BMT BSCin DEI 1ELMU
wai oa mratim
'oor den Jondag
Gemengd .Nieuws.
Verkoopingen
Marktberichten.
1
Hoeden- en PettenmagazIJn
III
(Slot).
De geloovigen zijn geroepen als ge
hoorzame kinderen heilig te worden
in al hun wandel. Wij hebben er iets
van gezien, hoeveel daartoe vereischt
wordtzelfverloochening, verzaken van
eigen wil, onvoorwaardelijke overgave
aan God.
Nu zegt de apostel ook iets, dat zijn
vermaning een geopend oor doet vin
den bij Gods kinderen. Hij dringt ze
aan met de woorden: „Maar gelijk Hij,
die u geroepen heeft, heilig is, zoo
wordt ook gijzelven heilig in al uw
wandel". Met het oog op God zegt
hij„Hij, die u geroepen heeft". In
die roeping Gods ligt een prikkel, een
drangreden tot heiligmaking. Daaraan
danken de geloovigen hun zaligheid.
Zij zijn geroepen uit de duisternis tot
het licht. Die roeping heeft maar niet
de kracht van een aanrading, die men
ook niet kan opvolgen, maar door den
Geest is zij krachtdadig. Ze is een
trekking van den zondaar, die hij niet
wederstaan kan. Als God door Zijn
Geest trekt, staat een mensch uit zijn
zonden op en wordt hij gewillig om
met alle zonden te breken en den
Heere gehoorzaam te zijn. Die roeping
omvat zoowel de verlichting van het
verstand als het ombuigen van den
wil. Dat 't een heerlijke roeping is
blijkt wel als wij letten op het einde,
't Is een roeping uit zonde en ellende
tot heiligheid en zaligheid, tot gemeen
schap met God, tot deelgenootschap
aan de heilgoederen, door Christus
verworveneen roeping uit den dood
tot het leven.
Voor die roeping komt de eer alleen
harden proef gesteld, maar hebt steeds
den Heere voor oogen en wijkt van
Zijn geboden niet af. Wellicht drukt
het kruis zwaar. Maar laat uw hulp
van God en uw gebed tot Hem zijn.
Gaat aan Zijn hand uw weg en gelooft,
dat Zijn oog nog met meer teederheid
en trouw op u is dan dat van een
moeder op haar hulpeloos kindeke. Gij
staat in uw strijd niet alleen. Versaagt
niet, als ge ervaart, dat gij zoo zwak
zijt. De Heeie, die u geroepen heeft,
is getrouw. Hij zal u niet begeven.
Den strijder wacht de kroon, door Jezus
voor Hem verworven. De Heere zal
het voor u voleindigenZijn goeder
tierenheid is in eeuwigheidHij laat
niet varen de werken Zijner handen.
aan God toe, want Hij heeft ons ge
roepen, niet omdat wij eerst tot Hem
riepen, maarnaar Zijn eeuwig voor
nemen, uit kracht van zijn ondoorgron
delijk welbehagen. Hij heeft Zich ont
fermd over degenen, die in hun ellende
naar Hem niet vroegen.
Het doel van deze roeping sluit in
zich onze verplichting tot heiligmaking
Want waartoe heeft God ons geroepen
uit de duisternis tot het licht Om zich
zelf te verheerlijken in onzen heiligen
wandel, in onze goede werkenom in
ons te laten zien de kracht Zijner ge
nade, Zijn macht en trouw, Zijn barm
hartigheid en goedertierenheid. Daarop
wijst Gods Woord ons gedurig. Tot
dë Efeziërs zegt PaulusGod heeft
ons uitverkoren in Christus, vóór de
grondlegging der wereld, opdat wij
heilig en onberispelijk zouden zijn in
de liefde. En elders zegt de Schrift,
dat God ons niet geroepen heeft tot
onreinigheid, maar tot heiligmaking.
Hij heeft zich een volk ten eigendom
verkoren en verlost, om in hen, veel
meer nog dan in de schepping aller
dingen, Zijn grootheid te openbaren.
Dankbaarheid voor de geschonken ver
lossing dringt nu dat volk om naar
heiligheid te staan. Welk een weldaad
van God geroepen te zijn 1 Als hij hen
niet geroepen had, waren zij nooit [tot
het licht gekomen, maar in eeuwige
duisternis weggezonken. Waarom is de
Heere hun niet voorbijgegaan, gelijk
zoovelen anderen? Waarom gaf Hij
voor hen Zijn Zoon waarom heeft
Hij hun oogen geopend en hun harten
geneigd tot de vreeze Zijns naams?
Wanneer zij zich zeiven die vragen
stellen, gevoelen zij zich klein vanwege
hun onwaardigheid en eindigen zij met
te roemen in Gods aanbiddelijk, on
doorgrondelijk welbehagen, waar Hij
aan hen in onderscheiding van duizen
den Zijn genade heeft willen verheer
lijken. En als dan de apostel tot hen
komt met de vermaning heilig te zijn,
gelijk God heilig is, vindt dit woord
bij hen een geopend oor, en gevoelen
zij in zich den ijver opwaken om in
gehoorzaamheid den Heere te volgen.
Wel is 't daarbij hun gedurige ervaring,
dat zij het volmaakte niet gegrepen
hebben, maar ze jagen er naar, het is
hun oprechte begeerte zonder zonde
voor Gods aangezicht te leven. Gods
geboden hebben ze lief, ze zijn hun
geen zware last, maar vinden daarin
al hun lust. En daarom bidden zij, bij
de dagelijksche ervaring hunner zwak
heid, die hen doet struikelen in velen,
om den bijstand des Heiligen Geestes,
opdat zij hoe langer hoe meer der
wereld afsterven en den Heere Jezus
gelijkvormig worden.
Nöchthans is voor hen, die zonder
zonde voor God wenschen te leven,
de vermaning steeds heiliger te worden
in hun wandel, niet overbodig. Gij,
die van God geroepen zijt, gij moet
er gedurig weer aan herinnerd worden,
uit welk een ellende en waartoe gij
geroepen zijt. Vergeet dan Gods wel
daden niet; vergeet niet, dat 't God
is, die ze u bewees. Hij heeft u ge
roepen tot Zijn kinderenweest dan
ook gehoorzame kinderen door te strij
den tegen alles wat uw hemelschen
Vader mishaagt. Misschien is uw weg
moeilijk en wordt uw geloof op een
Ie. dat het blad een groote oplaag heeft;
2e. dat het blad behalve bezorgd ook
gelezen en herlezen wordt;
3e. dat de redactioneele inhoud waar
borgt dat het blad van hand in
hand gaat;
4e. dat er een zedelijken band bestaat
tusschen de lezers en het blad.
Aan deze vier eischen voldoet de Maas-
en Scheldebode in alle opzichten»
Aan de adverteerders de plicht om zich
hiervan te overtuigen.
zicht op de vervulling der godsdienstplichten
in eigen huis.
Als knaapje van vijf jaar werd Isaac reeds
meegenomen naar de synagoge, om daar ten
aanhoore van de gemeente, in de Hebreeuw»
»che taal het recitatief van een gedeelte der
Heilige Schrift op te zeggen.
Wees dit al op 'n zeldzaam vluggen aanleg,
zijn vroege ontwikkeling kwam nog meer
voor den dag, toen hij, nauwelijks acht jaar,
reeds tot de latijnsche school werd toegelaten.
Daar verbaasde hij zijn leermeesters door zijn
buitengewone gaven en groote vorderingen.
En op dertienjarigen leeftijd deed bij eind»
examen, waarbij hij een door hemzelf ver»
vaardigd latijnsch dichtstuk riciteerde »Over
de twaalf werken van Hercules®.
Nü zou zoo iets ondenkbaar zijn, dat een
knaap van nog geen veertien reeds zijn acade»
mische studiën begon, maar in die dagen was
't onderwijs nog niet zoo nauwkeurig inge»
deeld, bovendien was 't Amsterdamsch Athe»
naeüm van toen niet precies met een Hooge»
school van thans te vergelijken en ten slotte
da Costa bid een wondervlugge geest.
Hij legde zich vooral op de studie van het
Grieksch en van de Grieksche dichters toe.
Toen verscheen 't bekende gedicht «De
Hollandsche Natie« van Helmers. Wie uit de
school der Tachtigers is en er al toe komt
om het te lezen, zal dit toch niet kunnen
zonder tot in zijn nieren geprikkeld te wor»
den tot critiek, vaak raak en waar,
Da Costa echter voelde het kloppen van
het dichterlijk hart I
En nu begon, laat ik 't óók maar in de taal
van dien tijd zeggen, des jongelings hart van
van dichtervuur te blaken en 't was zijn eerste
Hollandsche gedicht, dat aanleiding werd tot
kennismaking met mr. Willem Bilderdijk.
Dat kwam ^oo. Da Costa's leermeester in
VOOö BLK Z'N
Kipstraat 85»87 Q Rotterdam
sW ZIE DE 5 ETALAGES 'W
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J* HENIGER JP.
't Hebreeuwsch had het gedicht aan Bilderdijk
laten zien op een vergadering van een letter»
kundig genootschap, waarvan deze eerelid
was en de groote dichter, die er iets in zag,
had gezegdBreng den knaap eens mee 1
't Zij mij vergund, voor de teekening hoe
verder de verhouding tusschen Bilderdijk en
da Costa zich ortwikkelde, nogmaals een
fragment te geven uit Rullmanns artikel
In de sombere zijkamer van diens armelijke
woning op den verlaten Achterburgwal zat
de vijftienjarige knaap toen bijna arie uur
lang te staren op den ruigen man met het
vreemde hoofddeksel en de slordige huis»
kleeding. En vol belangstelling volgde hij 't
langdurig onderhoud tusschen die beide ge»
leerden over Hebreeuwsche taal en letter,
schrift. Maar vooral ook werd hij diep ge»
troffen door de voorkomendheid van den
grooten man, toen deze tot den jeugdigen
beoefenaar der poëzie eenige aanmoedigende
woorden richtte en hem uitnoodigde dit eerste
bezoek te he halen. Bilderdijk had n.l^bij
den eersten oogopslag het geestvolle gezicht
van den knaap opgemerkt. «Daar zal iets zeer
groots van groeien®, zeide hij van Da Costa
aan zijn vrouw bij het terugkeeren in de huis»
kamer, na het onderhoud.
Van dit oogenblik af was er een band tus»
schen Da Costa en Bilderdijk. En deze band
werd al sterker, sinds de jonge student bij
Bilderdijk een privaatcollege volgde in Ro»
meinsch Recht en Nederlandsche Taal. De
colleve.uren dijden soms tot halve dagen uit.
En deze dagelijksche omgang gaf gelegenheid
tot menig vertrouwelijk gesprek. Als voorts
Da Costa in den herfst van 1816 Leidsch
academieburger is geworden, duurt het geen
jaar meer, of ook Bilderdijk heeft zich te
Leiden gevestigd om daar een privatissimum
te geven voor een gesloten gezelschap van
studenten, Da Costa voorop.
Onuitwischbaar was de invloed van Bilder
dijks persoonlijkheid op Da Costa, met name
op zijn zielsgesteldheid. Van kindsbeen af had
hij iets gevoeld van Augustinus' woord«Ons
hart is naar U toe geschapen, o GodMaar
te midden van het veldwinnend ongeloof in
zijn omgeving, doolde hij rond in de duisternis
der zonde. Noch de Heidensche wijsbegeerte,
noch de Joodsche ceremoniëndienst, noch de
eeredienst der menschelijke Rede bracht hem
licht. Doch in dezen donkeren nacht zijner
ziel viel een eerste lichtstraal van boven door
een woord van Bilderdijk over Israël Messias,
in wien zich de hoop van Jood en Christen
veréenigde. En eindelijk werd zijn geloofsoog
geopend voor Jezus den Nazareneer, den Ko»
ning van Israël, den Zaligmaker der wereld.
Het licht ging nu in zijn ziel op. Hij zag in
Jezus Christus den Zoon van God. En niet
zoodra had hij Hem erkend, of Hij gaf zich
aan Hem over. Van nu aan kon men Da Costa
met zijn vriend Capadose op hun wandeling
langs de Amsterdamsche Buitensingel in druk
gesprek zien over profetie en vervulling in
den Bijbel.
Toch duurde het nog een viertal jaren, eer
Da Costa met zijn jeugdige echtgenoote Hanna
Belmonte tot het christendom overging. Den
20en October 1822 werden beiden, tegelijk
met Abraham Capadose in de Pieterskerk te
Leiden door den doop de Christelijke gemeente
ingelijfd.
En toen kwamen in '23 zijn «Bezwaren® in
't licht.
Was 't wonder, dat men over een discipel,
'n opvolger sprak?
Deze gedachte deed veler opgekropte haat
losbarsten. Een zwerm van brochures, pam»
fletten en spotdichten kwam in 't licht. En
onder algemeen hoongelach van de nette en
beschaafde Rovolutie-kinderen, werd Da Costa
uit de vaderlandsche synagoge geworpen.
«Bezwaren tegen den Geest der Eeuwwas
de volle titel van zijn boekje. In zijn tijd deed
het een laaien gloed van woesten harstocht
losbarsten voor ons antirevolutionairen, is
het zijn onvergankelijke eere, dat Da Costa
den hoogen moed had zijn ridderhandschoen
in 't krijt te werpen en uit te dagen al wat
in zijne dagen hoog, groot aanzienlijk en ge»
leerd was.
De «Bezwaren® waren een oorlogsverklaring
aan heel het officieele Nederland. Al wie in»
vloed had, lag geknield voor dien «Geest der
Eeuw® en daar komt die discipel van Bilder»
dijk, profeteert tegen dien Geest in forsche
taal, grijpt aan het altaar, waarop men hem
offers brengt zoodat de asch wordt uitgestort,
spreekt het zelfgenoegzame geslacht vierkant
tegen vlak in het van zoete tevredenheid glim»
mend gelaat is 't wonder, dat men één,
moediglij k op hem afkomt, om hem met ge,
weid den mond "te snoeren?
wijze waarop hij aanviel?
Luister dan, wat hij schrijft over de -tVer-
draagzaamheidzijner dagen. Daarvan had men
destijds den mond vol. Verdraagzaam was men
tegenover alle ongodisterij en elke ketterij
behalve alleen tegenover ae «nachtschool®.
Welnu, da Costa schrijft er van:
«Zekerlijk noemen het de wolven verdraag»
zaaro, wanneer de herders en de honden slui»
meren,'en de schapen ten prooi laten aar het
verscheurend gedierte Daar is een ware
Verdraagzaamheid, daar is een gewaande, een
geveinsde, een bedriegelijke Verdraagzaamheid
een Verdraagzaamheid uit onverschilligheid,
uit vreeze voor de wereld, uit minachting of
miskenning van de Waarheid, uit oogmerken
van eigenbelang, uit goddeloosheid daar
is een verdraagzaamheid uit laffe toegevend»
heid, die den kanker des ongeloofs en der
gruwzaamst? zedeloosheid ongehinderd laat
voortvreten en den lijder door geen heilzame
pijen durft redden O, welk een heerlijke
Verdraagzaamheid, die gepredikt is door het
uitvaagsel van het m nschdom en wier heer»
schappij is uitgebreid door middel van scha»
votten, bajonetten en van moorddolken 1®
Daar konden de mannen van het «vrede,
vrede en geen gevaar i« 't mee, doen niet
waar Men brulde Da Costa dan ook tegen
ze schuimden van woede.
Hoort, hoe hij de hooggeloofde volks«opper»
macht uitklerdt
«Bij al den onzin, dien dit belachelijk en
tevens betreurenswaardig denkbeeld van maat»
schappelijk verdrag heeft teweeg gebracht is
geen gevoelen bedriegelijker, gevaarlijker, af»
schuwelijker en tevens meer algemeen in onze
dagen aangenomen en met meer woede toe»
gestaan, dan dat van de Oppermacht des volks.
(Daaruit) volgt onmiddelijk, dat 't richtsnoer
van den Vorst niet meer het waarachtige belang
zijner onderdanen zijn moet, maar we! de ge»
liefkoosde gevoelens van een wufte menigte
of van hare dweepende of door heerschzucht
vervoerde leiders, die haar tot werktuig maken
van de goddelooste en verfoeilijkste ontwerpen
tot afschudding van alle beginselen van ge»
rechtigheid en van gehoorzaamheid®.
Met de hand op 't hart waar zóó déze
Diana onttroond werd was 't wonder,
dat haar dienaren zich, maanden aaneen 1 de
eel heesch schreeuwden tegen den aanranden
In Frankrijk zou men geroepen hebben
«Conspuez da Costa
In Nederland ging 't al weinig beter.
Ongelooflijk is 't aan welke plagerijen, ver»
dachtmakingen, tartingen hij blootstond. Schier
elk f tsoenlijk huis was voor hem gesloten
men ontving hem niet in zijn woning. »Nette«
menschen weigerden zijn groet te beantwoor»
den. Geen scheldwoord was te min, om hem
naar 't hoofd te slingeren.
Men meed hem zegt Rullmann als
'n melaatsche. En voor 'n tijd werd Neêr»
lanls grootste dichter niet veel heter dan
Neêrlands paria. De post overstelpte hem met
'n regen van schotschriften, spotverzen en
schendbrieven. Zelfs bij de Regeering kwam
het »gevaarlijke« boek ter sprake. En de mi»
nister van Justitie schreef naar Amsterdam
dat het den «aap van den grimmigen Bilder»
dijk® geraden was zijn «prulschriften® verder
thuis te houden, anders zou het stilzitten der
Regeering onmogelijk worden.
Ouden van dagen onder ons herinneren
zich nog wel, hoe men vroeger op sommige
plaatsen de »fijnen« treiteren kon en hun per»
sonen, noch bezittingen, noch huisgenooten
ongemoeid liet. Zij kunnen zich een denk»
beeld vormen van wat da Costa te ver»
duren had. Ed hij stond bijna alleen. Bilder»
dijk was de eenige, die 't volkomen met hem
ééns was. En de weinigen, die zijn omgang
niet schuwden, wachtten 't was een feit
tot na zonsondergang, om dan steelsgewijs bij
hem aan te schellen 1 Want een tijd lang werd
zijn woning zelfs van regeeringswege bewaakt
en opgeteekend wie er in» en uitging. Men
achtte hem staatsgevaarlijk. Men verdacht hem,
te zinnen op een samenzweering 1
Toch hield hij moedig stand in zijn strijd
tegen den Geest der Eeuw. Hij dacht aan geen
deinzen. En daarom zoolang de antirevo»
lutionaire banier wapperen zal in Nederland,
zoolang zal daar ook gesproken worden ter
gedachtenis van dezen onverschrokken belij»
der, van dezen getrouwen getuige. Da Costa
vergeet ons Christenvolk nooit. Hij is een der
grootste helden onder onze «voortrekkers®.
Geen man van of voor een «partij®
M'ar de dichter bij de gratie Gods, die zijn
koninklijk talent heeft gebruikt voor zijn aan»
deel" in den Strijd der Eeuwen«Tegen de
Revolutie het Evangelie«.
Daarom mee zal bij ons, antirevolutionairen,
te allen tijde de gedachtenis aan dezen recht»
vaardige tot zegening zijn.
P. Br.f
I PETRUS 1 14-16.
«Als gehoorzame kinderen, wordt
niet gelijkvormig aan de begeerlijk»
heden, die te voren in uw onwe»
tendheid waren
Maar gelijk Hij, die u geroepen
heeft, heilig is, zoo wordt ook gij»
zeiven heilig in al uw wandel
Daarom dat er geschreven is Zijt
heilig, want Ik ben heilig.®
Zaterdag herdacht het Bisschoppelijk College te Roermond het 75-jarig bestaan. Een foto
tijdens de feestmaaltijd genomen, waaraan vele autoriteiten deelnamen, o.a. Prof. Schrijnen
van de Universiteit te Nijmegende heer Mander, burgemeester van RoermondVan Hövel
tot Westerflier, Comm. der Koningin in LimburgDeken van Roermond, de heer Labion
de directeur van het College, J. W. Goonssens.
Bewaakte overwegen.
Op den spoorwegovergang te Echt is Dins»
dagavond een auto uit de richting Sittard
door de afsluitboomen van den overweg ge
reden, doordat de chauffeur tengevolge van
de verblindende lichten van een auto aan de
andere zijde niet zag dat deze gesloten waren
en totaal vernield door den uit de richting
Roermond komenden sneltrein, die circa 8
uur te Sittard moet binnenloopen. Persoon»
lijke ongelukken zijn niet gebeurd.
Ongelukken.
Woensdagmorgen ongeveer 10 uur is bij
de Eysink.fabrieken aan de Nijverheidstraat
te Haarlem een ongeluk gebeurd. De terreinen
dezer fabrieken grenzen aan de speelplaats
van een openbare lagere school. In het speel
kwartier waren eenige werklie.'en der firma
Eysink bezig, ijzerwerk schoon te branden.
De schoolkinderen keken nieuwsgierig toe
over het hek, dat de afscheiding vormt tus»
schen speelplaats en fabrieksterrein. Door het
omwerpen van een bus met petroleum laaiden
de vlammen opeens hoog op, waardoor zeven
kinderen aan gelaat en handen brandwonden
kregen. Het onderwijzend personeel en de
grootste kinderen trachtten direct de v'ammen
te blusschen, en spoedig waren de dokters
Van der Hoeven en Aghina ter plaatse. Ook
de hoofdinspecteur van politie, de heer Seeu»
wen, was behulpzaam bij het aanleggen van
verbanden De getroffen kinderen zijn per
auto naar huis gebracht.
Het 3»jarig zoontje van de familie V. te
Bleierheide heeft gedronken uit een flesch,
waarin zuringzout was opgelost. Het knaapje
is na hevig lijden in het hospitaal te Kerk»
rade overleden.
De mijnwerker J. K. uit Spekholzerheide
is op de mijn Wllem Sophia met zijn hoofd
bekneld geraakt met de ophaalkooi. Hij is
ernstig verwond naar het ziekenhuis te Heer»
len vervoerd.
De Enschedesche politie ontving van de
recherche te 's«Gravenhage het telefonisch be»
richt, dat aldaar het lijk van een man was
opgehaald, die naar de op liem gevonden
papieren T. uit Enschede moest zijn. Tevens
werd daarbij het verzoek gedaan, de familie
T. met een en ander in kennis te willen stellen.
Dit gebeurde en de mededeeling bracht heel
wat schrik teweeg, totdat een inmiddels thuis
gekomen zoon zulks voor onmogelijk ver»
klaarde, aangezien hij zijn vader dicnzelfden
dag in levenden lijve aan den arbeid had
gezien.
T. woonde bij een andere familie in. De
mededeeling van den zoon bleek juist te zijn,
met welk feit de politie in den Haag in kennis
werd gesteld, die toen een portret van den
drenkeling te Enschede bracht. Een onderzoek
naar de identiteit is ingesteld.
M ishandeling.
In een logement in de stokstraat te Maas
tricht, waar beiden verblijf hielden, heeft zekere
L. zijn vrouw met vitriool geworpen. De vrouw
is met brandwonden over het geheele lichaam
naar het gesticht Calvariënberg overgebracht.
Diefstallen, inbraken enz.
Te Roosendaal is aangehouden J. A. E., zich
noemende infermière l'hopital, litterator, re»
geeringsgedelegeerde tot het bestrijden van
den typhus, enz. als verdacht van oplichting.
Hij is Woensdag voor den officier van justitie
te Breda geleid.
Te Amstelveen is Dinsdag de 17»jarige
C. G. gearresterd, als verdacht van berooving
van den landbouwer W. uit den Middelpolder.
De jongen heeft bekend en is ter beschikking
van de justitie gesteld. Het gestolen geld was
nog in zijn bezit.
Op Maandag 18 October 1926 bij veiling, en
Op Maandag 25 October 1926 bij afslag,
beide dagen 's avonds 7 uur, te Melissant[
ter herberge van M. van der Werf, van:
Een huis, waarin schoenmakerij, met erf en
grond te Melissant aan de Voorstraat, kad.
Sectie A, do. 1072 en 1073, te zamen groot
1 Are 09 centiaren, bewoond door Cornelis
Goedegebuur.
Notaris WAN DER SLUYS.
Op Woensdag 27 October 1926, 'snam. 2
uur, te Herkingen, ter herberge van D. Grin»
wis bij veiling en op Woensdag 3 November
1926, 's nam. 2 uur te Herkingen ter herberge
van Mej. L. van der Velde, bij afslag van
14.55.76 H.A. (31 Gem. 210 R. Voornsche
Maat) Bouwland te Herkingen in den polder
Ond.Herkingen, kad. nrs. 557, 559 tot en met
562, 569 en 582 tot en met 585 in diverse
perceelen en combinatiën. Grootendeels vrij
van huur. Ten verzoeke van den Heer L. van
Beek Lzoon. te Dirksland.
Notaris VAN DER SLUYS.
Op Woensdag 27 October 1926 bij Inzet en
op Woensdag 3 November 1926 bij afslag,
telkens des avonds 7 uur in het Hoiel Spee'
te Sommelsdijk.
A. Het huis met erf aan den Binnenweg
aldaar, kad. Sectie B nummer 1882, groot 2
aren 24 centiaren. Direct te aanvaarden. Ten
verzoeke van Mej Wed. J. van der Wende.
B. Het huis met erf aan den Molendijk,
aldaar, kadastaal bekend Sectie B nummer 121
groot 53 centiaren. Ten verzoeke van den
heer C. Hoogzand.
Notaris van BUUREN.
Op Woensdag 27 October 1926 te Herkin»
gen ter herberge van D. Grinwis bij veiling
en op Woensdag 3 November 1926 te Herkin»
gen ter herberge van Mej. L. v. d. Velde bij
afslag, beide dagen dadelijk na afloop der
landverkooping van den heer L. van Beek Lz.
van: Twee huizen met erf en grond te Her»
kingen op 't dorp, Kad. no. 1332 groot 2 Aren
10 c.A. benevens het eeuwigdurende recht
van erfpacht van 30 c.A. grond achter die
huizen Kad. no. 1327, ten verzoeke van den
heer P. C. v, d. Broek te Middelharnis.
Notaris VAN DER SLU1JS.
Op Vrijdagen 29 October en 5 November
1926, des v.m. 11 uur, in het koffiehuis «het
Wapen van Zuid»Holland«, openbare verkoo»
ping, bij veiling en afslag, van
Eene Rentenierswoning met schuurtje, kip»
penhok, erf en tuin, waarin 40 vruchtboo»
men, in den Kerkhoek, groot 26 areD, 60
cen.iaren.
Het huis, dat is aangesloten voor electrisch
licht, bevat 4 kamers, keuken, bijkeuken en
kelder, ruime zolder en logeerkamertje. Aan
vaarding bij de betaling der kooppenningen
op 22 December a.s. Bezichtiging dagelijks, des
n.m. van 2—4 uur, te bevragen bij den be»
woner den Heer J. S. A. van Toledo.
Inlichtingen geven de verkooper de He^
Joh. van Toledo te Schiebroek en onderge»
teekende.
Notaris LOEFF.
MIDDELHARNIS.
Centrale Veiling voor Goeree en Overflakkee.
Veiling van Woensdag 20 Oct. 1926.
Andijvie f 0,30 tot f 2,70.
Bloemkool f 5,— tot f 16,—.
Savooie kool f 3,— tot f 7,—.
Roode kool f 0,30 tot f 4,—
Witte kool f 0,30 tot f 5,60.
Alles per 100 sluks.
Spruitkool f 6,60 tot f 18,70.
Princesseboonen f 13,70.
Peren
Klei f 7,— tot f 10,—.
Bergamotten f 7,60 tot f 8,—.
Louwtjes f 3,60,
Appelen
Bismarck f 24,80. I
(val) f 12,—.
Goudreinet f 30,—.
(val) f 11,—
Bouman Reinet f 9,— tot f 22,60.
Alles per 100 K.G.
Druiven f 0,31 tot f 0,32 per pond.
2e soort f 0,21 per pond.
Kaas 20 plus f 0,40 per pond.
(volvet 45 f 0,45 tot f 0,47 per pond.
ROTTERDAM, 19 Oct. 1926.
Op de heden in ons Veilingslokaal, War»
moezierstraat 37—39, gehouden Veiling, wer».
den de volgende prijzen besteed
Kipeierenf 8,15 tot 10,35
Idem (klein). 5,50 tot 6,95
Idem extra zwtot
Eendeieren 5,60 tot 7,85
Ganseieren tot
Kalkoeneierentot
Kievitseierentot
Middenprijs f
Aanvoer 73.000 stuks.
DE ROTTERDAMSCHE VEILING