'n liermaaplooüJe uerKOBfllieiil Visscheri]. Rechtzaken. Gemengd Nieuws. Marktberichten. Hoest, Keelpijn. ondermijnt Uw gezondheid! Waak daarvoor, neem direct Akker's Abdijsiroop van ^tuda, des morgens, des middags en des avonds. In de namiddagdienst zal dan de H. Doop bediend worden. Doopouders worden verzocht dit deze week bij den kerkeraad kenbaar te maken. De Belijdenis»Catechisatie bij de Geref. Gem. heeft j.l. Maandag een aanvang genomen. Onze vroegere dorpsgenoot E. A. Snijder, thans onderwijzer aan de O. L. School te Goedereede, is benoemd tot Hoofdonderwijzer aan de Chr. School aan 't Havenhoofd aldaar. STELLENDAM. De verkoop van zitplaatsen in de Ned. Herv. Kerk alhier heeft opgebracht f 114 voor de 7 zitplaatsen. In een der kerlcezakjes van de Ned. Herv. Kerk alhier is wederom ten bate van de Be» waarschool gevonden f 10—, f 1,— en f 2,86. GOEDEREEDE. Zondag a.s. zal er gelegen» heid zijn tot het bedienen vin den H. Doop Aangifte Zaterdag 29 Januari des avonds 7 uur in de consistoriekamer. Donderdagavond a.s. 6 uur hoopt alhier op te treden den Eerw. Heer W. Bouman van Stellendam. Benoemd tot hoopt der Bijz. school aan het Havenhoofd dhr. E. A. Snijder alhier. OUDDORP. Bij afwezigheid van dencon» sulent, Ds. den Oudsten van Middelharnis, zullen in deze week voor de Hervormden alhier geen catechisatiën gehouden worden. Ouders, die op Zondag 6 Febr. in de Ned. Herv. Kerk hun kinderen wenschen te laten doopen, moeten daarvan aangifte doen op Vrijdag 28 Jan., des avonds te 7 uren in de kerkekamer. Ds. Mak van Brielle hoopt a.s. Maandag 21 Jan. in het lokaal «Oude School« op te treden, om te spreken over geheelonthouding. Toegang vrij. Begin te half zeven. De commissie tot wering van schoolver» zuim vergadert a.s. Zaterdag 29 Jan., 's avonds te 6 uur op het raadhuis. Drie vaders van schoolgaande kinderen zijn opgeroepen. De fantasie by den Bijbelles. Welk kind hoort niet graag vertellen 1 Met open mondje, de oogen vol spanning drinkt het kind van 4, 5 jaar reeds de woorden van het eenvoudige verhaal in zijn speelgoed laat het er voor staan; het vergeet zijn boterham te eten beloof het kind een vertelling, en ge kunt er alles van gedaan krijgen. Zijn levendige fantasie toovert het de op» tredende mannen en vrouwen, jongens en meisjes, dieren en planten zoo helder voor zijn geestesoog, dat het met hen meeleeft Een» maal van hen verteld, en het kind rekent ze tot zijn kennissen, zoo goed als de menschen en dieren uit eigen omgeving. En het schoolgaande kind niet minder. De een vindt de schrijfles vervelend, de ander heeft een hekel aan de sommeneen derde schrikt als de kaart voor de klas wordt gehangen; voor een vierde is de leesles zoo akelig saai. Maar vertellen welke leerling houdt daar Vt. niet van? De grootste bengel vergeet er zijn baldadige streken bijhet anders zoo sufferig jongetje leeft wat op en een glans komt er in zijn oogjeshet babbelziek meisje houdt haar be» wegelijk tongetje in rust en de man of de vrouw voor de klas, die anders de roerige jeugd haast niet in bedwang kan houden, heeft tijdens het verteluur zelfs geen moeite met de orde. Mits het ook inderdaad vertellen is. Mits de onderwijzer de kunst verstaat, de kinderen voldoende houvast te geven bij hun pogingen, om zich de personen of dieren, het huis en den tuin, enz. uit de vertelling, voor te stellen. Als hij spreekt over een man in armoedige kleeding, zonder verder aan te duiden, hoe die kleeren er uit zien, zal het kind zelf direct beginnen, om zich er een nader idee van te vormenhet wil weten, hoe de hoed, de de schoenen van dien man warenpas als het hiermee klaar is, is het in staat verder rustig de vertelling te volgen. Daarom is het, om de kinderen in de ver» telling mee te voeren, noodzakelijk, dat de i, verteller nauwkeurig schildert en niet alleen «rvu vage aanduidingen geeft. Een kind wil iets concreets; niet een oude hoed, maar een be» paalde hoed, een b.v. die zwart geweest is, maar nu groen schijntvol vlekken met neer» gebogen rand, en waar het lint reeds af is_ David een tengere jongeling jongeling was och, noem er zelf maar meer van die onge» gronde soms zelfs valsche voorstellingen bij, die we, zelfs bij volwassenen, nog vinden. En iedereen moet toegeven, dat de strijd, die later moet worden aangebonden, om dergelijke fantasiën weer uit te roeien bij de kinderen wel den indruk moet vestigen, d->t zijn leer» meester het niet zoo nauw heeft genomen met de Schriftdat het er nu ook niet zoo precies op aankomt wat er staat 1 En niet waar, dat zou óf hun achting voor dien leermeester doen dalen, óf den eerbied voor den Bijbel verzwakken. Neen, als het om deze twee gaat: óf de vertelling zóó in te kleeden, dat aan al de eischen, die aan een goede vertelling mogen gesteld worden, is voldaan, maar dan de H. S. geweld aan te doen door fantasieënof een minder geslaagde vertelling te geven, maar die den Bijbel ongerept laat, dan kiezen we zonder aarzeling voor het laatste. Wat het zwaarste is, moet het zwaarste wegen. Nu worden we gelukkig niet vaak voor deze keuze geplaatst. We hebben er onzen God ootmoedig voor te danken, dat Hij die toch ook de groote Opvoeder is van Zijn volk, die steeds zoo teeder denkt aan de kleinen, en rekening houdt met hun behoeftendat Hij ons Zijn Openbaring in de geschiedenis» sen van het Oude en Nieuwe Testament heeft gegeven in een vorm, die het ons, als vertel» Iers, mogelijk maakt, de kinderen te boeien, zonder tot ijdele fantasieën de toevlucht te nemen. Want boeien willen we zeboeien moeten we ze, zal de vertelling haar doel bereiken. Dat doet vele beginners grijpen naar een hand» leiding, naar een kinderbijbel vooralzooals er ook weer den laatsten tijd meerdere verschij» nen. Dat is oorzaak, dat bij de voorbereiding voor de Bijbelles, de Bijbel soms gesloten blijft, en het boek met bijbelsche verhalen alleen wordt gebruikt, 't Is ook gemakkelijk, je hoeft maar na te vertellen en je vertelling slaagt. Het mag niet precies 'gezegd worden als in de Handleiding staat, dat is ook niet ergdie handleiding is toch ook maar menschenwerk, en zoo is het gevaar groot, dat men al verder afraakt van wat de Bijbel geeft. Neen, de Handleiding blijft de Bijbel zelf, met een goede commentaar, één of meer. Dat kost tijd en studie en inspanning. Maar dan zal het blijken, wat ik boven schreef, dat de Bijbel juist de geschiedenissen zóó geeft, dat ze bij uitnemendheid geschikt zijn voor de vertelling. Uit de Geref. School. Het doel heiligt de middelen, of wel antipapistische strijdwijze. Pater J. Th. Welter O.P., schrijft in de «Bazuin® Wat we hier verhalen is een stukje geschie» denis van het antipapisme, dat aan de ver» getelheid moet onttrokken wordenwij pu< bliceeren dit, omdat »de Bazuin® in dien aan» slag uit geloofshaat tegen Rome, vooraan in het vuur heeft gestaan tevens ter onzer recht» vaardiging en waarschuwing aan allen, die in aanraking komen met een zeker slag prote» stanten, z.g. antipapisten, voor wien geen middel te laag is als men Rome maar kan benadeelen en vernederen. In het voorjaar 1926 vervoegden zich ach» tereenvolgens eenige protestanten bij ons, die zich bekend maakten als leden of oud»leden van een prot. debatclub en ons naam en adres gaven. Zij zeiden zeer geërgerd te zijn wegens het optreden van verschillende dominé's, vooral ook over de wijze van handelen en de leiding dier prot. debatclub, waarvan een zekere heer Inden, een afvallig katholiek, voorzitter was. Zij gaven voor, dat de strijd» wijze dezer club tegen Rome beneden alle peil was, vooral daar zij dikwijls lieten op» treden als spreker een zekeren van Sonsbeek, gewezen politie»agent, nu glas»in»lood schilder, die voorlichting gaf in de Katholieke leer en Rome belasterde. Men kon, zoo zeiden zij, evengoed een bootwerker laten optreden als voorlichter op medisch en rechtskundig gebied. Wel een bewijs voor het wetenschappelijk» en beschavingspeil dier club. Ook werd de voorzitter dier club met het bestuur gequalificeerd als onbekwame leiders, die een schande waren voer het protestantisme enz. enz. Hun verzoek was of wij over dat alles wil» den schrijven, omdat ons blad ook door veel protestanten gelezen wordt. Wij weigerden dit natuurlijk, omdat deze kwestie ons grootendeels niet aanging en zij dat persoonlijk maar moesten uitvechten. Eenigen tijd later werden ons over deze kwestie twee ingezonden stukken gezonden, waarvan de inzenders zich bekend maakten. In verband met de vorige bezoeken en ook omdat de schrijvers de stukjes voor hun re> kening namen, vond ik er niets op tegen ze in «de Bazuin® te plaatsen, evenmin ook Past. Perquin, dien ik kennis gaf van den in» houd. Wij kunnen niet bewijzen, dat de prot. debatclub met zijn voorzitter met die men» schen in verband stond, zeker is het echter, dat ze van de gelegenheid wilden profiteeren om Rome eens te treffen en die gehate en gevreesde »Bazuin«, die hun nu en dan eens flink de les las en de waarheid voorhield, eens duchtig afbreuk te doen. Dadelijk na plaatsing ontvingen wij van die zijde bevel die stukjes te herroepen met de bedreiging ons voor het gerecht aansprakelijk te stellen. Omdat wij neutraal stonden tegenover dit alles, plaatsen wij hun wederhooor en ter goeder trouw rekenend op de inzenders, dachten wij, dat zij nu zelf den strijd wel zouden aanbinden en wat bleek nu De schrijvers en bezoekers hadden op lis» tige en lage wijzen verkeerde adressen opge» geven, ook werd ongeveer terzelfder tijd een artikeltje gelanceerd in het Predikbeurtenblad, waarin gewezen werd op den afschuwelijken aanslag van Rome op de debatclub, die in protestantsche kringen zooveel goed uitwerkte enz. Wij dachten dadelijk aan een soort anti» papistisch complot om ons in moeilijkheden te brengen en ondergeteekende als redacteur verantwoordelijk te stellen voor den inhoud 'der ingezonden stukjes. Spoedig is er echter licht in deze zaak ge» komen. De kopie van één der ingezonden stukjes was geschreven, geen wonder dus dat auteur vreesde aan zijn schrift herkend te worden mij opbelde met verzoek, die kopie te ver» nietigen. Uit angst, misschien ook wel door een beetje berouw over de lage handelwijze heeft hij later zijn waren naam bekend gemaakt en tot onze groote verbazing was dit zekere O., mede-oprichter van bovengenoemde prot. debat club, die later bekende, dat hij van zijn Ro» mebestrijding een soort broodwinning had gemaaktaan zoo'n anti'Rome campagne, zoo zeide hij, viel nu en dan wel eens aardig wat te verdienen. En hij voegde aan deze beken» tenis toe, dat hij het eerstgenoemde stukje tegen Inden had geschreven, omdat hij nog een aparte vereeniging tegen Rome had, die door de club van Inden financieel werd be» nadeeld, daar Inden aan antipapistische spre» kers een hooger honararium betaalde I Eenigen tijd later ontving ik bericht, dat de mede»oprichter der debatclub, O., in de tegenwoordigheid van 2 getuigen de verkla» ring had afgelegd, dat Th. Inden, de voor» zitter der debatclub, het tweede stukje getypt had, om ons er in te laten loopen, Zij gaven die getuigenis op papier door twee getuigen onderteekend. Later hebben zij, door O. daartoe geprest, dit weer tegengesproken, waarop Th. Inden zelf een zekeren protestant Schr. aanwees als de mogelijke schrijver. Deze Schr. ontkende pertinent en meende in den stijl van het stukje wederom O. te herkennen als schrijver. Zoo is de schrijver van het tweede stukje, ondanks de voorzichtige en scherpzinnige lei» ding van mr. Kropman, advocaat en procureur te Amsterdam, aan wien wij hiermede om zijn uitstekende leiding hartelijk dank betui» gen, niet met zekerheid bekend geworden. Wij laten de qualificatie van dergelijk gedoe aan onze lezers over. De Leidsche Kerkbode schrijft STILLEN IN DEN LANDE. Men kan er met elkander over verschillen, hoe het laatsse gedeelte van 't twintigste vers van Psalm vijf en dertig weergegeven moet worden. Onze Statenoverzetting heeftZij bedenken bedriegelijke zaken tegen de stillen in den lande. Calvijn vertaaltZij bedenken bedriegelijke woorden over de spleten der aarde. Delitzsch, in zijn commentaar op de Psal» men, komt geheel in de lijn van onze Neder» landsche vertolking, als hij de uitdrukking aldus ons voorlegtTegen de stillen in den lande smeden zij listige aanslagen. «Stillen in den lande® zijn volgens onze Kantteekeningvreedzamen, die gaarne in stilte zouden leven en God dienen, zonder iemand eenig kwaad te willen of te doen. Delitzsch teekent hen als dezulken, die stil en onopgemerkt in Gods wegen gaan. Wij geven de voorkeur aan de verklaringen van de Statenvertaling en van Delitzsch, gelijk ook Ds. J. H. Donner doet in zijn populair, maar pittig, werk over de Psalmen, die de «stillen in den lande« signaleert als «de zacht» moedigen der aarde, het geslacht wiens hoogste lust en zoeken 't is den Heere welbehagelijk te zijn, en Hem zonder gerucht of gedruisch in stilheid op deze aarde te dienen®. Eigenaardig is, dat de «stillen in den lande® terdege opgemerkt worden, en dat van hun overlijden en begrafenis gewoonlijk in het publiek gewag gemaakt wordt. God maakt hun naam bekend. «De Standaard« en andere Christelijke dag» bladen hebben dezer dagen een bericht ge» wijd aan het heengaan van zulk een stille in den lande. Zij deelden het wegvallen mede van den heer Marinus van der Bijl, die in zijn negen» tigste levensjaar door zijn Heere is opgeno» men. In den rouwbrief schreven de verwanten Zijn leven was Christus, zijn sterven gewin. Dit mochten de familie»leden met een ge» rust geweten zeggen. De dichter Tollens zingt in zijn Lijkzang op Elias Annes Borger, na dezen grooten en eenvoudigen geleerde beschreven te hebben «Zoo heb ik hem gekend, de Kindsche ziel ontplooijenda, ik zeg dit ook van den heer Marinus van der Bijl, de mindere maar ook de meerdere van Borger. Ik heb hem gekend als een man, wiens lange leven Christus was. Hij was een Barzillai. Als jong predikant in mijn eerste gemeente, het stedeke Brouwershaven aankomend, kwam ik onmiddellijk in aanraking met den ouder» ling, wiens naam ik heb genoemd, en de vriendschapsbetrekking is nimmer verbroken geworden. Hij was de eenvoud in persoon. In zijn gebed oreerde hij niet met zijn God, hij sprak met Hem. Neen, zoo zeg ik het niet goed hij praatte met zijn God. Het zou bij een ander de lachspieren in beweging gebracht hebben, zooals hij bad. Maar bij v. d. Bijl hoorde het zoo. De kerk te Brouwershaven was een planting van de actie van 1834, en van der Bijl was een echte zoon der Schei» ding. Hij was het, zooals dat oude ras het was, de Brummelkamps, de Van Velzens. Als deze kampioenen trad hij met zijn ruimen blik aanstonds de beweging van 1886 met groote blijdschap tegemoet. Immers de banden aan een onwettig Kerkbestuur werden losge» maakt, en er werd teruggekeerd tot de onver» valschte leer van Gods Woord zooals die in de Belijdenisgeschriften lag uitgedrukt. Wat was meer noodig? Was het wonder, dat hij mede trok naar Amsterdam om de vergadering bij te wonen, vóór de vereeniging van 1892, die door Dr. A. Kuyper geleid, het samenleven der beide Kerkengroepen moest voorbereiden? Van der Bijl was geen geleerde. Hij was een eenvoudige landbouwer, een goed zaken» man. Van zijn jonge jaren af heeft hij zich voor het Koninkrijk van zijn Heere gegeven, die hem getrokken had. De Gereformeerde Kerk, de Anti»Revoluti» onaire politiek, de Christelijke school, het vaderland en het koninklijk huis, vonden in hem een voorvechter en st:unpilair. Hier bad hij voor en hier streed hij voor. Met zijn hobbelende riemwagen, door twee vurige paarden getrokken, voerde hij ons, in de dagen toen Schouwen en Duiveland nog geen tram rijk was, overal heen om de poli» tieke en kerkelijke vergaderingen te bezoeken. Wie ook ontbrak op derdelijke samenkomsten, van der Bijl was precent. Wee, wie kwaad durfde zeggen van Dr. A. Kuyper of na het verscheiden van dezen leider, van H. Colijn. Hij was die man, waarvan vóór een paar jaren de dagbladen vermeldden, dat hij op een leeftijd van diep in de tachtig, uit Brou» wershaven de lastige reis naar Goes deed om den heer Colijn te zien en te hooren spreken. Toen ik met de laatste Pinksterdagen nog zijn gast mocht zijn, vond ik hem, als altijd, achter zijn huistafel zitten met een stapel ver» schillende kerkelijke en politieke Christelijke bladen vóór zich. Hij heeft met Gods zaak medegeleefd tot het laatste oogenblik van zijn verblijf op deze aarde. Hij is in vrede ont» slapen. Wat kon hij prachtig schrijven 1 Bijgelegen» heid van de herdenking van mijn 40»jarige ambtsbediening ontving ik een brief van hem, met zoo keurige duidelijke en vaste hand ge» schreven, dat wanneer predikanten er jaloersch op konden worden, en het leiden zou tot verbetering van bun schrift, het de moeite waard zou zijn den brief, bij manier van rondzending, onder hen te doen circuleeren. Het was zijn leer, dat schrift geschreven werd om gelezen te kunnen worden. De zaak des Heeren heeft in Marinus van der Bijl een beteekenisvol geschenk van onzen God gehad, waarvoor Hij gedankt moet wor» den. Van gemoedelijken aanleg, was hij een man des vredes, maar die zich, met al zijn bescheidenheid, nimmer en nergens den naam van zijn Heiland heeft geschaamd. De vrien» den en vijanden hadden achting en ontzag voor hem. Hij zocht niet zichzelven. Gedenken wij dezen voorganger, en volgen wij zijn geloof na, aanschouwende de uit» komst van zijn wandeling. Ds. J. W. GUNST. STELLENDAM. De garnalenvisschers hebben de vorige week gedurende 5 dagen gevischt en daarbij ge» middeld per dag en per vaartuig gevangen 40 K.G. garnalen. GOEDEREEDE. Door de kuilvisschers werden de vorige week van 50 tot 80 Kilo schubben gevangen. OUDDORP. Door de visschers zijn in de vorige week per vaartuig gevangen van 1 tot 12 vaten sar» dijn, van 1 tot 7 vaten haring en van 50 tot 100 Kilo schubben. We lezen in het Rotterdamsch Nieuwsblad Een landbouwer uit Klaaswaal, P. den H., was voor de Dordtsche Rechtbank gedagvaard wegens het doen van onjuiste en onvolledige opgaven als belastingplichtige bij de invulling zijner biljetten voor de inkomstenbelasting en wel over de dienstjaren 1 Mei 1924—30 April 1925 en 1 Mei 1925—30 April 1926de te weinig opgegeven bedragen waren niet enkele guldens, doch volgens het onderzoek van den Rijksaccountant bedroegen die respectievelijk f 4,739,54 en f 3,660,17. Verdachte bleef bij zijn voor den rechter» commissaris afgelegde bekentenis. Als getuige werd gehoord de inspecteur der belastingen voor de buitengemeenten, wonende te Rotterdam, de heer Bakker, die verklaarde de beide aangifte»biljetten te hebben ontvan» gen. Hij had aan den Rijksaccountant op» dracht gegeven een onderzoek in te stellen bij verdachte, in verband met zijn aangiften. Getuige verklaarde, dat sinds de door ver» dachte gepleegde fraude bekend was geworden, een 30»tal landbouwers uit de Hoeksche Waard, gewetensgelden als te weinig betaalde belasting hadden ingezonden. De tweede getuige Daatzelaar, Rijksaccoun» tant, legde verklaringen af van zijn bevin» dingen. Bij het eerste bezoek bij verdachte weigerde deze inlichtingen te geven, bij het tweede bezoek was hij nog terughoudend. De derde getuige, koopman, kassier te Oud» Beierland, verklaarde, dat door verdachte ge» durende genoemde jaren jaarlijks een bedrag van f 4500 aan coupons van effecten was ontvangen. Het O. M. gaf te kennen, dat door ver» dachte een ernstig feit was gepleegd, dat onder de landbouwers in den Hoeksche Waard in» druk heeft gemaakt, zooals uit de verklaring van den inspecteur der belasting blijkt. Spr. was van meening, dat in deze geen geldboete, maar gevangenisstraf moet worden opgelegd, en requireerde tot veroordeeling van verdachte tot 2 maanden gevangenisstraf. De verdediger verzocht met het oog op verdachte's leeftijd en zijn gebrekkigen toestand (verdachte beweegt zich op krukken) oplegging eener geldboete of voorwaardelijke veroor» deeling. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handelsinfor» matiebureau VAN DER GRAAF Co'sBu» reaux voor den Handel zijn in het tijdvak 13 tot en met 20 Januari 1927 in Neder» land uitgesproken 73 faillissementen tegen» over 90 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 20 Jan. 1927, 153 faillissementen tegenover 202 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar. Bescherm bij het autogeenlassche altijd Uw oogen tegen schadelijk stralen der vlam. Lood, loodwit en loodmenie behooren tot de gevaarlijkste vijanden van den arbeider. Ze zijn afdoende te bestrijden, maar dit gelukt alleen bij voortdurende zorg. Zindelijkheid is daartoe het eerste vereischte. GEZONDHEIDSRAAD. FAMILIEDRAMA TE BUDEL. Een 62«jarige vrouw vermoord? Zaterdagmiddag heeft zich in het Noord» brabantsche dorpje Budel een familiedrama afgespeeld, dat Zondagavond nog niet geheel opgehelderd was. Zaterdagmiddag omstreeks 2 uur werd de heer J. J. Visschers, arts te Budel, geroepen bij het lijk van de 62>jarige vrouw E. de Werdt—Kees, om den dood van deze vrouw vast te stellen. Hem werd meegedeeld, dat de vrouw dood in het achterhok van het huis, staande even buiten het dorp, was ge» vonden, en dat zij vermoedelijk in het hok was gevallen, waardoor zij eeen hoofdwonde had gekregen, aan de gevolgen waarvan zij was overleden. De dokter vond het geval verdacht en vroeg, waar de man was. Toen dtze nergens was te vinden, werd de politie met de zaak in kennis gesteld. Uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat de 58.jarge landbouwer de Werdt Zater» dagmiddag twaalf uur nog met zijn vrouw het middageten heeft gebruikt. Wat daarna precies in het huis van De Werdt gebeurd is, staat nog niet vast. Van de zes volwassen kinderen was alleen een dochter thuis. Een andere dochter, die nog bij de familie inwoont, was op het land, en een ongetrouwde zoon was op weg met een voer hooi naar een na» bijgelegen plaats. De dokter stelde vast, dat de vrouw een gapende wonde boven het linkeroor had, tengevolge waarvan de dood vrij spoedig moet zijn ingetreden. Vermoedelijk is de wonde toegebracht met een hard voorwerp. De landbouwer was nergens te vinden. Volgens verklaringen van een der buren had men hem omstreeks 1 uur hard zien wegloo» pen. Dit viel buitengewoon op, omdat de W. eenigszins mank was en dientengevolge altijd langzaam liep. De marechaussee, die Zaterdagmiddag in de woning kwam, stelde een voorloopig on» derzoek in en nam het lijk van de vrouw in beslag. Naar den man werd den geheelen middag gezocht, evenwel zonder resultaat. Omstreeks halfvijf in den middag echter vonden eenige landarbeiders, terugkeerende van hun arbeid, in een wetering, de oude Aa, zijn lijk drijven. De plaats, waar het lijk van den man is gevonden, is ongeveer een half uur van zijn woning verwijderd, en De W. bezat daar ter plaatse geen eigendommen. Vermoedt wordt, dat de man, wellicht in drift, zijn bejaarde vrouw heeft doodgeslagen en daarna uit wanhoop over zijn daad zelf» moord heeft gepleegd. Voor zoover bekend, was het in de familie de W., die tot den welgestelden boerenstand behoort, steeds rustig. De eenige getuige, die kan zeggen wat er gebeurd is, is de dochter die thuis is geweest Het verhaal, dat zij heeft gedaan, werd onmiddellijk in twijfel getrok» ken, en na het vinden van het lijk van den man neemt men stellig aan, dat de toedracht van de zaak anders was, dan zij ze heeft voorgesteld. De justitie te Roermond, die nog Zaterdag» avond gewaarschuwd werd, stelt een onder» zoek in. BOEREN.DRAMA. Moord, brandstichting, zelfmoord. In het dorp St. Denis»de»Jouhet in het Indre»departement, zat Charles Gagnereau, een oude boer een paar avonden geleden bij het vuur te praten met zijn dochter, madame Moulins, die haar rug naar het raam had ge» keerd. De vrouw van Gagnereau was in de kamer bezig het bed voor haar kleinzoortje op te maken Plotseling werd er een ruit in» geslagen, in het vertrek waarin de familie zateen hand, die een revolver omklemde, werd er doorheen gestoken, twee schoten klonken en twee lichamen smakten tegen den grondde oude boer en zijn dochter waren gedood. Buren snelden toe op het geluid van het schieten en zij zagen dat op een ander punt van de hoeve de vlammen uitsloegen. Brandstichting De verdenking viel op een stuggen, zwijgzamen werker, die naar de hand van Gagnereau's dochter had gedongen, In» derdaad werden zijn voetstappen gevonden, gaande van het ingeslagen venster naar de plaats van den brand. Toen men ging zoeken vond men het lijk van den verdachtein een loods had hij zich opgehangen. MIDDELHARNIS, Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkeej Veiling van Vrijdag 21 Januari 1927. Kipeieren 60—61 Kg. f 7,75 tot f 7,90. 50-51 Kg. f 6,50, bruin 60—61 Kg. f 8 tot f 8,10. Eendeieren 70 Kg f 7,25. Roode Kool f 1,30 tot f 3,20. Savoye Kool f 7,60alles per 100 stuks. Prei f 4,40 per 100 bos. Spruiten f 6,60 tot f 17,5o. Knollen f 1. Bellefleurs f 10,30. Kleiperer f 13,60 tot f 17,60alles per 100 Kg. Boter f 0,95 tot f 1,13. Kaas (volvet) f 0,60. Kaas 20 plus f 0,42, alles per pond. Ingezonden door JAC. KNOOP, beëedigd Makelaar in aardappelen, groenten en fruit. Nassau kade 158, Amsterdam. Heden 24 Jan. 1927 werden de volgende prijzen aan de aardappelenmarkt gemaakt Anna Pauwlowna Zand f 4.— tot f 5,— dito Rooden f 3,80 tot f 3,90Hillegommer Zandaardappelen f 4,—tot f5,50; Flakkeesche Eigenheimers f 3,80 tot f 3,90dito Roodstar f 3,70 tot f 3,80dito Blauwe Eigenheimers f 3,70 tot f 3,80; Bravo's f 3,80 tot f 4,- dito Juin 60 kilo f 2,30 tot f 2,40 dito Eigenh. poters f 2.90; dito Roode star poters f 2,25 tot f 2,40dito Blauwe Eigenh. poters f 2,25 tot f 2,40dito Bravo poters f 2,25 tot f 2,40 Spuische Eigenh. f 3,90 tot f 4,—dito Rood» star f 3,70 tot f 3,80; dito Blauwe Eigenh. f 3.70 tot f 3,80dito Bravo's f 3,80 tot f 4,— dito Eigenh. poters f 3,—dito Roode star poters f 2,25 tot f 2,40; dito Bravo poters f 2,25 tot f 2,40 Zeeuwsche Bonten f 5,10 tot f 5,30dito blauwen f 4,80 tot f 5,—dito Bravo's f 3,80 tot f 4,—dito Blauwe Eigenh. f 3,70 tot f 3,80 dito Redstar f 3,70 tot f 3,80 dito Blauw»bonte poters f 2,25 tot f 2,40dito Eigenh. poters f 2,80 tot f 2,90dito Bravo poters f 2,25 tot f 2,40; dito Juin 60 kilo f 2,30 tot f 2,40dito Eigenheimers f 3,70 tot f 3,90; Friesche Borgers f 3,80 tot f 3,90. VEE en PAARDEN. ROTTERDAM, 24 Januari. Ter Veemarkt waren heden aangevoerd 532 vette runderen, 280 vette kalveren, 585 schapen of lammeren, 1086 varkens. Prijzen per '/2 K.G.koeien 30 k 32 c.40 h 42'/2 c.46 a 48 c.ossen 35 c. 39 k 41 c.44 a 46 c.kalveren 504 52'/2C. 67 V2 a 70 c.82V2 a 85 c.schapen f 20 tot f 28, lammeren f 19 tot f 26 per stuk varkens 30 c, 31 c., 32 c. De aanvoer van koeien en ossen was flink. De handel was tamelijk en de prijzen waren wel iets stijver te noemen. Een enkele puik beste koe ging nog tot 4 cent boven noteering. Stieren waren weinig aangevoerd en der» halve geen noteering. De aanvoer van vette kalveren was zeer ruim. De handel was slecht en de prijzen waren lager. Een enkel puik best beest ging van 5 tot 7Va cent boven noteering. Schapen en lammeren waren flink aange» voerd. De handel was redelijk en de prijzen ongeveer gelijk aan die der vorige week. Varkens waren ruim aangevoerd. De handel was tamelijk. De prijzen waren gedrukt. Voor een enkel puik best varken werd nog '/i cent boven noteering besteed. AMSTERDAM, 24 Januari. Ter Veemarkt waren heden aangevoerd600 vette koeien, waarvan de prijzen warenle kwal. f 0,90— 1,02, 2e kwal. 80-90 c., 3e kwal 68-80 c., mindere soorten 56—68 c. per Kg. slachtge wicht; 120 melk» en kalfkoeien f 300-525 per stuk; 94 vette kalveren, le kwal. f 0,90—1,04, 2e kwal. 80—90 c., 3e kwal. 65—80 c. per Kg. slacht» gewicht; 111 nuchtere kalveren f 10—18, 164 schapen f 25—33, alles per stuk; 700 Holl. varkens, Overz. en Geldersche le kwal, 77—78 Mijnhardt's Hoesttabletten. Doos 30 ct. Mynhardt's Keelpijntabletten, 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Het kent geen afgedragen schoenen, maar b.v. oude rijglaarzen, waar meerdere knoopjes al zijn afgebroken niet met veters vastgebonden maar met touwtjeséén waarvan de halve zool is verloren geraakt, zoodat de kous bij eiken stap in aanraking komt met de straat. Het kind kent geen paard; maar een be» paald paard, b.v. een groot bruin paardmet zwarte manen en zwarte staart, dat zijn kop recht op draagt; liefst hard draaft langs den weg, zoodat de voerman het moet inhouden en staat het stil, dan nog trappelt van onge» duld. Niet een lief, klein meisje; maar b.v. een meisje met helder blauwe oogen, dikke, roode wangeneen kuiltje in de kin lang blond haar, met een roode strik, dat net met het hoofd boven de tafel komt en op de teenen moet staan, om te kijken wat op de tafel ligt. Dat verstond o.a. ook de Engelsche schrij» ver Dickens zoo uitstekend; dat maakte hem tot zulk een meester in 't vertellen. Lees Dickens, en de personen beginnen voor je te leven. En nu zal ieder, die de vertelkunst beoefent behoefte gevoelen, op deze wijze de de stof' in te kleeden. Is nu de vertelstof ontleend aan het leven van allen dag, of uit de sprookjeswereld, dan staat de zaak eenvoudig. Dan stelt de fantasie den verteller gemak» kelijk in staat aan de bevengenoemde eischen te voldoen. Maar anders wordt het, wanneer Bijbelsche geschiedenissen moeten worden verhaald. Hier stelt de kunst van vertellen haar eischen, maar hier stelt ook het karakter, het wezen van de Heilige Schrift haar eischen. Wat dit laatste betreft, wil ik hier alleen wijzen, op het goddelijk, onfeilbaar gezag van de Schrift; op den eenigen regel, dien zij voor geloof en leven stelt, op de majesteit waarmee ze tot ons spreekt. Hoofdeisch voor een ieder, die Gods Woord tot het kind brengt, is, dat hij uit eerbied voor dat Woord niets er aan toevoegt. Hoe menigmaal heb ik al bij kinderen, ook hij grootere kinderen, of zooals ze dan ge» noemd worden de jongelui (of deftiger; de rijpere jeugd) de vooorstelling aangetroffen, dat de rook van Kaïns offer naar beneden sloeg, en van Abels offer omhoog steegdat

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 3