der ims blad
-n
Zaterdag 27 Nov. 1926.
No. 3280.
Eilandenstem.
1
HMP9 I Wm
Uit de Pers.
rug en lendenen
Klooster&altsem
Uit vorige dagen.
B
Land- en Tuinbouw.
Hebt Gij pijn in
verdrijft de pijn
avond doorgebracht,
nd huiswaarts wilden
eden geraakten ze in
delandschendijk. Een
Jvrachtrijder werd op»
aarden het voertuig
[grond bracht. Na dit
weer worden voort»
idag gehouden week»
en eenig pluimvee
:ns uit deze gemeente
:es»verbaal opgemaakt
H. v. d. G. had het
:aamheden zijn voet
it geneeskundige hulp
1.1. Woensdag bood
aardappelen en f 1,50
handel in deze pro»
:eft in deze gemeente
[rschillende arbeiders
sdag jl. ging de dienst»
er A. J. de Wit, de
loed, gezond en wel
ie oogenblikken later
Ir de ouders een groot
|her daar ze juist den
:worden was en de
itvereeniging hadden
lek, benoemd tot 4e
:hool alhier, heeft die
>e stemming onder de
over het voorgeno»
van het hulpkantoor
ilaats komen van een
[an twijfelachtig. Don»
:ds op verschillende
>roote witte biljetten
mrgers werden opge»
ran hun postkantoor
commissie die hand»
ran de hoofden der
een adres aan den
[ken het voorgenomen
En nu waren dezen
[roote, op wit en groen
|n aangeplakt (is dat
waarin de bevolking
:kt voor haar belan»
niet anders of het
fest bij de bevolking
|s dan ook te hopen,
iet deze zaak te ma»
plksuiting acht zullen
;n kunstmatige hetze
fct is hier een spontane
'chten aangetaste volk.
inwoonster dezer ge»
[nhuis in Rotterdam
>aan van een operatie,
[lijke fairbank alhier
K.G. suikerbieten
|antie geschiedde.door
i-er in deze gemeentx»,.^
Aan boord van et
[chip, genaamd «Actu»
Zaaal, had de knecht
lige ruim te vallen,
'>een en enkele ribben
Donderdag naar het
vervoerd.
plaat M'n compliment
't Is leuk gelukt hoor.
»ing 't gauw
eede. Je mag er gerust
)at doen alle nichtjes
lag een nicht van mij
[jou Tante zijn. Dat
uddorp. Laatst ben je
eest. Ik vind het een
polkahaar weer laat
ik niet mooi. Ik weet
e geweest bent.
I Bommel. Flink gedaf
V
amei Ik ben al meer»
heer gefietst, ik weet
et. Je vroeg mij naar
|rijg. O, dat zijn hui»
|fruit, van alles wat.
pzameling in een apart
vani alles wordt Be»
St. Nicolaas.
Sinterklaas, o goede man 1
Voor de meer gegoeden heeft die naam
een zoeten klank. Zoet in de meest eigen be»
teekenis van het woord. Hij gaat samen met
suikergoed en marsepein, speculaas en boter»
letter, mooie cadeautjes en wat niet al.
Voor de minder bedeelden heeft die naam
een gezelligen klank, echt winterachtig»gezellig
een snorrende kachel, een kopje koffie met
een sinterklaasje en een suikerbeestje, voor
vader een pijp. voor moeder een kleedje enz.
Voor de paria's der maatschappij, voor den
schunnigen straatjongen in de groote steden
heeft die naam een wreeden klank, is die
naam een carricaiuur, een ironie. Voor hem
niets, geen suikerbeestje, niets, tenzij hij het
gapt.
Het is wel een heel vreemd soort liefda»
digheid, waarbij de meest gegoeden het meeste
ontvangen, maar enfin, al is de naam van
den goeden Sint daardoor eenigszins carrica»
turistisch geworden, de Sinterklaasdag heeft
nu eenmaal zulk een populariteit verworven,
dat we moeilijk anders kunnen dan hem
eerbiedigen, ook zijn karakter.
De mensch schijnt nu eenmaal minstens
eens in 't jaar zijn lust tot cadeautjes geven
en cadeautjes ontvangen te moeien botvieren.
Bij de jaardag gebeurd dat reeds, maar dan
is het altijd maar één persoon die de voor»
keur geniet, met Sinterklaas is er geen onder»
scheid, dan geniet de heele familie des hei»
ligen weldaden en is de vreugde algemeen.
Dan plaatst Vader z'n lompe laarzen naast
de sokjes van de baby en leeft de heele fa»
milie in een soort blijden angst voor Zwarte
Piet en zijn kolenzak.
Als de bel overgaat schrikken de kinderen
op, lacht Vader steelsgewijze tegen moeder
en zegt de 14 jarige in de familie, dat hij het
toch niet gelooft dat Zwarte Piet door de
schoorsteen omlaag daalt en al die fiauwitei»
ten, maar durft toch niet goed naar de bel
te gaan en laat dat een van de anderen doen.
Sinterklaasavond, het is een van de meest
f aopulaire dingen, die niet spoedig opgehe»
n worden.
«Och, we doen het voor de kinderen®,
zeggen de ouders, en* dat is ook zoo, maar
ge moest eens weten, hoe ze zelf nog verlan»
gen naar dat avondje, niet alleen omdat ze
dan de blijdschap van hun kroost kunnen
aanschouwen, maar ook om het feit zelf, om
de vroolijkheid, om het genoegen, om de
sprookjesachtige sluier die er omhangt, om
de leuke leutigheid van de naïve traditie van
den goeden Sint en den Zwarten Piet.
O, heilige Nicolaas, bisschop van Myra,
met Uw beroemde liefdadigheid, gij zoudt
wel vreemd opkijken, wanneer ge zaagt de
verbastering van uw goede werken, aan de
armsten der armen, van Uw filantropie waarbij
Uw rechterband niet wist wat Uw linker deed,
maar na Uw eerste verbazing zoudt ge zeker
glimlachen tegen het masker van uw eigen
goedig gelaat, ge zoudt den modernen Sint
de hard drukken en Piet een fooitje geven
en ge zoudt zeggen«Zoo heb ik het niet
bedoeld, maar enfin, gaan jullie je gang maar,
maak er maar een leuken avond van.®
Er zijn wel menschen, die ook op dezen
avond iets aan te merken hebben en misschien
'•ti er ook wel wat aan te merken, en zal het
ij sommigen ook wel verkeerd toegaan, maar
daar nu van afgezien, wanneer het binnen
de perken blijft, waarom dan roet in het eten
gegooid. Zulke dingen moeten we niet door
een zwarten bril bekijken
't Is immers onschdldige pret.
D. VANDERES.
jge. Nog gefeliciteerd
Jadeaux kreeg jij. Als
er ijs is, per schaats
jd heb ik meestal niet.
gsche familie, weet jij
[•nis, Je hebt je leven
racbtig op tijd. Zeker
ft alleen kunt. Als er
at heb je dien ook
fonge. Ik had heusch
aar dat is op de druk»
ion wel begrijpen dat
Nadruk verboden.
Het Bletenroolvraagstuk.
Naar de oplossing van dit vraagstuk zoekt
men reeds eenige jaren. In 't noorden, in de
Veenkoloniën, begon men er mee. Tot heden
eehter werd geen machine gevonden, die aan
de gestelde redelijke eischen geheel voldeed,
niettegenstaande een prijsvraag werd uitge»
schreven, waarbij een bedrag van f 10,000
werd uitgeloofd Het voorbeeld van de Veen»
koloniën is gevolgd door den Bond van Coöp.
Suikerfabrieken in Nederland, de Centrale
Suiker»Maatschappij en de Zeeuwsche Land»
bouw«Mij., die te zamen eveneens f 10,000
bijeenbrachten en deze som bes hikbaar stel»
den voor een doelmatigen biétenrooier. Een
6»tal eischen werden gesteld, en de uitwerking
van het denkbeeld werd opgedragen aan een
Commissie, waarvan Prof. Visser te Wagenin»
gen als Voorzitter werd benoemd. Deze Com»
missie ging allereerst op onderzoek uit, in
Frankrijk en Duitschland, b.-zichtigde daar
verschillende machines en het door deze ge»
presteerde werk, en heeft haar bevindingen
neergelegd in een geïllustreerde brochure.
Daaruit blijkt, dat ook deze Commissie in
haar zoeken nog niet is geslaagd. In haar
conclusies zegt zij onder meer«Het machinale
bietenrooien met gecombineerde kop» en rooi»
machines levert, in vergelijking met het hand'
rooien, gelijk dat in ons land wordt verricht,
op het punt van loofbehandeling, zuiver
koppen en rooien, zulk minderwaardig werk,
dat aan de invoering van die machines voor»
eerst niet gedacht kan worden.« Een blij
perspectief wordt bier dus niet geopend; de
gestelde eischen moeten blijkbaar voor de
naaste toekomst worden gematigd. Maar wat
dan, wat nu De Commissie vestigt de aan»
dacht op de nieuwe zoogenaamde nPommritzer
kopen rooimethodev-, waarmee een uitstekende
loofbehandeling wordt verkregen, zoodat zij
zich in 't bijzonder leent voor die bedrijven,
waar het loof grootendeels vervoederd wordt.
Maar ook voor andere bedrijven wordt een
proef met die methode ernstig aanbevolen,
omdat waarschijnlijk, althans op niet te zware
gronden, de mogelijkheid bestaat tot verlaging
der rooikosten en beperking van den rooitijd.
Voor hen, die het niet weten, zij nog meege»
deeld, dat de Pommritzer»methode in 't kort
hierop neerkomtde bieten worden met een
hak of een schoffel gekopthet loof wordt
met een vork of een zwadliggende hark op
rijen gelegd; de bieten worden met eendoor
Pommritz aanbevolen bietenheffer gerooid, die
de bieten op den grond brengt; de bieten
worden vervolgens gereinigd door één of
meermalen met een akkereg, met de tanden
naar achteren gericht, of met een kettingegge,
daarover te gaan.
Het Verbod van Engeland.
Voor iederen landbouwer is dit opschrift
duidelijk genoeg. Hij weet, dat hiermee be«
doeld wordt het op 4 Juni'26 door Engeland
uitgevaardigde verbod tot invoer van versch
vleesch. Niet alleen uit ons land, maar uit
het geheele vasteland van Europa. Als motief
werd opgegevenvrees voor besmetting met
mond» en klauwzeer. Die besmetting zoo
meende men in Engeland komt van het
vasteland ons land daarbij inbegrepen, want
het was gebleken, dat ook met geslachte var»
kens, uit ons land ingevoerd, de besmetting
was overgebracht. Dit viel niet te ontkennen
evenwel waren dat varkens uit België afkomstig,
via Rotterdam in Engeland ingevoerd. Dit
werd de Engelsche regeering duidelijk gemaakt,
en haar tevens de overtuiging bijgebracht, dat
besmetting van hier gefokte en gemeste varkens
door de maatregelen van den keuringsdienst
ook niet mogelijk was. Maar Engeland bleef
niettemin ook uit ons land het versche vleesch
weren, zich grondende op de redeneering, dat
ook van varkens in het incubatie-tijdperk het
vleesch de besmettende stof bevat. De z.g.n
Londensche biggen konden niet meer worde^
afgeleverd men diende ze derhalve te mesten
tot z.g n. zouters, dat zijn varkens van circa
200 pond, die het bekende bacon leveren.
Alleen versch vleesch toch is verboden, en
niet gezouten vleesch Zoo zien we dan ook
in de meeste provinciën een toename van
zouters; in Friesland b.v. pl.m. 15 pCt. meer
dan verleden jaar, in Drenthe 5 pCt., in Bra»
bant 20 a 25 pCtNoord.Holland, Zuid»Hol'
land en Zeeland ondervinden van den Engel»
schen maatregel weinig nadeel, omdat daar
weinig voor de Engelsche markt wordt gefokt.
In onze eigen provincie (Gelderland) zijn thans
nog meer gedekte zeugen, biggen en lichte
varkens, en minder vette varkens dan verleden
jaar; door het aanhouden der lichte dieren
is echter een toeneming van het aantal zouters
en vette varkens te verwachten. Nu de varkens»
houders, onder den drang der omstandigheden
dus, hun toevlucht nemen tot het mesten van
zouters, mogen zij er ten zeerste op bedacht
zijn uitmuntende baconvarkens te kunnen le»
veren. Een doelmatige voeding is daartoe
voorwaarde het rantsoen voor zouters behoeft
méér eiwit dan dat voor Londensche biggen.
Dit eiwit is noodig voor de vleeschvorming
immers in bacon moet vleesch voorkomen.
En het spek moet blank en stevig wezen. Een
en ander kan men bereiken, door minder
aardappelen te voederen, minder maïsmeel en
inplaats hiervan cocosmeel, dat het noodige
eiwit aanbrengt niet alleen, doch ook blank
spek geeft.
Was U dit bekend
Te Lonneker waren 10 boeten, die elk 9,
10 tot 13 koeien hielden en niets deden aan
het uitzoeken van de bestenen er waren 10
anderen, die zich wel met uitzoeken bezig
hielden. De opbrengst der slechtste koe van
de eerste groep was, in geldswaarde uitgedrukt,
('t was voor den oorlog)f 83 en van de
%;V
Te Havelte is in den ouderdom van 82 jaar
overleden de oud»commissaris der Koningin
in Drente, de Heer Mr. J. Linthorst Homan.
beste dier groep f 137.—. De slechtste koe van
hen, die uitzochten, bracht op f 280—, de
beste f 337.—. Er moet bij het fokken reke»
ning gehouden worden met de afstamming,
met bloed, met productievermogen van moeder,
grootmoeder, enz. Het geven van veel en vette
melk is een persoonlijke eigenschap. Wel kan
bij goede voeding en verpleging veel in die
richting, verkregen worden. Van 2 vaarzen die
op gelijke wijze gevoed en verpleegd waren,
was het vetgehalte bij de eene 2,81 pCtbij
de andere 3,26 pCt.de eene gaf 97 K.G.
boter, de andere 134 K.G. Dit is een voorbeeld
uit de vele, dat de opbrengst een persoonlijke
eigenschap is Afkeurenswaardig is het een
stier op de markt te koopen, van wiens af»
stamming men niets weet. De risico is te groot.
Aan de kinderen en afstammelingen van een
stier kan men echter steeds zijn waarde afme»
ten. De omgang met de koeien, het melken,
en de behandeling der dieren, is van grooten
invloed op de melkproductie. In Pommeren
kwam het voor dat een boer, die met April
3 nieuwe melkmeisjes kreeg, welke dus de
behandeling der dieren nog niet goed kenden,
het vetgehalte der melk zag dalen van 3,2 pCt.
tot 2,81 pCt
Practlsche wenken.
Sojakoeken zijn een goed krachtvoeder voor
verschillende veesoortenechter niet voor jonge
varkens tot ongeveer 6 maanden oud. Aan
melkkoeien geve men liefst niet meer dan IV2
K.G. per dag, aan mestrunderen kan men
voederen tot 2 K.G, aan paarden IV2 K.G.,
aan varkens boven een half jaar V2 K-G. Men
koope geen sojameel dat verkregen is door het
oplosmiddel »tri« (een vloeistof, gebruikt in»
plaats van b.v. benzine). Met zulk meel heeft
men in Brabant onaangename ervaringen op»
gedaan. Goed katoenzaadmeel heeft de vol»
gende eigenschappeneen lichtgele kleur, een
aangenamen reuk en smaak, voelt aan als droog
zand. Met donkerbruinachtig meel moet men
voorzichtig zijnhet kan te oud zijn of (en)
bedorven. Katoenzaadmeel heeft een groot
eiwitgehalte; het eiwit gaat spoedig tot bederf
over, vooral als bet vochtgehalte groot is. Dit
mag volgens het Proefstation niet grooter zijn
dan 10 procent. Voor andere meelsoorten is
dit 13 tot 14'/2 pCt. Wanneer een koe de
melk laat loopen, stoppe men na het melken
één, liefst twee gortkorrels in elke speen, die
hierdoor geheel is afgesloten. Probatum estl
Men kan zonder bezwaar het vee den geheelen
zomer met de korrels in de speenen laten
rondloopen.
B—r.
HET BELGISCH VERDRAG.
In de Waarheidsvriend vonden wij het vol»
gend uitnemend en helder gesteld artikel over
het Belgisch verdrag.
De stemming welke de vorige week in
de Tweede Kamer over het Belgisch Ver»
drag plaats vond, is er ontegenzeggelijk een
geweest van bijzonder groot gewicht.
Het zal niet gemakkelijk zijn, om uit den
laatsten tijd één Kamerbeslissing te wijzen,
waarbij de verantwoordelijkheid van de
Kamerleden voor 's lands zaken zoo
zwaar moet hebben gewogen, als bij het
votum, dat, op 11 November werd uitge»
bracht.
Het kan dan ook niet verwonderen, dat
van de 100 afgevaardigden er 97 bij de stem»
ming present waren en alleen de zieken,
die niet vervoerd konden worden, afwezig
bleven.
En van deze 97 Tweede Kamerleden stem»
den los van elk partijverband, 50 leden
vóór en 47 tegen het verdrag, terwijl het
bekend is, dat wanneer ook de drie absente
leden waren tegenwoordig geweest, het kleine
verschil in de stemmenverhouding nog ge»
ringer zou zijn geworden.
Waarin lag nu het groote gewicht van
de stemming, welke in de Tweede Kamer
over het Belgisch Verdrag plaats had?
Naar het ons wil voorkomen, in twee
dingen.
Eerstens in de vérstrekkende staatkundige
beteekenis van het tractaat, en verder in
zijn politieke en economische gevolgen voor
ons land.
Om de staatkundige beteekenis van het
Belgisch Verdrag te kunnen begrijpen, zal
men moeten beginnen met zich rekenschap
te geven van het Belgisch probleem.
Dit probleem, belangende de volkenrech»
telijke en internationale positie van onzen
Zuidelijken nabuur, België, welk probleem
reeds sinds lO.tallen jaren bestaat, kwam
na den wereldoorlog van 1914—'18 bij het
sluiten van den Vrede van Versailles in 1919
in een nieuw stadium te verkeeren.
Vóórdien was België een neutralen Staat,
welks neutraliteit werd gewaarborgd door
de vijf groote mogendheden.
Dit geschiedde na de afscheiding van
België van Nederland, in het jaar 1830, bij
het bekende tractaat van 1839, waarmede
zeer nauw samenhangt het op Donderdag
11 November door de Tweede Kamer goed»
gekeurde Belgische Verdrag.
Maar evenals in het jaar 1839 de verlan»
gens der Belgen zeer ver gingen, stond het
ook met de eischen, welke in 1919 gesteld
werden. Zelfs overtroffen de laatste nog
verre de eerste.
Het was echter aan den grooten tact en
het wijs en voorzichtig beleid van onzen
Minister van Buitenlandsche Zaken, Mr. van
Karnebeek, te danken, dat hij te Parijs uit
het politieke steekspel met den toenmaligen
Belgischen Minister, Mr. Hij mans, als over»
winnaar te voorschijn trad.
Om de beteekenis van deze overwinning
nog eens duidelijk voor oogen te krijgen
hebben wij slechts te herinneren aan de
Wielingen»kwestie en aan het Belgisch
annexionisme (inlijvingsbegeerte), dat zij
begeerige oogen wierp op Zeeuwsch»VIaan»
deren en Zuid»Limburg.
Uit dat groote gevaar, dat ons volk in
al zijn geleidingen destijds wakker schudde
en het deed te wapen loopen om de machts»
ontwikkeling van België tegen te staan,
heeft God de Heere ons land en volk won»
baarlijk uitgered.
Intusschen haalde het Vredesverdrag van
Versailles een streep door een allerbelang»
rijkst gedeelte van het Verdrag van 1839.
De verplichte Neutraliteit van Belgie werd
uit dank voor hetgeen dat land in de oor»
logsjaren ten behoeve der Entente«mogend«
heden had gepresteerd, opgeheven, waardoor
de beperking der souvereiniteit van België
verdween.
België werd nu evenals zijn Zuidelijke
nabuur Frankrijk en zijn Noordelijke nabuur
Nederland, een souvereine Staat.
Doch daarmede was de taak der Mogend»
Heclame-^S@sSe(leeSS^g@Bi.
40 cent per regel.
Blijf daarmee toch niet loopen. Akker's
Kloosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk
tot bedaren brengen, U snel behaaglijke
verlichting, kalmte en rust bezorgen.
■m-J—.-M-i --'iniriMwa
heden ten opzichte van België's positie nog
niet afgeloopen.
België was wel staatkundig geholpen,
doordat het zijne volle souvereiniteitsrech»
ten verkreeg, doch thans moesten nog de
andere bepalingen van het tractaat van 1839
aan een revisie (wijziging) worden onder»
worpen.
Dit zou geschieden bij een verdrag, dat
tusschen Nederland en zijn Zuidelijken na»
buur zou gesloten worden, waarvan de
onderteekening in 1925 door de Nederland»
sche regeeting plaats had, maar nog door
de Staten«Generaal diende te worden gerati»
ficeerd (goedgekeurd).
Eerst wanneer het met dit tractaat in orde
zou zijn gekomen, zou met alle zekerheid
kunnen worden vastgesteld, dat de taak der
Mogendheden voleindigd was en zouden
latere besprekingen, zoo deze zich nog moch»
ten voordoen of ook noodig blijken, een
zaak zijn uitsluitend ter afdoening tusschen
Nederland en België
Werd echter het verdrag niet goedgekeurd
d.w.z, zouden de Staten.Generaal in Neder»
land zich tegen ratificatie van het tractaat,
verzetten, dan zou dit tot gevolg hebben,
dat alles opnieuw op losse schroeven kwam
te staan, de overwinning van Mr. van Kar»
nebeek, te Parijs behaald, ongedaan werd
gemaakt, het Belgisch annexionisme weer
hoogtij ging vieren en last not least (het
laatste en niet het minste) dat het verre van
denkbeeldig mocht worden geacht, dat België
voor wat het zijn economisch levensbelang
acht, bij de Mogendheden uit den wereld»
oorlog steun zou zoeken.
In dat geval zouden nieuwe onderhande»
lingen met België groote gevaren voor ons
volk kunnen opleveren, misschien een ramp
voor ons land worden en een sprong in
het duister beteekenen.
Dit is de staatkundige beteekenis van het
Belgisch Verdrag.
Nu zou intusschen en hiermede komen
wij aan het tweede punt: de politieke en
economische gevolgen van het Belgisch trac»
taat voor Nederland het verdrag, ten spijt
van alle gebeurlijkheden, onvoorwaardelijk
en met alle beslistheid moeten zijn afgewe»
zen, zoo de aanvaarding van het tractaat
ook maar in het minste inbreuk maakte op
onze souvereiniteit en daardoor aan de eer
en het aanzien van Nederland tekortdeed.
Want zou dit laatste het gevolg zijn ge»
weest van de goedkeuring van het Belgisch
Verdrag, dan had ons volk, het kostte wat
het wilde, zich tot het uiterste toe behooren
te verweren.
Immers was het Gods bestel, dat de plaats
onzer woning bepaalde, daarvoor de grenzen
trok, met de bedoeling, dat wij de erve der
7)
HOOFDSTUK VIII.
igen zijn t
lebode t schalen Does
kilometer.
aelft is 1 is VII.
All
ladsels t
liste bloem.
;ens en meisjes mee
koning,
tisch koning.
;rond wroet,
woorden vormen van
elezen den naam van
land.
jlijft toch thuis.
;.t uit 12 letters,
s in 't haar.
kinderen 14 2 9 zitteq
snaam.
't alphabet.
:n met vermelding v:
jres worden ingezc
iber aan
|NTE TRUUS,
laas» en Scheldebo
Sommelsdijk
Koopman Bart heeft veel genoten onder
deze prediking, die in zijn oog de ware is
Dominé L. durft de goddeloozen en onbekeer»
de zondaren aan, en ontziet het Babel niet,
Cornelissen echter vond de wijze van spre»
ken en de manier van doen van dominé L.
al te zonderling, dan dat hij hem weder zoude
begeeren. Des avonds blijven nog eenig vrien»
den bij den boerer wordt echter weinig ge»
sproken. Allen zijn bang voor ds. L., want
wanneer iemand iets zegt of vraagt, heeft hij
er aanstonds een aanmerking bij.
Hij bleef dien nacht bij boer Cornelissen
Schoon zelf zeer ruim met aardsche goederen
gezegend, wil hij zich gaarne vergenoegen
met de eenvoudige slaapplaats bij den boer.
Voor hij zich ter ruste legt, spreekt hij alle
leden van bet huisgezin nog eens afzonderlijk
aan.
Des Maandags, in den vroegen morgen, reeds
voor de eerste zonnestralen, was er weder be»
weging in de woning van onzen boer Corne»
lissen. De dominé, die den vorigen dag had
gepreekt, moest vroegtijdig naar N. gebracht
worden, om van daar zijn reis verder voort
te zetten. Ds. L. was dus ook reeds vroeg de
veeren uit, en koopman Bart, die hem zoude
vergezellen, was reeds een heel poosje klaar.
De goede man was recht in zijn noppenwant
bij gevoelde zich innig aan zijn reisgezel ver»
bonden. En wat meer was, hij dacht er over,
hoe gemakkelijk en goedkoop hij nu in dé
stad zou komen, waar hij weder een nieuw
pak sajet had staan, dat hij in deze streek
aan de boerinnen zou gaan verkoopen.
Onze goede gastvrouw had gezorgd, dat er
een groote witte spoelkom met helder putwater,
op een klein tafeltje met een helderwitten
handdoek, voor het bed van den dominé
stond. In den hoek, tegen den muur, had
onze zorgzame huismoeder een kleinen spiegel
gehangen. Doch van dat alles maakte onze
leeraar geen gebruik. Jacob, die zoo gaarne
de zonderlinge kleeding van ds. L. eens van
nabij wilde zien, stond dicht bij hem, toen
h\j zich wiesch.
«Ja, mijn jongen,® zeide de dominé, die
hem bemerkte, »gij ziet nu eens hoe ik mij
wasch. Maar ik ben zoo zwart als roet van
binnen, en dat ben jij ook. God geve, dat
uwe oogen er eens voor open mogen gaan,
opdat gij niet eenmaal in de eeuwige duister»
nis komt, dat is de hel, waar de goddeloozen
in de eeuwig pijnen zullen zijn.®
Toen vrouw Cornelissen zag, dat de dominé
bezig was, zich bij den put te wasschen, liep
zij zoo hard zij kon met het spiegeltje naar
hem toe en hield het met hare beide handen
voor if®n f om kem 'n de gelegenheid
te stellen, de uitwerking van het waterbad op
zijn gelaat met eigen oogen te zien en een
laatste hand te leggen aan zijne neerhangende
haren. Doch welk een onaangename verrassing
was het voor haar, toen ZEw. haar ijverig
diensbetoon met een barsch gelaat afwees
»Weg met dat ijdel, wereldsch ding,« riep
hij, «dat is goed om een hoerenversiersel te
maken. Een kind van God, dat zichzelven
heeft leeren kennen, walgt van zulk een ijdel.
heid.®
Bevend ging onze goede vrouw met haten
spiegel naar binnen. Eenige oogenblikken later
waren allen aan den eenvoudigen boerendisch
gezeten, om zich te verkwikken aan de goede
Geldersche boeren-mik. Weder bad ds. L. uiter»
mate lang, en toen, na den maaltijd door
boer Corn lissen werd gedankt, maakte ds.
L. zulke vreemde bewegingen met handen
en oogen, dat Jacob, die eens eventjes de
oogen open deed om naar den dominé te zien,
er onwillekeurig om moest lachen; doch hij
deed dit zoo stil, dat niemand het merkte.
Toen het eenvoudige boeremontbijt was afge»
loopen, had er nog een kort doch belangrijk
gesprek in de woning van Cornelissen plaats,
dat wij 'n 't kort mededeelen.
«Wel Cornelissen,® zei koopman Bart, «hoe
hebt gij het gisteren gehad onder de preek?
Is er nog een zegen voor uw hart gevallen
«Voorzeker. De Heer is geen dorre woestijn
of land van uiterste duisternis voor zijn volk,
Bart I®
«Vooral wanneer de Heere zulke mannen
zendt als ds. L., die zoo zuiver liggen in de
gereformeerde waarheid,hernam Bart.
«Wat zegt gij daar?® viel ds, L. hem inde
rede. «Ik ben gansch onzuiver; ik ben een
hellewicht. Wanneer er nog een dropje helder
water door deze onreine goot loopt, het is
Gods genade.® En ten bewijze dat ds. L.
meende wat hij zeide, rolden er twee groote
tranen uit zijne diepliggende oogen spreken»
de bewijzen voor de oprechtheid van zijn
hart.
«Nu ja, wij weten het welGode alleen
de eer,« hernam Bart. «Het is maar een groote
genade, wanneer de Heere ons wil verkiezen
tot een zijner vaten, om er zulk helder, zuiver
water in te doen.
Nog een vloed van woorden, die wij liefst
onvermeld laten, volgde, die eigenlijk niets
dan eene herhaling waren, van hetgeen wij
er van mededeelden.
Intusschen was het voor de gasten tijd gewor»
den om te vertrekken en de oude bruine werd
voor den wagen gespannen, en daar dit oude
voertuig altijd een groot geraas maakte, wan»
neer men maar in een kleinen draf voortbol»
derde, en niet minder doordien het laatstge»
melde gesprek hem veel stof tot nadenken en
zeifonderzoek gaf, werd de reis naar N. door
Cornelissen bijna stilzwijgend afgelegd. Koop»
man Bart en ds. L. spraken veel over de aan»
staande zware vervolging tegen de christenen,
die komen zou.
Toen de boerenwagen in N. stilhield, was
men aanstonds door een menigte menschen
omringd. Onze ds. L., die het eerst uit den
wagen stapte, werd aanstonds door twee poli»
tiedienaars aangehouden en in naam der wet
naar de gevangenis gevoerd.
Koopman Bart, die niet werd gemoeid, sloop
tusschen het volk weg, zonder Ds. L. of boer
Cornelissen te groeten. Het was alsof hij een
diefstal had gepleegd. Hij laadde dusdoende
onwillekeurg den schijn op zich, dat hij de
rechte broeder niet was. Boer Cornelissen
reed met zijn wagen huiswaarts, en moest nog
van eenigen, die ds. L. niet naar de woning
van den cipier der gevangenis waren gevolgd,
smaad» en scheldwoorden en vervloekingen
tegen den fijnen, Koksianen en oproermakers
te hooren.
Deze week Woensdag zou de uitspraak reeds
plaats hebben, in zake het rechtsgeding van
onzen boer, en zou door den rechter de boete
bepaald worden, omdat hij, (let wel 1) de mis
daad begaan had, dat hij in zijn eigen woning
het evangelie had laten verkondigen aan eene
vergadering van meer dan negentien personen.
Hij ging dien dag met vreezen en beven tege»
moet. Het was en bleef zijne bede, dat de
Heer hem toch getrouwmakende genade mocht
schenken, opdat hij er voor bewaard mocht
blijven, zijnen Heere en Heiland te verlooche»
nen, en dat hij een waar getuige mocht zijn
voor de zuivere leer der vaderen.
Hij werd in deze weg van zwaren strijd
zeer gesterkt door zijne vrouw, die al het mo»
gelijke deed om hem moed in te spreken.
Toen de Woensdagmorgen daar was, werd
de oude wagen weder ingespannen en de ge»
heele fa' ilie Cornelissen ging mede naar de
stad. Ook voerman Klaas. Hij wilde ook mee
want hij had waarlijk de goede keuze gedaan
en was nu in het eerste ijvervuur onbevreesd.
Hij zeide maar«Neen, Cornelissen, onze
vijanden zullen het niet winnenwant die
met ons zijn, zijn meer dan die tegen ons
over staan. Als gij in de gevangenis moet,
dan zal ik wel voor uwe vrouw en kinderen
zorgen.®
Toen zij voor het stadhuis te N. kwamen,
waar de rechtbank zitting hield, was daar reeds
een groote menigte volks vergaderd, zoowel
in de gerechtszaal als daarbuiten voor de deur
Eenigen riepen vrij luid: «Daar is er alweer
één; die gaat ook naar 't chachot(zoo
noemde men in dien tijd de gevangenis.)
Terwijl Cornelissen zich naar de gerechtszaal
begaf, kwam een in het zwart gekleed heer
hem voorbij.
«Daar is ds. S. 1® riepen een aantal stemmen.
«Nu,® zeiden anderen, «dat is een man,
hoor 1 Die kan zijn woord wel doendie
heeft geen advocaat noodig. Als alle Koksianen
zoo goed kunnen praten, dan winnen zij het.
Neen, daar kan geen advocaat tegen aan.«
«En wat hij gezegd heeft is waar,«riepen
weder anderen.
Hij werd dan ook waarlijk met grooten
eerbied bejegend. Niemand had den moed,
toen hij buiten kwam, hem uit te schelden.
«Men mag zeggen wat men wil,® riepen
eenigen, die zijne verdediging gehoord hadden
«maar is er ooit een vriend van Koning en
vaderland geweest, dan is hij het I®
Onze Cornelissen werd nu binnen geroepen,
om zijn vonnis te vernemen. Het bestond in
een vrij hooge boete, waarbij nog de onkos»
ten van de rechtbank gevoegd werden. Met
een kalm gemoed hoorde onze eenvoudige
Geldersche landman zijn vonnis aan. Ja, zijn
hart was vervuld met den vrede Gods, die
alle verstand te boven gaat, en hij verliet deze
plaats met het zekere voornemen, geen gehoor
te geven aan de vermaning, hem vanwege de
rechtbank gegeven, om zich voortaan van
zulke dingen te onthouden. Hij was vastbe»
sloten, liever alles te wagen voor de zaak,
die hij verzekerd was de zaak van zijn Heere
te zijn, dan terug te treden.
Toen hij weder terugkeerde naar de herberg,
waar hij zijn bruine had uitgespannen en op
stal gezet, vond hij daar zijne familie met
den ons bekenden voorman, die allen zeer be»
geerig waren, den uitslag van het vonnis te
hooren. Allen waren zeer verblijd, dat Corne»
lissen niet naar de gevangenis was gebracht,
en wat de boete aanging, hoe groot deze ook
mocht zijn, men wilde aie gaarne betalen, al
moest men er ook een koetje om verkoopen.
Voerman Klaas verhaalde, dat hij gehoord
had, welk een man die ds. S. was, die heden»
morgen voor de rechtbank was geweest, en
dat hij te U. zijn verblijf hield. Dezen moest
men nu eens uitnoodigen, om te komen pree»
ken, meende hij, dan had men tevens iemand,
die het goede recht voor de rechtbank kon
verdedigen, en men kon dan hoop voeden,
dat er eindelijk vrijheid zoude komen om God
te dienen naar de begeerte en overtuiging
van zijn hart. En hoewel pas veroordeeld, had
Cornelissen daar wel ooren voor.
De zon neigde reeds ter kimme, toen de
familie weder huiswaarts keerde. De kwartel
sloeg in de korenvelden, en de koekoek liet
den laatsten afscheidsgroet aan den dag hoo»
ren, terwijl de nachtegaal in het naastbijlegen
bosch nu en dan zijn liefelijke zangen deed
klinken. Alles was vrij in de natuurmaar
de mensch niet. Onwillekeurig kwamen Corne»
lissen de woorden van den apostel Paulus
voor den geest«Staat dan in de vrijheid,
waarmede Christus u vrijgemaakt heeft.«
De oude bruine hield weldra halt voor het
hek van de kleine boerenhoeve, en allen wa»
ren spoedig binnen.
In een volgend hoofdstuk iets over ds. S.
en zijne prediking.
(Wordt vervolgd)
I I