Orgaan Jicht Antirevolutionair voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES Kloosterbalsem Mo. 3297 WOENSDAG 26 JANUARI 1927 41STE JAARGANG Waar kinderen zijn Rheumatiek Stramheid Uit de Pers. lil W. BOEKHOVEN ZOMEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën eaa verdere Adminis tra tie, franco toe te zenden aan de Uitgevers De Provinciale Staten. Land- en Tuinbouw. f> Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbeialing. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 - Postbus No, 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. De candidaatstelling. In ons j.l. Zaterdagnummer hebben onze lezers kunnen vinden een verslag van de ver» gadering van het Prov. Comité van Anti-Rev, Kiesvereen. in Zuid-Holland. Dat deze vergadering in goeden geest ge houden werd blijkt wel uit het verslag dat de secretaris ervan gaf. Letterlijk schreef hij toch De geheele vergadering kenmerkte zich door een geest van opgewektheid, vertrou» wen en samenwerking. Met dankbaarheid mag worden geconstateerd, dat over de sa menstelling der candidatenlijsten groote eenstemmigheid aan den dag trad. De voor» bereidende .arbeid had blijkbaar tot bevre» digende resultaten geleid. Dat is een goed begin 1 Immers, op opgewektheid, vertrouwen en samenwerking komt het meer dan ooit aan. JWij gelooven dat nu wel langzamerhand groote ernst der verkiezing voor de Prov. o..,»en tot onze kiezers is doorgedrongen. Groote dingen van geestelijke en materieele waardij staan op het spel. Is de uitslag der stemming in deze pro vincie voor ons niet gunstiger dan in 1925 voor de Tweede Kamer, dan is de vrees ge wettigd dat Zuid-Holland nu, na 25 jaren principieel Rechts bestuur, links wordt. Op samenwerking komt het dus wel in de eerste plaats aan, wil onder Gods onmisbare zegen de victorie bevochten worden I De candidaten voor onze Staten-Sectie zijn de volgende No. 1 C. Warnaer G Lzn. Dirksland. No. 2 C Diepenhorst Strijen. No. 3 Dr. J. Severijn Dordt. No. 4 A. R. van Nes Rijsoord. No. 5 W. J. Donkei sloot Ooltgensplaat. No. 6 G. v. Andel Zuidland. No. 7 J. P. Kögeler Zwijndrecht. 8 L. v. Vliet Wesimaaa. iNlo. No. 9 A. v. Vliet Slikkerveer. No. 10 v. d. Linde Westmaas. Later hopen wij over de personen dezer candidaten meer te zeggen. Dit alleen willen wij thans wel even vast stellen, dat ongetwijfeld de eerste drie ge noemden, dus zij die kans hebben, gekozen verklaard te worden, de volle sympathie van onze Anti-Rev. menschen hebben. Met moed gaan dan ook wij den verkie zingsstrijd in. Niemand minder dan onze leider, de heer H. Colijn zelve (we mogen dat nu wel verklappen) zal naar Flakkee komen en zijn bezielend woord tot ons Flakkeesche volk spreken. Laat hij ons dan vinden opgewekt, vol vertrouwen en met eenparigen schouder, de wijl diep in ons hart het besef leeft dat het niet onze maar Gods zaak is waarvoor wij staan I «Tusschen twee perioden van aktl» viteitc. Prof. Hepp geeft in De Reformatie in een serie vervolgartikelen een overzicht van het geen het jaar 1926 ons gebracht heeft. Thans geeft Zijn Hooggel. een beschrijving van de positie der S.D.A.P., waarover het volgende gezegd wordt Tusschen twee perioden van aktiviteit 1 Dit woord van den teger woordigen leider der S.D.A.P. dreigt een cliché te worden. Er is geen beter bewijs denkbaar, hoe diep die uitdrukking is ingeslagen. Men heeft beweerd, dat de heer Albarda daarmee ziin Partij en zichzelf voor den mal beeft ge houden. De kwalificatie «politieke misère» durfde hij niet uitspreken, zoo zegt men Toch geloof ik, dat zijn woordenkeus minder te verklaren is uit niet-durven, dan uit een hopen op wat komen zal. Een leider, die geen hoop meer heeft, kan zijn biezen wel pakken. Niettemin blijft het voor deS.D.AP. een uitlating van gewicht. «Tusschen twee pe rioden van aktiviteit» onderstelt immers, dat er althans één periode van aktiviteit achter den rug is. En zeker, in het verleden heeft de S.D.AP. enorme aktiviteit ontwik keld. Maar vraagt men niet naar de kwan titeit, doch naar de kwaliteit van die akti» viteit dan kan het oordeel daarover niet gunstig luiden. Gelooft men zonder eenig voorbehoud «Het Volk« dan zijn alle sociale hervormingen aan de S.D.A.P. te danken. wel niet rechtstreeks Maar dan toch zijde lings. De S.D.A.P. fungeerde als de knuppel in de hand van den veedrijver. Wie echter «Het Volk» appellabel acht aan de werke lijkheid ziet de dingen wel een beetje anders. Dan kan de sociaal-demokratische periode van aktiviteit gekarakteriseerd als een periode van hoogdravende beloften. De S.D A.P. droeg de sleutels van Luilekkerlands poor ten. Rammelen, dat ze deden 1 Maar ja, als men maar blijft rammelen en er gebeurt niets, als S D.A.P.-ers, die intusschen een zetel met een kussen wisten te bemachtigen, het maar wat fijn vonden in den kapitalis- tischen salon en de geuren der kapitalistische vleeschpotten hun met den dag dierbaarder werden, als de Wibauts toestanden, waarover zij voor een paar jaar zich nog opwonden, thans verdedigen als behoorende tot de eerste werkelijkheden van den heilstaat, dan moeten de volgelingen öf steenen opnemen om er de poortwacht van Luilekkerland onder te begraven, öf indutten en droomen van ook zoo'n zeteltje, waarop je zoo ka pitaal door het kapitalisme bediend wordt. Steenigen is ten slotte een vermoeiend werk. Althans vermoeiender dan indutten. En de massa houdt van efficiencymet de m nst mogelijke moeite het meest mogelijke be reiken. Daarom knikkebolt ze onder Albarda's Kerstrede toestemmend. Dat is mooi gezegd tusschen twee perioden van aktiviteit. Wel licht zijn er gaten in het dak van het Concertgebouw gezuchtdure die over gangstijd tocb niet te kort. ii. Het karakter der Provincale staten zooals dit tegenwoordig is en zooals dit was tijdens de Repub'iek maakt een groot verschil uit. Vroeger was iedere Provincie volkomen zelf standig en deze zelfstandigheid ging zelfs zoo ver, dat geen besluit door de St.-gen. kon wor den genomen tegen den wil van één Provincie I Het spreekt vanzelf dat een dergelijke regeling de staatseenheid ontzaglijk verzwakte Trou wens de oude Republiek heeft moeilijkheden in overvloed te zien gegeven. Dat de Unie van Utrecht nog zoolang kon stand houden, moet ongetwijfeld gedankt worden aan de be kwaamheid van invloedrijke staatslieden die nog wisten te roeien met de riemeD die ze hadden. Onder de Revolutionaire staatsregeling van 1798 kwam aan het zelfstandig bestaan der Provinciën een einde. In navolging van Frank rijk werd het land verdeeld in departementen, met geheel andere grenzen dan de oude Pro vinciën hadden en die volkomen ondergeschikt waren aan het Centraal Uitvoerend bewind De Staatsregeling van 1801—1805 en de con stitutie van 1806 sloten zich bij dezen toestand aan, al werd de centralisatie lang zoo scherp niet doorgevoerd als onder de Staatsregeling van 1798. Bij de eerste Grondwet (1814) van ons on afhankelijk Koninkrjjk werden de Departe menten opgeheven en de provinciën hersteld. Natuurlijk was herstel van de vroegere zelf standigheid niet meer mogelijk nu het gezag van de zeven provinciën had plaatst gemaakt voor een centraal gezag. Toch was het vooral de maker van de schets onzer Grondwet v. Hogendorp, die zooveel mogelijk tot de oude toestanden terug wilde en tenslotte kwam er in de Grondwet een waarborg van een zekere zelfstandigheid tot het maken van reglementen en ordonnanties, die de Provinciën voor het provinciaal belang noodig oordeelden. Daarnaast werden zij ge roepen tot de uitvoering van wet en en be velen, waartoe hun medewerking werd ge vraagd. Dat is, in kleinigheden gewijzigd, tot heden zoo gebleven. We kennen dus in onze Provincie-recht autononie en zelfbestuur. Welke organen gaf men nu aan de Provin ciën om deze taak te volbrengen. Het was de wensch in 1815 om aan de Provinciën zekere zelfstandigheid toe te ken nen. Toch was de meerderheid het niet eens met v. Hogendorp om de oude toestanden zooveel mogelijk te doen herleven. Men vrees de de al te groote zelfstandigheid, dat het centraal gezag zou verzwakken en daarvan had men de gevolgen onder de oude Repu bliek ondervonden. Deze vrees leidde tot de instelling van den «Gouverneur» der Provincie (thans onze Com missaris der Koningin). Dit was een contro leerend Rijksambtenaar met groot gezag be kleed. Hij kreeg instructie van den Vorst, waaraan hij zich te houden had. Hierin werd den Gouverneur een groote bevoegdheid ver leend, een bevoegdheid die in de praktijk bovendien nog ver buiten haar grenzen werd uitgebreid. Buijs zegt er van«De Gouver neurs werden in korten tijd de alvermogende werktuigen, waardoor de Centrale Regeering haren wil aan de provinciën oplegde en zelve schier al de macht uitoefende die volgens de constitutie aan de Provinciale Staten en hunne Gedeputeerden moest worden overgelaten. Gelukkig kwam ten dienaanzien in 1848 bij de groote Grondwetsherziening althans eenige verandering. Twee attributen hadden eigenlijk de hoofdtaak van den Gouverneur gevormd, n.l. uitvoering van 's lands wetten en waarneming van het belang der Provincie. De naam van Gouverneur verviel nu en voort aan heette deze ambtenaarCommissaris der Koningin, zijn taak werd«uitvoering van 's Konings bevelen en toezicht houden op de verrichtingen der Staten. In 1851 kregen wij onder het Ministerie Thorbecke de Provinciale wet, door de Grond wet van 1848 vereischt. Volgens deze wet be kleedde de Commissaris der Koningin het Voorzittersschap der Provinciale Staten en der Gedeputeerde Staten. Terwijl hij in laatstge noemd College bovendien nog;.een stem heeft. Dit uitbrengen van een stem was noch door de «negen mannen» noch door de «Staats commissie van 1848 voorgesteld.» Bij de le wetsontwerpen was het door de Regeering verdedigd met een beroep op het zijn van Ged. Staten van uitvoerders van de Rijkswetten. Thorbecke was het hiermede echter niet eens. In zijn «Bijdrage tot herziening der Grond» wet» gaf het hem stof tot critiek. De stem van den Commissaris der Koningin is een stem die de zijne niet is, maar die afhangt van hooger gezag, nog daargelaten, dat toezicht houden op verrichtingen waaraan men zelf medewerkt, al zeer eigenaardig is. Inderdaad was deze verandering in 1848 in alle opzichten nog geen verbetering. Dr. Kuyper zegt er het volgende van«In Zwitserland en m de Amerikaansche Republiek kiest kanton of gewest zelf den hoogsten dig nitaris, Ten onzent daarentegen wordt hij door de Kroon geheel van buitenaf aangesteld. Er is geen voordracht, er is geen consultatie. Uit de Staatscourant verneemt de Provincie, wie het zijn zal. Ook hier ontbreekt alzoo alle initiatief, en zelfs alle medewerking die van de Provincie zou kunnen uigaan, ja, zelfs de naam «Commissaris» heeft eer iets dat afslaat, dan wat aantrekt. De aloude naam van Stad houder had althans dit voor, dat het den band met den Vorst eer aantrok dan losrafelde. De naam Gouverneur die men in 1813 koos, doelt althans op het bewind en op het bestuur. »Commissaris« daarentegen is Lasthebber, en wekt geen andere indruk dan dat een hoogere macht over U beschikt. We kunnen zelfs den naam uit dien hoofde niet gelukkig gekozen achten.» Ook over het geven van een stem aan den Commissaris in Ged. Staten, oefent Dr. Kuyper scherpe critiek. Hij zegt hiervan «In zulk een college, waarin de meerderheid gelijk in Gedeputeerde Staten reeds uit zeer enkele personen bestaat, aan den van buitenaf ingekomen Commissaris niet slechts recht van advies, maar 't volle stemrecht te geven, maakt vanzelf dat het de Commissaris is die zoo telkens den doorslag geeft Zijn er vijf Gedepu teerden of zeven dan splitst zich dit zoo licht in twee en drie of in vier en drie, en al naar gelang dan de Commissaris stemt is de uitslag.» Wat is nu de taak van den Commissaris der Koningin als toezicht-houder op de verrich tingen der Staten Dit gedeelte van zijn taak vindt hij uitge werkt in de Provinciale wet (Hoofdstuk III van de eerste afdeeling). Door de Kroon is uitgemaakt, dat onder de raadgevende stem in de Provinciale Staten behoort het recht van initiatief. Art. 157 der Prov. Wet zegt echter dat dit recht behoort aan Ged. Staten. De vraag is dus of de Kroon hier niet han» mag Genius Wondbalsem niet ontbreken. Elk oogenblik komt deze weldadige zalf te pas. Bij branden, snijden, stooten en alle andere kleine verwondingen wordt zij door niets overtroffen. De zalf met de groote genees kracht. 25 en 50 ets. delde in strijd met de wet. Art. 29 der Prov. Wet zegt in het 2e lidDe C d. K. heeft in de vergadering der Staten een raadgevende stem en uit zijn gevoelen, zoo dikwijls hij het noodig oordeelt. In 1905 heeft deze bepaling van zich doen spreken, toen de C. d. K. in Gelderland zijn gevoelen uitsprak nadat door hem de beraadslagingen gesloten waren, terwijl het reglement van orde bepaalt«na bet sluiten der beraadslagingen gaat men tot stem ming over Hoewel de C. de K. in Ged. Staten stem heeft, is hij toch geen deel van dit College. Dit blijkt uit het feit, dat hij geen verant woording schuldig is aan de Staten voor de dagelijksche leiding en uitvoering van zaken, welke verantwoording geheel berust op Ged. Staten. Ingevolge de Prov. Wet moet de C. d. K. de leden der Staten vergadering bijeenroepen, voor zoover zij niet van rechtswege bijeen komen. Als toezicht-houder op de verrichtingen der Staten is den C. d. K. de plicht opgelegd, besluiten der Staten en Ged. Staten niet ten uitvoer te brengen als ze naar zijn oordeel, wegens strijd met de wet of het algemeen belang voor vernietiging door de Kroon vat baar zijn. Hij treedt dan echter op als zelf standig vertegenwoordiger van het centraal gezag. Dit toezicht dient als middel om het koninklijk vernietigingsrecht in werking te kunnen brengen. Hetzelfde geldt ook bij de uitvoering van wetten waarin de wetgever niet heeft gewild, dat de Koning eenzijdig met zijn vernietigingsrecht besluiten van de Staten zou kunnen treffen waar dan beroep bij de Kroon open staat, tracht de Regeertng zoodanig be sluit in strijd met de Wet of het algemeen belang, dan kan zij den C. d. K. die verplicht is tot uitvoering harer bevelen, bevel geven in beroep te komen. Zoo kan de C. d. K. dus altijd gebruik maken van zijn recht van opschorting van executie en kan hij bij het centrale gezag steun zoeken. Zoo bleef ook na de totstandkoming der Prov. wet de C. d. K. de eerste man in de provincie. Om een geschikten structeur voor de ont wikkeling der Provinciale zelfstandigheid te verkrijgen, zal het noodig zijn, dat deze Staats inrichting gewijzigd wordl. En tot de in de Provinciale Wet noodige en dergelijke aandoeningen vereischen een verwarmend wrijfmiddel dat tot diep in de huid zijn weldadig genezende werking doet gevoelen. Zulk een krachtig genezend, pijnstillend en onschade lijk middel is de beroemde Akker's Ook onmisbaar bij wonden, huiduitslag, zweren en aambeien- Overal verkrrigbaar tn porceleinen potten van 20 gr. voor 60 cf.. groote potten van 50 gram f 1.— organisatorische wijzigingen behoort ookhet voorzitterschap van de Staten. Dat de Voorzitter van het Provinciaal Be stuur, die overigens en belangrijke invloed op de provinciale zaken heeft, zonder eenigen invloed van de zijde der Overheid door de Kroon wordt aangeroepen, is met een zelf standige positie van de Provincie niet in overeenstemming te brengen. Voor de benoe ming al niet geheel in handen der Provincie gelegd worden, dan is het toch zeer zeker gewenscht, dat de Prov. Staten hun wenschen inzake bepaalde personen in den vorm van een voordracht of aanbeveling van de Kroon kenbaar maken. Doch aan onze huidige Provinciale Wet kleven meer bezwaren. Daarover een volgende keer. De Nieuwe Leidsche Crt. (A.R.) driestart: Een nieuwe Drankwet. Men weet dat bij het optreden van het kabinet-de Geer in Maart 1926 de Minister president in de bekende regeeringsverklaring o.m. ook toezegde, een hernieuwde aan de orde stelling van een voorstel tot invoering van de plaatselijke keuze. Dit punt is verwerkt in een nieuwe (ge wijzigde) Drankwet. Daarin zijn ook verwerkt eenige technische herzieningen die noodig geacht werden. Voorts is ook eenige verruiming aan gebracht in de grondslagen der wet die de veranderde toestanden in de samenleving vorderen, Deze drie redenen, waarop het nieuwe ont werp steunt, laten het beginsel van de wet, het maximum vergunningsstelsel onaangetast. De Regeering heeft nu aan Gedeputeerde Staten der Provinciën en aan eenige burge meesters advies gevraagd over dit ontwerp van wet. Ons Belang, het orgaan van den Neder» landschen Bond van Koffiehuis-retaurant- houders en slijters, van welk orgaan het Kamerlid Abr. Staalman redacteur is, zegt dat ook de bond toegezonden gekregen heeft dit voorontwerp met conceptmemorie van toe lichting tot wijziging van de Drankwet. Het blad zegt, na gewezen te hebben op den vertrouweüjk .n aard van het toegezonden stuk Wij verklappen naar onze meening geen geheim, wij begaan geen onbescheidenheid, wanneer wij mededeelen, dat het wetsontwerp een regeling voor de Plaatselijke Keuze in houdt. Het was trouwens wel eenigszins te verwachten.» Wij zouden zoo zeggennatuurlijk was dat te verwachten na de gedane regeerings- toezegging. Wij vragen echter: was er niet iets beters van dit ontwerp te zeggen. Zelfs voor koffie huishouders moeten dunkt ons toch de vol gende voorschriften aanbevelenswaardig zijn, waar wij niet mee gezegd willen hebben, dat wij dat oordeel in dezen maatgevend achten. Verboden wordt sterke drank of zwak al- coholischen drank te verkoopen terwijl in de localiteit gelegenheid wordt gegeven tot dansen. Er zijn met name in de steden, ver schillende gelegenheden, waar de moderne dansen en alcohol samenwerken in een zeer bedenkelijke richting. Over het dansen wordt in het ontwerp natuurlijk niet geoordeeld, maar het is de zaak den verderfelijker/ weder» keerigen invloed van het dansen en alcohol te breken. De verkoop -van wijn en bier in allerlei winkels, speciaal in groenten- en kruideniers winkels, wordt geweerd. Er schuilt een niet gering gevaar in verkoop, zelf opdringen aan het publiek van allerlei alcoholica in gelegen heden, die daarvoor tot voor korten tijd niet gebezigd werden en waarin jong en oud pu bliek voor gansch andere doeleinden moet komen. Bovendien wordt aldus een concur rentie aangedaan aan verlofhouders, die aan allerlei wettelijke verplichtingen moeten vol doen en wiet bedrijf dus behoorlijk gecon troleerd wordt. Of moeten wij aannemen dat ook dit ontwerp weer op dezelfde nare wijze zal worden tegengewerkt Schokkererwtenrassen. Nu de tijd vooraankoop vanScbokkererwten voor den zaai weer is aangebroken, meenen wij goed te doen onder de aandacht van be langhebbenden te brengen, dat het aankoopen van zaaischokkers zonder meer, aanleiding tot teleurstellingen kan geven. Voor een 15-tal jaren terug kende men in 't algemeen geen bepaalde variëteiten. Als regel werden de zgn. «landras» Schokkers ver bouwd. welke zich kenmerkten door tamelijk lang stroo, en het meer of minder vermengd zijn met springers. Sommige landbouwers wis ten het ras tamelijk vrij van deze springers te houden door bij het lezen van het zaai zaad het zaad dezer springers, hetwelk ken baar was aan den ronden vorm, met het pik- sel te verwijderen. De laatste jaren werden echter eenige nieuwe rassen in den handel gebracht, waarvan de naamsaanduiding van dien aard is, dat hieraan niet voldoende de aandacht werd geschonken, met het gevolg, dat zij in de practijk gewoon «Schokkers« werden genoemd. Het is ons bij ervaring gebleken, dat deze naamsaanduiding als onvoeldoende moet worden beschouwd. De rassen, welke blijkens de lijst der vanwe ge de Hollandsche Maatschappij van Landbouw te velde goedgekeurde gewassen in Flakkee worden verbouwd, zijn Manholt's kortstroo Schokkererwten Schokkererwten Wiersma-Ypey Koopmans Glory Schokkererwten Schokkererwten(landras) De beschrijvende Rassenlijst van het Insti tuut voor Plantenveredeling geeft voor de 3 eerstgenoemde rassen o.m, de volgende beschrij ving Mansholt's Kortstroo Schokkererwten, Kweet ker: Dr. R. J. Mansholt, Westpolder. Stroo iets langer dan Mansholt's kortstroo Influenza en Griep Koortswerend en genezend zijn Sanapirin-tableffien (Wettig beschermd tegen vervalsching). Bij Apoth. en Drog. Buisje 75, 40 en 25 et. groene erwt. Erwten groot en kantig. Spora disch komen enkele ronde en minder kantige zaden voor. Deze ronde zaden geven echter weer planten met normale Schokkererwten Opbrengst goed, doch geringer dan die van Mansholt's groene erwtenrassen. Schokkererwten, Wiersma-Ypey, kweekerJ. P. Wiersma, Leeuwarden. Hiervan komt bij goed gewin een nieuwe stam in den handel, die volgens de mededee» ling van den kweeker weinig ronde zaden be vat, welke bij nabouw weer gedeukte zaden opleveren. Koopmans Glory Schokkererwten, kweeker Ir. C. Koopman te Zierikzee. Stroo iets langer dan bij Mansholt's kortstroo Schokkers, doch stevig overeind blijvend. Bloeit en rijpt vlug af, bloemen in den kop der planten. Wij hebben dezen zomer eenige veldjes Koopmans' Glory Schokkers gezien, doch wa ren hierbij niet in de gelegenheid een verge lijking te maken tusschen deze en de Mans holt's Schokkers. De omschrijving der Schokkers Wiersma- Ypey in de rassenlijst geld voor een nieuwe selectie, welke nog niet in den handel is. Het ras, hetwelk echter reeds eenige jaren onder 'Trf <1 r; v M

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1927 | | pagina 1