der ims blad -n Zaterdag 27 Nov. 1926. No. 3280. Eilandenstem. 1 HMP9 I Wm Uit de Pers. rug en lendenen Klooster&altsem Uit vorige dagen. B Land- en Tuinbouw. Hebt Gij pijn in verdrijft de pijn avond doorgebracht, nd huiswaarts wilden eden geraakten ze in delandschendijk. Een Jvrachtrijder werd op» aarden het voertuig [grond bracht. Na dit weer worden voort» idag gehouden week» en eenig pluimvee :ns uit deze gemeente :es»verbaal opgemaakt H. v. d. G. had het :aamheden zijn voet it geneeskundige hulp 1.1. Woensdag bood aardappelen en f 1,50 handel in deze pro» :eft in deze gemeente [rschillende arbeiders sdag jl. ging de dienst» er A. J. de Wit, de loed, gezond en wel ie oogenblikken later Ir de ouders een groot |her daar ze juist den :worden was en de itvereeniging hadden lek, benoemd tot 4e :hool alhier, heeft die >e stemming onder de over het voorgeno» van het hulpkantoor ilaats komen van een [an twijfelachtig. Don» :ds op verschillende >roote witte biljetten mrgers werden opge» ran hun postkantoor commissie die hand» ran de hoofden der een adres aan den [ken het voorgenomen En nu waren dezen [roote, op wit en groen |n aangeplakt (is dat waarin de bevolking :kt voor haar belan» niet anders of het fest bij de bevolking |s dan ook te hopen, iet deze zaak te ma» plksuiting acht zullen ;n kunstmatige hetze fct is hier een spontane 'chten aangetaste volk. inwoonster dezer ge» [nhuis in Rotterdam >aan van een operatie, [lijke fairbank alhier K.G. suikerbieten |antie geschiedde.door i-er in deze gemeentx»,.^ Aan boord van et [chip, genaamd «Actu» Zaaal, had de knecht lige ruim te vallen, '>een en enkele ribben Donderdag naar het vervoerd. plaat M'n compliment 't Is leuk gelukt hoor. »ing 't gauw eede. Je mag er gerust )at doen alle nichtjes lag een nicht van mij [jou Tante zijn. Dat uddorp. Laatst ben je eest. Ik vind het een polkahaar weer laat ik niet mooi. Ik weet e geweest bent. I Bommel. Flink gedaf V amei Ik ben al meer» heer gefietst, ik weet et. Je vroeg mij naar |rijg. O, dat zijn hui» |fruit, van alles wat. pzameling in een apart vani alles wordt Be» St. Nicolaas. Sinterklaas, o goede man 1 Voor de meer gegoeden heeft die naam een zoeten klank. Zoet in de meest eigen be» teekenis van het woord. Hij gaat samen met suikergoed en marsepein, speculaas en boter» letter, mooie cadeautjes en wat niet al. Voor de minder bedeelden heeft die naam een gezelligen klank, echt winterachtig»gezellig een snorrende kachel, een kopje koffie met een sinterklaasje en een suikerbeestje, voor vader een pijp. voor moeder een kleedje enz. Voor de paria's der maatschappij, voor den schunnigen straatjongen in de groote steden heeft die naam een wreeden klank, is die naam een carricaiuur, een ironie. Voor hem niets, geen suikerbeestje, niets, tenzij hij het gapt. Het is wel een heel vreemd soort liefda» digheid, waarbij de meest gegoeden het meeste ontvangen, maar enfin, al is de naam van den goeden Sint daardoor eenigszins carrica» turistisch geworden, de Sinterklaasdag heeft nu eenmaal zulk een populariteit verworven, dat we moeilijk anders kunnen dan hem eerbiedigen, ook zijn karakter. De mensch schijnt nu eenmaal minstens eens in 't jaar zijn lust tot cadeautjes geven en cadeautjes ontvangen te moeien botvieren. Bij de jaardag gebeurd dat reeds, maar dan is het altijd maar één persoon die de voor» keur geniet, met Sinterklaas is er geen onder» scheid, dan geniet de heele familie des hei» ligen weldaden en is de vreugde algemeen. Dan plaatst Vader z'n lompe laarzen naast de sokjes van de baby en leeft de heele fa» milie in een soort blijden angst voor Zwarte Piet en zijn kolenzak. Als de bel overgaat schrikken de kinderen op, lacht Vader steelsgewijze tegen moeder en zegt de 14 jarige in de familie, dat hij het toch niet gelooft dat Zwarte Piet door de schoorsteen omlaag daalt en al die fiauwitei» ten, maar durft toch niet goed naar de bel te gaan en laat dat een van de anderen doen. Sinterklaasavond, het is een van de meest f aopulaire dingen, die niet spoedig opgehe» n worden. «Och, we doen het voor de kinderen®, zeggen de ouders, en* dat is ook zoo, maar ge moest eens weten, hoe ze zelf nog verlan» gen naar dat avondje, niet alleen omdat ze dan de blijdschap van hun kroost kunnen aanschouwen, maar ook om het feit zelf, om de vroolijkheid, om het genoegen, om de sprookjesachtige sluier die er omhangt, om de leuke leutigheid van de naïve traditie van den goeden Sint en den Zwarten Piet. O, heilige Nicolaas, bisschop van Myra, met Uw beroemde liefdadigheid, gij zoudt wel vreemd opkijken, wanneer ge zaagt de verbastering van uw goede werken, aan de armsten der armen, van Uw filantropie waarbij Uw rechterband niet wist wat Uw linker deed, maar na Uw eerste verbazing zoudt ge zeker glimlachen tegen het masker van uw eigen goedig gelaat, ge zoudt den modernen Sint de hard drukken en Piet een fooitje geven en ge zoudt zeggen«Zoo heb ik het niet bedoeld, maar enfin, gaan jullie je gang maar, maak er maar een leuken avond van.® Er zijn wel menschen, die ook op dezen avond iets aan te merken hebben en misschien '•ti er ook wel wat aan te merken, en zal het ij sommigen ook wel verkeerd toegaan, maar daar nu van afgezien, wanneer het binnen de perken blijft, waarom dan roet in het eten gegooid. Zulke dingen moeten we niet door een zwarten bril bekijken 't Is immers onschdldige pret. D. VANDERES. jge. Nog gefeliciteerd Jadeaux kreeg jij. Als er ijs is, per schaats jd heb ik meestal niet. gsche familie, weet jij [•nis, Je hebt je leven racbtig op tijd. Zeker ft alleen kunt. Als er at heb je dien ook fonge. Ik had heusch aar dat is op de druk» ion wel begrijpen dat Nadruk verboden. Het Bletenroolvraagstuk. Naar de oplossing van dit vraagstuk zoekt men reeds eenige jaren. In 't noorden, in de Veenkoloniën, begon men er mee. Tot heden eehter werd geen machine gevonden, die aan de gestelde redelijke eischen geheel voldeed, niettegenstaande een prijsvraag werd uitge» schreven, waarbij een bedrag van f 10,000 werd uitgeloofd Het voorbeeld van de Veen» koloniën is gevolgd door den Bond van Coöp. Suikerfabrieken in Nederland, de Centrale Suiker»Maatschappij en de Zeeuwsche Land» bouw«Mij., die te zamen eveneens f 10,000 bijeenbrachten en deze som bes hikbaar stel» den voor een doelmatigen biétenrooier. Een 6»tal eischen werden gesteld, en de uitwerking van het denkbeeld werd opgedragen aan een Commissie, waarvan Prof. Visser te Wagenin» gen als Voorzitter werd benoemd. Deze Com» missie ging allereerst op onderzoek uit, in Frankrijk en Duitschland, b.-zichtigde daar verschillende machines en het door deze ge» presteerde werk, en heeft haar bevindingen neergelegd in een geïllustreerde brochure. Daaruit blijkt, dat ook deze Commissie in haar zoeken nog niet is geslaagd. In haar conclusies zegt zij onder meer«Het machinale bietenrooien met gecombineerde kop» en rooi» machines levert, in vergelijking met het hand' rooien, gelijk dat in ons land wordt verricht, op het punt van loofbehandeling, zuiver koppen en rooien, zulk minderwaardig werk, dat aan de invoering van die machines voor» eerst niet gedacht kan worden.« Een blij perspectief wordt bier dus niet geopend; de gestelde eischen moeten blijkbaar voor de naaste toekomst worden gematigd. Maar wat dan, wat nu De Commissie vestigt de aan» dacht op de nieuwe zoogenaamde nPommritzer kopen rooimethodev-, waarmee een uitstekende loofbehandeling wordt verkregen, zoodat zij zich in 't bijzonder leent voor die bedrijven, waar het loof grootendeels vervoederd wordt. Maar ook voor andere bedrijven wordt een proef met die methode ernstig aanbevolen, omdat waarschijnlijk, althans op niet te zware gronden, de mogelijkheid bestaat tot verlaging der rooikosten en beperking van den rooitijd. Voor hen, die het niet weten, zij nog meege» deeld, dat de Pommritzer»methode in 't kort hierop neerkomtde bieten worden met een hak of een schoffel gekopthet loof wordt met een vork of een zwadliggende hark op rijen gelegd; de bieten worden met eendoor Pommritz aanbevolen bietenheffer gerooid, die de bieten op den grond brengt; de bieten worden vervolgens gereinigd door één of meermalen met een akkereg, met de tanden naar achteren gericht, of met een kettingegge, daarover te gaan. Het Verbod van Engeland. Voor iederen landbouwer is dit opschrift duidelijk genoeg. Hij weet, dat hiermee be« doeld wordt het op 4 Juni'26 door Engeland uitgevaardigde verbod tot invoer van versch vleesch. Niet alleen uit ons land, maar uit het geheele vasteland van Europa. Als motief werd opgegevenvrees voor besmetting met mond» en klauwzeer. Die besmetting zoo meende men in Engeland komt van het vasteland ons land daarbij inbegrepen, want het was gebleken, dat ook met geslachte var» kens, uit ons land ingevoerd, de besmetting was overgebracht. Dit viel niet te ontkennen evenwel waren dat varkens uit België afkomstig, via Rotterdam in Engeland ingevoerd. Dit werd de Engelsche regeering duidelijk gemaakt, en haar tevens de overtuiging bijgebracht, dat besmetting van hier gefokte en gemeste varkens door de maatregelen van den keuringsdienst ook niet mogelijk was. Maar Engeland bleef niettemin ook uit ons land het versche vleesch weren, zich grondende op de redeneering, dat ook van varkens in het incubatie-tijdperk het vleesch de besmettende stof bevat. De z.g.n Londensche biggen konden niet meer worde^ afgeleverd men diende ze derhalve te mesten tot z.g n. zouters, dat zijn varkens van circa 200 pond, die het bekende bacon leveren. Alleen versch vleesch toch is verboden, en niet gezouten vleesch Zoo zien we dan ook in de meeste provinciën een toename van zouters; in Friesland b.v. pl.m. 15 pCt. meer dan verleden jaar, in Drenthe 5 pCt., in Bra» bant 20 a 25 pCtNoord.Holland, Zuid»Hol' land en Zeeland ondervinden van den Engel» schen maatregel weinig nadeel, omdat daar weinig voor de Engelsche markt wordt gefokt. In onze eigen provincie (Gelderland) zijn thans nog meer gedekte zeugen, biggen en lichte varkens, en minder vette varkens dan verleden jaar; door het aanhouden der lichte dieren is echter een toeneming van het aantal zouters en vette varkens te verwachten. Nu de varkens» houders, onder den drang der omstandigheden dus, hun toevlucht nemen tot het mesten van zouters, mogen zij er ten zeerste op bedacht zijn uitmuntende baconvarkens te kunnen le» veren. Een doelmatige voeding is daartoe voorwaarde het rantsoen voor zouters behoeft méér eiwit dan dat voor Londensche biggen. Dit eiwit is noodig voor de vleeschvorming immers in bacon moet vleesch voorkomen. En het spek moet blank en stevig wezen. Een en ander kan men bereiken, door minder aardappelen te voederen, minder maïsmeel en inplaats hiervan cocosmeel, dat het noodige eiwit aanbrengt niet alleen, doch ook blank spek geeft. Was U dit bekend Te Lonneker waren 10 boeten, die elk 9, 10 tot 13 koeien hielden en niets deden aan het uitzoeken van de bestenen er waren 10 anderen, die zich wel met uitzoeken bezig hielden. De opbrengst der slechtste koe van de eerste groep was, in geldswaarde uitgedrukt, ('t was voor den oorlog)f 83 en van de %;V Te Havelte is in den ouderdom van 82 jaar overleden de oud»commissaris der Koningin in Drente, de Heer Mr. J. Linthorst Homan. beste dier groep f 137.—. De slechtste koe van hen, die uitzochten, bracht op f 280—, de beste f 337.—. Er moet bij het fokken reke» ning gehouden worden met de afstamming, met bloed, met productievermogen van moeder, grootmoeder, enz. Het geven van veel en vette melk is een persoonlijke eigenschap. Wel kan bij goede voeding en verpleging veel in die richting, verkregen worden. Van 2 vaarzen die op gelijke wijze gevoed en verpleegd waren, was het vetgehalte bij de eene 2,81 pCtbij de andere 3,26 pCt.de eene gaf 97 K.G. boter, de andere 134 K.G. Dit is een voorbeeld uit de vele, dat de opbrengst een persoonlijke eigenschap is Afkeurenswaardig is het een stier op de markt te koopen, van wiens af» stamming men niets weet. De risico is te groot. Aan de kinderen en afstammelingen van een stier kan men echter steeds zijn waarde afme» ten. De omgang met de koeien, het melken, en de behandeling der dieren, is van grooten invloed op de melkproductie. In Pommeren kwam het voor dat een boer, die met April 3 nieuwe melkmeisjes kreeg, welke dus de behandeling der dieren nog niet goed kenden, het vetgehalte der melk zag dalen van 3,2 pCt. tot 2,81 pCt Practlsche wenken. Sojakoeken zijn een goed krachtvoeder voor verschillende veesoortenechter niet voor jonge varkens tot ongeveer 6 maanden oud. Aan melkkoeien geve men liefst niet meer dan IV2 K.G. per dag, aan mestrunderen kan men voederen tot 2 K.G, aan paarden IV2 K.G., aan varkens boven een half jaar V2 K-G. Men koope geen sojameel dat verkregen is door het oplosmiddel »tri« (een vloeistof, gebruikt in» plaats van b.v. benzine). Met zulk meel heeft men in Brabant onaangename ervaringen op» gedaan. Goed katoenzaadmeel heeft de vol» gende eigenschappeneen lichtgele kleur, een aangenamen reuk en smaak, voelt aan als droog zand. Met donkerbruinachtig meel moet men voorzichtig zijnhet kan te oud zijn of (en) bedorven. Katoenzaadmeel heeft een groot eiwitgehalte; het eiwit gaat spoedig tot bederf over, vooral als bet vochtgehalte groot is. Dit mag volgens het Proefstation niet grooter zijn dan 10 procent. Voor andere meelsoorten is dit 13 tot 14'/2 pCt. Wanneer een koe de melk laat loopen, stoppe men na het melken één, liefst twee gortkorrels in elke speen, die hierdoor geheel is afgesloten. Probatum estl Men kan zonder bezwaar het vee den geheelen zomer met de korrels in de speenen laten rondloopen. B—r. HET BELGISCH VERDRAG. In de Waarheidsvriend vonden wij het vol» gend uitnemend en helder gesteld artikel over het Belgisch verdrag. De stemming welke de vorige week in de Tweede Kamer over het Belgisch Ver» drag plaats vond, is er ontegenzeggelijk een geweest van bijzonder groot gewicht. Het zal niet gemakkelijk zijn, om uit den laatsten tijd één Kamerbeslissing te wijzen, waarbij de verantwoordelijkheid van de Kamerleden voor 's lands zaken zoo zwaar moet hebben gewogen, als bij het votum, dat, op 11 November werd uitge» bracht. Het kan dan ook niet verwonderen, dat van de 100 afgevaardigden er 97 bij de stem» ming present waren en alleen de zieken, die niet vervoerd konden worden, afwezig bleven. En van deze 97 Tweede Kamerleden stem» den los van elk partijverband, 50 leden vóór en 47 tegen het verdrag, terwijl het bekend is, dat wanneer ook de drie absente leden waren tegenwoordig geweest, het kleine verschil in de stemmenverhouding nog ge» ringer zou zijn geworden. Waarin lag nu het groote gewicht van de stemming, welke in de Tweede Kamer over het Belgisch Verdrag plaats had? Naar het ons wil voorkomen, in twee dingen. Eerstens in de vérstrekkende staatkundige beteekenis van het tractaat, en verder in zijn politieke en economische gevolgen voor ons land. Om de staatkundige beteekenis van het Belgisch Verdrag te kunnen begrijpen, zal men moeten beginnen met zich rekenschap te geven van het Belgisch probleem. Dit probleem, belangende de volkenrech» telijke en internationale positie van onzen Zuidelijken nabuur, België, welk probleem reeds sinds lO.tallen jaren bestaat, kwam na den wereldoorlog van 1914—'18 bij het sluiten van den Vrede van Versailles in 1919 in een nieuw stadium te verkeeren. Vóórdien was België een neutralen Staat, welks neutraliteit werd gewaarborgd door de vijf groote mogendheden. Dit geschiedde na de afscheiding van België van Nederland, in het jaar 1830, bij het bekende tractaat van 1839, waarmede zeer nauw samenhangt het op Donderdag 11 November door de Tweede Kamer goed» gekeurde Belgische Verdrag. Maar evenals in het jaar 1839 de verlan» gens der Belgen zeer ver gingen, stond het ook met de eischen, welke in 1919 gesteld werden. Zelfs overtroffen de laatste nog verre de eerste. Het was echter aan den grooten tact en het wijs en voorzichtig beleid van onzen Minister van Buitenlandsche Zaken, Mr. van Karnebeek, te danken, dat hij te Parijs uit het politieke steekspel met den toenmaligen Belgischen Minister, Mr. Hij mans, als over» winnaar te voorschijn trad. Om de beteekenis van deze overwinning nog eens duidelijk voor oogen te krijgen hebben wij slechts te herinneren aan de Wielingen»kwestie en aan het Belgisch annexionisme (inlijvingsbegeerte), dat zij begeerige oogen wierp op Zeeuwsch»VIaan» deren en Zuid»Limburg. Uit dat groote gevaar, dat ons volk in al zijn geleidingen destijds wakker schudde en het deed te wapen loopen om de machts» ontwikkeling van België tegen te staan, heeft God de Heere ons land en volk won» baarlijk uitgered. Intusschen haalde het Vredesverdrag van Versailles een streep door een allerbelang» rijkst gedeelte van het Verdrag van 1839. De verplichte Neutraliteit van Belgie werd uit dank voor hetgeen dat land in de oor» logsjaren ten behoeve der Entente«mogend« heden had gepresteerd, opgeheven, waardoor de beperking der souvereiniteit van België verdween. België werd nu evenals zijn Zuidelijke nabuur Frankrijk en zijn Noordelijke nabuur Nederland, een souvereine Staat. Doch daarmede was de taak der Mogend» Heclame-^S@sSe(leeSS^g@Bi. 40 cent per regel. Blijf daarmee toch niet loopen. Akker's Kloosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk tot bedaren brengen, U snel behaaglijke verlichting, kalmte en rust bezorgen. ■m-J—.-M-i --'iniriMwa heden ten opzichte van België's positie nog niet afgeloopen. België was wel staatkundig geholpen, doordat het zijne volle souvereiniteitsrech» ten verkreeg, doch thans moesten nog de andere bepalingen van het tractaat van 1839 aan een revisie (wijziging) worden onder» worpen. Dit zou geschieden bij een verdrag, dat tusschen Nederland en zijn Zuidelijken na» buur zou gesloten worden, waarvan de onderteekening in 1925 door de Nederland» sche regeeting plaats had, maar nog door de Staten«Generaal diende te worden gerati» ficeerd (goedgekeurd). Eerst wanneer het met dit tractaat in orde zou zijn gekomen, zou met alle zekerheid kunnen worden vastgesteld, dat de taak der Mogendheden voleindigd was en zouden latere besprekingen, zoo deze zich nog moch» ten voordoen of ook noodig blijken, een zaak zijn uitsluitend ter afdoening tusschen Nederland en België Werd echter het verdrag niet goedgekeurd d.w.z, zouden de Staten.Generaal in Neder» land zich tegen ratificatie van het tractaat, verzetten, dan zou dit tot gevolg hebben, dat alles opnieuw op losse schroeven kwam te staan, de overwinning van Mr. van Kar» nebeek, te Parijs behaald, ongedaan werd gemaakt, het Belgisch annexionisme weer hoogtij ging vieren en last not least (het laatste en niet het minste) dat het verre van denkbeeldig mocht worden geacht, dat België voor wat het zijn economisch levensbelang acht, bij de Mogendheden uit den wereld» oorlog steun zou zoeken. In dat geval zouden nieuwe onderhande» lingen met België groote gevaren voor ons volk kunnen opleveren, misschien een ramp voor ons land worden en een sprong in het duister beteekenen. Dit is de staatkundige beteekenis van het Belgisch Verdrag. Nu zou intusschen en hiermede komen wij aan het tweede punt: de politieke en economische gevolgen van het Belgisch trac» taat voor Nederland het verdrag, ten spijt van alle gebeurlijkheden, onvoorwaardelijk en met alle beslistheid moeten zijn afgewe» zen, zoo de aanvaarding van het tractaat ook maar in het minste inbreuk maakte op onze souvereiniteit en daardoor aan de eer en het aanzien van Nederland tekortdeed. Want zou dit laatste het gevolg zijn ge» weest van de goedkeuring van het Belgisch Verdrag, dan had ons volk, het kostte wat het wilde, zich tot het uiterste toe behooren te verweren. Immers was het Gods bestel, dat de plaats onzer woning bepaalde, daarvoor de grenzen trok, met de bedoeling, dat wij de erve der 7) HOOFDSTUK VIII. igen zijn t lebode t schalen Does kilometer. aelft is 1 is VII. All ladsels t liste bloem. ;ens en meisjes mee koning, tisch koning. ;rond wroet, woorden vormen van elezen den naam van land. jlijft toch thuis. ;.t uit 12 letters, s in 't haar. kinderen 14 2 9 zitteq snaam. 't alphabet. :n met vermelding v: jres worden ingezc iber aan |NTE TRUUS, laas» en Scheldebo Sommelsdijk Koopman Bart heeft veel genoten onder deze prediking, die in zijn oog de ware is Dominé L. durft de goddeloozen en onbekeer» de zondaren aan, en ontziet het Babel niet, Cornelissen echter vond de wijze van spre» ken en de manier van doen van dominé L. al te zonderling, dan dat hij hem weder zoude begeeren. Des avonds blijven nog eenig vrien» den bij den boerer wordt echter weinig ge» sproken. Allen zijn bang voor ds. L., want wanneer iemand iets zegt of vraagt, heeft hij er aanstonds een aanmerking bij. Hij bleef dien nacht bij boer Cornelissen Schoon zelf zeer ruim met aardsche goederen gezegend, wil hij zich gaarne vergenoegen met de eenvoudige slaapplaats bij den boer. Voor hij zich ter ruste legt, spreekt hij alle leden van bet huisgezin nog eens afzonderlijk aan. Des Maandags, in den vroegen morgen, reeds voor de eerste zonnestralen, was er weder be» weging in de woning van onzen boer Corne» lissen. De dominé, die den vorigen dag had gepreekt, moest vroegtijdig naar N. gebracht worden, om van daar zijn reis verder voort te zetten. Ds. L. was dus ook reeds vroeg de veeren uit, en koopman Bart, die hem zoude vergezellen, was reeds een heel poosje klaar. De goede man was recht in zijn noppenwant bij gevoelde zich innig aan zijn reisgezel ver» bonden. En wat meer was, hij dacht er over, hoe gemakkelijk en goedkoop hij nu in dé stad zou komen, waar hij weder een nieuw pak sajet had staan, dat hij in deze streek aan de boerinnen zou gaan verkoopen. Onze goede gastvrouw had gezorgd, dat er een groote witte spoelkom met helder putwater, op een klein tafeltje met een helderwitten handdoek, voor het bed van den dominé stond. In den hoek, tegen den muur, had onze zorgzame huismoeder een kleinen spiegel gehangen. Doch van dat alles maakte onze leeraar geen gebruik. Jacob, die zoo gaarne de zonderlinge kleeding van ds. L. eens van nabij wilde zien, stond dicht bij hem, toen h\j zich wiesch. «Ja, mijn jongen,® zeide de dominé, die hem bemerkte, »gij ziet nu eens hoe ik mij wasch. Maar ik ben zoo zwart als roet van binnen, en dat ben jij ook. God geve, dat uwe oogen er eens voor open mogen gaan, opdat gij niet eenmaal in de eeuwige duister» nis komt, dat is de hel, waar de goddeloozen in de eeuwig pijnen zullen zijn.® Toen vrouw Cornelissen zag, dat de dominé bezig was, zich bij den put te wasschen, liep zij zoo hard zij kon met het spiegeltje naar hem toe en hield het met hare beide handen voor if®n f om kem 'n de gelegenheid te stellen, de uitwerking van het waterbad op zijn gelaat met eigen oogen te zien en een laatste hand te leggen aan zijne neerhangende haren. Doch welk een onaangename verrassing was het voor haar, toen ZEw. haar ijverig diensbetoon met een barsch gelaat afwees »Weg met dat ijdel, wereldsch ding,« riep hij, «dat is goed om een hoerenversiersel te maken. Een kind van God, dat zichzelven heeft leeren kennen, walgt van zulk een ijdel. heid.® Bevend ging onze goede vrouw met haten spiegel naar binnen. Eenige oogenblikken later waren allen aan den eenvoudigen boerendisch gezeten, om zich te verkwikken aan de goede Geldersche boeren-mik. Weder bad ds. L. uiter» mate lang, en toen, na den maaltijd door boer Corn lissen werd gedankt, maakte ds. L. zulke vreemde bewegingen met handen en oogen, dat Jacob, die eens eventjes de oogen open deed om naar den dominé te zien, er onwillekeurig om moest lachen; doch hij deed dit zoo stil, dat niemand het merkte. Toen het eenvoudige boeremontbijt was afge» loopen, had er nog een kort doch belangrijk gesprek in de woning van Cornelissen plaats, dat wij 'n 't kort mededeelen. «Wel Cornelissen,® zei koopman Bart, «hoe hebt gij het gisteren gehad onder de preek? Is er nog een zegen voor uw hart gevallen «Voorzeker. De Heer is geen dorre woestijn of land van uiterste duisternis voor zijn volk, Bart I® «Vooral wanneer de Heere zulke mannen zendt als ds. L., die zoo zuiver liggen in de gereformeerde waarheid,hernam Bart. «Wat zegt gij daar?® viel ds, L. hem inde rede. «Ik ben gansch onzuiver; ik ben een hellewicht. Wanneer er nog een dropje helder water door deze onreine goot loopt, het is Gods genade.® En ten bewijze dat ds. L. meende wat hij zeide, rolden er twee groote tranen uit zijne diepliggende oogen spreken» de bewijzen voor de oprechtheid van zijn hart. «Nu ja, wij weten het welGode alleen de eer,« hernam Bart. «Het is maar een groote genade, wanneer de Heere ons wil verkiezen tot een zijner vaten, om er zulk helder, zuiver water in te doen. Nog een vloed van woorden, die wij liefst onvermeld laten, volgde, die eigenlijk niets dan eene herhaling waren, van hetgeen wij er van mededeelden. Intusschen was het voor de gasten tijd gewor» den om te vertrekken en de oude bruine werd voor den wagen gespannen, en daar dit oude voertuig altijd een groot geraas maakte, wan» neer men maar in een kleinen draf voortbol» derde, en niet minder doordien het laatstge» melde gesprek hem veel stof tot nadenken en zeifonderzoek gaf, werd de reis naar N. door Cornelissen bijna stilzwijgend afgelegd. Koop» man Bart en ds. L. spraken veel over de aan» staande zware vervolging tegen de christenen, die komen zou. Toen de boerenwagen in N. stilhield, was men aanstonds door een menigte menschen omringd. Onze ds. L., die het eerst uit den wagen stapte, werd aanstonds door twee poli» tiedienaars aangehouden en in naam der wet naar de gevangenis gevoerd. Koopman Bart, die niet werd gemoeid, sloop tusschen het volk weg, zonder Ds. L. of boer Cornelissen te groeten. Het was alsof hij een diefstal had gepleegd. Hij laadde dusdoende onwillekeurg den schijn op zich, dat hij de rechte broeder niet was. Boer Cornelissen reed met zijn wagen huiswaarts, en moest nog van eenigen, die ds. L. niet naar de woning van den cipier der gevangenis waren gevolgd, smaad» en scheldwoorden en vervloekingen tegen den fijnen, Koksianen en oproermakers te hooren. Deze week Woensdag zou de uitspraak reeds plaats hebben, in zake het rechtsgeding van onzen boer, en zou door den rechter de boete bepaald worden, omdat hij, (let wel 1) de mis daad begaan had, dat hij in zijn eigen woning het evangelie had laten verkondigen aan eene vergadering van meer dan negentien personen. Hij ging dien dag met vreezen en beven tege» moet. Het was en bleef zijne bede, dat de Heer hem toch getrouwmakende genade mocht schenken, opdat hij er voor bewaard mocht blijven, zijnen Heere en Heiland te verlooche» nen, en dat hij een waar getuige mocht zijn voor de zuivere leer der vaderen. Hij werd in deze weg van zwaren strijd zeer gesterkt door zijne vrouw, die al het mo» gelijke deed om hem moed in te spreken. Toen de Woensdagmorgen daar was, werd de oude wagen weder ingespannen en de ge» heele fa' ilie Cornelissen ging mede naar de stad. Ook voerman Klaas. Hij wilde ook mee want hij had waarlijk de goede keuze gedaan en was nu in het eerste ijvervuur onbevreesd. Hij zeide maar«Neen, Cornelissen, onze vijanden zullen het niet winnenwant die met ons zijn, zijn meer dan die tegen ons over staan. Als gij in de gevangenis moet, dan zal ik wel voor uwe vrouw en kinderen zorgen.® Toen zij voor het stadhuis te N. kwamen, waar de rechtbank zitting hield, was daar reeds een groote menigte volks vergaderd, zoowel in de gerechtszaal als daarbuiten voor de deur Eenigen riepen vrij luid: «Daar is er alweer één; die gaat ook naar 't chachot(zoo noemde men in dien tijd de gevangenis.) Terwijl Cornelissen zich naar de gerechtszaal begaf, kwam een in het zwart gekleed heer hem voorbij. «Daar is ds. S. 1® riepen een aantal stemmen. «Nu,® zeiden anderen, «dat is een man, hoor 1 Die kan zijn woord wel doendie heeft geen advocaat noodig. Als alle Koksianen zoo goed kunnen praten, dan winnen zij het. Neen, daar kan geen advocaat tegen aan.« «En wat hij gezegd heeft is waar,«riepen weder anderen. Hij werd dan ook waarlijk met grooten eerbied bejegend. Niemand had den moed, toen hij buiten kwam, hem uit te schelden. «Men mag zeggen wat men wil,® riepen eenigen, die zijne verdediging gehoord hadden «maar is er ooit een vriend van Koning en vaderland geweest, dan is hij het I® Onze Cornelissen werd nu binnen geroepen, om zijn vonnis te vernemen. Het bestond in een vrij hooge boete, waarbij nog de onkos» ten van de rechtbank gevoegd werden. Met een kalm gemoed hoorde onze eenvoudige Geldersche landman zijn vonnis aan. Ja, zijn hart was vervuld met den vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, en hij verliet deze plaats met het zekere voornemen, geen gehoor te geven aan de vermaning, hem vanwege de rechtbank gegeven, om zich voortaan van zulke dingen te onthouden. Hij was vastbe» sloten, liever alles te wagen voor de zaak, die hij verzekerd was de zaak van zijn Heere te zijn, dan terug te treden. Toen hij weder terugkeerde naar de herberg, waar hij zijn bruine had uitgespannen en op stal gezet, vond hij daar zijne familie met den ons bekenden voorman, die allen zeer be» geerig waren, den uitslag van het vonnis te hooren. Allen waren zeer verblijd, dat Corne» lissen niet naar de gevangenis was gebracht, en wat de boete aanging, hoe groot deze ook mocht zijn, men wilde aie gaarne betalen, al moest men er ook een koetje om verkoopen. Voerman Klaas verhaalde, dat hij gehoord had, welk een man die ds. S. was, die heden» morgen voor de rechtbank was geweest, en dat hij te U. zijn verblijf hield. Dezen moest men nu eens uitnoodigen, om te komen pree» ken, meende hij, dan had men tevens iemand, die het goede recht voor de rechtbank kon verdedigen, en men kon dan hoop voeden, dat er eindelijk vrijheid zoude komen om God te dienen naar de begeerte en overtuiging van zijn hart. En hoewel pas veroordeeld, had Cornelissen daar wel ooren voor. De zon neigde reeds ter kimme, toen de familie weder huiswaarts keerde. De kwartel sloeg in de korenvelden, en de koekoek liet den laatsten afscheidsgroet aan den dag hoo» ren, terwijl de nachtegaal in het naastbijlegen bosch nu en dan zijn liefelijke zangen deed klinken. Alles was vrij in de natuurmaar de mensch niet. Onwillekeurig kwamen Corne» lissen de woorden van den apostel Paulus voor den geest«Staat dan in de vrijheid, waarmede Christus u vrijgemaakt heeft.« De oude bruine hield weldra halt voor het hek van de kleine boerenhoeve, en allen wa» ren spoedig binnen. In een volgend hoofdstuk iets over ds. S. en zijne prediking. (Wordt vervolgd) I I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 5