laatsten tijd meerdere verschij»
nen.
Dat is oorzaak, dat bij de voorbereiding
voor de Bijbelles, de Bijbel soms gesloten blijft,
en het boek met bijbelsche verhalen alleen
wordt gebruikt, 't Is ook gemakkelijk, je hoeft
maar na te vertellen en je vertelling slaagt.
Het mag niet precies 'gezegd worden als in
de Handleiding staat, dat is ook niet ergdie
handleiding is toch ook maar menschenwerk,
en zoo is het gevaar groot, dat men al verder
afraakt van wat de Bijbel geeft.
Neen, de Handleiding blijft de Bijbel zelf,
met een goede commentaar, één of meer.
Dat kost tijd en studie en inspanning.
Maar dan zal het blijken, wat ik boven
schreef, dat de Bijbel juist de geschiedenissen
zóó geeft, dat ze bij uitnemendheid geschikt
zijn voor de vertelling.
Uit de Geref. School.
Het doel heiligt de middelen, of wel
antipapistische strijdwijze.
Pater J. Th. Welter O.P., schrijft in de
«Bazuin®
Wat we hier verhalen is een stukje geschie»
denis van het antipapisme, dat aan de ver»
getelheid moet onttrokken wordenwij pu<
bliceeren dit, omdat »de Bazuin® in dien aan»
slag uit geloofshaat tegen Rome, vooraan in
het vuur heeft gestaan tevens ter onzer recht»
vaardiging en waarschuwing aan allen, die in
aanraking komen met een zeker slag prote»
stanten, z.g. antipapisten, voor wien geen
middel te laag is als men Rome maar kan
benadeelen en vernederen.
In het voorjaar 1926 vervoegden zich ach»
tereenvolgens eenige protestanten bij ons, die
zich bekend maakten als leden of oud»leden
van een prot. debatclub en ons naam en adres
gaven. Zij zeiden zeer geërgerd te zijn wegens
het optreden van verschillende dominé's,
vooral ook over de wijze van handelen en
de leiding dier prot. debatclub, waarvan een
zekere heer Inden, een afvallig katholiek,
voorzitter was. Zij gaven voor, dat de strijd»
wijze dezer club tegen Rome beneden alle
peil was, vooral daar zij dikwijls lieten op»
treden als spreker een zekeren van Sonsbeek,
gewezen politie»agent, nu glas»in»lood schilder,
die voorlichting gaf in de Katholieke leer en
Rome belasterde.
Men kon, zoo zeiden zij, evengoed een
bootwerker laten optreden als voorlichter op
medisch en rechtskundig gebied.
Wel een bewijs voor het wetenschappelijk»
en beschavingspeil dier club.
Ook werd de voorzitter dier club met het
bestuur gequalificeerd als onbekwame leiders,
die een schande waren voer het protestantisme
enz. enz.
Hun verzoek was of wij over dat alles wil»
den schrijven, omdat ons blad ook door veel
protestanten gelezen wordt.
Wij weigerden dit natuurlijk, omdat deze
kwestie ons grootendeels niet aanging en zij
dat persoonlijk maar moesten uitvechten.
Eenigen tijd later werden ons over deze
kwestie twee ingezonden stukken gezonden,
waarvan de inzenders zich bekend maakten.
In verband met de vorige bezoeken en ook
omdat de schrijvers de stukjes voor hun re>
kening namen, vond ik er niets op tegen ze
in «de Bazuin® te plaatsen, evenmin ook
Past. Perquin, dien ik kennis gaf van den in»
houd. Wij kunnen niet bewijzen, dat de prot.
debatclub met zijn voorzitter met die men»
schen in verband stond, zeker is het echter,
dat ze van de gelegenheid wilden profiteeren
om Rome eens te treffen en die gehate en
gevreesde »Bazuin«, die hun nu en dan eens
flink de les las en de waarheid voorhield,
eens duchtig afbreuk te doen.
Dadelijk na plaatsing ontvingen wij van die
zijde bevel die stukjes te herroepen met de
bedreiging ons voor het gerecht aansprakelijk
te stellen.
Omdat wij neutraal stonden tegenover dit
alles, plaatsen wij hun wederhooor en ter
goeder trouw rekenend op de inzenders,
dachten wij, dat zij nu zelf den strijd wel
zouden aanbinden en wat bleek nu
De schrijvers en bezoekers hadden op lis»
tige en lage wijzen verkeerde adressen opge»
geven, ook werd ongeveer terzelfder tijd een
artikeltje gelanceerd in het Predikbeurtenblad,
waarin gewezen werd op den afschuwelijken
aanslag van Rome op de debatclub, die in
protestantsche kringen zooveel goed uitwerkte
enz. Wij dachten dadelijk aan een soort anti»
papistisch complot om ons in moeilijkheden
te brengen en ondergeteekende als redacteur
verantwoordelijk te stellen voor den inhoud
'der ingezonden stukjes.
Spoedig is er echter licht in deze zaak ge»
komen.
De kopie van één der ingezonden stukjes
was geschreven, geen wonder dus dat auteur
vreesde aan zijn schrift herkend te worden
mij opbelde met verzoek, die kopie te ver»
nietigen.
Uit angst, misschien ook wel door een
beetje berouw over de lage handelwijze heeft
hij later zijn waren naam bekend gemaakt en
tot onze groote verbazing was dit zekere O.,
mede-oprichter van bovengenoemde prot. debat
club, die later bekende, dat hij van zijn Ro»
mebestrijding een soort broodwinning had
gemaaktaan zoo'n anti'Rome campagne, zoo
zeide hij, viel nu en dan wel eens aardig wat
te verdienen. En hij voegde aan deze beken»
tenis toe, dat hij het eerstgenoemde stukje
tegen Inden had geschreven, omdat hij nog
een aparte vereeniging tegen Rome had, die
door de club van Inden financieel werd be»
nadeeld, daar Inden aan antipapistische spre»
kers een hooger honararium betaalde I
Eenigen tijd later ontving ik bericht, dat
de mede»oprichter der debatclub, O., in de
tegenwoordigheid van 2 getuigen de verkla»
ring had afgelegd, dat Th. Inden, de voor»
zitter der debatclub, het tweede stukje getypt
had, om ons er in te laten loopen, Zij gaven
die getuigenis op papier door twee getuigen
onderteekend.
Later hebben zij, door O. daartoe geprest,
dit weer tegengesproken, waarop Th. Inden
zelf een zekeren protestant Schr. aanwees als
de mogelijke schrijver. Deze Schr. ontkende
pertinent en meende in den stijl van het
stukje wederom O. te herkennen als schrijver.
Zoo is de schrijver van het tweede stukje,
ondanks de voorzichtige en scherpzinnige lei»
ding van mr. Kropman, advocaat en procureur
te Amsterdam, aan wien wij hiermede om
zijn uitstekende leiding hartelijk dank betui»
gen, niet met zekerheid bekend geworden.
Wij laten de qualificatie van dergelijk gedoe
aan onze lezers over.
De Leidsche Kerkbode schrijft
STILLEN IN DEN LANDE.
Men kan er met elkander over verschillen,
hoe het laatsse gedeelte van 't twintigste vers
van Psalm vijf en dertig weergegeven moet
worden. Onze Statenoverzetting heeftZij
bedenken bedriegelijke zaken tegen de stillen
in den lande.
Calvijn vertaaltZij bedenken bedriegelijke
woorden over de spleten der aarde.
Delitzsch, in zijn commentaar op de Psal»
men, komt geheel in de lijn van onze Neder»
landsche vertolking, als hij de uitdrukking
aldus ons voorlegtTegen de stillen in den
lande smeden zij listige aanslagen.
«Stillen in den lande® zijn volgens onze
Kantteekeningvreedzamen, die gaarne in
stilte zouden leven en God dienen, zonder
iemand eenig kwaad te willen of te doen.
Delitzsch teekent hen als dezulken, die stil
en onopgemerkt in Gods wegen gaan.
Wij geven de voorkeur aan de verklaringen
van de Statenvertaling en van Delitzsch, gelijk
ook Ds. J. H. Donner doet in zijn populair,
maar pittig, werk over de Psalmen, die de
«stillen in den lande« signaleert als «de zacht»
moedigen der aarde, het geslacht wiens hoogste
lust en zoeken 't is den Heere welbehagelijk
te zijn, en Hem zonder gerucht of gedruisch
in stilheid op deze aarde te dienen®.
Eigenaardig is, dat de «stillen in den lande®
terdege opgemerkt worden, en dat van hun
overlijden en begrafenis gewoonlijk in het
publiek gewag gemaakt wordt. God maakt
hun naam bekend.
«De Standaard« en andere Christelijke dag»
bladen hebben dezer dagen een bericht ge»
wijd aan het heengaan van zulk een stille in
den lande.
Zij deelden het wegvallen mede van den
heer Marinus van der Bijl, die in zijn negen»
tigste levensjaar door zijn Heere is opgeno»
men.
In den rouwbrief schreven de verwanten
Zijn leven was Christus, zijn sterven gewin.
Dit mochten de familie»leden met een ge»
rust geweten zeggen.
De dichter Tollens zingt in zijn Lijkzang
op Elias Annes Borger, na dezen grooten en
eenvoudigen geleerde beschreven te hebben
«Zoo heb ik hem gekend, de Kindsche ziel
ontplooijenda, ik zeg dit ook van den heer
Marinus van der Bijl, de mindere maar ook
de meerdere van Borger. Ik heb hem gekend
als een man, wiens lange leven Christus was.
Hij was een Barzillai.
Als jong predikant in mijn eerste gemeente,
het stedeke Brouwershaven aankomend, kwam
ik onmiddellijk in aanraking met den ouder»
ling, wiens naam ik heb genoemd, en de
vriendschapsbetrekking is nimmer verbroken
geworden.
Hij was de eenvoud in persoon. In zijn
gebed oreerde hij niet met zijn God, hij sprak
met Hem. Neen, zoo zeg ik het niet goed
hij praatte met zijn God. Het zou bij een
ander de lachspieren in beweging gebracht
hebben, zooals hij bad. Maar bij v. d. Bijl
hoorde het zoo. De kerk te Brouwershaven
was een planting van de actie van 1834, en
van der Bijl was een echte zoon der Schei»
ding. Hij was het, zooals dat oude ras het
was, de Brummelkamps, de Van Velzens. Als
deze kampioenen trad hij met zijn ruimen
blik aanstonds de beweging van 1886 met
groote blijdschap tegemoet. Immers de banden
aan een onwettig Kerkbestuur werden losge»
maakt, en er werd teruggekeerd tot de onver»
valschte leer van Gods Woord zooals die in
de Belijdenisgeschriften lag uitgedrukt. Wat
was meer noodig?
Was het wonder, dat hij mede trok naar
Amsterdam om de vergadering bij te wonen,
vóór de vereeniging van 1892, die door Dr.
A. Kuyper geleid, het samenleven der beide
Kerkengroepen moest voorbereiden?
Van der Bijl was geen geleerde. Hij was
een eenvoudige landbouwer, een goed zaken»
man.
Van zijn jonge jaren af heeft hij zich voor
het Koninkrijk van zijn Heere gegeven, die
hem getrokken had.
De Gereformeerde Kerk, de Anti»Revoluti»
onaire politiek, de Christelijke school, het
vaderland en het koninklijk huis, vonden in
hem een voorvechter en st:unpilair. Hier bad
hij voor en hier streed hij voor.
Met zijn hobbelende riemwagen, door twee
vurige paarden getrokken, voerde hij ons, in
de dagen toen Schouwen en Duiveland nog
geen tram rijk was, overal heen om de poli»
tieke en kerkelijke vergaderingen te bezoeken.
Wie ook ontbrak op derdelijke samenkomsten,
van der Bijl was precent.
Wee, wie kwaad durfde zeggen van Dr. A.
Kuyper of na het verscheiden van dezen
leider, van H. Colijn.
Hij was die man, waarvan vóór een paar
jaren de dagbladen vermeldden, dat hij op
een leeftijd van diep in de tachtig, uit Brou»
wershaven de lastige reis naar Goes deed om
den heer Colijn te zien en te hooren spreken.
Toen ik met de laatste Pinksterdagen nog
zijn gast mocht zijn, vond ik hem, als altijd,
achter zijn huistafel zitten met een stapel ver»
schillende kerkelijke en politieke Christelijke
bladen vóór zich. Hij heeft met Gods zaak
medegeleefd tot het laatste oogenblik van zijn
verblijf op deze aarde. Hij is in vrede ont»
slapen.
Wat kon hij prachtig schrijven 1 Bijgelegen»
heid van de herdenking van mijn 40»jarige
ambtsbediening ontving ik een brief van hem,
met zoo keurige duidelijke en vaste hand ge»
schreven, dat wanneer predikanten er jaloersch
op konden worden, en het leiden zou tot
verbetering van bun schrift, het de moeite
waard zou zijn den brief, bij manier van
rondzending, onder hen te doen circuleeren.
Het was zijn leer, dat schrift geschreven werd
om gelezen te kunnen worden.
De zaak des Heeren heeft in Marinus van
der Bijl een beteekenisvol geschenk van onzen
God gehad, waarvoor Hij gedankt moet wor»
den. Van gemoedelijken aanleg, was hij een
man des vredes, maar die zich, met al zijn
bescheidenheid, nimmer en nergens den naam
van zijn Heiland heeft geschaamd. De vrien»
den en vijanden hadden achting en ontzag
voor hem. Hij zocht niet zichzelven.
Gedenken wij dezen voorganger, en volgen
wij zijn geloof na, aanschouwende de uit»
komst van zijn wandeling.
Ds. J. W. GUNST.
STELLENDAM.
De garnalenvisschers hebben de vorige week
gedurende 5 dagen gevischt en daarbij ge»
middeld per dag en per vaartuig gevangen
40 K.G. garnalen.
GOEDEREEDE.
Door de kuilvisschers werden de vorige
week van 50 tot 80 Kilo schubben gevangen.
OUDDORP.
Door de visschers zijn in de vorige week
per vaartuig gevangen van 1 tot 12 vaten sar»
dijn, van 1 tot 7 vaten haring en van 50 tot
100 Kilo schubben.
We lezen in het Rotterdamsch Nieuwsblad
Een landbouwer uit Klaaswaal, P. den H.,
was voor de Dordtsche Rechtbank gedagvaard
wegens het doen van onjuiste en onvolledige
opgaven als belastingplichtige bij de invulling
zijner biljetten voor de inkomstenbelasting en
wel over de dienstjaren 1 Mei 1924—30 April
1925 en 1 Mei 1925—30 April 1926de te
weinig opgegeven bedragen waren niet enkele
guldens, doch volgens het onderzoek van den
Rijksaccountant bedroegen die respectievelijk
f 4,739,54 en f 3,660,17.
Verdachte bleef bij zijn voor den rechter»
commissaris afgelegde bekentenis.
Als getuige werd gehoord de inspecteur der
belastingen voor de buitengemeenten, wonende
te Rotterdam, de heer Bakker, die verklaarde
de beide aangifte»biljetten te hebben ontvan»
gen. Hij had aan den Rijksaccountant op»
dracht gegeven een onderzoek in te stellen
bij verdachte, in verband met zijn aangiften.
Getuige verklaarde, dat sinds de door ver»
dachte gepleegde fraude bekend was geworden,
een 30»tal landbouwers uit de Hoeksche Waard,
gewetensgelden als te weinig betaalde belasting
hadden ingezonden.
De tweede getuige Daatzelaar, Rijksaccoun»
tant, legde verklaringen af van zijn bevin»
dingen. Bij het eerste bezoek bij verdachte
weigerde deze inlichtingen te geven, bij het
tweede bezoek was hij nog terughoudend.
De derde getuige, koopman, kassier te Oud»
Beierland, verklaarde, dat door verdachte ge»
durende genoemde jaren jaarlijks een bedrag
van f 4500 aan coupons van effecten was
ontvangen.
Het O. M. gaf te kennen, dat door ver»
dachte een ernstig feit was gepleegd, dat onder
de landbouwers in den Hoeksche Waard in»
druk heeft gemaakt, zooals uit de verklaring
van den inspecteur der belasting blijkt. Spr.
was van meening, dat in deze geen geldboete,
maar gevangenisstraf moet worden opgelegd,
en requireerde tot veroordeeling van verdachte
tot 2 maanden gevangenisstraf.
De verdediger verzocht met het oog op
verdachte's leeftijd en zijn gebrekkigen toestand
(verdachte beweegt zich op krukken) oplegging
eener geldboete of voorwaardelijke veroor»
deeling.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Handelsinfor»
matiebureau VAN DER GRAAF Co'sBu»
reaux voor den Handel zijn in het tijdvak
13 tot en met 20 Januari 1927 in Neder»
land uitgesproken 73 faillissementen tegen»
over 90 faillissementen in dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 20 Jan. 1927, 153
faillissementen tegenover 202 over hetzelfde
tijdperk van het vorige jaar.
Bescherm bij het autogeenlassche altijd Uw
oogen tegen schadelijk stralen der vlam.
Lood, loodwit en loodmenie behooren tot
de gevaarlijkste vijanden van den arbeider.
Ze zijn afdoende te bestrijden, maar dit gelukt
alleen bij voortdurende zorg. Zindelijkheid
is daartoe het eerste vereischte.
GEZONDHEIDSRAAD.
FAMILIEDRAMA TE BUDEL.
Een 62«jarige vrouw vermoord?
Zaterdagmiddag heeft zich in het Noord»
brabantsche dorpje Budel een familiedrama
afgespeeld, dat Zondagavond nog niet geheel
opgehelderd was.
Zaterdagmiddag omstreeks 2 uur werd de
heer J. J. Visschers, arts te Budel, geroepen
bij het lijk van de 62>jarige vrouw E. de
Werdt—Kees, om den dood van deze vrouw
vast te stellen. Hem werd meegedeeld, dat
de vrouw dood in het achterhok van het
huis, staande even buiten het dorp, was ge»
vonden, en dat zij vermoedelijk in het hok
was gevallen, waardoor zij eeen hoofdwonde
had gekregen, aan de gevolgen waarvan zij
was overleden.
De dokter vond het geval verdacht en
vroeg, waar de man was. Toen dtze nergens
was te vinden, werd de politie met de zaak
in kennis gesteld.
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken,
dat de 58.jarge landbouwer de Werdt Zater»
dagmiddag twaalf uur nog met zijn vrouw
het middageten heeft gebruikt. Wat daarna
precies in het huis van De Werdt gebeurd
is, staat nog niet vast. Van de zes volwassen
kinderen was alleen een dochter thuis. Een
andere dochter, die nog bij de familie inwoont,
was op het land, en een ongetrouwde zoon
was op weg met een voer hooi naar een na»
bijgelegen plaats.
De dokter stelde vast, dat de vrouw een
gapende wonde boven het linkeroor had,
tengevolge waarvan de dood vrij spoedig moet
zijn ingetreden. Vermoedelijk is de wonde
toegebracht met een hard voorwerp.
De landbouwer was nergens te vinden.
Volgens verklaringen van een der buren had
men hem omstreeks 1 uur hard zien wegloo»
pen. Dit viel buitengewoon op, omdat de
W. eenigszins mank was en dientengevolge
altijd langzaam liep.
De marechaussee, die Zaterdagmiddag in
de woning kwam, stelde een voorloopig on»
derzoek in en nam het lijk van de vrouw in
beslag.
Naar den man werd den geheelen middag
gezocht, evenwel zonder resultaat.
Omstreeks halfvijf in den middag echter
vonden eenige landarbeiders, terugkeerende
van hun arbeid, in een wetering, de oude
Aa, zijn lijk drijven.
De plaats, waar het lijk van den man is
gevonden, is ongeveer een half uur van zijn
woning verwijderd, en De W. bezat daar
ter plaatse geen eigendommen.
Vermoedt wordt, dat de man, wellicht in
drift, zijn bejaarde vrouw heeft doodgeslagen
en daarna uit wanhoop over zijn daad zelf»
moord heeft gepleegd.
Voor zoover bekend, was het in de familie
de W., die tot den welgestelden boerenstand
behoort, steeds rustig. De eenige getuige, die
kan zeggen wat er gebeurd is, is de dochter
die thuis is geweest Het verhaal, dat zij heeft
gedaan, werd onmiddellijk in twijfel getrok»
ken, en na het vinden van het lijk van den
man neemt men stellig aan, dat de toedracht
van de zaak anders was, dan zij ze heeft
voorgesteld.
De justitie te Roermond, die nog Zaterdag»
avond gewaarschuwd werd, stelt een onder»
zoek in.
BOEREN.DRAMA.
Moord, brandstichting, zelfmoord.
In het dorp St. Denis»de»Jouhet in het
Indre»departement, zat Charles Gagnereau,
een oude boer een paar avonden geleden bij
het vuur te praten met zijn dochter, madame
Moulins, die haar rug naar het raam had ge»
keerd. De vrouw van Gagnereau was in de
kamer bezig het bed voor haar kleinzoortje
op te maken Plotseling werd er een ruit in»
geslagen, in het vertrek waarin de familie
zateen hand, die een revolver omklemde,
werd er doorheen gestoken, twee schoten
klonken en twee lichamen smakten tegen den
grondde oude boer en zijn dochter waren
gedood. Buren snelden toe op het geluid van
het schieten en zij zagen dat op een ander
punt van de hoeve de vlammen uitsloegen.
Brandstichting De verdenking viel op een
stuggen, zwijgzamen werker, die naar de hand
van Gagnereau's dochter had gedongen, In»
derdaad werden zijn voetstappen gevonden,
gaande van het ingeslagen venster naar de
plaats van den brand. Toen men ging zoeken
vond men het lijk van den verdachtein een
loods had hij zich opgehangen.
MIDDELHARNIS,
Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkeej
Veiling van Vrijdag 21 Januari 1927.
Kipeieren 60—61 Kg. f 7,75 tot f 7,90.
50-51 Kg. f 6,50,
bruin 60—61 Kg. f 8 tot f 8,10.
Eendeieren 70 Kg f 7,25.
Roode Kool f 1,30 tot f 3,20.
Savoye Kool f 7,60alles per 100 stuks.
Prei f 4,40 per 100 bos.
Spruiten f 6,60 tot f 17,5o.
Knollen f 1.
Bellefleurs f 10,30.
Kleiperer f 13,60 tot f 17,60alles per 100 Kg.
Boter f 0,95 tot f 1,13.
Kaas (volvet) f 0,60.
Kaas 20 plus f 0,42, alles per pond.
Ingezonden door JAC. KNOOP, beëedigd
Makelaar in aardappelen, groenten en
fruit. Nassau kade 158, Amsterdam.
Heden 24 Jan. 1927 werden de volgende
prijzen aan de aardappelenmarkt gemaakt
Anna Pauwlowna Zand f 4.— tot f 5,—
dito Rooden f 3,80 tot f 3,90Hillegommer
Zandaardappelen f 4,—tot f5,50; Flakkeesche
Eigenheimers f 3,80 tot f 3,90dito Roodstar
f 3,70 tot f 3,80dito Blauwe Eigenheimers
f 3,70 tot f 3,80; Bravo's f 3,80 tot f 4,-
dito Juin 60 kilo f 2,30 tot f 2,40 dito Eigenh.
poters f 2.90; dito Roode star poters f 2,25
tot f 2,40dito Blauwe Eigenh. poters f 2,25
tot f 2,40dito Bravo poters f 2,25 tot f 2,40
Spuische Eigenh. f 3,90 tot f 4,—dito Rood»
star f 3,70 tot f 3,80; dito Blauwe Eigenh.
f 3.70 tot f 3,80dito Bravo's f 3,80 tot f 4,—
dito Eigenh. poters f 3,—dito Roode star
poters f 2,25 tot f 2,40; dito Bravo poters
f 2,25 tot f 2,40 Zeeuwsche Bonten f 5,10 tot
f 5,30dito blauwen f 4,80 tot f 5,—dito
Bravo's f 3,80 tot f 4,—dito Blauwe Eigenh.
f 3,70 tot f 3,80 dito Redstar f 3,70 tot f 3,80
dito Blauw»bonte poters f 2,25 tot f 2,40dito
Eigenh. poters f 2,80 tot f 2,90dito Bravo
poters f 2,25 tot f 2,40; dito Juin 60 kilo
f 2,30 tot f 2,40dito Eigenheimers f 3,70 tot
f 3,90; Friesche Borgers f 3,80 tot f 3,90.
VEE en PAARDEN.
ROTTERDAM, 24 Januari. Ter Veemarkt
waren heden aangevoerd 532 vette runderen,
280 vette kalveren, 585 schapen of lammeren,
1086 varkens. Prijzen per '/2 K.G.koeien 30
k 32 c.40 h 42'/2 c.46 a 48 c.ossen 35 c.
39 k 41 c.44 a 46 c.kalveren 504 52'/2C.
67 V2 a 70 c.82V2 a 85 c.schapen f 20 tot
f 28, lammeren f 19 tot f 26 per stuk varkens
30 c, 31 c., 32 c.
De aanvoer van koeien en ossen was flink.
De handel was tamelijk en de prijzen waren
wel iets stijver te noemen. Een enkele puik
beste koe ging nog tot 4 cent boven noteering.
Stieren waren weinig aangevoerd en der»
halve geen noteering.
De aanvoer van vette kalveren was zeer
ruim. De handel was slecht en de prijzen
waren lager.
Een enkel puik best beest ging van 5 tot
7Va cent boven noteering.
Schapen en lammeren waren flink aange»
voerd. De handel was redelijk en de prijzen
ongeveer gelijk aan die der vorige week.
Varkens waren ruim aangevoerd. De handel
was tamelijk. De prijzen waren gedrukt. Voor
een enkel puik best varken werd nog '/i cent
boven noteering besteed.
AMSTERDAM, 24 Januari. Ter Veemarkt
waren heden aangevoerd600 vette koeien,
waarvan de prijzen warenle kwal. f 0,90—
1,02, 2e kwal. 80-90 c., 3e kwal 68-80 c.,
mindere soorten 56—68 c. per Kg. slachtge wicht;
120 melk» en kalfkoeien f 300-525 per stuk;
94 vette kalveren, le kwal. f 0,90—1,04, 2e kwal.
80—90 c., 3e kwal. 65—80 c. per Kg. slacht»
gewicht; 111 nuchtere kalveren f 10—18, 164
schapen f 25—33, alles per stuk; 700 Holl.
varkens, Overz. en Geldersche le kwal, 77—78
Mijnhardt's Hoesttabletten. Doos 30 ct.
Mynhardt's Keelpijntabletten, 60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
Het kent geen afgedragen schoenen, maar b.v.
oude rijglaarzen, waar meerdere knoopjes al
zijn afgebroken niet met veters vastgebonden
maar met touwtjeséén waarvan de halve
zool is verloren geraakt, zoodat de kous bij
eiken stap in aanraking komt met de straat.
Het kind kent geen paard; maar een be»
paald paard, b.v. een groot bruin paardmet
zwarte manen en zwarte staart, dat zijn kop
recht op draagt; liefst hard draaft langs den
weg, zoodat de voerman het moet inhouden
en staat het stil, dan nog trappelt van onge»
duld.
Niet een lief, klein meisje; maar b.v. een
meisje met helder blauwe oogen, dikke, roode
wangeneen kuiltje in de kin lang blond
haar, met een roode strik, dat net met het
hoofd boven de tafel komt en op de teenen
moet staan, om te kijken wat op de tafel ligt.
Dat verstond o.a. ook de Engelsche schrij»
ver Dickens zoo uitstekend; dat maakte hem
tot zulk een meester in 't vertellen.
Lees Dickens, en de personen beginnen voor
je te leven.
En nu zal ieder, die de vertelkunst beoefent
behoefte gevoelen, op deze wijze de de stof'
in te kleeden.
Is nu de vertelstof ontleend aan het leven
van allen dag, of uit de sprookjeswereld, dan
staat de zaak eenvoudig.
Dan stelt de fantasie den verteller gemak»
kelijk in staat aan de bevengenoemde eischen
te voldoen.
Maar anders wordt het, wanneer Bijbelsche
geschiedenissen moeten worden verhaald. Hier
stelt de kunst van vertellen haar eischen, maar
hier stelt ook het karakter, het wezen van de
Heilige Schrift haar eischen.
Wat dit laatste betreft, wil ik hier alleen
wijzen, op het goddelijk, onfeilbaar gezag van
de Schrift; op den eenigen regel, dien zij
voor geloof en leven stelt, op de majesteit
waarmee ze tot ons spreekt.
Hoofdeisch voor een ieder, die Gods Woord
tot het kind brengt, is, dat hij uit eerbied
voor dat Woord niets er aan toevoegt.
Hoe menigmaal heb ik al bij kinderen, ook
hij grootere kinderen, of zooals ze dan ge»
noemd worden de jongelui (of deftiger; de
rijpere jeugd) de vooorstelling aangetroffen,
dat de rook van Kaïns offer naar beneden
sloeg, en van Abels offer omhoog steegdat