Orgaan
Jicht
Antirevolutionair
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
Kloosterbalsem
Mo. 3297
WOENSDAG 26 JANUARI 1927
41STE JAARGANG
Waar kinderen zijn
Rheumatiek
Stramheid
Uit de Pers.
lil
W. BOEKHOVEN ZOMEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën eaa verdere Adminis tra tie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
De Provinciale Staten.
Land- en Tuinbouw.
f>
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbeialing.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 - Postbus No, 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
De candidaatstelling.
In ons j.l. Zaterdagnummer hebben onze
lezers kunnen vinden een verslag van de ver»
gadering van het Prov. Comité van Anti-Rev,
Kiesvereen. in Zuid-Holland.
Dat deze vergadering in goeden geest ge
houden werd blijkt wel uit het verslag dat
de secretaris ervan gaf.
Letterlijk schreef hij toch
De geheele vergadering kenmerkte zich
door een geest van opgewektheid, vertrou»
wen en samenwerking. Met dankbaarheid
mag worden geconstateerd, dat over de sa
menstelling der candidatenlijsten groote
eenstemmigheid aan den dag trad. De voor»
bereidende .arbeid had blijkbaar tot bevre»
digende resultaten geleid.
Dat is een goed begin 1
Immers, op opgewektheid, vertrouwen en
samenwerking komt het meer dan ooit aan.
JWij gelooven dat nu wel langzamerhand
groote ernst der verkiezing voor de Prov.
o..,»en tot onze kiezers is doorgedrongen.
Groote dingen van geestelijke en materieele
waardij staan op het spel.
Is de uitslag der stemming in deze pro
vincie voor ons niet gunstiger dan in 1925
voor de Tweede Kamer, dan is de vrees ge
wettigd dat Zuid-Holland nu, na 25 jaren
principieel Rechts bestuur, links wordt.
Op samenwerking komt het dus wel in de
eerste plaats aan, wil onder Gods onmisbare
zegen de victorie bevochten worden I
De candidaten voor onze Staten-Sectie zijn
de volgende
No. 1 C. Warnaer G Lzn. Dirksland.
No. 2 C Diepenhorst Strijen.
No. 3 Dr. J. Severijn Dordt.
No. 4 A. R. van Nes Rijsoord.
No. 5 W. J. Donkei sloot Ooltgensplaat.
No. 6 G. v. Andel Zuidland.
No. 7 J. P. Kögeler Zwijndrecht.
8 L. v. Vliet Wesimaaa.
iNlo.
No. 9 A. v. Vliet Slikkerveer.
No. 10 v. d. Linde Westmaas.
Later hopen wij over de personen dezer
candidaten meer te zeggen.
Dit alleen willen wij thans wel even vast
stellen, dat ongetwijfeld de eerste drie ge
noemden, dus zij die kans hebben, gekozen
verklaard te worden, de volle sympathie van
onze Anti-Rev. menschen hebben.
Met moed gaan dan ook wij den verkie
zingsstrijd in.
Niemand minder dan onze leider, de heer
H. Colijn zelve (we mogen dat nu wel
verklappen) zal naar Flakkee komen en zijn
bezielend woord tot ons Flakkeesche volk
spreken.
Laat hij ons dan vinden opgewekt, vol
vertrouwen en met eenparigen schouder, de
wijl diep in ons hart het besef leeft dat het
niet onze maar Gods zaak is waarvoor wij
staan I
«Tusschen twee perioden van aktl»
viteitc.
Prof. Hepp geeft in De Reformatie in een
serie vervolgartikelen een overzicht van het
geen het jaar 1926 ons gebracht heeft.
Thans geeft Zijn Hooggel. een beschrijving
van de positie der S.D.A.P., waarover het
volgende gezegd wordt
Tusschen twee perioden van aktiviteit 1
Dit woord van den teger woordigen leider
der S.D.A.P. dreigt een cliché te worden.
Er is geen beter bewijs denkbaar, hoe diep
die uitdrukking is ingeslagen. Men heeft
beweerd, dat de heer Albarda daarmee ziin
Partij en zichzelf voor den mal beeft ge
houden. De kwalificatie «politieke misère»
durfde hij niet uitspreken, zoo zegt men
Toch geloof ik, dat zijn woordenkeus minder
te verklaren is uit niet-durven, dan uit een
hopen op wat komen zal. Een leider, die
geen hoop meer heeft, kan zijn biezen wel
pakken.
Niettemin blijft het voor deS.D.AP. een
uitlating van gewicht. «Tusschen twee pe
rioden van aktiviteit» onderstelt immers,
dat er althans één periode van aktiviteit
achter den rug is. En zeker, in het verleden
heeft de S.D.AP. enorme aktiviteit ontwik
keld. Maar vraagt men niet naar de kwan
titeit, doch naar de kwaliteit van die akti»
viteit dan kan het oordeel daarover niet
gunstig luiden. Gelooft men zonder eenig
voorbehoud «Het Volk« dan zijn alle sociale
hervormingen aan de S.D.A.P. te danken.
wel niet rechtstreeks Maar dan toch zijde
lings. De S.D.A.P. fungeerde als de knuppel
in de hand van den veedrijver. Wie echter
«Het Volk» appellabel acht aan de werke
lijkheid ziet de dingen wel een beetje anders.
Dan kan de sociaal-demokratische periode
van aktiviteit gekarakteriseerd als een periode
van hoogdravende beloften. De S.D A.P.
droeg de sleutels van Luilekkerlands poor
ten. Rammelen, dat ze deden 1 Maar ja, als
men maar blijft rammelen en er gebeurt
niets, als S D.A.P.-ers, die intusschen een
zetel met een kussen wisten te bemachtigen,
het maar wat fijn vonden in den kapitalis-
tischen salon en de geuren der kapitalistische
vleeschpotten hun met den dag dierbaarder
werden, als de Wibauts toestanden, waarover
zij voor een paar jaar zich nog opwonden,
thans verdedigen als behoorende tot de
eerste werkelijkheden van den heilstaat, dan
moeten de volgelingen öf steenen opnemen
om er de poortwacht van Luilekkerland
onder te begraven, öf indutten en droomen
van ook zoo'n zeteltje, waarop je zoo ka
pitaal door het kapitalisme bediend wordt.
Steenigen is ten slotte een vermoeiend werk.
Althans vermoeiender dan indutten. En de
massa houdt van efficiencymet de m nst
mogelijke moeite het meest mogelijke be
reiken. Daarom knikkebolt ze onder Albarda's
Kerstrede toestemmend. Dat is mooi gezegd
tusschen twee perioden van aktiviteit. Wel
licht zijn er gaten in het dak van het
Concertgebouw gezuchtdure die over
gangstijd tocb niet te kort.
ii.
Het karakter der Provincale staten zooals
dit tegenwoordig is en zooals dit was tijdens
de Repub'iek maakt een groot verschil uit.
Vroeger was iedere Provincie volkomen zelf
standig en deze zelfstandigheid ging zelfs zoo
ver, dat geen besluit door de St.-gen. kon wor
den genomen tegen den wil van één Provincie I
Het spreekt vanzelf dat een dergelijke regeling
de staatseenheid ontzaglijk verzwakte Trou
wens de oude Republiek heeft moeilijkheden
in overvloed te zien gegeven. Dat de Unie
van Utrecht nog zoolang kon stand houden,
moet ongetwijfeld gedankt worden aan de be
kwaamheid van invloedrijke staatslieden die
nog wisten te roeien met de riemeD die ze
hadden.
Onder de Revolutionaire staatsregeling van
1798 kwam aan het zelfstandig bestaan der
Provinciën een einde. In navolging van Frank
rijk werd het land verdeeld in departementen,
met geheel andere grenzen dan de oude Pro
vinciën hadden en die volkomen ondergeschikt
waren aan het Centraal Uitvoerend bewind
De Staatsregeling van 1801—1805 en de con
stitutie van 1806 sloten zich bij dezen toestand
aan, al werd de centralisatie lang zoo scherp
niet doorgevoerd als onder de Staatsregeling
van 1798.
Bij de eerste Grondwet (1814) van ons on
afhankelijk Koninkrjjk werden de Departe
menten opgeheven en de provinciën hersteld.
Natuurlijk was herstel van de vroegere zelf
standigheid niet meer mogelijk nu het gezag
van de zeven provinciën had plaatst gemaakt
voor een centraal gezag.
Toch was het vooral de maker van de schets
onzer Grondwet v. Hogendorp, die zooveel
mogelijk tot de oude toestanden terug wilde
en tenslotte kwam er in de Grondwet een
waarborg van een zekere zelfstandigheid tot
het maken van reglementen en ordonnanties,
die de Provinciën voor het provinciaal belang
noodig oordeelden. Daarnaast werden zij ge
roepen tot de uitvoering van wet en en be
velen, waartoe hun medewerking werd ge
vraagd.
Dat is, in kleinigheden gewijzigd, tot heden
zoo gebleven.
We kennen dus in onze Provincie-recht
autononie en zelfbestuur.
Welke organen gaf men nu aan de Provin
ciën om deze taak te volbrengen.
Het was de wensch in 1815 om aan de
Provinciën zekere zelfstandigheid toe te ken
nen. Toch was de meerderheid het niet eens
met v. Hogendorp om de oude toestanden
zooveel mogelijk te doen herleven. Men vrees
de de al te groote zelfstandigheid, dat het
centraal gezag zou verzwakken en daarvan
had men de gevolgen onder de oude Repu
bliek ondervonden.
Deze vrees leidde tot de instelling van den
«Gouverneur» der Provincie (thans onze Com
missaris der Koningin). Dit was een contro
leerend Rijksambtenaar met groot gezag be
kleed. Hij kreeg instructie van den Vorst,
waaraan hij zich te houden had. Hierin werd
den Gouverneur een groote bevoegdheid ver
leend, een bevoegdheid die in de praktijk
bovendien nog ver buiten haar grenzen werd
uitgebreid. Buijs zegt er van«De Gouver
neurs werden in korten tijd de alvermogende
werktuigen, waardoor de Centrale Regeering
haren wil aan de provinciën oplegde en zelve
schier al de macht uitoefende die volgens de
constitutie aan de Provinciale Staten en hunne
Gedeputeerden moest worden overgelaten.
Gelukkig kwam ten dienaanzien in 1848
bij de groote Grondwetsherziening althans
eenige verandering. Twee attributen hadden
eigenlijk de hoofdtaak van den Gouverneur
gevormd, n.l. uitvoering van 's lands wetten
en waarneming van het belang der Provincie.
De naam van Gouverneur verviel nu en voort
aan heette deze ambtenaarCommissaris der
Koningin, zijn taak werd«uitvoering van
's Konings bevelen en toezicht houden op de
verrichtingen der Staten.
In 1851 kregen wij onder het Ministerie
Thorbecke de Provinciale wet, door de Grond
wet van 1848 vereischt. Volgens deze wet be
kleedde de Commissaris der Koningin het
Voorzittersschap der Provinciale Staten en der
Gedeputeerde Staten. Terwijl hij in laatstge
noemd College bovendien nog;.een stem heeft.
Dit uitbrengen van een stem was noch door
de «negen mannen» noch door de «Staats
commissie van 1848 voorgesteld.» Bij de le
wetsontwerpen was het door de Regeering
verdedigd met een beroep op het zijn van
Ged. Staten van uitvoerders van de Rijkswetten.
Thorbecke was het hiermede echter niet eens.
In zijn «Bijdrage tot herziening der Grond»
wet» gaf het hem stof tot critiek. De stem van
den Commissaris der Koningin is een stem
die de zijne niet is, maar die afhangt van
hooger gezag, nog daargelaten, dat toezicht
houden op verrichtingen waaraan men zelf
medewerkt, al zeer eigenaardig is.
Inderdaad was deze verandering in 1848 in
alle opzichten nog geen verbetering.
Dr. Kuyper zegt er het volgende van«In
Zwitserland en m de Amerikaansche Republiek
kiest kanton of gewest zelf den hoogsten dig
nitaris, Ten onzent daarentegen wordt hij door
de Kroon geheel van buitenaf aangesteld. Er
is geen voordracht, er is geen consultatie. Uit
de Staatscourant verneemt de Provincie, wie
het zijn zal. Ook hier ontbreekt alzoo alle
initiatief, en zelfs alle medewerking die van
de Provincie zou kunnen uigaan, ja, zelfs de
naam «Commissaris» heeft eer iets dat afslaat,
dan wat aantrekt. De aloude naam van Stad
houder had althans dit voor, dat het den band
met den Vorst eer aantrok dan losrafelde. De
naam Gouverneur die men in 1813 koos, doelt
althans op het bewind en op het bestuur.
»Commissaris« daarentegen is Lasthebber, en
wekt geen andere indruk dan dat een hoogere
macht over U beschikt. We kunnen zelfs den
naam uit dien hoofde niet gelukkig gekozen
achten.»
Ook over het geven van een stem aan den
Commissaris in Ged. Staten, oefent Dr. Kuyper
scherpe critiek. Hij zegt hiervan
«In zulk een college, waarin de meerderheid
gelijk in Gedeputeerde Staten reeds uit zeer
enkele personen bestaat, aan den van buitenaf
ingekomen Commissaris niet slechts recht van
advies, maar 't volle stemrecht te geven, maakt
vanzelf dat het de Commissaris is die zoo
telkens den doorslag geeft Zijn er vijf Gedepu
teerden of zeven dan splitst zich dit zoo licht
in twee en drie of in vier en drie, en al naar
gelang dan de Commissaris stemt is de uitslag.»
Wat is nu de taak van den Commissaris der
Koningin als toezicht-houder op de verrich
tingen der Staten
Dit gedeelte van zijn taak vindt hij uitge
werkt in de Provinciale wet (Hoofdstuk III
van de eerste afdeeling). Door de Kroon is
uitgemaakt, dat onder de raadgevende stem
in de Provinciale Staten behoort het recht
van initiatief. Art. 157 der Prov. Wet zegt
echter dat dit recht behoort aan Ged. Staten.
De vraag is dus of de Kroon hier niet han»
mag Genius Wondbalsem niet ontbreken. Elk
oogenblik komt deze weldadige zalf te pas.
Bij branden, snijden, stooten en alle andere
kleine verwondingen wordt zij door niets
overtroffen. De zalf met de groote genees
kracht. 25 en 50 ets.
delde in strijd met de wet. Art. 29 der Prov.
Wet zegt in het 2e lidDe C d. K. heeft in
de vergadering der Staten een raadgevende
stem en uit zijn gevoelen, zoo dikwijls hij het
noodig oordeelt. In 1905 heeft deze bepaling
van zich doen spreken, toen de C. d. K. in
Gelderland zijn gevoelen uitsprak nadat door
hem de beraadslagingen gesloten waren, terwijl
het reglement van orde bepaalt«na bet
sluiten der beraadslagingen gaat men tot stem
ming over
Hoewel de C. de K. in Ged. Staten stem
heeft, is hij toch geen deel van dit College.
Dit blijkt uit het feit, dat hij geen verant
woording schuldig is aan de Staten voor de
dagelijksche leiding en uitvoering van zaken,
welke verantwoording geheel berust op Ged.
Staten.
Ingevolge de Prov. Wet moet de C. d. K.
de leden der Staten vergadering bijeenroepen,
voor zoover zij niet van rechtswege bijeen
komen.
Als toezicht-houder op de verrichtingen
der Staten is den C. d. K. de plicht opgelegd,
besluiten der Staten en Ged. Staten niet ten
uitvoer te brengen als ze naar zijn oordeel,
wegens strijd met de wet of het algemeen
belang voor vernietiging door de Kroon vat
baar zijn. Hij treedt dan echter op als zelf
standig vertegenwoordiger van het centraal
gezag. Dit toezicht dient als middel om het
koninklijk vernietigingsrecht in werking te
kunnen brengen. Hetzelfde geldt ook bij de
uitvoering van wetten waarin de wetgever niet
heeft gewild, dat de Koning eenzijdig met zijn
vernietigingsrecht besluiten van de Staten zou
kunnen treffen waar dan beroep bij de Kroon
open staat, tracht de Regeertng zoodanig be
sluit in strijd met de Wet of het algemeen
belang, dan kan zij den C. d. K. die verplicht
is tot uitvoering harer bevelen, bevel geven
in beroep te komen.
Zoo kan de C. d. K. dus altijd gebruik
maken van zijn recht van opschorting van
executie en kan hij bij het centrale gezag
steun zoeken.
Zoo bleef ook na de totstandkoming der Prov.
wet de C. d. K. de eerste man in de provincie.
Om een geschikten structeur voor de ont
wikkeling der Provinciale zelfstandigheid te
verkrijgen, zal het noodig zijn, dat deze Staats
inrichting gewijzigd wordl.
En tot de in de Provinciale Wet noodige
en dergelijke aandoeningen
vereischen een verwarmend
wrijfmiddel dat tot diep in de huid
zijn weldadig genezende werking
doet gevoelen. Zulk een krachtig
genezend, pijnstillend en onschade
lijk middel is de beroemde Akker's
Ook onmisbaar bij
wonden, huiduitslag,
zweren en aambeien-
Overal verkrrigbaar tn
porceleinen potten van
20 gr. voor 60 cf.. groote
potten van 50 gram f 1.—
organisatorische wijzigingen behoort ookhet
voorzitterschap van de Staten.
Dat de Voorzitter van het Provinciaal Be
stuur, die overigens en belangrijke invloed
op de provinciale zaken heeft, zonder eenigen
invloed van de zijde der Overheid door de
Kroon wordt aangeroepen, is met een zelf
standige positie van de Provincie niet in
overeenstemming te brengen. Voor de benoe
ming al niet geheel in handen der Provincie
gelegd worden, dan is het toch zeer zeker
gewenscht, dat de Prov. Staten hun wenschen
inzake bepaalde personen in den vorm van
een voordracht of aanbeveling van de Kroon
kenbaar maken.
Doch aan onze huidige Provinciale Wet
kleven meer bezwaren. Daarover een volgende
keer.
De Nieuwe Leidsche Crt. (A.R.) driestart:
Een nieuwe Drankwet.
Men weet dat bij het optreden van het
kabinet-de Geer in Maart 1926 de Minister
president in de bekende regeeringsverklaring
o.m. ook toezegde, een hernieuwde aan de
orde stelling van een voorstel tot invoering
van de plaatselijke keuze.
Dit punt is verwerkt in een nieuwe (ge
wijzigde) Drankwet.
Daarin zijn ook verwerkt eenige technische
herzieningen die noodig geacht werden.
Voorts is ook eenige verruiming aan gebracht
in de grondslagen der wet die de veranderde
toestanden in de samenleving vorderen,
Deze drie redenen, waarop het nieuwe ont
werp steunt, laten het beginsel van de wet,
het maximum vergunningsstelsel onaangetast.
De Regeering heeft nu aan Gedeputeerde
Staten der Provinciën en aan eenige burge
meesters advies gevraagd over dit ontwerp
van wet.
Ons Belang, het orgaan van den Neder»
landschen Bond van Koffiehuis-retaurant-
houders en slijters, van welk orgaan het
Kamerlid Abr. Staalman redacteur is, zegt dat
ook de bond toegezonden gekregen heeft dit
voorontwerp met conceptmemorie van toe
lichting tot wijziging van de Drankwet.
Het blad zegt, na gewezen te hebben op
den vertrouweüjk .n aard van het toegezonden
stuk Wij verklappen naar onze meening geen
geheim, wij begaan geen onbescheidenheid,
wanneer wij mededeelen, dat het wetsontwerp
een regeling voor de Plaatselijke Keuze in
houdt. Het was trouwens wel eenigszins te
verwachten.»
Wij zouden zoo zeggennatuurlijk was
dat te verwachten na de gedane regeerings-
toezegging.
Wij vragen echter: was er niet iets beters
van dit ontwerp te zeggen. Zelfs voor koffie
huishouders moeten dunkt ons toch de vol
gende voorschriften aanbevelenswaardig zijn,
waar wij niet mee gezegd willen hebben, dat
wij dat oordeel in dezen maatgevend achten.
Verboden wordt sterke drank of zwak al-
coholischen drank te verkoopen terwijl in de
localiteit gelegenheid wordt gegeven tot
dansen. Er zijn met name in de steden, ver
schillende gelegenheden, waar de moderne
dansen en alcohol samenwerken in een zeer
bedenkelijke richting. Over het dansen wordt
in het ontwerp natuurlijk niet geoordeeld,
maar het is de zaak den verderfelijker/ weder»
keerigen invloed van het dansen en alcohol
te breken.
De verkoop -van wijn en bier in allerlei
winkels, speciaal in groenten- en kruideniers
winkels, wordt geweerd. Er schuilt een niet
gering gevaar in verkoop, zelf opdringen aan
het publiek van allerlei alcoholica in gelegen
heden, die daarvoor tot voor korten tijd niet
gebezigd werden en waarin jong en oud pu
bliek voor gansch andere doeleinden moet
komen. Bovendien wordt aldus een concur
rentie aangedaan aan verlofhouders, die aan
allerlei wettelijke verplichtingen moeten vol
doen en wiet bedrijf dus behoorlijk gecon
troleerd wordt.
Of moeten wij aannemen dat ook dit ontwerp
weer op dezelfde nare wijze zal worden
tegengewerkt
Schokkererwtenrassen.
Nu de tijd vooraankoop vanScbokkererwten
voor den zaai weer is aangebroken, meenen
wij goed te doen onder de aandacht van be
langhebbenden te brengen, dat het aankoopen
van zaaischokkers zonder meer, aanleiding tot
teleurstellingen kan geven.
Voor een 15-tal jaren terug kende men in
't algemeen geen bepaalde variëteiten. Als
regel werden de zgn. «landras» Schokkers ver
bouwd. welke zich kenmerkten door tamelijk
lang stroo, en het meer of minder vermengd
zijn met springers. Sommige landbouwers wis
ten het ras tamelijk vrij van deze springers
te houden door bij het lezen van het zaai
zaad het zaad dezer springers, hetwelk ken
baar was aan den ronden vorm, met het pik-
sel te verwijderen.
De laatste jaren werden echter eenige nieuwe
rassen in den handel gebracht, waarvan de
naamsaanduiding van dien aard is, dat hieraan
niet voldoende de aandacht werd geschonken,
met het gevolg, dat zij in de practijk gewoon
«Schokkers« werden genoemd. Het is ons bij
ervaring gebleken, dat deze naamsaanduiding
als onvoeldoende moet worden beschouwd.
De rassen, welke blijkens de lijst der vanwe
ge de Hollandsche Maatschappij van Landbouw
te velde goedgekeurde gewassen in Flakkee
worden verbouwd, zijn
Manholt's kortstroo Schokkererwten
Schokkererwten Wiersma-Ypey
Koopmans Glory Schokkererwten
Schokkererwten(landras)
De beschrijvende Rassenlijst van het Insti
tuut voor Plantenveredeling geeft voor de 3
eerstgenoemde rassen o.m, de volgende beschrij
ving
Mansholt's Kortstroo Schokkererwten, Kweet
ker: Dr. R. J. Mansholt, Westpolder.
Stroo iets langer dan Mansholt's kortstroo
Influenza en Griep
Koortswerend en genezend zijn
Sanapirin-tableffien
(Wettig beschermd tegen vervalsching).
Bij Apoth. en Drog. Buisje 75, 40 en 25 et.
groene erwt. Erwten groot en kantig. Spora
disch komen enkele ronde en minder kantige
zaden voor. Deze ronde zaden geven echter
weer planten met normale Schokkererwten
Opbrengst goed, doch geringer dan die van
Mansholt's groene erwtenrassen.
Schokkererwten, Wiersma-Ypey, kweekerJ.
P. Wiersma, Leeuwarden.
Hiervan komt bij goed gewin een nieuwe
stam in den handel, die volgens de mededee»
ling van den kweeker weinig ronde zaden be
vat, welke bij nabouw weer gedeukte zaden
opleveren.
Koopmans Glory Schokkererwten, kweeker Ir.
C. Koopman te Zierikzee.
Stroo iets langer dan bij Mansholt's kortstroo
Schokkers, doch stevig overeind blijvend.
Bloeit en rijpt vlug af, bloemen in den kop
der planten.
Wij hebben dezen zomer eenige veldjes
Koopmans' Glory Schokkers gezien, doch wa
ren hierbij niet in de gelegenheid een verge
lijking te maken tusschen deze en de Mans
holt's Schokkers.
De omschrijving der Schokkers Wiersma-
Ypey in de rassenlijst geld voor een nieuwe
selectie, welke nog niet in den handel is. Het
ras, hetwelk echter reeds eenige jaren onder
'Trf
<1
r;
v
M