Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. 1I27.S0! lm 1KBIS BIGGELMRS KOFFIE aticK oosterbalsem NS No. 3282 ZATERDAG 4 DECEMBER 1926 41STE JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES VI ZOÜi Proeftuin il&Zn. .V.R. ROTTERDdffl. EERSTE BLAD. W. BOEKHOVEN Sr. ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëo en verdere Adminis tra tie, franco toe te zenden aan de Uitgevers -gebitten. en 4 stoelen s f 9.75. Stijl- es, Linnenkas- Boekenkast, kastjes, Maho- terfieldmeubl., hangers, Leer- Uittrektafels. koopt. es AT 44b SOORTEN EIMDEÜS AKKEN handen in 1 van de mmelsdijk EEUEM de EEREN r dan 20 1 eektwee! VISCH- rbetering M Calvinisme en Lutheranisme. vu. De gezagssfeer in den Staat werkt mechanisch en die in de Souvereine i i maatschappelijke levenskringen, kerk, huisgezin, wetenschap, kunst enz. or ganisch. Zooals wij zeiden ligt het verschil in het feit, dat de laatsten uit de schep- i ping zijn opgekomen en de eerste na i den zondeval als mechanisch behulpsel f aan het leven is toegevoegd. Thans willen wij den aard van het overheidsgezag meer nabij bezien. Wij hebben betoogd dat de gansche ,'hepping, de schepping van natuur, er en mensch beheerscht wordt door de Souvereiniteit Gods die voor eiken sfeer, voor iederen kring zijn eigen ordinantiën gesteld heeft. Iedere souve reine kring heeft nu rechtstreeks te gehoorzamen aan en te leven onder die ordinantie, die voor dien bepaalden kring is gesteld. Welke ordinantie heeft God nu ge steld voor het overheidsgezag? „Ook op Staatkundig terrein belijdt zij de eeuwige beginselen van Gods Woord zóó evenwel, dat het Staats gezag noch rechtstreeks, noch door de uitspraak van eenige Kerk, maar alleen in de consciëntie der overheids- personen, aan de ordinantiën Gods gebonden zij. En in art. 4: De overheid, zoo leert ze, is als dienaresse Gods, in een christelijke en dus niet godsdienstlooze natie, ge houden tot verheerlijking van Gods Naam, en behoort diens volgensa. uit bestuur en wetgeving alles te verwijderen, wat den vrijen invloed van het Evangelie op ons volksleven belemmertb. als zichzelve, als daar toe in volstrekten zin onbevoegd, te onthouden van elke rechtstreeksche bemoeiing met de godsdienstige ont wikkeling der natiec. alle kerk genootschappen en godsdienstige ver- eenigingen, en voorts alle burgers onverschillig welke hunne denkwijze aangaande de eeuwige dingen zijn te behandelen op voet van gelijkheid en d. in de consciëntie, voor zoover die het vermoeden van achtbaarheid niet mist, een grens te erkennen voor haar macht." Ook op Staatkundig terrein belijdt de Anti-Rev. partij de eeuwige begin selen van Gods Woord. De overheid heeft de bevoegdheid en de plicht te bepalen wat recht is. Hoe komt zij aan dit Recht Niet door bestudeering der historie, noch door de Rechtswetenschap, noch door de wijsbegeerte, maar uitsluitend 'door ernstig onderzoek van wat den wil van Gods ordinantiën voor den Staat is, van wat Hij als Recht voor den Staat verordineerd heeft. Maar dan komt de groote moeilijk heid wéér vinden wij die ordinantiën Het zou verreweg het gemakkelijkste zijn, indien God ons hier duidelijk den weg gewezen had. Maar Gods wijsheid heeft gewild dat de mensch door harden geestesarbeid tot kennis der waarheid °P allerlei gebied komen zou. Enkele gegevens omtrent dit moeilijk ^obleem kunnen direct op weghelpen. Wij weten dat alle recht op aarde sdoetst moet worden aan het Recht Qod bepaalt naar den aard van Zijn ">g wezen, en dat door den zondeval de zuivere kennis dezer ordinantie voor ons is te loor gegaan. Nu is voor het particuliere terrein van Gods Genade het Woord Gods gegeven om weer tot recht verstand van de kennisse Gods te brengen. En nu geeft Gods Woord zeer zeker ook veel licht op het breede terrein van de gemeene gratie. Maar Gods Woord is geen Wet boek, dat wij slechts hebben op te slaan om er uit te leeren welke ordinantie God stelt voor de betrekkingen van overheid en onderdaan, voor de weder- zijdsche rechten en plichten in concrete vormen. En nu hebben wij gezien hoe Rome deze moeilijkheid heeft opgelost. Zij laat de Kerk aanwijzen welke normen voor den Staat en de Overheid zullen gelden. Maar het gevolg hiervan is (wij zagen, het ook in Luthersche landen) dat de Kerk de ordinantiën die God voor dezen specialen souvereinen kring gesteld heeft ook ten grondslag gaat leggen aan den kring van den Staat, of omgekeerden dat liep steeds op tyrannie en volksbederf uit en kwam de Kerk duur te staan. Het is een ver krachting van de ordinantiën Gods en dat geschiedt nooit straffeloos. Niet de Heilige Schrift dus, noch de Kerk kan hier den weg wijzen. Hèt Calvinistisch Staatsrecht zoekt de oplossing dan ook in de consciëntie der Overheid. Nu wordt hiertegen bezwaar gemaakt. Men zegt wel, dat de consciëntie der Overheid kan dwalen of voor het Woord van God kan gesloten zijn, of geheel van het Christelijk geloof kan zijn afgekeerd. Maar dat zelfde bezwaar bestaat ook bij de oplossing in Roomsche en Luther sche richting. Immers de geschiedenis heeft het bewezenEn in dat geval zinkt men nog veel dieper weg en wordt het heilige zelve ontheiligt. Het lot van den Staat is dan ook het lot van de Kerk. Neen om de Souvereiniteit in eigen kring te handhaven, moet men de Over heidspersonen slechts gebonden achten aan hun consciëntie. In een Christennatie nu behooren die Overheidsconsciëntien zijdelings beïn vloed te worden door Kerk en pers, door Volksgeest enz. Het komt er dus maar op aan, dat iedere levenskring zich houdt aan de door God gestelden ordinantiën. In de eerste plaats wel de Kerk, door zuivere prediking van het Woord van God, scherpe handhaving der tucht op leer en leven, door zorg van het door Christus voor haar in gestelde ambt. Dit heeft Calvijn goed gezien. Voldoet de Kerk aan haar hoo- gen plicht, dan geeft God daarop zijn zegen voor het geheele leven. Laat de Kerk zich maar onthouden vanbemoeiïng op allerlei levensterrein, vooral dat van den Staat en streng toezien dat zij de door God voor haar kring gestelde ordinantiën handhaaft, de geweldige invloed die hiervan zal uitgaan zal het geheele publieke leven tot zegen zijn. Wetenschap, onderwijs, huisgezin en maatschappelijk leven en niet het minst de Overheid zelve zullen er door gebaat zijn. De Kerk moet immers het zoutend zout zijn 1 Het licht op de kan delaar. De stad op een berg Zoo in haar conciëntie gebonden, weet de Overheid dat zij moet optreden als handhaafster van Gods wet. Zij moet staan op het wetsstandpunt, niet op het standpunt der genade, daar dit buiten dezen Souvereinen kring ligt. Maar met dit wetsstandpunt mag ook weer niet bedoeld worden, de wet der 10 geboden, in formeelen zin (hoe zou de Overheid die kunnen toepassen doch de algemeene zedewet, die nog naleeft in den natuurlijken mensch, zooals de Apostel Paulus getuigde „De heidenen, de wet niet hebbende, zijn zichzelven eene wet, als die be- toonen het werk der wet geschreven in hunne harten Die zedewet is de grondslag voor de Overheid, de richtsnoer voor regeer- beleid. Daaraan is zij in haar cons ciëntie gebonden. En als wij dan bedenken, dat zij onder invloed staat van een Christe lijke natie, en zijdelings licht ontvangt van de Kerk des Heeren, dan is het ons helder dat die zedewet tot zulk een Christelijke Overheid duidelijker spreekt dan onder de heidenen, die dezen invloed misten. Déérom mag ons program ookeischen, dat de Overheid als dienaresse Gods in een Christelijke en dus niet-Gods- dienstlooze natie gehouden is tot ver- Reclame-Medede@!ing@n. heèrlijking van Gods Naam, de belem meringen voor den vrijen loop van het Evangelie wegneemt, zich ont houdt van bemoeiing met de Kerk, en dat zij als zoodanig het recht heeft den eed te vragen, de Zondagsrust en Sabbatsheiliging te bevorderen. ReGlame-Mededeelingen. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS S 0 M M'E L S D IJ K Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN n DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan, Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. S, Mee. Dent.1 dam. Prijs per ieuwste methode 3, Dinsdag en OTTERDAM RFLAKKEE te eg) is op eiken tellenden GRA» gewenscht geeft ingen, die moch» RONEN ZIJN HANDEL DER FIRMA Ons Program van Anti-Rev. begin selen belijdt hieromtrent in art. 3 het volgende Zijdelings zal de Overheid in haar consciëntie dus door de Kerk verlicht worden en daar de geheele volksgeest eq de pers eveneens beïnvloed wordt door een gezond schriftuurlijk, kerkelijk leven, zal de Overheid den weg kun nen vinden in hetgeen haar consciëntie als de ordinantiën voor het staatsleven aanwijst. 40 cent per regel. Door onbekende oorzaak brak Donderdagavond circa balf acht een zwaren brand uit in de margarinefabrieken van de N. V. voorheen Gebr. van Dam, te Zwammerdam. Men schat de schade op plus minus f 100 000. Een foto van de brandende en rookende puinhoopen. De motie van Ridderkerk. De Anti-Rev. K.V. van Ridderkerk nam met algemeene stemmen de volgende motie aan De Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging «Nederland en Oranje« te Ridderkerk, ge» hoord h^t mondeling advies van het Bestuur der Stateh»sectie Ridderkerkin aanmerking nemende, den ernst van, en de moeilijk» lijkheden bij de a s. Statenverkiezingen, be treurt ten zeerste, dat er verandering zou kunnen worden gebracht in de bestaande samenstelling der Anti»Revolutionaire Staten» clubacht het ongewenscht thans zitting hebbende leden te vervangen door minder ervaren personen, aangezien hierdoor ont» stemming en tweespalt in eigen kring zou ontstaan, hetgeen verlies van stemmen ten» gevolge zou hebben. Spreekt bovendien uit dathet zwaarte» punt van dezen kieskring in geen geval verlegd dient te worden van IJselmonde naar de Hoeksche Waard. Besluit deze motie ter kennis te brengen van het Bestuur der Staten-sectie, der Hulp» centrale's en de Anti Rev. Kiesvereenigingen in de Staten-sectie Ridderkerk, en gaat over tot de orde van den dag. Wij meenen dat de Staten»sectie zich van een bepaald advies onthouden heeft. Doch dit veranderd niet veel aan de zaak. Ook o i. ware het 't beste geweest, indien de Staten-sectie ter afsnijding van alle mis» verstand zich duidelijk had verklaard te staan op het standpunt van het Prov. Comité, dat van de overtuiging is uitgegaan «dat elke Staten-sectie in de eerste plaats zal denken aan de mannen, die door haar tot dusver naar de Staten werden afgevaardigde. Op dit juiste standpunt heeft zich ook de Flakkeesche Hulp>Centrale gesteld en wij ver» trouwen dat de Kiesvereenigingen in ons ge» west als trouwe Anti»Rev. mannen, met dit advies zullen rekening houden. Nogeens het Verdrag. De beide Antirevolutionaire Kamerleden, die, zich afscheidend van hun fractie, tegen het Nederlandsch-Belgisch Verdrag hebben gestemd, hebben thans gesproken, de heeren Schouten en professor Visscher. Ze hebben te laat gesproken. Het verdrag is door de meerderheid der Kamer goedge» keurd. In zekeren zin is dus het spreken van de Tweede Kamerleden mosterd na den maal» tijd. Dit te constateeren houdt voor wat den heer Schouten betreft geen blaam in. Hij was tijdens de behandeling in de Kamer door on» gesteldheid getroffen. Anders staat het met den heer Visscher. Waarom deze zijn stem niet heeft verheven, toen het tijd was en ter juister plaatse I is eenigszins onduidelijk. Er is nog meer onderscheid tusschen het spreken van deze beide tegenstanders. De heer Schouten heeft over het verdrag gesproken, zijn tegenstem verklaard in een vergadering van de Antirevolutionaire Kiesvereeniging te Rotterdam. Professor Visscher schreef een ar» tikel in De Groene Amsterdammer, een der Nederlandsche weekbladen, dat als vij» andig aan, dat als tegenstander van de A. R. Partij zich meermalen heeft doen kennen. Er is nog meer. Er is een zeer groot prin» cipieel onderscheid tusschen de rede van den heer Schouten en het artikel van Prof. Vis» scher. Niet in zakelijke beschouwing van den inhoud en de beteekenis van het verdrag. Beiden zijn te dien opzichte evenmin verder gekomen dan tot nog toe alle tegenstanders. Hun bezwaren hebben zich slechts bepaald tot het uitspreken van sombere vermoedens en voorspellingen over economische schade, welke van het verdrag te vreezen is, maar welke voorspellingen toch niet met cijfers en feiten gestaafd zijn. Ze hangen niet in de blauwe, maar in de grauwe wijdte der som» bere verbeelding. Tegenover de cijfers, welke b.v, de heer Heemskerk in het debat heeft gegeven, hebben ze geen andere gesteld. Te» genover de zakelijke verdediging van minister Van Karnebeek wij twijfelen niet of de heer Schouten zal dit zelf willen erkennen is hunnerzijds geen even zakelijke bestrijding 40 cent per regel jicht, spit, stram» heid in de ledema» ten behoeven U niet meer te kwellen. Grijpt naar het heerlijke wrijfmid» del, dat tot diep in de huid zijn welda» dig verzachtende werking voortzet. Uw spieren lenig maakt en Uw pij- 7' nen verdrijft, den beroemden AKKER'* Verzachtend - zuiverend genezend v.crlt™-'»b»ar in porceleinen potten van 20 Gr. (0.60; SO Gr. ft-; 100 Gr. '{1.76 gesteld. De zaak is er door in de sfeer der beweringen gebleven. In dat opzicht zal de rede van den heer Schouten ongetwijfeld bij velen teleursielling hebben gewekt. Met welk een zekerheid b.v. verzekerde ons antirevolu» tionair orgaan in de Maasstad, na de aanne» ming van van het verdrag, dat «tegenover de cijfers van Mr. Heemskerk» andere cijfers «ontstellende cijfers» te geven waren, «met als mogelijkheid dit is natuurlijk geen zeker» heid opslokken van het naar Rotterdam gaand vervoer«. Het heeft ons sinds ten aller» sterkste verwonderd, dat de Rotterdammer niet reeds eens met deze cijfers voor den dag is gekomen. En, indien den heer Schouten zelf deze cijfers niet bekend waren, wat be» lette De Rotterdammer om hem die vóór zijn rede ter beschikking te stellen? Niets daarvan. Het eenige bezwaar van den heer Schouten was, blijkens zijn rede (verslag Rotterdammer), gelegen in den «verkeerden geest«, waaruit dit verdrag is voortgekomen. De heer Schouten erkende de billijkheid, dat «België wat vroeg«. Het had in den oorlog «het meest geleden en stelde nu eischen». Dat was «zeer billijk» Maar België vroeg te veel, «meer dan het normale». Het vroeg «grondgebied, sterker militaire positie en beter middelen om zijn economisch leven te ver» sterken«. In die sfeer is het Verdrag ontwor» pen en daarin ligt voor den heer Schouten «het overwegend bezwaar tegen het Verdrag.» België mocht «meer verlangen dan de afschaf» fing der beperking zijner souvereiniteitmaar het mocht no h eischen noch wenschen op politiek, territoir en militair gebied laten hooren». De heer Schouten vindt, dat België «recht op vrije doorvaart heeft«. Hij vond geen acute noodzaak voor nadere regeling aanwezig maar om ongerustheid te voorkomen was een BB I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1