Reclame-Mededeelingen. Hoeden- en PettenmagazIJn vaderen zouden bewaren, om deze in haar volle vrijheid en souvereiniteit aan de kin» deren van ons volk over te geven. Nu is er echter een oogenblik bij het debat geweest, dat de meening onder ons post vatte, dat het tractaat ten opzichte van het Schelde<regiem metterdaad onze souve» reiniteitsrechten op die rivier te na kwam. Maar wat bij alle verschil van inzicht tij» dens het openbaar debat in de Tweede Ka» mer is gebleken, was, dat van een schending van Nederlands souvereiniteit in geen enkel opzicht mocht worden gesproken. Duidelijk en met groote beslistheid heeft de Minister van BuitenlaDdsche Zaken 't bezwaar, dat van onderscheiden kant kwam, afgewezen. En dat van een inbreuk maken op onze souvereiniteit over de Schelde dan ook niet kan gesproken worden, werd zoo overtuigend aangetoond, dat zelfs tal van bladen, die né de stemming in de Tweede Kamer aan de beslissing beschouwingen wijdden, over het Schelde» vraagstuk,in dezen zin niet meer spraken. Het eenige wat de aandacht voor en na het votum der Kamer bezighield en nog bezighoudt, is het economisch nadeel, dat Nederland zal ondervinden, bijzonderlijk van het aanleggen van het kanaal Antwer» pen—Moerdijk. Of dit nadeel zich inderdaad in de toe» komst zal voordoen moet afgewacht worden. Tegenover degenen, die zulk gevaar voor Rotterdam en Amsterdam duchten, doordat Antwerpen middels het nieuwe kanaal als Rijnhaven een grooten voorsprong zalkrij» 40 cent per regel. VOO» CLK Z'N KPUS U, 11U1 JJ1WV1UIU, Kipstraat 85<87 i_i Rotterdam |tr ZIE DE 5 ETALAGES Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend, J. HENIGER Jr. gen, staan anderen, die van meening zijn, dat de beschouwingen, welke aan deze zaak werden gewijd, sterk overdreven zijn; ook om de moeilijkheden, welke de scheepvaart op het kanaal zal ondervinden, tengevolge van de sluizen, welke op dit vaarwater zul» len moeten worden gebouwd, Echter, hoe dit alles ook zij, de econo» mische gevolgen van het Belgisch tractaat voor Nederland behoorden tenslotte gesteld te worden tegenover de staatkundige moei» lijkneden, welke van de verwerping van het Verdrag h.et gevolg zouden kunnen zijn. Hier lag voor ieder Kamerlid de verant» woordelijkheid voor de wijze, waarop hij zijn stem had uit te brengen. Over de daad zelve oordeelen wij niet. Wat wij met deze breede uiteenzetting voor hadden, was, om een objectieve be« schouwing te geven over het Belgisch Ver» drag en wat daarmede samenhangt en om de onjuiste beoordeelingen weg te nemen welke bij velen de hoofden warm maken. Kerk en School* Ds. Veldkamp schrijft in het Kerkblad voor Kralingsche Veer over Vrouwenhaar en leeuwentanden. En zij hadden haar als haar der vrouwen, en hun tanden waren als tanden der leeuwen. Openb. 9 8. Het openbaringsboek verplaatst ons naar het laatst der dagen. Johannes ziet in een zijner visioenen, in hoofdstuk 9 beschreven, hoe een ster uit den hemel valt. Aan haar wordt gegeven de sleutel van den put des afgronds. (vs. 1). Deze sleutelmacht laat zij geenszins onge» bruikt, immers (vs. 2): zij heeft den put des afgronds geopenden er is rook opgegaan uit den put, als rook eens grooten ovens. Wanneer dan de rook wat optrekt, ziet Johannes tot zijn verbazing, dat wat eerst rook leek, niets anders was dan een enorme massa sprinkhanen. En het zijn nu deze sprink» hanen, die over de geheele aarde uitzwermen, en die macht ontvangen hebben, om te be» schadigen de menschen, die het zegel Gods aan hun voorhoofd niet hebben (vs. 4). Voor wie de taal des bijbels verstaat, zijn deze dingen, ontdaan van het visionaire kleed, doorzichtig genoeg. Wanneer ge u herinnert, dat in Jes. 14 tot de koning van Babel, die overal in de Schrift de vertegenwoordiger is van het rijk der duisternis, gezegd wordt: «hoe zijt ge uit den hemel gevallen, o mor» genster, gij zoon des dageraads, ziet in de vallende ster van vs. 1 de Satan, de overste dezer wereld. De Satan zal in het laatst der dagen een geweldige macht krijgen in deze wereld, en zijn invloedsfeer op ongemeene wijze uitbrei» den. Dit wordt ons zinnebeeldig meegedeeld in deze woordenen haar werd gegeven de sleutel van den put des afgronds. Onder dezen put des afgronds is natuurlijk de hel te ver» staan. De hellekrochten worden geopend, en daar laat Satan z'n geesten uitzwermen, die in allerlei gedaante, als kunst, literatuur, we» tenschap, zinneprikkeling, mode, geldzucht, als verdervende, alles opvretende sprink» hanen uitvliegen door de wereld. In ontelbare zwermen strijken ze op de menschheid neer. De wereldsche en helsche geesten worden zoo talrijk, dat het den geloovige is als ademt hij in een benauwde stiklucht vol rook. Indien het mogelijk ware, zouden ook de uitverkorenen er in omkomen. Maar Gode zij dank zij kunnen alléén beschadigen hen, die het zegel Gods op hun voorhoofd niet hebben. Dat zijn de wereldkinderen buitenen in de Kerk des Heeren. Let er nu op, hoe deze verdervende geesten zich aan uw oog voordoen. Ze zien er op 't eerste gezicht heel niet griezelig of angstwekkend uit. Ge zoudt nooit vermoeden, dat ze 't op uw ondergang hebben gemunt. «Hun aangezichten*, zegt Johannes—«waren als aangezichten van menschen*. 't Zijn geen baarlijke duivels met bokspooten. Menschen gebruikt Satan voor zijn doel, vriendelijke, beminnelijke menschen, die door hun welsprekendheid en gemanierdheid u be» koren. «En op hun hoofden waren als kronen, het goud gelijk*. Ze bieden u geluk, goud, kronen. Die kronen waren wel niet van echt goud, maar goud gelijk, zooals Johannes fijn op» merkt, maar wie onderscheidt er nu direct klatergoud van het zuivere «En zij hadden haar als haar der vrouwen*. Bekoorlijk, betooverend zien ze er uit, gelijk schoone jonge vrouwen, die met schoone haar» tooi lokken, verleiden Maar, o wee. Hun tanden waren als tanden der leeuwen. Ziedaar hun ware aard. Verscheuren 1 vernam, dat er maar eventjes 95 stellingen waren, heb ik die vraag maar ingeslikt, omdat het een plakkaat moet geweest zijn, dat op z'n best op de wand van een gewone burger» manshuiskamer kan. Heeft men die stellingen wel eens gezien Bedrieg ik me niet al te zeer, dan vindt men ze letterlijk afgedrukt in het 6e deel van Leopold von Ranke's «Deutsche Geschichte im Zeitalter der Reformation* (5e Auflage, pag. 80 v.v.) en beslaan ze daar, fijn gedrukt, ruim 5 heele bladzijden, en waren in 't Latijn ge» steld. Von Ranke zegt (dl. 1 pag. 208, uitg. 1873) *schlug Luther an den Thüren derselben 95 Streitsatze an*. Weber in zijn Algem. Ge» schiedenis (3, p. 54, uitg. 1875) spreekt van vasthechten, Wijnne (3, pag. 40, uitg. 1879) sloeg aan; Streckfuss (7, pag. 21, uitg. 1871) In een stroomende regen werd Zaterdagmiddag j.l. de gedenksteen onthuld in het huis van Jan Steen te Warmond. Hierbij een foto van den gedenksteen. Met vrouwenhaar tooien ze zich om te lokken, maar als ze hun prooi binnen hebben, vliegen ze er met hun grijpgrage tanden op af... Leeuwentanden Zijn we wel op onze hoede? Met name onze jonge menschen Het lijkt zoo onschuldig, en zoo mooi, zooals de wereld zich aandient. Waarom zouden wij óók niet eens meedoen Is dit nu zoo erg, en steekt daar nu zooveel kwaad in 't Is toch zoo doodonschuldig. En je hoeft je toch ook niet dood te kniezen. Wanneer ge zoo redeneerto laat het dan nog eens duidelijk voor uw aandacht staan Menschenaangezichten. Kronen, goud gelijk. Haar als der vrouwen. Maarleeuwentanden. De Satan tooit zich met een kroon, en vrouwenhaar, maar z'n ware naam isbriesende leeuw. «En in hun staarten«, voegt Johannes er nog in vs. 10 aan toe, «waren angels, en hun macht was, de menschen te beschadigen. Beschadigen, schade, eeuwige schade zullen ze ook u toebrengen, tenzij ge het zegel Gods draagt. En dat zegel Gods zal wel dit zijn, dat ge eiken morgen den levensstrijd aanvangt met de bedeLeid ons niet in verzoeking. Het moge uw aandacht niet ontgaan, dat als een der verleidende dingen in de laatste dagen juist het haar der vrouwen wordt ge» noemd. Deze trek is niet toevallig. De Satan schenkt ook z'n aandacht aan het vrouwenhaar. Al verder voortgang kreeg in de laatste jaren de z.g.n. emancipatie der vrouw of de gelijkheid tusschen man en vrouw. Ook naar het uitwendige moet die gelijk» heid worden doorgetrokken. De vrouw wil ook in haar uitwendige ver» schijning op een man gelijken, en laat daarom d'r haar afknippen. Het is dus meer dan een (trouwens zeer leelijke) modegril De gelijkheidsgedachte schuilt er achter. Maar de vrouw bereidt hierdoor juist het tegenovergestelde van wat ze bedoelt, want als de vrouw zich zal hebben vermand, zal de man haar niet langer als vrouw respecteeren. Legt ge hier nu naast de profetie van Daniël (11 37) dat de antichrist geen acht zal geven op den lust der vrouwen, d.w.z. dat hij haar niet meer zal respecteeren als vrouw, maar verachten, dan gaat u een verrassend licht op. Dan wordt de tijd van den antichrist ge» karakteriseerd als een tijd, dat de vrouw haar zelfrespect heeft weggegooid, en van haar eere» positie is beroofd. En daarmee zijn vele vrouwen gezien de heerschende mode druk bezig. Zouden wij dan niet angstig dicht genaderd zijn tot den tijd van den antichrist Zijt ge bereid? Zult ge niet beschadigd worden? Draagt ge Gods zegel? Weest op uw hoede. Onder het vrouwenhaar schuilen leeuwen» tanden 1 H. V. DE 95 STELLINGEN VAN LUTHER. De heer Joh. H. Been uit Den Briel wor» stelt met de moeilijkheid hoe het mogelijk was dat Dr. Luther 95 stellingen aan de deur van de Wittenberger Slotkerk kan spijkeren. Hij komt met zijn moeilijkheid tot de Red. van de N. Rott. Ct. De heer Been zegt: «Ik stelde mij voor, dat, net zooals men bij ons op de kerkdeur een briefje bevestigde voor een kerkelijke verkiezing of een onder» zoek van rekeningen, hij dien historischen avond vóór Allerheiligen met een koperen stijfselpot (zooals onze gemeente«bode naar het algemeen aanplakbord) naar de slotkerk van Wittenberg gegaan, en daar stiekem in het conker want 't is al vroeg avond op 31 October 1 dat biljet op de kerkdeur had geplakt. Wat ik heel leuk vond, omdat hij 't eigenlijk niet doen mócht. Maar toen ik nader sloeg aan de deur enz. met eigen hand (die stellingen) aan. Weber en Streckfuss citeer ik in de Hollandsche vertalingen. In de Fransche vertaling van Robertson's History of Charles V (2e dl., pag. 70, uitg. 1842)«II publia quatre vingt»quinze thèses*, waarmee men zich op de vlakte houdtwaarom ik in dit opschrift boven dit artikel zijn woord overnam. Hoe heeft Luther dat nu gedaan? Schreef hij op een oneindig groot papier of perka» ment, of een groot getal reepjes en nagelde of plakte hij die vast Alleen is haast on» mogelijk. Heeft hij hulp van een of meer discipelen gehad, een om de bladen aan te reiken, een ander om een laddertje vast te houden Was het mooi weer, zoodat de wind niet met de blaadjes of het reusachtige blad speelde, en zeker was het droog, zoodat geen regenvlagen het, schrift konden uitwisschen of onduidelijk maken Waarom ik haast over» tu'gd ben, dat die vermaarde deur in een portaal gelegen was. En hoe hebben de ge» leerden den volgenden morgen die stellingen in minder dan een uur kunnen lezen, denk eens aan95 stellingen 1 Want hun inhoud was er voorzeker niet naar om ze ineens te overzien. Of waren het dan geheel andere schepselen dan wij Vermoedelijk hadden wij als volgt gedaan. Op die kerkdeur een blaadje geplakt: «Dr. Marten Luther neemt op zich 95 stellingen tegen den aflaathandel te verdedigen*. Daar» mee uit. Wie ze weten wilde, kon zich tot het bekende adres richten, en de Pers zou er overigens wel voor zorgen (gelijk ook inder» dat op 31 Oct. 1517 «gelapt heeft*. Eenig, zij 't ook geen volledig antwoord, is op de vragen van den heer Been wel te geven, antwoordt de Red. der N. Rott. Ct. «Om te beginnen heeft Luther den 31 Oct. 1517 zijn Stellingen niet aan de Zuiderdeur der Wittenberger slotkerk aangeslagen bij het vallen van den avond, in de schemering van den korten herfstdag, maar om twaalf uur 's middags. Aldus bericht het reeds zijn vriend Melanchton. 't Is misschien wel jammer voor velen, maar het stukje romantiek, dat daar gelegen is in den geloofsheld, die bij vallende duisternis zijn hamerslagen laat weerklinken op de kerkdeur, moeten wij laten varen. Zou het misschien in de hand zijn gewerkt door de veelal gebruikelijke herdenking van den hervormingsdag in een avond-godsdienstoefe» ning De Stel'ingen waren geschreven, hoogst waarschijnlijk niet met Luther's eigen hand, en wel in het Latijn. Daarmee komt ook overeen de uitdrukking in den aanhef«Hec subscripta disputabitur*. Ze waren, evenals de (latere) eerste drukken, in placcaat»vorm, ge» rangschikt in drie groepen van 25 en één van 20. Het zal natuurlijk wel een groot placcaat zijn geweest, maar wanneer we bedenken dat de inhoud gesteld was in het gedrongen Latijn, en naar de gewoonte des tijds met talrijke afkortingen geschreven aldus ook de eerste Latijntsche drukken dan behoeft het plac» caat zeker niet langer te zijn geweest dan 1,50 M. Of Luther aanplakte dan wel spijkertjes gebruikte meldt de geschiedenis niet; het laatste lijkt ons iets waarschijnlijkerook heden»ten-dage plegen de bekendmakingen «ad valvas academicas* meer geprikt dan ge» plakt te worden. Overigens was dit aanslaan van Stellingen niets ongewoons. In Wittenberg gebeurde het wekelijks voor de geregelde Vrijdagsche theo» logische disputaties. Wel had Luther een be» langrijken dag voor zijn defensie gekozen 1 Nov. Allerheiligen, was de «verjaardag* der aan reliquiën «die lieben heiligen* zoo rijke Wittenbergsche slotkerk, een «Kirchweih* die zeer feestelijk werd gevierd en reeds op den voorafgaanden dag o.a. met een predi» katie werd ingeleid. Luther heeft echter zeker niet bedoeld een handeling te verrichten voor het groote pu» bliek bestemd, maar voor de geleerde theolo» gische wereld. Vandaar ook het Latijn. Dat zijn daad voor de theologische en kerkelijke wereld van eenige beteekenis was, heeft hij wel besefthij heeft van zijn voornemen be» f icht gezonden aan den aartsbisschop Albrecht van Mainz met wiens goedkeuring Tetzel zijn aflaathandel dreef en aan den bisschop van Maagdeburg Hier, Scultetus, in wiens diocees Wittenberg gelegen was. Kort na den 31 Oct. misschien wel gelijk» tijdig liet Luther zijn 95 Stellingen drukken. Ze waren niet voor gewone publicatie bestemd een deel (of alle) heeft hij -aapvankelijk onder zich gehouden om ze aan bekenden toe te zenden. Van dezen eersten druk is één uniek exemplaar bewaard gebleven, berustend in hei Britsch Museum te Londen. Spoedig zijn echter afschriften naar alle kanten verspreid, en bin» nen korten tijd verschenen vrijwel gelijktijdig twee drukken buiten Luther om een in het Latijn met Duitsche vertaling in Neurenberg, (óók nog slechts in uniek exemplaar bewaard), en een in Bazel. De uitgaaf der Stellingen in dr. Martin Luthers Werke, I. Band, Weimar 1883, S. 229—238, is naar de oorspronkelijke Wittenberger uitgave. Men vergelijke ook Ju» lius Köstiin, Martin Luther, sein Leben und seine Schriften, 5. Aufl., Band I, Berlin 1903, S. 152-162. Tenslotte moge nog als een bijzonderheid gemeld worden, dat den 1 November 1517 niemand op Luther's Stellingen gereageerd heeft. Daarna zooveel te meer dan echter niet in het kleine Wittenberg alleen, maar al spoedig in geheel West»Europa. (Red.) Gemengd Nieuws* EEN MISLUKTE TROUWDAG. De auto met het bruidspaar onder een stoomtram. Woensdag zouden de 21-jarige M. S. uit de Idem. Na de onthullingv.l.n.r. Mr. Dr. J. C. Overvoorde, directeur van den Lakenhal Burgemeester Scholvinck en de burgemeester van Leiden, Jhr. Mr. Dr. De Gyselaar. daad geschied isl) dat ze door heel het land en vervolgens door heel de beschaafde wereld verbreid werden. Versta mij nu goed. Dr. Luther is en blijft dr. Luther en zijn daad een dééd. Maar geen van beide komen ze voor in de Heilige Schrift, zoodat niet ééne godsdienstige richting eenig voorbehoud ter beoordeeling behoeft te maken. Nu hooren jaar in jaar uit de kerk» gangers dat verhaal, maar hebben ze 't ook met hun voorstellingsvermogen aanschouwd Misschien kan de redacteur of een ander geleerd deskundige, als ze zich tenminste niet al te zeer ergeren aan dit naieve verzoek, uit getuigenis van tijdgenooten dier gebeurtenis of hoe zij zich die voorstellen, mij eindelijk eens uit den droom helpen, hoe Luther 'm Fretorialaan alhier en de 23>jarige D. H. uit de Joubertstraat in den echt worden vereenigd. Omstreeks half tien reden de auto's voor in de Pretorialaan en even later zette de stoet zich in beweging met bestemming naar het raadhuis aan den Coolsingel. Voorop reed de met groene guirlandes getooide auto met het bruidspaar en het 13»jarige zusje van den bruidegom als bruidmeisje. De chauffeur van deze auto reed in de Futschelaan via den overgang, welke over de rails van het haven» spoor, de stoomtram en de electrische tram voert naar de rechterzijde van den weg, om daarlangs naar de stad te gaan. Toen hij goed en wel aan den overkant van den weg was, zag hij, dat een eind verder de rijweg opge» broken was, en daarom wilde hij over den volgenden overweg, welke een 30 meter ver. der ligt, terug gaan naar de linkerzijde vao den weg. Het is onverklaarbaar, dat hij de stoomtram, welke op dat oogenblik uit de Tweede Rosestraat aan kwam rijden met be stemming naar Spijkenisse, niet heeft gezien. Over den breeden weg met de verschillende rijen rails naast elkaar in het midden heeft men een goed uitzicht. Toep hij over den eersten overgang ging, was de tram al op een 150 meter in aantocht. Daarna heeft hij de tram over een afstand van 30 meter tegemoet gereden, en tenslotte is hij den tweeden over gang opgereden, toen de tram inmiddels vlak bij was gekomen. De machinist heeft, naar tal van getuigen hebben verklaard, herhaaldelijk signalen met de stoomfluit gegeven en is tot het laatst in de veronderstelling geweest, dat de auto zou stoppen. De chauffeur reed even wel met een snelheid van niet meer dan 10 Kilometer per uur voor de stoomtram langs, Een aanrijding was overmijdelijk, niettegen staande de machinist der tram krachtig remde, j De locomotief greep den auto aan de ach terzijde en wierp hem 15 meter opzij. Door den schok viel het bruidsmeisje door een ruit naar buitenzij kwam vlak naast de locomo tief op den grond terecht. De tram, welke nog in beweging was, is rakelings langs haar ge, schoven. De chauffeur van den bruidsauto, de 26-jarige W. de W. uit de Delistraat, viel eveneens door een ruit en kwam aan den anderen kant vlak naast de locomotief terecht. De bruid kreeg glasscherven en stukken van den auto op het hoofd en op de armen. De bruidegom kwam er zonder verwondingen af. De auto is vrijwel geheel vernield. De volg auto's hebben tijdig gestopt. Een inspecteur van politie, die toevallig dicht bij den overgang stond en het ongeluk op korten afstand heeft zien gebeuren, stelde dadelijk een onderzoek in. Het bleek, dat het bruidsmeisje het ergst was getroffen. Zij had een diepe vleeschwond aan den rechter bo» venarm en een grooten buil aan het hoofd. Fer auto van den geneeskundigen dienst is j zij naar het ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, waar zij is behandeld. De bruid en de chauffeur hadden lichte kwetsuren gekregen en konden naar huis terugkeeren. De huwelijksplechtigheid is uitgesteld. Een lijk met gebonden handen en voeten. Maandag heeft een schipper in de Willems vaart nabij Zwolle drijvende gevonden het lijk van een man, als heer gekleed, met grijze regenjas. Bij het ophaven bleek, dat de voeten boven de enkels heel stijf aan elkaar waren gebonden en de handen op den rug vastge maakt, waarvoor omwonden electrische ge- leidingsdraad was gebruikt. Aan het achter hoofd was een kleine woDde. Doordat de baggerman met zijn vaarstok het lijk raakte, kwam dit boven drijven. Uit de op het lijk gevonden papieren heeft men kunnen opmaken, dat het is dat van den sedert 18 October vermisten onderwijzer W. Greiwe, oud 25 jaar geboren te Meppel. Hij heeft dien dag per motorfiets zijn kost huis te Kloosterveen, gemeente Smilde verlaten en nadien heeft men niets meer van hem V M/* hoord. Zijn motorfiets is nog niet teruggevcu, den. V erkoöpingcn Op Zaterdag 27 November 1926, des na middags ten l'/a ure te Goedereede, nabij de haven, een groote partij timmerhout, »ls planken, delen, ribben, palen, latten enz. Deurwaarder GROENENDIJK. Op Zaterdag 27 November 1926, des na. middags ten 3 ure te Stellendam, aan de haven, een groote partij timmerhout, als planken, delen, ribben, palen, latten enz. Deurwaarder GROENENDIJK. Erfhuis te Zuidland op Donderdag 2 De cember 1926 v.m. 10 uur voor de woning van den Heer H. Koornneef aan zijn woning aan het hoofd, publieke verkooping vanTwee paarden Older-burgers, zwarte en bruine Mer rie, zes Melkkoeien, gekalfd hebbende of nog moetende kalven, 2 drachtige Vaarzen, 2 Gra v kalveren. Trekbok, 2 Boerenwagens, Karos dp' veeren, Tilburry, Bokkenkar, driedeelige hou ten Landrol, 2 Eggen, Koksploeg, Sleephek, Mestkruiwagen, Karn, Aardappelbakjes, Tui» gen, Bouw», Melk» en Stalgereedschappen; 10000 K.G. Hooi, Erwtenstroo, 15000 K G. Groenkraag Voederbieten en wat verder ten verkoop zal worden aangeboden. Koopen van en beneden f 50,— en onkos ten contant, overigens betaaldag 20 April 1927. Inlichtingen geven de verkooper en onder» geteekende, Notaris C. LOEFF. Marktberichten MIDDELHARNIS. Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkee. Veiling van Woensdag 24 Nov. 1926. Spruitkool f 7,10 tot f 14,— per 100 K.G. Savooie kool f 6,70 per 100 stuks. Roode kool f 5,70 per 100 stuks. Kleiperen f 7,10 tot f 13,80 per 100 K.G. Bergamotten f 9,60 tot f 12,60 per 100 K.G. Knolselderij f 0,37 per kist. Bloemkool le soort f 8,— tot f 12,— p. 100 stuks, 2e soort f 4,10 tot f 6,— p. 100 stuks. 3e soort f 2,40 per 100 stuks. ROTTERDAM, 23 Nov. 1926, Op de heden in ons Veilingslokaal, War» moezierstraat 37—39, gehouden Veiling, wer» den de volgende prijzen besteed: Kipeierenf 12,10 tot f 14,90 Idem (klein)6,50 tot 12,35 Idem extra zwtot ,- Eendeieren8,— tot 9,15 Ganseicrentot Kalkoeneierentot ,- Kievitseierentot Middenprijs f Aanvoer 53.000 stuks. DE ROTTERDAMSCHE VEILING Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handelsinfor» matiebureau VAN DER GRAAF 6. Co'sBu» reaux voor den Handel zijn over de afge» loopen week, eindigende 18 Nov. in Neder» land uitgesproken 65 faillissementen tegen» over 61 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 18 Nov. 1926,3347 faillissementen tegenover 3634 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar, ti

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 6