ÏÏÜii
Antire volutionair
Orgaan
:fl
WOENSDAG 1 DECEMBER 1926
41ste JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
1
I0TBH1
:roese
Leekepraatjes.
Binnenland.
Alle stnkkea voor «1© Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe ie zenden aan de Uitgevers
au/erhing, oirksiand
>p«
teste
Deze Courait veischynt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEM -NTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1— bij vooruitbetaling
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per Jaar,
AFZONDEKL! KE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 - Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordeiB berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
ige jaren. Scherpe
r geheel Flakkee.
Worden onder
ibevelend,
HAGENS.
DE JONG.
vakkundigste
aatallatles. 13'
eergave onzer
werkelijkheid.
oezending onzer
letuigingen. Cou»
iiening. Prijzen
compleet; 2 jaar
irdiger gevraagd,
fabriek
RSTRAAT 22
'.OTTERDAM
17273
jlen en vierkante
Itoelen.
-d en onbekleed
^ais Paprernan
tok verkrijg»»*
iddelharni».
De vergadering van Donderdag.
De vorige week schreven wij «Wanneer
Dr. Severijn spreekt, heeft hij ook iets te
zeggen
En inderdaad, Dr. Severijn had ook, niet
iets, neen Zijn Eerw. had ons Anti.Rev. Flak»
keesche yolk, veel te zeggen.
Maar toch is, gelooven wij, het geheele
betoog van Zijn Eerw. in dit enkel woord
saam te vattenDat wij één zijn.
Dit ernstige woord had Dr. Severijn ons
te brengen.
Maar ook heeft hij ons gezegd, waarom wij
één moeten zijn. Het is, omdat alle Gerefor»
meerden, in welk kerkverband zij zich ook
bevinden mogen, voor één zaak te strijden
hebben, een zaak die gedragen wordt door
het Anti.Rev. beginsel.
Duidelijk heeft Zijn Eerw. ons dat laten zien
■lit de ontwikking der gebeurtenissen van de
orige eeuw.
«^Misschien hebben wij allen niet het geheele
"Cetoog direct kunnen verwerken.
Maar dat was ook de bedoeling niet.
Dr. Severijn zal al hoogst tevreden zijn,
wanneer slechts bereikt is, dat zijn rede ons
tot zelfstandig onderzoek heeft uitgelokt.
Déér moet het heen.
Wij moeten graven in de diepte.
Wij mosten de problemen aanpakken.
Tot zelfstandig onderzoek is ieder onzer,
die God met normale hersens gezegend heeft,
\h staat.
Din wordt het Anti.Rev. beginsel een stuk
van ons leven. Din komen wij langzamerhand
tot het besef dat er voor een Gereformeerd
mensch, in welk kerkverband hij ook leeft,
toch eigenlijk geen andere weg, dan die van
het Ant.Rev. principe mogelijk is.
Dan gaan onze oogen open voor het feit
dat iedere andere partijformatie van het Ge.
reformeerd beginsel afvoert, leidt op Luther»
•hen weg en in de Staatkunde tenslotte
fugvoert tot het Roomsche beginsel.
Maar dat zelfstandig onderzoek zal ook nog
deze vrucht dragen, dat wij niet slechts meer
toegeven dat wij één moeten zijn, maar dat
wij ook inderdaad één worden 1 Immers, wan.
neer zelfstandig onderzoek ons tot de slotsom
gebracht heeft, dat wij één zaak dienen, één
beginsel belijden, één geest ons bezielt, dan
kunnen kerkmuren ons in de staatkunde niet
meer scheiden 1 Maar dan worden wij gedreven
door den heiligen drang, door Dr. Severijn zoo
kernachtig geformuleerd in deze woorden:
«wee mij indien ik niet Anti.Revolutlo.
nair ben1»
Voorzichtigheid en standvastigheid.
Dr. Severijn maande ons tot voorzichtigheid
in onze kritiek. In onze kritiek tegenover de
Anti.Rev. politiek en tegenover elkander on«
derling.
Wij moeten het rotsvaste geloof hebben dat
de Anti«Rev. partij is geboren uit en wordt
gedreven door een heilig beginsel en dat God
met de Anti»Rev. partij in ons land iets wil
doen.
Staan wij in dit vertrouwen, dan voelen wij
Gereformeerden, uit welk kerkverband ook,
dat wij bij elkander hooren, en is er geen
plaats voor kritiek welke voortkomt uit eng.
hartig kerkisme. Hoe levendiger het besef van
e adelijke afkomst en het heilig karakter
onzer partij in ons wordt, hoe meer alle kri.
hek op anderen afneemt en hoe sterker de
zelfkritiek wordt,
Die richting moet het met ons uit.
Een iegelijk achte een ander uitnemender
dan zichzelve I
Zou het niet hoofdzakelijk zijn omdat wij
nog zoover van dit ideaal afstaan, dat wij
moeten klagen, dat er zoo weinig invloed van
ons beginsel uitgaat?
Maar dan worden wij ook standvastigerl
Wortelt in ons het krachtige geloof dat onze
Party niet ons werk, maar een werk Gods ge.
h«!iv i1S' d? £roe** ons vertrouwen in ons
Politiek standpunt en worden wij niet gedreven
«oor allerlei politieken wind van leer.
Dan zoeken Wlj het Qiet vandaag .n de.e
rkhtin'
met kloeke vastheid
g en morgen weer in andere, maar gaan
onzen weg als man.
Dea die weten wat zij willen.
zullen
sommigen vragen, hoe
weten wij dat de Anti.Rev. partij werkelijk
een werk Gods geweest is en zulk een bolwerk
is voor het Calvinisme in ons land
Dan wijzen wij als antwoord weer op hetgeen
Dr. Severijn gezegd heeft: Zelfstandig onder»
zoek van de historie der vorige eeuw, van
de beginselen waaruit de Anti.Rev. partij leeft
zullen ons die overtuiging onder Gods zegen
schenken 1
Laten wij dan daarvoor onze lange winter»
avonden eens gebruiken 1
Dr. Severijn over het Ned..Belgisch
Traktaat.
Een hoog standpunt nam Dr. Severijn in
ter zake van het Traktaat tusschen Nederland
en België.
In het midden latend of vóór dan wel tegen
het Traktaat gestemd had moeten worden,
stelde Zijn Eerw, vast dat wij ten aanzien van
deze kwestie niet op een eng.nationalistisch
standpunt mogen staan.
Het wordt in onzen tijd duidelijk, dat een
volk óók beginselen heeft te volgen van in.
ternationale strekking. Het Belgisch Verdrag
heeft méér zijden dan een economische 1 En
een volk heeft niet alleen verplichtingen tegen,
over zichzelve.
En ais wij moeten constateeren, dat er zoo.
vele problemen van nationalen aard zijn die
uiterst moeilijk voor ons te begrijpen en te
doorzien zijn, hoe zullen wij ons dan een
volkomen oordeel kunnen vormen over moei.
lijke vraagstukken als dit Verdrag? Daarom
past ons voorzichtigheid en hebben wij ons
wel te wachten een scherp oordeel te vellen
over degenen die hun stem gaven aan het
Verdrag.
Dr. Severijn sprak een bezadigd woord, dat
getuigde van een hoog standpunt.
Het Postkantoor te Sommelsdijk.
De actie voor het behoud van het bijkan»
toor is in vollen gang.
De landbouwers, de commissionairs, de
beurtschippers, de winkelstand, zij allen ko«
men op tegen dezen aanslag tegen hun be»
langen.
Ook de burgerij zelve requestreert.
Die richting moet het uit.
Wij kunnen niet aannemen dat men in den
Haag de draagwijdte van deze daad beseft
heeft. En wij zijn vast overtuigd dat wanneer
de autoriteiten, die hierover te beslissen heb.
ben, juist worden ingelicht er van opheffing
van het bijkantoor geen sprake zal zijn.
Daarom is het de plicht van den burge»
meester, van den Raad en van de inwoners
van Sommelsdijk alles te doen wat in hun
vermogen is om ter bevoegder plaatse de
nadeelige gevolgen van deze bezuinigings»
maatregel aan te toonen.
Maar wij hebben ook hier te bedenken, dat
wij het hoofd koel houden en ons wachten
om domme dingen te doen en te gelooven
Het protest moet waardig en zakelijk zijn.
Er is vooralsnog geen enkel motief aan te
wijzen waaruit wij zouden mogen concludee»
ren, dat wij hier met iets anders dan een
misverstand te doen hebben. Ongetwijfeld
kent men in den Haag niet in voldoende
mate de plaatselijke toestanden en zal, wan»
neer hierop het juiste licht gevallen is, het
oordeel wel gewijzigd worden.
Intusschen hechte men geen geloof aan het
praatje, dat wij hier nog te doen hebben met
een der gevolgen van de bezuinigingsmaatre»
gelen van den Heer Colijn.
Het schijnt onder een zekere categorie van
personen gewoonte zijn geworden om alles
wat onaangenaam en ongewenscht is, op den
rug van den heer Colijn te schuiven. On»
getwijfeld heeft de laster in de Socialistische
pers hierin een groot aandeel.
Wij geven echter de verzekering, dat er
geen enkele reden is den Heer Colijn hier te
beschuldigen.
Al zijn, dank zij het werk van Colijn, de
omstandigheden waarin Min. de Geer na hem
optrad veel gunstiger, ook Min. de Geer ziet
zich nog gedwongen de remschoen der be»
zuinig ng om het wiel der staathuishouding
te klemmen, getuige slechts zijn toelichting
op de Staatsbegrooting van dit jaar.
Men tracht e hieruit dus geen politieken
munt te slaan, wil men den schandnaam van
valschen munter niet op zich laden.
V De Christelijke Pers.
Het is een verschijnsel van echt mensche»
lijken aard, dat men eerst iets moet missen
om het op de juiste waarde te schatten.
Denk slechts aan onze gezondheid. Men
waardeert haar pas als men op het krankbed
ligt uitgestrekt
Zoo is het ook met de Christelijke Pers.
Er zijn streken waar onze Anti.Rev. broe.
ders tobben tegen de linksche» en neutrale
pers en maar geen kans zien om een eigen
orgaan in stand te houden. Wat zouden die
broeders blij zijn indien zij een eigen blad
hadden dat op vaste beenen stond.
De Anti.Rev. partij in ons gewest bezit een
plaatselijk orgaan, dat de linksche en neutrale
weekbladpers uit onze huizen weert.
Maar waardeert men dat voldoende
Neen wij willen niet generaliseeren.
Wij hebben gelukkig vele blijken van waar.
deering ondervonden en moreelen steun wordt
ons door vele broeders die de waarde van
een eigen pers beseffen, gelukkig niet ont»
houden.
Maar er zijn ook anderen.
Klagers die altijd wat hebben aan te merken.
Wie het nooit naar den zin gaat.
Kriticasters die niet waardeeren kunnen,
doch slechts veroordeelen. Oók vaak waar er
niet de minste aanleiding toe is.
Slechts in verkiezingsdagen, vooral als het
tegen de gemeenteraadsverkiezingen gaat, her»
inneren zij zich dat er gelukkig nog een Anti»
Rev. plaatselijke pers is. En dan moet er ge>
holpen worden!
Alzoo mag het onder ons niet zijn.
Kritiek is goed. Mits ze opbouwend en al»
tijd broederlijk is. En indien slechts blijkt
dat de kritiek uit liefde geboren wordt.
En dan, ook de Christelijke Pers heeft reden
tot klagen 1
Ook wij l
Want opmerkelijk is, dat de klagers, de
kriticasters gewoonlijk het minste voor hun
Pers doen 1
Maar beseffen zij wel, dat zij ook een taak
ten aanzien van de Christelijke Pers hebben
Wij mogen gelukkig over de commercieele
basis van ons blad niet klagen. Integendeel
er is reden tot dankbaarheid.
Maar het is treurig, dat wij moeten erken»
nen dat wij dat gewoonlijk niet te danken
hebben aan onze klagers.
Ook hier zou ze//kritiek allerminst ongepast
zijn.
Wij hebben als Christenen een dure roeping
tegenover onze Christelijke Pers te vervullen.
Dat wordt maar al te veel vergeten.
Om dezen roeping zulke klagers eens levendig
voor oogen te stellen, nemen wij hieronder
een artikel over van Ds. Fernhout, voor
komend in het weekblad De Reformatie, van
eenigen tijd terug.
Ds. Fernhout schrijft daar:
Adverteeren In «neutrale* bladen.
Een onzer lezers, v. K. te A., zakenman,
en in 't belang van zijn handel genood»
zaakt tot adverteeren, vraagt m'n oordeel
over het adverteeren in z.g.n. neutrale bladen.
Ik kan er inkomen, dat een christen, die
en andere christenen mogen er niet zijn
ook in zijn zaken»doen een goede consciëntie
voor God begeert te houden, met deze vraag
kan «zitten».
Aan den éénen kant stoort de handel,
als één der vormen van het algemeen.men»
schelijke gemeenschapsleven, zich niet, en
behoeft hij zich ook niet te storen, aan de
grenzen, die de beginselen op godsdienstig,
kerkelijk, maatschappelijk, politiek en ander
terrein, tusschen de zonen van eenzelfde
volk en de leden van eenzelfde saamleving
trekkenvraagt men op de markt niet naar
eikaars geloof of ongeloof, en doet wie
God vreest er met een goede consciëntie
zaken met de lieden der wereld. En aan
den anderen kant moet een christen ook
in zijn zaken=doen christen blijven, d.w.z.
toezien, dat hij den band aan Christus en
aan het Koninkrijk Gods nooit verloochene
niet alleen door in al zijn handelingen zich
te laten leiden door den eisch der f.erech»
tigheid en het gebod der naastenliefde, maar
ook door ervoor te waken, dat hij, in het
zoeken van zijn oordeel, niet op eenigerlei
wijze in dienst trede van wat de eere van
Christus en het Koninkrijk Gods tegenstaat.
En bij dit laatste komt dan ook aan de
orde de vraag naar het geoorloofde van
het adverteeren in z.g.n. neutrale bladen.
Niet alsof men door in zulk een blad te
adverteeren, zich verantwoordelijk stelde
voor al wat het in zijn leaders aan de markt
brengt.
Daaraan denkt niemand.
Zelfs is het denkbaar, dat een advertentie
'k denk b.v. aan de aankondiging van
christelijke propaganda.vergaderingen of van
christelijke propagandadectuur (waarom vin»
den we die zoo weinig in «neutrale» bladen
de bestrijding bedoelt van de valsche
beginselen, die het blad vertegenwoordigt.
Maar omdat men door zulk adverteeren
het blad zelf, en dus ook de principes in
wier dienst het staat, helpt steunen.
Het is toch van algemeene bekendheid,
dat onze dag» en weekladen van de abon»
nementsgelden onmogelijk kunnen bestaan
dat ze het van de advertenties moeten
hebben.
Al onze groote bladen danken hun bloei
aan de advertentierubriek.
Het mes van de advertentie snijdt naar
twee kanten tegelijk.
Vooreerst brengt het geld in 't 'aadjeen
in de tweede plaats verhoogt het de attrac»
tie en, in gelijken tred daarmee, het abonne»
menten.tal.
En het is juist het gebrek aan advertenties
wat onze christelijke dag» en weekbladen
omlaag houdt.
Aan degelijkheid van inhoud ontbreekt
het doorgaans nietmaar de advertenties
laten het zitten. En dit maakt, dat de overige
inhoud zich niet uitzetten kan naar verhou»
ding van de groeiende behoefte aan voor»
lichting bij de lezers.
En hier raken wij, christenen, nu in 't
gedrang.
Niet maar met onze liefde voor «onze
bladen« en voor de mannen, die er dag aan
dag hun krachten, die er hun leven aan
wijdenook niet enkel met onze geestdrift
voor onze partij, of groep, of richting
maar met onze roeping voor het Koninkrijk
onzes Gods, voor het welzijn van ons volk,
voor de behoudenis der zielen, en met onze
begeerte om die roeping te vervullen.
En dan komen vragen op, als v. K. me
deed.
Doch is dan het antwoord wel moeilijk
te vinden
Is het wel moeilijk te vinden, als we de
dingen zóó ernstig nemen, als ze inderdaad
zijn
Als niet onze eigene zaak, niet eenig gel»
delijk voordeel, maar de zaak onzes Gods
en het geestelijk belang onzes volks voor
ons als maatstaf geldt voor onze gedraging?
Dan is er immers een antwoord in het
woord onzes Heeren Jezus«Zoekt eerst
het koninkrijk Gods en zijne gerechtigheid,
en alle andere dingen zullen U toegewor»
pen worden»
Offers
Ja, offers zullen hier gebracht moeten
worden.
Maar wie meent er, dat Jezus kortzichtig
genoeg was, om dat niet te begrijpen
Heeft Hij niet altoos ieder, die Hem vol»
gen wilde, met nadruk voorgehouden, dat
wie Hem volgen gaat, volgt om te offeren
Offers
Maar als we om Profeten te zijn, die Zijn
Naam belijden en Zijn Woord uitdragen
in de wereld, moeten beginnen met Priesters
te wezen, die hun kruis opnemen en Hem
navolgen
En als we nu, door ons niet te willen
verloochenen, het offer eens grooter maak»
ten, dan het behoefde te zijn
Inderdaad, we schijnen het te doen.
Althans, als juist is en ik heb geen
grond om er aan te twijfelen wat ik niet
lang geleden ergens las, 'k geloof het
was in de «Standaard« dat zoo alle chris»
tenen het kloek besluit namen, om hun
advertenties in onze christelijke bladen te
plaatsen, èl onze bladen niet alleen met eere
zouden kunnen bestaan, maar ook oneindig
beter hun taak zouden kunnen vervullen
in de voorlichting en bearbeiding van ons
volk.
Inderdaad, ik geloof, dat de vraag van
v. K. een kwestie aanroerde, die voor onzen
strijd van 't grootste gewicht is.
Laat alle christenen er zich ernstig reken»
schap van geven. Als ieder den weg volgt,
dien de band aan het koninkrijk Gods hem
wijst, zullen de offers die gebracht moeten
worden, heel wat minder groot blijken dan
ze schijnen.
Om misverstand te voorkomen, moet ik
hier evenwel nog iets aan toevoegen.
Het spreekt nl. vanzelf, dat we ons niet
in alle gevallen van adverteeren in niet»
christelijke bladen kunnen onthouden. Som»
tijds, b.v. bij familieberichten, zullen we,
om allen te bereiken voor wie ze van belang
zijn, er wel gebruik van moeten maken.
Doch overigens gelde bij alle adverteeren
als regel, dat we het doen in eigen pers.
Vragen wij- ons eens af of wij als christenen
hierin vrij uitgaan.
Wij gelooven, dat als wij de zaak zóó be»
zien, de klagers wej zullen minderen.
Zelf-kritiek maakt klein I
Over den achturen»dag schrijf ik niet 1
Er zou een boek mee te vullen, 'n prijs»
vraag mee te winnen, 'n dissertatie over te
schrijven zijn, maar er één artikeltje over te
geven gaat boven mijn macht, en boven»
dien is 't er hier de plaats niet voor.
Het is n 1. aanloop slechts, die achturen»
dag 1
Want er is iets, dat ik van veel meer be»
teekenis acht voor den uitslag van het arbeids»
proces, dan 't aantal arbeidsuren, de vraag
of er werkelijk is arbeidslust bij het werk.
Ons volk, van ouds, is 'n arbeidzaam volk.
Dat is wel meê 't schoonste kapitaal dat de
vaderen ons hebben nagelaten I En wee ons
als we er dkt »doorbrengen« 't zou de zwaarste
klap zijn die ons volk kon worden toege
bracht.
Er was en er is nog veel «werkloosheid».
En ik ken ook de economische en sociale
en monetaire en andere oorzaken, die hiertoe
medewerken. Maar ik weet óók dat in Am»
sterdam, toen er de «Steun» aan hen, die in
een vol jaar geen 36 dagen werk hadden ge»
had, werd ingetrokkenvan de 700, die
dit trof driehonderd binnen enkele weken
vasten arbeid hadden weergevonden.
't Is een veeg teekenals is 't gelukkig
nog maar een zelden voorkomend verschijnsel:
de groote meerderheid van ons volk eet nog
't liefst eigen verdiend brood.
Een lui volk toch is een arm volk.
Men kan het bij voorbeeld in Spanje zien.
Hun koloniën hebben de Spanjaarden tot
de laatste toe verloren en zelfs in hun eigen
land, wat in menig opzicht zoo rijk is, moe»
ten als 't om krachtinspanning, werklust en
volharding gaat, de buitenlanders aan te pas
komen.
Wee 1 wanneer arbeid wordt beschouwd als
'n plaag, een vloekAls de arbeid niet
wordt gezien in 't licht van Gods Woord, als
't middel waardoor God voor ons en de on»
zen den vloek der zonde, die door 's men»
schen schuld ook over het aardrijk kwam,
wil matigen en temperen, maar bij 't wal»
mend fakkellicht van Marx wordt gesmaad als
het lot der proletariërs, wijl zij immers door
de bezitters ook op het terrein van den ar»
beid worden geknecht.
Men weet niet, wat er dan bedorven wordt.
'k Heb een prachtigen spiegel gezien, met
de uiterste zorg vervaardigd, waardoor het
beeld op schier volmaakte wijze werd weer»
kaatst. Mocht er al eens wat stof of water»
damp tegen aanslaan, het glas werd op gewone
wijze gestoft en opgewreven en de spiegel
glansde weer als voorheen.
Totdat, op zekeren dag, ik weet niet welke
kwade dampen tegen aansloegen.
En deze voorgoed bedorven was.
Niets hergaf het glas de vorige helderheid.
Men kon er zich mee behelpen, maar 't
mooie was er af.
Zoo is 't ook met 's menschen arbeidslust.
Is die eenmaal door booze inblazingen ver»
koeld en door vergiftige overleggingen ver»
zwakt, dan is 't of de arm slap van spier, de
knie zwak van kracht geworden is.
Trachten wij vooral onze kinderen daarvoor
te behoeden I
Geeft dan zelf het goede voorbeeld en bidt
God, opdat Hij, zijnen zegen gebiedende ons
een werklustig volk doe blijven, ook in de
verre toekomst.
P. Br. f
Drentsche Veenkinderen.
Door den heer Plantsoen te Doetinchem
werd met toestemming van B. en W. een bus»
collecte voor het Drentsche Veenkind gehou»
den, die f 245,17 opbracht.
Z. D. H. de bisschop van Haarlem deed
als bewijs van instemming een gift toekomen
aan den penningmeester Mr. A. J. M. Lees»
berg te Alkmaar.
Door bemiddeling van den Commissaris der
Koningin in Drenthe werd voor de 2de maal
2000 gld. ontvangen.
Het bestuur van het Herstellingsoord van
het Noordhollandsche Witte Kruis, Fleide»
heuvel, heeft zich bereid verklaard 3 kinderen
gedurende 6 k 8 weken kosteloos te verplegen.
Wanneer blijkt, dat die termijn voldoende is,
kunnen na afloop nogmaals 3 kinderen koste»
loos worden opgenomen.
Op het oogen blik worden verpleegd 74
kinderen in het Noorderhuis van het Centraal
Genootschap voor Kinderherstellings» en Va»
cantiekolonies te Ruinen, 59 kinderen in het
koloniehuis van de R. Kath. Vereeniging voor
Kindervacantiekolonies en Herstellingsoorden
te Egmond aan Zee en 28 kinderen in de
koloniehuizen te Nunspeet en Hellendoorn
van de VereenigiDg voor Christelijke Gezond»
heids» en Vacantiekoloniën in Nederiand.
t